reportage
EXOTENBELEID
reportage
Hoe gaat de praktijk eruitzien?
Vorig jaar werd de eerste Europese lijst gepresenteerd met 37 invasieve exoten. In april dit jaar komt er een uitbreiding met een nog onbekend aantal soorten. Hoe staat het met de grensgangers, welke rol kunnen jagers spelen en waarom staat de verwilderde kat er nog steeds niet op?
Tekst Oswin Schneeweisz
H
et aantal uitheemse dieren en planten in ons land is sinds 1900 verveelvoudigd. De teller staat op meer dan 1000 exoten, waarvan een klein deel invasief is in Nederland. En invasief betekent een groot risico op negatieve effecten op mens en natuur. Exoten komen ons land binnen via de wereldwijde handel; ze liften mee in zeecontainers of met ballastwater van schepen, worden meegenomen door vakantiegangers of bewust uitgezet. De meeste exoten redden het niet om zich blijvend te vestigen. Andere weten prima te overleven en de nieuwe leefomgeving zelfs te veroveren, waarbij ze - zoals de Amerikaanse vogelkers - oorspronkelijke struiken verdringen. Was bestrijding voorheen een zaak van landelijke overheden, sinds vorig jaar bemoeit ook Brussel zich ermee en wordt de uitvoering van het beleid gedelegeerd naar provincies. Al is over dat laatste punt het laatste woord nog niet gesproken.
Unielijst
Foto: Paul Dirksen
16
De Jager  #3 - maart 2017
Vorig jaar stelde de Europese Commissie een lijst op met 37 soorten exoten die niet mogen worden verkocht, vervoerd, gereproduceerd, vrijgelaten of verzameld. Van de 37 soorten komen er 26 in Nederland voor. Deze invasieve exoten zijn op de Unielijst geplaatst omdat ze in delen van de EU schade toebrengen (of dat in de toekomst waarschijnlijk gaan doen) aan de biodiversiteit en/of ecosystemen. Ze kunnen ook nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid, veiligheid of economie. Doel is het aantal invasieve exoten terug te brengen tot een nulstand of op zijn minst onder controle te krijgen. Nieuwkomers (exoten die zich nieuw vestigen in een land) dienen uitgeroeid te worden. Zijn soorten al langer in een land aanwezig, zoals bijvoorbeeld de muntjak of de nijlgans, dan is het aan de lidstaat zelf om te beslissen wat er gebeuren moet.
#3 - maart 2017  De Jager
17
reportage
reportage Rosse stekelstaart foto: Erik de Jonge
Als er geen landelijke aansturing komt, mag in de ene provincie straks iets wel en in de andere niet
Samenwerking en een planmatige aanpak sorteren het beste effect bij de bestrijding van muskusratten
risico-inschatting, mogelijk in aanmerking zouden kunnen komen voor plaatsing. Bijvoorbeeld de nijlgans, de wasbeerhond, de Amerikaanse kreeft, de zonnebaars, het Boheemse duizendknoop en de reuzenbalsemien.
Provincies
elbergs) Muntjak (foto: Robert-Jan Ass
Geheel in lijn met de nieuwe Wet natuurbescherming komt de uitvoering vermoedelijk te liggen bij de provincies. ‘Op zich vind ik dat een goede zaak’, zegt Hans Hollander, teamleider land- en zeezoogdieren van de Zoogdiervereniging. ‘Zij staan immers dichter op de problematiek in hun regio dan de Rijksoverheid. Maar er zal toch wel enige landelijke aansturing moeten komen, want anders zitten we binnen de kortste keren met een versnipperd beleid waarbij in de ene provincie iets wel mag en in de andere niet.’ ‘Het ministerie is nu met een aantal werkgroepen aan de slag gegaan. Er is een zogenaamd implementatietraject opgestart’, zegt Johan Cronau, voorzitter van de werkgroep Eliminatie en Beheer en coördinator natuur en faunabeheer bij de provincie Gelderland. ‘Het is allemaal nog in een prematuur stadium. Aan het eind van 2017 moet er meer duidelijkheid zijn over hoe we het gaan aanpakken. Wij denken aan het opstellen van beheerplannen per soort: landelijke beheerplannen waarin de strategie is vastgelegd. De afzonderlijke provincies kunnen daar een uitvoeringsprogramma aan koppelen.’
