6 minute read
Mooie publiekslezing in Jheronimus Bosch Art Center
In de prachtige entourage van het Jeroen Bosch Art Center is eind 2022 de goed bezochte publiekslezing ‘Hoe gewoon is buitengewoon’ gehouden. We organiseerden deze lezing om te vieren dat vanuit Reinier van Arkel drie leerstoelen zijn geïnstalleerd. De hoogleraren Elisa van Ee, Paul van der Heijden en Koen Grootens vertelden over hun onderzoek en het belang ervan voor de kwaliteit van zorg en het leven van alledag van mensen met een psychische aandoening.
Reinier van Arkel vindt het belangrijk de zorg steeds te verbeteren. Met onderzoek volgen we de laatste ontwikkelingen. De benoeming van de drie hoogleraren past bij onze rijke opleidingsgeschiedenis en de stappen die we willen zetten met innovatie (ontwikkeling en verbetering van de kwaliteit van zorg) en wetenschappelijk onderzoek.
Advertisement
Met deze lezing wilde Reinier van Arkel vooral de inwoners van Den Bosch en omstreken bereiken. En daar is ook belangstelling voor, zo bleek uit de opkomst: ruim 160 mensen luisterden naar de presentaties. Het publiek was een mooie mix van inwoners, cliënten, medewerkers en netwerkpartners.
Elisa, trauma’s en zorg voor je gezin Acht op de tien personen maken in het leven een traumatische ervaring mee. Dit kunnen ervaringen van allerlei aard zijn. Een zo’n persoon is Harry. Hij heeft jarenlang bij de politie gewerkt en is daar meerdere keren in een gevaarlijke situatie terechtgekomen. Zo kwam hij op een zaterdagavond in de binnenstad samen met een andere collega tegenover een groep boze, dronken kroegbezoekers te staan die met vuurwerk gooiden. Vanaf die avond slaapt Harry slecht, is hij schrikachtig en vermijdt hij de binnenstad.
Op dit moment zit Harry ziek thuis en is hij bij ons in zorg. In zijn behandeling komt naar voren dat de traumatische ervaring ook gevolgen heeft voor de relatie met zijn gezin. Hij heeft weinig geduld en wordt snel boos. In zijn eigen woorden: “Mijn vrouw lijdt erg. Van tijd tot tijd is ze bang voor me. Mijn oudste zoon is ook bang voor me. En mijn jongste zoon kopieert mijn gedrag.”
Harry is hierin niet alleen. In haar lezing vertelde Elisa van Ee dat traumatische evaringen en klachten door postraumatische stress-stoornis, invloed kunnen hebben op het ouderschap bij zowel moeders als vaders. Getraumatiseerde ouders ervaren allerlei soorten prikkels die een reactie kunnen oproepen in de ouder-kind relatie en die tot problemen kunnen leiden. Deze groep ouders is in de opvoeding vaak minder gevoelig en gaat problemen vaker uit de weg. Deze ouders zijn afwijzender naar hun kind toe, controleren meer en zijn vaak minder tevreden over het ouderschap en hun kind. Bij de kinderen van een getraumatiseerde ouder zien we meer gedragsproblemen.
Elisa benadrukt dat het belangrijk is deze problemen te bespreken, zodat de ouders én hun kinderen onze steun kunnen krijgen. In een aantal behandelmodules van het Psychotraumacentrum staat het gezin centraal, zoals Multi Family Treatment (MFT) en ADAPT (After Deployment Adaptive Parenting Tools). Er wordt onderzoek gedaan naar de resultaten van deze behandelingen. Elisa is een van de initiatiefnemers van de website www.moms.nl. Deze website is voor moeders met een kind geboren uit seksueel geweld, deze kinderen en hulpverleners. De informatie van MomS is ontwikkeld op basis van (literatuur)onderzoek en gesprekken met experts, verloskundigen, verpleegkundigen en ervaringsdeskundigen.
Paul, een diagnose wat is dat eigenlijk?
