Dj15 2015 wilde eend in de war door janneke razenberg

Page 1

ecologie

ecologie

WILDE EEND IN DE WAR?

Toegenomen: de krakeend

Foto: Jan van der Greef

De wilde eend is zonder twijfel de meest bekende watervogel. De eend dobbert in zeer grote aantallen rond in boerensloten, kanalen en plassen. Wie in de polder staat en wordt gevraagd hoe het met de wilde eend gaat, komt snel tot een conclusie: prima! Maar wie met zijn neus in de getallen duikt, neemt iets anders waar. Sinds de jaren negentig neemt de wilde eend als broedvogel in Nederland in aantal af.

Het begin van een zoektocht naar de oorzaak van aantalsverandering

Tekst Janneke Razenberg

O

pvallend is dat de krakeend als broedvogel juist toeneemt’, vertelt Wim Knol, ecoloog van de Jagersvereniging. SOVON Vogelonderzoek en het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) werken aan een kennisoverzicht van wilde eend, krakeend, kuifeend en tafeleend in Nederland en omringende landen. De Jagersvereniging draagt daar aan bij. Eind dit jaar moet het kennisrapport voor het Faunafonds gereed zijn.

Systematische tellingen

Foto: Michael Migos

12

De Jager  #15 - juli 2015

Het tellen van watervogels kent een lange traditie. Al vanaf de jaren zeventig wordt er in Nederland systematisch geteld: zowel wintertellingen als broedvogeltellingen. De resultaten hiervan worden in trendgrafieken weergegeven. Eens in de 15 jaar wordt landsdekkend geteld. Afgelopen twee jaar was er een nieuwe ronde waarvan de resultaten in 2016 worden gepubliceerd. SOVON schatte in 2000 de broedpopulatie wilde

#15 - juli 2015  De Jager

13


ecologie

ecologie

Foto: Erik van Til

aantallen voor. Sinds de jaren zeventig is het aantal krakeendkoppels enorm toegenomen: van 800 broedparen in 1975 tot bijna 7000 koppels in 2000. Naar schatting zijn dit er nu circa 20.000. Foto: Anthony van de Loo

Wie veel in het veld komt weet dat er veel jonge eenden sneuvelen

eenden in Nederland op 350.000 tot 500.000 broedparen. Steekproeftellingen geven aan dat het aantal broedparen in Nederland sinds 1990 met circa 20% is gekrompen. Elders in Europa zien we dat niet. Ook overwinterende wilde eenden nemen sinds 1990 in ons land af. Tussen 2005 en 2010 werd het aantal overwinteraars geschat op gemiddeld 600.000. Knol: ‘Maar als je verder terug gaat, dan zie je dat de huidige winterstand vergelijkbaar is met die in de jaren zeventig. Het is de vraag hoe ver je terug in de tijd moet gaan om te kunnen zeggen of het beter of minder gaat met een soort.’

Succesvolle biotoopgenoot Terwijl de wilde eend een dalende trend laat zien, gaat het met zijn biotoopgenoot - de krakeend - juist opwaarts. De krakeend bestaat net als de wilde eend uit twee populaties: een van broedvogels en een van wintervogels. Als broedvogel is de krakeend vrij algemeen en als doortrekker komt hij in grote

14

De Jager  #15 - juli 2015

Vier factoren Is de krakeend de concurrent die de wilde eend terugdringt? Of heeft dat niets met elkaar te maken, maar veroorzaakt klimaatverandering of toenemende predatie de aantalsverandering? Wie het weet mag het zeggen: de onderzoekers krabben zich nog achter de oren. Er wordt gekeken naar vier factoren: klimaatveranderingen, biotoop, voedsel en afschot. Een aandachtspunt is ook de overleving van pullen, het nestsucces. Wie veel in het veld komt weet dat er veel jonge eenden sneuvelen. Meer predatoren, minder voedsel of minder dekking? Telgegevens uit andere landen geven zicht op nationale verschillen. Knol: ‘Effecten van klimaatverandering zouden we bijvoorbeeld terug moeten zien in andere Europese populaties. Dat is dan vervolgens ook weer merkbaar in onze wintervogelpopulatie, deze bestaat vooral uit eenden uit Scandinavië, Rusland en Oost-Europa.’ Naast het vergelijken van Nederlandse data met die van andere landen, kijken de onderzoekers ook naar trends in de populatieontwikkeling van twee andere zoetwatereenden. ‘De tafeleend en kuifeend zijn in dezelfde periode achteruit gegaan als de wilde eend’, vertelt Knol. ‘Het enige verschil tussen de drie is dat de wilde eend bejaagd wordt en de twee andere niet. Blijkbaar leidt het stopzetten van de jacht op beide duikeenden in 1996 niet tot een toename van de aantallen. Dat duidt erop dat andere factoren van veel grotere invloed zijn.’

