HET VAKBL AD VOOR DE PROFESSIONELEN VAN DE LOGISTIEK
MMM Business Media - Tweemaandelijkse publicatie van informatie • Bijlage bij TRUCK&Business 226 • April - Mei - Juni 2011 • Nederlandstalige uitgave
Nr52
Operational Excellence Magazijniers Katoen Natie stellen zelf verbeteringen voor blz. 8
TECHNOLOGIE DOSSIER IT: RFID vindt zijn plaats in de logistieke informatiestroom
blz.20
PRESTATIES
VASTGOED
Meer voorraad is goedkoper bij Nynas
Limburg zet in op China en consolidatieprojecten blz.12
blz.16
Edito NA DE VALLEI VAN DE DESILLUSIE Peter Ooms, Editieverantwoordelijke
“ De eerste succesverhalen met RFID zijn gebaseerd op zeer gefocuste projecten.”
I
n de technologische wereld spreekt men vaak over de cycli waarbij een hype onvermijdelijk gevolgd wordt door de vallei van de desillusie. RFID is een technologie die helemaal in het plaatje past. Het aanvankelijke enthousiasme en de ongebreidelde plannen zouden de
logistieke wereld helemaal op zijn kop zetten. Die mooie vooruitzichten zijn allemaal in duigen gevallen. Capgemini directeur Erik van Dort vat het mooi samen op pagina 20: “RFID is niet dood, maar het is in de groentela van de koelkast beland.” Leuk en met meer dan een grond van waarheid. Net op het moment dat de uitspraak valt, komen de eerste spaarzame berichten van beperkte pilootprojecten naar buiten. In ons artikel over de toepassing in het magazijn voor verse voeding van Delhaize zien we hoe Euro Pool System niet minder dan 1,4 miljoen herbruikbare kratten heeft uitgerust met een barcode én een RFID-tag. Sinds een jaar zijn alle 200 leveranciers hiermee aan de slag en zijn de resultaten zonder meer positief. Van informaticaspecialisten horen we ook over succesverhalen bij bedrijven die er liever nog niet mee naar buiten komen. Steeds meer organisaties nemen deel aan pilootprojecten om de technische haalbaarheid in hun eigen omgeving te testen en ook daar komen positieve geluiden uit voort. Enkelen onder hen zullen verdere stappen zetten. Zijn we klaar voor een nieuwe hype? Ik denk het niet. Wat we nu zien, zijn veel beperktere projecten die haast allemaal focussen op herbruikbare verpakkingen zoals kratten en paletten. De dure tags zullen dus vaker dan één keer gebruikt worden en dat drukt de kosten. Bedrijven weten veel beter waar ze naar toe willen. Er is een realistische kijk op de mogelijkheden van de technologie.
EDITORIAL TEAM Editor in chief: Claude Yvens (cyvens@mmm.be) Team: Peter Ooms (Final Editor), Michel Buckinx (Sens Unique), Luc de Smet, Hendrik De Spiegelaere, Erik Duckers (photographer), Arnaud Siquet (photographer), Michaël Vandamme, Luk Weyens SALES & MARKETING TEAM Sales Director: Marleen Neukermans (mneukermans@mmm.be) Key Account Manager: Guy Stulens (gstulens@mmm.be) Sales assistants: Patricia Lavergne (plavergne@mmm.be), Romina De Gregorio (rdegregorio@mmm.be) Marketing: Kathleen Hubert (khubert@mmm.be) PRODUCTION Head: Sonia Counet
EDITOR Development Director: Caroline Thonnon Managing Director: Thierry Degives Editor/CEO: Jean-Marie Becker
SUBSCRIPTIONS www.warehouseandlogistics.com/shop Parc Artisanal 11-13 - 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: 00 32 (0)4 387 88 18 Sophie Demeny (sdemeny@mmm.be) © Reproduction rights (texts, advertisements, pictures) reserved for all countries. Received documents will not be returned. By submitting them, the author implicitly authorizes their publication.
MMM BUSINESS MEDIA sa/nv Complexe Arrobas Parc Artisanal 11-13 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: 00 32 (0)4 387 87 87 Fax: 00 32 (0)4 387 90 87 info@mmm.be www.mmm-businessmedia.com
Inhoud
Warehouse & Logistics 52 - April - Mei - Juni 2011
DOSSIER
20-31
LOGISTIEKE IT 20 23 26 30 31
Inleiding: RFID is niet dood,… Tendensen in de supply chain hebben impact op logistieke informatica WMS: Hoe kies je een WMS? Functionaliteit, taal,hardware en prijs bepalen mee de keuze RFID: 1 jaar ervaring met 1,4 miljoen RFID-kratten De praktijk bij Delhaize, Euro Pool System en Univeg Legumex EDI: Meer elektronische berichten Distributeurs willen meer EDI-contacten met leveranciers Beheer: Tags helpen bij het beheer van logistieke dragers VIL sluit pilootproject af over RFID op paletten en bakken
Prestaties
8
6 8 12 OPERATIONAL EXCELLENCE Katoen Natie
13
Review Cover: Voortdurend verbeteren en nauwgezet opvolgen Katoen Natie vraagt medewerkers om verbetervoorstellen Slow Logistics: Meer voorraad is goedkoper Nynas houdt afgevulde vaten klaar en spaart productiekosten VIB-congres: Ketenrisico’s beperken Maak een matrix met alle processen en alle risico’s
16 Vastgoed 14 16 VASTGOED LIMBURG Terreinen tot 100 ha in Kristalpark in Lommel
32
Review Limburg: Goedkope terreinen aan de verkeersaders Logistieke werkgroep van Locate in Limburg mikt op China en consolidatieproject
Technologie 18 32 34 HANDLING Nood aan flexibele orderpicking
Review Handling: Orderpickers klaar voor internetwinkels Toyota Material Handling mikt op efficiënter pikken Handling: Nieuwe RX 50: grote kleine Een elektrische all-rounder van Still
REVIEW
Expresso Pfizer kiest Essers voor verre export: In het kader van deze overeenkomst gaat H.Essers op zijn hoofdzetel in Genk ook een nieuw distributiecentrum van ruim 10.000m² optrekken met daarin drie verschillende temperatuurszones elk geschikt voor de opslag van specifieke farmaceutische goederen. Verwacht wordt dat het nieuwe farmaceutische distributiecentrum tegen midden 2011 in gebruik wordt genomen. De transporten zullen vooral via luchtvracht gebeuren. Transport Logistic München breekt record: Deze vakbeurs voor logistiek, mobiliteit, IT en supply chain management die doorging in mei in München heeft meer dan 51.000 bezoekers ontvangen uit 134 landen. Dat is 7% meer dan tijdens de vorige editie en was voortal te danken aan bezoekers van buiten Duitsland. Op de beurs hadden 1893 bedrijven een stand genomen. CityDepot in Hasselt: Hasselt is de eerste Vlaamse stad die de leveringen voor het centrum op een meer milieuvriendelijke, duurzame en efficiënte manier organiseert. Leveranciers hoeven zich niet langer in het drukke stadscentrum te wagen, maar kunnen voortaan terecht bij een CityDepot aan de rand van de stad. Tussen 7 en 18 uur kunnen ze er op elk moment terecht. Van daaruit vertrekt een aangepaste elektrische auto 2 keer per dag naar het centrum om de leveringen naar de stadskern te brengen.
Marc Fourny, voorzitter van Abcal, opent de twaalfde editie van de Journée des Cadres d’Achat en de Logistique.
Abcal-congres over lean en agile supply chains Abcal, de Franstalige vereniging van de professionele inkopers, logistiekers en supply chain managers, heeft op 10 mei zijn jaarlijks congres gehouden in de Country Hall in Luik. Dit keer lag sterk de nadruk op een moderne supply chain bestaande uit bedrijven die soepel en snel kunnen inspelen op veranderende situaties. Na de aftrap te hebben gegeven, verleende voorzitter Marc Fourny het woord aan Bernard Piette, directeur van Logistics in Wallonia en Per Agrell, voorzitter van de Louvain School of Management Research Institute. Beide gaven een presentatie voor het voltallige publiek. Daarna volgden kleinere sessies over inkoop en supply chain waar heel wat experts uit bekende bedrijven het woord namen: Fluxys, GlaxoSmithKline Biologicals, Asahi Glass en Ab Inbev. Hun visie werd aangevuld met de inzichten van een aantal consultants.
Cargo per spoor naar Chongqing Op 9 mei werd in Antwerpen een spoorverbinding voor cargo tussen Antwerpen en Chongqing voorgesteld. Het project werd in 2010 op poten gezet door de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen, het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en de Belgische Administratie der Douane & Accijnzen. In tussentijd werd in Hupac een intermodale operator gevonden die het traject in beide richtingen aanbiedt. Voldoende lading in beide richtingen is een cruciale factor voor de leefbaarheid van de lijn. Nu de interesse van sommige bedrijven duidelijk blijkt, zullen ongetwijfeld andere spelers volgen. De stadsprovincie Chongqing – de grootste stad ter wereld – trekt resoluut de kaart van spoorverbindingen met Europa. Retourcargo, lading van Europa naar China – bleef voor hen echter de grootste zorg. Antwerpen heeft hier nu enkele geïnteresseerde bedrijven voor gevonden.
DHL breidt diensten uit in de farmaceutische sector DHL Global Forwarding (groep Deutsche Post DHL) heeft een nieuw Competence Center geopend op de luchthaven van Wenen. Het Center biedt de mogelijkheid om de diensten van de groep uit te
6 I Warehouse & Logistics 52
breiden op het vlak van farmaceutica, met 500 m2 gekoelde opslagruimte. Het Center zou zo’n 20.000 pallets per jaar manipuleren. We noteren dat DHL deze zomer nog een pan-Europees netwerk
lanceert voor vrachtvervoer over de weg van pallets, bestemd voor de industrie ‘Life Sciences en Healthcare’, ‘ColdChain Europe’ gedoopt, en dat gelinkt zal zijn aan het nieuwe Center in Wenen.
5 vragen aan... Jacques Moyson
“Er moeten meer kandidaten voor de logistieke opleidingen komen.” Vier privé logistieke operatoren gaan samenwerken met vier Franstalige hogescholen, om de logistieke vakken te promoten bij de kandidaat-studenten. Jacques Moyson, beheerder van de ABCAL en de OTM, is één van de initiatiefnemers.
1.
Waar liggen vandaag de dag de grootste noden inzake personeel? JM : In het middle management, waar de bruggen tussen de directie en het operationeel niveau gelegd worden, waar de doelstellingen in resultaten omgezet moeten worden. Alle sectoren zijn vragende partij, van de logistieke operatoren over de industrie en de handel tot de transporteurs.
2.
Hoever staat het aanbod van opleidingen op dit vlak in Wallonië? JM : Nu al een tiental jaar organiseren vier hogescholen een baccalaureaat in het beheer van transporten en logistieke ondernemingen. Maar er komen amper een 50-tal bachelors per jaar uit, veel te weinig dus.
3.
Het potentieel van banen is nochtans niet te versmaden... JM : Inderdaad. Onze bachelors vinden trouwens snel banen met veel verantwoordelijkheid. En ook al is hun beginloon lager dan dat van een master, de mogelijkheden om salarieel op te klimmen zijn reëel.
4.
