RainbowTimes September 2012

The Brussels’ LGBTQI meeting & information point

times

The Rainbowhouse / Maison arc-en-ciel // Regenbooghuis ///

rainbow n e w s pa p e r o f t h e B r u s s e l s ’ R a i n b o w h o u s e / / Y e a r 8 - n ° 4 9

Verantwoordelijke uitgever / Editeur responsable : Erwin Carlier

RBT NEW 09-12.indd 1

16/09/12 21:46

Liste des associations membres de la Maison Arc-en-ciel lijst met verenigingen die deel uitmaken van het Regenbooghuis

Activ’elles – group of active woman

www.activelles.be African Pride – a black gay activist group working in the Rainbowhouse – info@rainbowhouse.be – www.rainbowhouse.be Alias – works on male prostitution

info@alias-bru.be - www.alias-bru.be Basta – for when you are under 30

info@bastabrussel.be - www.bastabrussel.be Belgian Business Association (BBA) – the connection with the business world – belgianba@gmail.com - www.belgianba.be Brussels Gay Sports (BGS) – all kind of sports, for man ànd women – bgs@bgs.org - www.bgs.org Brusselse Holebi Senioren (BHS) – for when you’re on the other side of 50

acassiers@edpnet.be - kunstenholebi@gmail.com www.sen-holebi-bru.be Cercle Homo Etudiant (CHE) – for students

contact@che-ulb.be - www.che-ulb.be Communauté du Christ Libérateur (CCL) – combines LGBTQI with religion – ccl@ccl-be.net - www.ccl-be.net Ecolo nous prend homo (ENPH) – Gay & Green

info@ecolo.be - www.enph.ecolo.be EGOW – English speaking group of women

egow11@gmail.com - http://egow.spruz.com English Speaking Gay Group (EGG) – the name says it all

tomhoemig@skynet.be - www.eggbrussels.be Ex Aequo – Aids and hiv prevention for men having sex with men – info@exaequo.be - www.exaequo.be Fédération Arc-en-Ciel (FAEC) – Mixed group, for culture, sports & fun – arc_en_ciel_bxl@hotmail.com - www.arc-en-ciel-bxl.be Fuchsia – a Dutch speaking women’s association

info@fuchsiabrussel.be - www.fuchsiabrussel.be Genres d’à côté – LGBTQI goes to the movies

info@gdac.org - www.gdac.org Genres Pluriels – for when gender is on the table

contact@genrespluriels.be - www.genrespluriels.be HALLElesbienne – Dutch speaking women’s association

info@hallelesbienne.be - www.hallelesbienne.be Homoparentalités – for when kids enter the game

info@homoparentalites.eu - www.homoparentalites.eu Long Yang Club – Asian and non-asian gays organising events

Brussels@longyangclub.org - http://brussels.longyangclub.org /

Redactieadres/Adresse de rédaction Regenbooghuis/ Maison Arc-en-Ciel Kolenmarkt 42 rue du Marché au Charbon, 1000 Brussels Tel : 02 503 59 90 - info@rainbowhouse.be Het secretariaat van het Regenbooghuis is open van dinsdag tot vrijdag van 14u tot 18u. / Le secrétariat de la Maison Arc-en-ciel est ouvert du mardi au vendredi de 14h à 18h.

Ont participé à la rédaction de ce numéro/ Schreef mij aan dit nummer François Massoz-Fouillien, Jill De Wolf, Justine Saracen, Erwin Carlier, Frédéric Arends, Emanuel Debruyne, Groupe Genres Pluriels pour le dossier Trans/voor het transdossier & Phil Redactie/rédaction François Massoz-Fouillien & Erwin Carlier Illustrations/Illustraties Jean-Baptiste Simon & Xavier Gorgol Graphic design / Lay Out Héloïse Pondeville heloise@heloz-designgraphic.net - helloheloise@gmail.com Xavier Gorgol & Jean-Baptiste Simon Oplage 2000 ex.

Remerciements/dank aan Le groupe Genres Pluriels Advertentiewerving / Recrutement publicitaire Tarieven en voorwaarden/tarifs et conditions : info@rainbowhouse.be soutenir la Maison Arc-en-ciel Les dons supérieurs à 40 Euros sont fiscalement déductibles. Les dons peuvent être versés exclusivement sur le numéro de compte de la fondation Roi Baudouin : 000-0000004-04 avec la mention : L80529-Maison Arc-en-Ciel.

Giften aan het Regenbooghuis Giften groter dan 40 euro zijn fiscaal aftrekbaar. De giften kunnen uitsluitend gestort worden op het rekeningnummer van de Koning Boudewijnstichting: 000-0000004-04 met de vermelding: L80529-Regenbooghuis.

Magenta – Reflection-group: prevention for women

magenta@contactoffiece.be - www.magenta-asbl.org Merhaba – Building bridges across the mediterranean

info@merhaba.be - www.merhaba.be Natuurlijk Holebi – Nature and LGBTQI: taking a walk!

natuurlijkholebi@belgacom.net - users.skynet.be/natuurlijkholebi/ Nelfa – Network of European LGBT Families Associations

info@nelfa.org – www.nelfa.org Nuance_Bru – for when you want someone to listen

nuance_bru@hotmail.com - http://users.telenet.be/nuance/ Omnia – North-Africa and the Near East are never far away

Recevez le RainbowTimes chez vous / krijg de RainbowTimes thuis opgestuurd / Receive the RainbowTimes at home: Voor 1 jaar/ pour 1 an/ for 1 year. Stort 8 euro op rekeningnummer 735-0054624-01(op naam van Regenbooghuis vzw) / Versez 8 euros sur le numéro de compe 735-0054624-01(au nom de l’asbl Maison Arc-en-Ciel) / Transfer 8 euros on the bank account of the Rainbowhouse: 735-0054624-01

contact@omnya.org Polyamour – looking beyond the traditional family

www.polyamour.be Rainbow Cops – The association of LGBT cops in Belgium

Rainbow.cops.belgium@gmail.com – www.rainbow-cops-belgium.be Rainbows United – Activity for asylum seekers in the Rainbowhouse – www.rainbowhouse.be Sacha – Dutch speaking group

info@sacha-holebi.be - www.sacha-holebi.be 02 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 2

16/09/12 21:46

edito

edito text Erwin Carlier L’été fut chaud mais hélas pas comme nous l’aurions souhaité car nous avons encore fait face à plusieurs actes de violences. Les agressions trans-, lesbo- et homophobes ne sont pas un phénomène nouveau mais depuis quelques temps, les médias leur accordent une importance de plus en plus grande, au risque de créer parfois des amalgames et de renforcer certains stéréotypes. Si beaucoup d’entre nous ont déjà été confronté-e-s à cette haine, nous avons peut-être perdu l’habitude d’y réagir et de la rendre publique. Les seules retombées positives des tristes événements récents est la prise de conscience qu’il est impératif de s’attaquer structurellement à ces problèmes. Cela nous confronte également à une série de questions pénibles auxquelles il n’est pas si simple de répondre justement. Car si nous connaissons les victimes de tels actes, nous connaissons moins les coupables ? Pourquoi les commettent-ils ? Et comment pouvons-nous y répondre ? Sur quelles sources se baser alors que les données statistiques en la matière restent assez pauvres ? Et rien de plus dangereux que de préjuger : chacun-e de nous est aussi rempli de stéréotypes qu’il faut souvent se forcer à combattre. Pris dans des discussions intenses, nous manquons parfois de recul pour éviter de considérer les rumeurs et les soupçons comme des faits réels. Je pense qu’il est important de prendre ses distances, notamment via des études menées sur cette problématique. Cela ne signifie pas qu’en attendant nous devons nous croiser les bras : de nombreuses initiatives peuvent déjà être prises au niveau politique, juridique et surtout au sein de l’enseignement car c’est en informant dès l’école sur les questions LGBTQI que les adultes de demain pourront faire évoluer le sens de notre société.

Des discussions en interne ont mené à la définition d’un « point de vue officiel ». Les détails sont disponibles sur notre site. Ce nouveau numéro du Rainbow Times vous ouvrira les portes secrètes et étonnantes du monde Trans’ et celles, littéraires, de la prochaine L-Week Bonne lecture et bonne rentrée !!

Het was weer een hete zomer, helaas niet in de letterlijke betekenis van het woord, maar eerder in de zin dat we een pak agressies te verwerken gekregen hebben. Homo-, lesbo- en transagressie is geen nieuw fenomeen maar sinds enige tijd staan de kranten er bol van. In het Regenbooghuis is het ook geen nieuw feit, in die zin dat wijzelf en onze entourage er ook mee te maken kregen, maar het werd tot voor kort als een deel van het leven beschouwd. Het was er, je leerde ermee leven, je kwam er eigenlijk niet teveel mee naar buiten. Eén van de weinige positieve zaken die uit de recente reeks aanvallen voortgekomen zijn, is het feit dat we er nu moeten over nadenken, structureel. En dan worden we geconfronteerd met een aantal lastige vragen. Dan blijkt het niet zo eenvoudig om daar vlotjes, voor de vuist weg een gefundeerde opinie over te geven.

Want de slachtoffers, die kennen we. Maar de daders? Wie zijn zij?

Waarom doen ze het? En wat kunnen we eraan doen? Waarop moet je je baseren om een mening te vormen? Want veel cijfermateriaal is er niet voorhanden. En niets dat gevaarlijker is dan gissen. Ieder van ons zit vol kleinere of grotere vooroordelen, die je bewust moet wegen en toetsen. En tijdens een verhitte discussie of als de tijd nijpt, dan zijn we vaak geneigd over te gaan tot veralgemeningen. Of stellen we vermoedens en geruchten voor als echte feiten. Ik denk dat het belangrijk is om afstand te nemen, ook om via studies meer zicht op de problematiek te proberen krijgen. Wat niet betekent dat je ondertussen bij de pakken moet blijven zitten: er moet meer ondernomen worden op politioneel en juridisch vlak, en ook op het vlak van het onderwijs ligt nog een pak werk te wachten. Want vroeg begonnen is oud gewonnen: meer aandacht voor LGBTQI-kwesties op de schoolbanken kan ons inziens enkel positief werken.

Interne discussies in het huis hebben nu geleid tot een ‘officieel standpunt’. Dit kan je nu lezen op onze site. En van lezen gesproken: hierbij weer een nieuw nummer van de RainbowTimes: alles wat je altijd wou weten over transgender maar nooit durfde vragen. En we bereiden jullie ook langzaam voor op onze L-week literatuur.Veel leesplezier. rbt n°49 september 2012 / 03

RBT NEW 09-12.indd 3

16/09/12 21:46

RBT NEW 09-12.indd 4

16/09/12 21:46

women/l-week 2012

WoMen/ l-Week 2012 text Jill DE wolf

f

rom sappho to sarah waters, lesbian and bisexual women have always had a great interest in literature. so of course we will highlight this theme during our l-week 2012, with several activities. the rainbow times had the opportunity to interview sarah waters, and Justine saracen gives us a lovely overview of the history of lesbian literature. if you’d like to get to know more about all this, then keep an eye out for our programme.

van sappho tot sarah waters: lesbische en biseksuele vrouwen zijn altijd al geïnteresseerd geweest in literatuur. we zullen dan ook extra aandacht besteden aan dit thema in onze l-week 2012, met verschillende leuke activiteiten. de rainbow times had de gelegenheid om sarah waters te interviewen, en Justine saracen brengt een boeiend overzicht van de historiek van lesbische literatuur. wil je hier meer over te weten komen? houd dan ons programma in het oog. de sappho à sarah waters, les femmes lesbiennes et bisexuelles se sont toujours intéressées à la littérature. prêter une attention toute particulière à ce thème nous semblait opportun, surtout dans le cadre de la l-week 2012, qui approche à grand pas et vous proposera des activités aussi nombreuses que variées. le rainbow times vous offre une interview de la très célèbre sarah waters, et Justine saracen nous offre un aperçu passionnant de l’histoire de la littérature lesbienne. La littérature sera le fil rouge de la l-week 2012 : alors n’hésitez pas à dévorer notre programme… Et plus, si affinité.

Rbt n°49 sepTemBer 2012 / 05

RBT NEW 09-12.indd 5

16/09/12 21:46

Women/L-Week 2012

Under the pen of Sarah Waters L-Week 2012 interviews a lesbian writer/icon Text Jill De Wolf Vertaling Emanuel De Bruyne

Since the L-week 2012 is all about literature, the Rainbow Times was very happy to interview the most famous writer of lesbian novels, Sarah Waters. We were particularly curious about her writing process, and the fact that she is a woman, a woman who loves women, and a woman who writes about women who love women.

Aangezien de L-week 2012 in het teken staat van literatuur, was The Rainbow Times ontzettend gelukkig om de bekendste schrijfster van lesbische romans, Sarah Waters, te interviewen. We waren in het bijzonder geïnteresseerd in haar schrijfproces en het feit dat ze als vrouw, van vrouwen houdt en schrijft over vrouwen die van vrouwen houden. (nl versie hieronder) When did you start writing?

I used to love writing stories as a child: I recently discovered a Dr Who novel that I started when I was about 12; unfortunately I gave up after the first two chapters. (Will Dr Who mean anything to your readers in Brussels? It’s a long-running UK children’s sci-fi television series: I was absolutely mad about it.) But I gave up creative writing as I became more academic at school, and it wasn’t until I was in my late 20s, and had just finished a PhD thesis, that I decided to try writing fiction seriously. The thesis was definitely a huge inspiration: it was on lesbian and gay history. I suppose I wrote Tipping the Velvet as a way of bringing to life and having fun with some of the queer Victorian stories that I’d come across in my research.

How do you proceed when you start writing a book?

Well, because all my novels so far have been historical ones, I begin with a period of pure research: that might take a few months.

