Alternatief Investeren

Page 1

Alternatief Investeren Een commerciĂŤle uitgave van Reflex Uitgeverij, gedistribueerd door Het Financieele Dagblad

Risicodemping in je portefeuille

pagina 4

Duurzaam beleggen geeft iedereen een betere toekomst pagina 6 Online beleggen: rijker met een muisklik

pagina 21

Alternatief beleggen: gebakken lucht of goudmijn?

pagina 18

juni 2011


2

Alternatief Investeren

Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Hoger tolerantieniveau gewenst

Alternatief Investeren

Een publicatie van Reflex Uitgeverij op 23 juni 2011 in het Financieele Dagblad.

W

I n h o u d Risicospreiding door alternatief investeren 4 Beleggen voor een betere wereld

6

Private equity biedt kapitaal

8

Grondstoffen: speculeren op beweging? 10 Duurzame producten zijn het waard

10

Hedgefunds: op zoek naar rendement

12

Vastgoed: mogelijke schokbreker

16

Alternatief beleggen een goudmijn?

18

Slimmer omgaan met energie

20

Online beleggen efficiënt

21

Vermogensbeheer en persoonlijke aandacht 22 Private banking blijft intiem en exclusief 23

C o l o f o n Project Manager Kirsten Stans kirsten.stans@reflex-media.net Productie/Lay-Out Juan-F. Gallwitz layout@reflex-media.net Redactie Matthijs Rutten, Ronald Bruins, Karel Wensink Foto‘s Thinkstock / Getty Images De inhoud van gastbijdragen, expert- en focusinterviews geven de mening van de gastauteurs en geïnterviewden weer. Ondanks dat bij deze uitgave veel aandacht is besteed aan het voorkomen van fouten en onvolkomenheden, kan hiervoor niet worden ingestaan en aanvaarden de redactie en uitgever hiervoor derhalve geen aansprakelijkheid. Reflex Uitgeverij B.V. Brouwersgracht 238 1013 HE Amsterdam T +31 (0)20 520 76 50 www.reflex-media.net Dennis Baffoe Market Manager dennis.baffoe@reflex-media.net Paul van Vuuren Directeur paul.vanvuuren@reflex-media.net

as liquiditeit voor beleggers twee, drie jaar geleden geen issue, nu is dat wel het geval. Men is zich door het instorten van de beurs eind 2008 zeer bewust geworden van allerlei risico’s. Beleggers zoeken nu heel bewust naar liquiditeit en veiligheid. Om die reden zijn Duitse en Nederlandse staatsobligaties populair. Er is dus sprake van het klassieke doorschieten naar de andere kant. Toezichthouders hebben ook behoorlijk scherp gereageerd op de ellende van de afgelopen jaren. Zij kijken tegenwoordig heel kritisch naar producten. Ergens is dit wel terecht en begrijpelijk, maar zij moeten dit ook niet overdrijven. Dat gooit de markt immers op slot. Ik zou zeggen: bewijs jezelf een dienst door niet alles op veiligheid te gooien. Daardoor laat je namelijk ook kansen liggen. Want de huidige markt biedt wel degelijk kansen. Ook nu weer wordt de markt geregeerd door emotie. Men is vooral angstig. Voor faillissementen, voor een verlaging van de olieprijs, noem maar op. Maar altijd hebben we te maken met aangelegenheden van voorbijgaande aard. ‘Als Griekenland gaat, dan gaan Spanje en Italië ook’, wordt gezegd. We maken ons er weer erg druk over. We zouden een iets hoger tolerantieniveau mogen hebben. Nieuws verspreidt zich tegenwoordig vliegensvlug via internet. Dat leidt daartoe tot grotere schokken. Dat zie je het snelst op de aandelenmarkt: hups, daar gaat ‘ie weer. Beleggers reageren heftiger op slecht dan op goed nieuws – zeker sinds 9/11. Alsof er elk moment iets kan gebeuren. Dat is opmerkelijk, maar een gegeven. Maar waar liggen nou die kansen, vraagt iedereen zich terecht af. Wellicht in alternatieve investeringen. Daarbij geldt: alle waar is naar zijn geld. Je moet altijd goed kijken naar wat je koopt. Dat geldt bijvoorbeeld voor hedgefunds, maar ook voor vastgoed. We hebben verliezen geleden en moeten afboeken, maar nu kun je vastgoed tegen een aanzienlijk lagere prijs inkopen. Dus ook tegen een lager risico. Dat biedt dus gewoon weer kansen, hoewel ook dit niet wil zeggen dat vastgoedpartijen niet failliet kunnen gaan. Bedrijfsobligaties bieden momenteel ook weer mogelijkheden omdat het risicoprofiel van bedrijven enorm is verbeterd de laatste tijd. We zien ook dat er weer verhandelbare hypotheekleningen naar de markt komen. Daar is dan weer het nodige om te doen, maar wat is er goed bezien op tegen? Dit zijn producten die op een andere manier worden gemanaged dan een aantal jaren geleden. Ook als het gaat om private equity lijken er kansen te zijn. Het bedrijfsleven heeft behoefte aan private equity, dat is zeker. Maar het blijkt nog moeilijk om goede deals te maken. En dat heeft alles te maken met het feit dat beleggers risicoavers zijn. Dat is op zich heel jammer. Gewone ‘rechttoe rechtaan’ deals, daar is niets mis mee. Het is wel zaak je goed te laten adviseren op dit vlak.

Jaap Koelewijn, Hoogleraar Finance aan de Nyenrode Business Universiteit.

Duurzaamheid is ook nog steeds ‘hot’. Er zijn beslist kansen op dit vlak, zeker nu, maar ook beleggers in duurzame bedrijven en fondsen hebben het voor hun kiezen gekregen in het recente verleden. Het gaat nogal eens om mooie verhalen en mooie verpakkingen, waarvan de waarde niet altijd duidelijk is. Je keuze kunnen verantwoorden als bedrijf maakt het niet noodzakelijk een betere keuze. Dus ook hiervoor geldt: kijk goed naar wat je precies aanschaft. De rendementen dienen uiteindelijk goed te zijn, dus focus je ook daar op. Kortom: de kredietcrisis heeft hele diepe kraters geslagen. De bereidheid om risico te nemen is veel minder geworden. Het accepteren van risico’s, daar gaat het om en dat is wat we met z’n allen moeten doen. Tegelijkertijd moeten we zelf blijven nadenken. De markt praat ons nogal eens iets aan. Waarom moeten we ineens in die of die sector of regio beleggen? Daar ben ik redelijk kritisch over. Trek altijd je eigen plan. Als andere beleggers bang zijn, maar jij vindt dat niet terecht, doe dan wat je gevoel je zegt wat te doen. Je kunt alleen scoren met beleggen als je iets durft dat de rest van de wereld nog niet aandurft.

Reflex Uitgeverij is gespecialiseerd in thematische kwaliteitsspecials in Nederlandse, Duitse en Zwitserse dagbladen. U vindt onze publicaties onder andere in de Frankfurter Allgemeine Zeitung (F.A.Z.), Handelsblatt, Tagesspiegel (in Duitsland), Tages-Anzeiger (Zwitserland) en in het Financieele Dagblad en het NRC Handelsblad. Onze publicaties combineren zo de diepgang van vakbladen met de oplage van dagbladen. Reflex Uitgeverij onderscheidt zich door de focus op kwaliteit en de scheiding van artikelen en gastbijdragen. Meer informatie vindt u op www.reflex-media.net.


Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Alternatief Investeren

3

EXPERTINTERVIEW   Impax Asset Management, een beleggingspartner van BNP Paribas Investment Partners

“Duurzaam beleggen is here to stay” De markt voor duurzame beleggingen is flink gegroeid de laatste jaren… ‘Klopt. Twaalf jaar geleden waren het nog maar 250 bedrijven waar we in konden beleggen. Vier jaar geleden kwam het getal uit op 800. Nu zijn het er 1.400. De laatste tijd gaat het heel snel. Logisch, want bij overheden staan de onderwerpen hoog op de agenda. Er wordt flink in geïnvesteerd. In de Europese Unie bijvoorbeeld moet in 2020 20 procent van de energie duurzaam zijn. De energie-efficiency moet eveneens met 20 procent zijn verbeterd. Maar ook de Verenigde Staten en China focussen zich volop op duurzame energie. Tot 2020 investeren de Chinezen 770 miljard dollar in schonere energie. In India moet in 2015 10 procent van de energie duurzaam zijn. In 2010 heeft de hoeveelheid nieuwe investeringen in schone energie 243 miljard dollar bereikt. Dat is 30 procent meer dan in 2009. Al die cijfers maken duidelijk dat dit een groeimarkt is, waar je als belegger niet meer omheen kunt.’ Wat zijn de ontwikkelingen achter jullie fondsen? “De wereldbevolking groeit. We leven met zeven miljard mensen op deze aardbol. Daarnaast zijn er toenemende zorgen over het klimaat en over vervuiling en ontstaan er tekorten aan energie en water. Overheden wereldwijd kampen hiermee en proberen hier met wet- en regelgeving wat aan te doen. Daarnaast ontstaan er technologieën om op nieuwe manieren aan energie te komen, vervuiling tegen te gaan of de CO2-uitstoot te beperken. Wij investeren in die bedrijven die zich met deze problemen bezighouden. Dat zijn zowel zeer specialistische bedrijven als grote ondernemingen die in een transitie zitten. Zij willen groener worden. Al met al is ons universum voor beleggingen zo’n 1.400 ondernemingen groot.” Naar wat voor een soort bedrijven zijn jullie op zoek? “We zijn echte stockpickers. Dat wil zeggen dat we met 12 medewerkers in Londen en Hongkong bedrijven beoordelen op management, winstgevendheid, waardering, het toekomstperspectief, enzovoorts. We kijken daarbij ook naar relevante wet- en regelgeving en technologieën in markt. Als we een aandeel op het oog hebben die voldoet aan onze criteria, dan wordt deze eerst nog langs de macro-economische lat gelegd. We kunnen bijvoorbeeld een aandeel van een bedrijf in isolatiemateriaal in de bouw nog zo aardig vinden, maar als de marktperspectieven niet best zijn, laten we deze links liggen. De bedrijven waar we in beleggen bevinden zich in grofweg zes sectoren.” Welke sectoren zijn dat? “De eerste is duurzame energie. Dat gaat van fabrikanten van zonnecellen tot aan beheerders van windparken.

In de tweede zitten bedrijven die zich bezighouden met energie-efficiency. Deze bevinden zich tegen de industrie en transport aan. Ze willen geld verdienen door slim met bestaande bronnen om te gaan. Drie is de watersector. Denk aan leveranciers van pompen en kleppen, maar ook drinkwaterbedrijven. Vier zijn ondernemingen die vervuiling tegengaan. Ze zorgen bijvoorbeeld voor schoon drinkwater of testen en monitoren de luchtkwaliteit. Vijf zijn bedrijven die advies geven op het gebied van milieu. De laatste sector is afvalmanagement. Bij het selecteren plaatsen we 300 bedrijven op onze A-lijst. Die kunnen mogelijkerwijs worden geselecteerd. Maar vijftig tot zeventig aandelen halen daadwerkelijk onze fondsen.” Veel duurzame aandelen zijn ondergewaardeerd. Hoe kan dat? “Je moet veel verstand hebben van wet- en regelgeving en van technologie om ze juist te kunnen inschatten. En dat wereldwijd. Dat kan niet iedereen. We hebben specialisten in dienst die waarderingen op hun meritus kunnen beoordelen. Onder hen wetenschappers, engineers en kenners van wet en regelgeving. Wat is het potentieel? Hoe wordt het aandeel gezien door de markt? Wordt het aandeel ondergewaardeerd en zo ja, wat is de potentie omhoog? Als je de markt kent, kun je ook overnames van kleine, specialistische bedrijven zien aankomen. We wisten bijvoorbeeld al wat het Amerikaanse technologiebedrijf in energie Emerson met Chloride van plan was. Die laatste is een Engelse onderneming en maken voor industriële klanten systemen om ononderbroken elektrische energie te kunnen distribueren. Als lange termijn aandeelhouders voorzagen wij een deal.” Over vijf jaar gezien deden de duurzame aandelen in jullie fondsen het beter dan de MSCI World Index…. “Nu waren onze beleggingen in energie-efficiënte bedrijven wel zeer lonend, maar deze konden niet op tegen het verlies in duurzame energie beleggingen. Maar je belegt in onze fondsen voor de lange termijn. De hele markt ging naar beneden over de afgelopen achttien maanden. Maar als je na de turbulentie weer een beleggingsstrategie wilt oppakken, doe dat dan voor de lange termijn. Waarom zou je dan niet een thema pakken dat nog decennia mee gaat. Let wel, op de korte termijn kunnen markten, zeker die in duurzame energie, wat beweeglijker zijn. Soms moet je ook waken voor een hype. Deze is bijvoorbeeld bij brandstofcellen ontstaan. In 2002 zijn we snel uit die markt gestapt toen de waarderingen ineens veel te hoog werden. Op dat moment moet je het misverstand zien. Hoeveel is de technologie echt waard?”

Bruce Jenkyn-Jones, Chief Investment Officer Impax Asset Management

Het draait om het inschatten van waarderingen… “Ja, precies. Om een aantal voorbeelden te geven: Lee & Man Paper Manufacturing, een papierproducent genoteerd aan de beurs in Hongkong, werd in het midden van de crisis in 2008 zwaar afgestraft. Beleggers dachten dat het bedrijf financieel gezien niet stabiel genoeg was. We kochten het aandeel op het moment dat iedereen er vanaf wilde, omdat we zeker wisten dat de Chinese overheid de papierindustrie ondersteunde en banken pal achter het bedrijf stonden. Het aandeel werd vervolgens zeven keer meer waard. Clean Harbors, een Amerikaans bedrijf dat gevaarlijke stoffen opruimt, is ook zo’n voorbeeld. Beleggers associeerden het met de industrie en lieten het daarom links liggen. Dat terwijl ze bijna een monopolypositie hebben en dus goede marges maken. Ze kregen vervolgens ook nog veel meer werk te doen toen er olie lekte door het ongeluk op het BP-platform Deep Horizon. Dat werkte als een katalysator.”

Jullie hebben het toch ook wel eens mis? “Ja, natuurlijk wel. Maar we houden ons aan onze principes. Zo bepalen we voor elk bedrijf van tevoren een uitstapmoment. In 2007 kocht iedereen zich in in zonne-energie. De waarderingen sloegen nergens meer op, ten opzichte van de echte waarde van de bedrijven. We stapten uit, maar de koersen gingen daarna nog met 50 procent verder omhoog. Dat leek erg dom van onze kant, totdat de koersen een val maakten van 80 tot 90 procent. Gedisciplineerd blijven loont. Los van dit alles: duidelijk is in ieder geval dat de markt voor duurzame beleggen het komende decennium blijft groeien. Nu al maken duurzame aandelen al ongeveer zes a zeven procent van MSCI World Index uit. De sector maakt drie tot vijf procent van het GDP uit. In die cijfers wordt Azië sterker en sterker. Daar investeren ze volop in duurzame markten. Dat zegt wel iets. De markt voor duurzame beleggingen is here to stay.” n


4

Alternatief Investeren

Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Artikel  Traditionele investeringen versus Alternatives

Risicospreiding door alternatieve investeringen Auteur: Matthijs Rutten

W

aar je ook in wilt investeren, voor een stabiel portfolio is spreiding van het risico essentieel. En voor die gewilde spreiding bieden alternatieve manieren van investeren mogelijkheden. Maar wat gebruik je nu als aanvulling op je aandelen en obligaties? Aandelen en obligaties roepen bij velen nog steeds het vertrouwde beeld van de investeringsmarkt op. Toch moeten we ons realiseren dat deze markt flink wat deuken heeft opgelopen de afgelopen jaren. Zonder al te zwaarmoedig te worden, kunnen we echter stellen dat het nog steeds lucratief kan zijn om via de gebaande paden te investeren. De rendementen zijn veelal wat minder dan voorheen, maar dat komen we bij veel vormen van investeren tegen. Hoewel, wie een ruime blik heeft, ziet dat opkomende markten in bijvoorbeeld het oosten van de wereld juist goede mogelijkheden bieden voor rendement op klassieke aandelen. Niet in de laatste plaats door de rol van fossiele energiebronnen. Waar tegenwoordig steeds meer de nadruk op ligt, is spreiding van risico. Ook wel diversificatie genoemd. Hoe zorg je voor een gebalanceerde portefeuille? Niet alleen om je te beschermen tegen de grilligheid van de markt zelf, maar ook voor invloeden van buiten af. De IJslandse aswolk, trans-Atlantische orkanen en Japanse tsunami’s hebben immers een flinke invloed gehad op nationale en internationale markten. En het is bij goede asset-allocatie waar alternatieve manieren van investeren in beeld komen. Investeringen die net zulke – en vaak nog grotere – kansen bieden als ‘ouderwetse’ aandelen. Vele daarvan bevonden zich door de jaren heen wat uit het zicht van de menigte, maar hebben door opvallende rendementen de aandacht op zich weten te vestigen.

Deelnemen Een van de alternatieven is investeren via participatiemaatschappijen (private equity). Participatiemaatschappijen financieren deelnemingen met kapitaal van beleggers. Deze maatschappijen nemen actief deel in bedrijven met het doel de omzet van deze bedrijven veelal in flink tempo te verruimen. Het gaat hierbij dus niet om puur een financiële bemoeienis. De maatschappijen nemen regelmatig zelf deel in het management of plaatsen iemand uit hun netwerk in het management. Zo hebben zij direct invloed op het functioneren van een bedrijf. Als belegger investeer je in de participatiemaatschappij, die een samengesteld risicokapitaal in bedrijven investeert. Op zichzelf dus al een manier van risicospreiding. De bedragen die in Europa belegd zijn in private equity-fondsen zijn de laatste tien jaar enorm gestegen. In 2010 hadden de Nederlandse participatiemaatschappijen gezamenlijk 24,3 miljard euro onder beheer. Gemiddeld neemt een maatschappij zo’n vijf jaar deel in een organisatie. Met

name van ondernemerskant bestaat het beeld dat participatiemaatschappijen organisaties uithollen en ‘leeg’ achterlaten. De verschillende participatiemaatschappijen spreken dat echter fel tegen. Zij schrijven de aantijgingen toe aan hun zakelijke manier van werken, maar benadrukken dat ze alleen aan een bedrijf kunnen verdienen wanneer de waarde van de aandelen die zij in het bedrijf hebben groeit. En daarmee groeit volgens hen het rendement voor alle stakeholders.

boomeffect. Een fondsmanager belegt behalve met het ingelegde geld ook nog met geleend geld. Hierdoor valt een flink hoger rendement wanneer (bijvoorbeeld) aangekochte aandelen stijgen. Dalen deze aandelen dan zal het verlies ook aanzienlijk zijn – en moet ook de rente op de lening nog afbetaald worden. Enige scepsis is dan ook niet onbekend. Verschillende praktijkcases tonen echter aan dat leverage met name fout gaat door investeringen te groot op te zetten.

Dynamische handelsstrategie

Investeren in steen

Een ander alternatief op de traditionele fondsen zijn ‘hedge funds’. Het verschil is dat hedge funds werken met een dynamische handelsstrategie. De fondsmanager heeft een grote vrijheid in de keuzes die hij maakt. Een hedge fund streeft ook niet het verslaan van een benchmark na, wat bij een traditioneel fonds wel het geval is. Zo is de fondsmanager van een hedge fund niet zo beperkt door de markt, maar werkt aan een absolute rendementsdoelstelling. Door puur een financieel doel te hebben en zakelijk te werk te gaan, staan hedge funds niet overal even positief bekend. Toch moet je je beseffen dat een fondsmanager zich sterk richt op het afdekken van ongewenste risico’s. Door bewust te kiezen voor andere risico’s, probeert een fondsmanager rendement te behalen. Een voorbeeld van gebruikmaken van zo’n risico is ‘short selling’, waarbij een fonds bijvoorbeeld een aandeel leent bij een makelaar en deze verkoopt op de markt. De belegger verwacht dat het aandeel dat hij verkoopt op korte termijn zal dalen en koopt dit dan terug op het moment dat hij ook daadwerkelijk gedaald is. Een ander veelgebruikte methode bij hedge funds is leverage, het financiële hef-

Vastgoed gold zowel op particulier niveau als voor institutionele beleggers als stabiel. Is het, nu de bouw het moeilijk heeft en de huizenmarkt in het slop zit, nog wel verstandig om te investeren in vastgoed? Zeker wel, stelt een groot deel van de kenners. De prijzen zijn over de gehele linie vrij laag. Wat het interessant maakt om nu in te stappen. Zwart-wit gezien kunnen de prijzen (de waarde van panden) immers alleen maar omhoog. Het is een vuistregel voor beleggen, waar met name particulieren nog vaak aan voorbij gaan. Evenals uitstappen als een aandeel gekelderd is. Dan ben je te laat en doe je er verstandig aan om gewoon te blijven ‘zitten’. Enig negatief commentaar op investeren in vastgoed is ook te horen. Namelijk dat het rendement vergeleken met andere investeringen vrij laag is. Daar staat echter tegenover dat het redelijk ‘safe’ is. Vastgoed kan nog steeds goed zijn voor een rendement van zo’n 8 procent. In vele portefeuilles brengt vastgoed stabiliteit die nodig is om de schommelingen van aandelen en bedrijfsobligaties op te vangen. De meeste fondsen investeren de collectieve inleg in meerdere vastgoedmarkten. Denk aan winkelcentra, kantoren

en woningen. De grootste uitdaging is momenteel het aankopen van kwalitatief goed vastgoed. Dat wordt niet meer zoveel gebouwd, waardoor er een grote strijd is om bestaand vastgoed van hoge kwaliteit aan te kopen. Dat sommige investeerders daar de afgelopen jaren niet goed op hebben gelet, is de reden waarom het aantal vastgoedfondsen is uitgedund. Door te snel te willen groeien, hebben verschillende fondsen mindere kwaliteit vastgoed aangekocht en de strijd tijdens de recessie verloren.