Volgens u is de uitdaging dus meer kandidaten voor dat baccalaureaat aantrekken... JM : Zeer zeker. Het groot publiek, zelfs de bedrijven, weten dikwijls niet wat wij hun kunnen bieden. Onze doelgroep zijn dus de toekomstige leerlingen van het hoger onderwijs. Daarom hebben wij ook een 100% logistieke stand op verschillende SIEP-salons (www.siep.be), met de steun van privébedrijven als TNT, Somef, TCA en Vincent Logistics. Met veel succes de eerste keer in Luik, waar wij nadien veel meer geïnteresseerde kandidaten voor de opendeurdagen die later in de Haute Ecole Charlemagne zijn georganiseerd, hebben gekregen.
5.
Wat voor steun verwacht u van de bedrijven? JM : Dat zij belangstelling tonen voor dit initiatief, dat zij op de komende salons met ons samenwerken... en dat zij stagiairs aantrekken. Wij moeten immers maar al te dikwijls naar dezelfde bedrijven gaan. Een interview van Claude Yvens
Warehouse & Logistics 52 I
7
PRESTATIE
Katoen Natie
1.
VOORTDUREND VERBETEREN EN NAU Binnen Katoen Natie heeft elk team de opdracht om elk jaar te verbeteren voor een resem parameters zoals productiviteit, service en leadtimes. Dat volgen Wim Lambrigts en zijn team nauwgezet op met een goed gestructureerde balanced scorecard.
8 I Warehouse & Logistics 52
ls operationeel verantwoordelijke voor de business unit Consumer Goods & Industrial Solutions ben ik vooral bezig met het voortdurend verbeteren van de prestaties van de teams op het vlak van productiviteit op de verschillende locaties in Europa. Om dat te kunnen waarmaken vragen we regelmatig naar grote en kleine verbetervoorstellen van iedereen in de organisatie,” zegt Wim Lambrigts, chief operating officer van Katoen Natie Consumer Goods & Industrial Solutions. Bij Katoen Natie weet men dat die concrete prestaties in de magazijnen wel degelijk ook een effect hebben op het ter-
“
A
rein waar de klanten opereren. Wim Lambrigts: “Een van onze klanten verdeelt vrijetijdskledij vanuit ons distributiecentrum in Kallo naar winkels in heel Europa. Toen een concurrent problemen kreeg in zijn supply chain en niet tijdig kon leveren, hebben die winkeliers heel wat meer besteld bij onze klant waardoor die zijn marktaandeel aanzienlijk kon uitbreiden. Onze logistieke prestaties – snelheid, flexibiliteit, kwaliteit – kunnen dus weldegelijk het verschil maken voor onze klanten.”
Prestaties in de magazijnen meten Om die prestaties voortdurend te verbeteren, heeft Katoen
Natie een hele structuur opgezet om dat waar te maken. Het heeft eerst en vooral een rapporteringsysteem opgezet waarbij cijfers uit de magazijnsoftware worden opgehaald voor elke operatie en naar boven toe worden geconsolideerd naar één scorecard voor de hele business unit. Tom Leunckens is director operations en als dusdanig verantwoordelijk voor de activiteiten van de business unit in Antwerpen, de grootste site van Katoen Natie: “We hanteren een balanced scorecard die onze prestaties meet ten opzichte van de doelstellingen in het continuous improvement plan of CIP. Ze bevat een lijst van parameters: mensen,
Armada high-potentials Katoen Natie investeert fors in een team van jonge enthousiaste medewerkers die op korte tijd meerdere sites en situaties leren kennen. Deze 57 Armada-mensen krijgen zo snel veel ervaring en groeien dan uit tot teamleaders en managers van specifieke operaties en afdelingen. Ze kunnen op cruciale momenten ook ingezet worden waar nodig. “Zij vormen de hoeksteen van onze operational excellence,” zegt Wim Lambrigts. Zij worden ook ondergedompeld in de specifieke bedrijfscultuur gebaseerd op enthousiasme, hard werk en gezond verstand. Daar horen ook heel wat teambuilding activiteiten bij die drijven op de inzet van de leidinggevenden.
“ Op managementniveau hebben wij dankzij de scorecard een voortdurend zicht op het geheel van de business unit.” 1. Voor de parameter productiviteit worden ambitieuze doelstellingen gehanteerd waarbij de prestaties van het jaar voordien worden aanzien als het minimum.
2.
2. Wim Lambrigts (l) en Tom Leunckens: “We vragen regelmatig naar grote en kleine verbetervoorstellen van iedereen in de organisatie.”
WKEURIG OPVOLGEN de KPI’s voor de klanten, voorraad, productiviteit, 5S, kosten en systemen. Die krijgen allemaal een weging mee. De parameter mensen telt het zwaarst door met 25%; systemen het minst met 7%. Elke parameter bestaat gewoonlijk op zijn beurt weer uit een aantal aspecten. De parameter mensen bevat onderliggend de cijfers voor absenteïsme, het aantal en de ernst van ongevallen, opleidingen, enzovoort.” “Op managementniveau hebben wij dankzij deze scorecard een voortdurend zicht op de prestaties van het geheel. Daarnaast kunnen we inzoomen op die vestigingen en die klantenoperaties waar er zich
afwijkingen voordoen. Zo kunnen we vrij nauwkeurig inschatten wat er scheelt,” zegt Wim Lambrigts. Op het vlak van operational excellence gaat er bijzondere aandacht naar de parameter productiviteit waar ambitieuze doelstellingen worden gehanteerd. De prestaties van het jaar voordien worden aanzien als het minimum en de target doet daar nog een aantal procenten bij. Wim Lambrigts: “Bedoeling is om onze mensen productiever te laten zijn door slimmer te werken. Ze moeten daarom niet sneller lopen, wij moeten er voor zorgen dat ze minder moeten lopen. Het optimaliseren van de picking routes is een voortdurende zorg.”
Daarnaast zijn er specifieke teams opgezet om de kwaliteit en de productiviteit op te drijven en de goede praktijken door te geven van de ene vestiging naar de andere.
BOSS-team: standaardiseren Het eerste team is opgezet specifiek om nieuwe operaties zo snel mogelijk optimaal te laten presteren door terug te vallen op best practices, bekende standaarden en synergie met andere operaties. Wim Lambrigts: “Dat is gebaseerd op lessen uit het verleden. Vroeger is het gebeurd dat de introductie van een nieuwe klant gepaard ging met organisatorische en technische
strubbelingen. Dat willen we voortaan absoluut vermijden. Daarom hebben we een BOSSteam opgericht wat staat voor business operational start-up support. De kern van het team bestaat uit zeer ervaren mensen die werken met een uitgebreide toolbox met daarin templates van bestaande operaties, voorbeelden van parametrisaties van het WMS en opleidingen. Die seniors brengen hun kennis zo snel mogelijk over op de lokale mensen in het team zodat die al gauw op eigen kracht verder kunnen. Door deze aanpak willen we dat iedereen die bij het project is betrokken zo snel mogelijk over hetzelfde instrumentarium beschikt Warehouse & Logistics 52 I
9
PRESTATIE
Katoen Natie
“ We kijken in de eerste plaats naar de mensen zelf om te weten wat er nog verbeterd kan worden.” Tom Leunckens Frank Brugge, ICT-manager: “Om een nieuwe klant te bedienen kunnen we terugvallen op de bestaande systemen en toestellen zonder een leercurve te moeten doorlopen.”
en dezelfde taal spreekt.” Op het ogenblik van het interview is Katoen Natie volop bezig met de integratie van een nieuwe klant in het distributiecentrum van Italië. “Die Italianen – toevallig allemaal dames – zijn nu hier om in Antwerpen om te kijken hoe we de organisatie voor vergelijkbare klanten aanpakken. Zij testen ook hun eigen WMS op live data uit een andere operatie. Op die manier kunnen ze verschillende scenario’s onderzoeken en het systeem tot aan zijn limieten brengen.” Opvallend: Katoen Natie hanteert in bijna alle gevallen zijn zelf geschreven WMS. Voor de business unit van de consumentengoederen is dat het zogenaamde Power-systeem. Wim Lambrigts: “Het is een heel krachtig instrument dat
10 I Warehouse & Logistics 52
bestaat uit een standaardprogramma met daar rond aparte modules. Op die manier bouwen we toch een oplossing die tegemoet komt aan de speciale verwachtingen van de klant.” Frank Brugge, ICT manager van Katoen Natie: “Dat past in de strategie van Katoen Natie om zoveel mogelijk te standaardiseren. Je ziet het in bijna alles wat we doen. De magazijngebouwen hier op de site in Kallo zijn grotendeels identiek van opbouw en inrichting. Ook de computerinfrastructuur is gelijk in alle vestigingen in de wereld. Dat gaat zo door tot op het niveau van gereedschap en toestellen zoals de labelprinters. (zie kader). Dit vasthouden aan standaarden levert het bedrijf extra flexibiliteit op om snel in te grijpen. Om een
nieuwe klant te bedienen kunnen we terugvallen op de bestaande systemen en toestellen zonder een leercurve te moeten doorlopen.”
Lean fighters: voortdurend verbeteren Door de acties van het Bossteam moet een nieuwe operatie zo snel mogelijk een standaardniveau halen. Daarna moet de medewerkers zelf zorgen voor de voortdurende verbetering uit het CIP plan. Tom Leunckens: “En dan kijken we in de eerste plaats naar de mensen zelf om te weten wat er nog verbeterd kan worden. Om de zes maanden stellen we hen drie vragen. Wat stoort je? Wat vind je goed? Wat zou jij veranderen? De antwoorden daarop groeperen we per the-
ma en daaruit ontstaan dan kleine projecten die een concrete verbetering betekenen voor het werk in de magazijnen. Dat heeft al zeer mooie resultaten opgeleverd. Zo kloegen nogal wat magazijniers dat ze regelmatig moesten zoeken naar een transpalet. Om dat te counteren hebben we nu een parkeerplaats voor transpaletten voorzien. Of er waren mensen die in de zomer hun bodywarmer uitdeden, maar dan geen zakken hadden voor hun mes en ander gereedschap. Daarom hebben we nu lichte hesjes gekocht. In al onze magazijnen voorzien we nu een centrale leefomgeving met de bureaus voor administratieve taken. Maar daar rond hebben we ook alle andere zaken samengebracht: de hesjes, het veiligheidsmateriaal,
“De logistieke prestaties in het magazijn kunnen dus weldegelijk het verschil maken voor onze klanten.”