But the great thing about research, for me, is that it throws up all sorts of ideas, so by the time that first period is finished I usually have a good idea of the sort of story I want to tell, along with a setting, and characters. After that I start to write - always an exciting, scary moment! - and begin to ‘hear’ my characters, to figure out what they want, how they feel, and how they relate to each other. It’s a long process of trying things out, discovering what’s right for the story. I’ll carry on doing research too - for example, reading novels, diaries and letters from the period I’m writing about.

Is it harder to write from a male perspective than from a female perspective?

Yes, a bit. I feel most at my ease with women; I feel I understand what makes women’s culture tick. Men are a bit more inexplicable to me, so I have to make more of a leap into what might have been the ‘male mind’ in the particular point of history I’m interested in. But you always have to make that leap, as a writer.

Just because the characters you’re writing about are the same sex as you, that doesn’t necessarily mean that they are anything like you. You still have to get to know them, do the imaginative and creative work to bring them to life.

06 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 6

16/09/12 21:46

Women/L-Week 2012

Have you been surprised by the evolution of some of your characters while writing a book?

Yes, definitely - especially as I’ve become a more experienced writer. When I started writing, I was interested mostly in plot, and my characters just had to do what I told them to. Now, though I’m still very interested in telling a good story, I’ve become more fascinated by motivation - by the conscious and unconscious impulses that make us behave the way we do. I like the unconscious ones, especially! Dr Faraday, the narrator of The Little Stranger, started out as a very benign and straightforward character for me, but became more complicated and more sinister as I wrote the novel.

That’s a great feeling. You have to spend a long time with your characters when you’re writing a novel - in my case, three or four years - so the more real and rounded they feel to you, the better.

The challenge, of course, is making them feel real and rounded to your reader, too.

Is there a difference in your writing process between the beginning of your career and now?

Actually, not really. What has changed enormously is the public side of things: the fact that, amazingly, my novels are read and discussed and, perhaps, looked forward to; the fact that I am asked to travel and give readings and interviews. That becomes a big part of a successful author’s life, in a way you can’t quite anticipate at the start. But the actual writing process hasn’t changed

much for me in the fifteen years since I started: it’s just me, doing research, thinking, planning, sitting down for six or seven hours a day, Monday to Friday - just me and the words and the screen, battling it out. It’s exhilarating, lonely, terrifying, exhausting - but worth it in the end.

You are one of the most famous lesbian writers, probably the most famous. Do you feel you are considered a role model?

Well, I know that I could only have written my own novels because there were other lesbian and gay writers doing really groundbreaking things before me - people like Jeannette Winterson, Alan Hollinghurst, Sarah Schulman, Armistead Maupin - so I’d love to think that my books might inspire younger gay people to try writing, too. Basically, though, I just want people to enjoy my novels - to be moved, stimulated and excited by them.

Do you consider yourself a feminist?

Yes! I became a feminist as a ten year-old Catholic, outraged that only boys could serve at the altar at mass. I’ve been a feminist ever since - and will die a feminist, too. I am appalled and saddened that so few young women identify as feminists now - though, having said that, feminism in the UK seems to be enjoying a bit of a renaissance at the moment, with lots of new feminist groups appearing, and that’s really exciting. There’s so much that’s so

rbt n°49 september 2012 / 07

RBT NEW 09-12.indd 7

16/09/12 21:46

women/l-week 2012

depressing about young women’s lives today: the sexualisation of women, the relentless media scrutiny of female bodies - not to mention all the things that never went away, like problems around equal pay and child care and the trafficking of women. We need feminism now more than ever!

The Velvet heb geschreven als een manier om de ‘ queer Victorian stories ‘, die ik tijdens mijn onderzoek ben tegengekomen, terug tot leven te brengen.

When is your next book coming out ? can you tell us what it is about?

Aangezien al mijn verhalen historische romans zijn, begin ik altijd met puur historisch onderzoek, wat gerust enkele maanden kan duren. Maar het leuke aan het voorafgaand onderzoek is dat het bij mij allerlei soorten van ideeën doet ontstaan en wanneer die periode van onderzoek er bijna opzit ik al een vrij goed idee heb welk soort verhaal, in welke setting en met welke personages ik wil werken. Na het onderzoek begin ik dan met het schrijven – altijd wel een spannend en angstig moment – en begin ik te voelen wat mijn personages nu precies willen, hoe ze zich voelen en hoe ze tot elkaar in verhouding staan. Het is een lang proces van dingen te proberen, uit te vissen wat past of niet past in het verhaal. Tegelijkertijd hou ik me nog altijd bezig met onderzoek – bijvoorbeeld het lezen van andere romans, dagboeken en brieven uit dezelfde historische periode waarover ik schrijf.

Well, I’ve been working on this book for a couple of years already, but it still needs another year or so, so unfortunately I can’t tell you when it will be published... I can’t really tell you much about it, either - I feel a bit superstitious about saying too much. But I can say that it is set in London in the early 1920s, and that it is, basically, a lesbian love story - but a rather difficult one, full of passion and angst.

What was the last book you read that really got you?

The Scapegoat , by Daphne du Maurier , first published in 1957. I love du Maurier’s novels: they’re such cracking good reads, with a really dark edge to them. The Scapegoat is about a man who, by chance, meets his double: the two of them swap lives, with all sorts of complicated results. It’s a great novel for these darkening autumn nights.

What advice would you give to women who want to write novels?

Mainly: just do it. If you have an idea, go for it. But be disciplined about it: carve out time, and don’t allow yourself to get distracted or discouraged. It’s a long, long process, full of highs and lows. But keep going. You don’t want to get to the end of your life and think: Damn, I wish I’d written that novel!

Hoe gaat u te werk als u begint met een boek te schrijven?

is het moeilijker om te schrijven vanuit een mannelijk perspectief dan vanuit een vrouwelijk?

Ja, toch een beetje. Ik voel me op mijn gemak bij vrouwen, ik voel en begrijp hoe de vrouwencultuur in elkaar steekt. Mannen zijn een beetje onverklaarbaar voor mij, dus moet ik als schrijfster een beetje een sprong maken in het ‘mannelijk denken’ van die specifieke tijdsgeest waar ik interesse voor heb. Maar als schrijfster ben je verplicht om dat sprongetje te maken. Het betekent niet dat wanneer jouw personages hetzelfde geslacht hebben als jij, ze ook daadwerkelijk zoals jou zijn. Je moet ze nog altijd leren kennen, imaginair en creatief werk leveren om ze tot leven te brengen.

Ben je al eens verrast geweest door de evolutie van één van je personages terwijl je een boek aan het schrijven was?

Wanneer bent u begonnen met het schrijven?

Als kind hield ik er al van om verhalen te schrijven: recent heb ik nog een Dr. Who verhaaltje ontdekt dat ik begonnen ben op mijn twaalfde. Jammer genoeg had ik het al opgegeven na de eerste twee hoofdstukken. (Betekent Dr. Who eigenlijk iets voor jullie lezers in Brussel? Het is een langlopende UK sci-fi televisieserie.

Ik was er ontzettend dol op.) Het creatieve schrijven gaf ik al snel op wanneer ik meer academisch begon te schrijven op school, en het was pas in mijn late twintiger jaren, na het beëindigen van mijn doctoraat, dat ik besliste om professioneel fictie te schrijven. Mijn doctoraat was zeker een inspiratiebron; het ging over homoseksuele en lesbische geschiedenis. Ik denk dat ik Tipping

Ja, natuurlijk – vooral als ik meer een ervaren schrijfster werd.

Toen ik begon met schrijven, was ik vooral geïnteresseerd in het plot en mijn personages deden vooral wat ik hen opdroeg te doen.

Nu, alhoewel ik nog altijd enorm geïnteresseerd ben in het vertellen van een goed verhaal, ben ik eerder gefascineerd door motivatie – door de bewuste en onbewuste impulsen die ons gedrag beïnvloeden. Vooral de onbewuste vind ik leuk. De verteller van The Little Stranger, Dr. Faraday, begon voor mij als een goedaardig en eenvoudig personage, maar doorheen het schrijven van het verhaal werd hij meer en meer complex en duister. Dat is een zalig gevoel. Wanneer je een roman schrijft moet je namelijk een hele tijd met je personages doorbrengen – in mijn geval drie of

08 / Rbt n°49 sepTemBer 2012

RBT NEW 09-12.indd 8

16/09/12 21:46

Women/L-Week 2012

vier jaar – zodanig hoe meer ze voor jezelf levendig en afgewerkt aanvoelen, hoe beter het is. De uitdaging is natuurlijk ook de personages voor de lezer levendig en afgewerkt te laten aanvoelen.

Is er een verschil in het schrijfproces tussen het begin van jouw carrière en nu?

Niet echt eigenlijk. Wat wel enorm veranderd is, is de publieke kant van de dingen: het feit dat mijn romans gelezen, bediscussieerd en zelfs naar uit gekeken worden. Ook het feit dat ik nu gevraagd wordt om te reizen, lezingen en interviews te geven is verbazingwekkend. Het wordt een groot deel uit het leven van een succesvol schrijfster en het is op één of andere manier niet mogelijk om dit bij het begin te anticiperen. Maar het eigenlijke proces van het schrijven is voor mij in die 15 jaar sinds ik begon niet veel veranderd: het is alleen ik die onderzoek verricht, denkt, plant, neerzit voor een zevental uur per dag, van maandag tot vrijdag – alleen mezelf, mijn woorden en het scherm die het uitvechten. Het is vermoeiend, eenzaam, beangstigend, maar op het einde is het het wel allemaal waard.

Je bent één van de meest bekende lesbische schrijfsters, waarschijnlijk de bekendste. Voel je jezelf als een soort van rolmodel?

Ik weet alleen dat ik mijn eigen romans heb kunnen schrijven omdat er andere schrijvers waren die voor mij al baanbrekend werk hebben geleverd op vlak van lesbische en homoseksuele litteratuur – mensen zoals Jeannette Winterson, Allan Hollinghurst,, Sarah Schulman, Armistead Maupin - dus zou ik liever denken dat mijn werk andere holebi’s inspireert om te beginnnen met schrijven. In het algemeen wil ik vooral dat mensen genieten van mijn romans, dat het hen ontroert, stimuleert of opwindt.

Beschouw je jezelf als een feministe?

Ja! Ik werd feministe als een tien jarig katholiek meisje, verontwaardigd dat alleen jongens het altaar konden bedienen tijdens de mis. Sindsdien ben ik feministe in hart en nieren en zal ik ook als feministe sterven. Ik ben ontgoocheld en droevig dat vandaag de dag zo weinig vrouwen zich identificeren als feministe – alhoewel in het Verenigd Koninkrijk het feminisme een kleine renaissance kent, met een heleboel nieuwe feministische bewegingen die ontstaan. De dag van vandaag is er zoveel droevigs in het leven van een jonge vrouw: het seksisme rond vrouwen, de oneindige media-aandacht rond het vrouwelijke lichaam – laat staan al de andere zaken die nooit echt verdwenen zijn, zoals de problemen over een gelijk loon tussen mannen en vrouwen, kinderzorg en de handel in vrouwen. We hebben het feminisme nu meer dan ooit nodig!

Wanneer komt je volgende boek uit? Kan je ons vertellen waarover het gaat?

Ik werk nu al enkele jaren aan het boek en zal waarschijnlijk nog een jaar ongeveer nodig hebben, dus kan ik jullie jammer genoeg nog niet meedelen wanneer het gepubliceerd zal worden.

Ook kan ik jullie evenmin vertellen waarover het gaat. Ik ben een beetje bijgelovig op dat vlak. Wat ik wel kan vertellen is dat het zich afspeelt in de vroege jaren 20 van vorige eeuw in Londen en het is een lesbisch liefdesverhaal, een nogal moeilijk, vol met passie en angst.

Wat was het laatst gelezen boek dat u ontroerde?

The Scapegoat , door Daphne du Maurier , gepubliceerd in 1957.

Ik hou van Maurier haar romans. Ze lezen als een trein en hebben een donker kantje. The Scapegoat gaat over een man, die toevallig z’n dubbelganger ontmoet: de twee wisselen van leven met allerlei complexe resultaten als gevolg. Het is de ideale roman voor deze schemerige herfstavonden.

Welke raad wil u nog geven aan vrouwen die overwegen te beginnen met het schrijven van romans?

Gewoon doen! Als je een idee hebt, ga er gewoon voor. Maar wees wel gedisciplineerd: maak de nodige tijd vrij en laat je vooral niet afleiden of ontmoedigen. Het is een lang, heel lang proces, vol van hoogtepunten en diepe dalen. Maar zet door! Je wil echt niet op het einde van je leven beseffen van, had ik nu maar die roman geschreven….

Een greep uit het werk van Sarah Waters: Tipping the Velvet, 1998 Affinity, 1999.

Fingersmith, 2003.

The Nightwatch, 2006.

The Little Stranger, 2009

rbt n°49 september 2012 / 09

RBT NEW 09-12.indd 9

16/09/12 21:46

Women/L-Week 2012

Lesbian Literary History in Three Minutes TEXT Justine Saracen

A summarized history of lesbian literature, or the history of anything, is a dubious concept. History does not distil well. But alas, I have only these four pages in which to lay out the evolution of our writing, so I beg your indulgence that I have focused primarily on Francophone and Anglophone writers.

In our historicity, we encounter a problem already at the beginning, that is, in antiquity. Women certainly loved women in the ancient world; we know this as surely as we know ourselves.

But the low status of women in early Greece and Rome, and the absence of women’s voices in the marketplace of ideas makes it impossible to gauge whether lesbians as we understand ourselves today even existed.

To be sure, we have Sappho of Lesbos (c.630 BCE – c.570 BCE).

But only a single twenty-eight line poem of hers has survived intact. Other than that, her current oeuvre consists of quotations attributed to her in the works of other authors or discovered in papyri scraps or potshards found in the last century. The verses are personal and emotional, but none are specifically lesbian. Her reputation apparently derives from Maximus of Tyre (3rd cent.) who declared that Sappho practiced “..the Socratic art of love… each after their own fashion, she the love of women, he of men.”