Wereldmarkt De wereldbevolking groeit. Die groeiende bevolking moet gevoed worden en wil leven, dus zijn er steeds meer grondstoffen nodig. Ietwat kort door de bocht is dit de reden waarom veel beleggers voorspellen dat grondstoffen en basisproducten de toekomst hebben, ook wel commodities genoemd. Het zijn met name opkomende landen als India, Brazilië en China waar de bevolking gemiddeld gezien steeds meer te besteden krijgt. Deze toenemende vraag is gunstig voor investeerders in commodities. Er zijn dan ook verschillende fondsen die producten aanbieden om er indirect in te investeren. Ook deze investeringen gelden als risicospreiding in de portefeuille. Door na te streven een afspiegeling van de wereldmarkt in de portefeuille te hebben, zijn de schommelingen beperkt. Sommige indexen zijn zelfs alleen maar gestegen, nadat ze beschikbaar werden. En dat maakt het volgens kenners noodzakelijk om nu in te stappen als je succes wilt behalen. Met een jaar of tien verwachten zij een ‘bubble’. Tot die tijd zijn er in ieder geval flink wat mogelijkheden, of je nu meer vertrouwen hebt in cacao, zand, aardappels, cement of goud. n


Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Alternatief Investeren

5

Productpresentatie   ABN Amro MeesPierson

“Onze investeerders snappen wat ondernemen is” B

innen ABN AMRO Meespierson bestaat de afdeling Informal Investment Services (IIS). Aan het woord is Hugo Westerink, hoofd IIS. Waar houdt jullie afdeling zich mee bezig? “IIS is sinds 1999 de matchmaking service van onze organisatie op het gebied van risicokapitaal en coaching. IIS biedt ondernemers een alternatieve financieringsvorm door ze in contact te brengen met investeerders. Ik trek weleens de vergelijking met de selectie & matching van een datingbureau als ik de activiteiten van de afdeling beschrijf. Wij helpen investeerders aan proposities en ondernemers aan een goede investeerder. Een goede match is, net als bij een datingbureau, het allerbelangrijkste in onze werkzaamheden.” Wat is jullie werkwijze? “Ons doel is om zoveel mogelijk interessante contacten tot stand te brengen. We hebben een database van zo’n 350 investeerders, die we allemaal goed kennen. Zij hebben hun voorkeuren duidelijk kenbaar gemaakt, bijvoorbeeld op het gebied van regio, sector en het te investeren bedrag. Al onze investeerders zijn private bankingrelaties van ABN AMRO MeesPierson. Ondernemers hoeven echter niet bij ons te bankieren om gebruik te kun-

nen maken van onze dienstverlening. Dagelijks melden zich ondernemers aan. Op basis van hun businessplan en een gesprek wordt beoordeeld of wij de propositie kansrijk genoeg achten om voor te leggen aan ons netwerk. Het is ons netwerk dat onze dienstverlening zo bijzonder maakt. Aan de ene kant de zakelijke markt, aan de andere kant een groot private banking-netwerk van klanten die willen investeren.” Wie zijn jullie investeerders? “Zij hebben voor het grootste deel met elkaar gemeen dat ze ondernemer zijn of zijn geweest. Zij vormen ongeveer 90 procent van onze klanten. De rest bestaat uit topbestuurders. Onze investeerders snappen wat er komt kijken bij het ondernemen. Want ondernemers willen niet alleen risicokapitaal, maar ook betrokken investeerders.” Kunt u een voorbeeld geven van de plannen die bij jullie langskomen? “Plannen die bij ons binnenkomen zijn afkomstig uit alle branches en levensfases. Een concreet voorbeeld is een Nederlands bedrijf dat voor de eerste keer naar het buitenland ging. Wij hebben daar een investeerder voor gevonden met buitenlandervaring. Dat was een meerwaarde, ik noem het kapitaalplus. De investeerder is samen met de onder-

nemer naar het buitenland gegaan om daar activiteiten op te zetten. Hij kon de ondernemer behoeden voor beginnersfouten en kon zijn netwerk in het buitenland inschakelen. De investeerder mag je dus gerust een coach noemen. Een coach die hand- en spandiensten wil verlenen, maar het blijft wel een minderheidsbelang. Hij gaat niet op de stoel van de directeur zitten.” Hoe ver gaan jullie in het maken van de beste match? “Een voorbeeld dat ik ook kan noemen is van een ondernemer die een elektrische bakfiets op de Nederlandse markt bracht, en daarvoor kapitaal zocht. Er was veel interesse voor deze ondernemer, maar hij zocht nadrukkelijk een investeerder met een relevant netwerk. Wij koppelden aan de ondernemer een investeerder die actief was in de fietsenbranche, met een sterk Europees netwerk. Gaan de bezigheden van IIS nog verder dan screenen en koppelen? Formeel eindigt bij een succesvolle match onze dienstverlening. Wij volgen het hele proces nog wel, maar de investeerder en de ondernemer moeten vanaf dit punt hun samenwerking tot een succes maken. Investeren is een vak apart. De meeste van onze inves-

Hugo Westerink, Hoofd Informal Investment Services ABN AMRO MeesPierson

teerders zijn geslaagde ondernemers, maar investeren is wat anders. Daarom vinden wij ook het in contact brengen van investeerders onderling belangrijk. Zo organiseren wij op verschillende locaties in Nederland Investor Circles die drie à vier keer per jaar bijeenkomen. Tijdens deze bijeenkomsten geven ondernemers presentaties, waardoor er matches tot stand kunnen komen. Maar vooral is het belangrijk voor investeerders om met elkaar te kunnen overleggen, ervaringen te delen. Daarnaast organiseren wij tevens een jaarlijkse pitchdag en enkele kleinere evenementen op lokale schaal. Leerzaam voor de investeerder en een mooie gelegenheid om met elkaar in contact te komen.” n

Productpresentatie  Advance Beleggen

Hoog rendement, minder risico Economisch herstel bij een oplopende rente en inflatie zijn doemscenario’s voor obligatiebeleggers.

A

ls alternatief wordt dan al gauw gedacht aan inflation-linkedbonds en floaters waarbij de jaarlijkse rentevergoeding is gekoppeld aan het effectieve rendement op b.v. 10-jarige staatsleningen inclusief een renteopslag. De praktijk leert dat het te behalen rendement pas iets wezenlijks gaat opleveren bij een fors stijgende rente of inflatie. Dat laatste blijft tot nu toe beperkt. De kunst is beleggingen te vinden, die onder dit soort omstandigheden wél interessant kunnen zijn binnen het defensieve segment. Doel: het behalen van een zo hoog mogelijk rendement bij een aanvaardbaar risico. Onderstaand een voorbeeld. Een van de meest succesvolle beleggingen in onze defensieve portefeuille is Sparinvest High Yield Value Bonds EUR R. Obligatierendement 2009: 80,2 % (dankzij de crisis); 2010: 21,8 % en 2011 (t/m 20 mei): 9,5 %. Sparinvest is oorspronkelijk opgericht door een groep Deense banken en beheert inclusief een recente overname van een sectorgenoot 15 mrd euro. Strategie: Veel pensioenfondsen beleggen in bedrijfsobligaties met een rating van minimaal BBB (S&P) en

Sparinvest koopt de leningen op tegen dumpprijzen. De ervaring leert dat nagenoeg alle debiteuren met een rating van B en BB netjes hun rente en aflossingen betalen in jaren met een opgaande conjunctuur. Risicospreiding over een zeer groot aantal debiteuren en regelmatige analyse van de kwaliteit van de debiteuren in portefeuille is daarbij van groot belang. Deze fundbeheerder doet méér. Ook de balansen van debiteuren met een B en BB rating worden periodiek uitgebreid geanalyseerd. Ondermeer wordt de cashpositie beoordeeld. Erg belangrijk om rente en aflossing Gerard Jager, directeur van AdvanceBeleggen.nl en werkzaam als vermogenste kunnen betalen. Verbeheerder bij Onafhankelijk Vermogensbeheer ’s-Gravenhage BV. dient een bedrijf een hoger. Bij een ratingverlaging naar hogere waardering dan worden er BB worden dergelijke leningen door onmiddellijk obligaties van deze dehen (veelal gedwongen) verkocht. biteur ingekocht in de verwachting

dat Standard & Poor’s en/of Moody’s even later met een upgrading komt. Er wordt overwegend belegd in West Europese – en Noord Amerikaanse debiteuren. De dollar wordt continu afgedekt. Sparinvest High Yield Value Bonds EUR R is een van de best presterende open-end beleggingsfondsen in de sector High Yield. De omvang van dit beleggingsfonds is ca 900 mln euro. Intrinsieke waarde per aandeel per 20 mei j.l. € 157,– Risico’s zijn er ook. Zodra jaren van economische groei omslaan in een recessie dan is het zaak tijdig winst te nemen. n

Meer informatie … over defensieve beleggingen in onze portefeuille zie www.AdvanceBeleggen.nl www.AdvanceBeleggen.nl www.OVGBeheer.nl www.sparinvest.nl Contactgegevens: Jager@OVGBeheer.nl Tel.: +31 (0)65-232 67 82


6

Alternatief Investeren

Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Artikel  Duurzaam beleggen

Beleggen voor een betere wereld Duurzame fondsen veilige haven Auteur: Karel Wensink

B

eleggen in duurzame fondsen; het is inmiddels een vrij gebruikelijke vorm van investeren. Investeerders zien het als een veilige en minder risicovolle manier van beleggen. Maar bovenal: duurzame beleggers voelen zich oprecht verantwoordelijk voor de leefbaarheid van de wereld. En dat bewustzijn neemt alleen maar toe, volgens experts. Is voor investeerders nu het juiste moment aangebroken om hun kostbare geld te beleggen in duurzame beleggingsfondsen? Om antwoord te geven op deze vraag, moet de investeerder niet alleen kijken naar het op te leveren rendement. Je draagt namelijk oprecht bij aan een betere wereld. In het begin van de jaren tachtig van de twintigste eeuw was duurzaam beleggen voornamelijk populair onder kerkelijke instellingen. Vanaf het jaar 2000 hebben ook institutionele beleggers en beleggingsfondsen er meer aandacht voor. Het bewustzijn voor duurzaamheid is in Nederland flink gestegen. Niet alleen onder burgers, maar vooral ook onder bedrijven. Steeds meer ondernemingen beseffen dat duurzaam zakendoen belangrijk is voor het voortbestaan van het bedrijf. Inmiddels bestaan er zelfs banken die enkel en alleen investeren in duurzame activiteiten en ondernemingen. Het aantal duurzame beleggingsfondsen schiet de laatste jaren met paddenstoelen uit de grond. De beleggingsfondsen verwelkomen de laatste tijd bovendien steeds meer kapitaal in hun duurzame fondsen. Steeds meer bedrijven hebben namelijk een maatschappelijk verantwoord investeringsproces en worden daarom opgenomen in een beleggingsfonds.

Duurzaamheid gedefinieerd Het begrip duurzaamheid is een containerbegrip dat lastig de definiëren is. In een rapport van de World Commission on Environment and Development wordt duurzaamheid als volgt uitgelegd: het voorzien in behoeften van de huidige generatie zonder dat dit ten koste gaat van het vermogen van toekomstige generatie om in hun behoeften te voorzien. Hoe je duurzaamheid ook uitlegt, de drie P’s spelen voornamelijk de hoofdrol. Bij beleggen in duurzame fondsen wordt rekening gehouden met People, Planet en Profit. Oftewel: hoe gaat het bedrijf om met mensenrechten, welke prestaties levert het bedrijf op het gebied van milieu en hoe presteert het bedrijf in economisch opzicht. Dit laatste heeft niet direct te maken met winst, maar eerder met bijvoorbeeld werkloosheid en infrastructuur. Wanneer een bedrijf een meerwaarde nastreeft op de gebieden ecologisch, maatschappelijk en ethisch mag gesproken worden van duurzaam ondernemen.

Maak de wereld duurzamer Beleggers die kiezen om aandelen of obligaties van een bedrijf te kopen dat op een duurzame manier zijn producten tot stand brengt, kijken niet alleen naar het op te leveren rendement en het bijbehorende risico, maar juist ook naar de effecten van het productieproces voor de maatschappij en onze leefomgeving. Voor de mens en de natuur op de hele wereld. Je investeert in bedrijven die voldoen aan bepaalde duurzaamheidcriteria en daarbij de behoeftes van de huidige generatie en de toekomstige generatie in het achterhoofd houden. Mensen die duurzaam beleggen voelen zich oprecht verantwoordelijk voor de leefbaarheid van de wereld. Duurzame beleggingsfondsen houden zich niet bezig met ondernemingen die het milieu of de natuur schaden of kinderarbeid toepassen. Het gaat om bedrijven die actief zijn in duurzame energie, recycling of andere vormen van verantwoord ondernemen. Maar ook om financiële instellingen die leningen verstrekken aan ondernemers in minder ontwikkelde landen. Of om overheden die op een gedegen manier zorgen voor de basisbehoeften als wonen, schoon water en gezondheidszorg. Als investeerder in een duurzaam fonds draag je bij aan het duurzamer maken van de wereld omdat je via je beleggingskeuzes invloed kunt uitoefenen. Duurzame beleggers hebben over het algemeen een duidelijke toekomstvisie en gebruiken hun beleggingen om deze visie te realiseren.

Minder risico’s en veilig Veel investeerders zien beleggen in duurzame fondsen als veiliger dan een reguliere belegging. De goede bedrijfsstructuur en de governance van duurzame bedrijven hebben hier positieve invloed op. Bedrijven met een duurzaam investeringsproces besteden doorgaans meer aandacht aan de checks and balances. Bedrijven die meer georiënteerd zijn op winst op

korte termijn zijn in de meeste gevallen meer bezig met het genereren van meer marktaandeel. Duurzame ondernemingen hebben een duidelijke strategie en dat komt de continuïteit ten goede. Dat alles maakt beleggen in duurzame fondsen minder risicovol. Bedrijven die op een duurzame manier omgaan met mensen, aandeelhouders en klanten benutten ondernemingskansen beter en beheersen risico’s effectiever. En ze zijn reeds voorbereid op de toekomst. Bij duurzaam beleggen hoort volgens duurzaamheidexperts ook engagement. Je bent als belegger niet alleen aandeelhouder omdat je een financieel waardepapier hebt, maar ook eigenaar. Daarmee verplicht je jezelf als het ware ook om een bedrijf op te voeden en te begeleiden. Je kunt er iets van zeggen wanneer je vindt dat een bedrijf dat niet goed omgaat met bijvoorbeeld zijn energieverbruik, je bent ten slotte ‘mede-eigenaar’.

Duurzaamheidcriteria In principe gaat duurzaam beleggen op dezelfde wijze als traditioneel beleggen. Uiteraard moet de investeerder zich allereerst afvragen waarin hij wil investeren en wat hij belangrijk vindt als het gaat om duurzaamheid. De Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) heeft een online tool ontwikkeld – de Goed Geld Wijzer – om duurzame beleggers te helpen met het maken van deze keuze. Ondernemingen die onderdeel zijn van een duurzaam beleggingsfonds moeten aan allerlei criteria voldoen. De meeste banken en beleggingsfondsen hanteren hun eigen criteria, de kans bestaat dat onze overheid deze criteria in de toekomst zelf gaat vastleggen. Beleggen in duurzame fondsen gebeurt door de meeste investeerders via een aandelenfonds. Je kunt kiezen uit een wereldwijd fonds of een fonds dat zich richt op een bepaald continent. Hierbij kun je ook kiezen uit bepaalde sectoren als water of energie. Voor mensen

die minder risico willen lopen, bestaan er sinds enkele jaren duurzame obligatiefondsen. En uiteraard is duurzaam beleggen ook mogelijk via een mengeling van obligaties en aandelen. Enkele banken in ons land maken het mogelijk rechtstreeks in duurzame fondsen te beleggen. Bij deze banken zijn ondernemingen, overheden en instellingen aangesloten die voldoen aan de duurzaamheidcriteria van de betreffende bank.

Dubbel rendement Uit onderzoek van wetenschappers van Maastricht University en de Universiteit van Tilburg blijkt dat het financiële rendement van duurzaam beleggen ongeveer gelijk is aan, maar zeker niet lager dan, dat van traditioneel beleggen. Deze uitkomst geldt voor zowel individuele beleggingen als beleggingsfondsen. Je kunt dus zeggen dat duurzaam beleggen dubbel rendement oplevert: voor de belegger en voor de wereld. Je ondersteunt bedrijven dankzij financiële middelen, waardoor het bedrijf de mogelijkheid krijgt te groeien en zo hun duurzaamheidbeleid verder uit te voeren. En wanneer deze bedrijven meer winst maken, levert dat voor de belegger logischerwijs meer rendement op. Verwacht wordt dat op lange termijn de meeste duurzame beleggingen een hoger dan gemiddeld rendement opleveren. Dat is te verklaren aan de hand van het feit dat een goed milieubeleid grondstoffen en energie bespaart. En dus kosten. Ook de milieurisico’s en de toekomstige aansprakelijkheidsrisico’s verminderen. Een bedrijf met een duurzaam beleid wint eerder vertrouwen van overheden en andere belanghebbenden als het gaat om uitbreidingen en investeringen. Duurzame oplossingen zijn op den duur noodzakelijk en zodra de politiek en het bedrijfsleven dit ook inzien, profiteren duurzame ondernemingen hier het meest van. Dat komt de beurskoers van deze bedrijven ten goede. n


Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Alternatief Investeren

7

Expertinterview  ASN Bank

“Duurzaam beleggen in trek als alternatief” Beleggingsfondsen groeien snel.

D

uurzaamheid is niet meer weg te denken vandaag de dag. Dat geldt ook voor de beleggingswereld. Het aantal duurzame fondsen en de omvang ervan groeit snel. Bovendien vallen duurzame fondsen steeds vaker in de prijzen, ook als het gaat om fondsprestaties en rendement. Directeur ASN Beleggingsfondsen Bas-Jan Blom over duurzaam beleggen als logische keuze.

Duurzaam beleggen is volgens u een goed alternatief. Waarom? “Beleggen is vooruitkijken. Daar hoort een visie bij. In onze visie gaan we naar een wereld waar in 2050 mens, dier en milieu veel meer in evenwicht zijn. Door duurzaam te beleggen dragen we bij aan het realiseren van een betere wereld. Tegelijkertijd bieden we een concurrerend rendement. Dat is een gezonde balans. Wij beleggen in bedrijven die daaraan bijdragen en in bedrijven die daarmee ook in de toekomst bestaansrecht hebben. Kolencentrales en oliemaatschappijen zijn typisch bedrijven die in dat beeld niet thuishoren. Overigens hebben maar weinig beleggingspartijen een visie op de toekomst, laat staan dat ze daar consequent naar handelen. Vreemd eigenlijk, want dat is wel de kern van beleggen. Wat ons betreft is het ook van deze tijd om echt naar je klanten te luisteren als het gaat om de beleggingskeuzes die je maakt. Waar wil je in investeren? Maar vooral ook: waar wil je niet in investeren? Door onze keuzes voldoet ons Duurzaam ASN Aandelenfonds nu al ruimschoots

aan de Kyoto-normen voor 2012 en de CO2 -doelstellingen van de EU voor 2020. We kijken dus heel actief naar de CO2 -uitstoot van bedrijven.” Wat houdt de term alternatief voor u in als het gaat om beleggen? “Zelf gebruiken wij de termen traditioneel en alternatief niet. Wij gebruiken liever de term duurzaam. En daarmee vormen wij het alternatief.

Het is onze drijfveer om op een duurzame manier te beleggen en te investeren in een betere wereld. Bij onze producten hoort ook transparantie. We leggen altijd uit wat we doen en wat we niet doen. Ik denk ook dat het goed is dat we laten zien wat we onder duurzaam beleggen verstaan. Voor ASN Bank gaat het erom dat de belegger zelf de beslissing maakt waarin en waarom hij belegt. Onze bank gaat de belegger voor door duurzaam te beleggen. Terugkomend op de vraag: we hebben eigenlijk niet zoveel met de term alternatief. Onze organisatie heeft principieel andere uitgangspunten.”

We stemmen daarnaast ook op aandeelhoudersvergaderingen van de bedrijven waarin we beleggen en maken daarmee actief gebruik van de mogelijkheden om sturing te geven. We kijken kritisch naar het beloningsbeleid, het beleid voor de inkoop van eigen aandelen en de verhouding tussen mannen en vrouwen in het management. Naast deze drie instrumenten doen we stevig mee aan de maatschappelijke discussie over verduurzaming, die we ook voortdurend aanjagen. Zo proberen we vanuit een breder perspectief duurzaamheid op de kaart te zetten.”

Is er een aantal voorbeelden van investeringen te noemen? “Het klimaat is een heel belangrijk onderdeel van onze visie. Voor de beursgenoteerde fondsen richten we ons op het CO2 -beleid. We willen naar een CO2 -arme maatschappij, want CO2 is de basis van het klimaatprobleem. Klimaatverandering zorgt niet alleen voor de opwarming van de aarde, maar leidt ook tot watertekorten en problemen met de voedselproductie. In onze beleggingskeuzes houden we dus rekening met de CO2 uitstoot van de bedrijven. Een ander concreet investeringsvoorbeeld is water. Schaarste van water heeft volop de aandacht. Het is een strategische keuze om ons ook daar op te richten. Het ASN Milieu & Waterfonds houdt zich bijvoorbeeld bezig met dergelijke waterproblematiek. Daarmee investeren we onder andere in bedrijven die actief zijn in watergerelateerde technieken.”

Duurzaam beleggen is erg populair en wint steeds vaker terrein ten opzichte van andere beleggingsfondsen. Waaruit blijkt dat? “Daarin speelt de actualiteit een rol. Denk bijvoorbeeld aan energie. De hele maatschappij is geënt op energie. Neem de onrust in het Midden-Oosten en de kernramp in Japan: beide gaan over energievoorziening. Lokaal produceren en geen schade toebrengen aan het leefmilieu is daarvoor een duurzame oplossing. Het is zo wezenlijk, dat we met zekerheid kunnen zeggen dat het geen hype is die overwaait. Onze beleggingsfondsen bestaan al lang en doen het al jaren goed. Met onze beleggingsfondsen vallen we op. Niet alleen bij de belegger, maar ook bij de vakpers, media en branchegenoten. De belegger kiest bewust voor onze fondsen. We zien het in de groei van de fondsen. Ook vallen we steeds vaker in de prijzen. Het is voor ons vooral een goed teken als we als beste naar voren komen in vergelijking met reguliere fondsen, dus niet alleen op basis van duurzaamheid, maar ook qua rendement. Dát betekent dat onze fondsen interessant worden voor een grote groep mensen en dat we dus écht een alternatief zijn. Zo hebben we in 2010 de Gouden Stier voor beste fondsenhuis gewonnen. Daar zijn we trots op. Uiteindelijk zal duurzaam beleggen mainstream worden. Daar is het ons ook om te doen. Dat blijkt overigens uit alle getallen: de groei van de duurzame spaar- en beleggingsmarkt gaat sneller dan die van de traditionele markt.” n

Hoe ver gaat duurzaam beleggen bij jullie? En wat is de positie van duurzaamheidsbeleid? “Duurzaamheid is bij ons leidend. Het is onze missie en het bepaalt ons dagelijks handelen. Ons hele bedrijf is gebaseerd op die duurzame missie, het is geen sluitpost. Wat dat betreft hebben we het eigenlijk gemakkelijk. Al onze beleggingsfondsen worden op basis van de beleggingscriteria be-

Bas-Jan Blom, directeur ASN Beleggingsfondsen

oordeeld en getoetst. Het CO2 -beleid is bijvoorbeeld een belangrijk onderdeel van het beleggingsbeleid. We zoeken dus bedrijven die daar een goed beleid op hebben en goede prestaties laten zien. Dat lijkt heel simpel: dan beleg je gewoon in bedrijven zonder CO2 -uitstoot, maar dat is niet de praktijk. We beleggen in veel branches, deze moeten wel allemaal voldoen aan onze criteria. Het zijn de sectoren die een rol spelen in de duurzame samenleving van 2050 of belangrijk zijn in het bereiken ervan. Daarbinnen pikken we echt de beste bedrijven eruit. Wij beleggen dus niet alleen in duurzame sectoren zoals zon en wind, maar bijvoorbeeld ook in afvalverwerkende- en telecommunicatiebedrijven. Aan ons de taak al die bedrijven te beoordelen op duurzaamheid en indien nodig te stimuleren extra stappen te nemen.” Hoe past de bank duurzaamheidsbeleid toe? “Met drie instrumenten. Allereerst door bedrijven in het beleggingsuniversum af- en goed te keuren. Onze issuepapers (zie kader, red.) vormen het uitgangspunt. In deze papers zijn onze beleggingscriteria uitgewerkt. Aan de hand daarvan leggen we bedrijven langs de meetlat. Daarmee bepalen we in welke bedrijven we wel of juist niet beleggen. Overigens is dat allemaal via onze website en andere communicatie te volgen. Dat vinden wij vanzelfsprekend en zijn we onze klanten verplicht. We overleggen ook actief met bedrijven. Via ‘engagement’ willen we met bedrijven in gesprek gaan over onze uitgangspunten. Als blijkt dat een bedrijf na heronderzoek niet meer aan onze criteria voldoet en niet bereid is zijn beleid aan te passen gaan wij over tot uitsluiting. We beleggen dus enkel in een bedrijf als we zeker weten dat het goed zit.

