ecologie
GANZEN OP DE F
28
De Jager #17 - december 2017
17-2017_Pag28-33_Ganzen op de flyway - 3.indd 28
18/12/17 10:29
ecologie
E FLYWAY Dr. Goose wordt hij ook wel genoemd, want de Deense ecoloog Jesper Madsen is al zijn hele leven gefascineerd door ganzen. Hij is de autoriteit op het gebied van ‘flyway-management’. Madsen: ‘Alle landen die zich hebben gecommitteerd aan deze aanpak moeten beslissingen nemen in het gezamenlijk belang. Dat betekent bijvoorbeeld dat Nederland in de toekomst wel afschot van bepaalde soorten in de wintermaanden zou moeten toestaan.’
Tekst: Oswin Schneeweisz
G
anzen, ganzen en nog eens ganzen: het wemelt op veel plaatsen in ons land van de ganzen. Op menig weiland aan de rivier is het soms drukker met ganzen dan met toeristen in hartje Amsterdam. Zeker in de wintermaanden als ook de trekganzen uit het Noorden arriveren. Dat is weleens anders geweest. Voor 1970 ging het met veel soorten bergaf. Onder meer door een strenge bescherming is er de laatste decennia gelukkig weer sprake van een toename, alleen is die enorm doorgeschoten. De gevolgen daarvan zijn bekend en zorgden in ons land al voor veel commotie. Zowel onder boeren - die de schade ondervinden als onder dierenliefhebbers die tegen afschot en massaal vergassen zijn.
De ganzenproblematiek reikt verder dan de grenzen van het jachtveld, provincie of land Grensoverschrijdend
Foto: Andrew Balcombe
De ganzenproblematiek reikt echter verder dan de grenzen van het jachtveld, verder dan de grenzen van de provincie en het land. Het is een Europees probleem, want trekganzen migreren nu eenmaal via meerdere routes over diverse landen. Om een begin te maken werd in 2012 de AEWA International Workinggroup for the pink footed Goose in het leven geroepen, een werkgroep die data verzamelt over de trekgegevens en populatiegrootte van de kleine rietgans. Deze werkgroep maakt onderdeel uit van de AEWA,
#17 - december 2017 De Jager
17-2017_Pag28-33_Ganzen op de flyway - 3.indd 29
29
18/12/17 10:29
ecologie
een internationale organisatie die grensoverschrijdend gegevens verzamelt van trekvogels en die in 2009 werd opgericht. Op basis van de werkgroep-gegevens wordt momenteel door Denemarken en Noorwegen al grensoverschrijdend populatiebeheer uitgevoerd, gebaseerd op wat in de wandelgangen heet: flyway-management. Beheer op basis van vliegroute.
Positief
Madsen: ‘We kunnen terugkijken op een aantal jaren werken met flyway-management en de voorlopige resultaten zijn positief. We hebben wat betreft kleine rietganzen een minimumaantal van zestigduizend ganzen gesteld. Om dat te bereiken, en al naar gelang het nodig is, verlengen of verkorten we het jachtseizoen. In Noorwegen zijn de ganzen al vroeg weg, vaak al eind oktober. De periode dat men daar aan afschot kan doen is dus veel korter dan in Denemarken. In Noorwegen zijn we dan ook begonnen met een campagne waarbij jagers leren om in korte tijd, zodat de jachtdruk afneemt, meer ganzen te schieten. Dat bleek een groot succes. Jagers zijn er echt enthousiast door geworden en beschouwen het als een professionaliseringsslag. Ook hebben we een quotum ingevoerd. Jagers in Noorwegen moeten bijvoorbeeld dit jaar 2000 kleine rietganzen schieten en dat ook digitaal registreren. Als dat quotum gehaald is wordt de jacht stopgezet, als het niet gehaald is mogen ze nog even door. Op dit moment gebeurt het allemaal op basis van vrijwilligheid. Deense landeigenaren en jagers
30
Foto: Frans van Dijk
moesten aanvankelijk even wennen aan de nieuwe aanpak, maar zijn nu enthousiast. Men ziet dat het werkt. We hebben in het verleden de jacht een jaar stop gezet om te kijken wat voor effect dat heeft. Je zag meteen een toename van rietganzen. Nu is het niveau veel te hoog. We zitten zeker op tachtigduizend stuks. Het ligt dus voor de hand dat we in de komende periode de jacht nog een tijdje langer open houden, tot januari bijvoorbeeld.’