And after Sappho, for centuries, there is nothing lesbian on the landscape. In the classical period, all references to passionate female alliances are by men. Ovid, Seneca, Juvenal, Lucian, Martial, all describe lesbian relationships that are ludicrous or end in calamity.

In the Middle Ages, at least we have a few literate nuns. They are presumably asexual, but I say, if a woman lives exclusively with and for women, she qualifies for a toaster oven. So, let us name

German nun Hildegard von Bingen (1098 -1179). A composer, philosopher, and mystic. When she was not founding monasteries and running them as abbess, she was writing theological, botanical and medicinal texts, as well as letters, liturgical songs, poems,

10 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 10

16/09/12 21:46

Women/L-Week 2012

and dramas. No love poems to women, but also no men in sight.

I claim her for our side.

To find another such formidable female intellect we have to jump forward five centuries, to the Mexican Juana Inés de la Cruz (1651 – 1695). Self-taught from her grandfather’s library, she wrote verse, theatrical sketches and satires, while expressing a total aversion to marriage. At a very young age, she either came under the tutelage or was a lady-in-waiting to Vicereine Leonor Carreto, wife of the Viceroy Antonio de Toledo. For obscure reasons, she took the veil, but with a liberal monastery that allowed her to make her ‘cell’ into a library complete with musical and early scientific instruments. She wrote about musical harmony, theology, medicine, canon law, astronomy, and advanced mathematics, penned, sonnets, dirges, roundelays, carols, panegyrics, allegories, and plays. Smitten with the vicereine, she was plunged into despair when the viceregal family returned to Spain. Ordered to cease her scholarship, she grimly sold her entire library and went a little crazy. In 1695, having renounced the use of a pen, she signed with her fingernail and blood the statement “I have been the worst of all”, and then succumbed to the plague.

The name Madam de Staël (1766 – 1817) comes up in discussions of lesbian during the French revolution, and clearly she is a force to be reckoned with, but I find no useful description of any lesbian affairs. I list her here so that someone more knowledgeable than I cannot say that I left her out.

her more famous for collecting art and artists (Matisse, Picasso), maintaining a salon in Paris, and being the butch partner to Alice Toklas, she had legitimate claim to being a writer. Her novels, plays, stories, libretti and verse are in her quirky repetitive style, though she published little that can be considered openly lesbian.

She wrote a ‘coming out’ story called Q.E.D in 1903, but it was not published until after her death, and then under the title “Things as They Are.” She also wrote “Tender Buttons,” a rather opaque work full of private meanings and wordplays.

The British Radclyffe Hall (1880 – 1943) cuts a rather more colorful figure. Just as butch as Gertrude, but stylish, she is a poster child for the chic transman of her day. Alas, her infamous lesbian novel, Well of Loneliness, considered one of the primary documents of lesbian history, was anything but out and proud. The depressing work tracing the life of the male-identified woman Stephan Gordon is filled with lament. It nonetheless shocked the sensibilities of the day and was the subject of an obscenity trial in the UK, in which the court ordered all copies of the novel destroyed.

Slightly younger and way more fem was American poet-playwright Edna St. Vincent Millay (1892 –1950). Moving in bohemian circles at Vassar and in Greenwich Village, she acknowledged being bisexual and replied coyly to British actress Wynne Matthison’s flirtation with the declaration, ” I know that your feeling for me, however slight it is, is of the nature of love. When you

But the gaps are getting smaller, and we need only leap forward a century or so and turn left toward the United States to find the slightly unbalanced, recluse poet Emily Dickinson (1830-1886).

Creator of hundreds of poems, she scarcely ever left her room and, in an era without Internet and Facebook chats, her pathological aversion to the outside world rendered relationships all but impossible. Yet a series of intensely passionate letters to her sister-in-law Susan Gilbert clearly reveal lesbian affections. Particularly the poems “Wild Nights – Wild Nights” and “Her Brow is fit for Pearls” suggest a lesbian fantasy if not an actual encounter.

But now things accelerate, for a mere half a century later we have American butch Willa Cather (1873-1947) who cross-dressed and called herself “William.” Writer of twelve novels and eight collections, she was linked romantically with the likes of opera singer Olive Fremstad, and pianist Yaltah Menuhin, and most notably, the editor Edith Lewis, with whom she lived the last 39 years of her life. But, alas, writing at a time when American culture saw love between women as perversion rather than romantic friendship, Cather provides us with intense, engaging fiction, but no lesbian characters.

We would be remiss if we were to omit the American expatriate poet Gertrude Stein (1874-1946). Although history has made

rbt n°49 september 2012 /11

RBT NEW 09-12.indd 11

16/09/12 21:46

Women/L-Week 2012

tell me to come, I will come, by the next train, just as I am. This is not meekness, be assured; know that it is a proud surrender to You.” Her most charming and chaste lesbian poem is Witch-Wife, which ends

She loves me all that she can, And her ways to my ways resign; But she was not made for any man, And she will never be all mine.

English writer Mary Renault (1905 –1983) was indisputably on our team. In a lifelong relationship with fellow WWII nurse Julie Mullard, she wrote an early lesbian novel The Friendly Young Ladies (1943), though her later historical novels set in Ancient Greece, (most famously The Last of the Wine, The King Must Die, The Bull from the Sea, The Mask of Apollo, and The Persian Boy) deal exclusively with male homosexuality. Resident in South Africa in a community of gay expatriates, she appreciated having a gay readership, but bristled at being labeled a ”gay writer.” By no means an activist, she later expressed hostility to the gay rights movement.

having a continuous stream of lovers throughout her life. Woolf’s gayest work is Orlando, the gender-bending homage to Vita.

We cannot overlook Marguerite Yourcenar (1903 –1987) a Belgian-born French novelist and essayist who moved to the United States at the outbreak of WWII, with her lover Grace Frick. She became prominent with Memoirs of Hadrian, though it was The Labyrinth of the World, that brought her the Grand Prix des Lettres of the French Ministry of Culture. Like Renault, she addressed homosexuality almost exclusively through male characters. After winning other major prizes, she was the first woman admitted to the Académie Française in 1980.

Dame Iris Murdoch (1919 –1999) was an Irish-born British novelist who inserted the occasional minor lesbian characters in her novels. One novel, The Accidental Man (1971), however deals specifically with a lesbian couple though it does little to enlighten the world (or lesbians themselves) about lesbian love. It portrays the two women, Mitzi and Charlotte as escaping from heterosexual trauma or disappointment and thus finding each other by virtue of their anger towards men. In her own life, a lesbian affair in the

French novelist and performer Sidonie-Gabrielle Colette 1873 –1954) was more light-hearted about sexuality, frolicking with both men and women. She left her first husband to live with Natalie Barney (see below), and during her years performing in Parisian music halls, she had an affair with Josephine Baker and with fellow actress at the Moulin Rouge Mathilde de Morny. When they went so far as to kiss onstage, a riot ensued and the lovers were banned from performing. She still had time to write over fifty novels covering a wide spectrum of sexual sensibilities, to be named to the Belgian Royal Academy, become president of the Académie Concourt and Grand Officer of the Légion d’honneur.

When she died, she was the first woman to be given a state funeral in France. The Catholic Church, however, refused her its last rites, not because of her polysexual promiscuity, but because she was divorced.

Natalie Clifford Barney (1876 – 1972) like Stein, was an expatriate American playwright and novelist in Paris. She too held a salon for modern artists, French literati and the young Truman Capote. She formed a “Women’s Academy” and was flamboyant in her lesbianism, publishing scandalous love poems promoting feminism, pacifism, and open love affairs. She romanced poet Renée Vivien and had a fifty year open relationship with the painter Romaine Brooks and may have been the most famous lesbian in Paris.

Virginia Woolf, (1882-1941) is always added to these lists, on the basis of her affair with the notorious skirt-chaser Vita Sackville West, herself a writer and poet (1892-1962). Of the two, Woolf was the better writer and Sackville-West was the better lesbian,

12 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 12

16/09/12 21:46

Women/L-Week 2012

1960s led her to resign from St. Anne’s at Oxford though other affairs she is reputed as having were discreet enough for her husband to deny. She produced over 25 novels and other works of philosophy and drama until 1995, when she began to suffer the early effects of Alzheimer’s disease.

By midcentury, overt lesbian novels, were becoming widely available, often as mass market fiction’. We have Patricia Highsmitth’s The Price of Salt, Ann Bannon’s Beebo Brinker Chronicles (1957) Jane Rule’s Desert of the Heart (1964), Violette Leduc’s Thérèse and Isabelle (1966), Isabel Miller’s Patience & Sarah (1971), Rita Mae Brown’s Rubyfruit Jungle (1973) Patricia Nell Warren’s The Front Runner (1974,) Sandra Scoppettone’s Happy Endings are All Alike (1978), Jeannette Winterson’s Oranges are Not the Only Fruit (1985).

By the 1990s the floodgates were open and there are simply too many lesbian titles to list here. Perhaps more importantly, the Gay and lesbian presses became prominent, beginning with Naiad (in 1973), and today, boasting a dozen publishers, the largest of which are Bella Books, Regal Crest Enterprises and the formidable Bold Strokes Books. It should be a season of rejoicing but with a cruel irony, in the face of all these riches, lesbians, grown blasé perhaps, are reading ever less about themselves. A trend that only you can reverse.

Buy a book today.

rbt n°49 september 2012 /13

RBT NEW 09-12.indd 13

16/09/12 21:46

Women/L-Week 2012

14 / rbt n째49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 14

16/09/12 21:46

Hommage/afscheid Alex cassiers

Afscheid/Au revoir ALex Cassiers

Woorden schieten te kort om ons verdriet te uiten. Alex Cassiers, een groot pionier van de Brusselse homoscène, is heengegaan.

Alex wist wat het betekende homo te zijn, mens te zijn. Hij hield van mensen. Populair was hij. Mensen op straat en vooral kinderen, herkenden hem en vroegen om een handtekening. Een gevierde acteur op tv. Een warme collega waarop velen verliefd werden. Een knappe man om van te houden. Hartelijk. Enthousiast.

Hij was niet alleen acteur. Gaf ook les aan toekomstige acteurs. Hij regisseerde in het amateurtoneel, waarbij hij van de spelers ‘Algemeen Beschaafd Nederlands’ eiste als verdediger van onze taal.

Les mots nous manquent pour exprimer notre douleur. Alex Cassiers, un grand pionnier de la scène LGBTQI bruxelloise, vient de nous quitté.

Alex savait ce que signifiait d’être homo, d’être humain. Il aimait avant tout les être humains. Il était populaire. Dans la rue, les gens et surtout les enfants, le reconnaissaient et lui demandaient un autographe. Il était comédien et acteur télé de succès. Un collègue chaleureux dont beaucoup tombait amoureux. Un bel homme qu’on aimait bien, charmant et Enthousiaste. (version fr complète sur le site web : www.rainbowhouse.be) Alex hield van alle vormen van kunst die wij samen bij de Holebi Senioren beleefden doormiddel van film, muziek, museumbezoek en andere uitstappen naar tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Dat was op onze oude dag een taak die we samen deelden.

Taak die hij begonnen was in de ‘Babbelkroeg’ in Brussel.

Zonder zijn ‘Babbelkroeg’ waren we wellicht nooit als de ‘Brusselse Holebi Senioren’ in de beschermende armen van het Regenbooghuis ontvangen.

Ik ken Alex al meer dan 50 jaar. Hij was niet alleen een vriend maar ook een zielsgenoot. Dat hebben we beiden te danken aan Shakespeare en de opera, waarmee Parsifal ons Wagneriaans te samen bracht. Parsifal waarvan hij nog kortgeleden samen met een andere zielsgenoot David Davidse, in Bayreuth, mocht genieten. Een mooier afscheid kon hij zich niet wensen.

Ik heb samen met hem in de late jaren 50 het ‘Nederlands Voordracht Kwartet’ opgericht met nog 2 welbespraakte dames. Daar leerde Alex door mijn toedoen de Nederlandse Arthur Rimbaud kennen : Hans Lodeizen.

Diens gedichtenbundel : « Het Innerlijk Behang » werd voor Alex algauw zijn bijbel. Daarom kan ik hem nu bij zijn heengaan niet meer plezieren dan met een fragment uit een gedicht van Lodeizen.

o heb mij lief ik ben de verlorene, degene die weg zou blijven toen het zo laat werd en de avond gebood : ga mee

ik ben degene die te vroeg is gekomen en te vroeg is weggegaan ik ben de verklede koning op de weg ik ben de overal gezochte man Een laatste vaarwel met de tekst aan het slot van Shakespeare’s ‘Hamlet’ in de mond gelegd van zijn boezemvriend Oratio : « Now cracks a noble heart. Good night sweet prince and flights of angels sing thee to thy rest ».

rbt n°49 september 2012 /15

RBT NEW 09-12.indd 15

16/09/12 21:46

special "Trans"

Spécial Er wordt tegenwoordig meer en meer aandacht besteed aan transgenders : in de media, in de straat, door dokters, … Helaas gaat het vaak over voyeuristische, pathetische portretten, die geen rekening houden met de menswaardigheid van de betreffende persoon.

Welke termen kunnen we gebruiken ? Welke vermijden we liever?

Hoe is het leven voor transgenders in België? Is het echt zo belangrijk om elke mens in een hokje te stoppen? Waarom?

Transgenders maken deel uit van een minoriteitengroep, en vaak respecteert men de grenzen van het privé-leven niet wanneer men minderheden aanspreekt. Het is niet aanvaardbaar dat onbekenden vragen stellen over je geslachtsorganen. Dus waarom zou een transgender dit moeten aanvaarden?

De impact van de mediatisatie van transgenders doet vragen rijzen ivm de rechten van transgenders, de medische kant en de juridische aspecten. Deze thema’s zullen we dan ook aankaarten in de volgende teksten.

Pour son premier numéro de la rentrée, la Maison Arc-en-ciel invite notre association, Genres Pluriels, dans les pages de sa revue.

