21 minute read
europese samenwerkIng redt leVens
eurotransplant treedt op als tussenpersoon voor de orgaandonor en -ontvanger. bij deze organisatie zijn transplantatiecentra aangesloten in oostenrijk, belgië, Kroatië, duitsland, Luxemburg, slovenië en nederland. haar oorsprong ligt in Leiden en dan met name bij prof.dr. jon j. van rood en zijn ontdekking van het belang van hLa-weefseltypering.
tekst: Karina Meerman beeld: Mark horn
Advertisement
oneerbiedig gezegd iS eurotranSplant een
CallCentre met een grote databaSe. Wanneer in een willekeurig ziekenhuis in een van de aangesloten landen een orgaandonor ligt (een patiënt die hersendood is en die heeft aangegeven zijn organen te willen doneren), dan meldt de transplantatieprofessional dit online bij de database van eurotransplant. hij geeft aan welk orgaan beschikbaar is (of welke organen beschikbaar zijn) en wat de conditie ervan is, en welke bloedgroep en welk weefseltype de donor heeft. in het centrum van eurotransplant in Leiden worden de medische gegevens gecontroleerd op hun volledigheid en consistentie (zie kader pag. 34) en bij goedkeuring wordt – bij wijze van spreken – op de “match-knop” gedrukt. voordat de organen daadwerkelijk uit het lichaam worden genomen, maakt eurotransplant een zogeheten matchuitdraai met de lijst van mogelijke ontvangers uit een van de participerende landen. vervolgens neemt het kantoor contact op met de arts van de patiënt en brengt deze in contact met de dokter in het transplantatiecentrum. zij zorgen er dan voor dat het orgaan op tijd en in goede conditie van het ene naar het andere ziekenhuis wordt vervoerd voor transplantatie.
de voorgeSChiedeniS tot de matChknop iS lang,
maar van reCente datum. een aantal belangrijke medische ontdekkingen was nodig voordat überhaupt organen met succes konden worden getransplanteerd. al voor de christelijke jaartelling kenden de egyptenaren nose jobs, al werden deze niet uitgevoerd om cosmetische, maar om medische redenen. huid van de arm werd gebruikt om dat van de neus weer te laten aangroeien. ook bloedtransfusies kennen een lange geschiedenis. beiden zijn vormen van transplantaties, maar orgaantransplantatie is relatief nieuw. rond de eeuwwisseling ontdekte de Fransman alexis carrell dat bloedvaten chirurgisch aan elkaar konden worden aangesloten en daardoor groeide het besef onder medici dat dit ook met organen mogelijk moest zijn. in 1902 verwijderde de oostenrijker emerich Ullmann de nier van een hond om die weer terug te plaatsen in diens nek. de hond leefde niet lang, maar de operatie was een succes.
weer later realiSeerde de ooStenrijker karl landSteiner ziCh dat de toen net door hem ontdekte bloedgroepen een belangrijke rol Spelen in het al dan niet Slagen van een tranS-
plantatie. de eerste succesvolle niertransplantatie vond plaats op 23 december 1954, tussen een eeneiige tweeling. Wanneer latere niertransplantaties falen, zet dit aan tot denken. Wat heeft een eeneiige tweeling nog meer gemeen dan alleen de bloedgroep? het antwoord werd onder meer in Leiden gevonden. in het academisch ziekenhuis (azL) aldaar werd in 1958 een zwangere vrouw binnengebracht. op een bloedtransfusie
eurotranSplant iS een Continubedrijf
Het aanmelden van patiënten op de wachtlijst, het maken van matches en het aanbieden van organen voor transplantatie gebeurt 24 uur per dag en 365 dagen per jaar. in 2011 vonden 6.536 postmortale organen via Eurotransplant hun weg naar ernstig zieke patiënten voor wie transplantatie veelal een “tweede leven” betekent.
reageert zij met koorts en rillingen: het lichaam “stoot” het bloed af. het is onverklaarbaar, omdat de vrouw nooit eerder een bloedtransfusie heeft gehad en dus geen antistoffen opgebouwd kan hebben. het was prof.dr. jon van rood, toen hoofd van de bloedbank, die ontdekte dat antilichamen niet alleen via de rode bloedlichamen “reizen”. bij zwangerschap komen ze via witte bloedcellen via de baby in het lichaam van de moeder terecht. die ontdekking is een keerpunt geweest in de geschiedenis van transplantaties. niet alleen de bloedgroep is belangrijk, maar ook het weefseltype, de hLa-groep. deze ontdekking betekende dat nu ook buiten de naaste familie kan worden gezocht naar donoren, zolang het weefseltype maar het juiste is. hier ligt ook het begin van eurotransplant.