Jesper Madsen (foto links): ‘De voorlopige resultaten van flyway-management zijn positief’
Niet effectief
Een dergelijk flexibel afschotbeleid is noodzakelijk. Die mening is ook Wim Knol, ecoloog van de Jagersvereniging toegedaan. Knol: ‘De huidige “bejaging van ganzen” in Nederland is gebaseerd op reductie van schade door verjaging, vergoeding en afschot. De momenten waarop mag worden ingegrepen op het in Nederland verblijvende
De Jager #17 - december 2017
17-2017_Pag28-33_Ganzen op de flyway - 3.indd 30
18/12/17 10:29
ecologie
Niet zelden veranderen ganzen hun routes onder invloed van allerlei externe factoren Foto: Michael Migos
deel van de populatie is aan allerlei regels gebonden. Zowel qua periode als qua middelen. Winterbejaging wordt louter om politieke redenen niet toegestaan en heeft weinig met bescherming van de populatie van doen. Het verschuiven van afschot naar voorjaar en zomer is niet effectief gebleken. De schadeniveaus en aantallen blijven landelijk hoog en het Nederlandse deel van de populaties groeit nog door of blijft hooguit stabiel. Het zijn niet de jagers, maar de overheid en vogelorganisaties die deze aanpak omarmen. Die blijkt niet alleen onvoldoende effectief, maar leidt ook tot de meest wonderlijke ontheffingen en bijbehorende administratie.’
Winterbejaging
Flyway-management gaat uit van beheer van de populatie als geheel met de gunstige staat van instandhouding als ondergrens, zodat
bescherming gewaarborgd blijft. Knol: ‘Vanuit de Jagersvereniging zien we meer in deze aanpak. Een goede bescherming van ganzen, gebaseerd op internationale afspraken over de staat van instandhouding. Maar ook de mogelijkheid van benutting van dat deel van de populatie dat daar duidelijk bovenuit stijgt. Daar past winterbejaging veel beter bij dan schudden van eieren, vergassen of doodschieten van ganzen op het nest. Een limited bag kan een goed middel zijn om daar zo nodig in te sturen. Je ziet dat winterbejaging in het buitenland noodzakelijk is om populaties niet te laten ontsporen, zoals in Canada en de VS met de sneeuwganzen. Wanneer je daar ook de juiste (lok)middelen toestaat dan kun je toewerken naar een redelijke ganzenstand met beperkte schade aan de diverse belangen en een goede bescherming van de populatie als geheel.’
#17 - december 2017 De Jager
17-2017_Pag28-33_Ganzen op de flyway - 3.indd 31
31
18/12/17 10:29
ecologie
Foto: Coen Wouda
Spitsbergen
Uit de eerste resultaten met flyway-management kan volgens Madsen geconcludeerd worden dat grensoverschrijdend en gereguleerd afschot een effectieve manier is om populaties ganzen te beheren. ‘Wat je hier doet heeft elders gevolgen. Zo maken we ons door de explosieve uitbreiding van de kleine rietgans, gecombineerd met de grote aantallen brandganzen, ernstige zorgen om toendragebieden op Spitsbergen. Deze moerasachtige gebieden kennen een zeer specifieke vegetatie en dreigen geheel te verdwijnen door onder meer overbegrazing. Als je de populatie elders kort kunt houden heeft dat ook weer een gunstig effect op de situatie in Spitsbergen.’
Klimaat
Nederland heeft ervoor gekozen om in de winter geen afschot toe te staan. Madsen: ‘Ik heb begrip voor dat standpunt, maar als de populaties nog meer groeien denk ik dat dit
32
standpunt vanuit het perspectief van grensoverschrijdend populatiebeheer niet veel langer houdbaar is. Het is allemaal sterk afhankelijk van het klimaat. Bij een vroege lente gaan de ganzen vroeg naar Spitsbergen om te broeden. Als de lente laat inzet ontstaat daar ruimtegebrek en moeten grote groepen ganzen wachten tot het ijs smelt voordat ze kunnen broeden. We hebben een aantal jaren achter de rug waarin de lente vroeg inviel en er dus veel jongen werden geboren. De laatste jaren lijkt de lente later in te vallen en neemt ook het aantal nieuwe broedsels af.’