Eh oui, nous allons parler de « trans* ». Car c’est la mode ! Alors surfons...

Oui, les trans*, on commence doucement à en entendre parler : dans les médias, autour de nous, par les médecins et ... malheureusement, bien souvent à tort et à travers.

Le discours est encore très connoté de pathologique, de pathos, ou très voyeuriste. Ce même discours qui ne tient pas compte des aspirations des personnes trans* : leur humanité.

Au-delà du « chic-bling-bling», nous voyons apparaître de nouveaux termes. Que signifient-ils vraiment ? Comment s’y retrouvet-on dans les termes adéquats et ceux qui le sont beaucoup moins ?

Comment est-ce que cela se passe pour les trans* en Belgique ?

Comment peut-on expliquer les spécificités des personnes tran-

16 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 16

16/09/12 21:46

special "Trans"

“ Trans” sidentitaires, mais aussi des personnes cisgenres ? Et est-ce bien nécessaire ?

Pour cela, nous devons revenir à une question essentielle : qu’estce que l’humanité ? Qu’est-ce que NOTRE humanité ?

Est-il vraiment si important de mettre dans différentes petites boites chaque être humain ? Quelle en serait l’utilité première ?

Nous protéger de notre peur du vide ? Ne pas avoir de surprises ?

Dominer ? ... ou pire : expliquer ?

votre génitalité. Alors, pourquoi cela devrait-il être normal pour les personnes trans* ??? La majorité vous répondra : « Pour savoir ! On s’intéresse à vous ! ».

Non, il n’y a rien à savoir de plus que vous ne voudriez divulguer vous-même sur votre intimité à unE inconnuE ... rien !

L’ampleur de la médiatisation des questions transgenres n’est pas sans poser certaines questions. L’avancée des Droits des personnes trans*, les aspects médicaux et juridiques sont les quelques thèmes qui seront abordés au cours de votre lecture.

Les personnes transgenres font partie de ce qu’on appelle les groupes minorisés1 et il est flagrant de remarquer qu’au moins un des mécanismes discriminants s’opère quand on approche des groupes minorisés : la barrière du respect de la vie privée s’envole en fumée !

Et si vous vous posez plus de questions à la fin qu’au début : No panic, c’est normal !

Venez à l’atelier Trans* pour les nulLES !

En effet, il n’est pas admissible qu’une personne inconnue que vous croisez (autour d’un verre) vous pose directement des questions sur

Max Nisol, Membre fondateur de Genres Pluriels.

Psychologue trangenre et formateur.

rbt n°49 september 2012 /17

RBT NEW 09-12.indd 17

16/09/12 21:46

special "Trans"

Témoignage : Propos recueillis par ElY témoignage sous couvert d’anonymat.

Q

uelle était ta position au sein de la police avant ton coming-out ?

J’étais formatrice à la police fédérale des policiers déjà en place, en fonction à la prise d’appel d’urgence dans les centres 101 de policiers ou de civils et au dispatching des équipes d’intervention.

Comment ta direction a-t-elle réagi à ton coming-out ?

Mon directeur a pris ça avec le sourire en disant que si j’étais compétente avant, ce n’est pas parce que je changeais de genre que je ne le serai plus. Les directeurs adjoints étaient plus bouleversés. Je pense que leur réaction est une réaction de rupture d’un certain standing à la police, à savoir qu’on doit être au-dessus du lot à tous les niveaux, et qu’on doit respecter les normes... Le fait de voir une policière – enfin un policier – dire qu’elle n’a jamais été un mec que physiquement et qu’elle est une fille, ça mettait pour eux un coup à l’image de marque de la police. C’est leur manière très normalisée de voir les choses qui était mise en péril par mon affirmation.

Comment a été faite l’annonce de ta transition ?

Avec l’accord des deux directions des deux grands sites où je travaillais. On avait décidé d’envoyer un mail expliquant en quelques termes mon coming-out et mon futur prénom. C’était il y a deux ans environ.

Comment a été accueillie la nouvelle ?

Au tout début, j’ai vraiment eu une méchante brette avec un connard qui m’avait presque insultée à Namur, le premier jour de mon coming-out. Il m’avait dit « Pour moi tu seras toujours comme ça, je m’en fiche », et je lui avais dit « Tu vas me marquer un peu de respect ! ». Il était assez grossier, et on avait dû être séparés...

18 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 18

16/09/12 21:46

special "Trans"

Trans* et policière As-tu pu trouver du soutien ?

Que fais-tu actuellement ?

J’avais tout de suite relevé le souci au niveau de la direction du site de Namur, qui avait dit qu’ils allaient essayer de calmer l’intéressé.

J’avais téléphoné à un organisme interne, pour exposer mon cas, et on m’a dit « Oui mais écoutez madame, il faut bien les comprendre, il faut être discrète ». J’ai répondu « Mais comment ça être discrète ? Pour dire bonjour aux gens il va falloir que je rampe sous les tables pour être discrète ? » Donc j’ai arrêté de prendre contact avec ce « soutien » psychologique au sein de la police.

Pour l’instant je travaille comme dispatcheuse – j’ai changé de fonction – des équipes d’intervention. Quand je suis rentrée des 2 mois de ma dernière intervention, il y avait une note qui recensait toutes les critiques qui avaient été exprimées à l’encontre de la fonction que j’exerçais, et des collègues. Il n’y avait qu’une seule personne qui était nommée dans cette note et c’était moi. On disait que X ne diffusait pas toutes les informations, ce qui pouvait mettre en péril les équipes sur le terrain ou le bon fonctionnement et la bonne résolution de l’intervention policière... Donc du jour au lendemain je suis passée d’une personne très compétente, vu que c’était moi qui formait les personnes à la fonction que j’exerce... Un collègue m’a dit que c’était la rançon de la gloire, qu’avant j’étais formatrice et que j’étais crainte, et que maintenant je suis critiquée... Mais c’est des gens que je ne connais même pas, je n’ai de contacts avec eux qu’à la radio, je ne sais même pas à quoi ils ressemblent !

As-tu constaté d’autres attitudes désagréables ?

Il y avait des gens – des divisionnaires ou des commissaires – qui faisaient la bise à toutes les femmes qu’ils connaissaient ou pas, et à moi on me serrait toujours la main de manière assez virulente, assez machiste, comme on serrerait la main à un mec pour dire « C’est moi le plus fort, c’est moi le mec ici ». Je l’ai très mal pris, parce que ça faisait vraiment très cliché, à savoir « Toi, tu fais pas partie de la norme », et ça, c’est encore le cas actuellement chez certains. Certains ont changé, certains ont commencé à me dire bonjour alors qu’avant ils se cachaient quasiment derrière leur table de travail pour ne pas devoir être confrontés à mon regard et devoir me dire bonjour, et certains ont évolué et ont commencé à me dire bonjour en me donnant la main. Et pour certains, j’ai même été étonnée : y en a un qui au départ se cachait quasi, puis vient me donner la main et dit « Bonjour, X »...

Pour donner encore une petite anecdote avant mon coming-out : depuis quelques années, même les mecs entre eux se faisaient la bise, comme des potes entre eux dans la société au quotidien. Du jour au lendemain, quand on ne te fait même plus la bise, que tu changes de genre et qu’on te serre la main... C’est ce qui m’a fait le plus mal, et je pensais que certains, de par leur statut ou leur grade, avaient quand même un rien plus de possibilités intellectuelles de pouvoir comprendre.

Ce que j’ai constaté au sein des forces de police, c’est que quand on me demandait ce que je faisais comme boulot, et que je disais que j’étais policière à ***, on me disait « Ah, c’est toi qui est au CIC », – alors que le gars venait de Bruxelles... Le fait d’être une fille transgenre au sein de la police, c’est encore plus vite répercuté que certaines informations sur des malfrats qui devraient être mieux diffusées...

Aujourd’hui, comment se comportent les policiers à ton égard ?

Certains ne changeront jamais leur manière de considérer les transidentités dans la société, et d’autres me voient comme une collègue comme une autre. On n’est pas obligés d’être copains, et moi tout ce que je demande, c’est du respect...

Puis, deuxième chose : à un moment j’ai bien senti que même s’il n’y avait pas d’hostilité verbale de la part de certains de mes supérieurs, j’ai constaté dans leur manière d’être et de se comporter vis-à-vis de moi cette méfiance et cette hostilité.

rbt n°49 september 2012 /19

RBT NEW 09-12.indd 19

16/09/12 21:46

special "Trans"

Les transidentités au cinéma :

et si on décollait des clichés ?

Voici une sélection de films – fictions et documentaires – qui se distinguent par leurs originalités et leurs approches respectueuse des transidentités.

XXY Fiction

Lucia Puenzo

1h31

Un couple d’amis et leur fils Alvaro viennent rendre visite à Alex, adolescente de 15 ans intersexuée, et sa famille. Une attirance s’installe entre Alvaro et Alex, en même temps que, dans la ville, on voit d’un mauvais œil les spécificités du corps d’Alex. Un des rares films mettant en scène les questions intersexes, et avec beaucoup de subtilité.

The amazing truth of Queen Raquela Fiction

Olaf de Fleur Johannesson

1h20

Le périple d’une « ladyboy » des Philippines dans la réalisation de son rêve : aller à Paris. Entre documentaire et fiction - Raquela est réellement une trans* des Philippines -, le film traite aussi de manière complètement respectueuse, factuellement et sans les clichés habituels, de prostitution, d’immigration, de VIH...

L’ordre des mots Documentaire

Mélissa Arra, Cynthia Arra

1h15

Six récits qui évoquent les parcours, les souffrances, la lutte militante pour sortir des carcans socioculturels et médicaux qui emprisonnent et qui maintiennent souvent les trans* dans des catégories d’une espèce de sous-humanité.

Tomboy Fiction

Céline Schiamma

1h22

Laure a 10 ans et est Michaël aux yeux de sa nouvelle bande de copains. Jusqu’à ce que la rentrée approche...

Des questions de genres chez les enfants, qui ne présagent pas forcément quoi que ce soit du futur et qui témoignent de la labilité des identités.

20 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 20

16/09/12 21:46

special "Trans"

Le genre qui doute Court métrage documentaire

Chris Cullus

17’39”

Portrait de l’auteur, membre des Drag King de Bruxelles, qui ne se reconnaît pas dans la binarité homme/ femme.

Romeos Fiction

Bernardi 1h34

Lukas, 20 ans, en pleine transition FTM, est logé avec les filles lorsqu’il arrive à Cologne pour son service volontaire. Il fait bientôt la rencontre de Fabio, pour qui il éprouve une attirance réciproque, mais qui n’est pas encore au courant du fait que Lukas n’est pas cisgenre.

Très juste, ce film présente une transition telle qu’elle est, comme un fait de vie et non pas comme une identité figée pathologique. Il faut souligner aussi que les préférences sexuelles sont traitées ici comme des expériences fluides, plutôt que des données déterministes.

Transamerica Fiction

Duncan Tucker

1h43

L’histoire d’une femme trans* qui se découvre un lien de paternité avec un fils fugueur. Le film aborde les transidentités d’une manière plus légère, à travers tout un périple et des rencontres amusantes.

I’m Just Anneke Court métrage documentaire

Jonathan Skurnik

12’

Anneke est unE enfant de 12 ans au genre fluide. Avec le soutien de ses parents, elle a décidé de prendre un bloquant hormonal pour stopper sa puberté, le temps qu’elle choisisse dans quel type de corporalité elle se sent le mieux.

Regretters Documentaire

Marcus Lindeen

1h

Orlando et Mikael sont confrontés à différentes photos de leurs vies respectives. Chacun raconte le parcours, d’abord MTF, qui les a fait choisir de nouvelles opérations pour revenir à leur genre initial. Deux portraits croisés où s’imbriquent questions de genres et préférences sexuelles, qui illustrent parfaitement la fluidité de ces concepts.

rbt n°49 september 2012 /21

RBT NEW 09-12.indd 21

16/09/12 21:46

special "Trans"

Le Transitionner ou autrement dit, passer par un processus de transformation physique qui se traduit par un changement de genre social, est un parcours relativement long.

Ce processus commence généralement par un traitement hormonal de substitution (THS) permettant l’apparition de caractéristiques sexuelles secondaires, masculines ou féminines selon le cas. Celui-ci est précédé d’un bilan endocrinien afin de détecter d’éventuelles anomalies.

D

ans le cas d’une féminisation, la prise d’œstrogènes, par voie orale ou transcutanée, entraîne la diminution de la masse musculaire, le développement des seins et une répartition féminine de la graisse corporelle.

L’Androcur®, préconisé par certains médecins, peut se révéler nocif à long terme ; c’est pourquoi des associations comme Genres Pluriels (Belgique) ou Trans Aide (France) le déconseillent fortement, tout en recommandant la prise de progestérone bioidentique. Dans tous les cas, le THS ne modifie ni la voix ni la pilosité déjà présente. Celui-ci est alors complété par une rééducation vocale auprès d’un orthophoniste et par une épilation définitive au laser ou à l’électrolyse.

Le THS masculinisant a des effets plus spectaculaires. La mue de la voix et l’arrêt des menstrues s’opèrent généralement dans les deux ou trois premiers mois du traitement. La pilosité, y compris faciale, s’installe progressivement, la musculature se développe et la graisse corporelle se répartit différemment, masculinisant la silhouette. Le traitement consiste en l’injection intra-musculaire de testostérone (souvent, une ampoule de Sustanon® ‘250’ toutes les trois semaines).

Le THS est un traitement à vie dont les effets sont progressifs.

Une transformation effective et socialement crédible est évaluée, en moyenne, à un an pour une féminisation et six mois pour une masculinisation, tandis que l’effet maximum est atteint après cinq ans. Cela varie toutefois d’une personne à l’autre en fonction de la réceptivité aux hormones.