dr. guido perSijn iS behalve voormalig mediSCh direCteur van eurotranSplant ook een rijke
bron van tranSplantatiehiStorie. hij vertelt hoe van rood in de jaren zestig weefseltypen test op – vrijwillige – collega’s van het azL. ‘zij werden gekenmerkt door kleine huidtransplantaties op de arm.’ persijn vertelt ook dat van rood meer studieobjecten wilde en dat van rood vond dat er één plaats moest zijn waar informatie over donoren en patiënten wordt opgeslagen. Leiden werkte in die tijd al samen met andere academische ziekenhuizen, onder andere in belgië, duitsland en zwitserland. zij raakten ook betrokken bij van roods onderzoek en in 1967 richtte van rood eurotransplant op waarmee de samenwerking formeel werd. huidig algemeen directeur arie oosterlee: ‘de basis van onze organisatie is in feite een uit de hand gelopen studie.’
de ontwikkelingen in leiden werden met intereSSe gevolgd door aCademiCi in binnen- en
buitenland. ook andere transplantatiecentra wilden zich aansluiten. ‘het was een natuurlijk gevolg dat transplantatieprofessionals zich aansloten uit landen waarmee we al samenwerkten’, aldus oosterlee. tegenwoordig telt eurotransplant zeven deelnemende leden, met kandidaatslid hongarije als achtste in 2013. de internationale europese samenwerking redt levens, zeggen oosterlee en persijn. het vergroot het gebied waarin naar een juiste donor kan worden gezocht. ‘een klein land met een patiënt met een afwijkend profiel kan via ons toch een passende donor vinden.’
SindS de opriChting iS er veel veranderd in
tranSplantatieS. de ontwikkeling van afstotingonderdrukkende geneesmiddelen heeft een vlucht genomen, waardoor ook andere organen dan alleen nieren voor transplantatie in aanmerking zijn gekomen. transplantaties zijn gewoner geworden, waardoor er meer mensen op de wachtlijsten belanden. persijn: ‘Mensen waren vroeger net zo trots op hun nationale transplantatie-
organen Matchen: LeerzaMe bijbaan
pauline Spronk
Medisch student Pauline Spronk moest 4,5 maand op cursus voor ze echt bij Eurotransplant aan de slag mocht. ‘Het klinkt heel simpel – op de match-knop drukken – maar daarvoor is écht iemand nodig met medische en anatomische kennis.’ Zo kunnen organen medisch niet optimaal zijn, maar nog wel transplanteerbaar. Ook de logistiek telt mee: hoeveel tijd is er nog om orgaan en patiënt bij elkaar te krijgen? ‘Er zijn veel redenen om af te wijken van de standaardmatch die de computer geeft. Urgentie telt uiteraard, maar wat als iedereen urgent is? En het transplantatiecentrum weet pas echt wat de kwaliteit van het orgaan is wanneer het voor hen ligt. Heel soms blijkt dat wanneer het orgaan is uitgenomen, de gemaakte match op basis van de inschatting vooraf, toch niet de juiste is. Dan moeten we met spoed op zoek naar een andere match.’ Gedurende die eerste vijf maanden combineerde Pauline haar eigen studie, de cursus, twee tot drie avonden in de week werken bij Eurotransplant en haar privéleven. ‘ik ben een stuk efficiënter gaan werken, ik kan nu beter plannen en combineren. Mijn talenkennis Duits en Engels is erop vooruitgegaan en bovendien leer ik veel van het in groepsverband werken. De groepssfeer is super hier. Het zijn ervaringen die mij later als arts zeker van pas komen.’
centrum als op hun nationale luchthaven.’ oosterlee: ‘transplantatie is “slachtoffer” geworden van haar eigen succes. ondanks dat er tegenwoordig veel meer donororganen beschikbaar zijn dan vroeger, is de wachtlijst enorm gegroeid, omdat orgaantransplantatie voor steeds meer patiënten een veilige en goede therapie vormt.’ zo is persijn betrokken geweest bij de ontwikkeling van het concept old for old. oudere patiënten kwamen, voor de introductie van dit programma, door hun leeftijd vaak niet in aanmerking voor een nieuwe nier. eurotransplant matcht nu oude nieren met oude patiënten.
uiteraard iS het van groot belang dat alle
Centra identiek werken in hun hla-bepaling. zij werken daarom niet alleen volgens de europese accreditatierichtlijn eFi (european Federation for immunogenetics) maar eurotransplant heeft ook haar eigen kwaliteitscontroles. oosterlee: ‘onze toetredingsprocedure vertoont belangrijke overeenkomsten met die van de eU. buiten labstandaarden nemen we ook het infectierisico mee en de logistiek.’ dan, met een glimlach: ‘Wij zijn heel streng.’
