5 minute read
Het kernenkompas
Richting geven aan het ruimtelijk beleid
Om de nieuwe visie op mobiliteit en ruimtelijke ordening in de praktijk te brengen, ontwikkelt Regionet Leuven handige tools voor de gemeenten. Eén daarvan is het kernenkompas.
Advertisement
Het kernenkompas laat gemeenten toe om, in overleg met de provincie, mobiliteitspartners en andere gemeenten, te bepalen in welke woonkernen verdere ontwikkeling best plaatsvindt. Een handige gids voor het (boven)lokaal ruimtelijk beleid dus.
WAAROM EEN KERNENKOMPAS?
De Leuvense regio is een regio in volle bloei: het aantal inwoners én de economie groeit. Om die groei leefbaar te houden, gebeurt ze best in goed bereikbare kernen met de nodige voorzieningen.
Het kernenkompas helpt om die kernen uit te kiezen, en zelfs over de gemeentegrenzen heen op elkaar af te stemmen. Als een gemeente weet welke groei ze wil in een bepaalde woonkern, kan ze de mobiliteit en voorzieningen daar weer op afstemmen: dat is kernversterking.
KERNVERSTERKING
‘Kernversterking’ staat centraal in het ambitiekader van Regionet Leuven. Het basisprincipe is dat mensen best zoveel mogelijk in steden en dorpskernen wonen. De voordelen zijn legio:
Fiets- en openbaarvervoerroutes die samen komen in woonkernen kunnen zo een alternatief voor de auto bieden.
Tewerkstelling kan dichter bij huis georganiseerd worden in de kernen.
Voorzieningen, handel en diensten kunnen zich beter ontwikkelen, want hun cliënteel woont dichterbij.
Er is meer sociale cohesie.
Mensen in hun verschillende levensfasen vinden er een divers woningaanbod.
De open ruimte buiten de kernen blijft gespaard.
Door goed na te denken over de noden en kansen in elke kern en daarop in te zetten, maak je wonen in de kernen aantrekkelijker. Zo versterk je bovendien de voordelen van de kernen: dat is kernversterking. Het kernenkompas helpt om de ontwikkelingskansen van verschillende kernen in kaart te brengen en op elkaar af te stemmen.
WAT MEET HET KERNENKOMPAS?
Belangrijk om weten: het kernenkompas meet enkel de activiteit en mobiliteit van de bewoners en de bezoekers in de woonkernen. Andere activiteiten (zoals bedrijventerreinen) en andere vormen van mobiliteit (bijvoorbeeld goederentransport) moeten op een andere manier gemeten worden.
Daarnaast neemt het kompas losse woningen en verkavelingen buiten de kernen niet mee in de metingen. Verdere ontwikkeling op deze plekken zou immers de open ruimte nog meer in het gedrang brengen.
Het kernenkompas gaat uit van 4 dimensies die de mogelijkheden van een kern bepalen:
GEBRUIKSINTENSITEIT: hoe intensief wordt de kern gebruikt, door bewoners én mensen van buiten de kern?
PLAATSWAARDE: over welke voorzieningen (gemeentediensten, vrijetijdsinfrastructuur, gezondheidszorg, winkels …) beschikt de kern?
RUIMTELIJKE CONTEXT: wat is er ruimtelijk mogelijk op de locatie en wat zijn de beperkingen?
KNOOPWAARDE: hoe bereikbaar is de kern? Welke plaats heeft ze in het netwerk van de verschillende vervoersmodi?
Als de verschillende waarden niet met elkaar in balans zijn, dan zal de locatie daar hinder van ondervinden. In een dichtbevolkte kern met te weinig openbaar vervoer zullen bijvoorbeeld meer mensen de auto nemen. Daardoor ontstaan er makkelijker files.
Het kernenkompas helpt om te sturen naar een goed evenwicht tussen de vier dimensies voor elke kern. Maar het laat ook toe om de groei in de verschillende kernen op elkaar af te stemmen. Zo hebben we een objectieve basis om beleidskeuzes voor ruimtelijke ordening en mobiliteit aan elkaar te koppelen.
Zo lees je het kompas: Elke dimensie krijgt een kwart van de cirkel. Hoe hoger een bepaald kwart is ingekleurd, hoe hoger de kern scoort op deze dimensie. De donkere kleur toont de huidige situatie, de lichte kleur toont wat er mogelijk is.
Dit leerde Bierbeek van het kernenkompas:
Frederik De Buck, Schepen Ruimtelijke ordening en Milieu, Bierbeek
HOE WERKT HET KERNENKOMPAS?
Voor elke dimensie gebruikt het kernenkompas een set van indicatoren. Voor de ruimtelijke context meet het bijvoorbeeld welke verdichting nog mogelijk is, hoe dicht de kern bij andere kernen ligt, en de kwetsbaarheid van de natuur.
De kernenkompassen voor 213 kernen binnen Regionet Leuven werden gebundeld in vijf kernenatlassen, één voor elke woonregio. Voor elke kern vind je in de kernenatlas een kompas. Dat brengt de mogelijkheden van de kern in kaart. In de kernenatlassen lees je ook in detail hoe de verschillende indicatoren gemeten en gewogen zijn.
AAN DE SLAG MET HET KERNENKOMPAS
Regionet Leuven organiseerde in februari online toelichtingsmomenten voor de gemeenten over het kernenkompas. De meer dan honderd deelnemers (schepenen, ambtenaren, gecoroleden,…) leerden er hoe het kernenkompas is opgebouwd en hoe het hun gemeente kan helpen om ruimtelijke beleidskeuzes te maken.
Het kernenkompas kan op verschillende manieren een houvast bieden aan de gemeente om:
• de categorisering van woonkernen in het lokaal en bovenlokaal beleidsplan te onderbouwen;
• de bovenlokale positie en rol van de eigen woonkernen te begrijpen;
• een kernversterkend woonbeleid uit te werken gebaseerd op objectieve gegevens;
• mobiliteitskeuzes, zoals de inplanting van mobipunten en (boven)lokale voorzieningen te onderbouwen.
De kernenkompassen helpen je om op een objectieve basis ontwikkelingsmogelijkheden van kernen in te schatten en te vergelijken. Ze schuiven geen beleidskeuzes naar voor. Ze vormen een kader waarbinnen beleidsmakers hun ruimtelijk beleid kunnen uittekenen.
De kernenatlassen zijn beschikbaar op de website van Regionet Leuven via deze link: www.regionetleuven.be/kernenkompas. Ook de opnamen van de toelichting vind je er terug.