Féminisant ou masculinisant, le THS n’est pas sans risque : risques d’accidents thromboemboliques pour le premier, cardio-

22 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 22

16/09/12 21:46

special "Trans"

processus médical vasculaires pour le second, hépatiques et rénaux dans les deux cas. C’est pourquoi il doit faire l’objet d’un suivi médical, de préférence par un endocrinologue ou un généraliste expérimenté dans le domaine.

Certain-e-s exprimeront, en outre, le souhait d’une ou plusieurs chirurgies. Celles-ci ne sont en aucun cas une obligation : l’important, comme le souligne l’asbl Genres Pluriels, est d’arriver à un « point de confort », propre à chacun.

Les principales opérations féminisantes sont la féminisation faciale, la mammoplastie dans le cas où la croissance des seins est jugée insuffisante et l’opération génitale (vaginoplastie). Cette dernière consiste en l’ablation des testicules (orchidectomie) et des corps caverneux du pénis et en la construction d’un vagin.

Les techniques varient ; le plus souvent, la peau du pénis est retournée pour former la paroi du vagin, tandis que le gland est conservé pour la construction d’un clitoris innervé. La peau du scrotum sert à la construction des petites et grandes lèvres (labiaplastie). Le corps traite le néo-vagin comme une blessure qu’il tente de refermer ; des dilatations quotidiennes à vie seront nécessaires pour le conserver. Une simple orchidectomie, suffisant à l’arrêt de la production de testostérone, est parfois préférée à la vaginoplastie.

Les chirurgies masculinisantes principales sont la chirurgie du torse (mastectomie), l’ablation de l’utérus et des ovaires (hystérectomie avec ovariectomie) et l’opération génitale (phalloplastie ou métoïdioplastie). La chirurgie du torse consiste en l’ablation des glandes mammaires et la construction d’un torse masculin.

Deux techniques principales sont utilisées selon la taille et la forme de la poitrine : la périaréolaire et la double incision avec greffe des aréoles. L’hystérectomie avec ovariectomie est une opération courante, effectuée par voie abdominale ou vaginale.

La seconde technique est privilégiée car moins invasive. Cette opération est recommandée en raison des risques de cancer, bien que ceux-ci soient encore méconnus. Si elle n’est pas pratiquée, il est impératif de se soumettre à un dépistage régulier (cancer du col de l’utérus, de l’endomètre et des ovaires).

prolongé par la greffe d’un nerf. Dans le meilleur des cas la capacité orgasmique se répand progressivement sur le nerf greffé dans l’année qui suit l’opération. Une autre opération sera nécessaire pour l’ajout d’une prothèse érectile. Le pénis obtenu (14-18 cm de longueur) ne change pas de taille lorsqu’il est en érection.

Cette opération étant particulièrement lourde et risquée, certains lui préfèrent la métoïdioplastie, moins intrusive. Elle ne comporte que peu de risques de perte de sensibilité et ne nécessite ni greffe de peau ni implant de prothèse érectile. Les inconvénients sont la petite taille du pénis (5 cm en moyenne) et l’impossibilité de rapports avec pénétration (au sens classique du terme). L’opération est souvent accompagnée d’une scrotoplastie.

L’opération génitale (vaginoplastie, phalloplastie ou métaoïdioplastie) n’est généralement autorisée qu’après deux années de traitement hormonal. Ce type d’opération est risqué : infection, hémorragie, nécrose, dégâts aux nerfs, fistule urinaire et bien d’autres complications sont à envisager. Soulignons que l’opération génitale n’est pas toujours souhaitée ; elle est même minoritaire chez les personnes se masculinisant.

Enfin, une transition peut se révéler coûteuse. Actuellement, le remboursement des opérations dépend d’une attestation psychiatrique. Si les hormones féminisantes sont remboursables même en dehors d’un parcours officiel, il n’en va pas de même pour les hormones masculinisantes.

Pat Alexander Nicholls, membre de Genres Pluriels et spécialiste des questions de genre et de sexualité, est psychothérapeute et psycho-sexologue. contact : anicholls@objectifbienetre.be

La phalloplastie consiste en la construction d’un pénis par un lambeau de peau prélevé sur une zone donneuse (généralement l’avant-bras), l’extension de l’urètre et une scrotoplastie, soit la construction d’un scrotum à partir des petites lèvres avec insertion d’implants en silicone. Le tissu clitoridien est préservé et

rbt n°49 september 2012 /23

RBT NEW 09-12.indd 23

16/09/12 21:46

special "Trans"

La comme arme

Q

Un peu d’histoire u’est-ce que la pathologisation des transidentités ? Depuis quand pathologise-t-on les personnes transgenres ? Qui fait cela ? Pourquoi ?

Pathologiser est une action portée par une instance médicale qui prend la responsabilité de définir des critères spécifiques pour une « maladie » particulière.

Or, vis-à-vis des transidentités, le discours médical est un discours idéologique. Il fait ressortir une vision de société particulière, plutôt qu’une liste de vrais symptômes. Son idéologie est basée sur le postulat que les humains ne peuvent être que « cisgenres1 et hétéros par défaut », tout écart basculant dans les classifications pathologiques.

La discrimination à grande échelle d’un groupe particulier d’êtres humains est donc ici légitimée par l’instance médicale.

La pathologisation des personnes trans* est assez récente. Les personnes trans* commencent à être pathologisées avec l’arrivée de la « médecine du 19e siècle »2 et de la psychiatrie. Même si nous pouvons reconnaître l’efficacité des progrès médicaux, nous devons nous pencher sur l’éthique médicale. Cette médecine allopathique est en position dominante tant sur le plan idéologique que financier. Elle imprime les idéaux véhiculés par la société occidentale en fonction de son époque. Les identités trans* sont encore considérées comme un « trouble de l’identité de genre », pathologie mentale classifiée dans le CIM-103 et dans le DSM-IVR4. Ces classifications sont celles qui « guident » les psychiatres du monde entier.

Genres Pluriels estime que la psychiatrisation des transidentités est la réponse coercitive de la société occidentale du 19e siècle, qui ne connaissait ni les études féministes, ni les études de genres, ni les Droits Humains !

Les psychiatres et l’État belge s’appuient donc aujourd’hui encore sur les critères périmés et discriminants de la société occidentale du 19e siècle.

24 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 24

16/09/12 21:46

special "Trans"

pathologisation des trans* de destruction massive Pathologiser = une réponse des instances dominantes passant aussi par le langage.

Les termes du langage sont importants afin de se parler, de se définir. Il est donc préférable pour notre développement d’utiliser des termes respectueux de qui nous sommes.

Genres Pluriels utilise donc uniquement des termes respectueux des personnes trans* comme par exemple « personnes transgenres », « genres fluides » ou « trans* ».

Le terme « transsexuelLE » est un terme périmé, pathologique et discriminant. De plus, il ne définit absolument pas les identités trans* car il sème la confusion, par son suffixe « (..)sexuelLE », avec les préférences sexuelles. De même, « changement de sexe » ou « identités sexuelles » sont aussi à bannir de notre langage. En effet, il n’y a pas de « changement de sexe » pour les identités trans*.

Cette terminologie juridique est obsolète. Les questions trans* sont une question de genreS et de rôles sociaux de genreS, pas de sexeS. Les personnes trans* modifient PARFOIS leurs organes génitaux en fonction de leur point de confort : ces modifications ne concerneraient que 22 % des personnes trans*5. Arrêtons donc de nous focaliser sur les aspects de chirurgies génitales : il s’agit là encore d’un préjugé qui nuit fortement aux identités trans*.

La pathologisation : une arme de destruction massive.

La transphobie tue ! Plus de 600 personnes trans* ont été assassinées depuis 2008, date du début du recensement par le TDOR6. Si aucun meurtre transphobe n’est à déplorer en Belgique, la violence qui s’exerce contre les personnes transgenres n’en demeure pas moins réelle : discriminations au travail ou à l’école, moqueries, insultes, agressions pouvant aller jusqu’au viol.

Le marquage législatif et médical contribue à la violence ! La Loi belge, qui se base sur la position psychiatrique, oblige les personnes trans* à être stérilisées pour changer leurs papiers d’identité !

Nous faisons appel à chaque citoyenNE de notre pays démocratique et nous demandons de combattre dans la vie quotidienne ces délits et cette violence.

Comment ? En utilisant des termes respectueux des personnes trans* et en dénonçant les discriminations transphobes. Nous insistons auprès des législateurs, des professionnelLEs psychomédicosociaux, du monde du travail et de l’enseignement afin qu’ils prennent leurs responsabilités et fassent respecter les Droits Humains en Belgique.

Genres Pluriels = Les transidentités comme Droits Humains Les personnes transgenres n’ont pas à se justifier d’être ce qu’elles sont, tout comme les personnes cisgenres n’ont pas à le faire. Les personnes trans* n’ont pas à subir ces insultes psychiatriques ou juridiques qui ne leur permettent pas d’être des citoyenNEs de plein droit, s’épanouissant dans la société et lui apportant énergie, dynamisme, créativité et ... main d’œuvre. Le respect de la vie privée est un droit fondamental. Or, celui-ci est souvent malmené dans le cas des personnes trans*. Nous demandons aux médias d’utiliser uniquement le prénom social7 de la personne, d’accorder la langue au masculin si une personne se masculinise8. Mais aussi, dans un contexte de relations sociales ordinaires, personne n’a à connaître ni à divulguer la génitalité ou les opérations éventuelles d’autrui.

Genres Pluriels participe à l’événement international « STP 2012 »9 qui a lieu en octobre depuis 2007. Dans le cadre de cette Journée mondiale pour la dépathologisation trans*, des actions simultanées ont lieu dans plusieurs villes à travers le monde. Nous vous invitons à participer à cette action avec nous à Bruxelles en 2012.10 Nous demandons instamment : 1. La modification de la Loi belge sur la « transsexualité » : suppression de toute référence à la pathologisation et à l’obligation de stérilisation 2. Le changement de prénom libre et gratuit sur nos documents d’identité 3. L’instauration d’un moratoire pour les « assignations sexuelles » pratiquées sur les enfants intersexuéEs 4. L’abolition de la mention du sexe visible sur la carte d’identité

La valeur de nos vies doit être reconnue, sans avoir à renoncer aux diversités qui nous constituent.

Les contraintes de nos existences doivent être dénoncées comme des violations des Droits Humains.

Max Nisol rbt n°49 september 2012 /25

RBT NEW 09-12.indd 25

16/09/12 21:46

special "Trans"

Changement le parcours

L

a « Loi sur la transsexualité » de 2007 est une simple loi modificative, qui insère dans la loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms ainsi que dans le Code civil, des dispositions spécifiques aux personnes trans*. En effet, elle prévoit d’une part un régime spécial de changement de prénom(s) (dès lors que les prénoms indiquent en général si l’on est « homme » ou « femme », « fille » ou « garçon ») et d’autre part le changement de la mention du sexe dans l’acte de naissance (dès lors que tout enfant est en Belgique désigné comme étant soit « de sexe féminin » soit « de sexe masculin » dans son acte de naissance, ce qui détermine ensuite l’application de toute règle de droit qui se réfère à des « hommes » ou des « femmes »).

Il faut préciser que cette loi se base sur un parcours de transition « traditionnel » et médicalisé, passant par une transition sociale et la prise d’hormones d’abord et l’adaptation corporelle (chirurgicale) la plus poussée possible ensuite. Les personnes qui ne se retrouvent pas dans ce parcours sont dès lors forcées, soit d’adopter ce parcours qui ne leur convient pas, soit de vivre avec des papiers qui ne concordent pas avec leur identité sociale et psychique.

Main mise psychiatrique Le changement de prénom(s) – qui est en général une simple faveur que peut accorder le ministre de la justice – devient certes, pour les personnes trans*, un droit, mais seulement dans des conditions très strictes: « Les personnes qui ont la conviction intime, constante et irréversible d’appartenir au sexe opposé à celui qui est indiqué sur leur acte de naissance et qui ont adopté le rôle sexuel correspondant joignent à leur demande une déclaration du psychiatre et de l’endocrinologue, qui atteste : 1° que l’intéressé a la conviction intime, constante et irréversible d’appartenir au sexe opposé à celui qui est indiqué dans l’acte de naissance; 2° que l’intéressé suit ou a suivi un traitement hormonal de substitution visant à induire les caractéristiques sexuelles physiques du sexe auquel l’intéressé a la conviction d’appartenir; 3° que le changement de prénoms constitue une donnée essentielle lors du changement de rôle. » La loi part ainsi du principe que la personne a déjà changé de rôle social (sans avoir le moindre papier d’identité changé !), qu’elle 026 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 26

16/09/12 21:46

special "Trans"

de prénom et d’état-civil : des combattant es prend des hormones et qu’elle a non seulement un endocrinologue mais aussi un psychiatre (un psychologue ne suffit pas). Cette loi laisse donc pour compte les personnes qui ne souhaitent pas s’inscrire dans une logique psychiatrisante, celles qui ne peuvent (contre-indication médicale...) ou ne veulent (« passing » naturel suffisant...) prendre des hormones, et surtout celles qui ne se sentent nullement appartenir à un quelconque « sexe opposé », mais trouvent leur place en dehors de cette binarité que la loi malheureusement présuppose.

Stérilisation forcée Le chemin que trace le Code civil vers la « mention du nouveau sexe » est encore plus difficile. Il est maintenant entre les mains des officiers d’état civil (au lieu des tribunaux qui étaient auparavant compétents). Mais outre le fait que les services d’état civil sont souvent complètement dépassés par cette matière, ils ne peuvent de toute façon accorder le changement souhaité que dans des conditions très strictes : « Lors de la déclaration, l’intéressé remet à l’officier de l’état civil une déclaration du psychiatre et du chirurgien, en qualité de médecins traitants, attestant : 1° que l’intéressé a la conviction intime, constante et irréversible d’appartenir au sexe opposé à celui qui est indiqué dans l’acte de naissance; 2° que l’intéressé a subi une réassignation sexuelle qui le fait correspondre au sexe opposé, auquel il a la conviction d’appartenir, dans toute la mesure de ce qui est possible et justifié du point de vue médical; 3° que l’intéressé n’est plus en mesure de concevoir des enfants conformément à son sexe précédent. »

breuses discriminations liées au fait de ne pas avoir des papiers conformes à leur identité sociale vécue.