Meer informatie Waar investeert de ASN Bank wel en niet in. De toelatings- en uitsluitingscriteria voor beleggingen zijn uitgewerkt in de issuepapers. Die richten zich op de thema’s: mensenrechten, klimaat en biodiversiteit. De issuepapers zijn te vinden op de website www.asnbank.nl > Over de ASN Bank > In actie voor duurzaamheid.


8

Alternatief Investeren

Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Artikel  Private Equity

Private equity biedt kapitaal én kennis Participatiemaatschappijen hebben de bedrijven waarin zij investeerden goed door de crisis geloodst. waarin zij geïnvesteerd hadden snel aangepast aan de nieuwe economische situatie. Daardoor zijn zij, nu de economie weer aantrekt, goed in staat om weer deelnemingen te verkopen. En dat is hoe zij uiteindelijk hun rendement voor beleggers moeten maken

Auteur: Ronald Bruins

D

e private equity-markt leeft langzaam weer op. De vraag naar risicodragend vermogen (of risicokapitaal) en de verkoopbaarheid van deelnemingen neemt toe. Dat maakt de categorie logischerwijs weer interessant voor beleggers. Private equity is risicodragend vermogen voor de financiering van nietbeursgenoteerde ondernemingen. In de praktijk komt het erop neer dat het management een derde partij laat deelnemen in zijn bedrijf. Bijvoorbeeld door deze partij aandelen te verstrekken. Een reden hiervoor kan zijn dat de ondernemer een nieuw bedrijf wil opstarten, met zijn bedrijf wil groeien of de organisatie wil herstructureren. Banken zijn steeds kritischer bij het verstrekken van leningen. Als de bank het risico te hoog vindt moet de onderneming op zoek naar aandelenkapitaal ofwel private equity. Participatiemaatschappijen zijn de belangrijkste verschaffers van private equity. Zij financieren deelnemingen met kapitaal van beleggers. Dat maakt ze anders dan bijvoorbeeld informal investors, die eigen geld gebruiken. Er zijn verschillende soorten fondsen te onderscheiden. Zo zijn er onafhan-

Overheid

kelijke fondsen die keer op keer een fonds ‘ophalen’ bij grote beleggers, zoals pensioenfondsen. Een andere groep vormen de participatiemaatschappijen van banken en verzekeraars die geen eindige looptijd hebben. Ook zijn er (meestal kleine) fondsen met een achterban van informal investors en regionale ontwikkelingsmaatschappijen. Deze laatste willen niet alleen rendement behalen, maar bijvoorbeeld ook innovatie naar de regio halen.

Opleving van de markt Institutionele beleggers beleggen in participatiemaatsachappijen omdat zij

daarmee vaak een meer dan gemiddeld rendement behalen. Maar net zoals in andere bedrijfstakken is men door de recessie voorzichtig geworden. Maar na een aantal moeilijke jaren, zoals de economie die in alle geledingen kende, is het niveau van de beleggingen in private equity fondsen het afgelopen jaar wel weer aangetrokken. De Nederlandse Vereniging voor Participatiemaatschappijen (NVP) ziet momenteel een verdere opleving van de markt. Participatiemaatschappijen hebben gedurende de crisisjaren opvallend weinig faillissementen en afboekingen laten zien en hebben de ondernemingen

Waar buy-out fondsen, die zich richten op investeringen in volwassen bedrijven, momenteel beter in staat zijn om fondsen te werven, hebben venture capital-fondsen het moeilijker. Vooral als het gaat om de latere fase venture capital (dus niet geld dat nodig is voor de start van een onderneming, maar groeikapitaal voor de periode daarna). Om die reden doet de branche bij monde van de NVP ook een beroep op de overheid. Het idee is om een paraplufonds in het leven te roepen dat gaat beleggen in Nederlandse venture capital-fondsen. Daarmee kunnen de fondsmanagers gemakkelijker andere beleggers overhalen om mee te doen. Het ministerie van Economische Zaken werkt dit plan momenteel uit. De overheid heeft overigens ook een maatregel genomen waar de branche niet heel gelukkig mee is. En wel met betrekking tot een beperking van renteaftrek in overnameholdings, >>>

Gastbijdrage  Newion Investments

Keuzes maken om de groei te versnellen Waarde creatie door Private Equity en Venture Capital.

D

e laatste jaren worden Private Equity partijen omschreven als “Opkoopfondsen”, “Roofridders”, “Sprinkhanen”, en “Barbaren”. Deze negatieve omschrijvingen gaan voorbij aan de waarde die deze fondsen creëren, en de efficiency die over het algemeen terug wordt gebracht in de ondernemingen waarin men investeert. Daarnaast wordt het vaak in één adem genoemd met Venture Capital. Venture Capital ontleent zijn bestaansrecht juist helemaal aan het creëren van waarde in een onderneming, groei in hoogwaardige werkgelegenheid en het bevorderen van onderzoek en ontwikkeling. Uit studies van de Nederlandse Vereniging van Participatie maatschappijen blijkt ook de enorme bijdrage aan economische groei die de Investeringsmaatschappijen leveren. Er is een groot verschil in de benadering van PE en VC. Venture Capital investeert, in het algemeen in ondernemingen: het geld gaat in de onderneming voor groei. Private Equity laat in het algemeen het geld naar de oud aandeelhouders van de onderneming laten stromen: er worden aandelen verhandeld. De oud aandeelhouders willen verkopen, PE partijen kopen, vaak samen met het zittend, of nieuw ma-

nagement. PE partijen financieren vaak de aandelen gedeeltelijk met bancaire financieringen. Deze leningen moeten worden afgelost vanuit de cash-flow vanuit de onderneming. Na enkele jaren zal de onderneming schuldenvrij zijn gemaakt – PE richt zich op het snel maximaliseren van de geldstromen – en wederom worden verkocht. VC investeert in groei. Vaak zijn dit technologie bedrijven, zoals Life Science of Bio Tech, Clean Tech, Media of ICT ondernemingen. “De kost gaat voor de baat uit”. Er moet voor een nieuw product of dienst vele jaren ontwikkeld worden en diep geïnvesteerd, maar ook in markt bewerkingen, in het opzetten van een (internationale) verkoop organisatie etc. terwijl de revenuen nog op zich laten wachten. Indien echter de verwachtingen van een sterke marktpositie, omzetten en winstgevendheid hoog zijn, en dus een hoge waardering bij een exit – de verkoop van de aandelen – dan zijn VC’s zeer geïnteresseerd om te investeren. Jonge technologie ondernemingen hebben het echter lastig om risicokapitaal aan te trekken voor de snelle groei. De Nederlandse Overheid stimuleert echter VC’s middels haar uitstekende “Technopartner Regeling” om deze

jonge maar ook zeer risicovolle ondernemingen te financieren. Hiermee dicht men de “Equity Gap” – het gat tussen de eerste financiering via “informal investors” en de grotere VC’s. Newion Investments maakt bijvoorbeeld gebruik van deze regeling zodat men haar deelnemingen in alle fases kan ondersteunen. Ondernemers kiezen voor het aantrekken van risicokapitaal middels PE en VC om waardestijging te creëren van hun aandeel in een onderneming, die men met een bancaire financiering, of een autonome groei niet kan realiseren. Het krijgen van een kleiner procentueel belang in een onderneming staat tegenover de hogere waarde die men kan bereiken, het extra kapitaal voor de groei of overnames, het krijgen van adviezen, het veelvuldig delen van besluiten, en de hands-on en inhoudelijke betrokkenheid van de investeerder met een zeer sterke focus op het uiteindelijk weer vervreemden van de onderneming. Het is daarom een keuze: indien men versneld wil groeien en de waardestijging van de aandelen op mid-lange termijn wil verzilveren, dan is de keuze voor een investeringsmaatschappij een zeer goede.

Patrick Polak

Patrick Polak is Managing Partner bij Newion Investments Management. Middels haar Newion en Private Plus Fund fondsen investeert men in kansrijke ondernemingen in Nederland en België. n www.newion-investments.com.


Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Alternatief Investeren

9

>>> wat voornamelijk effect heeft op de buy-out fondsen. Hierdoor worden volgens de branchevereniging ook partijen getroffen voor wie de maatregel niet is bedoeld. De aftrekbeperking geldt namelijk niet alleen voor leningen van aandeelhouders, maar ook voor leningen van de bank, die op zakelijke voorwaarden worden aangetrokken en dus in de regel niet excessief zijn. Dit heeft een direct gevolg voor de kaspositie, omdat bedrijven meer geld naar de fiscus moeten brengen. Dit geld is dus niet beschikbaar om te investeren in groei.

opgemerkt gebleven”, zegt Tjarda Molenaar, directeur van de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP). Men weet nu dat participatiemaatschappijen voor langere tijd een meerderheids- of minderheidsdeelneming nemen, zodat een bedrijf kan groeien, innoveren of door een moeilijke periode heen kan komen. Uit onderzoek blijkt dat bedrijven meer groeien met een participatiemaatschappij. Deze bedrijven hebben meer research- en development-activiteiten en betere mogelijkheden voor het opleiden van hun personeel.

Vooraanstaande categorie

Vreemde ogen

Nederland kent ongeveer zestig participatiemaatschappijen die zich toeleggen op deze private investeringen. Private equity mogen we met gerust hart een vooraanstaande categorie in het segment van alternatieve beleggingen noemen. Vandaag de dag is private equity algemeen geaccepteerd als een vast onderdeel van vele institutionele portefeuilles. De voornaamste reden om te beleggen in private equity is het verbeteren van het risico/rendementsprofiel van een beleggingsportefeuille. Beleggen in private equity biedt investeerders de gelegenheid een hogere opbrengst te genereren en tegelijkertijd de diversificatie van haar portefeuille te verbeteren. De bedragen die in Europa belegd zijn in private equity fondsen zijn de laatste tien jaar enorm gestegen. Veel investeerders met nauwelijks of geen belangen in private equity overwegen daarom de start van een private equity programma.

nagement op. Denk aan beter financieel management en andere invulling van het topmanagement. Op rationele wijze ontwikkelen zij het bedrijf. Zij kijken waar een bedrijf zijn geld mee verdient. En daar focussen zij zich op. Door deze zakelijke insteek leeft het idee dat maatschappijen die deelnemen een bedrijf ‘leegtrekken’ en weer verder gaan. Toch staat waardecreatie centraal. Een participatiemaatschappij heeft er immers helemaal geen belang bij een bedrijf leeg te halen, want zij willen de aandelen die ze hebben ook graag met

Negatief imago onterecht Private equity is een middellange termijn investering die bijdraagt aan economische groei, werkgelegenheid, innovatie en de ontwikkeling van nieuwe technologie. Behalve financiële middelen bieden participatiemaatschappijen ook inhoudelijk toegevoegde waarde. Door het begeleiden van bijvoorbeeld bedrijfsoverdracht zorgen ze vaak voor een professionaliseringsslag in het bedrijf. Zij vullen de gaten die er in het bedrijf zijn en bouwen een sterker ma-

winst verkopen. Het is een gedeeld belang met het bedrijf. Daarom maakt samenwerking met een ‘pe-partij’ ondernemers juist sterker bij bedrijfsopvolging. Ook in de participatiewereld is duurzaamheid overigens een actueel thema. Allereerst biedt de duurzaamheidssector een interessante nieuwe markt, met veel kansen voor investeerders. Denk aan duurzame energie of consumentenproducten. Om die reden richten ook verschillende venture capital-fondsen zich op deze markt. Voor buy-out fondsen geldt dat duurzaam investeren als thema altijd wel een rol van betekenis heeft gespeeld, want participaties dienen toch ook ooit weer verkocht te worden. Dat betekent dat een fonds al voordat hij een investering doet, bekijkt of er bijvoorbeeld milieurisico’s zijn, of er sprake kan zijn van kinderarbeid, of andere zaken die de verkoopbaarheid van een bedrijf verminderen. De sector heeft er echter nooit veel werk van gemaakt om hier ook over te rapporteren. Dat is nu aan het veranderen.

Door de crisis geloodst Terwijl private equity-huizen vijf jaar geleden nog wel eens sprinkhanenplagen werden genoemd, zijn er tegenwoordig al een stuk minder vooroordelen over durfkapitaal. “Participatiemaatschappijen hebben de bedrijven waarin zij investeerden goed door de crisis geloodst. Dat is niet on-

Participatiemaatschappijen bieden niet alleen het kapitaal dat nodig is voor de groei, maar nemen ook een stel vreemde ogen mee. Die zien vaak mogelijkheden waar anderen – die te nauw betrokken zijn bij het bedrijf – die niet zien. Verschillende participatiemaatschappijen specialiseren zich in een bepaald vakgebied. Het voordeel hiervan is dat de ‘verkopende’ partij een stukje expertise in huis haalt. Op het gebied van kabelaars zijn er bijvoorbeeld partijen met veel specifieke kennis, maar ook in de ICT- en de biotech-sector neemt dat toe. In de praktijk blijken met name bedrijven met groeipotentieel of innovatieve producten, geschikt voor samenwerking met private equityhuizen. Die brengen namelijk ook nog eens kennis op het vlak van efficiëntie van de bedrijfsvoering in én een groot netwerk. Om succesvol te zijn heeft een participatie enige tijd nodig. Een gemiddelde deelname duurt zes jaar, terwijl dat op de beurs soms maar twee dagen is. Hoelang een partij precies deel neemt in de organisatie verschilt behoorlijk. Een puur financiële partner zal korte tijd betrokken zijn, financiële draagkracht leveren en snel winst willen behalen. Strategische partners blijven voor langere tijd aan en geloven in een product. Maar een partij zit altijd in een onderneming om zijn deel uiteindelijk weer – met winst – te verkopen. En daar profiteren de beleggers weer van mee. n

Expertinterview  Berk Partners

“Private equity geeft ondernemerschap vleugels” ‘Private equity’ roept bij het grote publiek niet automatisch de warmste gevoelens op. Klopt, en dat is eigenlijk onterecht. De reputatie van private equity kennen we natuurlijk: slim, hard en op afstand. Maar dat verdient absoluut nuancering. Slim zijn is goed, maar wij zijn niet hard en afstandelijk. Wij gebruiken private equity om te bouwen; we geven ambitieuze ondernemers de ruimte om hun plannen te realiseren.”

Meer informatie Berk Partners is sinds 1990 actief in private equity en investeerde succesvol in onder meer De Kuyper (jenever), AC Restaurants en Jumbo (spellen). www.berkpartners.nl

Is bouwen het primaire belang van investeerders? Die willen toch geld zien? Kamps: “Private equity wordt inderdaad vaak vereenzelvigd met snelle winst. Maar Berk Partners wil waarde creëren, werkelijk iets toevoegen. Dat doen we door autonome groei te financieren of door te helpen bij een overname. Maar ook door te kijken naar de operationele processen, of door goede mensen voor de Raad van Commissarissen of het management aan te stellen. Dat leidt uiteindelijk tot rendement voor investeerders. En dus is het in hun belang. Bovendien zijn onze investeerders zelf ondernemers en oud-ondernemers. Bouwen zit in hun natuur. Sterker nog: we nodigen investeerders uit hun specifieke kennis in te zetten voor de ondernemingen waarin we deelnemen.”

De investeerder op de stoel van de ondernemer? “Nee, dat willen we zeker niet. Onze strategie is altijd gebaseerd op een actieve bijdrage van onze kant, maar zonder dat we op de stoel van het management gaan zitten. Het is aan de ondernemer om te ondernemen. En het is aan ons om dat ondernemerschap vleugels te geven. Hoe kiezen ondernemer en investeringsmaatschappijen elkaar? “Meestal loopt dat via corporate finance-bureaus. Maar steeds vaker worden we ook rechtstreeks benaderd. De klik blijft echter het belangrijkste criterium. Je gaat als investeerder en management voor langere tijd samen het avontuur aan. En dan is het een voor-

Willem Kamps, Directeur Berk Partners

waarde dat je met z’n allen op één lijn zit, en natuurlijk dat er 100% duidelijkheid is over de plannen.” n


10

Alternatief Investeren

Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Artikel  Grondstoffen

Grondstoffen: speculeren op marktbeweging? Auteur: Karel Wensink

D

e prijzen van goud, zilver, olie en graan laten al langere tijd een stijging zien. Daarmee is investeren in grondstoffen voor veel beleggers interessant geworden. De mogelijkheden om in grondstoffen te investeren zijn de afgelopen tijd dan ook sterk gestegen. De afgelopen maanden is investeren in grondstoffen een beweeglijke asset categorie. Beleggers vinden grondstoffen nu veiliger dan aandelen. Grondstoffen zijn volgens optimistische experts namelijk inflatiebestendig. Een dalend aanbod en tegelijkertijd een toenemende vraag, maken dat de prijs van grondstoffen al enige tijd een stijgende lijn laat zien en dat zet zich voort, als we sommige experts moeten geloven. De toenemende vraag naar commodities is voornamelijk afkomstig uit opkomende markten als China, Brazilië en India. Hoe beter het gaat met hun economie, hoe meer grondstoffen zij nodig hebben. Investeren in olie en (edel)metalen als goud en zilver zijn al jaren populair bij beleggers. Maar het aanbod is inmiddels veel groter dan alleen deze twee grondstoffen. Zo is investeren in granen en landbouwgrondstoffen ook steeds bekender. Jaap Koelewijn,

hoogleraar Finance aan de Nyenrode Business Universiteit geeft aan dat investeren in grondstoffen niet voor iedereen is weggelegd: “Beleggen in grondstoffen is alleen geschikt voor de particuliere belegger die deze markt grondig kent. Grondstoffen zijn namelijk erg gevoelig voor ontwikkelingen van de economie, daar moet je je bewust van zijn.”

Prognoses De goudprijs steeg de week voor Pasen tot boven de ongekende 1500 dollar per ounce. Dit had voornamelijk te maken met het feit dat de dollar daalde. Maar niet alleen de prijs van goud, ook die van olie en landbouwgrondstoffen is de afgelopen maanden gestegen. In welke grondstoffen je nu het beste kunt investeren, is moeilijk te voorspellen. De prognoses van de goudprijs en die van andere grondstoffen lopen ver uiteen. Optimisten stellen dat de goudprijs verder stijgt. Pessimisten zijn terughoudender en waarschuwen voor een terugval. Koelewijn: “Investeerders moeten zich realiseren dat beleggen in grondstoffen geen direct rendement oplevert. Je speculeert op een marktbeweging.” Maar als je weet waar en hoe je moet beginnen, dan is het zeker niet te laat om nu in te stappen.

Fondsen, ETF’s en trackers Beleggen in grondstoffen kan op verschillende manieren. Zo kun je de producten zelf aankopen en opslaan. Maar dit is voor de meeste investeerders geen aantrekkelijke vorm van investering. Niet iedereen zit erop te wachten een paar kilo goud in een pakhuis te moeten stallen. Een commodity fund biedt dan een goede oplossing. Ook volgens specialisten als Koelewijn de beste optie. Een fonds belegt dan voor jou in de producten zonder dat je zelf verantwoordelijk bent voor de praktische kant. Sommige van deze fondsen beleggen in grondstoffen in het algemeen, andere richten zich op specifieke commodities. Ook banken hebben de laatste jaren tientallen Exchange Trade Funds (ETF’s) of trackers uitgegeven. Dit zijn een soort fondsen die direct gerelateerd zijn aan de grondstofprijs. Deze trackers zijn beursgenoteerd en kun je net als een normaal aandeel verhandelen. Een andere mogelijkheid is te beleggen in grondstoffen via bedrijven die de stoffen winnen.

niet te groot is. Net als bij beleggen in welke andere vorm dan ook, is spreiding hierbij erg belangrijk. Een daling van de grondstofprijs heeft dan het minste invloed op de waarde van je portefeuille. Op welke manier je ook wilt beleggen in grondstoffen, verstandig is in ieder geval in te stappen op het moment dat het fonds stijgende is. Op het moment dat iedereen wil kopen, kun jij uitstappen. Ga niet iedereen klakkeloos achterna. Investeer jij net als iedereen in goud, dan verdien je dus ook wat iedereen verdient. n

De waarde Beleggen in grondstoffen is in veel gevallen aantrekkelijk voor de variatie in je beleggingsportefeuille. Zorg er dan echter wel voor dat het percentage grondstofgerelateerde investeringen

Artikel  Duurzaam eindproduct

Duurzame producten zijn het investeren waard Steeds groter marktaandeel voor duurzame productenç. Auteur: Karel Wensink

I

nvesteren in duurzame producten gaat verder alleen kijken naar het investeringsproces van het betreffende bedrijf. Bij beleggen in duurzame producten gaat het om het uiteindelijke product. Is dat eindproduct daadwerkelijk duurzaam? Het marktaandeel van duurzame producten in Nederland is steeds groter. Uit de Monitor Duurzaam Voedsel van het ministerie van Economische Zaken blijkt dat duurzame producten 3,5 procent aan de totale omzet van levensmiddelen bedragen. Ook duurzame oplossingen voor in huis als LED-verlichting en producten gemaakt van duurzaam hout winnen steeds meer terrein. De markt biedt steeds meer van dit soort producten aan. Deze tendens zet zich voort, als we experts moeten geloven. Nederlanders kopen steeds bewuster en dat is interessant voor duurzame investeerders.

De levenscyclus Een bedrijf kan zijn producten op een duurzame manier tot stand brengen, maar dat wil nog niet zeggen dat het vanzelfsprekend ook om een duurzaam product gaat. Bedrijven moeten dan namelijk met veel meer rekening hou-

den dan alleen het productieproces. Er moet gekeken worden naar de gehele levenscyclus van een product. Van de materialen tot aan de afdanking van het product. Voor duurzame investeerders is dit iets om rekening mee te houden. Ga je beleggen in een fonds dat bestaat uit bedrijven met een duurzaam investeringsproces of in bedrijven die daadwerkelijk duurzame eindproducten als visie hebben? In dat laatste geval draag je wellicht nog directer bij aan een duurzame wereld.

Kwaliteitverbetering Een groot voordeel van duurzame producten voor de ondernemer én de consument – en indirect ook voor de investeerder – is dat de kwaliteit van het product over het algemeen verbetert. Door voor materiaal te kiezen dat langer meegaat of beter te onderhouden is, neemt de levensduur van deze producten in de meeste gevallen toe en er is meer milieuwinst te boeken door het gebruik van verantwoorde grondstoffen. Bedrijven hoeven namelijk geen beroep te doen op midde-

len die uit de natuur komen of beperkt voorradig zijn. Dit alles gaat doorgaans hand in hand met kostenbesparing. Duurzame producten worden over het algemeen efficiënter geproduceerd met minder materiaal. Uiteraard zijn duurzame producten ook op een mensvriendelijke manier gemaakt. Voor investeerders heeft dit alles positieve invloed op hun beleggingsportefeuille. Het imago van het bedrijf verbetert, wat een betere marktpositie tot gevolg heeft. Dat zorgt op haar beurt voor betere verkoopcijfers en dus op een hoger rendement voor beleggers. Over het algemeen vinden duurzame investeerders het behaalde rendement niet eens het belangrijkste. Zijn staan over het algemeen bewust stil bij de gevolgen die niet duurzame producten hebben voor het milieu. Beleggers in duurzame producten kiezen hiervoor om zo een bij-

drage te leveren aan een betere wereld voor de toekomstige generatie. Dankzij hun investering geven ze bedrijven die duurzame producten maken de mogelijkheid te groeien en te innoveren.

