Wat kunnen voorjagers leren van: Kees Tinga, hoofdinstructeur geleidehonden KNGF

Page 1

honden

honden

Wat kunnen

voorjagers leren van…

In deze driedelige serie gaan we op zoek naar praktische tips voor voorjagers. Wat kunnen we leren van instructeurs in andere disciplines van de ‘hondensport’? In de eerste aflevering Kees Tinga, werkzaam voor KNGF Geleidehonden.

Kees Tinga hoofdinstructeur geleidehonden KNGF

Als jochie ging je al mee drijven, hoorde ik. ‘Vorig jaar kreeg ik een gouden speld, omdat ik al veertig jaar lid ben van de Jagersvereniging. Ik ging vaak mee met een buurman, die jaagde in de Wieringermeer. Later ging ik drijven in de Noordoostpolder. Op mijn 22ste heb ik mijn jachtdiploma gehaald. Sindsdien jaag ik, en daar hoort een hond bij.’

Investeer gericht in datgene waarvoor je je hond later wilt gebruiken

Vergelijk de training van jachthonden van toen eens met nu. ‘Het is allemaal sterk geprofessionaliseerd. Het niveau van de training ligt veel hoger. In het verleden hing de jachthond er in zekere zin maar een beetje bij. Waar ik al jaren voor pleit, is dat mensen - en dat geldt in feite voor elke hondenbezitter goed bij zichzelf te rade gaan waarvoor ze hun hond willen gebruiken, alvorens een pup aan te schaffen. Op een van de jachtcursussen zei een docent tegen mij: “Je moet altijd kijken waar de hond oorspronkelijk voor gefokt is”. Waar hij gekscherend aan toevoegde: “En uit welk land hij komt”. Maar die woorden snijden wel hout. Zelf heb ik “werkcockers”. Die komen uit werklijnen. Leuke, sociale honden. Maar je moet ze niet achter de kachel laten liggen, want dan raakt zowel je hond als jijzelf gefrustreerd.’ Het KNGF kiest overwegend voor Labrador en Golden Retrievers. Wat maakt deze apporterende rassen bij uitstek geschikt voor de jacht en voor het geleiden van blinden? ‘Hun sociale karakter. Sociaal naar soortgenoten en sociaal naar mensen. Plus de samenwerking met de baas. Daarmee bedoel ik: deels luisteren naar de baas en deels eigen initiatief tonen. Bij het KNGF kiezen we, vanwege temperament en neusgebruik, niet voor honden uit zuivere werklijnen. Vanuit het oogpunt van de hond is geleidewerk wat “saaier”, zou je kunnen zeggen, en bij temperamentvolle honden loop je dan de kans dat zij zich gaan vervelen.’

Tekst Eimer Wieldraaijer Foto’s Arista fotografie (jachthonden) en KNGF Geleidehonden

34

De Jager  #4 - maart 2017

Kees Tinga (1958) trad in 1988 in dienst bij het KNGF als geleidehondeninstructeur. Inmiddels is hij bij de in Amstelveen gevestigde organisatie opgeklommen tot hoofdinstructeur. Sinds 2007 accrediteert hij voor de International Guide Dog Federation over de hele wereld blindengeleidehondenscholen. In zijn vrije tijd traint hij jachthonden. Ook is hij als keurmeester betrokken bij jachthondenproeven. De ideale persoon dus om te vragen welke tips hij, op basis van zijn jarenlange expertise in het trainen van werkende honden, heeft voor voorjagers.

Zie je parallellen tussen voorjagers en geleidehondenbezitters? ‘De een kan meer dan de ander. Sommigen hebben het hondenwerk van nature in de vingers, anderen niet. Voor honden geldt hetzelfde: je hebt talentvolle en minder talentvolle honden. Ook de combinatie is niet altijd optimaal. Als iemand slechts enkele keren per jaar twee of drie eenden schiet, is het de vraag of hij een “working Labrador” moet nemen. Zelf heb ik een jonge hond van negen maanden waarmee ik wedstrijden wil lopen en jagen. Dat vereist inzet, ook van mij. Het geweer blijft in eerste instantie dan thuis, regelmatig gaan we een driftje meelopen, om zo steadiness op te bouwen. Meestal wordt de hond te snel mee op jacht genomen en moet de voorjager zijn aandacht verdelen tussen geweer en hond. Ten gevolge van een trainingsfout zie je dat honden inspringen, wat bij mij zelf ook is gebeurd. Gericht investeren in datgene waarvoor je je hond later wilt gebruiken, daar gaat het om.’