Printer: standaard zorgt voor lagere kosten Katoen Natie gebruikt zoveel mogelijk één type identificatie-etiket voor al zijn operaties. Op die manier kan het een standaardisering invoeren op het vlak van printers en inkten die allemaal door dezelfde firma worden onderhouden. “Voor de toestellen mikken we in de eerste plaats op een eenvoudig beheer en onderhoud, maar tegelijk kunnen we volumekortingen bedingen op de aankoop van de apparaten en de inktrollen,” zegt Frank Brugge. Het onderhoud van de labelprinters bij Katoen Natie gebeurt door de firma Identification Products International. Guido Janssens: “Onze mensen kunnen met één bak onderdelen en gereedschap alle labelprinters op deze site herstellen of onderhouden. Ook voor ons is dat veel eenvoudiger om te organiseren.” De keuze van het type printer werd bepaald in functie van het gebruik van de labels. Frank Brugge: “We willen een etiket dat in alle omstandigheden leesbaar is en blijft voor een lange tijd. Daarom hebben we gekozen voor een thermografische printer van Toshiba Tec. In onze Europese vestigingen samen hebben we een driehonderdtal van deze apparaten staan: meestal 4 inch, maar ook enkele 8 inchprinters. En zo veel mogelijk met een maximale inktrollengte van 600 meter.” Kris Cocquyt, business development manager Belux van de Auto-ID Divsion van Toshiba TEC: “Katoen Natie speelt volop de kaart van de total cost of ownership waarbij het geheel van de kosten voor labels, Katoen Natie speelt de kaart van de total cost of ownership inktrollen, printers, onderhoudskosten, waarbij het geheel van de kosten voor labels, inktrollen, enzovoort worden meegeteld.” printers, onderhoudskosten, enzovoort worden meegeteld.
de megafoon, enzovoort. Een zeer grote verbetering hebben we kunnen verwezenlijken door voor de paletten met grote dozen geen wikkelfolie meer te voorzien, maar een herbruikbare strap – een riem met een gesp. Dat betekent een enorme besparing en heeft ook een milieuvoordeel door het vermijden van die kunststoffolie, iets waar meer en meer klanten gevoelig voor worden.” Wim Lambrigts zorgt ervoor dat die kleine lokale projecten toch breder bekend worden gemaakt. “Deze ideeën komen aan bod in de vergaderingen van de lean fighters. De mensen die de voorstellen hebben gedaan kunnen ze dan presenteren aan de anderen. Het verslag daarvan wordt doorgestuurd naar alle andere opera-
ties zodat de mensen daar ook hun voordeel ermee kunnen doen. We hebben ook een Lean Wall of Fame waar de beste projecten worden gepresenteerd. Op dit ogenblik is het al zover dat de betrokkenen uit diverse operaties elkaar beginnen bellen en raad vragen voor bepaalde problemen waar ze mee kampen. Soms vragen ze zelfs om ter plaatse te komen om assistentie te verlenen. Die netwerking vinden we erg belangrijk. Ik bevorder dat zo veel mogelijk door zelf zo vaak ik kan ter plaatse te komen in alle sites.” Deze manier van werken met een focus op gezond verstand en eenvoudige oplossingen, past ook perfect in de aanpak die de Fernand Huts, CEO van Katoen Natie voorstaat. Hij heeft een boekje gemaakt met
daarin de regels van de organisatie: toegevoegde waarde creëren en winst maken. Deze Company Bible vol korte teksten en tekeningen wordt aan elke medewerker overhandigd en continu getoetst op effectief gebruik.
Externe audits Vroeger had Katoen Natie een Iso 9000-certificaat al voor zijn operaties, maar tijdens de crisis heeft men die externe controles stopgezet en werden ze geïntegreerd in een intern auditproces. Wim Lambrigts: “Die externe audits kostten toch een pak geld, en niet alle klanten vroegen naar zo’n certificaat. Het waren vooral onze traditionele klanten uit de automobielsector en de chemie die dat eisten. De bedrijven uit de consumentensector had-
den daar minder boodschap aan. Door de integratie in het intern audit proces, kunnen we veel meer aandacht besteden aan de inhoud in plaats van de vorm. Hierdoor werd ons kwaliteitssysteem nog effectiever. We organiseren jaarlijks zelfs een interne audit die een Katoen Natie-certificaat oplevert. Op die manier gaat ons kwaliteitsbewustzijn niet achteruit en kunnen we – indien de klant het vraagt – toch snel een audit laten uitvoeren en het officiële certificaat behalen.”
Peter Ooms
Warehouse & Logistics 52 I
11
PRESTATIE
Slow logistics
MEER VOORRAAD IS GOEDKOPER Producent van minerale oliën Nynas wil voortaan de vaten transformatorolie volledig afgewerkt in voorraad houden om snel op bestellingen te kunnen reageren zonder het productieproces te hoeven overladen. e zullen overgaan van produceren op bestelling naar afvullen op voorraad. Voortaan vullen we een aantal vaten af met transformatorolie, plaatsen ze meteen op pallets en wikkelen de folie er rond. Wanneer dan de bestelling binnenkomt, kleven we er een zeewaardig etiket op en klaar. We kunnen meteen leveren als het order binnenkomt. Op die manier kunnen we heel wat hectische toestanden vermijden. De afvulinstallatie is de bottleneck in onze organisatie en wanneer we dergelijke bestellingen – 1000 à 3000 vaten – zeer snel moeten afwerken, levert dat niet alleen heel veel stress en operationele inefficiënties op. Er komen ook bijkomende kosten aan te pas voor extra ploegen van het personeel en spoedtransporten naar het zeeschip. In extreme gevallen komen hier 15 à 20 vrachtwagens in één keer aan om alles nog op tijd op de kaai te krijgen,” zegt Rogier van Hoof, head of secondary distribution van Nynas. De oorzaak voor die hectische toestand is het feit dat de olie moet worden afgeleverd samen met de transformator. De leverancier van de transformator boekt eerste het vervoer en bestelt dan pas de olie. Nynas heeft helemaal geen inspraak in die levertermijn. “Het kwam erop neer dat we gewoonlijk drie weken tijd nodig hebben om dit klaar te maken, terwijl we die tijd niet altijd hebben. Door het make to stock princi-
“
W
12 I Warehouse & Logistics 52
pe toe te passen, kunnen we 3 tot 5% besparen op onze bedrijfskosten. Dat is ruim voldoende om de hogere voorraadkost te compenseren. Tegelijk krijgen we de mogelijkheid om ons productieproces efficiënter in te richten en ook het personeel juist in te zetten. Dat levert ons extra flexibiliteit op en dus ook meer concurrentiekracht.”
Weerstand overwinnen Dit project maakt deel uit van het SLOW Logistics-programma van het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL). “Het moet wel gezegd dat het enige overtuigingskracht heeft gekost om meer voorraad aan te houden. Dat denkbeeld alleen al roept een enorme weerstand omwille van het effect op de ratio capital employed. Nu de prijs van de olie zo duur is, stijgt ook de kost van de voorraad die we aanhouden. We hebben het concept dan ook op een voorzichtige manier geïntroduceerd in de organisatie,” zegt Rogier Van Hoof. Dat is ook de ervaring van de experts van het VIL zelf. Steve Sel: “Bedrijven willen niet geassocieerd worden met trage logistiek. Ook voor het project was het niet eenvoudig om deelnemers te vinden. Slow logistics heeft echter ook een effect op het milieu. Door minder te rijden of minder snel te rijden, verhoogt de duurzaamheid.” “ Nynas maakt deel uit van een Zweedse groep die wel dege-
1. 2.
“ Door het make to stock principe toe te passen, kunnen we 3 tot 5% besparen op onze bedrijfskosten. Dat is ruim voldoende om de hogere voorraadkost te compenseren.” Rogier van Hoof lijk bezig is met het verkleinen van de ecologische voetafdruk. Een project als dit past daar perfect in,” zegt Rogier Van Hoof.
Peter Ooms
1. De afgevulde vaten worden gepalletiseerd en gewikkeld in het magazijn klaargezet. 2. Rogier van Hoof, head of secondary distribution van Nynas.
PRESTATIE
VIB Congres
Eurocommissaris Karel De Gucht.
“ Men vergeet wel eens dat de global supply chain nu reeds een feit is.” Karel De Gucht
Richard Wilding raadt aan om bij een risicoanalyse rekening te houden met zowel interne als externe factoren die de toeleveringsketen in gevaar kunnen brengen.
KETENRISICO’S BEPERKEN Karel De Gucht, Eurocommissaris voor handel, benadrukte in zijn speech op de Dag van de Inkoop en de Logistiek van VIB dat de global supply chain nog voor verbetering vatbaar is en waarschuwde voor het gevaar van het protectionisme dat nog niet was geweken. “Maar in het publieke debat wordt wel eens vergeten dat de global supply chain meer is dan een doelstelling op lange termijn, maar een concrete realiteit op dit moment.”
egelijk wees hij ook op het reactievermogen van bedrijven wanneer ze geconfronteerd worden met storingen in die internationale goederenstromen. “Uit studies van Deutsche Post en de Financial Times blijkt dat er een tendens naar regionalisering ontstaat. De toeleveringsketens worden korter gemaakt om de risico’s te verkleinen.” Professor Richard Wilding van de Cranfield School of Management ging in zijn presentatie dieper in op die risico’s in de supply chain. “Er kunnen allerhande oorzaken zijn voor problemen in de toevoerketen. Aardbevingen en overstromingen zijn daarbij heel spectaculair, maar anderzijds bestaan er al heel lang kaarten waarin de regio’s met die risico’s zijn aangeduid. Daar kan men dus op anticiperen. Andere liggen minder voor de hand. Na de mond- en
T
klauwziekte in het Verenigd Koninkrijk kregen fabrikanten van lederen autozetels en rugbyballen problemen omdat ze onvoldoende leer konden krijgen, maar ook een toeristisch stoomtreintje kon niet rijden omdat de steenkool die het nodig had, volledig werd gereserveerd voor het verbranden van de karkassen,” zegt Richard Wilding.
Risicobeheer Hij raadt aan dat elk bedrijf minstens analyseert welke risico’s het allemaal loopt en aan de hand daarvan aanpassingen doorvoert om de mogelijke gevolgen te beperken. Daarbij heeft hij ook heel wat aandacht voor interne factoren. “Agressief voorraadbeheer kan leiden tot chaotische effecten. Lage stockniveaus die weinig rekening houden met de condities van de toevoerketen leiden tot paniekre-
acties wanneer er iets gebeurt. En kleine verstoringen aan het begin van de supply chain kunnen verderop leiden tot enorme slingerbewegingen. Een fenomeen dat we kennen als het bullwhip effect. Een goed supply chain risk management moet inderdaad ook veel verder kijken dan het eigen bedrijf alleen. De basis van de analyse moet altijd vertrekken van het klantenperspectief. Voor elk marktsegment moet het bedrijf de kritische succesfactoren bepalen en de belangrijkste processen die daar een invloed op hebben. Dan kan men best een matrixdiagram maken om te zien welke risico’s een effect hebben op welk proces. Voor elk proces moet het bedrijf dan de maatregelen opsommen die het neemt of kan nemen om het te voorkomen of de gevolgen ervan te minimaliseren.” Peter Ooms Warehouse & Logistics 52 I
13
Expresso FedEx Express opent eco-duurzaam distributiecentrum in Machelen. De nieuwe vestiging zal klanten bedienen uit de Brusselse regio en op die manier de oude vestiging van Melsbroek vervangen. Het distributiecentrum in Machelen maakt gebruik van een hele reeks energiebesparende maatregelen om het energieverbruik van het gebouw te optimaliseren zoals: • zonnepanelen met een productiecapaciteit van 144.000 kWh per jaar. • het gebruik van regenwater in het sanitair en de schoonmaakinstallaties. • ventilatiesysteem waarbij de warmte wordt opgevangen en in het gebouw wordt gebruikt. • het optimale gebruik van natuurlijk daglicht. Fiege Groep opent nieuw logistiek centrum in Rome. Het logistieke centrum van Fiege nabij Rome omvat een hallencomplex van 42.000 vierkante meter. De totale investering bedraagt meer dan 60 miljoen euro. Het nieuwe megacenter levert aan de ene kant diensten voor een uiteenlopend klantenbestand uit de handel en de voedingsindustrie, maar ook extra capaciteit voor zijn sterk groeiende farmaceutische logistiek in Italië.