Verwarring en de overheid Er bestaat overigens nog behoorlijk veel verwarring onder consumenten als het gaat om wat nu wel en wat nu niet duurzaam is. Bovendien ontbreekt het volgens diverse spelers in de branche aan een gelijk speelveld voor producenten. In het belang van duurzaamheid zouden alle bedrijven aan dezelfde eisen moeten voldoen, maar dit is nu nog niet het geval. De tekortkomingen in de markt maken het lastig het marktaandeel van duurzame producten nog verder te laten groeien. Als er sprake is van mainstreaming, gaan de koplopers uit deze markt de overheid om meer regie vragen. Inkoopdeskundigen een van de grotere kennisorganisaties van ons land stellen dat de overheid nog te weinig weet van duurzaamheid en hier te weinig mee doet. Wel staat het onderwerp steeds hoger op de politieke agenda. Voor beleggers die nog niet weten of wellicht nu het juiste moment is aangebroken. Waarom nog twijfelen over een investering die bijdraagt aan een betere wereld? n


Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Alternatief Investeren

11

Gastbijdrage  Robeco

Verantwoord beleggen en private equity Paradox of perfecte combinatie?

D

e beleggingscategorie Private Equity (PE) heeft de laatste jaren af en toe een negatieve lading gehad. Ten tijde van de kredietcrisis werd dikwijls gewezen naar PE-firma’s als een van de veroorzakers van de crisis. Zij zouden bedrijven opgezadeld hebben met een te grote hoeveelheid vreemd vermogen en ze vervolgens hebben doorverkocht zonder daadwerkelijk waarde toegevoegd te hebben. Het lijkt op het eerste gezicht dan ook opmerkelijk dat juist de PE-industrie in toenemende mate in verband wordt gebracht met verantwoord beleggen, waar rekening gehouden wordt met milieutechnische (Environmental), maatschappelijke (Social) factoren en goed ondernemingsbestuur (Governance), samen ook wel aangeduid met ESG. Maar als je verder kijkt, blijkt dat er sprake is van een duidelijk gemeenschappelijk belang en dat de perceptie dat verantwoord beleggen ten koste gaat van rendement, omslaat in een overtuiging dat maatschappelijk verantwoord ondernemen bij kan dragen aan een verbeterd risico-rendementsprofiel van een belegging. Er zijn twee manieren waarop duurzaamheid geïntegreerd wordt binnen private equity: via thematische beleggingen (bijvoorbeeld clean tech) en via integratie van ESG-factoren in het beleggingsproces en de bedrijfsvoering. Allereerst zien we dat private equity zijn aandachtsgebied in de laatste jaren heeft uitgebreid naar thematische strategieën die direct samenhangen met een of meer elementen van verantwoord beleggen. Hierbij valt te denken aan micro-finance in het geval van de sociale component. De meeste strategieën richten zich echter op de milieutechnische component. Mede gevoed door nieuwe studies en documentaires als “The Inconventient Truth” van Al Gore zijn mensen zich bewuster geworden van de mogelijk schadelijke gevolgen van de huidige energieconsumptie op de langere termijn. Als gevolg hiervan wordt steeds meer aandacht besteed aan alternatieve vormen van energie die minder schadelijk zijn voor het milieu, bijvoorbeeld door efficiënter om te gaan met natuurlijke grondstoffen of door gebruik te maken van andere natuurlijke hulpbronnen zoals Robeco gelooft sterk in de toegevoegde waarde van verantwoord beleggen en houdt zich sinds 2004 bezig met het integreren van niet-financiële factoren in zijn PE-programma. Samen met Rabobank en het duurzaam beleggen expertisecentrum van Robeco, SAM, beheert Robeco meerdere clean tech-programma’s. Daarnaast heeft Robeco in samenwerking met de Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen-specialisten van de Rabobank een raamwerk opgesteld waarmee PE-firma’s periodiek getoetst worden op het gebied van ESG. Ze ontvangen vervolgens feedback hoe ze zich verder kunnen ontwikkelen. Deze engagementbenadering is een belangrijk onderdeel van de aanpak van Robeco ten aanzien van verantwoord

wind- en zonne-energie. In de laatste jaren is deze zogeheten clean tech-sector aanzienlijk in omvang toegenomen. Zo werd in 2010 wereldwijd USD 7,8 miljard geïnvesteerd in clean tech venture capital. Nu steeds meer van deze technologieën de ontwikkelingsfase voorbij zijn, zien we een toegenomen interesse in (infrastructuur)projecten die het mogelijk maken deze technologieën op grote schaal toe te passen. Te denken valt hierbij aan projecten in windenergie (onshore/offshore), biomassa en zonne-energie. Private equity speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling en commercialisering van deze technologieën. In de eerste plaats stellen private equity-firma’s het benodigde kapitaal beschikbaar om verdere ontwikkeling mogelijk te maken. Een niet te onderschatten functie, aangezien andere kapitaalverschaffers zoals banken veelal niet bereid zijn tot het nemen van dit soort risico’s. Ook belangrijk is de inbreng van technologische expertise en het brede netwerk dat nodig is om de technologie uiteindelijk naar de markt te brengen. Naast deze thematische strategieën zien we dat PE-firma’s ook in hun traditionele (venture capital en buyout) portefeuilles steeds nadrukkelijker met de managementteams van de ondernemingen samenwerken op het gebied van ESG om zo duurzame, concurrerende bedrijven te creëren. En niet zonder succes. PE-firma’s blijken zeer goed in staat om onderliggende bedrijven te motiveren om op een maatschappelijk verantwoorde wijze te ondernemen. Dit heeft alles te maken met de wijze waarop de PE-firma’s in de kern opereren. Ze nemen in de meeste gevallen een meerderheidsbelang in een onderneming en investeren voor de langere termijn, gemiddeld 3 tot 5 jaar. In het geval van jongere ondernemingen vaak zelfs langer. Daarnaast is de beloningsstructuur zodanig ingericht dat er een gemeenschappelijk belang ontstaat tussen het management enerzijds en de PE-firma anderzijds. Als gevolg hiervan zijn PE-firma’s in staat om zowel controle uit te oefenen over de bedrijven, alsook richting aan te geven. Hoewel de mate waarin afhangt van de strategie en het type PE-firma, zien we dat steeds meer PE-firma’s ESGbeleggen en wordt zeker in de PE-industrie als zeer vooruitstrevend gezien. Dit wordt ook onderstreept doordat Robeco door lezers van het magazine Private Equity International is uitgeroepen tot Responsible Private Equity Investor of the Year 2010 in Europa. Daarnaast levert Robeco als lid van de werkgroep PE binnen PRI een bijdrage aan de verdere ontwikkeling van verantwoord beleggen in de PE-industrie. De PRI, ofwel Principles for Responsible Investment, is een initiatief van de Verenigde Naties met als doel om institutionele beleggers richtlijnen te geven op het gebied van verantwoord beleggen en ondersteuning te bieden bij het doorvoeren van deze richtlijnen in hun portefeuille.

Jesse de Klerk is Senior Investment Manager binnen het Private Equity team van Robeco

factoren opnemen in hun investeringsen waardecreatieproces. Hierbij valt te denken aan milieutechnische factoren zoals afvalverwerking, energieverbruik en uitstoot van CO2, factoren die direct effect kunnen hebben op de winstgevendheid, maar ook sociale factoren zoals mensenrechten, ziekteverzuim en arbeidssatisfactie, en ten slotte goed ondernemingsbestuur. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de verduurzaming van de PE-industrie niet helemaal vanzelf is gegaan. Er zijn zeker PE-firma’s die zichzelf altijd al bewust waren van hun maatschappelijke positie en de inherente waarde van verantwoord beleggen. Een grotere groep echter, heeft mede door de kredietcrisis en onder druk van beleggers en andere stakeholders besloten meer aandacht te besteden aan de niet-financiële factoren in het beleggingsproces. Maar desondanks

lijkt ook deze groep – mede gesteund door nieuwe onderzoeken – overtuigd te raken van het belang van verantwoord beleggen en de mogelijkheid op deze manier risico’s te verlagen of zelfs te vermijden. Daarnaast kan verantwoord beleggen leiden tot een hoger beleggingsrendement, niet alleen vanwege de mogelijkheid de productiekosten van een onderneming te verlagen door bijvoorbeeld efficiënter te opereren, maar ook omdat een duurzame onderneming beter gepositioneerd is en zodoende aantrekkelijker is voor een kopende partij. Hoewel er nog een weg te gaan is, zien we dat private equity en duurzaamheid steeds meer hand in hand gaan. Uiteraard met als uitgangspunt dat dit uiteindelijk zal leiden tot een hoger financieel rendement. Maar daar is op zich niets mis mee. Als het maar op een verantwoorde wijze gebeurt. n


12

Alternatief Investeren

Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Artikel  Hedge Funds

Hedgefunds: altijd op zoek naar rendement Auteur: Matthijs Rutten

I

n de nasleep van de economische crisis kregen ze even het predicaat opgeplakt van risicovolle speculatiecowboys, maar in werkelijkheid zijn hedge funds juist vooral risicomijdend. Doordat zij intensief hun risico’s afbakenen, zijn het solide onderdelen in een beleggingsportefeuille. Hedge funds ontlenen hun naam aan het Engelse woord voor ‘afbakenen’ (‘to hedge’). Vooral in tijden dat het minder gaat maken hedge funds het verschil, doordat ze hun risico’s actief afdekken. Hedge funds zijn beleggingsfondsen, net als de meer bekende aandelen- en obligatiefondsen. Bij al deze fondsen gaat het om actief gemanagede investeringsgroepen die gezamenlijk aandelen, obligaties, futures, opties en andere investeringsproducten kopen. Een deel van de kosten van deze fondsen gaat om een fee voor het management, wat een vast bedrag kan zijn, een percentage van de winst of een combinatie daarvan. Een eerste verschil tussen de traditionele fondsen en hedge funds bemerkt de belegger al aan de deur. Iedereen kan aandelen in de aandelen- en obligatiefondsen (of fondsen die in beiden beleggen) kopen, maar om deel te nemen in een hedge fund zal een belegger een bepaald drempelbedrag moeten overdragen als minimale investering.

Absolute rendementsdoelstelling Een ander belangrijk verschil zit hem in de beleggingsdoelstelling. Traditionele beleggingsfondsen streven naar het ‘verslaan’ van een vooraf gedefinieerde benchmark, De koers van de AEX-Index bijvoorbeeld. Een hedge fund hanteert een absolute rendementsdoelstelling. Ongeacht de richting van de markt wil een hedge fund ieder jaar winst maken. Om dit te bewerkstelligen worden de hedge funds vrijwel altijd actief gemanaged en de beleggingen voortdurend bijgesteld door een team van professionele beleggers. Traditionele fondsen bewegen zich voor het grootste deel bijzonder langzaam. Zij houden zich meestal aan een ‘buy and hold’ strategie die de beheerkosten van deze fondsen relatief laag houdt. Omdat beleggers deze fondsen vaak gebruiken als ‘appeltje voor de dorst’ of pensioenfonds is deze lange-termijnstrategie voor hen vaak ook geen enkel probleem.

Marktfluctuaties Veel grote particuliere investeerders en institutionele beleggers brengen een deel van hun beleggingen onder in hedge funds omdat ze verwachten een vaste winst te maken. De actief beheerde hedgefunds zijn vaak goed in staat om gebruik te maken van marktfluctuaties en onder- en overgewaardeerde beleggingsproducten te herkennen. Hiermee kan de belegger zijn eigen beleggingen ‘hedgen’, door een product in de portefeuille op te nemen dat minder trendgevoelig is dan beleggingen in traditionele fondsen en individuele aandelen. Met het ruime be-

leggingsmandaat dat de beheerders van hedge funds hebben meegekregen hebben ze een bijna ongelimiteerd aantal opties om het de jaarlijks verwachte winst tot stand te brengen. Beleg gingsmo gelijkheden zijn bijvoorbeeld long en short beleggingen in aandelen, put of call opties, commodities en valuta, om er maar een paar te noemen. Een groot hedge fund investeerde niet al te lange tijd geleden zelfs in olietankers, vulde deze met aardolie en liet ze enkele maanden voor anker gaan in Noorwegen, gokkend dat in de tussentijd de prijs van olie zou stijgen.

Niet illegaal Hoewel veel van de oorzaken achter het ontstaan van de financiële crisis van de laatste jaren gezocht moeten worden in het klappen van de ‘huizenbel’ en de handel en wandel van investeringsbanken, zijn er verschillende factoren geweest die hebben bijgedragen aan de ernst van de crisis. Niet voor niets liet het Amerikaanse congres de top-vijf hedge fund managers opdraven voor een getuigenverklaring op het hoogtepunt van de crisis, eind 2008. Een naam die vaak is gevallen, is bijvoorbeeld die van John Paulson. Zijn bonus van liefst 3,7 miljard dollar in 2007 brak alle records en hij verdiende die volledig door te gokken tegen huiseigenaren en aandeelhouders. Ook in het crisisjaar 2008 liep zijn inkomen weer in de miljarden. Met een geschatte waarde van 36 miljard aan beleggingen onder zijn beheer kan zijn invloed op het instorten van de huizenbel en daarna de beurskoersen moeilijk onderschat worden. Maar is het verkeerd wat Paulson deed? Speculeren op koersdalingen is nou eenmaal niet illegaal. Of het ethisch verantwoord is om dit te doen met zulke enorme bedragen, met zo’n groot effect op miljoenen mensen, dat is een volledig ander verhaal.

Bewonderaars en tegenstanders Door te speculeren op koersdalingen hebben hedge funds de laatste jaren blootgestaan aan veel kritiek. Zij haalden voordeel door hun speculaties op koersdalingen en dalende valutaprijzen, terwijl de gewone beleggers grote verliezen maakten. Het maakte de hedge funds niet bepaald populair. De kritiek kwam niet alleen uit afgunst, want uit verschillende hoeken kwamen waarschuwingen van critici die vertel-

restricties opgelegd om enkele van de meest risicovolle vormen van short selling tegen te gaan. Toch is het, in tegenstelling tot het beeld dat sommige media graag schetsen, is het nog altijd een nichemarkt. Minder dan 1 procent van de hedge funds bestaat uit zogenoemde ‘short-only’ fondsen.

Hedging Traditionele handelsactiviteiten, zoals het ‘long’ maken een belangrijk deel uit van de activiteiten in een hedge fund. En hoewel er hedge funds in allerlei vormen bestaan, met allerlei samenstellingen van activiteiten, doorgaans is het zelfs de voornaamste activiteit. Naast de long posities-nemen bepaalde hedge funds ook short-posities in om de risico’s van de long-posities te ‘hedgen’, in te perken. Dit short gaan gebeurt over het algemeen door geleende aandelen te verkopen. Daalt de koers inderdaad, zoals het fonds verwacht, dan heeft het fonds de mogelijkheid om de aandelen tegen een lagere prijs terug te kopen en lening af te lossen. Het koersverschil is dan de winst van het fonds.

Verzamelfondsen den dat hun manier van zaken doen de stabiliteit van het hele financiële systeem in gevaar zou brengen. Ook het feit dat ze door hun soms grootschalige gespeculeer grote schommelingen in aandelenkoersen van ondernemingen teweeg brachten leverde zowel bewonderaars als tegenstanders op. Daar bovenop komen dan nog de beschuldigingen dat handelaren expres onheilspellende geruchten zouden hebben verspreid om winst te halen op hun short posities.

Gezond doel Nu zullen hedge fund managers betogen dat short gaan wel degelijk een gezond doel dient en daarin hebben ze wel degelijk een punt. Er zijn tal van fondsen waarvan de beheerders met grote zorg beursgenoteerde bedrijven op hun werkelijke waarde beoordelen en met deze informatie hun eigen conclusies trekken of een bepaald aandeel onderof juist overgewaardeerd is. Zo fungeert short selling als onderdeel van een natuurlijke balans in het totaal aan beleggingsactiviteiten. Omdat ‘geshorte’ aandelen ook weer teruggekocht moeten worden, stabiliseren markten ook weer. Daarnaast brengen short-handelaren juist liquiditeit bij een gebrek aan kopers. Inmiddels zijn er wel Advertentie

Behalve de genoemde (en zeldzame) short-only fondsen en de long/shortfondsen zijn er ook hedgefunds die zich alleen maar bezighouden met het innemen van long-posities. Er zijn diverse soorten hedge funds, met verschillende kernactiviteiten. Het is dan ook een misvatting om hedge funds op één hoop te gooien. Allemaal hebben ze met elkaar gemeen dat het actief beheerde fondsen zijn, met als overeenkomst dat zij niet alleen de bewegingen in de markt volgen, maar de risico’s actief proberen te ‘hedgen’, teneinde een structureel rendement te verkrijgen. Ze zijn bij beleggers populair omdat ze niet afhankelijk zijn van het koersverloop op de beurs, waardoor ook in mindere beursperioden een rendement te behalen is. Lange tijd waren het echter dure beleggingsvehikels. De minimale inleg was al snel 10.000 euro of meer (sommige hedge funds vragen zelfs een inleg van enkele tonnen), wat hedge funds vooral het speelveld maakten van institutionele beleggers. Toch is het voor de particulier belegger de laatste jaren veel meer mogelijk geworden om ook in hedge funds te beleggen. Vaak zijn dit verzamelfondsen (ook wel ‘funds of funds’ genoemd) die beleggen in meerdere hedge funds. Dit maakt hedge funds nu ook voor de particulier beter bereikbaar. n


Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Alternatief Investeren

13

productpresentatie  EValuation Capital Management

`Long´ en `short´ beleggen EV Smaller Companies Fund: bloeiende ‘alternative’ in crisistijd.

H

et EV Smaller Companies Fund belegt in zogenaamde ‘under-researched’ aandelen, aandelen van kleinere en middelgrote ondernemingen die op de beurs vaak over het hoofd worden gezien. Dit jaar bestaat het fonds, dat beheerd wordt door EValuation Capital Management, precies vijf jaar. De combinatie van ‘long’ (gekochte aandelen) en ‘short’ beleggen (verkochte aandelen die niet in bezit zijn waarmee geanticipeerd wordt op koersdalingen) heeft de voorbije jaren opmerkelijke resultaten opgeleverd, zelfs toen de financiële crisis het fonds aan een ultieme test onderwierp. Sinds de start in mei 2006 heeft het EV Smaller Companies Fund een rendement behaald van 69 procent, met een risico dat beduidend lager ligt dan dat van traditionele beleggingsfondsen. Anders dan de traditionele aanpak van ‘long’ beleggen, hanteert EValuation een ‘long/short’ strategie, een aanpak die zich in Nederland op een groeiende populariteit mag verheugen. Door behalve ‘long’ ook ‘short’ te gaan kan het fonds zich aanpassen aan moeilijke tijden. Zelfs tijdens het beursrampjaar 2008 kon EValuation Capital nog acceptabele cijfers overleggen: een daling van 12 procent in een tijd waarin de meeste indices meer dan halveerden.

Fonds met ervaring EValuation Capital is het geesteskind van Charles Estourgie en Willem de Vlugt, die een achtergrond hebben in de financiële sector bij Kempen & Co, Merrill Lynch en ABN AMRO. De Vlugt: “We hebben jarenlang professionele klanten geadviseerd over aan- en verkoop van aandelen, vanuit onze achtergrond in modelleren en inschatten wat bedrijven werkelijk waard zijn. Na zo lang adviseren wil je het ook zelf doen. ‘Put your money where your mouth is’ is een passende uitdrukking. We hebben een aantal participanten weten te vinden, zelf ook in dit fonds geïnvesteerd en zijn aan de slag gegaan.” Het voordeel van de door EValuation gehanteerde ‘long/short’-strategie is dat de portefeuille veel minder afhankelijk is van bewegingen op de beurs dan de traditionele, uitsluitend ‘long’ beleggende fondsen. Estourgie: “We maken constant inschattingen over de richting van de beurs. Wanneer er minder kansen te ontwaren zijn, zullen er tegenover elke tien ‘long’ beleggingen, zo’n zeven ‘short’ beleggingen staan. Trekt de markt aan en ontstaan er mogelijkheden, dan gaan we meer ‘long’ en staan tegenover elke tien ‘long’ beleggingen bijvoorbeeld maar drie ‘short’ beleggingen.”

Ontwikkeling netto vermogenswaarde in perspectief

90

80

70

60

50

2006

2007

2008

2009

2011

40 EV Smaller Companies Fund 30

DJCS Long/Short Equity MSCI Europe Small Cap

20

AEX

overleggen.” Werving gebeurt voornamelijk door referenties en daarbij blijkt dat de doelstelling van het fonds bijzonder aanslaat. “Dat is het realiseren van een positief rendement, ongeacht de marktomstandigheden, door afwisselend de portefeuille op kapitaalbehoud te richten in moeilijke tijden en op kapitaalgroei in gunstige tijden.” EValuation Capital richt zich in haar beleggingen op aandelen van kleine en middelgrote Nederlandse, Belgische en Duitse ondernemingen. De Vlugt: “We komen zelf allemaal uit de ‘sell-side’ (divisie van een beurshuis die koop- en verkooporders moet genereren, red.) Er is daar altijd de druk om te kijken hoeveel commissie je kunt verdienen met de handel in een aandeel. Dat betekent dat de opvolging van kleine aandelen nogal snel stopgezet wordt, omdat er te weinig aan te verdienen is. Dat wil niet zeggen dat die bedrijven niet interessant zijn. Er is vaak een goed verhaal, maar banken laten ze links liggen. Daar zit een toegevoegde waarde.” Om deze ondernemingen goed in beeld te krijgen en te volgen, bezoeken Estourgie en De Vlugt met hun collega Patrick de Pont zo’n tweehonderd bedrijven per jaar. Dit kan omdat het fonds een beperkte geografische focus heeft en vanuit Nederland deze bedrijven vaak en eenvoudig te bezoeken zijn. Deze manier van werken betekent dat het team in staat is om de echte pareltjes te ontdekken, die anderen over het hoofd zien. “Het is een regio die goed te bereizen is”, zegt Estourgie. “Je springt

in de auto en je gaat op bezoek. Het is hard werken met tweehonderd bezoeken per jaar, maar je kunt op deze wijze veel beter inschatten hoe een bedrijf het doet. Wat speelt er, wie zijn de klanten en wat is de markt waarin de onderneming zich beweegt?” Los van de kwaliteit van de onderneming kijkt EValuation Capital ook naar het management. “We willen weten op welke wijze zij hun organisatie leiden. Daar moeten we een goed gevoel over krijgen.”