L’impolitesse n’est pas inscrite dans la loi ! À cet égard, il faut cependant aussi insister sur le fait que si ces discriminations sont en effet très nombreuses, nul n’est obligé de discriminer. En effet, l’usage du prénom usuel non repris à l’acte de naissance n’est absolument pas interdit (sauf aux officiers publics) ; il est même consacré par des circulaires en matière électorale (les candidats pouvant s’en servir sur les bulletins de vote).

Le Code pénal connaît certes une infraction de port de faux nom, mais ce « nom » est le nom de famille uniquement, pas le prénom.

De même, rien ne réglemente l’usage des civilités « madame » et « monsieur » ; c’est une question de politesse, pas de droit.

On peut donc légalement se permettre la politesse de s’adresser à celle qui est « Alexandre Dupont », « de sexe masculin » à l’état civil comme « Madame Alexandra Dupont » (et même l’officier public obligé de n’utiliser que des prénoms officiels pourra écrire « Mme A. Dupont »). Malheureusement, la loi n’impose cette politesse à personne, mais elle ne l’interdit à personne non plus. Un lecteur avisé en vaut donc deux...

Wiebke

Conviction d’appartenir au « sexe opposé », réassignation sexuelle « dans toute la mesure de ce qui est possible et justifié du point de vue médical », stérilité et, pour ne pas l’oublier, un psychiatre qui ne peut même pas se contenter d’intervenir comme expert, mais qui doit être « médecin traitant ». Sans cela, pas de « mention du nouveau sexe », pas de carte d’identité avec un « F » ou un « M » correspondant à la présentation de la personne, etc. Il est évident que seules les personnes souhaitant aller jusqu’au bout de l’adaptation corporelle, qui acceptent d’être stériles et de s’inscrire dans un parcours psychiatrisant peuvent prétendre à la bienveillance de la loi. Toutes les autres en sont exclues et subissent donc les nomrbt n°49 september 2012 / 027

RBT NEW 09-12.indd 27

16/09/12 21:46

special "Trans"

Les 10 questions pièges Nous aborderons les 10 fausses croyances les plus répandues concernant les genres, les sexualités et les identités trans*.

1. Transidentités = minorités sexuelles

Les transidentités, c’est une question d’identité de genreS et non une question de sexualités.

Les trans* peuvent avoir toutes les attirances amoureuses et sexuelles possibles, de même que n’importe qui.

4. Il n’y a que 2 sexes La société occidentale s’est organisée en référence aux deux sexes biologiques majoritaires et dominants1. Elle postule que les humains sont d’office « mâle/homme/masculin » OU « femelle/ femme/féminin ». C’est faux.

Toute personne ne correspondant pas à ce classement se voit marginalisée, exclue de la société. Or, dans la réalité, on est très loin de 2 sexes exclusifs2 !

2. Transidentité = maladie mentale

5. Il n’y a que 2 genres

La transidentité relève d’une forme de discrimination, compte tenu de l’organisation binaire de la société. Dans un autre type d’organisation de société, par exemple ternaire ou multiple, il n’y aurait sans doute pas le même problème avec les transidentités. Idem pour les homosexualités.

L’identité de genre d’une personne est le sentiment d’être « homme », « femme », « agenre »/ « nogenre »3, « intergenres »4.

Il y a donc des catégories identitaires5, et le sentiment de faire plutôt partie de l’une ou l’autre de ces catégories. L’identité de genre est indépendante du fait de se sentir dans un rôle social6 . Ces différents éléments cohabitent et peuvent évoluer au cours de la vie.

Depuis plus de 100 ans que la psychiatrie se penche sur cette question, elle n’a toujours pas fait la preuve que les transidentités sont une maladie mentale.

Les trans* font des études de haut niveau, tiennent des emplois à responsabilités ou nécessitant de solides connaissances dans le domaine concerné, ce qui est a priori incompatible avec une maladie mentale quelle qu’elle soit. Les trans* sont dans la société, vivent, travaillent, ont des relations amoureuses, ont des enfants, ont des liens sociaux, ...

Conclusion : La pathologisation des transidentités est une discrimination psychiatrique et juridique.

6. Identité de genre = rôle social de genre Les identités de genres, c’est donc le sentiment d’être homme, femme, transgenre, agenre7, intergenre8, etc., tandis que les rôles sociaux de genres relèvent de la façon dont la société assigne nos corps et nos comportements en fonction de notre identité de genre vécue ou présupposée (et comment nous en jouons).

Socialement, nous sommes éduquéEs dans la croyance qu’une femme est plus féminine que masculine et qu’un homme est plus masculin que féminin, mais une femme n’est pas forcément féminine et un homme n’est pas forcément masculin. Encore une fois, le rôle social de genre est indépendant de l’identité de genre.

3. Transidentité = intersexualité Rien ne permet de rattacher les transidentités à l’intersexualité.

L’intersexualité, ce sont toutes les formes de « sexes » qui sont comprises entre mâle et femelle (hormonal, génétique, chromosomique, phénotypique, squelettique,...). C’est ce qui permet ce continuum entre mâle et femelle. Elles sont très nombreuses, et ne sont pas encore toutes connues.

Comme les identités de genres et les rôles sociaux de genres sont culturels, ils induisent des présupposés qui peuvent nuire à certaines personnes, et les discriminer.

L’identité de genre, comme le rôle social de genre, peut évoluer au cours de la vie. Les masculins et les féminins ne sont pas les deux extrêmes d’une même échelle – les êtres humains sont bien plus complexes qu’une « ligne droite » !9

28 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 28

16/09/12 21:46

special "Trans"

7. Transidentité = hétérosexualité Les trans* ne font pas leur transition pour devenir hétérosexuelLEs, ni par refus d’une éventuelle homosexualité. Les identités de genres ne questionnent pas les sexualités, ni les préférences sexuelles, mais bien qui on est au fond de soi. Les personnes trans* peuvent être Bi, lesbienNEs, gayEs ,polyamoureuSEs, hétéro, asexuelLEs, ...

9. TranssexuelLEs = opérations VERSUS Transgenres = pas opérations C’est la politique du diviser pour régner ! Cette distinction ne reflète pas la réalité ! « Transgenre », comme définition inclusive et respectueuse, est un terme coupole regroupant toutes les réalités trans*. « Transsexuel » n’est rien d’autre qu’un terme périmé, pathologique et discriminant. Il n’est pas respectueux des réalités trans*.

CertainEs trans* désirent, parfois, certaines opérations.

8. TouTEs les trans* veulent la chirurgie génitale 10. Il n’y a que 4 attirances amoureuses et sexuelles Cette croyance engendre une telle focalisation qu’elle en devient voyeuriste et malsaine. On estime que seulement 22 % des trans* désirent une chirurgie génitale ! Alors arrêtons cette focalisation qui ressemble plus à des fantasmes de « touche-pipi » qu’à la réalité respectueuse. Le but de la transition est d’être au plus près de son point de confort. Les chirurgies génitales n’ont jamais aidé au « passing »10 car on se ballade rarement nuEs en rue ! Il y a donc des personnes trans* qui désirent certaines chirurgies, ou pas du tout.

Les attirances amoureuses et sexuelles reconnues sont l’hétérosexualité, l’homosexualité, la bisexualité et l’asexualité11.

Mais comment définir les sexualités : • d’un trans* masculinisant avec une lesbienne, avec un homme ou avec une drag queen ?

• d’une butch12 avec une butch, avec une fem13 ou avec un gay ?

• d’unE intersexe avec un homme, avec une femme ou avec unE trans* ?

Il s’agit avant tout d’une rencontre entre deux ou plusieurs personnes, quels que soient leurs statuts de sexe biologique, de sexe anatomique, de genre ou de rôle social.

Quand les normes sont trop étroites pour se penser.

Naiel http://blog.naiel.net/ - http://www.naiel.net/

rbt n°49 september 2012 / 29

RBT NEW 09-12.indd 29

16/09/12 21:46

Tatah: “Ik mis ontzettend Kameroen, maar ik verkies mijn vrijheid!”

text François Massoz-Fouillien vertaling Emanuel De Bruyne

T

atah is een jonge Kameroener die al sinds negen jaar in België verblijft. In de streek van West-Kumbo, werd hij verplicht het land te verlaten omwille van de relatie die hij had met zijn vriendje. Normaal gezien beschouwd als DE provincie in Kameroen waar het goed is om te leven, wordt homoseksualiteit er toch nog altijd bekeken als een onaanvaardbaar sociaal gedrag en wordt het er zwaar onderdrukt. Nadat hij de gevangenis vanbinnen heeft gezien en mishandeling onderging van extreem geweld, besloot hij zijn land te ontvluchten en een nieuw leven te beginnen in België. Met een opleiding als acteur won hij zelfs de wedstrijd << Queen of Brussel>> georganiseerd door het Rainbowhouse. Tatah toont ons vandaag het pad dat helaas honderden LGBTQI asielzoekers afleggen wanneer ze in België aankomen. Een pad van vrijheid maar ook van pijn en telleurstelling…

Hallo Tatah, in je vrije tijd neem je deel aan wedstrijden in Brussel en aan het actieve homo-leven in de hoofdstad, toch zijn deze ervaringen vrij nieuw voor u niet?

Ja, sinds enkele maanden ben ik in Brussel aangekomen. Tot aan 13 augustus 2011, de datum waarop ik mijzelf geout heb in mijn geboortestad, beleefde ik mijn seksualiteit in een gesloten kring en met de nodige voorzichtigheid. Ik kom namelijk uit een rijke familie, echter heel Katholiek, zodanig ik zonder enige financiële beperking kon leven, doch verborgen omwille van mijn seksuele geaardheid. Tijdens die avond van 13 augustus, ging ik met mijn partner uit naar een heterotent. We waren heel voorzichtig en we wisten dat de mensen daar zich niet bewust waren van onze relatie. Op het einde van de avond, ging ik met mijn partner terug naar huis en al snel begonnen we op de weg terug te kussen. Op een gegeven moment werden we verrast door een groepje mensen die onmiddellijk doorhadden wie we waren. Ze begonnen ‘vuile

homo, vuile homo’ te schreeuwen doorheen de hele straat en een massa mensen werd opgetrommeld om te komen kijken wat er gaande was. Het was vanaf dat moment dat ons leven compleet veranderd is.

Ik neem aan, dat je vanaf dat moment definitief met een label op het voorhoofd rondloopt?

Als het gewoon een label was geweest, denk ik dat ik daar nog steeds zou zijn. Sommigen belden de politie op en in een mum van tijd lagen we op de grond, geslagen om nadien enkele uren in de cel door te brengen. De politie sloeg ons gedurende drie dagen en ik zat vast voor twee maand en half in de gevangenis, volledig gescheiden van mijn vriend. Talrijke mensen wisten wie ik was toen ik daar aankwam, misbruikten mij tot op de dag dat één van de gedetineerden mij met een mes aanviel. Ik was gewond aan mijn slagader ter hoogte van mijn pols en ik dacht echt dat ik dood zou gaan.

Ik heb een lange tijd in het ziekenhuis doorgebracht, afvragend of ze me gingen vermoorden bij mijn terugkeer. Het was echt de meest angstaanjagende periode uit mijn leven… Tenslotte, na twee maand en half in de gevangenis te hebben doorgebracht, ben ik vrijgekomen en heb ik onmiddellijk het grondgebied verlaten met de onmisbare hulp van Odette, mijn vriendin van de tijd, en van mijn vriend die mijn reis gefinanciëerd heeft. Vervolgens ben ik in België aangekomen en ben ik met iedereen het contact verloren; mijn familie, mijn vrienden, met uitzondering van enkele homovrienden waar ik contact mee hou op facebook, en dan ook mijn vriend.

Hoe verliep uw afgelegde weg hier, in België?

Wanneer men asielzoeker is, ziet men heel duidelijk dat alles heel onregelmatig is. Men wordt verplaatst van centrum tot centrum.

30 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 30

16/09/12 21:46

Testimony

Het is onmogelijk iets anders te doen dan te wachten op een antwoord… en ondertussen wacht ik al 9 maand. Maar ik heb het geluk gehad betrokken te kunnen geraken bij verenigingen. Zo was ik actief betrokken bij de oprichting van een Brussels organisatie die zich inzet voor de rechten van LGBTQI personen in Afrika. De actiegroep werd gedoopt als << African Pride >>, in de hoop te vechten tegen de zware discriminaties in ons land van oorsprong en misschien, wie weet, kunnen we op een dag terugkeren. Ik mis Kameroen echt, maar ik verkies mijn vrijheid volop te beleven en ik zag deze tweedeling als een echte puinhoop. Met mijn actiegroep, eisen we onze rechten op tegenover de Afrikaanse ambassades en hopen we dat onze boodschappen breed gedragen worden zodat de zaken er eindelijk kunnen veranderen.

Je bent dus al vrij snel in de rol van activist gerold. Hoe word jij bekeken, hier, in België, in de LGBTQI gemeenschap?

Wat zijn je verdere plannen nog in de toekomst, als asielzoeker en als Tatah?

Nou, ik heb zeer veel mensen kunnen ontmoeten via onze vereniging en dat heeft me enorm deugd gedaan, aangezien ik op mijn gemak en mezelf kon zijn met die andere personen, maar wat de ‘blanke’ homogemeenschap betreft, was ik best wel ontgoocheld.