RECHTSGELEERDHEiD
van links naar rechts: nieuwe benoemingen voor Jan Crijns, Jan-Peter Loof, Kees Goudwaard en Koos de Boer. uiterst rechts: Thierry Baudet wint een prestigieuze fellowship.
elsevier: leiden sCOOrt gOed
In de jaarlijkse Elsevierenquête waarin alle studierichtingen van alle universiteiten van Nederland met elkaar worden vergeleken, wordt de Leidse rechtenfaculteit heel hoog gewaardeerd. De masteropleidingen worden door studenten unaniem als beste beoordeeld. Bij de bacheloropleidingen staan Fiscaal recht en Criminologie op de eerste plaatse en staan Rechtsgeleerdheid en Notarieel recht op een eervolle tweede plaats.
benOeMingen
Mr.dr. Clementine Breedveldde Voogd is per mei 2012 voor een dag per week aangesteld als hoogleraar Burgerlijk recht. Zij combineert haar hoogleraarschap met haar aanstelling als directeur van Moot Court. Mr.dr. Matthias Haentjens en mr.dr. Pim Rank zijn respectievelijk per 1 augustus en 1 september jongstleden benoemd als hoogleraar Financieel recht. Zij zullen hun werkzaamheden verrichten binnen het Hazelhoff Centre for Financial Law. Mr.dr. Jan Crijns is per 1 september 2012 benoemd tot hoogleraar Straf en strafprocesrecht aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie. Hij volgt prof.mr. Joan de Wijkersloothde Weerdenstijn op. Prof.mr. Martijn Polak, hoogleraar Internationaal privaatrecht en privaatrechtelijke rechtsvergelijking, is per 1 september 2012 benoemd tot raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden. Mr. JanPeter Loof, universitair docent Staats en bestuursrecht, is per 21 september 2012 benoemd tot lid van het College voor de Rechten van de Mens, een nieuw opgericht college dat de mensenrechten in Nederland moet beschermen. Prof.mr. Kees Goudswaard, hoogleraar Toegepaste economie en bijzonder hoogleraar Sociale zekerheid, is per 1 oktober 2012 benoemd tot lid van de raad van commissarissen van de Nederlandsche Bank. Mr.dr. Koos de Boer is per 1 januari 2013 benoemd tot hoogleraar Algemeen belastingrecht. veerd op het proefschrift Secular Totalitarian and Islamist Legal-Political Philiosophy. Hierin gaat hij onder meer in op de vraag of islamisme een gevaar vormt voor de samenleving en zo ja, of de bedreiging het grootst is voor moslims of nietmoslims.
Masterjaar jeugdreCHt Feestelijk geOPend
Op 6 september jongstleden is het eerste masterjaar Jeugdrecht feestelijk geopend met een themabijeenkomst in de Sterrewacht. Deze nieuwe masteropleiding is met 28 studenten van start gegaan.
veel nieuwe studenten
Voor het studiejaar 20122013 hebben maar liefst 1.163 eerstejaars studenten zich ingeschreven aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Koploper is de studie Rechtsgeleerdheid, met 825 studenten.
CuM laude gePrOMOveerd
Dr. David Suurland, werkzaam bij de afdeling Encyclopedie van de rechtswetenschap, is onlangs cum laude gepromoOratie
In november jongstleden heeft prof.mr. Ton Liefaard, UNICEF hoogleraar Children’s Rights, met een oratie zijn ambt aanvaard. Het onderzoek van Liefaard richt zich op kinderrechten vanuit nationaal en internationaal perspectief.
in MeMOriaM: Piet sanders
Kunstmecenas en jurist prof.mr. Piet Sanders is op 27 september jongstleden overleden. Hij is 100 jaar geworden. Sanders stond aan de wieg van onze huidige arbitragewetgeving, maar ook aan die van het Executieverdrag van New York 1958 en die van de UNCITRAL Arbitration Rules 1976. Hij had een bijzondere band met Leiden. Sanders was de eerste promovendus die na de Tweede Wereldoorlog aan de Universiteit Leiden promoveerde en wel bij de beroemde hoogleraar Cleveringa, die wegens zijn protestrede door de Duitse bezetter was opgepakt en gevangengezet.