Grotere allocatie ‘long/short’ De ‘long/short’-strategie is een logisch verlengstuk van de achtergrond van Estourgie, De Vlugt en De Pont als analytici en adviseurs. Toch is het in Nederland een relatief onbekend fenomeen. De belangstelling voor alternatieve investeringen neemt in ons land wel toe. Momenteel telt Nederland 25 hedgefunds, waartussen EV Smaller Companies Fund onderscheidend is door de geografische focus en beleggingsstijl. De allocatie binnen beleggingsportefeuilles aan alternatieve beleggingen, waaronder ‘long/short’, is vrij groot in de Verenigde Staten en ook in Europa geven beleggers er steeds meer invulling aan. De gemiddelde beleggingsportefeuille in de Verenigde Staten bevat zo’n 30 procent aan alternatieven, in Europa is dit nog zo’n 10 procent. Dit terwijl het ‘short’ gaan toch echt een Nederlandse uitvinding is, voor het eerst uitgevoerd op VOC aandelen in de zeventiende eeuw. In het verleden luidde vaak het credo dat ‘long’ beleggen gezond beleggen is,

Doelstelling slaat aan Wie zijn de klanten van EValuation Capital? Estourgie: “Daarbij moet je denken aan Family Offices, vermogende particulieren, institutionele beleggers en vermogensbeheerders. Het belang van de laatste categorieën is de laatste jaren toegenomen, sinds wij ons trackrecord over de eerste drie jaar kunnen

2010

Patrick de Pont MA, analist; drs Charles J.M.M.Estourgie RBA, partner; mr Willem D.C. de Vlugt CFA, partner

maar inmiddels heeft de belegger een steeds langere adem nodig voor deze vorm. Gemeten vanaf 2000 sta je met de koersen in Nederland nog altijd flink in de min. De Vlugt: “Een fonds dat zich nu op de borst klopt met de boodschap dat het 3 procent beter presteert dan de index, dat gaat er moeilijk in als je de helft van je inleg bent kwijtgeraakt. De AEX staat nu nog steeds 23 procent lager dan vijf jaar geleden.”

Bewezen strategie Met een rendement van 69 procent op de inleg sinds de start vijf jaar geleden, doet het EV Smaller Companies Fund het dan ook aanmerkelijk beter. Ook groeide het fondsvermogen van 11 naar 73 miljoen euro. Terugkijkend op de afgelopen vijf jaar heeft de strategie van het fonds zich bewezen, zo denken De Vlugt en Estourgie. “Zo is het fonds voor twee derde mee omhoog gegaan in de positieve beursmaanden en slechts voor een derde mee omlaag in negatieve beursmaanden”, zegt Estourgie. Het meest trots zijn de twee over het beperkte verlies in het moeilijke jaar 2008 en het daaropvolgend rendement in 2009. De Vlugt: “Dat hebben we op een heel gelijkmatige manier tot stand gebracht. We zijn geen wild fonds. De klanten waarderen de gelijkmatigheid. Kijk je naar de laatste jaren, dan zie je dat er ook in de moeilijke jaren geen uittredingen hebben plaatsgevonden.” Hoe kijken de oprichters terug op de voorbije vijf jaar? De Vlugt: “Toen we begonnen hadden we niet verwacht dat er zo’n grote financiële crisis doorheen zou lopen, maar achteraf zijn we er niet ongelukkig mee. We hebben kunnen laten zien dat de strategie werkt.” Estourgie: “Veel beleggers kijken nu terug op hoe hun fondsen door de crisis zijn gekomen. De crisis was een test, die voor ons heel positief is uitgepakt. We merken dat er veel meer belangstelling is gekomen voor ‘long/short’. Niet alleen als allocatie binnen hun alternatieve beleggingen maar ook ter vervanging van ‘long only’ beleggingen.” n


14

Alternatief Investeren

Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Artikel  AIFM Directive

Richtlijn voor veilige financiële markten Auteur: Karel Wensink

I

n het najaar van 2010 was de kogel dan eindelijk door de kerk. De richtlijn inzake beheerders van alternatieve beleggingsfondsen (AIFMD), waar het Europees Parlement al twee jaar op aanstuurde, werd goedgekeurd en enkele maanden later ook officieel aangekondigd. De richtlijn zal straks een duidelijk effect hebben op met name hedge funds en private equity fondsen. De Alternatieve Investment Fund Managers Directive (AIFMD) of AIFMrichtlijn heeft een implementatietermijn van twee jaar, wat inhoudt dat het medio 2013 in de wetgeving van de 27 EU-lidstaten moet zijn opgenomen. Beheerders van alternatieve beleggingsfondsen moeten dan rekeninghouden met de nieuwe wetgeving, die de voorheen vrijgestelde markt van deze fondsen onder toezicht stelt. Vanaf het begin is de totstandkoming van de AIFMD een politiek beladen onderwerp geweest. Voor veel Europese politici zou een strengere regulering van hedge funds en private equity zelfs in het kader kunnen staan van ‘wraak’. Dit omdat speculeerders zouden hebben bijgedragen aan de neergang van enkele diep in het rood staande Europese landen uit de Eurozone, zoals Griekenland en Portugal. Aan de andere kant schatte de denktank Open

Europe dat hedge funds en private equity fondsen jaarlijks 9,2 miljard euro aan belastinginkomsten binnenbrengen binnen de EU, inkomsten die bij een te strenge regulering in gevaar zouden kunnen komen.

Geschiedenis Vuistdikke rapporten hebben op de bureaus van Europarlementariërs gelegen en verschillende conceptversies werden voorgesteld en weer afgewezen. De eerste rapporten in het Europees Parlement over hedge funds en private equity fondsen verschenen in 2008. Op dat moment besloot het Europees

Parlement ook dat de Europese Commissie met een conceptrichtlijn voor de AIFM moest komen, een concept dat op 30 april 2009 gereed was. Een eerste concept, dat in de ogen van critici nog veel onvolkomenheden zou bevatten. Lange politieke onderhandelingen binnen de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement, volgden. Over het doel waren de lidstaten het wel eens. De markt voor private equity en hedge funds bracht kansen met zich mee, maar ook systeemrisico’s voor zowel de markt zelf als voor de individuele belegger. Een richtlijn moest daarop reageren door meer transpa-

rantie te brengen, evenals financiële stabiliteit, een geavanceerd regelgevingssysteem en een toezichthouder. Een belangrijk onderdeel daarvan is een ‘paspoortsysteem’, voor gelijke handel in alle lidstaten. De richtlijn kent (nu al) een veelbewogen geschiedenis. Door de verschillende meningen over hoe het toezicht op alternatieve beleggingsfondsen vorm moest krijgen, had de complexe Europese machtsstructuur veel invloed op het proces rond de besluitvorming. Onder voorzitterschap van achtereenvolgens Zweden, Spanje en België werden er ongeveer 1500 wijzigingen doorgevoerd in de verschillende conceptversies. In de periode juli-december 2009 verschenen er onder Zweeds voorzitterschap zes concepten, toen Spanje in de eerste helft van 2010 de voorzittershamer overnam nog eens zes en daarna kwamen er onder Belgische leiding vijf concepten op tafel te liggen. Eigenlijk is het daarom gerust een klein wonder te noemen dat er überhaupt een directief tot stand is gekomen waar alle 27 lidstaten het over eens konden zijn.

Fondsmanagers De AIFM heeft betrekking op alle soorten alternatieve beleggingsfondsen. Of beter gezegd, de managers van deze fondsen (vandaar ook de naam ‘Alternative Investment Fund Mana- >>>

Gastbijdrage  Man Investments

ledere crisis versterkt casus voor long short De kansen in Europa zijn groter dan ooit.

A

andelen spelen een belangrijke rol significante neerwaartse bewegingen in beleggingsportefeuilles. Deze te accepteren in de hoop dat de rendeasset class biedt door de cyclus heen menten van de jaren tachtig en negentig immers hogere rendementen dan an- weer terugkomen, moeten zich realisedere beleggingscategorieën. Beleg- ren dat die rendementen behaald zijn gingen in aandelen zijn dan ook nodig in een periode van lage inflatie en lage om beoogde rendementen te behalen of schuldenlasten. Helaas is de wereld aan pensioenverplichtingen te voldoen. veranderd. Ondanks de zogenaamde “Lost Decade”, de periode 2000-2010, zijn aandelen dus nog steeds een populaire beleggingscategorie. De risico’s die gepaard gaan met aandelenbeleggingen worden niettemin te vaak onderschat. Door het barsten van de technologie bubbel in 2000 en de financiële crisis in 2008 is in de afgelopen tien jaar wederom duidelijk geworden dat rendementen van aandelen geen normale verdeling volgen. De negatieve koersbewegingen zijn disproportioneel in vergelijking met de positieve koersbewegingen. Beleggers die bereid zijn de Tjalling Halbertsma, Managing Director bij Man Group

Om de significante koersverliezen te voorkomen, is een aandelen long short fonds een zeer interessant alternatief. Het eerste long short fonds werd in 1949 door Alfred Winslow Jones opgericht en de strategie is in 2011 populairder dan ooit. Een derde van al het hedge fund kapitaal wereldwijd is belegd in equity long short. De strategie is zeer liquide en transparant en de kansen voor long short beleggers zijn groter dan ooit tevoren. Het extra rendement dat een long short belegger kan genereren, de alpha, is afhankelijk van de volatiliteit in de markt. Hogere volatiliteit leidt immers tot overof onderwaarderingen. Een traditionele long only belegger kan natuurlijk profiteren van ondergewaardeerde aandelen. Maar een long short belegger kan ook rendementen behalen door short te gaan op overgewaardeerde aandelen. Hogere volatiliteit komt met name voor als aandelenmarkten sterk dalen, wat een long short manager juist in crisisperiodes in staat stelt zich te onderscheiden van de long only belegger. En dat is belangrijk, want een daling van 50 % betekent immers dat je een rendement van 100 % nodig hebt om weer terug bij af te zijn. Het vermijden van dergelijke grote verliezen is dus cruciaal.

Europa in het bijzonder is een vruchtbare markt voor equity long short. De Europese integratie heeft geleid tot een lagere cost of capital en een hogere productiviteit binnen de Eurozone. Tegelijkertijd heeft de schuldencrisis er voor gezorgd dat verschillen tussen lidstaten groter zijn dan ooit. Dit heeft zijn weerslag op waarderingen tussen de verschillende aandelenmarkten en sectoren binnen Europa. Zo ligt het maandelijkse verschil in rendementsontwikkeling tussen sectoren dit jaar op hetzelfde niveau als 2001, toen de technologie bubbel net was gebarsten. Binnen de sectoren kunnen long short managers ook weer profiteren van waarderingsverschillen op aandelenniveau door zogeheten pair trades (gecombineerde aan- en verkopen) op te zetten. Zo heeft het Man GLG European long short fund een jaarlijks rendement van 10,4 % behaald sinds begin 2000. Het rendement van 2,7 % dat de long only belegger in dezelfde periode heeft behaald staat daarmee in schril contrast. De verschuiving van long only beleggen naar long short vindt al jaren plaats en de casus wordt na iedere crisis sterker. Gezien de mogelijkheden die zich nu voordoen in Europa zal dit proces zich alleen maar versnellen. n


Een publicatie van Reflex Uitgeverij

>>> gers Directive’). Onder auspiciën van de richtlijn vallen managers van open end en closed end fondsen en zowel Europese als niet-Europese fondsen. De richtlijn is van toepassing op alle beheerders van beleggingsinstellingen die zich niet kwalificeren als UCITS (Undertakings for Collective Investment in Transferable Securities). Met UCITS beleggingsinstellingen wordt kort gezegd bedoelt dat het hier gaat om instellingen die zich richten op particuliere (retail-)beleggers. Alternatieve non-UCITS beleggingsfondsen zijn onder meer hedge funds, private equity fondsen en vastgoedfondsen. De komst van de AIFMD betekent concreet dat in 2013 vele tot nu toe niet gereguleerde non-UCITS fondsen onder toezicht komen te staan. Er zijn wel bepaalde uitzonderingen gemaakt, naar de aard en de minimale bedragen die een fonds onder beheer heeft staan. Zo is de AIFMD niet op toepassing op beheerders met portefeuilles waarvan het totaal niet uitkomt boven de 500 miljoen euro, mits deze fondsen niet bestaan uit beleggingen met een hefboomfinanciering en geen closed-end fondsen zijn. Een andere uitzondering geldt voor hedge funds met een portefeuille die niet meer dan 100 miljoen euro aan waarde vertegenwoordigd, inclusief activa die door een hefboomfinanciering zijn verworven. Ook heldings, instellingen voor bedrijfspensionering en supranationale instellingen als de Europese Bank, bilaterale ontwikkelingsbanken, het IMF, nationale

Alternatief Investeren

banken, nationale en regionale instellingen, werknemersregelingen en securisatie-entiteiten ontspringen de dans. Een hele lijst, wat laat zien dat, hoewel veelomvattend, er de nodige uitzonderingen bestaan in de richtlijn.

ministratieve regelingen moeten taken scheiden en beleggers informeren. Ook zijn er formuleringen te vinden op het gebied van risicobeheer (onder meer door het vaststellen van een maximumniveau aan leverage), liquiditeitsbeheer en de hiërarchische inrichting van een AIF (Alternative Investment Fund). Het aanstellen van een bewaarder voor financiële instrumenten en andere vermogensbestanddelen is een bepaling die in de AIFMD is opgenomen. Dit is al enigszins gebruikelijk voor open end fondsen, maar kwam tot nu toe weinig voor in closed end fondsen. De vereisten voor leverage betreffen vooral de hedge funds. De manager moet straks aangeven of de leverage redelijk is, waarop de autoriteiten, in overleg met beurswaakhond ESMA, moeten inschatten of er sprake is van een systeemrisico of een verstoorde markt. Zij kunnen dan eventueel beperkingen gaan opleggen.

Fundamentele nieuwe regels

Inlichtingsverplichting

Wat schrijft de AIFM zoal voor? Er zijn enkele fundamentele, nieuwe regels opgesteld. Zo is bepaald dat de beloning van beheerders in overeenkomst moet zijn met het risicoprofiel van het fonds. Hiervoor is een set van specifieke eisen opgesteld. Ook zijn er voorschriften die bepalen dat er maatregelen genomen worden om belangenconflicten te onderkennen tussen de manager, het fonds of beleggers. Bijvoorbeeld in het geval dat een manager meerdere fondsen onder beheer heeft met tegenstrijdige belangen. Organisatorische en ad-

In de 200 pagina’s die de richtlijn telt zijn tal van voorwaarden, bepalingen, eisen en regels afgedrukt, dus om alle veranderingen te noemen is onbegonnen werk. Naast paragrafen over risico’s, beheer en belangen springen echter ook de inlichtingsverplichtingen in het oog. Het gaat hier om het inlichten van stakeholders als autoriteiten, de target, de medeaandeelhouders en de werknemers rond zaken als stemrechtverdeling, de identiteit van de beheerder, de genomen maatregelen tegen belangenconflicten en de wijze

15

van communiceren. Richting een onderneming waarin het fonds belegt (de ‘target’) moeten de intenties duidelijk gemaakt worden ten aanzien van de onderneming en de waarschijnlijke gevolgen voor werknemers en arbeidsvoorwaarden. Het zogenaamde ‘asset stripping’, het verkrijgen van controle over een onderneming teneinde deze te ontdoen (‘stripping’) van haar assets wordt met de AIFMD aan banden gelegd. Binnen 24 maanden na een overname mag een beheerder niet meewerken aan uitkeringen, kapitaalsverminderingen, intrekking of verkoop, als dat tot gevolg zou hebben dat de netto activa lager worden dan het bestaande kapitaal binnen de onderneming. Toch is het de vraag hoeveel invloed de AIFMD in werkelijkheid gaat krijgen. De richtlijn bevat veel regels die bij de meeste fondsen toch al aan de orde waren en zijn, vanuit een ‘common sense’ gedachte of door professionele beleggers afgedwongen. De AIFMD zal in Nederland verweven worden in de werkzaamheden van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de beurswaakhond die al streng toeziet op verantwoordelijk beheer in de Nederlandse financiële markten. De AFM heeft al aangekondigd via haar kanalen (zoals de website www. afm.nl) de betrokkenen zo goed mogelijk op de hoogte te houden van de ontwikkelingen op het gebied van de AIFM-richtlijn. Dit geldt voor de implementatiefase, het vervolgtraject en het doorlopend toezicht. n

GASTBIJDRAGE   Baker & McKenzie

Brussel vraagt om transparantie AIMFD bevat regels voor fondsen en fondsmanagers.

T

weehonderd pagina’s met aanwijzingen, een volwaardig boekwerk. Dat is de Alternative Investment Fund Managers Directive (AIFMD), een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad die moet zorgen voor een verbeterd toezicht op de financiële markten. Maurits Tausk, advocaat en partner bij Baker & McKenzie: “Veel voorschriften uit de richtlijn zijn zaken die professionele beleggers in hun relatie met fund managers zelf al afdwingen.” Ontwikkelingen op de financiële markten tijdens de kredietcrisis hebben in het Europees Parlement geleid tot een aantal rapporten over alternatieve beleggingsfondsen zoals hedge fondsen en private equity fondsen, die op hun beurt weer hebben geleid tot het opstellen van de AIFMD. “Men ziet dat deze fondsen innovatie en beleggingskansen met zich meebrengen, daarnaast heerst het idee dat er teveel systeemrisico’s zijn en dat er een nieuw toezichtrechtelijk kader moet komen”, weet Tausk. Wat gaan we in Nederland merken van dit nieuwe directief? Op de zeer korte termijn nog niet zoveel, zo zegt Tausk: “De AIFMD moet twee jaar na officiële publicatie daarvan in de wetgeving van alle 27 lidstaten van de EU verwerkt worden. Vervolgens start een periode van een jaar waarin fondsmanagers aan de nationale regelgeving moeten

voldoen – dat is dan op z’n vroegst in de zomer van 2014. Maar de tijd gaat snel en de eisen kunnen ingrijpend zijn.”

Ruimte voor interpretatie De AIFMD staat bol van bedrijfsmatige en organisatorische voorschriften, vaak zeer ruim geformuleerd. Wat ze precies gaan betekenen is daarom nog onduidelijk. “De wet zal de richtlijn volgen, maar deze laat natuurlijk ruimte voor interpretatie. (Voor een aantal voorschriften geldt dat die onduidelijkheid gedeeltelijk zal worden weggenomen door nadere uitwerking op Europees niveau.) Het is ook een politiek beladen onderwerp geweest. Er hebben talloze conceptversies op tafel gelegen. De richtlijn stelt regels voor de autorisatie van, de bedrijfsuitoefening door en de transparantie van beheerders die alternatieve beleggingsfondsen in de Europese Unie beheren en/of verhandelen. In principe gaat de AIFMD daarbij over alle instellingen voor collectieve beleggingen. Dat is breed.” Het beeld ontstaat dat het hier een veelomvattende regeling betreft, maar tal van uitzonderingen zijn weer van toepassing. Uitzonderingen hebben betrekking op de grootte van de beheerde portefeuille, het type en de aard van het fonds. Tausk nuanceert ook: “De groep managers en fondsen waarop de rege-

ling betrekking heeft, is niet dezelfde als de groep die ook daadwerkelijk de grootste verandering gaat ondervinden. In Nederland bestaat al een uitgebreid vergunningensysteem van de AFM. Het zijn juist de op dit moment ongereguleerde fondsen en managers die straks in een nieuwe wereld terechtkomen. Maar daar geldt; veel voorschriften uit de richtlijn zien op onderwerpen die – waar nodig – goede managers uit zichzelf al regelen en professionele beleggers in hun relatie met fund managers zelf vaak al afdwingen.”

Gelijkgeschakelde belangen Wat ook opvalt aan de AIMFD is dat deze, behalve regels voor de fondsen, ook specifieke voorschriften voor de fondsmanagers bevat. Dat zijn bijvoorbeeld voorschiften die moeten bevorderen dat medewerkers die het risicoprofiel van een fonds bepalen, beloond worden op een manier die gedrag in overeenkomst met dit risicoprofiel stimuleert. Tausk: “Hier bevat de richtlijn gedetailleerde instructies. Deze zouden ervoor moeten zorgen dat de belangen van de managers en werknemers van het fonds gelijk lopen met de belangen van de belegger.”Hoe gaat Nederland (en hoe gaan de andere EU-landen) de AIFMD inpassen in de bestaande wetgeving? “Dit roept zoals altijd bij

nieuwe regels allerlei vragen op”, stelt Tausk. “De richtlijn bevat zogenaamde ‘principle based’ onderdelen, open normen. Een flexibel systeem, maar is het gedrag van marktpartijen daaraan toetsbaar? De richtlijn is op andere punten meer ‘rule based’. Iets dat meer rechtszekerheid geeft, maar kunnen deze regels weer worden omzeild en zijn ze wel volledig?” De richtlijn zal op een aantal punten de fondsen markt voor Europa samenbrengen en unificeren. “Implementatie van de richtlijn zal hopelijk ook nieuwe kansen scheppen voor Nederlandse partijen en het vestigingsklimaat voor fondsen en managers in Nederland nog verbeteren.” n

Maurits Tausk, advocaat en partner bij Baker & McKenzie


16

Alternatief Investeren

Een publicatie van Reflex Uitgeverij

bedrijfspresentatie  Geen Punt

“Unieke combinatie vastgoedbeheer en bedrijfsmakelaardij” Wat zijn belangrijke ontwikkelingen op de vastgoedmarkt? “Onze opdrachtgevers, met name de particuliere beleggers, merken dat het momenteel lastig is om vastgoed te financieren. Leegstand van winkel- en kantoorpanden is de laatste jaren toegenomen. Door deze twee oorzaken is de focus verschoven van acquisitie naar optimalisatie van de bestaande vastgoedportefeuille. Met andere woorden: het oplossen van leegstand en het verlengen en vernieuwen van bestaande huurcontracten. Goed beheer is hierbij een eerste voorwaarde. In de praktijk zijn dit vaak gescheiden werelden, waardoor potentiele klanten terechtkomen in een pand waar weken, soms maanden niemand is geweest. Dat komt de verhuurbaarheid uiteraard niet ten goede.”

In hoeverre biedt uw organisatie uitkomst? “Vastgoedbedrijf Geen Punt combineert traditioneel vastgoedbeheer en bedrijfsmakelaardij. Wij nemen alle zorg uit handen van de belegger. Onze dienstverlening omvat preventief onderhoud, reparatie en schoonmaak. Maar ook advisering over herontwikkeling van kantoren naar woningen en wonen boven winkels en over aanpassing van panden aan de nieuwste eisen op het gebied van duurzaamheid. Indien nodig breken we contracten open, om die te verlengen of te vernieuwen. Zoals gezegd buigen we ons over het beheer en denken we mee over grootschalige verbeteringen, herbestemming of herontwikkeling. Dat laatste wil zeggen dat we ook de bouwbegeleiding kunnen verzorgen en de aanvraag van bouwvergunnin-

gen en subsidies kunnen behandelen. In onze optiek is dit één integrale dienstverlening.” Wat is er belangrijk voor een (particuliere) belegger in het vastgoed? “Uiteindelijk gaat het de belegger om het rendement op zijn investering. Wij zijn ons hiervan volledig bewust. Het is erg belangrijk, dat de panden uit de vastgoedportefeuille van onze cliënten worden geïnspecteerd. Dit geldt zowel voor verhuurde objecten, maar net zo belangrijk voor de leegstand. Het regelmatige contact met de huurders moet leiden tot klanttevredenheid en faciliteert verlenging van bestaande contracten. Alleen leegstand, dat goed verzorgd wordt, heeft kans snel verhuurd te worden. Deze kennis alsmede gecombineerd met onze kennis

van de markt wordt zeer frequent met de opdrachtgevers besproken, waardoor de opdrachtgever een up-to-date kennis heeft van zijn portefeuille en in staat is tijdig actie te ondernemen.” n

Laurens Vrind en Gijs Vrind, oprichters Geen Punt

www.geenpunt.nu

productpresentatie  HOLLANDS GROND

Investeer met Boerenverstand Uw vermogen laten groeien én direct rendement.