Praktische bezwaren Prioriteit
De Unielijst is een dynamische lijst. Op basis van risicobeoordeling kunnen er soorten worden toegevoegd. Ook kunnen soorten weer van de lijst afgehaald worden als EU-regulering geen voordelen meer biedt. De eerste lijst - met onder meer de muntjak, de Pallas’ eekhoorn, de wasbeer, de struikaster, de Perzische berenklauw en de rosse stekelstaart - was nog maar nauwelijks gepresenteerd of er klonk al kritiek. Een uitbreiding is dan ook al in de maak en wordt in juni in Brussel besproken. Voor die uitbreidingslijst gaf het ministerie van Economische Zaken, vanuit Nederlands perspectief, de volgende soorten aan: de reuzenberenklauw, het ongelijkbladig vederkruid en de muskusrat. Deze soorten zouden met prioriteit op de uitgebreide Unielijst moeten komen. Daarnaast zijn er een aantal soorten, die op grond van een
18
De Jager #3 - maart 2017
Tussen droom en daad liggen vele praktische bezwaren. Neem het voorbeeld van de wasbeer. Die staat op de lijst en zou dus op grond van de nieuwe Europese regelgeving uitgeroeid moeten worden. Cronau: ‘Natuurlijk kun je proberen die paar wasberen, die nu in ons gebied zitten, te elimineren, maar de vraag is wat voor zin dat heeft. Er komt namelijk nog een tsunami aan wasberen vanuit Duitsland onze kant op. Voor dit soort gevallen moet een strategie worden ontwikkeld. En wat doe je met soorten die overal al aanwezig zijn, zoals de Amerikaanse rivierkreeft? Ik geloof niet dat we ooit in staat zullen zijn die uit onze binnenwateren te verdrijven, dan moet je dus bepalen wat je ambitieniveau is. De Siberische grondeekhoorn kun je gemakkelijk aanpakken, omdat het dier lokaal voorkomt. Bij de nijlgans wordt het een ander verhaal.’ De nijlgans, oorspronkelijk afkomstig uit Afrika, zou je al bijna inheems kunnen noemen. Het dier leeft hier al eeuwen, maar richt
Foto: Meijco van Velzen
Foto: Jaap Vissering
wel schade aan. Cronau: ‘De nijlgans richt inderdaad schade aan, maar nu ook weer niet zoveel dat je de hele soort moet uitroeien. Als dat al praktisch te bewerkstelligen zou zijn. Zo zie je dat elke soort zijn eigen aanpak vergt en dan hebben we het nog niet eens gehad over alle invasieve planten, vissen en insecten. Waarom zou je in het hele land de hoornaar gaan bestrijden? Dat is ondoenlijk. Dan kun je je beter beperken tot die gebieden waar het dier schade aanricht.’
Muskusrat
De bestrijding van de muskusrat heeft laten zien dat een intensieve, uitgebreide bejaging waarbij sprake is van samenwerking en planmatige aanpak het beste effect heeft. ‘Vroeger was elke rattenbestrijder heer en meester in zijn eigen gebiedje’, zegt Dolf Moerkens van de Waterschappen. ‘Vanaf het moment dat we dat hebben losgelaten en zijn gaan samenwerken, waarbij de grenzen
van gebieden er niet meer toe deden, zijn we succes gaan boeken. Zo hebben we de grens van de muskusrat nu een behoorlijk eind weten op te schuiven. De beverrat is zelfs al verdrongen tot aan de grens, al zitten we daar weer met het probleem dat er in Duitsland te weinig aan bestrijding gebeurt. Eigenlijk zouden we toe moeten naar een landelijke vrijstelling voor de muskus- en beverrat, maar daar wordt nog steeds over gediscussieerd. Een ander probleem speelt zich af bij de Amerikaanse rivierkreeften. Voor ons is dat vaak bijvangst. We mogen er echter niets mee doen omdat de minister dat ooit als ruilmiddel heeft weggegeven aan vissers die geen aal meer mochten vangen. Het Ministerie van Economische Zaken zit daar dus heel dubbel in. Om economische redenen wil men dat zo houden, maar vanuit het oogpunt van schadebestrijding is het niet praktisch.’
Draagvlak
Een ander dilemma is het maatschappelijk draagvlak dat uitvoering in sommige gevallen parten zou kunnen spelen. Zo vraagt Sovon Vogelonderzoek Nederland zijn tellers om ook exoten, zoals de rosse stekelstaart te tellen. Een enkele
#3 - maart 2017 De Jager
19
reportage
reportage van de nijlgans zal het effect nihil zijn, die worden immers al in veel provincies bestreden, maar vermelding op die lijst verplicht overheden om iets aan het probleem te doen. Nu zit je nog met de idiote situatie dat in Noord-Holland alle ganzen rond 10 kilometer rond Schiphol geschoten moeten worden, maar van de nijlgans moet je afblijven omdat er geen aanwijzing voor is.’