Racisme is sterk aanwezig en veel mensen wilden alleen maar relaties met mij aangaan omwille van de seks… ik voelde me niet echt gerespecteerd in de Brusselse homo-gemeenschap. Maar aan de andere kant, heb ik eindelijk mijn seksuele geaardheid zonder enige problemen kunnen beleven. Ook al zijn er in België gevallen van homofoob geweld bekend, voelt het toch aan als een bevrijding om tegen iedereen te kunnen zeggen dat je homo bent zonder aangevallen of vermoord te worden. Ik was eindelijk in staat om van het leven te genieten, ik heb zelfs deelgenomen aan een wedstrijd waar ik tot een ware Koningin ben getransformeerd.

Als asielzoeker is je enige doel geregulariseerd te worden. Je hoeft niet veel te hopen in deze periode uit angst ontgoocheld te zijn.

Ik heb echt angst om terug gestuurd te worden naar mijn land omdat ik weet dat mijn enige kans om te overleven er uit bestaat door mezelf te verbergen. Dat is geen leven. In afwachting op een antwoord, zal ik me blijven actief inzetten voor mijn organisatie en er voor zorgen dat dingen zullen veranderen, stap per stap.

Ik ga vol op profiteren van mijn leven in België als homo, maar ik hoop echt uit mijn hart dat ik op een dag zal kunnen leven in Kameroen, met mijn vrienden en vooral met mijn familie.

Wordt lid van de Facebookgroep African Pride: http://www.facebook.com/groups/176828329098717/

rbt n°49 september 2012 /31

RBT NEW 09-12.indd 31

16/09/12 21:46

Soyons polys! avec ceux qu’on aime text François Massoz-Fouillien vertaling Emanuel De Bruyne

Les polyamoureux, ou polys, incarnent un mouvement bien ancré dans l’air du temps. À l’heure ou la politique et la philosophie de la consommation nous transforment en électron libre avide de liberté et allergique aux cadres d’antan, le mouvement polyamoureux cherche à retrouver comment réconcilier l’amour et la liberté…

Attention aux libertines et libertins qui pourraient trouver écho à ce message, car les polys ne sont pas des consommateurs de sexe voraces, ils recherchent avant tout le respect de l’autre et la liberté de vivre plusieurs amours pour atteindre toujours plus ce qu’on appelle le bonheur. Antagonisme ? Pas vraiment. Mais tout de même, choisir c’est renoncer ! Souligneront les plus réticents.

Néanmoins, c’est une véritable philosophie que nous dévoile Phil, l’initiateur du mouvement polyamoureux bruxellois. Attention, cette vision nouvelle, ou presque, risquerait bien de vous séduire…

De polyamoureuzen of kortweg poly’s belichamen een beweging die inherent geworteld is in de tijdsgeest. De polyamoureuze beweging probeert er achter te komen hoe je liefde en vrijheid met elkaar kan verzoenen. Vaak heeft polyamorie een libertijnse naklank, maar in tegenstelling tot het libertijns discours zijn polyamoureuzen geen gulzige seks consumenten maar draait het eerder om wederzijds respect, trouw en loyaliteit. Die trouw kan je omschrijven als open en eerlijk zijn naar hun partners met betrekking tot hun relationele leven en zich houden aan de afspraken die ze hebben gemaakt. Ook verwerpen ze de visie dat liefde vermindert door het te delen met anderen. Ze zijn er van overtuigd dat liefde niet afgetrokken, maar juist vermenigvuldigd wordt. Met andere woorden, hoe meer men liefheeft, hoe meer men kan liefhebben. Volgende getuigenissen kunnen een beter beeld geven van wat polyamorie nu precies inhoudt. Lees en laat u verleiden!

Bonjour Phil, tu es l’initiateur du mouvement polyamoureux à bruxelles. Comment l’idée d’un tel mouvement a-t-elle émergée ?

Cela fait en réalité peu de temps que le mouvement existe de manière constituée. Cela faisait une quinzaine d’année que je désirais, avec ma femme, explorer de nouveaux horizons. Nous ne nous reconnaissions pas vraiment dans les cadres de relation imposés par la société. Nous avions besoin d’un déclic. Ce déclic a pu surgir en moi lors d’une émission sur la RTBF en 2007, à laquelle était conviée Françoise Simpère, qui deviendra plus tard une véritable référence de notre mouvement. À travers ses ouvrages (Aimer plusieurs hommes, Le guide des amours pluriels…) elle dressait le portrait des relations amoureuses qui faisait écho en moi, ainsi qu’à plus de 300 sympathisants à Bruxelles aujourd’hui. Je pense que ce mouvement n’a fait que répondre à un registre d’attentes exprimé aujourd’hui par un nombre très important de personnes. En 2007, le mot « polyamoureux » était simplement lancé et je peux dire aujourd’hui qu’il rencontre un succès grandissant.

Un registre d’attentes ?

Nous avons en effet ressenti le besoin de nous opposer au modèle dominant des relations amoureuses dressé par la culture je dirais « judéo-chrétienne » en partie. Lorsque l’on regarde le pourcentage de familles recomposées et divorcées devenues la norme aujourd’hui, on s’aperçoit à l’inverse que si la réalité est très différentes, les valeurs morales, elles, ne changent pas. On continue de croire en l’amour unique, presque immanent et inépuisable, alors que la société bouge tellement… Nous sommes

32 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 32

16/09/12 21:46

Polyamour

à l’ère de la mobilité. La mobilité géographique, la mobilité de l’emploi, l’individualisme et la recherche du bonheur vont de paire aujourd’hui avec la mobilité des relations… Le sentiment amoureux se retrouve aussi pris dans cette spirale de la mobilité.

Je suis convaincu aujourd’hui que si nous voulons préserver la véritable valeur de l’amour, nous devons aussi accepter que ce dernier soit plus complexe et varié que nous voulons l’admettre…

Le polyamour serait donc surtout un phénomène de notre époque ?

Il ne faut pas être si réducteur. Je pense que notre époque contribue à soulever cette sensibilité et met en lumière les nombreuses frustrations auxquelles nous devons faire face. Ce n’est pas un hasard si l’industrie du porno fonctionne aussi bien aujourd’hui.

Nous sommes frustrés de tout, donc on se décharge et se soulage sur n’importe quoi.

Le polyamoureux serait alors plutôt une personne qui ose s’écouter…

Je pense effectivement que le polyamour est un sentiment primitif et ancré en nous que nos modèles imposés tendent à occul-

ter. Prenez l’exemple d’un enfant dans la cour de récré. Jusqu’à un certain âge, il se laisse aller sans complexe à de nombreuses relations amoureuses en même temps et il est très heureux comme ça. Viennent alors les valeurs frustrantes imposées par les grands. Si tu aimes un(e) tel(le), alors tu dois choisir, point à la ligne. Nous sommes convaincus que ces cadres qui sont destinés en apparence à protéger l’amour interdit littéralement l’épanouissement de celui ou celle qui désire justement. Peu de gens parviennent à aimer une personne sur l’ensemble de leur vie. La réalité prouve le contraire. Si on pose la question dans l’autre sens, préserver l’amour entre deux personnes, c’est peut être aussi s’autoriser à en aimer d’autres sans culpabilité et sans souffrance.

Comment pouvoir aimer d’autres personnes dans le respect de son, sa partenaire ? N’est ce pas un peu utopique ?

Nous ne sommes pas un mouvement militant et utopiste, nous admettons d’ailleurs que la monogamie peut convenir à certaines personnes. Beaucoup d’entre nous sont passé par là. Mais nous voulons simplement faire passer l’idée qu’une tierce pensée est possible et même nécessaire parfois pour se sentir heureux. Pour ce faire, il nous faut avant tout déconstruire les normes qui nous

rbt n°49 september 2012 /33

RBT NEW 09-12.indd 33

16/09/12 21:46

Polyamour

forcent à prendre des directions uniques et surtout apprendre à bien communiquer. En général chez les polys, nous retrouvons une « relation principale » et des « relations secondaires ». Il est alors très important de prendre des décisions ensemble et des les vivre ensemble lorsque le besoin se fait sentir. Le tabou, le nondit et toutes formes de mensonge sont à proscrire. Il faut « oser » dire ce que l’on ressent à son, sa partenaire. Nous sommes dans ce qu’on appelle la « comperssion ». Cela implique plusieurs partis qui sont liés et qui sont très clairs avec leur manière de concevoir la, les relations.

Le mouvement polyamoureux est donc aussi un mouvement codé, avec des valeurs propre à lui.

Il ne faut pas nous voir comme une bande d’anarchistes. Même si nous retrouvons certaines valeurs dans la philosophie anarchiste, mais aussi féministe, avec des personnes comme Louise Michel ou encore Simone de Beauvoir, nous essayons simplement de nous écarter d’un modèle dominant qui de toute évidence, ne nous correspond pas. Néanmoins, il est mal aisé de définir notre mouvement ou de lui trouver des fondements philosophiques solides, puisque le polyamour peut mener à des formes si riches et variées, qu’il devient délicat de le normer… notre mouvement n’a pas de recette magique, il admet simplement que d’autres modèles sont possibles.

Parlons de modèles : y a-t-il des formes plus répandues de couples polyamoureux ?

Je ne pense pas qu’il faille parler de modèles, mais plutôt de phases polyamoureuses. Le maître mot est celui de la négociation. On négocie et renégocie ses besoins. On peut vivre dans une

situation polyamoureuse avec une relation principale et d’autres relations secondaires. Le contrat peut alors ensuite être renégocié et l’un des deux partenaires peut décider de prendre de la distance affective. Inversement, un couple polyamoureux peut décider de se limiter et de poser des cadres pour éviter de souffrir. Par exemple, on peut décider de mettre des limites dans le couple et de dire à son, sa partenaire de se limiter et de rentrer pour telle ou telle heure. La communication et la négociation est encore une fois très importante.

La souffrance est-elle souvent présente dans une relation poly?

Il ne faut pas se voiler la face, contrairement au libertinage qui ne fait pas intervenir de sentiments, mais simplement de la consommation sexuelle très codée qui plus est, le polys est bien évidemment exposé à des stress et des sentiments comme la jalousie.

Tout n’est pas rose chez les polys. Il y a des périodes de grande excitation, au cours desquelles tout le monde se rejoint dans les envies et trajectoires de vie, mais il y a aussi des périodes de souffrance et de solitude qui voient surgir la jalousie et l’angoisse de perdre une personne qu’on aime. Mais ces sentiments et périodes désagréables ne sont pas propres aux polyamoureux, ils touchent l’ensemble des couples, qu’ils soient traditionnels ou non. Un travail important s’impose alors pour apprendre à passer outre la jalousie. Ce travail est fondamental pour vivre pleinement une relation polyamoureuse. Après tout, il n’y a pas de bonnes ou de mauvaises jalousies. La jalousie est un état d’esprit très codé dans notre société. Il y a des jalousies auxquelles nous avons droit socialement et d’autres pas. Par exemple, lorsqu’on est petit, on apprend à lutter contre la jalousie envers ses frères et sœurs pour continuer à vivre heureux. En revanche, même si

34 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 34

16/09/12 21:46

Polyamour

la jalousie en couple est connotée négativement, elle est tolérée. Dans une relation polyamoureuse, pour vivre pleinement ses envies et se sentir heureux, il faut accepter que l’autre puisse le faire également. La clé du polyamoureux, c’est de pouvoir passer d’une dépendance affective, vers une « autonomie affective ».

Lorsque l’ensemble des partis en sont à ce point de réflexion, alors ont peut vivre des choses absolument magnifiques en tant que polyamoureux.

We zijn poly’s and proud of it!

Bestaat er enige zekerheid van liefde? Een evenwicht tussen de plus- en minpunten bij polyamoreuzen.

Alexandre Ik denk dat het onze levenspaden zijn die we bewandelen die er voor zorgen dat we polyamoreuzen worden. Toen ik mijn vrouw ontmoette was ik geen poly, zij echter wel. Het is door het kruisen van haar opvattingen dat ik begonnen ben met het idee te omarmen. Er zijn vele voordelen verbonden bij het inslaan van deze weg.

Het voordeel dat je hebt als je poly bent, is dat men zich kan ontdoen van de nadelen van een monogame relatie. Als je toch nog iets mist, kan je het ergens anders gaan halen. Ik ken heel weinig mensen die er in slagen een monogame relatie 100% te vervul-

len. Het fundamentele verschil tussen hen en ons is, wanneer iets niet werkt, gaan ze het niet werkende element vervangen door een ander. Bij polyamoureuzen aan de andere kant wordt het niet functionerende element niet vervangen maar gewoon aangevuld met andere elementen om zo het eind recept te verbeteren. Het is een andere manier om liefde en geluk op te vatten.

Caroline Het genot van polyamoreus te zijn is de diversiteit, de strijd tegen de verveling en het organisatorische aspect. Maar die vrijheid kan zowel plezier als ongenoegen betekenen. Vrijheid kan ook beangstigend zijn. Wanneer men geen vast kader heeft, kan vrijheid snel overweldigend worden en kan men deze ook niet meer terugvinden. Nieuwe relaties aangaan, zich organiseren in combinatie met anderen, het vraagt een hoop werk en organisatie in het onbekende en voelt soms ook eng aan. Het is niet gemakkelijk om zich te herkaderen wanneer men te veel vrijheid kent. Een maand geleden, hebben mijn twee geliefden elkaar ontmoet en niets was gepland. Ze bevonden zich aan dezelfde tafel en mijn hersenen sloegen compleet tilt. Het was niet georganiseerd, onverwachts en dus zeer eng voor mij… Het zijn dergelijke situaties waar je als poly aan blootgesteld wordt. Maar in werkelijkheid, verging het hen heel goed. De vrijheid kan soms beangstigend lijken maar uiteindelijk kan ze ons ook verrassen…

Mijn twee geliefden moeten delen, maar beiden hebben ze hetzelfde gevoel van uniciteit. Dit is polyamorie. Het is in staat zijn het delen te accepteren met behoud van het gevoel van exclusiviteit en geluk.