Jubileumboek Vorig jaar verscheen het boek ‘Vooraan!’, Honderd jaar blindengeleidehond, van Kees Tinga en Ad Bakker. Het rijk geïllustreerde boek kent een thematische opbouw en beschrijft de belangrijkste ontwikkelingen in de relatie tussen de blinde en zijn geleidehond. Mede dankzij de vele anekdotes en het beeldsterke karakter een aanrader. Vooraan!, uitgeverij Boom, 160 pagina’s, prijs: € 22,50

#4 - maart 2017  De Jager

35


honden

honden Je hebt twee keer een presentatie gegeven voor jagers waarin je hen tips aanreikt op grond van je ervaring als instructeur van geleidehonden. Eerste aanbeveling: bereid je goed voor, zowel qua theoretische als praktische kennis. ‘Voor elke hondenbezitter en dus ook voor de jager geldt: leer het gedrag van je hond lezen, volg cursussen, verdiep je in leermethodes. Ook als je denkt dat je het allemaal wel weet, want inzichten veranderen. Voorheen geloofden we in de dominantietheorie en het gebruik van de slipketting. Mijn advies: oriënteer je vooraf bij clubs. Waar ga je trainen, hoe ga je trainen? Op welke manier wil je je training opbouwen? Praat met cursisten, doe je voordeel met hun ervaring. En besef: iedereen gaat in het begin op z’n gezicht, dat is mij ook gebeurd, maar al doende leer je van je fouten.’

Leer te vertrouwen op je hond en diens capaciteiten, is dat ook een parallel die je ziet bij de blinde en de voorjager? ‘De hond heeft goed functionerende ogen die zijn blinde baas niet heeft. Dus moet die baas zijn hond in dat opzicht leren vertrouwen. Dat kun je vergelijken met de neus van de hond die veel meer waarneemt dan de jager. Deze mag dat neusgebruik van de hond wel een beetje bijsturen, maar hij moet er ook weer niet te veel op ingrijpen. Ook dat bedoel ik met je hond leren lezen. In het veld moet je jezelf afvragen: gaat mijn hond nu niet te ver, loopt hij voor zichzelf te werken, is hij mij vergeten of zit hij nog steeds op het juiste spoor? Pieter Rooijakkers, die vorig jaar is gestopt als keurmeester, zei ooit tegen me: “Je moet altijd de balans zien te vinden tussen initiatief en appel.” Dat is in wezen exact hetzelfde “spelletje” dat wij bij het KNGF spelen.’ Bij het KNGF zijn jullie ver als het gaat om het professionaliseren van de fokprogramma’s voor geleidehonden. Kan de jachtwereld daarvan leren? ‘We zouden in jagersland meer op gezondheid moeten letten. Tegenwoordig gaat het al wat beter, er wordt scherper op gelet, maar ik pleit ervoor de genenpoule groter te maken dan deze

nu is. Met name goede werkreuen uit Engeland worden nog keer op keer gebruikt. In sommige gevallen meer dan honderd keer. Dat is zorgwekkend. Ga iets meer in de breedte fokken. Zoek honden uit die niet tot de absolute top behoren, maar die daar net onder zitten. Te vaak staren mensen zich blind op stambomen.’ Hoe belangrijk is socialisatie van de pup? ‘Heel belangrijk. Het begint er al mee of je je toekomstige pup bij de fokker in een gezinssituatie aantreft of in een kennel. Eenmaal bij jou thuis is het belangrijk dat een hond leert omgaan met allerlei situaties. Neem hem mee naar een winkelcentrum. Als je je hond vertrouwd maakt met onbekende situaties, wordt hij belastbaarder. Dan gaat hij beter om met onverwachte omstandigheden. En wat de jachttraining betreft: begin met een speels apportje thuis. Of trek even een spoortje langs de singel, als je op de terugweg naar huis een aangereden eend op de dijk ziet liggen. Maar overdrijf niet, want vaak willen we te snel en te veel. Zet kleine stapjes. Ook daar geldt: zoek naar de balans, kijk naar het doel waarvoor je hond bestemd is. Om die reden doe ik met mijn Cocker geen trekspelletjes.’