Stopzetten van de jacht op kuif- en tafeleend heeft niet geleid tot een toename van aantallen Ringgegevens In de warrige brij van suggesties en ideeën moet het samenbrengen van tellingen, ringgegevens en afschotcijfers enig houvast bieden. SOVON beschikt over wintertellingen vanaf 1975 en broedvogeltellingen vanaf 1990. Het NIOO-KNAW (het voormalige vogeltrekstation) heeft daarnaast nog ringgegevens die zeker zestig tot zeventig jaar terug gaan in de tijd. Deze ringen zijn vooral aangebracht in eendenkooien. ‘Met langjarige ringgegevens kun je ook iets zeggen over overleving’, aldus Knol. ‘Dat geldt echter niet voor kuif- en tafeleend omdat daarvan te weinig vogels zijn geringd. Door ringresultaten te vergelijken met die in het buitenland is mogelijk te achterhalen of de overleving hier anders is dan elders.’

die vele malen gedetailleerder zijn. Het liefst is het geslacht en de leeftijd bekend, net als op welke hectare de vogel is geschoten en op welke dag van welk jaar. Voor ringgegevens geldt hetzelfde. Deze data waren oorspronkelijk bedoeld om uit te vinden waar de vogels in de zomer en winter blijven en langs welke routes ze trekken.’ Hij vervolgt: ‘Met de jaren komen er echter hele andere vragen. Je hebt dan wel veel gegevens, maar omdat ze op een specifieke manier verzameld zijn is het niet gemakkelijk om daar de juiste conclusies uit te trekken. Het is het dilemma waar de hele wetenschap mee kampt. De truc is om een manier te vinden waarop dat wel lukt, aangevuld met veldkennis en ervaring.’

Afschotcijfers Vanuit de Jagersvereniging worden afschotgegevens geleverd om de rol van afschot te onderzoeken. Knol: ‘Aan de hand van cijfers uit de WBE databank is te zien dat al vanaf 1980 het aantal geschoten eenden is afgenomen. Dat lijkt goed te sporen met de praktijk dat jagers proportioneel oogsten. Meer bij hoge dichtheden en minder bij lage dichtheden. Een probleem bij dit soort analyses: je kunt deze getallen niet zomaar bij elkaar vegen. Afschotcijfers zijn nooit verzameld voor wetenschappelijk onderzoek, ze zijn verzameld om inzicht te krijgen in de mate van benutting. Deze data dienen het doel prima, maar wetenschappers willen andersoortige gegevens

Foto: Jan van der Greef

#15 - juli 2015  De Jager

15


ecologie

Trendtellingen van de wilde eend en krakeend als broedvogel en wintervogel op basis van steekproeven (de lichtblauwe lijntjes geven de betrouwbaarheidsintervallen aan)

s Foto: Michael Migo

Uit het veld Zoals Peter Alblas in het vorige nummer van De Jager over de duif al concludeerde, bevat ook de kennis over wilde eenden grote gaten. ‘Zo zitten er gaten in de ringgegevens van wilde eenden, omdat het een algemene soort is waar soms weinig aandacht voor was. Onderzoekers en beleidsmakers zijn vooral geïnteresseerd in soorten waarmee het slecht gaat. Bij wilde eenden was en is dit niet het geval’, aldus Knol. Vaak worden soorten niet als spannend genoeg ervaren. ‘Zo hebben vogelaars lange tijd de huismus en spreeuw genegeerd in de tellingen, maar ook soepeenden en exoten. Onzin om die te monitoren, die horen hier niet thuis, was de gedachte. Dat geldt ook voor wilde eenden in stedelijk gebied en parken. Daar is nu meer aandacht voor. Achteraf gezien is dat gebrek aan belangstelling natuurlijk zonde, maar je kunt het niet terugdraaien.’

varinge n Wat zijn uw e r nd? ta me t de ee nde ns Omdat kennis uit het veld waardevol is, roept de redactie u op om uw ervaringen met de lezers te delen.

16

De Jager  #15 - juli 2015

Ondanks dat het geen dekkend beeld geeft, zijn volgens Knol de bevindingen van mensen uit het veld juist zeer waardevol. ‘Ik ben van mening dat we niet alleen naar cijfers moeten kijken, maar ook jagers en vogelaars moeten vragen naar hun veldervaringen. Mogelijk komen we zo onverhoeds op een spoor dat niet uit de tellingen kan worden gehaald. Eind dit jaar moet het onderzoeksrapport af zijn, waarin alle bestaande kennis duidelijk op een rijtje staat. Interessant voor vogelaars én jagers.’ •

Foto: Erik van Til

Bent u van mening dat de wilde eend in uw veld afneemt als broedvogel? En wat is uw indruk van de aantallen overwinteraars? Of ziet u de soort juist in aantal toenemen? Hoe verklaart u deze trends? Welke maat­regelen zijn volgens u effectief om de stand te vergroten? Stuur uw

reactie uiterlijk 30 augustus naar redactie@jagersvereniging.nl o.v.v. ‘Lezersoproep wilde eend’. In een artikel leggen we uw bevindingen naast de resultaten uit het kennisrapport zodra dit is gepubliceerd.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.