Ieder jaar melden bijna 1,3 miljoen zich aan bij de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Deze mensen krijgen allemaal een diagnose, er wordt uitgezocht wat er aan de hand is en wat de best passende behandeling is. Maar wat is dat eigenlijk, een diagnose? Veel mensen verwarren een diagnose met een DSM-classificatie. De DSM is een handboek voor de indeling van psychische aandoeningen, zoals een depressie of een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Lange tijd zijn cliënten behandeld op basis van deze DSM-indeling. Daar bleken nogal wat hakenen ogen aan te zitten: het ging te weinig om de mensen en te veel om (alleen) de klachten. In de lezing van Paul van der Heijden kwam aan de orde hoe het ook anders kan.
Onderzoekslijnen
Trauma en herstel
Deze onderzoekslijn omvat onderzoek naar diagnostiek en behandeling van trauma en traumagerelateerde problematiek. Het onderzoek richt op het ondersteunen van herstel in brede zin voor cliënten met ernstige traumagerelateerde problematiek. Ook is er aandacht voor de invloed van traumaklachten en (speciale of bijzondere) omgevingsfactoren. Het onderzoek vindt meestal plaats binnen het Psychotraumacentrum Zuid Nederland (PTC ZN) en in nauwe samenwerking met het Behavioural Science Instituut van de Radboud Universiteit. Elisa van Ee is daar bijzonder hoogleraar op de leerstoel ‘Psychotraumatologie in ontwikkelingsperspectief’. Haar oratie met als titel ‘Nieuw Licht’ was op 21 september 2022. Het boekje van deze lezing is op te vragen bij het secretariaat van Reinier in de wijk via wijk-managementsecretariaat@reiniervanarkel.nl
Gedeelde besluitvorming en klinische farmacologie
Het onderzoek in deze lijn richt zich op het beter betrekken van cliënten bij de beslissing over de behandeling met medicijnen (gedeelde besluitvorming of samen beslissen). Om zo tot de juiste behandelkeuzes te komen, die aansluiten bij zowel het resultaat als de voorkeur van de patiënt. Ook is er aandacht voor betere behandeling met medicijnen en het voorkomen/behandelen van bijwerkingen. Hierbij wordt onder andere bekeken wie het meeste voordeel kan hebben van welke behandeling (‘profilering’) in welke fase van de aandoening (‘stadiering’). Het onderzoek wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met Tranzo, Tilburg Universiteit. Koen Grootens is daar bijzonder hoogleraar op de leerstoel ‘Gedeelde besluitvorming bij de behandeling van patiënten met ernstige psychische aandoeningen’. De oratie van Koen Grootens is op 26 mei 2023 om 16.15 uur. Iedereen is welkom om deze bij te wonen.
Onderzoek naar de relatie tussen persoonlijkheidseigenschappen en psychische klachten
Deze onderzoekslijn omvat onderzoek naar het ontstaan en ontwikkeling van persoonlijkheidsproblemen, de diagnostiek ervan, de behandeling en het herstel. De meeste aandacht gaat uit naar de vroegtijdige herkenning van risicofactoren en sterke kanten in relatie tot psychische klachten bij kinderen, adolescenten en jongvolwassenen. Hierbij staan het herkennen en behandelen van transdiagnostische factoren die kwetsbaar maken voor psychische klachten centraal. Het onderzoek wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met Universiteit Utrecht en Behavioural Science Instituut van de Radboud Universiteit.
Bij de Radboud Universiteit heeft Paul van der Heijden zijn leeropdracht getiteld: ‘Multidimensionele psychodiagnostiek gedurende de levensloop’.
De oratie van Paul van der Heijden is op 14 juni 2023 om 15.45 uur. Iedereen is welkom om deze bij te wonen.
Neem het voorbeeld van Aiden. Aiden is een 13-jarige jongen. Zijn ouders zijn gescheiden toen hij acht jaar was. Hij woont sinds kort op een residentiële groep. Aiden is gestart met HAVO en gaat volgend jaar naar VMBO.