G

rond is een schaars, en waardevol product. Hollands Grond als specialist in agrarische grond maakt het mogelijk om op professionele en veilige wijze in grond te beleggen. Met veel succes begonnen in Nederland, kunt u nu ook investeren in Roemeense grond die wordt bewerkt door Nederlandse boeren. ‘Over welke bestemming je ook spreekt, grond is de basis. Maar grond is schaars en dus een uitstekende belegging, ‘stelt Ron Verschoor, directeur van Hollands Grond. ‘Voor veel akkerbouwers is onze grond te duur. Steeds vaker wijken ze uit naar Oost-Europa, waaronder Roemenië, waar de agrarische gronden in verhouding tot Nederland nog spotgoedkoop zijn. Hier kost een hectare al snel

40-60.000 euro in Roemenië slechts den, zal deze grond in de 10-jarige 4.000 euro. Hiermee wordt tevens een looptijd van deze belegging zo’n 10 tot uitstekend alternatief gecreëerd voor 15 % jaarlijks stijgen.’ beleggers om middels een deelname in ‘Maar, ’zo vervolgt Verschoor. ‘De parhet Cerestial farming Fund geld te laten ticipant hoeft geen 10 jaar te wachten groeien en direct 4 % jaarlijks gegaran- op rendement. Jaarlijks ontvangt men deerd rendement te ontvangen.’ namelijk gegarandeerd 4 % rente; zo’n ‘Instappen in dit fonds, dat onder meer hoog percentage is op andere produconder toezicht staat van Ernst & Young, kan vanaf 100.000 euro. De belegger wordt eigenaar van 25 hectare landbouwgrond. Gezien de enorme vraag naar voedsel, palmolie en biodiesel die leidt tot een stijgende vraag naar landbouwgrond in goedkope lan- Ron Verschoor, oprichter Hollands Grond (Foto: Van Heulen promotie)

ten moeilijk realiseerbaar. De kans op verdubbeling van de investering en de gegarandeerde rente zorgen wederom voor een win-win product.’ Met een jaarlijkse bevolkingsgroei van 50 miljoen mensen zal de vraag naar voedsel, dus landbouwgrond doen toenemen met een prijsstijging van de grond als gevolg. Ons boerenverstand zegt dat beleggers in willen spelen op deze actualiteit. Middels het Cerestial farming Fund kunt u op relatief veilige manier beleggen in grond. Dat is met aandelen wel anders. Hollands Grond kent meerdere producten met grond als basis, kijk op www.hollandsgrond.nl of maak een afspraak voor een persoonlijk adviesgesprek. n

Artikel  Vastgoed

Vastgoed: schokbreker met gebruiksaanwijzing Auteur: Matthijs Rutten

I

nvesteren in vastgoed, is dat op dit moment wel zo’n goed idee? Het blijkt dat met name goed verhuurd vastgoed op dit moment razend populair is. Institutionele beleggers hebben hun allocatie de laatste jaren naar vastgoed verhoogd. Direct vastgoed (dus beleggingen in bakstenen) vormt een uitstekende schokbreker in de beleggingsportefeuille. Indirect publiek vastgoed is in tegenstelling tot direct vastgoed al even kwetsbaar als aandelen voor de grillen van de markt. De woningmarkt ligt op zijn gat. De prijzen waarvoor woningen nog van de hand gaan liggen lager dan in de voorbije jaren. Volgens sommigen een geschikt moment om juist nu huis te kopen, de problemen in de hypotheek-

markt buiten beschouwing latend natuurlijk. De leek zou naar deze situatie kunnen kijken en denken dat dit een gunstig moment is om in vastgoed te investeren. De redenering klopt alleen niet, want de markt voor commercieel vastgoed en de woningmarkt moet men niet teveel met elkaar verwarren. De vastgoedprijzen voor aantrekkelijke commerciële panden liggen ook helemaal niet laag op dit moment. Peter van

Gool, professor Real Estate Economics aan de Universiteit van Amsterdam en de Amsterdam School of Real Estate: “Met name zijn de prijzen van goed verhuurde kantoren en winkels alweer fors gestegen sinds de crisis in 2008 en 2009. Vooral veel institutionele beleggers hebben hun allocatie naar vastgoed verhoogd in de laatste jaren.” Er worden nu aanmerkelijk hogere prijzen betaald voor vastgoed, vooral kantoren en winkels, dan één of twee jaar geleden, weet hij te vertellen.

Waardeschommelingen opgevangen Er is wel een groot verschil tussen verhuurde en leegstaande panden, een verschil dat alleen nog maar groter is geworden door de prijsstijging van langdurig verhuurd vastgoed. Het voordeel van investeren in vastgoed

is namelijk dat waardeschommelingen worden opgevangen door stabiele directe rendementen, zoals huuropbrengsten. Dit maakt het belangrijk om te investeren in gewild vastgoed, dus liever een populair kantoor op een Alocatie of een wijkwinkelcentrum met veel food (supermarkten) er in dan een bedrijfspand op een weinig populair bedrijventerrein. Overigens zijn ook de waardeschommelingen niet zo extreem als bij bijvoorbeeld aandelen. Gekeken naar cijfers over de laatste 33 jaar, bijgehouden door vastgoedinstanties als ROZ en IPD, dan zijn de beleggingsrendementen relatief gezien zeer stabiel.

Volatiel Dit maakt vastgoed een populaire schokbreker in een beleggingsportefeuille. Met name institutionele >>>


Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Alternatief Investeren

17

Bedrijfspresentatie  BCL Real Estate

Machtsongelijkheid in de vastgoedmarkt Belangen investeerder en huurder te ver uit elkaar.

O

ok al is de situatie op de vastgoedmarkt de afgelopen jaren heel erg veranderd, er is nog steeds sprake van een machtsongelijkheid. De belangen van de investeerder en die van de huurder liggen te ver uiteen. Is het mogelijk om deze belangen dichter bij elkaar te brengen? Volgens de vastgoedprofessionals van BCL Real Estate wel. Beleggers in vastgoed zien zich zo langzamerhand voor enorme problemen gesteld en huurders worden kritischer. Er zit een omwenteling aan te komen. Het waren gouden tijden voor de vastgoedmarkt. Panden gingen als warme broodjes over de toonbank. Vastgoed was een doorontwikkeld, geprofessionaliseerd beleggingsproduct. De opbrengsten waren hoog en gegarandeerd. Het is niet meer dan logisch dat beleggers zich vastklampen aan deze tijden, hopend dat het binnenkort weer zo wordt als toen. Maar het is steeds duidelijker dat de vastgoedmarkt zoals die aan het eind van de twintigste eeuw was, in de geschiedenisboeken terechtkomt.

Tegenstrijdige belangen Beleggers moeten zich neerleggen bij de nieuwe situatie. Dat wordt bemoeilijkt door het feit dat hun belangen haaks staan op die van de gebruiker van een pand. De belegger of verhuurder kijkt als eerste naar de cashflow, de locatie

>>> beleggers gebruiken het op deze wijze. In tijden van een neergaande markt vangt het de klappen op die andere, meer volatiele beleggingen ondergaan. Dit geldt uiteraard vooral voor direct, niet-beursgenoteerd vastgoed. Een beursgenoteerd vastgoedaandeel (indirect publiek vastgoed) is bijna even volatiel als aandelen en obligaties en beweegt mee op de golven van de markt. Voor particulieren is beleggen in direct vastgoed een probleem, om de simpele redenen dat het een te kostbare belegging is. De consument is aangewezen op indirect vastgoed en dan vooral op beursgenoteerd vastgoed. Een belegging die het net als andere beleggingen moet hebben van een goede balans tussen rendement en risico. En dan blijkt dat beursgenoteerd vastgoed op lange termijn wel min of meer dezelfde rendementen geeft als direct vastgoed (de bakstenen zelf dus), maar wel met een veel hoger risico, gemeten in volatiliteit van de rendementen. Constructies Beursgenoteerd vastgoed heeft in Nederland altijd de fiscale structuur van een naamloze vennootschap. Bij nietbeursgenoteerd vastgoed komt men meer constructies tegen. Dit kan een maatschap zijn, een commanditaire vennootschap, een naamloze vennootschap (maar dan niet beursgenoteerd) of een fonds voor gemene rekening Een maatschap en een commanditaire vennootschap zijn geen rechtspersonen.

en de kwaliteit. Dus: een hoge huur, een lange looptijd van het huurcontract, zo min mogelijk beheer- en onderhoudskosten. De huurder wil echter het tegenovergestelde: een lage huur, een flexibel huurcontract en een goed onderhouden pand. Het kan niet lang duren of er ontstaat een kantelpunt. Als beleggers op deze manier doorgaan, komt er steeds meer leegstand. Leegstand die in dit geval alleen maar geld kost, want het pand wordt nu steeds minder waard. Beleggers moeten nu gaan nadenken over het maatschappelijk belang. Dit is het moment dat de belangen dichter bij elkaar komen. BCL Real Estate helpt hierbij. Huurder en verhuurder hebben elkaar nodig en kunnen op de lange termijn wat voor elkaar betekenen. Vooral de belegger moet verder vooruit kijken. Om het lange huurcontract in de wacht te slepen moet hij nadenken over wat belangrijk is om zijn huurder tevreden te houden.

Strategisch huisvestingsplan Bedrijfshuisvesting wordt vaak gezien als een noodzakelijk bedrijfsmiddel. Nog te weinig facilitymanagers zijn zich ervan bewust dat facilitymanagement – met de juiste strategie – een manier is om geld te besparen. Een strategisch huisvestingsplan is hierbij een goed instrument. Elk bedrijf heeft een toekomstbeeld. Waar wil het naarZe zijn fiscaal gezien transparant en er geldt het belastingregime van de beleggers, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de NV, die een rechtspersoon is. Het een is niet per definitie beter dan de ander, er zijn simpelweg veel mogelijkheden en veel smaken.

Soorten vastgoed De verschillende smaken komt de belegger ook tegen bij de keuze voor het type vastgoed. Een kantoor als belegging is een relatief gezien cyclisch beleggingsproduct, waarbij leegstand een groot risico vormt. Winkelbeleggingen daarentegen zijn veel minder conjunctuurgevoelig. Ook investeren in woonruimte is wel degelijk een optie. Dure huurwoningen zijn echter vanwege de laagconjunctuur en de crisis in de woningmarkt nu een problematisch beleggingsproduct, maar dat geldt niet voor goedkope huurwoningen. Die hebben weinig tot geen leegstand. Nederland kent echter maar weinig woningfondsen. Bij huurwoningen zijn de huurprijzen vaak laag (gereglementeerd in het sociale deel van de huursector) en de stichtingskosten van huurwoningen zijn hoog (vanwege de concurrentie met de koopsector waar de hypotheekrenteaftrek de prijzen heeft opgedreven), met als gevolg dat huurbeleggingswoningen een laag aanvangsrendement kennen. Uiteraard is het ook mogelijk om het geld te investeren in het buitenland. Volgens experts zit er meer rek in de buitenlandse vastgoedmarkten,

toe? Wat is de missie? Krijgt het te maken met leegstand? Als je nu al in kaart brengt welk vastgoed je over een aantal jaren nodig hebt, dan kun je daar je eigendom en je huurcontracten op afstemmen. Een bedrijf kan 20 tot 45 procent van zijn huisvestingskosten besparen als het zijn vastgoed inricht op basis van een huisvestingsplan.

Flexibele huurcontracten Huurcontracten worden nu vaak gezien als een vaststaand gegeven. Toch denkt BCL Real Estate dat het in de toekomst vooral om de flexibiliteit van de huurcontracten gaat. De meeste beleggers staan hier nu nog niet voor open. Maar stel dat een facilitymanager meer kijkt naar wat het bedrijf in de toekomst aan ruimte nodig heeft. Dan kan hij tot de conclusie komen dat hij een deel met een langlopend huurcontract invult en een ander deel met flexibele huurcontracten. Op zo’n moment komen de belangen van huurder en belegger toch weer dichter bij elkaar.

is specifieke kennis nodig. Je moet de vastgoedmarkt en de trucs kennen om het verschil te kunnen maken. Een facility manager moet duidelijk voor ogen hebben waar hij naartoe wil en daar ontvangt hij hulp bij. BCL Real Estate bemiddelt ook als er conflicten zijn ontstaan tussen huurder en verhuurder of als de communicatie is verstoord. Ook kunnen zij tijdelijk capaciteit leveren. De vastgoedprofessionals lichten een vastgoedportefeuille door en stellen een plan op. Zij voorzien de facility managers van kennis, zodat die het vervolgens zelf weer op kunnen pakken. n

Gebruikersbelangen behartigen De vastgoedprofessionals van BCL Real Estate behartigen de belangen van de gebruiker. Bij bedrijven die geen eigen vastgoedadviseur hebben, is dat de facility manager. Die is dan ook verantwoordelijk voor de afspraken over de huurcontracten; een hele opgave. Er maar deze kunnen per land en zelfs per regio verschillen. Bovendien moet je goed weten met wie je zaken doet.

Dakfonds De belegger die niet volledig thuis is in de vastgoedmarkt zal enige moeite hebben om individuele aandelen in vastgoed te beoordelen, al zijn researchrapporten vrij opvraagbaar. Met weinig kennis valt het aan te raden om in een fund-of-funds te stappen, een dakfonds dat in het aanbod van bijna alle banken wel voorkomt. Bij een goede selectie van beleggingen in individuele vastgoedfondsen door het management van het dakfonds kunnen de resultaten ten opzichte van een index voor beursgenoteerde vastgoedfondsen positief uitvallen en opwegen tegen de extra kosten van het dakfonds.

Het Nieuwe Werken Naast beursschommelingen gaan ook hypes als Het Nieuwe Werken niet aan de vastgoedmarkt voorbij. De groeiende rol van het internet op werkprocessen, de globalisering, het fileprobleem en veranderende manieren van samenwerken hebben allemaal hun invloed op onze dagelijks werkzaamheden, iets dat als verzamelterm als Het Nieuwe Werken (HNW) bekend staat. Dit houdt ook in dat de inrichting van met name kantoren verandert, met een veranderende behoefte in kantoorruimte als gevolg. Toch is de vastgoedwereld nog niet helemaal gewend om

Lysander Bos, directeur en eigenaar BCL Real Estate

www.bclrealestate.nl

hier mee om te gaan. Beleggers richten zich over het algemeen nog steeds op langjarige huurcontracten en weinig op flexibele behoeften in de markt. Flexibele kantoorwerkplekken, maar ook het toenemende gebruik van meerdere werplekken onderweg (verzamelwerkplekken, wegrestaurants) openen nieuwe mogelijkheden voor investeren in vastgoed.

Gebruikersvoorraad De opkomst van Het Nieuwe Werken zet de ontwikkeling van kantoren op zijn kop. Vastgoedconsultants geven dit al aan. De verwachting is dat door deze ontwikkeling grote kantoorgebruikers vanaf 2011 hun huisvesting met 20 tot wel 30 procent zullen terugbrengen. Er zal minder vraag zijn naar megakantoren, wat overigens niet wil zeggen dat de vastgoedmarkt in de kantorensector onder druk komt te staan. Sinds 2002 heeft kantorenmarkt al te maken met een dalend ruimtegebruik doordat bedrijven een efficiencyslag doorvoeren. Tussen 2011 en 2014 zal volgens een rapport van een van de grote consultancybedrijven deze ontwikkeling zich versnellen. Dit zou betekenen dat er ook een omschakeling bij vastgoedbeleggers nodig is. Zij zullen niet langer alleen naar waardeontwikkeling moeten kijken, maar ook naar de gebruikersvoorraad. Dat werpt een nieuwe blik op de zaak. Wie zich echt verdiept in de vastgoedmarkt, kan daar van profiteren. n


18

Alternatief Investeren

Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Artikel  Persoonlijke passie voor alternatives

Alternatief beleggen: gebakken lucht of goudmijn? Auteur: Karel Wensink

E

en interessant alternatief voor traditioneel beleggen is rechtstreeks investeren in meer tastbare objecten als kunst, boten, sieraden of drank. Alternatief beleggen kán veel opleveren omdat het rendement niet samenhangt met koersontwikkelingen op de markt. Zo kunnen deze alternatieve investeringen zowel aantrekkelijk zijn in dalende als stijgende markten. Maar hoe bepaal je de waarde van jouw alternatieve investering en met welke risico’s moet je rekening houden? Volgens experts is beleggen in kunst een van de beste beleggingen op het moment, mits je weet waar je over praat. Met het aanschaffen van een kunstwerk haal je niet alleen een mooie belegging in huis, maar ook een voorwerp waar je, tot je het weer verkoopt, iets aan hebt. Welke soorten kunst het meeste rendement opleveren heeft te maken met verschillende aspecten. Een olieverf op doek levert meer geld op dan een simpele tekening. Zelfportretten doen het over het algemeen beter dan landschapstekeningen. Beleggen in moderne kunst is trendgevoelig en daarom risicovoller dan bekende en oude kunst. Het rendement van moderne werken is vaak niet bekend en prijzen schommelen regelmatig. Wanneer de kunstenaar overleden is, is de kans op een hogere winst vaak groter. Investeren in kunst brengt wel de nodige risico’s met zich mee. De aanschafprijs is erg duur, want naast het schilderij of beeldhouwwerk zelf, moet je ook rekening houden met verpakkings- en transportkosten en verzekeringen. De liquiditeit van kunst is laag. Kunstwerken verkopen is niet eenvoudig, wat er voor zorgt dat eige-

naren wel eens met hun kunst blijven zitten. Wanneer je het kunstwerk weer wilt verkopen is het belangrijk dat de waarde ervan bekend is. Omdat kunst uniek is, is het moeilijk om dat te bepalen, maar het inschakelen van een adviseur die het kunstwerk taxeert, is een prima mogelijkheid. De risico’s van investeren in kunst kun je verminderen door te beleggen in een kunstfonds. De kunstinkopen doet de fondsmanager dan namens de investeerder. Omdat het rendement van kunst onzeker is, raden experts aan alleen geld te investeren in kunst als je het zelf mooi vindt. In het handelen met kunst moet de investeerder zich altijd afvragen of het werk authentiek is. Kunsthandelaar is namelijk een titel die iedereen kan aannemen, het beste is om na te gaan of een kunsthandelaar bij een beroepsvereniging is aangesloten. Kunst weer doorverkopen gaat via gerenommeerde veilingen. Dit heeft als voordeel dat je op ieder moment kunt besluiten of je het beeld of schilderij wilt verkopen.

Rendabel maar onzeker Beleggen in schepen gebeurt in Nederland via een commanditaire vennootschap (CV). Dit is een samenwerkingsverband van twee soorten vennoten. De beherende vennoten nemen besluiten en zijn aansprakelijk voor eventuele verliezen. Voor de stille vennoten blijft de aansprakelijkheid voor verlies beperkt tot de investering. In de meeste gevallen investeer je met een scheeps-cv in een nog te bouwen schip. Je behaalt dan rendement uit de opbrengst van de verkoop of, wanneer het schip al bestaat, uit de inkomsten van handelsopbrengsten en verhuur. Rendementen van vijftien procent zijn

daarbij normaal, maar vanzelfsprekend hoort daarbij ook een hoog risico. Het is moeilijk te voorspellen hoe de scheepvaartsector zich ontwikkelt en daarom is de opbrengst van de verkoop van een schip onzeker. De kansen van een investering in de scheepsvaart hangen samen met economische ontwikkelingen en de daarbij horende vrachttarieven. Een nadeel van beleggen in deze sector is dat er vaak maar in één schip wordt belegd. Dit brengt een behoorlijk risico met zich mee. Dit kun je wel verminderen door in meerdere schepen te beleggen.

Oude investeringen Oldtimers worden steeds zeldzamer waardoor de marktwerking ervoor zorgt dat de prijs ervan stijgt. Deze producten zijn daarom een stabiele belegging en zorgen in de loop der jaren zelfs voor behoorlijk rendement. Maar of het een goede investering is, hangt van een paar factoren af. Zo is het niet verstandig om te investeren in auto’s die veel onderhoud vragen of waar je nog veel aan moet restaureren, maar wel in een die al gerestaureerd of zelfs nog in originele staat is. Merken waar veel rendement in zit zijn Mercedes, Porsche, Jaguar en Amerikaanse auto’s uit de vijftiger jaren. Wel moet je een oldtimer minstens vijf jaar houden, om hem met meerwaarde te verkopen. Zoals eigenlijk bij elke variant van alternatief investeren geldt: beleggen in munten kan renderend zijn als je over de nodige kennis beschikt. Wil je hierin beleggen dan moet je rekening houden met het feit dat er veel geld nodig is om een goede kwantitatieve en kwalitatieve verzameling te creëren. Iedere muntencollectie moet iets unieks hebben wil je het later met

genoeg winst verkopen. Koop dus bijzondere munten en win advies in over eventuele aankopen, maar ook bij het bepalen van de waarde van de collectie is het slim een adviseur in te schakelen. Bij het verkopen van de gehele muntcollectie vind je kopers via beurzen en veilingen. Hierbij organiseert de verkoper kijkdagen, waarna de hoogste bieder de verzameling overneemt.

Drink je rijk Wie wil beleggen in wijnen moet geduld hebben. Het rendement in deze sector wordt meestal pas na tien tot vijftien jaar verwacht. Wel kan wijn veel geld opleveren. Vroeger waren het vooral de topwijnen die veel geld opleverden, maar tegenwoordig zijn het ook de minder dure flessen. Een hoog rendement dus, maar dit betekent dat er veel geld in om gaat. Duizenden euro’s per fles is meer dan normaal. Wijnen die het goed doen zijn vooral de Bordeauxwijnen uit Frankrijk. Over het algemeen geldt dat wijnen uit grote jaren (1982, 1989, 1990, 2000) het meeste rendement opleveren. Er kleven ook risico’s aan het investeren in wijnen. Het ontbreken van transparantie kan voor oneerlijke handel zorgen, ook omdat er geen algemene marktplaats bestaat waar handelaren wijn aanbieden. Succesvol beleggen in wijn lukt het beste wanneer je een uitgebreide collectie hebt van verschillende kwaliteiten en uit verschillende streken. Investeren in wijn gebeurt op verschillende manieren. Je laat de flessen opslaan in speciale opslagruimtes en haalt de wijn op ieder moment weer op of laat de wijn in opslagruimtes liggen en laat ze door de opslagruimte zelf verkopen.

Plezier van je investering Het grote voordeel van alternatief beleggen is dat je geld stopt in iets tastbaars, iets waar je zelf wat aan hebt voordat je het product weer verkoopt. Naast eventueel rendement heb je namelijk ook letterlijk plezier van je investering. Zeker in tijden dat het economisch slechter gaat en beurzen negatieve resultaten laten zien, is een belegging in bijvoorbeeld kunst of wijnen een lucratief en goed alternatief. Wel vraagt een dergelijke investering om een behoorlijke zak duiten en kennis van zaken. Het beoordelen van de kwaliteit van een product is erg belangrijk en als je zelf de kennis niet in huis hebt, is het belangrijk advies in te winnen bij kenners. Alternatieve investeringen zijn interessant omdat ze onafhankelijk zijn van de traditionele obligatie- en aandelenmarkten. Wanneer het slecht gaat met deze markten, kunnen alternatives overeind blijven staan. Deze vorm van beleggen geeft meer vrijheid om te beleggen volgens een eigen stijl en inzicht. Het toevoegen van een alternatieve belegging aan een beleggingsportefeuille is interessant om risico’s te spreiden, rendementen te verhogen en kan zorgen voor een beter risicorendementsprofiel. n


Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Alternatief Investeren

19

Bedrijfspresentatie  LoCo-Art Den Haag & Gallery238 Amsterdam

Goede kunst blijft exclusief Beleggen in kunst is dubbel genieten.