Vos Logistics creëert energieneutraal logistiek centrum. Dat kon door het plaatsen van 12.000 m² zonnepanelen op het dak van het multi-usercentrum van Vos Logistics in Oevel-Westerlo. Die panelen leveren 725.000 kWh op aan stroom, genoeg om de energiebehoefte van het gebouw, inclusief het rollend materieel te dekken. De logistieke dienstverlener heeft dit uitgevoerd samen met de eigenaar van het gebouw Equity Estate. Door de ingreep vermindert Vos zijn jaarlijkse CO2 uitstoot met 375 ton.
14 I Warehouse & Logistics 52
REVIEW
Grote vraag naar kleine magazijnen Het internetplatform WarehouseMatch ziet een grote vraag naar kleine magazijnen. 75% van de zoekopdrachten in de tweede helft van 2010 op hun website betreffen magazijnen van minder dan 5000 m². Mogelijke verklaringen hiervoor zijn het succes van e-commerce en een risicoaversie als gevolg van de crisis. Daarnaast zien ze dat een nieuwe distributiestrategie de overhand krijgt die streeft naar een snelle respons gebaseerd op meer, maar kleinere distributiecentra.
Magazijnoppervlakte (10.733 zoekopdrachten) 0 – 2500 m2 2501 – 5000 m2 500& - 10000 m2 >10000 m2
Kostenbesparing en overheidssteun: motor van energie-efficiëntie in Europa Dat blijkt uit de Europese Energy Efficiency Indicator (EEI), een onderzoek dat voor de tweede maal werd uitgevoerd door Johnson Controls. Het onderzoek bevestigt de toenemende trend van groenere gebouwen in Europa. “De belangstelling om de energie-efficiëntie van gebouwen te verbeteren en zo duurzaamheiddoelstellin-gen te behalen, neemt toe. Wanneer organisaties toegang hebben tot externe financiering en technische expertise, implementeren ze meer maatregelen ter verbetering van de energie-efficiëntie, kunnen ze meer besparen en realiseren ze extra energiebesparingen”, verklaart Iain Campbell, vicepresident en general manager Global Energy and WorkPlace Solutions van Johnson Controls.
Prologis countert bod op PEPR van Goodman en APG De bal ging aan het rollen toen de Algemene Pensioen Groep (APG) en Goodman een bod uitbrachten op alle uitstaande aandelen van ProLogis European Properties (PEPR) om volledig eigenaar te worden. Daarna kondigde het Amerikaanse moederbedrijf Prologis aan dat het zelf 38% van de aandelen in handen had na de overname van een pakket aandelen van een grote investeerder. Prologis deed meteen ook een tegenbod op de rest van de aandelen aan 6,10 euro per stuk. Dat was 10 cent meer dan het bod van APG en Goodman. Na een verhoging van het bod tot 6,20 euro, maakten de bestuurders van PEPR eerst nog duidelijk dat ze dat nog steeds te laag vonden. Toch zouden ze hun eigen normale aandelen later aanbieden aan het voormalige moederbedrijf. Eerder boden grootaandeelhouders APG Pensioen Groep en een onderdeel van Government of Singapore Investment Corporation hun stukken al aan voor de nieuwe prijs van ProLogis.
VASTGOED
Limburg
1.
“ Wij mikken op bedrijven die hun logistiek willen consolideren in één distributiecentrum.”
GOEDKOPE TERREINEN AAN DE VERK Limburg maakt zich op om 800 hectare bedrijfsterreinen ter beschikking te stellen voor onder meer logistieke doeleinden. De werkgroep Logistiek binnen het project Locate in Limburg mikt op twee doelmarkten: Chinese exporteurs en grote consolidatieprojecten in Europa.
16 I Warehouse & Logistics 52
n die werkgroep Logistiek zitten de Limburgse investeringsmaatschappij LRM, de NV De Scheepvaart, de Provinciale Ontwikkelings maatschappij (POM) Limburg en het Agentschap Ondernemen. Voorzitter van die werkgroep is de Logistieke Manager bij POM Limburg Johan Grutman. “We hebben zonet een brochure gemaakt om de troeven van Limburg als logistieke regio te onderstrepen. Daarin zitten fiches met informatie over de 11 bedrijvenzones die al zijn ontwikkeld of die ten laatste tegen 2013 klaar zullen zijn. Voor elk van die zones maken we een lijst op met de beschikbare percelen en de specifieke kenmerken van die zone. Op die ma-
I
nier willen we op een uniforme manier communiceren met geïnteresseerde bedrijven. De uiteindelijke bedoeling is om die gronden te verhuren of te verkopen aan logistieke spelers, maar we beseffen zeer goed dat zoiets niet in één keer gebeurt. Ook de grote succesverhalen in onze provincie, zoals SKF in Tongeren, zijn er geleidelijk aan gekomen. En de eerste stap die wordt gezet, is gewoonlijk dat zo’n buitenlands bedrijf gaat samenwerken met een logistieke dienstverlener van hier.”
China via de haven van Antwerpen De werkgroep heeft nu zijn documentatie klaar om op alle vragen van geïnteresseerden
te antwoorden, maar ze gaat ook zelf de boer op om in contact te komen met de buitenlandse investeerders. Daarbij volgt men twee specifieke trajecten. “Enerzijds zijn we heel actief op zoek naar bedrijven in China die willen exporteren naar Europa. In oktober organiseren we daarom een logistieke roadshow in China samen met Flanders Investment & Trade. Vorig jaar werd al promotie gevoerd tijdens verschillende bezoeken aan China en op de Wereldtentoonstelling in Sjanghai," aldus Johan Grutman van POM Limburg. Er bestaan al overeenkomsten tussen Limburg en de Haven van Antwerpen, maar in het licht van de gemeenschappelijke belangen wil men die re-
Locate in Limburg
2. 1. De beschikbare percelen in Limburg zijn zeer groot: tot 100 ha aaneengesloten terrein in het nieuwe Kristalpark in Lommel. 2. 11 bedrijvenzones zijn al ontwikkeld of zullen ten laatste tegen 2013 klaar zijn.
De werkgroep logistiek is één van de vijf die actief zijn onder de koepel van Locate in Limburg. Daarnaast zijn er nog werkgroepen voor ICT & Media, Life Sciences, Cleantech & Energy en Automotive. Dat initiatief is er gekomen om alle acquisitieactiviteiten – het aantrekken van investeerders – te coördineren en het staat onder de leiding van de Limburgse gouverneur Herman Reynders. De belangrijkste actoren zijn de Provincie, POM Limburg, LRM, Limburg Sterk Merk, Agentschap Ondernemen en Flanders Investment & Trade. LRM is nu al betrokken bij het overgrote deel van de ontwikkelingen van bedrijventerreinen in de provincie en neemt de functie van middelmanagement voor het project op zich. Jeffrey Alenus, commercieel directeur van LRM: “Bedoeling is dat we de promotie verzorgen van alle beschikbare bedrijfsterreinen in Limburg, dus niet alleen die uit onze eigen portefeuille. En door de activiteiten van al die spelers te coördineren doen we meer dan gronden verkopen, maar kunnen we ook de bestaande sectorexpertise uitspelen bij de promotionele activiteiten. Wanneer een investeerder interesse toont voor een bepaald type bedrijfsterrein, dan maken wij een selectie met de meest geschikte locaties die we halen uit de GIS-database van het Agentschap Ondernemen. Daarmee maken we dan een voorstel op maat, met daarin de meeste geschikte locaties met een stuk uitleg over mogelijke zakenpartners in de regio en informatie over de waardeketen van het bedrijf.” De verticale werking van Locate in Limburg wordt aangevuld met een horizontale aanpak op het niveau van de provincie wanneer een buitenlandse regio wordt geïdentificeerd als target voor meerdere werkgroepen. “Dan kunnen we die acties versterken met samenwerkingsakkoorden of verzusteringen,” zegt Jeffrey Alenus. www.locateinlimburg.com
EERSADERS laties nog versterken. Limburg speelt namelijk in op het idee van de extended gateways waarbij een grote haven zoals Antwerpen een deel van zijn activiteiten verderop in het hinterland laat plaatsvinden. Daarvoor zijn uitstekende verbindingen tussen de haven en het hinterland essentieel. Johan Grutman: “En dat is precies de grote troef van Limburg. Enerzijds is de provincie perfect ontsloten met twee grote autowegen, een belangrijke waterweg als het Albertkanaal en de uitstekende spoorverbindingen. Maar daarnaast is er in de provincie nog een enorme hoeveelheid goed uitgeruste bedrijventerreinen beschikbaar in de buurt van die verkeersaders.”
Last but not least: vergelijkingen van Jones Lang LaSalle tonen aan dat de prijzen in Limburg een stuk goedkoper zijn dan in andere regio’s in België en in de ons omringende landen. Jeffrey Alenus, commercieel directeur van LRM: “De prijsvork voor een be drijfsterrein in Limburg ligt tussen de 30 en de 60 euro per m². Bovendien zijn de percelen zeer groot: tot 100 ha aaneengesloten terrein in het nieuwe Kristalpark in Lommel. Dat is uniek, zelfs in Europa.”
Mikken op consolidatieprojecten Naast China zijn ook de grote spelers in Europa een specifieke doelgroep en dan vooral die
in Duitsland. Johan Grutman: “Wij mikken heel doelgericht op bedrijven die van plan zijn hun bestaande logistieke structuur te consolideren in één distributiecentrum in Europa. De ideale locatie voor een EDC dat de markten in Duitsland, Frankrijk, Nederland en België wil bedienen, is namelijk Limburg. We zien dat bedrijven nog steeds op zoek zijn naar manieren om hun logistieke kostenstructuur te verlichten door meerdere magazijnen te bundelen op één locatie. Op die manier kunnen ze namelijk hun voorraad bundelen en dubbele stocks vermijden.” Met deze aanpak is de werkgroep gestart op Transport
Logistics in München, de grootste Europese logistieke beurs. “Daar hebben we in het bijzonder onze multimodale troeven flink in de verf gezet: Limburg als knooppunt van autowegen, binnenwateren en sporen. Maar daar hoort ook de nodige infrastructuur bij. Onlangs is de spiksplinternieuwe terminal in Lanaken geopend en er zijn plannen voor de verdubbeling in capaciteit van de spoorterminal in Genk. Daarmee staan we sterk voor de toekomst. We zullen die bestaande terminals eerst goed laten renderen en pas uitbreiden wanneer het nodig is,” aldus nog Johan Grutman.