Onverwacht
Flyways zijn niet statisch. Niet zelden veranderen ganzen hun routes onder invloed van allerlei externe factoren. En die zijn niet altijd op het conto van de mens te schrijven. Madsen: ‘Een van de meest interessante ontdekkingen van de afgelopen tijd vind ik het trekgedrag van een populatie kleine
In het kader van benutting pleit de Jagersvereniging voor de winterbejaging van ganzen met een gunstige staat van instandhouding
rietganzen die migreert tussen Spitsbergen, Denemarken, Nederland en België. In de lente migreerde deze groep altijd naar Noord-Noorwegen waar ze een maand verbleven als laatste stop voor Spitsbergen. Die groep laat plotseling Noorwegen links liggen en trekt naar Finland. Mijn vermoeden is dat de populatie brandganzen, die daar sinds 2000 aan het toenemen is, de ruimte in beslag heeft genomen en dat de rietganzen daarom uitwijken. Dat was voor ons een volkomen onverwachte ontwikkeling, maar hoogst interessant. Het maakt ook goed duidelijk waarom je een grensoverschrijdend en flexibel beleid nodig hebt.’
De Jager #17 - december 2017
17-2017_Pag28-33_Ganzen op de flyway - 3.indd 32
18/12/17 10:29
ecologie
In Nederland is de nationale afschotregistratie goed op orde via FRS, maar dat geldt niet voor alle landen
Doelstand
Zestigduizend kleine rietganzen is de doelstand, maar ook die is niet in graniet gehouwen. Madsen: ‘We willen de komende jaren zoveel mogelijk data verzamelen. Het is goed mogelijk dat op basis van die informatie de doelstand alsnog naar boven of naar beneden gaat. In 2022 wordt de doelstand in elk geval opnieuw onder de loep genomen. Ook gaan we onze aandacht uitbreiden naar andere soorten dan de kleine rietgans en de taigarietgans, zoals de brandgans en de grauwe gans. We gaan het flyway-management breder uitrollen. Dat was ook de wens van aantal lidstaten, waaronder Nederland. Dat betekent dat we ook met meer landen zullen moeten gaan samenwerken, onder andere met Oost-Europese landen en Rusland. Ik ben op basis van de huidige ervaringen positief over die samenwerking, maar er zijn natuurlijk grote cultuurverschillen en er duiken ongetwijfeld nieuwe problemen op. In Nederland is de nationale registratie goed op orde via FRS, maar in het Verenigd Koninkrijk bestaat zo’n registratiemodel helemaal niet. Een dergelijk systeem voer je niet even in. Het vereist een mentaliteitsomslag. Jagers moeten beseffen dat het belangrijk is dat je op nationaal niveau gegevens gaat bijhouden.’
beneden te krijgen. Maar jagers zeggen: “Wie zijn jullie om te bepalen wat wij hier mogen schieten?” Jagers moeten zich gaan realiseren dat ze deel zijn van een internationaal ecologisch systeem en dat dat consequenties heeft voor wat ze doen in hun eigen veld. Verder moeten we toe naar een situatie waarin jagers streven naar en trots zijn op hun professionaliteit. Dat komt ook de publieke acceptatie van de jacht ten goede. Het is met de campagne in Denemarken en Noorwegen gelukt om het aantal patronen per geschoten gans een flink deel terug te brengen. Uiteindelijk moet het terug naar 1 à 2 patronen. Dan ben je als jager goed bezig en schiet je dieren minder vaak ziek. Ik geloof dat dat een verantwoordelijkheid is die elke jager, of hij nu in Noorwegen of Nederland jaagt, zich moet aanrekenen.’ •
Professionaliteit
Ook verwacht Madsen nog wel wat discussie over het wel of niet mogen bejagen van bepaalde soorten. ‘Het kan zomaar gebeuren dat jagers in Rusland, Zweden, Denemarken en Noord-Duitsland in de nabije toekomst geen taigarietgans meer mogen schieten, want met die soort gaat het helemaal niet goed. Of Rusland deze gans op de rode lijst gaat zetten, is nog niet duidelijk. Daar wordt momenteel nog een levendig debat over gevoerd. Ik vind het noodzakelijk, want we moeten een manier vinden om het afschot in die landen naar
Foto: Vincent Nederpel
#17 - december 2017 De Jager
17-2017_Pag28-33_Ganzen op de flyway - 3.indd 33
33
18/12/17 10:30