Jagers
Wasbeer (foto: Werner Nagel )
Welke rol kunnen jagers spelen bij bestrijding en signalering? Hollander: ‘Juist lokale jagers kunnen een belangrijke rol spelen. Zij kennen het gebied immers goed en weten wat er in hun veld rondloopt. Ik denk wel dat er wat betreft signalering een goed informatiesysteem opgezet zou moeten worden, vergelijkbaar met het Fauna Registratie Systeem. Als jagers iets verdachts zien kunnen ze dat meteen in het systeem invoeren, het liefst met foto erbij. Een goed communicatietraject is van groot belang. Dat hebben we gezien bij de muntjak. Vorig jaar hebben we jagers opgeroepen meldingen te doen als er een muntjak was gesignaleerd, maar we kregen zeer sporadisch data binnen en soms betrof het dan ook nog geen muntjak, maar een reekalf. Die ervaringen kunnen we nu gebruiken om het communicatie- en informatietraject te verbeteren. De muntjak is overigens ook een probleemgeval. Door de decentralisatie moet je maar afwachten wat provincies daadwerkelijk gaan doen. Er zijn momenteel nog kleine populaties in Brabant en Utrecht. Op de Veluwe lijkt de populatie uitgedoofd, maar via de Brabantse Wal komen
Er komt nog een tsunami aan wasberen vanuit Duitsland onze kant op Wasbeerhond (foto: Michael Migos)
teller wilde niet meewerken. ‘Wij kunnen niemand iets verplichten’, zegt Andre van Kleunen, senior projectleider ecologie. Van Kleunen: ‘Wij presenteren de feiten zo open mogelijk aan iedereen. Als mensen vervolgens uit principiële overwegingen niet mee willen werken staan ze in hun recht. Het gaat hier echter om individuele gevallen. Wij leveren nog steeds de noodzakelijke informatie. De stand van de stekelstaart is de laatste jaren stabiel. Dat blijkt uit professionele tellingen die we de afgelopen jaren hebben uitgevoerd. Er zijn momenteel zo’n zestig vogels geteld in de wintertelling. Sinds begin 2000 zijn de aantallen wat teruggelopen. Voor die periode zag je een duidelijke toename en werden er jaarlijks zo’n 100 exemplaren geteld.’
20
De Jager #3 - maart 2017
Willekeur
Het probleem bij de stekelstaart is dat ze zich vaak in gebieden van terreinbeherende organisaties (TBO’s) bevinden, in parken en vijvers dichtbij de bebouwde kom. ‘Wij hebben nu goede ervaringen opgedaan door samenwerking met BOA’s van grote TBO’s. Zij kennen het terrein en hebben de middelen’, zegt Wim van den Assem, secretaris van FBE Zuid-Holland. ‘Maar je bent afhankelijk van de goodwill van de organisatie. Bij een reorganisatie moet je maar afwachten wat er van de samenwerking overeind blijft.’ Van den Assem: ‘Er is bij de stekelstaart sowieso sprake van willekeurig beleid. ‘In Zuid-Holland is er een aantal geschoten, maar in Noord-Holland is er nog steeds geen aanwijzing. Men ziet er de noodzaak niet van in. Daarom vind ik het goed dat de stekelstaart op de lijst staat, net als de nijlgans die er vermoedelijk ook op komt. In het geval
er nog dieren via België het land binnen. Als de provincie besluit om daar niets te doen, krijgen we geheid problemen.’
Verwilderde kat
‘Het is bijzonder dat de verwilderde huiskat niet op de lijst staat en ook niet genoemd wordt in de uitbreidingslijst’, stelt Wim Knol, ecoloog van de Jagersvereniging. Knol: ‘In Nederland worden ongeveer 25 miljoen vogels door verwilderde huiskatten gedood, waaronder zeldzame soorten. Bij een risicobeoordeling zoals die ook voor andere exoten wordt toegepast zou de verwilderde huiskat dus met stip op 1 staan. Wereldwijd trouwens. Dat soort cijfers kun je niet negeren. Dat de kat er niet op staat is een politieke keuze, want als je hem op de lijst zet, mag je ook geen huiskat meer houden of verhandelen en dat wil geen enkele politieke partij aan haar kiezers verkopen. Het alternatief zou zijn wegvangen uit de natuur, castratie of sterilisatie en herplaatsing. Wat je vooral niet moet doen is ze weer terugzetten in de natuur (TNR). Dat vergroot het probleem en doen we met andere exoten ook niet!’ •
Inzet jagers Hoe de jagers precies zullen of kunnen worden ingezet bij de bestrijding van invasieve exoten is nog niet helemaal duidelijk. Vermoedelijk zal Gedeputeerde Staten soorten aanwijzen op grond van artikel 3.18 in de Wet natuurbescherming. Daarbij gaat het om soorten waarvan de stand beperkt moet worden. Het succes staat of valt bij een landelijke aanpak en bij samenwerking tussen alle grondgebruikers en jagers. Landelijk en provinciaal terugbrengen naar een beheerbaar niveau zou voor veel soorten al een hele stap zijn.
In Nederland worden ongeveer 25 miljoen vogels door verwilderde huiskatten gedood
Foto: Michael Migos
#3 - maart 2017 De Jager
21