Peter Ooms Warehouse & Logistics 52 I
17
Expresso I De Duitse kunststoffederatie Pro-K heeft de ECOtech vouwbox van SSI Schäfer uitgeroepen tot het beste kunststofproduct in de categorie magazijn- en transportsystemen. De jury was onder de indruk van de volumereductie van 80% bij het in elkaar vouwen én van de displayflappen die de bak toegankelijk maken ook al is hij gestapeld. I Vergeer Holland is een distributeur van kaasproducten. Eind vorig jaar werd het duidelijk dat Vergeer Holland, wegens de groei van het bedrijf en het grotere arbeidsvolume, een doorgedreven WMS moest invoeren. “I BS Dynaman is een complete oplossing die volgens ons snel in te voeren is en op korte termijn aanzienlijke voordelen voor het bedrijf zal opleveren, met inbegrip van een snellere en nauwkeurigere uitvoering van de opdrachten, een grotere klantentevredenheid en een gedetailleerde en onmiddellijke rapportage," zegt Ron Kortleve, manager logistiek van Vergeer. I Kewill Logistics 6.04 biedt uitbreiding op de bestaande crossdockfunctionaliteit. Daarmee worden in het TMS-systeem meer functies geleverd voor het transit warehouse, zonder dat hiervoor een WMS-inrichting benodigd is. De cross-dockmodule omvat onder andere aansturing van binnenkomende en uitgaande ritten, de statussen van in- en uitladen, het printen van transportdocumenten, -labels en diverse overzichten. Met de nieuwe 4PL-module biedt Kewill een eenvoudige set aan instrumenten (Purchase Order Management Systeem) om de supply chainactiviteiten voor derden te organiseren en te regisseren, zonder daarbij te beschikken over eigen materieel. Het nieuwe plan board kan overal vandaan benaderd worden zonder dat hiervoor een aparte installatie nodig is. Dat kan via een web-based applicatie.
18 I Warehouse & Logistics 52
REVIEW
Zetes verwerft RFIDEA Zetes, leverancier van oplossingen en diensten voor de automatische identificatie van personen en goederen, verwerft het Belgische bedrijf RFIDEA. RFIDEA levert gespecialiseerde oplossingen op basis van RFID. Zetes zal haar aanbod van RFIDoplossingen dankzij die expertise nog kunnen verdiepen. Het trackrecord van RFIDEA omvat indrukwekkende referenties waaronder Baxter, GSK en BNP Paribas. 5 mensen vervoegen de Belgische organisatie van Zetes. David Dalla Vecchia, General Manager van RFIDEA: “Als deel van de Zetes Groep kunnen we onze oplossingen aanbieden aan meer klanten en op meer markten.” Alain Wirtz, CEO van Zetes: “Zetes denkt dat RFID in bepaalde business cases aanzienlijke voordelen kan opleveren voor de toeleveringsketen. Dat geldt met name voor situaties waarin behoefte is aan het traceren van returnable assets of in omgevingen die strikt geregeld zijn.” I
Ortec stelt inventory routing voor Waarom is het bij de verbetering van efficiëntie, naleving en veiligheid cruciaal dat voorraadbeheer en routeplanning tijdens de plannings- en uitvoeringsfasen worden geïntegreerd? Janneke Meesters: “Bedrijven hebben traditioneel relatief statische toeleveringsketens opgezet, omdat ze niet met een dynamischer manier van werken overweg konden. Door toenemende transparantie is dit echter aan het veranderen. Het is niet langer voldoende of haalbaar om voor afzonderlijke werkstromen de planning en uitvoering van voorraadaanvulling te beheren op basis van geïsoleerde toeleveringskanalen. Naast deze waardeketen is optimalisatie in het algemeen in plaats van optimalisatie van de toeleveringsketen belangrijker geworden, waardoor het onderwerp van de werkvloer naar de bestuurskamer wordt verplaatst.” I
Duurzame productlift van Nedpack De duurzaamheid van de Prorunner mk5 lift van Nedpack zit hem in het minimale aantal bewegende delen en de gesloten aandrijving, wat de machine erg onderhoudsvriendelijk maakt. Ook zorgt het gekozen aandrijfsysteem voor minder wrijving, waardoor het energieverbruik aanzienlijk is verlaagd. Doordat het systeem zichzelf in evenwicht houdt, hoeft de motor immers alleen de last en niet ook de lastdrager voort te stuwen. Daardoor kan met een laag motorvermogen worden gewerkt. I
De Prorunner Mk5-lift van Nedpack.
Golven in de vloer Hengelhoef Concrete Joints introduceert een nieuwe manier om de voegen in betonvloeren te bewerkstelligen. Daardoor gaan de wielen van vorkheftrucks schokvrij van het ene voegveld naar het andere over. Op die manier moet slijtage, vroegtijdige herstellingen aan vloer en voeg worden vermeden. Het moet ook de levensduur van de transportmiddelen verlengen. I
De golvende vorm van de voeg moet slijtage verminderen.
Tien nieuwe Hyster-ontwerpen op CeMAT Hyster, fabrikant in materials handling, heeft tien nieuwe Intelligent Designs tentoongesteld tijdens CeMAT 201. De fabrikant wilde de focus leggen op zijn aanbod van zuinige, sterke en betrouwbare trucks met lage gebruikskosten. Zo is er onder andere een compleet nieuw design beschikbaar van de laagheffende orderverzameltruck met scooterbediening en verschillende vorklengtes en opties waaronder een schaarlift. Het nieuwe ontwerp zorgt ervoor dat de verzameltruck de ladingen op de optimale hoogte plaatst voor gebruik. I
NaviTrans integreert met Transporeon Transporeon biedt alle essentiële functies aan voor de samenwerking tussen verlader, vervoerder, chauffeur en klant, en dit in één gestandaardiseerd logistiek softwareplatform. Een integratie tussen Transporeon met NaviTrans is als vanzelfsprekend want beiden streven hetzelfde doel na : verlagen van de transportkosten, verhogen van de transparantie en het vereenvoudigen van administratieve processen. Van zodra de transporteur een opdracht aanvaardt, wordt dit order vanuit Transporeon automatisch doorgestuurd en aangemaakt in NaviTrans. Statusinformatie (vb. POD) omtrent de uitgeleverde vracht wordt vanuit NaviTrans teruggekoppeld naar Transporeon. Op deze manier kan de opdrachtgever steeds de correcte status van zijn vracht consulteren, die real time ter beschikking gesteld wordt vanuit NaviTrans. I
De laagheffende orderverzameltruck van Hyster.
Warehouse & Logistics 52 I
19
DOSSIER IT
Inleiding
“RFID IS NIET DOOD,… maar het is wel in de groentela van de koelkast beland.” Met dit citaat maakt Nederlander Erik van Dort komaf met de torenhoge verwachtingen die de RFID-technologie de laatste jaren heeft geschapen. Samen met zijn collega Jeroen Dangé bespreekt hij de tendensen in de supply chain en hun impact op de logistieke informatica. oed, de techniek van RFID zelf is verbeterd. De problemen om een pallet goederen in één keer te lezen, zijn intussen aangepakt. Het is misschien niet meer nodig dat de operator bij het passeren van de detectiepoort een handige RFID-waggel doet met korte linksrechtsbewegingen om toch maar alle tags op het pallet gelezen te krijgen. Ondanks de verbeteringen in de technologie schiet RFID te kort ten opzichte van de verwachtingen die waren
“
G
20 I Warehouse & Logistics 52
gecreëerd. Daardoor is RFID nu het momentum kwijt geraakt,” zegt Erik van Dort, vicepresident supply chain van Capgemini. Managing consultant Jeroen Dangé: “RFID zie ik alleen voorkomen in zeer specifieke omgevingen zoals de logistiek van verse producten. Bedoeling daar is om de bakken vanaf het begin van de keten te voorzien van een tag om daarna voortdurend de versheiddatum in de gaten te kunnen houden, samen met de parameters - zoals
de temperatuur - die daarmee gelinkt zijn. Doel is om verlies in de keten te voorkomen. Maar ook in die toepassingen blijft men botsen op een oud zeer van RFID: de kost van de tags is te hoog ten opzichte van de waarde van de producten. Dat vormt een belangrijke bijkomende hinderpaal in de aanvaarding. In de grote supermarktketens in Nederland concentreert men zich intussen op klassieke identificatiesystemen, voornamelijk scanning van de SSCC-labels bij ontvangst in combinatie met EDI-communicatie.”
Retail blijft een groeimarkt D e t we e s p e c i a l i s t e n va n Capgemini wijzen erop dat de retailsector nog steeds de groeimarkt is binnen de logist i e k e i n f o r m a t i c a . J e ro e n
Dangé: “Dat houdt ook in dat de leveranciers zich sterk richten op de eisen van deze bedrijven. Softwarebedrijven als Manhattan of Red Prairie die WMS toepassingen op de markt brengen voor meerdere sectoren, blijven zich vooral ook sterk richten op specifieke functionaliteit met hun producten voor de distributie. Een ander gedeelte van de WMS markt werd gedomineerd door vaak lokale spelers die zich specifiek richten op de supermarkten. Nu willen de grote leveranciers een deel van de koek voor zich.” Een aparte problematiek hierbij blijkt de cross-dockingfunctionaliteit te zijn. Dat gebeurt in magazijnen waar de goederen niet meer worden opgeslagen, maar zo snel mogelijk na de aankomst, verzameld worden voor het vertrek naar de win-
“ RFID is het momentum kwijt geraakt.” 1. Erik van Dort: “Klassieke WMS-systemen worstelen nog met de cross-dockingfunctionaliteit.” 2. “Er is steeds meer communicatie met de andere spelers in de keten nodig om te kunnen inspelen op onverwachte gebeurtenissen,” zegt Jeroen Dangé. 3. Het TMS moet een meer leidende rol aannemen, omdat daarin de laatste schakel naar de klant wordt beheerd,” zegt Erik van Dort. (Foto: PHL)
Supply Chain Agenda 2011 Voor de Supply Chain Agenda 2011 vroeg Cap Gemini de deelnemende verantwoordelijken naar de projecten die ze plannen voor het volgende jaar. Dan zien we dat het verhogen van de visibiliteit in de keten het belangrijkste item is met 45%. Daarna volgen procesverbeteringen (44%) en innovaties (41%). Dit laatste onderwerp is nieuw ten opzichte van het jaar daarvoor. De respondenten verduidelijken dat het hierbij kan gaan om nieuwe business modellen, maar ook om het implementeren van nieuwe technologieën en met name dan software-as-a-service (Saas). www.capgemini.com
kels. Erik Van Dort: “Klassieke WMS-systemen worstelen daar nog mee. Tegelijk zijn er haast geen specifieke softwarepakketten voor cross-docking. Dus moet een bedrijf er vaak een heleboel functies bij nemen die het niet nodig heeft.” “In de kledingsector zie je nu wel specifieke oplossingen komen voor het direct sorteren van kleren nadat ze ontvangen zijn in het magazijn op basis van een al bekende winkelverdeling. Dat lijkt op cross-docking en wordt door WMS leveranciers met een focus op de kledingsector mogelijk gemaakt,” zegt Jeroen Dangé. In de voedingsdistributie moeten de distributiecentra weer meer een combinatie van types producten aankunnen. “Ketens gaan weer verse voeding, diepvries en droge voeding in één distributiecentrum bij elkaar
brengen. Dat past in een strategie waarin ze zo winkelvriendelijk mogelijk willen leveren. Dat houdt in de eerste plaats in dat ze het aantal leveringen beperken. Daar hoort ook bij dat de goederen in de vrachtwagen liefst ook nog op volgorde zitten zodat ze makkelijk kunnen worden verwerkt in de winkel.”