Aiden heeft meerdere klachten die je volgens de DSM op verschillende manieren kunt indelen: ADHD, oppositioneel-opstandige gedragsstoornis, PTSS, depressie, een hechtingsstoornis. Met andere woorden, de klachten van Aiden zijn niet gemakkelijk in een hokje te plaatsen. Het werkt in zijn geval niet om op basis van de DSM-classificatie te bepalen hoe we hem het beste kunnen helpen.
Om Aiden te kunnen helpen is het volgens Paul belangrijk eerst met een open blik te kijken naar wie Aiden is en naar de omgeving waarin hij is opgegroeid en leeft. Het gaat om zijn levensverhaal, kwetsbaarheden en sterke kanten, ingrijpende gebeurtenissen en de betekenis daarvan. De behandeling kan zich daarna richten op de klachten die voor Aiden belangrijk zijn. Hier kunnen wetenschappelijk onderbouwde behandelingen voor ingezet worden.
De adolescentie en jongvolwassenheid is een kwetsbare én kansrijke levensfase. Daarom kijken Paul en zijn mede-onderzoekers bij het onderzoek binnen Reinier van Arkel naar de persoon en zijn omgeving. De resultaten van dit onderzoek worden in eerste instantie gebruikt in de behandeling. Daarnaast gebruiken we de resultaten in wetenschappelijk onderzoek om te zien welke onderdelen de ontwikkeling van jongeren positief of negatief kunnen beïnvloeden. Dit onderzoek heet ‘APOLO (Adolescenten en hun Persoonlijkheidsontwikkeling, een Longitudinaal Onderzoek; https://www.uu.nl/onderzoek/apolo). In de toekomst kunnen de resultaten uit dit onderzoek helpen bij het vroeg- tijdig herkennen en behandelen van jongeren zoals Aiden.
Koen, Samen beslissen in de ggz In de dagelijkse praktijk kan het een flinke zoektocht zijn om tot de juiste behandeling te komen voor mensen met ernstige psychische klachten. De wens om alle cliënten eigen regie te geven in de zorg leeft, maar is soms erg uitdagend om vorm te geven in de spreekkamer.
Een manier om cliënten eigen regie te geven is het toepassen van gedeelde besluitvorming, anders gezegd ‘samen beslissen’. De kern van samen beslissen is dat het uitgaat van gelijkwaardige rollen. Een proces waarin de waarden, voorkeuren en omstandigheden van de cliënt en diens naasten en de opties vanuit kennis en ervaring van de hulpverlener worden meegenomen. Cliënt en hulpverlener wegen en bespreken samen de mogelijkheden en nemen het besluit. Het is niet zoals vroeger: de dokter weet wat het beste is. Maar ook niet: u vraagt, wij draaien. Samen beslissen bevalt goed. Koen Grootens liet in zijn lezing zien dat mensen meer tevreden zijn en zich meer betrokken voelen bij de behandeling. Ook stellen ze meer vragen aan de hulpverlener. Maar samen beslissen is niet altijd makkelijk. Zo zijn verschillende behandelingen bewezen effectief, maar is het niet zeker dat een behandeling ook helpt bij een specifieke cliënt. Meningen tussen hulpverlener, cliënt of naaste kunnen verschillen. En psychische klachten kunnen invloed hebben op de beslissingen van de cliënt.
Daarom is het belangrijk om uit te zoeken hoe samen beslissen toegepast kan worden binnen de psychiatrie. En hulpverleners te trainen |in het toepassen van samen beslissen. Het thema heeft opvallend genoeg nog weinig aandacht in de beroepsopleidingen tot bijvoorbeeld psychiater, klinisch psycholoog of verpleegkundigen. Koen ontwikkelde samen met Doris Verwijmeren een gespreksmodel voor samen beslissen voor cliënten met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA). Ze gaan een groep arts-assistenten in opleiding tot psychiater trainen in dit model. En kijken vervolgens of de training een positief effect heeft op de techniek van gedeelde besluitvorming.