Kantcho Kanev

B

eleggen in kunst kan een interessant alternatief zijn. Je hebt iets moois aan de muur hangen dat ook nog eens meer waard kan worden. Hoewel het in de kunstwereld met name gaat om de esthetiek van de kunst, kunnen kunstwerken namelijk wel degelijk ook een interessante financiële waardestijging laten zien. “Kunst moet je vooral aanspreken. Maar door in de juiste kunstenaars

Kantcho Kanev: als kijker direct meegetrokken Kantcho Kanev (1957) is geboren te Obretenik, Bulgarije. Kantcho is als beeldende kunstenaar afgestudeerd te Rousse (Bulgarije) een stadje aan de Donau. Hij heeft zijn opleiding gevolgd bij professor Kiril Stanchev. Sinds 1990 is Kanev in Nederland en hij woont en werkt in Den Haag. Het werk van Kanev wordt breed gewaardeerd en hangt in internationale musea en collecties. De kunstenaar vertelt in zijn werken verhalen van intimiteit en vertrouwen. Het lijkt of hij de westerse maatschappij een spiegel voorhoudt van eenvoud en rust; het boerenleven. Kanev spreekt niet tot ons intellect, maar tot onze emoties: het verlangen naar verbondenheid, betrokkenheid, waardering en respect. Onder meer de kleuren van Kantcho’s werken spreken veel mensen direct aan. Door zijn manier van werken en symboolgebruik word je als kijker direct meegetrokken naar Kantcho’s eigen wereld: een mix van het vroegere Bulgarije met het moderne leven in West-Europa. “Zijn werk is dermate interessant, dat je elke keer als je ernaar kijkt weer iets anders ziet”, zegt Lohmann. “Zijn werk verveelt nooit.” Kantcho schildert overigens niet alleen, hij werkt ook met hout en keramiek. Ook maakt hij etsen, zeefdrukken en werken met gemengde techniek. Het werk van Kanev is op dit moment iets minder prijzig dan dat van de andere twee uitgelichte kunstenaars. De Bulgaar kreeg in zijn geboorteland een prijs voor zijn gehele oeuvre. In 1995 ontving hij de prestigieuze eerste prijs van de Tokyo Print Triennale en ook sinds hij in Nederland woont, heeft hij al vele prijzen gewonnen en diverse opdrachten ontvangen. Lohmann: “Daardoor is het weer aantrekkelijk voor een andere groep mensen.”

te beleggen, waarvan de kans groot is dat hun werk de komende jaren nog meer waard wordt, geniet je dubbel van kunst.” Aan het woord is Paul Lohmann, al decennia actief in de kunstwereld. Lohmann is de man achter Galery238, dat richt zich op moderne Westerse én Chinese Kunst. Met veel van de kunstenaars waar Gallery238 mee werkt, werkt Lohmann al lange tijd samen. Maar de galerie brengt ook jongere (Chinese) kunstenaars. “De vraag is altijd: kan hij of zij de druk van het doorbreken aan? Veel jonge talenten kunnen dat niet”, aldus Lohmann.

LoCo-Art Sinds 1986 is Lohmann samen met zijn vrouw Jeannnette ook druk doende met LoCo-Art. LoCo-Art is

Zhuang Hong Yi: internationale musea Zhuang Hong Yi (1962) is geboren in Sichuan, China. In 1992 kwam hij samen met zijn vrouw, de kunstenaar Lu Luo, naar Nederland. Sinds 2007 wonen de kunstenaars met hun kinderen in Den Haag, terwijl het atelier van Hong Yi is gevestigd in Amsterdam. Hong Yi volgde zijn opleiding aan de Sichuan College of Fine Arts in Chonggin. In Nederland doorliep hij vervolgens nog de Minerva Kunst Academie in Groningen. Al snel na de afronding van zijn deze opleiding kreeg Zhuang erkenning voor zijn werk. Diverse solo-exposities volgenden, waaronder die in 2007 in het Groninger Museum. Daarna groeide zijn bekendheid. De kunstenaar kreeg meer en meer aanbiedingen om zowel binnen als buiten Europa te exposeren. Zo is zijn werk over de hele wereld te bewonderen geweest in musea en galeries. Ook hing hij al twee keer in het Koninklijk Museum. “Zijn werk is populair in het verzamelcircuit momenteel, waarbij opvallend veel jonge verzamelaars vallen voor de werken van deze Chinese topkunstenaar”, zegt Paul Lohmann. De werken van Zhuang Hong Yi zijn internationale kunstliefhebbers de afgelopen jaren steeds beter gaan waarderen. Kostte een werk van hem acht jaar geleden nog €3600,-, tegenwoordig betaal je voor een werk van hetzelfde formaat al €9800,-. En het einde van die stijgende waardering lijkt voorlopig niet in zich. “Alleen al vanwege het feit dat zijn kunstwerken volgend jaar te bewonderen zijn op de Tefaf, Art Miami en Palm Beach Art Fair. Dat kan wederom een fikse waardestijging tot gevolg hebben.”

een kunstbedrijf dat zich heeft gepecialiseerd in de verhuur, lease en verkoop van hedendaagse bijzondere kunst aan bedrijven en particulieren. “Wij adviseren en begeleiden in de keuze van kunst in de leef -of werkomgeving. Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat kijken naar kunst invloed heeft op de werksfeer en de arbeidsvreugde binnen een organisatie. Met de juiste kunst aan de muur kun je je eigen stijl en persoonlijkheid laten zien, maar ook de cul- Zuang Hong Yi tuur en de waarde van je organisatie tot uitdrukking brengen.” Het kopen of leasen van kunst kan ook fiscaal gezien zeer aantrekkelijk zijn, zegt Lohmann. Na de leaseperiode is er vaak nog de mogelijkheid de kunst voor een kleiner bedrag te kopen. Het kopen van kunst kan sowieso aantrek-

Lita Cabellut: internationale doorbraak De Spaanse Lita Cabellut (1961) geniet inmiddels al langere tijd bekendheid. In Nederland, maar ook daarbuiten. Cabellut wordt internationaal beschouwd als een schilder met een unieke schilderkunstige taal die overal ter wereld weerklank vindt. Cabellut woon en werkt al jaren in Den Haag. De Spaanse heeft een hedendaagse mix ontwikkeld van fresco- en baroktechnieken die haar werk een grote mate van flair en diepgang geven. Daarbij heeft ze de oude traditie van het expressieve menselijke gelaat nieuw leven in geblazen. “Momenteel breekt zij echt door”, vertelt Lohmann over Cabellut. “Dat is niet alleen interessant voor Nederland, waar zij al geruime tijd woont en werkt, maar ook voor beleggers.” Internationaal is zij eigenlijk al doorgebroken. Zo is haar werk te bewonderen in de Opera Galerie in Londen, New York, Singapore, Dubai, Beijing en Berlijn. “Gezien de verzamelaars en musea waar zij me werkt, zal haar werk alleen maar aan populariteit toenemen. Recent heeft Cabellut nog een project afgerond in Londen. Zij maakte een kunstfilm bij wijze van eerbetoon aan de Mexicaanse kunstenaar Frida Kahlo. Het project is min of meer kenmerkend voor de kunstenares. Het oeuvre van Cabellut ontstaat uit liefde en sympathie voor individuen ‘aan de zelfkant van de maatschappij’. In haar schilderijen brengt ze deze mensen, en hun waardig gedragen leed, tot leven. En wel op een manier die men wel omschrift als ‘een onvergetelijk eerbetoon aan de menselijke moed en kracht om, ondanks alles - te leven’. Het project in Londen is zeer succesvol voor Cabellut geweest. “Zo verkocht ze al haar zestien werken, die overigens vrij groot zijn. Haar grootste en duurste (€65.000) werken werden als eerste verkocht.”

kelijk zijn. “Kunst kun je vandaag de dag aankopen als bedrijfsmiddel. Dat betekent dat het ook aftrekbaar is. In drie jaar tijd kun je het aankoopbedrag aftrekken.”

Drie ‘serieuze’ kunstenaars LoCo-Art en Gallery238 werken met verschillende kunstenaars samen. Drie daarvan verdienen bijzondere aandacht: Zhuang Hong Yi, Lita Cabellut en Kantcho Kanev. “Het zijn alle drie compleet andere kunstenaars. Maar voor allemaal geldt dat de prijs van hun werken alleen maar zal stijgen de komende vijf, zes jaar. Dat komt uiteraard door de kwaliteit van hun kunst, maar evengoed door het feit dat dit inmiddels is opgemerkt door de kunstwereld. Hun programma maakt hun werken interessante beleggingen.” Garanties kan Lohmann logischerwijs niet geven op dit vlak. “Maar ik geloof oprecht niet dat hun werk in waarde kunnen dalen. Het zijn alle drie zeer serieuze kunstenaars, die goede en mooie kunst maken. Zij zijn bovendien heel eerlijk. De kwaliteit van hun werk vinden zij belangrijker dan de vraag.” Veel kunstenaars geven volgens Lohmann toe aan de marktvraag omdat zij dan hogere omzetten kunnen genereren. “Dat is even leuk, maar dan neemt de exclusiviteit snel af. Zhuang, Cabellut en Kanev zijn stuk voor stuk exclusieve kunstenaars.” n

Lita Cabellut


20

Alternatief Investeren

Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Artikel  Duurzame energie

Slimmer en zuiniger omgaan met energie Voldoende ‘return on investment’ bij investeren in duurzame energie. Auteur: Karel Wensink

W

ereldwijd is er een steeds grotere bereidheid tot het investeren in duurzame energie als wind- en zonneenergie. Het levert volgens investeerders voldoende ‘return on investment’ op. Ook de Nederlandse overheid zet het onderwerp hoog op haar agenda voor de komende jaren. De investeringen in duurzame energie zijn in 2010 wereldwijd met 30 procent toegenomen. Veel duurzame investeerders hebben een beleggingsportefeuille dat compleet uit investeringen in duurzame energie bestaat. Wetenschappers zijn dag in dag uit bezig met het verbe-

teren van de technieken op het gebied van duurzame energie. De investeringen zullen naar verwachting dus blijven toenemen, en voornamelijk in efficiënter energiegebruik, windenergie, biobrandstof en zonne-energie. Dat maakt investeren in duurzame vormen van energie steeds aantrekkelijker. Steeds meer mensen voelen zich bovendien oprecht betrokken bij de toekomst van de aarde en de toekomstige generatie.

Opwekken van duurzame energie De twee bekendste soorten van duurzame energie zijn zonne- en windenergie. Het voordeel van windenergie is dat het 100 procent schoon en erg duurzaam is. Windenergie is altijd op te wekken, al dan niet in mindere mate. Bij het opwekken van stroom door middel van windturbines wordt er geen extra CO2 uitgestoten. Zonne-energie levert de meeste energie op. Iedere dertig minuten neemt de aarde voldoende zonlicht op om de hele wereld een jaar lang van energie te voorzien. Zonnecollectoren zetten zonne-energie om in warmte, voor bijvoorbeeld proceswarmte en het verwarmen van ruimtes en water. Zonnepanelen bestaan er in allerlei soorten

en maten. Doorgaans ligt het rendement van zonnecellen tussen de 5 en 15 procent.

Manieren van investeren Investeren in duurzame energie kan op verschillende manieren. Uiteraard is het mogelijk rechtstreeks te investeren in aandelen van bedrijven die actief zijn in de ontwikkeling, productie en verkoop van bijvoorbeeld windturbines of zonnepanelen. Deze aandelen zijn echter niet in Nederland op de beurs genoteerd. Daarom dien je voor het beleggen van deze effecten op een buitenlandse effectenbeurs te handelen. Indien je als particuliere belegger wilt investeren in duurzame energie, dan doe je er verstandig aan te beleggen via een beleggingsfonds. Investeren in duurzame energie levert de nodige voordelen op. Het bespaart grondstoffen en energie, en daarmee ook kosten. Voor bedrijven levert het een imago-voordeel op. Bedrijven die investeren in duurzame energie komen voor werknemers, zakenpartners en investeerders betrouwbaarder en aantrekkelijker over. Daar heeft de investeerder voordeel bij. Het marktaandeel groeit en dus ook het rendement.

Een energie-efficiënte toekomst Ook onze overheid houdt zich steeds meer bezig met duurzame energie. Minister Maxime Verhagen van Economische Zaken maakte eerder bekend 16 miljoen euro uit te trekken om de eerste slimme elektriciteitsnetwerken aan te leggen. Hij gaf aan dat Nederland de technologie in huis heeft om slimmer en zuiniger om te gaan met energie. Ook prins Willem-Alexander liet zich uit over energie gebruik. “De gevolgen van klimaatverandering en de eindigheid van onze huidige energiebronnen zijn voor ons al langer reden om over een CO2-arme, energie-efficiënte toekomst na te denken”, sprak de prins tijdens een seminar over ‘Innovaties in de Energiesector’, afgelopen april. Ook in Amerika, dat niet bepaald bekend staat om haar milieuvriendelijke investeringen, begint het tij te keren. President Obama gaf onlangs aan meer te willen investeren in duurzame energiebronnen om het olieprobleem te verhelpen. “In plaats van het subsidiëren van de energiebronnen van gisteren, moeten we investeren in die van morgen”, aldus de president in zijn wekelijkse radio- en internettoespraak. n

GASTBIJDRAGE  GroenVeste

Rendement van de bron Wettelijke subsidieregelingen stimulans voor investeringen in duurzame energie.

I

nvesteringen in duurzame energieprojecten hebben de laatste jaren een grote vlucht genomen. Vooral zonneenergie is bezig aan een sterke opmars, mede als gevolg van wettelijk vastgestelde stroomprijzen voor de producenten van zonne stroom. In 2010 groeide dit onderdeel van duurzame energie met 60 procent. Duitsland is daarbij absolute koploper met een wereldwijd aandeel van ruim 40 procent. De lidstaten van de Europese Unie hebben de gezamenlijke doelstelling dat in 2020 tenminste 20 procent van hun energievoorziening afkomstig moet zijn van duurzame energiebronnen. Daarvoor moet er flink worden geïnvesteerd. Al in 1991 werd in Duitsland een wet gelanceerd die de aanzet gaf tot het “subsidiëren” van duurzame energieprojecten. Deze wet vormde de basis van de zogenaamde feed-in-tarieven (FiT‘s) die veel Europese landen nu met succes hanteren. Deze tarieven garanderen een vaste prijs per hoeveelheid stroom die een producent ontvangt van bijvoorbeeld de netbeheerder. Omdat deze feed-in-tarieven veelal gelden voor een periode van twintig jaar heeft de exploitant een hoge mate van zekerheid ten aanzien van de opbrengsten. En omdat de zonnepanelen gemiddeld 25 jaar meegaan en weinig onderhoud nodig hebben is er voor investeerders

sprake van beperkte risico’s. De zon is immers een constante factor die een voorspelbare hoeveelheid energie levert. Overigens; de zon levert elke dag meer energie dan de wereld jaarlijks verbruikt.

Nederland in achterhoede Gemeten per hoofd van de bevolking wekt een Duitser liefst vijftig(!) keer meer zonne-energie op dan een Nederlander. Op de lijst van EU-landen die de meeste duurzame energie opwekken staat Nederland in de achterhoede, op plaats 24 van alle 27 lidstaten. In Nederland ligt de focus vooral op grote windparken en is er angst voor de invoering van feed-in-tarieven voor zonne-energie. “De Nederlandse overheid heeft bijzondere opvattingen over het stimuleren van duurzame energie, als je deze vergelijkt met de omringende landen. Het lijkt erop dat men bang is voor decentrale opwekking van energie en daardoor de grip verliest op het innen van de energiebelastingen”, zegt

Rob van Oostveen van Sares Invest, een vermogensbeheerder die onder het GroenVeste label uitsluitend operationele energieprojecten selecteert voor investeerders. “Wij vermijden de risico’s die het ontwikkelen van projecten met zich meebrengt.” Is het voor de Nederlandse belegger interessant om in duurzame energieprojecten te investeren? Ja, alleen al in Duitsland zijn in 2010 meer dan honderd beleggingsfondsen gelanceerd op het gebied van duurzame energie. “Daar is men zeer enthousiast en begrijpt men de concepten”, zegt Van Oostveen. En hoewel GroenVeste een van de weinige professionele aanbieders is van 100 procent duurzame energieprojecten, wil dit niet zeggen dat de activiteiten ook bij de grens ophouden. GroenVeste biedt een aantal kleinschalige Nederlandse windprojecten aan, maar richt zich vooral op bestaande zonne-energie projecten in met name Duitsland, België, Frankrijk en Italië. Vanzelfsprekend wordt voor elk project vooraf een uitgebreide due dilligence uitgevoerd.

Stabiel rendement Wie investeren er zoal in duurzame energie projecten van GroenVeste? “Dit zijn naast de institutionele beleggers ook particuliere beleggers die meer diversificatie wensen in hun beleggings-

portefeuille. Het rendement voor investeerders in een zonne-energie project is afhankelijk van een beperkt aantal basiscomponenten zoals de prijs- en kwaliteit van de installatie en de irradiatie (de hoeveelheid zonlicht op de locatie). Over de gehele looptijd van een project gemeten komt het netto rendement voor een eindbelegger al snel uit op 7-9 % per jaar.” Institutionele beleggers kunnen hoogwaardige projecten als geheel verwerven waarbij GroenVeste het beheer faciliteert. Hierdoor ontstaat een fullservice concept voorzien van alle noodzakelijke waarborgen. “Voor private investeerders hanteert GroenVeste een methodiek waar we door het uitgeven van obligaties de aankoop van een project financieren. In de regel is de looptijd van zo’n obligatie zeven jaar en wordt jaarlijks 7 procent rente vergoed. Uniek is dat elke belegger wordt uitgenodigd voor een bezoek aan de onderliggende projecten en dat men 24 uur per dag de stroomproductie online kan volgen.” n

Meer informatie Herengracht 451 1017 DK Amsterdam Tel.: +31 (0)20-470 95 06 www.groenveste.nl


Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Alternatief Investeren

21

artikel  Online beleggen

Online beleggen: snel en efficiënt Auteur: Ronald Bruins

T

erwijl internetbankieren al helemaal is ingeburgerd, is ook online beleggen aan een opmars bezig. Dankzij het internet hebben particuliere beleggers voor het eerst rechtstreeks toegang tot beleggingsmarkten en tot informatie die tot enkele jaren geleden nog exclusief was voorbehouden aan professionele beleggers en adviseurs. Dankzij internet kan iedereen nu snel en anoniem beleggen op de beurs. Je werkt met ‘real time’ beurskoersen, waardoor je nooit meer te laat op de hoogte bent van beursfluctuaties. Informatie over bedrijven en beurzen? Daarover ben je via internet vandaag de dag even snel geïnformeerd als bankiers of beursmakelaars. Banken en gespecialiseerde makelaars bieden je de mogelijkheid om op alle wereldbeurzen te beleggen. In aandelen en aandelenfondsen, maar ook in opties en andere beleggingscategorieën. Het succes van online brokers en de internetloketten van banken voor particuliere beleggers bewijzen de interesse en behoefte van de beleggers om onmiddellijk en goed geïnformeerd te reageren op bewegingen op de aandelen- en effectenbeurzen. Maar waarom zou je eigenlijk online beleggen? De voornaamste redenen om dit te doen

zijn dat online beleggen goedkoper is én een stuk sneller dan traditioneel beleggen via een beleggingsadviseur. De tijd die de bank nodig heeft om een order te verwerken vervalt. De orders worden immers direct online naar de beurs gestuurd, waardoor je sneller kunt inspelen op kansen.

Nadelen Nadelen zijn er uiteraard ook. Zo ben je bij online beleggen afhankelijk van computers en een internetverbinding. Als deze verbinding traag is of er is een storing, dan gaat het feest dus even niet door. Met alle – mogelijk nadelige – effecten op het resultaat van je beleggingen van dien. Een ander nadeel van

online beleggen is dat je zelf verantwoordelijk bent voor de orders die je via online beleggen uitvoert. Op zich kun je die verantwoordelijkheid waarschijnlijk aan, maar een traditionele beleggingsadviseur zal je normaal gesproken waarschuwen voor risicovolle aan- en verkopen. Bij online beleggen is dat logischerwijs niet het geval. Voor je start met beleggen via internet is het sowieso raadzaam je te verdiepen in beleggingen en de verschillende beleggingsvormen die er zijn. Elk soort belegging heeft bijvoorbeeld voor- en nadelen en de gevolgen van een ‘foutje’ kunnen aanzienlijk zijn. Behalve dat je zelf voldoende geëquipeerd moet zijn om te beleggen, dien je ook de brokers te vergelijken.

Vergelijken Bij steeds meer brokers kun je ook online handelen in onder andere opties, aandelen en turbo’s. Dat is goed nieuws voor beleggers, omdat deze

brokers vaak voordelige tarieven kennen voor online beleggingen. Deze tarieven hangen trouwens ook af van de vraag waarin je wilt beleggen. De tarieven die brokers berekenen voor het handelen in obligaties wijken bijvoorbeeld af van de tarieven voor transacties in opties. Als je bijvoorbeeld alleen in turbo’s wilt beleggen, kun je volstaan met een vergelijking van de tarieven voor deze beleggingsvorm. Daarom is het slim om voor elke beleggingsvorm de tarieven van de brokers te vergelijken. Overigens geldt daarbij ook sterk: voorkom dat goedkoop duurkoop wordt. Kijk altijd naar de prijs-prestatieverhouding van het aanbod voor online beleggen. Vergelijk je ook de inhoud van het aanbod, dan kies je ongetwijfeld voor een goed en goedkoop instrument dat past bij jouw wensen. Voor wie nog meer over dit onderwerp wil weten biedt internet hulp. Daar vind je niet alleen alle actuele informatie over beurzen en bedrijven, maar ook over hoe je hier als belegger mee om kunt gaan. Overigens zijn er ook verschillende boeken geschreven over dit onderwerp, met handige tips en trucs. Dit zijn dus praktische hulpmiddelen voor beleggers die het internet actief willen gebruiken bij het beheer van hun investeringen. n

productpresentatie  NPEX

“Online beurs brengt MKB en beleggers samen” De beurs van de toekomst is een online marktplaats waar bedrijven en beleggers rechtstreeks zaken doen? “Inderdaad. Vanuit die gedachte is in Amerika SecondMarket ontstaan, bekend van grote internetbedrijven als Twitter en Groupon. Ook Nederland heeft inmiddels zo‘n alternatieve beurs: de Nederlandsche Participatie Exchange, kortweg: NPEX.” Wie kunnen zich laten noteren? “Bedrijven en fondsen die kapitaal willen aantrekken om zich verder te ontwikkelen, maar een notering aan de Euronext te duur en omslachtig vinden. Bij ons wordt rechtstreeks gehandeld, dus zonder tussenkomst van banken of andere partijen. Dat houdt de kosten laag. En er gelden geen eisen voor aantal verhandelbare stukken, track record en IFRS. Een AFM-goedgekeurde prospectus volstaat. Hiermee is NPEX bij uitstek een platform voor alternatieve investeringen. Wijn, boten, nieuwe internettechnologie, het kan allemaal. Heeft een bedrijf zijn zaakjes goed op orde, dan kan het al binnen zes weken op onze beurs staan.” Hoe gaat het online handelen in zijn werk? “Beleggers kunnen op NPEX aandelen kopen en verkopen. En bieden op aan-

delen die door de uitgevende partij of medebeleggers worden aangeboden. Alles gebeurt online. In een eBay-achtige omgeving waarin het biedproces door alle beleggers is te volgen. Hiermee is NPEX uniek. Ook SecondMarket biedt niet de transparantie die wij bieden. Beleggers weten daar niet hoe de prijs voor een aandeel Facebook of Twitter tot stand komt. Iets waar steeds meer commentaar op komt. En terecht! Beleggers willen weten waar ze hun geld in investeren. Wat een aandeel werkelijk waard is. Dan moet je de handel niet verstoppen, maar juist inzichtelijk maken.” Zijn alle noteringen publiek? “We streven naar zo veel mogelijk publieke noteringen. Hoe gevarieerder het aanbod op onze beurs, des te meer interessante beleggingskansen voor onze beleggers. Maar bedrijven en fondsen kunnen ook kiezen voor een zogenaamde interne notering. De eigen kring van aandeelhouders kunnen dan onderling handelen in een afgeschermde omgeving. Hier geldt voor de prijsvorming overigens dezelfde transparantie als bij een publieke notering. Een interne notering kan interessant zijn als eerste stap naar een publieke notering. En het is bijzonder geschikt voor familiebedrijven, coöperaties en dergelijke. Want hiermee maken zij het

kopen, verkopen, bieden. Op onze site staat alle informatie over de bedrijven en fondsen, zodat je op het juiste moment tot actie kunt overgaan. In een goed beveiligde omgeving waar je alleen binnenkomt met speciale inlogcodes. Beleggers betalen bij NPEX trouwens geen bewaarloon, alleen transactiekosten.”