Iedereen die poly is, heeft zijn eigen manier om die polyamorie te beleven. Er zijn geen twee gelijklopende manieren om het te

rbt n°49 september 2012 /35

RBT NEW 09-12.indd 35

16/09/12 21:46

Polyamour

leven. Ik denk dat alles afhankelijk is van het vooraf afgelegde parcours. Het pakket polyamorie wordt gevormd door de ervaring, er is geen starterskit waarover wij beschikken, wat wel het geval is in sterk gekaderde monogame relaties. Deze ervaring uit het verleden laat ons toe te zien in welke fase van acceptatie we ons bevinden. Het is bijvoorbeeld het geval met betrekking tot jaloezie. Wanneer men geen poly is, zijn de categoriën gelimiteerd. Wanneer men wel poly is, bedenkt men alles in functie tot zijn ervaringen uit het verleden. Het is een continu proces.

Men moet in staat zijn om alle relaties uit te kunnen leggen en woorden of concepten te bedenken die niet bestaan. In realiteit moet er dus voortdurend gecommuniceerd worden. De woorden die we dikwijls willen gebruiken ontbreken echter in onze woordenschat…. Vandaar dat er wel eens gezegd wordt dat we een woordenboek zouden moeten maken dat deze complexiteit illustreert.

Sophie Polyamoreus zijn, betekendt ook kunnen omgaan met wat men noemt « affectieve autonomie ». Ik heb twee mannen die voor me zorgen, dat is echt de max ! Maar het delen betekent ook dat er een aantal momenten zijn waar men zich alleen terug vindt.

Op deze specifieke momenten moet er gewerkt worden aan zichzelf en dat is niet altijd gemakkelijk. Soms is het een lang en pijnlijk proces, maar die ons wel toelaat te evolueren en dingen anders te gaan bezien. Wanneer men in een monogame relatie zit, is dit ‘zelfwerk’ niet mogelijk omdat uiteindelijk de exclusiviteit van de relatie inhoudt dat men zich nooit alleen terug zal vinden.

En toch, zelfs in een exclusieve relatie is jaloezie vaak aanwezig.

Ik denk dat polyamoreus zijn een echte verrijking inhoudt op dat niveau. De dag van mijn 40ste verjaardag heb ik mijn twee geliefden voorgesteld aan al mijn vrienden, met als gevolg de hele avond bezig te zijn geweest met het beantwoorden van vragen.

Ik heb kunnen vaststellen op welk punt mijn situatie de aandacht trok en zelfs het verlangen van mijn entourage verhoogde. Er is dus zoveel te leren van polyamoreuzen… Het is echt waard eens te stoppen en eens verder te zien wat ergens anders wel kan.

Plus d’info sur les polyamoureux ?

Surfez sur : www.polyamour.be Meer info over polyamoureuzen ?

Surf naar : www.polyamour.be

To be Polys Être polys, c’est : La conviction qu’il n’y a pas qu’un seul modèle de relation amoureuse valable, chacun ayant la liberté de créer le modèle qui lui convient.

L’idée qu’il est possible d’aimer plusieurs personnes en même temps sans qu’il ne faille retrancher à l’un ce que l’on donne à l’autre, dès lors que notre capacité à aimer se trouve généralement augmentée au fur et à mesure du développement de nos relations.

La volonté de s’offrir à soi-même, ainsi qu’à son (ses) partenaire(s), la possibilité de créer et d’entretenir simultanément avec une ou plusieurs personnes des liens et relations durables, qu’ils soient de nature amicale, affective, intellectuelle, amoureuse et/ou sexuelle (ces éléments pouvant se cumuler ou non).

Un état d’esprit d’ouverture aux rencontres et aux relations, à la découverte d’autres univers, avec le souhait de laisser la porte ouverte aux potentialités, en s’autorisant à aimer si l’envie survient.

Une nouvelle relation peut s’additionner aux relations plus anciennes sans nécessairement les chasser et les remplacer; les différentes relations pouvant s’additionner sans être concurrentes, se compléter et s’enrichir mutuellement de leurs différences.

Le respect du caractère changeant des rythmes et des cycles du désir, permettant d’admettre qu’un creux dans une relation peut être temporaire et n’entraîne pas nécessairement sa fin.

Le souhait de maintenir des relations sur la durée, tout en acceptant leur impermanence, c’est-à-dire le fait que la nature et l’intensité de ces relations ne sont pas figées mais évolueront et se transformeront naturellement avec le temps.

Une vision pleine d’innocence, de gaîté, de légèreté et d’absence de culpabilité de ce que sont les échanges amoureux, avec l’idée que les relations sexuelles peuvent être un mode privilégié de rencontre et de communication.

Version complète sur www.polyamour.be

36 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 36

16/09/12 21:46

rbt n째49 september 2012 /37

RBT NEW 09-12.indd 37

16/09/12 21:46

Ladyfest Berlin

FEMINISM NOW !!!!!

LAD.I.Y.FEST Berlin 2012 Text Fred Arends

I

ssues de la troisième vague féministe1, les Ladyfest sont nées aux Etats-Unis dans les années 90 à la suite de l’émergence de mouvements culturels radicaux comme le Riot grrrl et caractérisées par un D.I.Y. (Do It Yoursel) passionné. Marquées par la volonté de s’approprier des espaces majoritairement et traditionnellement dominés par les hommes (espaces publics, publicité, espaces politiques, etc), les Ladyfest se focalisent surtout sur les disciplines artistiques et essaient de donner un espace autonome où les femmes artistes peuvent performer musicalement ou d’autres manières, sans devoir faire de compromis artistique ou idéologique à l’industrie du showbusiness, et sans devoir subir le machisme attribué à certains groupes rock et punk.

La dernière édition de la Ladyfest berlinoise a fait preuve d’un mix détonnant et parfois éprouvant entre concerts, musiques, ateliers et vidéo. Les activités se déroulaient principalement à l’accueillant K-Fetish (mais pas fétichiste !) et la première journée a été marquée par une présentation de l’association Discover Football qui travaille à l’émancipation des femmes par la pratique du foot en organisant notamment des compétitions internationales et en faisant venir jouer des femmes du Maghreb et du Moyen-Orient.

la simple condamnation des violeurs mais remet en question un système sociétal qui prépare le lit de telles agressions, du harcèlement verbal à l’abus sexuel, et nous pousse à interroger nos propres représentations et celles de nos communautés queers.

Mais les Ladyfest, ce sont aussi des sensations joyeuses et de la Musique avec la soirée Search & Destroy et les performances rêches de V for Vagina au mythique Schwuz et surtout la nuit de concerts au SO36 avec, en tête, les copines bruxelloises de Hands Up Boys ! Ainsi qu’une exposition Queere Barbies au titre plus qu’évocateur (voir photo) Si le DIY a parfois des ratés surtout en matière de films, les courtsmétrages proposés plongeant trop souvent dans le bricolage lourdingue, il apporte une énergie et un échange de savoirs et de compétences souvent inédits. Non-mixte, je n’ai pas pu ramener les secrets de l’atelier Bikesexual: vegan DIY sextoys, mais je vous laisse fantasmer librement et féministement !! www.ladyfest.net www.queerebarbies.com www.discoverfootball.de 1 Définie notamment par l’importance accordée à la diversité au sein des

Un moment important et sans doute le plus prenant a été l’atelier consacré à la culture du viol. Déconstruisant les codes machistes et sexistes à l’œuvre dans nos sociétés et qui tendent à « naturaliser » le viol et à le « banaliser », cette intervention dépasse

groupes, à une meilleure visibilité des femmes considérées comme doublement marginalisées ou stigmatisées – femmes de couleurs, autochtones, lesbiennes, prostituées, transsexuelles, handicapées, ou encore les femmes grosses, pour ne nommer que ces groupes.

38 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 38

16/09/12 21:46

RBT NEW 09-12.indd 39

16/09/12 21:46

Chavela Vargas

“Denk aan mij”...

Chavela Vargas.

TEXT erwin carlier

Vlaanderen heeft zijn Kate Ryan, onze franstalige vrienden hebben Dalida of Sylvie Vartan, Italië zijn Patty Pravo, de Angelsaksische landen doen het in dit departement bijzonder goed: van Judy Garland tot Lady Gaga en alles ertussenin: ieder land heeft zo wel zijn Gay Icon, bij voorkeur een vrouw. Hoewel minder bekend in Europa, heeft Chavela Vargas als latijnsamerikaans symbool een paar voeten voor: er is een pak minder discussie over haar artistieke kwaliteiten én ze was zelf lesbisch. Ik zeg ‘was’, want helaas is zij op 5 augustus overleden.

Voor wie haar muziek niet kent: een aanrader. En hoogstwaarschijnlijk zal je zeker een aantal van haar songs herkennen, al was het maar uit de films van Almodovar, een grote fan van haar. Wie ‘Tacones Lejanos’ gezien heeft, zal zich ongetwijfeld nog ‘Piensa en mi’ herinneren. Of Luz de Luna, uit ‘Kika’. Vargas speelde trouwens ook een gastrol in ‘El flor de mi secreto’ van Almodovar.

Ze schreef zich in de Mexicaanse Rancheratraditie in, zoals bijvoorbeeld ook Maria de Lourdes, maar in tegenstelling tot die laatste, ging ze ook haar inspiratie buiten de folklore zoeken, en kwam ze zo bijvoorbeeld terecht bij Garcia Lorca, één van de belangrijkste Spaanstalige poëten en trouwens ook een aanrader (en hijzelf was ook gay).

Het ranchera-genre was in principe een mannenaangelegenheid.

En het was niet enkel in haar muzikale keuzes dat ze de grenzen overstak. Ze rookte sigaren, ging gekleed als een man en ging op stap met een pistool. Toch in haar jeugdjaren. Op haar 81ste gaf ze toe dat ze lesbisch was. Daarvoor gonsde het ook al, met onder ander een gerucht dat ze een affaire had met Frida Kahlo, toen die nog getrouwd was met Diego Rivera.

Rebel en anticonformiste: met Chavela Vargas verliezen we niet enkel een icoon, maar een strijder én een uitstekende artieste.

40 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 40

16/09/12 21:46

RBT NEW 09-12.indd 41

16/09/12 21:46

Agenda

Code : Bar@MAC : deze vereniging komt samen in het café van het Regenbooghuis / Cette association se réunit au bar de la Maison Arc-en-Ciel.

Tout le monde le bien venu.

Iedereen welkom. Everybody welcome

20

september

>> CHE – Soirée poker www.che-ulb.be

22

september

>> 15 jaar BASTA in het Regenbooghuis: vanaf 10uur www.bastabrussel.be >> CHE – découverte du quartier gay de Bruxelle: www.che-ulb.be

23

september

>> Egow – bbq in the countryside http://egow.spruz.com

26

september

>> English Speaking Group of Women Bar@MAC

27

september

>> CHE – Bowling www.che-ulb.be >> Merhabar – Bar@MAC >> Rainbows United – @MAC www.rainbowhouse.be

29/30

september

>> Weekend parisien : spectacle et temps libre www.arc-en-ciel-bxl.be

29

september

>> Omnia – Bar@MAC

30

september

>> Basta bezoek aan brouwerij Timmermans www.bastabrussel.be >> Egow Bikeride http://egow.spruz.com >> HIV-café@MAC www.rainbowhouse.be >> Verzusteringswandeling Hallelesbienne en De Madam www.hallelesbienne.be

1

october

>> Basta – bar@MAC

3

october

>> Polyamour – bar@MAC

4

october

>> Genres pluriels – bar@MAC

5

october

>> Réunion de prière http://home. scarlet.be/ccl.be/agenda.htm

6

october

>> Filmvertoning van de Brusselse Holebisenioren >> Brussels Gay Sports – Bar@MAC >> Genres pluriels Atelier DragKing www.genrespluriels.be

7

october

>> Café littéraire : Une lointaine Arcadie” - Jean-Marie Chevrier www.arc-en-ciel-bxl.be

10

october

>> Basta – bar@MAC

11

october

>> Cercle Homo Etudiant – bar@MAC >> Diner du Belgian Business Association – onderwerp: ”De World Outgames in Antwerpen in 2013, wat weet jij er al van ?’’ www.belgianba.be

12

october

>> Genres pluriels – atelier de féminisation www.genrespluriels.be >> Jeux de société: Carcassone www.arc-en-ciel-bxl.be

13

october

>> Château de Warfusée et Collégiale de Huy www.arc-en-ciel-bxl.be >> Genres d’à côté – bar@MAC

42 / rbt n°49 september 2012

RBT NEW 09-12.indd 42

16/09/12 21:46

Agenda

14

october

>> Cylclo – Les environs de Louvain www.arc-en-ciel-bxl.be >> Long Yang Club – bar @MAC

17

october

>> Fuchsia – bar @MAC

19

october

>> Activ’elles – bar @MAC

20

october

>> Genres pluriels – Groupe de parole pour les personnes Trans* www.genrespluriels.be >> Girls In the House >> Randonnée : du Musée d’Afrique centrale au Musée du Tram par la fôret de Soignes www.arc-en-ciel-bxl.be

21

october

>> Genres pluriels – Atelier Vidéo trans’ www.genrespluriels.be

24

october

>> English Speaking Group of Women – bar @MAC

25

26

october

>> Dykes ‘n Girls – Bar@MAC

27

october

>> Omnia – Bar @MAC

28

october

>> HIV-café@MAC www.rainbowhouse.be >> Babel et Fables du Paysage Flamand – Bozar www.arc-en-ciel-bxl.be

2

november

>> Réunion de prière http://home.scarlet.be/ccl.be/ agenda.htm

8

november

>> Pink Screens Film Festival www.gdac.org

9

november

>> Jeux de société: Citadelles www.arc-en-ciel-bxl.be

10/25 >> L-week 2012

november

october

>> Rainbows United @MAC www.rainbowhouse.be >> Merhabar – Bar@MAC

rbt n°49 september 2012 / 43

RBT NEW 09-12.indd 43

16/09/12 21:46

RBT NEW 09-12.indd 44

16/09/12 21:46