4 minute read
Gemeente Hardenberg
Internationaal transportbedrijf Viskaal: ‘happy’ in Balkbrug
‘Als ‘echte Balkenezen’ zagen wij ons mooie dorp Balkbrug niet alleen als onze thuisbasis waar we geboren en getogen zijn en heerlijk wonen, we wilden óók de dorpsgrenzen niet over met onze onderneming. Daarom wilden wij heel graag dat de gemeente Hardenberg een bedrijfsterrein zou creëren van waaruit wij ons groter groeiend bedrijf konden runnen. Toen de gemeente in 2014 die mogelijkheid bood, waren wij de eerste ondernemers die daar met 7.000 vierkante meter ons bedrijf uit konden breiden. Heel blij waren we daarmee. En een paar jaar later kochten we er nog eens meters bij.’
Jos Dekema, neef van oprichters Marc en Carla, vertelt het met enthousiasme. De tientallen vrachtwagens met containers die het bedrijf zélf bezit en de honderden ingehuurde chartervervoerders passeren dagelijks met het containervervoer de grens naar menig buitenland. Maar Jos is erg blij dat hij bij wijze van spreken op zijn fiets naar het familiebedrijf kan en de dorpsgrens niet over hoeft. Toen ik mijn vrouw ontmoette, heb ik vriendelijk gevraagd of ze in Balkbrug wilde komen wonen. Want ik heb het hier erg naar mijn zin!’
Viskaal Transport is opgericht in 1998 door Marc en Carla Viskaal en heeft zich sindsdien ontwikkeld tot een toonaangevende transporteur uit Balkbrug. Op het bedrijventerrein Katingerveld zijn de werkplaats, wasstraat en kantoren gebouwd waarvandaan zij de werkzaamheden uitvoeren. Ooit begonnen zijn oom en tante met 1 vrachtwagen, en namen ze een transportbedrijf uit Meppel over en vroegen ze hun neef, toen die net afgestudeerd was in de informatica, om te helpen het bedrijf verder op te bouwen en er ‘iets moois’ van te maken.
Handel door knaagkevers en ingezameld plastic
En, ‘iets moois’ is het geworden. Het bedrijf vervoert gemiddeld 500 containers per week. Vaak zijn dat door knaagkevers aangetaste boomstammen uit Duitsland, die via de haventerminals in Rotterdam of Antwerpen naar China vervoerd worden. Die handel verwacht Jos nog wel even voort te zetten, want het knaagkevertje tiert welig in de bossen in Duitsland.
De handel met China is overigens niet nieuw, Viskaal Transport was het eerste bedrijf in de wijde omtrek dat met China handelde. Dat startte in 2007. Op een dag parkeerde ‘een onbekende Chinees’ zijn oude auto bij het bedrijf op de stoep. In gebrekkig Engels, met handen en voeten, maakte hij duidelijk dat hij Viskaal transport wilde inhuren om plastic te vervoeren naar zijn thuisland. Jos sloot het contract met hem af, waarna het vervoer met twee, en al gauw met veertig containers per week plaatsvond. De chauffeurs af en aan naar de vele gemeentelijke reinigingsdiensten in het land, om het ingezamelde plastic over te laten hevelen naar de containers. De vrachtwagens vertrokken vervolgens naar de havens in Rotterdam en Antwerpen, waar de containers op de schepen geladen werden voor vertrek naar China. Het jaar erop bezocht ‘de Chinees’ het bedrijf nogmaals, ditmaal kwam hij met een nieuwe Mercedes. Dat de samenwerking met Viskaal hem geen windeieren had gelegd, was duidelijk. En ook voor Viskaal was het jarenlang
een exotische vette vis aan de haak. Jaar na jaar floreerde de handel in plastic als grondstof voor de fabricage van producten in China en had de Balkbrugse transporteur een grote basis van inkomsten. Toen China de grens sloot voor import van plastic uit het buitenland, kwam Vietnam in beeld, waar het plastic als grondstof nog wel welkom is.
Bedrijfsvoering, stuurmanskunst en de toekomst
‘De dagplanning voor het goederenvervoer is elke dag een strijd’, zegt Jos. Met vijftien eigen vrachtwagens en chauffeurs én alle handel die naar ons toekomt, moeten we elke dag het juiste aantal charters (freelance vrachtwagenchauffeurs met eigen vrachtwagen) inhuren, en vraag, transport en aanbod op elkaar afstemmen. Een hele klus, zeker als je zo’n 60 wagens per dag hebt rijden. Mijn vrouw zegt wel eens: ‘Als jij hier ooit mee zou stoppen, dan is een baan in de verkeerstoren van Schiphol wel een goede voor jou. Die planning is ongetwijfeld vergelijkbaar.’
In de loop der jaren heeft niet alleen Jos het familiebedrijf van zijn oom en tante versterkt, ook zijn neef Delwin, zoon van de oprichters Marc en Carla, werkt er inmiddels met plezier. Loopt niemand elkaar dan voor de voeten, met drie directeurs? Jos lacht: ‘Als er drie kapiteins op één schip zijn, dan moet het wel een grote boot worden, en daar is voor gezorgd. En het moet voor iedereen duidelijk zijn waar ‘ie verantwoordelijk voor is en iedereen heeft zijn of haar eigen stuurmanskunst. Mijn oom is algemeen directeur en regelt het werk op de werkplaats. Hier doen we het onderhoud van de vrachtwagens en het onderhoud voor wagens van derden. En niet te vergeten, óók de handel in banden. Mijn tante Carla is verantwoordelijk voor de administratie en facturatie. Delwin is inmiddels apk-keurmeester in de werkplaats, weer een geheel andere tak van sport. Onze wasstraat voor vrachtwagens en luxewagens verhuren we inmiddels aan een van onze buren, op het terrein.’
Duidelijk is dat het bedrijf in de afgelopen jaren flink is gegroeid. Het doel van de bedrijfsvoering is volgens Jos echter niet om te groeien, maar wél om je klanten van dienst te kunnen zijn. ‘ En als je kansen krijgt, dan moet je ze pakken. Zo wordt het bedrijf gestaag groter.’ \