Frans van den Broek en Adriaan Hendrikse, oprichters NPEX

makkelijker voor de eigen aandeelhouders om onderling te kopen en verkopen, maar hoeven ze bedrijfsgegevens niet openbaar te maken. Een interne notering is nog sneller en makkelijker geregeld dan een publieke. Omdat er zelfs geen AFM-goedgekeurde prospectus voor nodig is; alleen jaarcijfers.” Wat mogen beleggers van de beurs verwachten? “Unieke beleggingsmogelijkheden in bedrijven en fondsen die ze nog niet kenden. En een persoonlijk beleggingsmanagementsysteem waarbij alles online gebeurt. Dat is voor sommige beleggers even wennen, maar het biedt veel voordelen. Je hebt alles zelf in de hand:

Hoe zijn de reacties tot dusver? “Wij krijgen veel positieve feedback, zowel van bedrijven als van beleggers. Voor private ondernemingen en familiebedrijven kan het lastig zijn nieuwe investeerders te vinden. NPEX biedt hier nieuwe mogelijkheden en dat wordt steeds beter opgepakt. Allemaal zien ze de toegevoegde waarde. Dat zien we ook terug in onze noteringen. In twee jaar tijd hebben we al dertig noteringen. We verwachten dat we er jaarlijks zo‘n 25 tot 50 bij krijgen. Het feit dat een notering aan de NPEX-beurs wel tien keer goedkoper is dan aan de Euronext is voor veel ondernemers een ‚eye-opener‘. Ze zien opeens nieuwe kansen voor hun bedrijf. Kansen die voorheen helemaal niet bestonden.” n


22

Alternatief Investeren

Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Artikel  Vermogensbeheer

Vermogensbeheer: expertise en aandacht uit efficiencyoogpunt werken met standaard profielen. Dat levert logischerwijs een kostenvoordeel op.

Auteur: Karel Wensink

W

e willen het financieel gezien op onze oude dag goed voor elkaar hebben, maar ook nu willen we lekker kunnen leven. Hoe pak je dit aan? Door risico en rendement goed op elkaar af te stemmen. En daarin zijn vermogensbeheerders gespecialiseerd, ervaren steeds meer particulieren. Wie het nodige vermogen heeft vergaard, wil hier slim mee omgaan. Maar wat is slim? De meeste mensen zijn hier niet direct gespecialiseerd in. Dus gaan zij op zoek naar specialisten op dit vlak, die hun vermogen kunnen beheren. Vermogensbeheerders dus, of (private) banken. Zij beleggen je vermogen op een manier die jou aanspreekt. Vermogensbeheerders volgen de financiële markt op de voet en vertalen de beleggingsbevindingen naar beleggingsbeleid. Ook doen zij zelfstandig aanpassingen in de portefeuille. Vaak verdeelt een beheerder het vermogen over fondsen met verschillende risico’s. Niettemin brengt beleggen altijd risico’s met zich mee, dat dient iedereen die zich tot een vermogensbeheerder wendt zich te realiseren.

het rendement. Dat betekent ook dat vermogensbeheerder van tevoren moeten weten wat die doelen zijn en hoeveel risico de belegger zich kan en wil permitteren. Wie zijn klant niet kent, kan geen maatwerk leveren. Dat besef is bij de meeste specialisten geland. Vermogensbeheer professionaliseert steeds sterker in Nederland. Het is een hoogwaardige dienst waar je voor moet betalen, maar waar je ook professionaliteit voor terug mag verwachten. Iedere klant dient dan ook veel persoonlijke aandacht te krijgen. Door regelmatig bij te praten, houden klant en vermogensbeheerder elkaar op de hoogte. Als persoonlijke situaties veranderen, speel je daar desgewenst samen op in door de portefeuille aan te passen.

Persoonlijke aandacht

Drempels

Iedere vermogende die gaat beleggen heeft andere doelstellingen. Of hij wil stoppen met werken, of hij doet het als aanvulling op het pensioen of puur om

Veel vermogensbeheerders hanteren een ondergrens als het gaat om het te beheren vermogen. Dat kan een concreet obstakel zijn om je te begeven

Toezicht

naar een vermogensbeheerder. “Een andere ‘drempel’ is wellicht de onbekendheid”, zegt Mea Hiskes-Willemse, directeur van de Vereniging van Vermogensbeheerders & Commissionairs (VV&C). “Veel mensen blijven liever bij hun bank, waar ze mee vertrouwd zijn.” Ook banken bieden voor meer vermogende mensen wel diensten en producten aan. Gaat het om echt forse bedragen, dan komen zij uit bij private banking (doorgaans vanaf 500.000 of 1 miljoen euro). Een verschil met onafhankelijke vermogensbeheerders is logischerwijs dat de bank vrijwel altijd ook eigen beleggingsproducten en –diensten aanbiedt. Dit hoeft niet per definitie negatief te zijn, maar daardoor is wel sprake van minder onafhankelijkheid. Onafhankelijke vermogensbeheerders werken meer dan de meeste banken met individuele beleggingsprofielen. De dienstverlening wordt echt toegeschreven op de klant, terwijl vooral de grootbanken

Vermogensbeheerders hebben met verschillende vormen van toezicht te maken. Het toezicht op de financiële sector kost geld en wordt betaald door de financiële ondernemingen zelf. Sinds enige tijd wordt een deel van deze kosten door vermogensbeheerders zichtbaar op de effectennota doorbelast aan de consument. De kosten van toezicht zijn de laatste jaren overigens wel ontzettend omhoog gegaan, terwijl de overheid nauwelijks nog bijdraagt. Er is geen zicht op de stijging van de toezichtskosten. Door de kosten van toezicht zichtbaar te maken voor consumenten hoopt de markt dat de politiek er meer bij betrokken raakt. Vermogensbeheerders hebben overigens ook een zorgplicht, waarbij ze bijvoorbeeld afwijkingen van de gestelde route melden. Om de professionaliteit te stimuleren heeft de branche een DSIregister. Daarin kun je zien of een adviseur aan de kenniseisen voldoet. Een vermogensbeheerder moet het hele financiële plaatje van zijn klant kennen. Vermogensbeheer komt dan ook steeds dichter bij financial planning te liggen. Toch is financial planning een ander vak. Bij vermogensbeheer blijven effecten de core business. n

Bedrijfspresentatie  Fintessa Vermogensbeheer

Vermogensbeheer is persoonlijk maatwerk Grote vermogensbeheerders hebben te veel tegengestelde belangen.

V

ermogensbeheer is maatwerk met een personal touch. Ieder mens is namelijk uniek en ieder vermogen is persoonlijk. Dat is de visie van Fintessa Vermogensbeheer. Dankzij zijn zelfstandigheid en onafhankelijkheid is het voor de vermogensbeheerder mogelijk een persoonlijke beleggingsstrategie te bepalen voor het vermogen van de cliënten. Een strategie die aansluit bij hun wensen, weet directeur Martine Hafkamp. Fintessa, een samenvoeging van ‘financieel’ en ‘certezza’ – Italiaans voor betrouwbaar – doet haar naam eer aan. Betrouwbaarheid van mensen, beleggingsbeleid en uitvoering zijn de basis van ons bedrijf. En voor de klant de basis van vermogensbehoud en vermogensgroei. Vermogensbeheer is voor veel grote partijen slechts een onderdeel van hun dienstverlening. Voor ons is het core business. Bij deze organisatie is de klant ‘geen nummertje’. En er is bovendien geen sprake van tegengestelde belangen zoals bij veel grotere bedrijven wel het geval is. De belangen van de klant zijn tevens onze belangen. Dat maakt het verschil, waardoor wij actief en objectief te werk gaan. Op een laagdrempelige manier bedient ons be-

drijf particulieren, ondernemers, stichtingen en instituten bij het op de juiste manier beheren van hun vermogen.

Transparantie Fintessa Vermogensbeheer houdt vast aan het gegeven dat vermogensbeheer alleen succesvol is wanneer je je klant door en door kent. Actief meedenken maakt daarom een groot onderdeel uit van de service. Wij hanteren een onafhankelijke beleggingsfilosofie. Onafhankelijkheid is vrijheid. En keuzevrijheid vraagt om een actief en persoonlijk beleggingsbeleid. Een strategie moet te allen tijde aansluiten bij de wensen van de klant. En daar voldoe je alleen aan, wanneer je veel tijd besteedt aan de kennismaking met cliënten en hun vermogensituatie. De adviseurs nemen dan ook ruim de tijd voor het inventariseren van de financiële positie waarin iemand of een bedrijf zich bevindt. Vermogensbeheer moet bij iemand passen. We kijken naar het risico dat de belegger zich kan permitteren en ook het persoonlijke leven van de klant wordt onder de loep genomen. We willen zoveel mogelijk weten van de klant. Liever iemand die goed geïnformeerd is, dan iemand die te snel een

beslissing maakt. Als klant moet je je tenslotte veilig voelen en vertrouwen hebben in de partij waar je je vermogen onderbrengt. Onze adviseurs hebben daarom nauw contact met hun klant en houden klanten op de hoogte van wat er met hun geld gebeurt. Ook zijn de kosten die wij maken inzichtelijk voor de klant. Op die manier garanderen wij transparantie.

Blijvend maatwerk De persoonlijke touch die Fintessa aan haar dienstverlening geeft, heeft verder als voordeel dat er zo altijd sprake is van maatwerk. Maatwerk is nooit klaar. Maatwerk groeit met een cliënt mee. Persoonlijke situaties kunnen tenslotte veranderen. Op het moment dat je je klant kent, kun je daarop inspelen en maatwerk blijven leveren. Het is voor de vermogensbeheerder een sport om het vermogen van haar cliënten optimaal te dienen. Uiteraard binnen de randvoorwaarden en het risicoprofiel dat zij met haar klant heeft afgesproken. Wie vrijblijvend advies wil over zijn effectenportefeuille is bij ons ook aan het goede adres. Ook als je geen klant bent. Het kan nooit kwaad de effectenporte-

Martine Hafkamp, eigenaar en directeur Fintessa Vermogensbeheer

feuille eens kritisch te laten beoordelen door een onafhankelijke deskundige. Een second opinion door een van onze adviseurs kan heel nieuwe inzichten geven.

Fintessa applicatie Onlangs is er een applicatie van Fintessa verschenen voor de iPhone en iPad. Hier kunnen klanten van onze organisatie terecht voor real-time koersen van de aandelen uit de Amsterdamse AEX, AMX en AcSX. De applicatie is gratis de downloaden. n


Een publicatie van Reflex Uitgeverij

Alternatief Investeren

23

Artikel  Private banking

Private banking blijft intiem en exclusief Auteur: Matthijs Rutten

D

e markt van private banking is het afgelopen decennium een stuk overzichtelijker geworden. Door talloze overnames is het aantal spelers sterk verminderd. Toch blijven de private banking-onderdelen van de grote concerns exclusief en intiem opereren. Dat is immers waar vermogende particulieren naar op zoek zijn. Een gedegen advies op maat. De bankensector heeft inmiddels alweer twee, drie jaar geleden flinke klappen te verduren gehad en de aandelenbeurzen zijn in oktober 2008 en de maanden daarna aanzienlijk gekelderd. Dat heeft logischerwijs ook tot gevolg gehad dat de private banking-sector, die een groot deel van het geld van vermogend Nederland beheert, in crisistijd niet heeft gefloreerd. Dat wil echter niet zeggen dat er niets van over is. Sterker nog: de Nederlandse private bankingmarkt is behoorlijk ‘compleet’. Wel is hij behoorlijk veranderd, met name in de jaren voor de crisis.

Deftige banken Ruim tien jaar geleden bestond de private bankingsector in Nederland nog uit allerlei kleine, deftige banken met eeuwenoude wortels. Van die versnipperde markt is niet veel meer over. Althans, de meeste kleine partijen zijn inmiddels overgenomen door grote financiële concerns. Sommige banken gingen

meerdere keren in andere handen over. Banken lijven graag private banks in omdat private banking niet de meest risicovolle dienstverlening is en een constante bron van inkomsten oplevert. Overigens hebben de grootbanken de afgelopen jaren ook stevig ingezet op private banking. Zij hebben een voordeel bij de werving van nieuwe klanten, omdat die vaak binnenkomen via de andere onderdelen van de bank. Mensen zijn op een gegeven moment bijvoorbeeld vermogend genoeg om over te stappen op private banking. Of een ondernemer komt door de verkoop van zijn bedrijf ineens in aanmerking voor een eigen private banking-adviseur.

Buitenlandse partijen Op dit moment lijken vooral de vermogensbeheerders nog interessant om overgenomen te worden door de overgebleven private banken. Dat is een logische combinatie, want private banks doen natuurlijk ook aan vermogensbeheer. Denk aan sparen en beleggen, maar ook aan zaken als erfenissen en belastingen. De verwachting is ook dat steeds meer buitenlandse partijen zich in Nederland vestigen. Nederland is namelijk een vermogend land. Zeker nu steeds meer baby boomers hun bedrijf verkopen, is Nederland een interessant land voor private banks. Verschillende buitenlandse partijen hebben al een kantoor hier. Het feit dat de opbrengsten in

Nederland relatief laag zijn voor private banken, terwijl de kosten eerder hoog zijn, heeft een remmende werking op deze ontwikkeling.

Exclusief Bij overnames in deze sector is het altijd zaak voor de vermogensinstellingen om hun positionering exclusief te houden. Private banking-klanten zijn immers vaak gesteld op de intimiteit. De snelheid waarmee nieuw ontstane bankorganisaties een label in de markt brengen, vereist volgens hem grote zorg. Vaak wordt het oude profiel in eerste instantie in stand gehouden, terwijl de backoffice al wordt geïntegreerd. Hoe dan ook: onafhankelijk is bijna geen enkele private bank meer. Allemaal behoren zij toe aan een grotere financiële instelling. Dat biedt enerzijds

zekerheid, anderzijds in de onafhankelijkheid natuurlijk verkleind. Hoe bepaal je nu welke private bank de juiste is? De keuze voor een bepaalde private bank bepalen vermogende particulieren toch vooral op hun intuïtie. Het gevoel moet goed zijn. Persoonlijke aandacht staat centraal bij de ‘klassieke’ private bank. Het is gebruikelijk dat klanten contact hebben met een vast contactpersoon. Hoe exclusiever de bank, hoe exclusiever de relatie met de klant. De grens voor het in aanmerking komen voor private banking wordt niet altijd naar buiten toe gecommuniceerd. Dit alles wil overigens niet zeggen dat dit positieve beleggingsresultaten genereert. Beleggen is en blijft risico nemen, al lijken we de grootste beursdip natuurlijk wel achter de rug te hebben. n

BEDRIJFSPRESENTATIE  Beer & Van Stapele Wealth Management

De kracht van onafhankelijk vermogensbeheer De cliënt krijgt altijd de aandacht die hij verdient.

I

n de huidige markt hebben vermogende particulieren behoefte aan transparantie en aandacht voor hun zaak. Dat vraagt om onafhankelijk vermogensbeheer en de juiste expertise en ervaring. Beer & Van Stapele biedt het volledige pakket. De toegevoegde waarde van een onafhankelijke vermogensbeheerder zit hem onder meer in het woord onafhankelijk. Grootbanken hebben vele activiteiten, waardoor het voor hen soms moeilijk is de verschillende belangen uit elkaar te houden. Beer & Van Stapele ontplooit geen andere diensten en richt zich volledig op de belangen van de cliënt.

Een ander voordeel van de vermogensbeheerder is dat de organisatie compact is. Daarmee zijn de beslissingsprocessen veel sneller dan bij de bank. Het investment committee is in feite altijd bijeen. De bereikbaarheid is bovendien beter en persoonlijke aandacht staat centraal, indien nodig ook buiten kantooruren. Dat brengt een bepaalde rust en zekerheid met zich mee. Daarbij komt dat cliënten met recht te maken hebben met continuïteit als het gaat om de gesprekspartners. In de zestien jaar dat de organisatie bestaat is daar niets in veranderd. Cliënten ervaren dat als zeer positief. Ten opzichte van andere vermogensbeheer-

ders nemen de beheerders van Beer & Van Stapele een grote mate van ervaring met zich mee, veelal opgedaan bij de grootbanken. Daarmee vormen zij gesprekspartners die tot dezelfde leeftijdscategorie behoren als een groot deel van hun cliënten. Die bevinden zich veelal in het hogere segment van de particuliere markt. Denk aan advocaten en ondernemers die hun bedrijf hebben verkocht. Maar ook stichtingen behoren tot de clientèle van de exclusieve vermogensbeheerder, die als het gaat om beheerd vermogen een ondergrens van € 500.000,– hanteert. Deze ondergrens is nodig om voldoende te kunnen spreiden.

Beer & Van Stapele is opgericht in 1994 om primair voor particuliere cliënten discretionair vermogensbeheer te verzorgen. Bijna uitsluitend is er sprake van overgedragen vermogensbeheer, hoewel ook advisering tot de dienstverlening behoort. Bij vermogensbeheer spreken de cliënt en de vermogensbeheerder een bepaald kader af waarbinnen de beleggingen worden gerealiseerd. Elke drie maanden rapporteert de organisatie aan de cliënt, die overigens altijd via internet zijn portefeuille kan volgen. De beleggingsfilosofie die de vermogensbeheerder hanteert, is redelijk traditioneel te noemen. Voorheen kende Beer & van Stapele een top-down benadering. Vanuit het macro-economische plaatje daalde men af tot op sectorniveau en vervolgens de individuele aandelen. De volatiele markt heeft de organisatie er echter toe doen besluiten meer gebruik te maken van een bottum-up benadering, waarbij sprake is van stockpicking. n

Meer informatie Matthijs Van Stapele, oprichter

Eric Van Der Ley, senior vermogensbeheerder

Jan Beer, oprichter

Tel.: +31 (0)20-570 78 08 www.beerstap.nl


FIDELITY FUNDS – CHINA CONSUMER FUND

CONSUMPTIE IN CHINA

DE GROEIMARKT VAN DE TOEKOMST

HET UNIEKE GROEIPOTENTIEEL VAN CHINA IN 1 FONDS: FIDELITY FUNDS – CHINA CONSUMER FUND Van een simpele tandenborstel tot de eerste wasmachine: 1.3 miljard Chinezen zetten de eerste stappen op het pad van consumptie. De vraag naar goederen is ongekend nu de lonen in China stijgen en de welvaart steeds bredere lagen van de bevolking gaat bereiken. De term “Made in China” zal ook van toepassing zijn op het consumeren. Fidelity heeft als geen ander jarenlange ervaring in Azië en met onze experts lokaal aanwezig in China selecteren wij zorgvuldig die Chinese ondernemingen die het beste van deze trend kunnen profiteren. Ook u kunt nu van deze trend profiteren door te beleggen in het Fidelity Funds – China Consumer Fund.

MEER WETEN? KIJK OP WWW.FIDELITY.NL Deze publicatie is niet bestemd voor inwoners van het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten en is uitsluitend bestemd voor personen die gevestigd zijn in rechtsgebieden waar de betreffende fondsen voor distributie zijn toegelaten of waar een dergelijke toestemming niet vereist is. Fidelity / Fidelity International wordt gebruikt voor FIL Limited, gevestigd in Bermuda, en haar dochterondernemingen. Tenzij anders aangegeven zijn alle hier gegeven meningen en visies afkomstig van Fidelity. Niets uit dit document mag worden gekopieerd of verspreid zonder voorafgaande toestemming van Fidelity. Fidelity verstrekt uitsluitend informatie over haar eigen producten en diensten en geeft geen beleggingsadviezen die gebaseerd zijn op persoonlijke omstandigheden. Fidelity, Fidelity International en het Pyramid Logo zijn handelsmerken van FIL Limited. Fidelity Funds is een “open-ended” beleggingsmaatschappij gevestigd in Luxemburg, met verschillende aandelenklassen. Wij raden u aan uitgebreide informatie aan te vragen alvorens te besluiten tot enige belegging. Beleggingen dienen te geschieden op basis van het op dit moment geldige prospectus dat kosteloos verkrijgbaar is tezamen met het laatste jaarverslag en halfjaarverslag bij onze distributeurs, bij ons Europese Service Centre in Luxemburg, 2A rue Albert Borschette, BP 2174, L-1021 Luxemburg (tel. 0800 – 022 47 09) en in Nederland: FIL Investments International, Netherlands Branch (geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten), World Trade Center, Toren H 6e etage, Zuidplein 52, 1077 XV Amsterdam (tel. 020 – 797 7100). Fidelity Funds is gerechtigd deelnemingsrechten aan te bieden in Nederland op grond van artikel 2:66 (3) jo. 2:71 en 2:72 Wet op het financieel toezicht. In het verleden behaalde resultaten geven geen betrouwbare indicatie voor de toekomstige ontwikkeling. De waarde van beleggingen en de gegenereerde inkomsten kunnen zowel stijgen als dalen. Het is mogelijk dat de belegger het geïnvesteerde bedrag niet terugkrijgt. Fondsen die in buitenlandse markten beleggen, kunnen onderhevig zijn aan schommelingen van de valutakoersen. Valutatransacties kunnen worden uitgevoerd in een zakelijke, objectieve transactie door of via Fidelity-bedrijven, die uit deze transacties inkomsten kunnen genereren. Beleggingen in kleine en opkomende markten kunnen sterker schommelen dan beleggingen in ontwikkelde markten. Als gevolg van een gebrek aan liquiditeit in kleinere aandelenmarkten, kunnen sommige Country Select-fondsen volatiel zijn en kan het recht om deze effecten in te wisselen onder bepaalde omstandigheden beperkt zijn. In bepaalde landen en voor bepaalde typen beleggingen zijn de transactiekosten hoger en is de liquiditeit lager dan elders. Mogelijk zijn er ook beperkte kansen om alternatieve manieren te vinden om kasstromen te beheren, voornamelijk indien de nadruk voor beleggingen wordt gelegd op kleine en middelgrote ondernemingen. Voor fondsen die zich in dergelijke landen en beleggingstypen specialiseren, hebben transacties - vooral transacties van grotere omvang - waarschijnlijk een grotere impact op de kosten om een fonds te beheren dan vergelijkbare transacties in grotere fondsen. Toekomstige beleggers dienen dit voor ogen te houden wanneer zij fondsen selecteren. Uitgegeven door FIL Investments International, in het Verenigd Koninkrijk geautoriseerd en gereguleerd door de Financial Services Authority. CL 1105901/1011


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.