Samenwerken voor een betere planning Een tendens die al een tijdje meegaat, is het zogenaamde collaborative planning. Jeroen Dangé: “Het komt erop neer dat er steeds meer communicatie met de andere spelers in de keten moet gebeuren om te kunnen inspelen op onverwachte gebeurtenissen. Daardoor kan de planning dan sneller worden aangepast en is verdere optimalisatie, over de grenzen van het magazijn sa-
men met transport, mogelijk.” “Als dat goed verloopt, kunnen de bedrijven ook makkelijker overgaan van een push- naar een pull-strategie. Van dan af is het niet meer nodig om voorraden op te sturen in de hoop dat volgende spelers ze ook kunnen verwerken. In een pullsysteem vertrekt alles van de vraag van de klant en die trekt de voorraad doorheen de hele keten. Dat houdt ook in dat de verschillende softwarepakketten – ERP, WMS en TMS – perfect met elkaar kunnen communiceren. In mijn ogen zal het TMS een meer leidende rol moeten aannemen, omdat daarin de laatste schakel naar de klant wordt beheerd,” zegt Erik van Dort.
belang van compliance doorheen de supply chain. “De toenemende dreiging van terrorisme zet de overheden ertoe aan om nog beter te registreren welke gevaarlijke goederen naar welke bestemmelingen gaan om te bewaken dat er geen hoeveelheden verdwijnen tijdens het vervoer en opslag. De gevolgen daarvan worden steeds zwaarder, denk maar aan de imagoschade van het bedrijf wat veel klanten kan kosten, of aan de hoofdelijke aansprakelijkheid voor fouten in hun operaties. Die druk maakt dat zeker de grote bedrijven nu meer willen investeren in de procesbewaking. Maar op WMS- of TMS-niveau zit dat nog niet goed,” zegt Erik van Dort.
Compliance komt eraan Vo o r d e t o e k o m s t z i e t Capgemini een groeiend
Peter Ooms Warehouse & Logistics 52 I
21
DOSSIER IT
WMS
“ Het WMS werkt ook niet alleen: het moet kunnen communiceren met het ERP-systeem en met het Transport Management System (TMS).”
HOE KIES JE EEN WMS? Een warehouse management systeem is een stuk software dat de stroom van de goederen in een magazijn moet volgen. Goederen komen binnen, worden op een bepaalde plaats bewaard en vertrekken dan weer. Dat lijkt eenvoudig, maar toch zijn er veel verschillen die het niet makkelijk maken om het juiste pakket te kiezen.
et heikele punt bij een WMS is het beheer van de masterdata, de identificatie en beschrijving van de goederen, de klanten, de leveranciers, het magazijn zelf en de activiteiten. Het probleem is namelijk dat in veel magazijnen een heleboel scenario’s elkaar kunnen doorkruisen. Dezelfde goederen kunnen eigendom zijn van de eigenaar van het magazijn, maar ook van de klant of de le-
“
H
verancier. Zo blijft Procter & Gamble eigenaar van de goederen doorheen de supply chain totdat in een supermarkt het product voorbij de kassa gaat,” zegt Liesbet de Munck, coördinator van de expertisecel Log-IC van de Provinciale Hogeschool Limburg.
Analyseer de logistieke stromen Log-IC voert toegepast onderzoek naar de verschillende vorWarehouse & Logistics 52 I
23
DOSSIER IT
WMS
Ervaringen van gebruikers en leveranciers IMPERMO: SNELLERE GOEDERENRECEPTIE DOOR WMS Tegel- en vloerenhandelaar Impermo heeft het traject met Log-IC doorlopen is sinds januari live gegaan met een WMS-pakket van Produmex. “Sinds we er mee werken zien we vooral grote verbeteringen in de snelheid van de receptie van de goederen. Daarnaast hebben we nu een volledige traceerbaarheid van de goederen in het magazijn en verloopt het afboeken van afhalingen en leveringen automatisch via het scannen van de barcode. De leverancier heeft nog aanpassingen gedaan aan de software op onze vraag zodat het voor ons mogelijk is om voor meerdere klanten tegelijk te picken. Ook is er nu een gedetailleerde verpakkingsparametrisatie op 3 niveaus: stuk, doos, pallet,” zegt zaakvoerder Filip Stultjens. ESSERS: ELKE ZES WEKEN EEN UPDATE Deze logistieke dienstverlener heeft zijn eigen software geschreven voor het beheer van de magazijnen en het transport. “Flexibiliteit is de belangrijkste reden daarvoor: wanneer we optimalisaties doorvoeren in de goederenstromen, moet het systeem dat kunnen volgen. Om dat in de praktijk te brengen, voeren we om de zes weken een update uit van het geïntegreerde systeem van WMS en transport management system (TMS) waarbij alle gevraagde veranderingen worden geïmplementeerd. Die vragen kunnen komen van de interne gebruikers, maar net zo goed van de klanten zelf. Wanneer we een nieuwe klant aannemen, kan die update zelfs nog sneller gebeuren,” zegt Christopher Van den Daele, project leider van de Groep H. Essers. CENTRIC: MEER INTEGRATIE MET ANDERE SYSTEMEN Dit softwarebedrijf streeft naar een verdere integratie van het WMS met alle systemen daarrond. Tom Dausy, manager Logistic Solutions van Centric Belgium: “Bijvoorbeeld de integratie van WMS met TMS zorgt ervoor dat de samenstelling van vrachten beter verloopt en dat het werk in het magazijn beter kan afgestemd worden op de het laden van de vrachtwagen. We willen ook de data sharing verbeteren met ERP, tijdsregistratiesystemen, productieplanningsystemen, enz. om op die manier te zorgen voor betere rapporten en analyses. Ten slotte streven we naar een verdere uitbreiding van het gebruik van voice en mobiele toepassingen voor alle processen in het magazijn.” MANHATTAN ASSOCIATES: PAS DE SOFTWARE AAN Veranderende businessmodellen - onder meer ingegeven door globalisering en online concurrentie - en externe factoren - zoals financiële crises en recente natuurrampen - hebben een sterke impact op de logistieke operaties van bedrijven. “Organisaties dienen ervoor te zorgen dat zij over de flexibiliteit beschikken om daarop in te spelen ook op proces- en technisch niveau”, zegt Pieter Van den Broecke, Managing Director Centraal-Europa bij Manhattan Associates. “Door in proces- en systeemontwerp uit te gaan van een cyclus van voortdurende verbetering is het mogelijk de benodigde flexibiliteit te realiseren, zonder de stabiliteit in gevaar te brengen.”
24 I Warehouse & Logistics 52
men van logistieke software en dit in samenwerking met bedrijven. Studenten leren de praktijk van de bedrijven kennen, bedrijven krijgen toegang tot de onderzoeksresultaten. “We zien dat er bijvoorbeeld een zeer groot aanbod is van magazijnsoftware. Log-IC beschikt over een lijst met een zeventigtal WMS-pakketten die worden verkocht in België en Nederland. Vaak zijn het systemen die al lang bestaan en die zeer goed passen bij een bepaalde niche.” Bedrijven die een WMS willen aanschaffen moet wel eerst een analyse maken van hun eigen situatie. “Ze moeten weten hoe ze nu werken en hoe hun processen passen in de supply chain waar ze deel van uit maken: wat gebeurt er voor de goederen het magazijn binnenkomen en waar gaan ze naartoe. Het is belangrijk dat bedrijven beseffen dat de goederenstromen de kern van de activiteit zijn en blijven, de software dient enkel als ondersteuning. Die analyse levert een aantal kenmerken op van de goederenstromen en vormt de basis van de selectieprocedure. Log-IC kan bedrijven helpen bij die analyse.” Daarbij komen nog specifieke
handelingen die in het magazijn gebeuren en die ook moeten geregistreerd worden: kitten, assembleren, de terugname van goederen of leeggoed. Het WMS werkt ook niet alleen: het moet kunnen communiceren met het ERP-systeem en met het Transport Management System (TMS) van het bedrijf zelf of van zijn transporteur. Naast de functionaliteit komen ook heel wat verschillende parameters naar voren die een bepalende rol spelen. Prijs: “We zien dat WMS-software niet goedkoop is: 100.000 euro is wellicht het minimum dat een bedrijf moet voorzien, voor de investering, implementatie, onderhoud en jaarlijkse kosten. Veel hangt dan nog af van het aantal gebruikers,” zegt Liesbet De Munck. Lokale aanwezigheid of niet: “Een internationale groep zal veeleer opteren voor een softwarebedrijf met kantoren verspreid over de hele wereld. Een klein Vlaams bedrijf kan net zo goed een lokale leverancier kiezen.” Taal: Bedrijven met afdelingen in meerdere landen willen misschien dat de toepassing meerdere talen aankan.
1. 2.
1. Het WMS moet alle handelingen die in het magazijn gebeuren, kunnen registreren. (Foto: Luc Gyzels) 2. Liesbet De Munck, coördinator Log-IC van PHL: “De goederenstroom is de kern van de activiteit, de software dient enkel als ondersteuning.” Parametriseerbaar: “Door de verschillende functies in het WMS via parameters in te stellen, verhoogt de flexibiliteit van de oplossing om het systeem in te stellen voor de specifieke eisen van het bedrijf en om het te snel aan te passen aan veranderende situaties.” Het hardwareplatform: “Heel wat bedrijven zweren nog steeds bij het AS400 platform omwille van de hoge betrouwbaarheid. De ouderwetse gebruikersinterface nemen ze er dan graag bij.” Online of niet: “We zien dat veel WMS leveranciers intussen SAAS-oplossingen aanbieden waarbij de gebruiker geen software aankoopt, maar de functionaliteit gebruikt via een internetconnectie. Dat is zeer verleidelijk voor startende bedrijven met kleine volumes want ze moeten niet in-
vesteren en betalen alleen per gebruik.”
Op maat Hoewel er dus zeer veel pakketten beschikbaar zijn, opteren bedrijven er soms voor de toepassing zelf te schrijven en verder te ontwikkelen. Liesbet De Munck: “In de praktijk gaat het vooral om grote organisaties. Voorbeelden in België zijn Essers en Katoen Natie. In alle gevallen beschikken deze ondernemingen over zeer grote IT-afdelingen met de nodige mankracht om dit in goede banen te leiden. Essers heeft bijvoorbeeld 60 informatici en analisten in dienst. Als al die voorwaarden worden vervuld, kan een bedrijf met zijn zelf geschreven software een groot voordeel creëren omdat het pakket dan precies past bij het Peter Ooms bedrijf.”
Knelpuntberoep: supply chain analist Analisten gespecialiseerd in de supply chain vormen een echt knelpuntberoep. Om die reden begint de Provinciale Hogeschool Limburg met een postgraduaat supply chain business analist waarbij mensen met een minimale beroepservaring van 2 jaar zich kunnen bijscholen in dit domein. Start: 20 september. www.phl.be Warehouse & Logistics 52 I
25
DOSSIER IT
RFID
1 JAAR ERVARING MET 1,4 MILJOEN Delhaize België vraagt de leveranciers van verse voedingswaren om de producten in zijn DC Fresh2 aan te leveren in speciaal ontworpen bakken met een RFID-tag. Sinds april 2010 doen de meer dan 200 leveranciers allemaal mee. Nu kunnen Delhaize België en Euro Pool System (de eigenaar van de kratten) de balans opmaken van 1 jaar werken met RFID op grote schaal.
26 I Warehouse & Logistics 52
et gaat om een van de grootste RFID-projecten die in de openbaarheid komen en die met succes zijn afgerond. Maar de onderneming draait uiteindelijk om veel meer dan alleen RFID. Voor Delhaize België is het zelfs in de eerste plaats een project om op grote schaal gebruik te maken van de voordelen die EDI alle spelers in de supply chain te bieden heeft. Jurgen Limbourg, supply chain coordinator van Delhaize België: “Alle leveranciers die
H
producten naar DC Fresh 2 brengen, moeten ons vooraf een dispatch advice zenden (een elektronische leveringsbrief of in het jargon een DESADV, nvdr) zodat we weten welke producten in welke krat zitten. Daar hoort ook de versheiddatum, het gewicht en de informatie in verband met traceerbaarheid bij.”