Jij moet de hond leren lezen. Geldt dat omgekeerd ook? ‘Zeker. Al zeg ik er dit bij: die hond leest jou misschien beter dan jij hem. Wij mensen willen te veel controle. Ooit was ik in het duin aan het jagen met mijn eerste Spaniël. Die hond was hard aan het werken, joeg onder de doorns door. En ik stond maar met die fluit in mijn mond, klaar om in te grijpen. Komt er een ervaren jager naar me toe. Die pakt de fluit uit mijn mond en zegt: “Kijk nu eerst eens naar je hond.” Dat zijn lessen die je nooit vergeet en die ik ook bij het KNGF nog altijd gebruik. Laat die hond gaan, vertrouw op wat hij van nature heeft. Grijp niet meteen in, want stel dat hij dat punt op die fazant maakt en jij fluit hem terug. Brei dat dan maar recht. Anders gezegd: wees soms blij dat je hond eigenwijs is.’ Moet je af en toe ook een klein stapje terug durven zetten? ‘Zelfs een grote stap terug. Mensen denken: mijn hond kan apporteren. Totdat die hond het een keer niet zo goed doet, en dan worden mensen soms boos. Niet doen. Als voorbeeld noem ik mijn eigen hond. Die is nu negen maanden en gaat puberen. Dat hoort erbij. Dan zetten we een stapje terug, omdat ik wil dat hij resultaat heeft, want dat is zijn beloning. Dus doen we even geen “verloren zoek” maar opnieuw die simpele oefeningen in het zicht, met een dummy. Ga elkaar niet frustreren, want dat werkt averechts.’

De hond leest jou misschien beter dan jij hem

Meestal wordt de hond te snel mee op jacht genomen

36

De Jager  #4 - maart 2017

#4 - maart 2017  De Jager

37


honden

Welke tips zou je de voorjagers nog meer willen aanreiken? ‘Controleer of je hond de oefening begrijpt. Een voorbeeld: in de jachthondensport wordt bij “verloren zoek”, conform het reglement, doorgaans op veertig meter getraind. Maar leg die eend of gans nou eens dichterbij of verder weg. Begrijpt je hond het dan nog steeds? Check of je hond de oefening daadwerkelijk doorheeft. Bij geleidehonden doen we dat met behulp van een donkere bril, zodat je als instructeur niet ziet wat er om je heen gebeurt. En wees je bewust van je lichaamstaal. Misschien vertel je daarmee wel een ander verhaal dan met je mond. Nog een tip, waarmee ik zeker niet wil zeggen dat ik de wijsheid in pacht heb: leer omgaan met je frustraties en reageer je niet af op je hond. Ik zie dat nog steeds tijdens trainingen of zelfs vóór een proef. Niet verstandig, want daarmee zet je van tevoren extra druk op je hond. Natuurlijk maak ik zelf ook mee dat mijn hond dingen doet waarmee ik niet blij ben. Dan kun je hem beter aanlijnen en stoppen en de proef niet nog een keer

38

De Jager  #4 - maart 2017

Zie je hond niet louter als instrument, maar als je maatje doen. Vergeet niet dat je hond het ook leuk moet vinden. Zie je hond niet louter als instrument, als hulpmiddel dat voor je apporteert, maar zie hem als je maatje.’ Al doende leert men. ‘Het is inderdaad een proces waarin je met vallen en opstaan progressie boekt. Ervaring verrijkt. En hou je vakbladen bij. Laatst stond er een mooi artikel over clickeren in De Jager. Dat stuk ging over nieuwe inzichten. Niet dat vernieuwing op zich heilig is, maar sta er wel voor open. Daag jezelf uit, zoek de grens op, stap over je schaduw heen. In mijn ogen heeft de Jagersvereniging daar een voortrekkersrol in.’ •


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.