RFID én barcode In het magazijn slaat Delhaize België verse producten op die koel moeten blijven: voorver-
Univeg Legumex: RFID onontbeerlijk in snelle processen
2. 1.
“ 20% van de leveranciers in DC Fresh 2 gebruikt de RFID-code in de krat ook in zijn eigen proces.” 1. In zijn proces gebruikt Euro Pool System zowel RFID-antennes als barcodelezers. 2. Voor een krat het depot verlaat, werd verschillende keren gecontroleerd of de barcode én de RFID-tag perfect leesbaar zijn.
Univeg Legumex levert voorgesneden groenten aan DC Fresh 2 en in zijn proces is snelheid uiterst belangrijk. Marc Requilé, operations manager: “Wij hebben de afspraak dat als Delhaize bestelt, we twee uur later een vrachtwagen sturen. In die tijd moeten we de bestelling van soms 20 paletten klaarmaken; een proces waar nog veel manueel werk in zit. Maar het scannen van de kistnummers konden we automatiseren dankzij de RFID tags. Een manuele lezing met barcode zou al snel twee minuten per pallet kosten, nu enkele seconden. De heftruck vertraagt even als hij door de RFID-poort gaat en het is klaar. Dat scheelt ons heel veel tijd.” In het proces maakt Legumex steeds een pallet klaar met één zelfde product met een gelijke houdbaarheidsdatum. “In ons WMS-systeem is er een koppeling tussen het SSCC-nummer van de pallet en de productgegevens. Wanneer we dan door de RFID-poort rijden, wordt die informatie ook gekoppeld aan de kratnummers. En die informatie kan zo in het DESADV-bericht worden opgenomen. Er is wel een aanpassing aan ons WMSsysteem nodig geweest om de inhoud ook op het niveau van de krat te koppelen.” De grootste investering voor Legumex is de aanschaf van de RFID-poort. “Het is een jaar geleden dat we die hebben geïnstalleerd en dat werkt nu goed. De kinderziektes hebben we er op enkele weken helemaal uitgehaald. Met de leesbaarheid van de tags hebben we geen enkel probleem. Belangrijk is dat de antennes niet méér tags mogen lezen dan voorzien. Gewoonlijk moet je de antennes daarom afschermen, maar bij ons is er een tunnel tussen de fabriek en het magazijn waar dat vanzelf goed zat. In ons proces is het wel zo dat de tag op de kratten aan de buitenkant van de pallet moet staan. Daarom hebben we gevraagd om een duidelijk merkteken aan te brengen. Dat is intussen gebeurd met rode letters op alle kratten. Als er dan iets niet klopt, zien we ook meteen welke krat het is.”
RFID-KRATTEN pakte groenten en fruit, bereid e g e re c h t e n , v l e e s , v i s , slaatjes en charcuterie. De temperatuur bedraagt altijd tussen de 0 en 4 graden. Tegelijk werkt Delhaize België aan het volledig sluiten van de elektronische informatieketen die vertrekt bij een bestelling en daarna verdergaat met de levering en afgesloten wordt met de factuur. Dat zou op termijn volledig via EDI moeten verlopen. RFID speelt een eerder bescheiden rol in de goederenstroom tussen Delhaize
België en zijn leveranciers. Jurgen Limbourg: “De kratten zijn namelijk uitgerust met zowel een barcode als een RFIDtag. Elke speler in de keten kan dus zelf kiezen op welke manier hij de kratnummers leest (die nummers dient hij op te nemen in zijn DESADV). Dat doet hij in functie van zijn eigen proces. Wijzelf gebruiken in het magazijn enkel de barcode als identificatiemiddel. Aanvankelijk werd RFID overwogen, maar op het moment dat DC Fresh 2 werd afgewerkt,
kon geen enkele integrator ons garanderen dat we de RFID-code altijd met 100% betrouwbaarheid zouden kunnen lezen. En die garantie hadden we wel nodig in een sterk geautomatiseerd distributiecentrum. Op dat moment hebben we beslist om het DC enkel met barcodelezers uit te rusten. Gezien alle kratten bij elke wasbeurt op de correcte werking van barcode en RFID worden gecontroleerd kunnen we stellen dat de gebruikte RFID-tag zijn degelijkheid
heeft bewezen, ” zegt Jurgen Limbourg. De leveranciers kunnen dus vrij kiezen welke methode ze gebruikten. De supply chain verantwoordelijken zien wel een tendens naar meer RFID, vooral bij die bedrijven die grote volumes verschepen.Het gebruik van RFID laat hen toe hun interne proces zo efficiënt mogelijk af te handelen maar toch de nodige detailgegevens over de levering via het DESADV te verschaffen. Dirk Vercammen, Director Warehouse & Logistics 52 I
27
DOSSIER IT
RFID
3. 4.
3. Dirk Vercammen, Euro Pool System:”Uit de massa aan gegevens ook goede informatie te krijgen, dat was het grootste probleem.” 4. Jurgen Limbourg, Delhaize België: “De gebruikte RFID-tag heeft zijn degelijkheid bewezen.” Europe - region West – Euro Pool System : “Wij denken dat zo’n 20% van de leveranciers nu de RFID-code in de krat gebruikt in zijn eigen proces. Het is trouwens logisch dat een zeer geautomatiseerde omgeving (zoals DC Fresh 2) net zo goed met barcodes kan werken. Het is pas als je veel items manueel moet scannen dat het nut van een RFID-lezing echt een rol gaat spelen.” Welke doelstelling had Delhaize België met invoeren van RFID-tags? “Voor ons was het een logische stap. We hadden al ervaring met een kleiner RFID-pilootproject met vers vlees en we wilden de technologie nu op een grotere schaal gaan toepassen. Daarbij wilden we één standaard methode van tracking & tracing in voeren in de hele keten en voor a l l e l e v e r a n c i e r s va n D C Fresh 2. Door te kiezen voor één pool met kratten en één manier van werken, vermijden we dat elk bedrijf zijn eigen systeem gaat uitwerken wat kostenverhogend zou zijn. Daarnaast was het belangrijk dat de logistiek van de kratten zelf ook goed beheerd werd door Euro Pool System. Indirect levert dat ook een besparing op voor Delhaize
28 I Warehouse & Logistics 52
België,” zegt Jurgen Limbourg. Euro Pool System was de eerste die de mogelijkheden en voordelen van RFID-tags kon testen. Dirk Vercammen: “Wij hebben onze eigen doelstelling, namelijk het optimaliseren van onze pool aan kratten in deze keten. Het gaat intussen om 1,4 miljoen kratten die alleen gebruikt worden voor DC Fresh 2. Die kratten gaan naar de leveranciers, waar ze gevuld worden en zo naar het distributiecentrum worden getransporteerd. In het DC verdeelt men de verse producten voor transport naar de verschillende Delhaize-winkels. Wanneer ze daar zijn uitgeladen, kunnen de kratten weer naar ons komen om hier te worden gecontroleerd, gesorteerd, gewassen, en klaargemaakt voor het volgende gebruik. Daarbij worden de kratten op verschillende plaatsen in de keten gelezen: bij Euro Pool System en ook bij DC Fresh 2 bij het binnenkomen en buitengaan, en telkens wordt ook gecapteerd wat de bestemming of herkomst is. Die lezingen worden in een databank opgeslagen en aan de hand daarvan kennen wij de locatie van de kratten. Op die manier weten we goed hoeveel
kratten elke leverancier nog heeft en ook in welke winkel lege kratten te lang blijven staan. Met die gegevens kunnen we onze supply chain optimaliseren. Bedoeling is om de rotatie te verhogen, zodat we minder kratten nodig hebben. Een typisch fenomeen is bijvoorbeeld dat leveranciers tegen de eindejaarsperiode kratten beginnen te hamsteren. Wanneer ze dan nog bijbestellen op een moment dat er schaarste is, kunnen we eerst controleren hoeveel ze nog in voorraad hebben om eventueel te kunnen bijsturen. Zo vermijden we dat anderen misschien te weinig kratten hebben. Die optimalisatie heeft ook effect. Na een jaar kunnen we nu vergelijkingen maken met andere krattenpools en we zien dat we inderdaad heel wat minder kratten nodig hebben in deze keten.”
Hindernissen overwinnen Voor Euro Pool System is het grootste probleem geweest om de database correct te houden om uit de massa aan gegevens ook goede informatie te krijgen. “Elke krat krijgt een zogenaamd GRAI-nummer en aan de hand van de leespun-
ten moet er een logische stroom van gegevens binnenkomen waarbij de krat van stap naar stap beweegt. Maar we zagen al snel dat kratten bepaalde leespunten blijkbaar hadden overgeslagen, of dat de gegevens van die lezingen niet chronologisch binnen kwamen. Aanvankelijk sloeg ons systeem daarop tilt. We hebben dat zodanig aangepast dat nu automatisch de overgeslagen stappen worden ingevuld via een self reconstructing system. Het vraagt dan ook discipline van iedereen in de keten.” Op het vlak van de RFID-tags en lezers blijken er minder problemen te zijn. Dirk Vercammen: “We hebben inderdaad geen noemenswaardige problemen met de leesbaarheid. Voor een krat ons depot verlaat hebben we verschillende keren gecontroleerd of de barcode én de RFIDtag perfect leesbaar zijn. We zien wel dat de tags kunnen beschadigd worden . Bij barcodes is de kans op beschadiging echter groter dan bij tags. Verder hebben we in het verleden een degeneratie (slechtere leesbaarheid) van de tags vastgesteld. Dit is de reden waarom we zijn overgestapt van het aanvankelijke inmould labeling (waarbij de tag in de kunststof van de krat wordt verwerkt bij de productie) naar een mechanische bevestiging aan de binnenkant van de krat. Op die manier kan de tag eenvoudiger vervangen worden. In ons systeem kunnen we natuurlijk altijd zowel de barcodes als de RFID-tags gebruiken. Uit die ervaring leid ik af dat de barcode zeker nog niet heeft afgedaan en soms zeker even goed werkt als RFID aan een veel lagere prijs. In andere situaties heeft de tag dan weer het voordeel wanneer heel veel items moeten gescand worden.”
Peter Ooms
DOSSIER IT EDI
De grote supermarktketens verhogen de druk op hun leveranciers om meer EDI te toe te passen. Technologiebedrijven spelen daarop in en bieden pakketten aan om de leveranciers te helpen in hun elektronische handelscontacten.
EDI-berichten moeten een geautomatiseerde verwerking van de goederenstromen ondersteunen.
“ De acties van de distributeurs lokken ook de technologiespelers naar de markt.”
MEER ELEKTRONISCHE BERICHTEN e grote distributieketens doen volop pog i n g e n o m z ove e l mogelijk van hun leveranciers zo ver te krijgen dat ze EDIberichten kunnen verwerken (ontvangen en sturen) om zo een geautomatiseerde verwerking van hun goederenstromen te ondersteunen. In maart heeft Carrefour nog een vergadering georganiseerd om de elektronische leveringsnota (de DESADV) te promoten bij zijn leveranciers. Colruyt is ook volop bezig met testen op dat vlak om tegen het eind van het jaar een roll-out te doen. Delhaize is het verst gevorderd op het vlak van EDI: in één distributiecentrum moeten alle leveranciers de leveringsnota elektronisch sturen. En het heeft onlangs een pilootproject afgewerkt rond de demateria-
“
D
30 I Warehouse & Logistics 52
lisering van de factuur,” zegt Kurt Herregodts, manager GS1 eCom.
Kleine bedrijven overtuigen GS1 is de standaardenorganisatie die het formaat van de berichten vastlegt, zodat alle spelers op dezelfde manier kunnen werken. “We hebben ongeveer 5000 lidbedrijven in België en Luxemburg – zowel leveranciers als distributeurs en daarvan schat ik dat er 1000 al aan EDI doen. De pogingen om dat aantal nog op te drijven en ook de kleinere bedrijven over de streep te trekken lokt ook de technologiespelers naar de markt. We hebben de vergadering voor Carrefour georganiseerd en daar hadden een elftal integratoren een standje genomen om de deelnemers te informe-
ren over hun oplossingen.” Die technologiebedrijven organiseren ook op eigen houtje seminaries. Zo mikte Phidata, samen met Babelway en GS1 onlangs nog specifiek op voedingsbedrijven met een gebundeld aanbod ID Easy met daarin software en een abonnement op Babelway. Luc Snellings, application software manager van Phidata: “Wij hebben een softwareprogramma ontwikkeld dat toelaat om het order, de leveringsnota en de factuur via EDI te ontvangen en te versturen. Het is nodig om de palet- en kratnummers aan die documenten te linken en dat kan het best via scanning van barcode of via RFI D-lezers. Op basis van die verzamelde data maakt het programma de leveringsnota en daarna ook de factuur. Bedoeling is om de gebruiker
toe te laten de oplossing in zijn eigen situatie in te passen en alleen die zaken te nemen, die hij nodig heeft.” De berichten worden verzonden via elektronische weg. Paul Allegaert, sales director: “Babelway biedt de mogelijkheid om EDI-berichten te verzenden via een software as a service-oplossing, waarbij de gebruiker alleen betaalt per bericht en niet moet investeren in eigen toepassing. Wij zorgen ook voor de eventuele vertaling van de berichten vanuit de toepassing van de gebruiker naar het formaat dat de tegenpartij gebruikt.” Opvallend tijdens die avond was dat Phidata meteen ook een prijs op het aanbod plakte. Een gemiddelde toepassing zou 6600 euro kosten.
Peter Ooms
DOSSIER IT Beheer logistieke dragers
TAGS HELPEN BIJ HET BEHEER VAN LOGISTIEKE DRAGERS Het VIL besluit na een pilootproject dat het beheer van logistieke dragers zoals paletten of kratten met behulp van RFID niet alleen technisch mogelijk is, maar ook dat de terugverdientijden van een investering heel redelijk zijn. a n Ta m b e u r, n a t i o n a a l transport coördinator van Bpost schetste zijn eigen situatie als opener van het seminarie van het VIL: “Wij hebben ongeveer 360.000 blauwe bakken, 30.000 rolcontainers en 20.000 rolbakken en andere returnable transport items (RTI’s) die we ter beschikking stellen onze klanten. Veel RTI’s blijven echter achter bij de klanten, worden gestolen of raken beschadigd. Daarom is het nodig dat er elk jaar bijvoorbeeld 2000 nieuwe rolcontainers worden bijgekocht. Het vervangingsbudget daarvoor loopt in de miljoenen. Tevens is er een sweep team van 4 mensen dat voortdurend op zoek gaat naar RTI’s om er voor te zorgen dat er steeds voldoende zijn op de sites waar ze nodig zijn. Het beheer daarvan verloopt nu nog bijna volledig manueel, maar is tegelijk weinig betrouwbaar en zeer arbeidsintensief. Bpost onderzoekt daarom de mogelijkheid om die RTI’s uit te rusten met RFID om dat efficiënter te maken.”
J
Veel werkt perfect, maar niet alles Een groot stuk van het VIL-project bestond uit technische testen met RFID in verschillende omstandigheden en met heel wat verschillende parameters. In verschillende be-
drijven waren die tests zonder meer positief. Zowel bij Bpost als de Veiling Haspengouw werd telkens 100% van de tags gelezen. Atlas Copco voerde samen met zijn logistieke dienstverlener Katoen Natie tests uit op 7 verschillende types van RTI’s. Voor de meeste waren de scores zeer goed. Maar voor de houten deksels en de lege frames traden problemen op. Bij de deksels verminderde de leesnauwkeurigheid wanneer ze nat waren. De lege frames met metalen uiteinden konden in geen enkel scenario voor 100% gelezen worden. Ook in andere bedrijven zag men gelijkaardige resultaten. Luc Pleysier, program manager VIL: “De oorzaken van de problemen zijn intussen goed bekend. Wanneer de chip in de RFID-tag recht streeks in aanraking komt met metaal, is hij niet meer leesbaar. Ook een tag die volledig omgeven wordt door metaal kan niet gelezen worden. Vloeistoffen zijn vaak de oorzaak van problemen en ook het vocht in houten pallets en boxen kan de leesbaarheid van de chips beïnvloeden. Vaak is het wel mogelijk een eenvoudige oplossing te vinden: specifieke RFID tags voor metaal gebruiken, een andere oriëntatie van de dragers of de goederen, een andere plaatsing van de antennes. Mijn conclu-
Geslaagde business case Dirk De Vylder van het VIL rekende uit hoeveel een RFID oplossing zou kosten en wat de opbrengsten konden zijn. Zo kwamen er businesscases voor Colruyt en JLG (hoogtewerkers) om met relatief kleine investeringen een concreet probleem op te lossen. Dirk De Vylder hanteerde vrij conservatieve methodes om de terugverdientijd te berekenen en kwam uit op een periode tussen 1,4 (JLG) en 3,4 jaar (Colruyt) uit.
“ Mijn conclusies is dat RFID matuur genoeg is om ingezet te worden op grote schaal.”
sies is dat RFID matuur genoeg is om ingezet te worden op grote schaal, mits men rekening houdt met die aandachtspunten.” www.vil.be Peter Ooms
Volgens tests zou het perfect mogelijk zijn de rolcontainers van Bpost uit te rusten met RFID-tags om het beheer ervan te automatiseren.
Warehouse & Logistics 52 I
31
HANDLING
TMHE
1. 2.
“ We geloven dat een integrale aanpak in de volgende jaren veel succes zal kennen.”
1. Toyota Material Handling Europe (TMHE) zet duurzaamheid voorop voor alle producten en in alle stappen van de levenscyclus van het product. 2. De toenemende groei van internetshoppen heeft direct impact op order picking en automatisatie van picking, volgens TMHE.
Jonas Tornerefelt
ORDERPICKERS KLAAR VOOR INTERNETWINKELS Een grote speler als Toyota Material Handling Europe kan maar beter zijn vinger aan de pols van de markt houden. Dat bleek toen we uitgenodigd werden door TMHE in Zweden, waar Jonas Tornerefelt de strategie voor de volgende jaren uit de doeken deed.
32 I Warehouse & Logistics 52
olgens Vice President for Business & Product Planning Jonas Tornerefelt is het vooral de sterke groei van het internetwinkelen die het belang van order picking heeft doen toenemen: “Onze nieuwe BT Optio hoge en lage orderpickers hebben we specifiek ontworpen om een zo hoog mogelijke efficiëntie bij het picken te bekomen. We gaan ook een automatische order picking oplossing uitrollen. Daarbij maken we gebruik van geautomatiseerde BTtoestellen, gekoppeld aan order samenstellings- en managementsystemen.” De nieuwe BT Vector van TMHE
V
is geschikt voor heel smalle g a n g e n e n d e n i e u w e BT radioshuttle biedt de mogelijkheid om palletten automatisch op te halen.
Integratie “Maar we zijn van plan nog verder te gaan. We geloven dat een integrale aanpak in de volgende jaren veel succes zal kennen. Aangepaste, geautomatiseerde standaard heftrucks zullen zelfstandig aan de slag gaan. We hebben een Logistics Solutions & Development team opgezet om snel te kunnen inspelen op vragen van de klanten.” “Deze producten en oplossingen zijn specifiek voor de
Europese markt ontwikkeld, maar Toyota Material Handling is een wereldwijde speler. Dat geeft ons het voordeel dat we de markttrends en klantenbehoeften in een groter kader kunnen plaatsen. We kunnen ook uit een groot pallet producten kiezen om een specifieke vraag op te lossen.” “Wat duurzaamheid betreft, zien we dat meer en meer markten dit als een vanzelfsprekende vereiste zien. Dat helpt onze business vooruit, omdat we duurzaamheid voorop stellen in iedere fase van de levenscyclus van ons product.”
Jan Voet
HANDLING
Still
NIEUWE RX 50: GROTE KLEINE Met de nieuwe RX 50 heeft Still een bijzonder compacte heftruck op de markt gezet. Een elektrisch aangedreven allrounder, die door de Duitse constructeur als een basis- of instapmodel wordt gezien. Desondanks moet deze nieuweling geen duimbreed toegeven als het over kwaliteit gaat.
et de nieuwe driewieler viel Still meteen in de prijzen met de IFProduct Design Award, die wordt gegeven aan een doordacht en ergonomisch ontwerp. Dat is niet onterecht als je naar de uitstekende afwerking, makkelijke instap en beenruimte kijkt. Voor deze klasse heeft de heftruckbestuurder veel plaats, terwijl de machine overzichtelijk is. Ook met een driedelige mast heb je een prima uitzicht op de last of vorken. Verder kan je alle mogelijke bedieningsopties kiezen, van klassieke hendels over minihendels tot joystick. De RX 50 kan daarmee helemaal op maat van de gebruiker
M
gesneden worden, ook door de variatie in hefvermogens van 1 tot 1,6 ton. Still mikt dan ook op een zeer breed gamma gebruikers, van industrie over logistiek tot groothandels. De heftruck werd daarom zo compact mogelijk gehouden. Je kan al uit de voeten in 2.888 mm brede gangen. De heftruck zelf kan letterlijk door een deur, dankzij een hoogte van 1.980 mm en een breedte van amper 990 mm.
Blue Q Een interessant gegeven is de Blue Q besturingsmodule, die de prestaties van de heftruck regelt. De chauffeur merkt er niets van, maar de acceleratie
“ Voor deze klasse heeft de heftruckbestuurder veel plaats, terwijl de machine overzichtelijk is.”
1. 1. Still mikt op een zeer breed gamma gebruikers. 2. De heftruck werd zo compact mogelijk gehouden en kan aan de slag in 2.888 mm brede gangen. 34 I Warehouse & Logistics 52
2.
wordt in het begin een beetje ingehouden. Dat heeft geen enkele invloed op de commerciële snelheid van de heftruck, maar scheelt wel 12 % in het elektriciteitsverbruik. Dat betekent op termijn een meer dan behoorlijke besparing op de kosten. De batterij van de RX50 kan op verschillende manieren vervangen worden. De aandrijving gebeurt met onderhoudsvrije wisselstroommotoren. Het voertuig wordt op het achterwiel aangedreven, wat voor een extreem wendbare heftruck zorgt. Onderhoud wordt aangeraden om de 1.000 draaiuren of één maal per jaar. Jan Voet