Prestigieuze FellOwsHiP vOOr baudet
Dr. Thierry Baudet heeft de German Marshall Fund Memorial Fellowship gewonnen. Dit fellowship wordt jaarlijks door het German Marshall Fund (Washington DC, VS) uitgereikt aan jonge Europeanen tussen de 28 en 40 jaar met uitmuntende professionele prestaties.
eerst eUropeaan, dan nederLander
eenmaal gevallen voor europa lijkt er geen weg terug. vier alumni over europa als speelveld, als nieuw thuis, als plaats van onbegrensde mogelijkheden en als onontkoombare toekomst.
tekst: ruud slierings beeld: Martijn de vries
drS. Sophie in ‘t veld
19821991: Geschiedenis (specialisatie Middeleeuwen). 19931994: gemeente Gouda, lid bestuur D66 Delft. 19941996: medewerker D66fractie Europees Parlement. 19962004: fractiesecretaris Europese Liberalen en Democraten. 2004heden: D66Europarlementariër. Plaatsvervangend lid commissie economische en monetaire zaken, vicevoorzitter commissie voor burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken, oprichter en voorzitter Europees Parlementair Platform voor Secularisme in de Politiek en vicevoorzitter parlementaire intergroup die opkomt voor LGBTrechten. Voorzitter Humanistische Omroep.
drS. ludolf van haSSelt
19761981: Internationaal recht. 19811982: UNHCR. 19821990: Rijksluchtvaartdienst. 19921999: Luchtvaartexpert Europese Commissie. 19992002: Namens Nederland in de Raad van de Internationale Burgerluchtvaart Organisatie ICAO. 20022006: Afdelingshoofd DG Vervoer en Energie EC. 20062011: Directeur Vertegenwoordiging EC in Nederland. 2011heden: Hoofd afdeling Strategie en voorlichting vertegenwoordigingen EC.
al op de middelbare SChool wiSt ludolf van haSSelt dat hij weg wilde uit nederland:
‘ik heb erover gedacht een camping in Frankrijk te beginnen, maar een studie leek toch meer wegen te openen. internationaal publiekrecht had de geur van de grote wereld.’ zijn specialisatie Lucht- en ruimterecht accentueerde dat romantisch verlangen naar “buiten” en zette de toon voor de eerste twee decennia van zijn carrière, waarin hij onder meer voor de rijksluchtvaartdienst en als luchtvaartexpert voor de europese commissie werkte. zijn functies hadden altijd een internationaal perspectief. Waarbij de studie goed van pas kwam: ‘van de mensen die Lucht- en ruimterecht hebben gestudeerd, zijn er weinig die hun studie actief hebben vormgegeven in een loopbaan. Maar op een gegeven moment had ik wel genoeg van de luchtvaart.’ Maar niet van het internationale perspectief. hij werd hoofd van de vertegenwoordiging van de europese commissie in den haag – ‘een soort ambassadeur, alleen noem je het niet zo omdat de commissie geen land is’. en nu geeft hij leiding aan alle 37 vertegenwoordigingen van de commissie: ‘contacten onderhouden met politiek, pers en civil society, het europese beleid in elk land goed uitleggen en vanuit elk land informatie terugkrijgen in brussel. Wij zijn de ogen en oren van de commissie in de lidstaten.’ dat europese beleid vergt inderdaad veel uitleg: ‘de kennis is niet hoog, mensen vinden het vaak ingewikkeld. bovendien: er gebeurt zóveel, op economisch gebied, maar ook in de omvorming van europa. demografische verschuivingen, opkomst van nieuwe landen, de positie van europa in de wereld, de financiële crisis. daarbij komt dat de ideologische bevlogenheid over europa weg is; men wil weten: wat heb ik eraan? niet iedereen hoeft het eens te zijn met het beleid, maar we
ludolf van Hasselt
moeten wel duidelijk maken wat dat beleid is. politici gaan dat uit de weg, terwijl mijn ervaring is dat als je de tijd neemt om de zaken serieus te belichten en voorbij de slogans te gaan, er weinig mensen zijn die fundamentele problemen met europa hebben. voor die steun moeten de nationale regeringen vechten. doen ze dat niet, dan kun je niet de verreikende beslissingen nemen die nodig zijn.’
ook voor ellen de kreij iS
europa het Speelveld, zij het vanuit een andere invalshoek. ze is director investor relations bij apax en reist voor institutionele beleggers door zo ongeveer heel europa. dat haar toekomst in de financiële sector lag, was allesbehalve duidelijk toen ze als zeventienjarig meisje in Leiden arriveerde: ‘ik wilde per se studeren, en het bedrijfsleven in. Maar hoe of wat, geen idee. rechten leek me generalistisch en vormend genoeg om die stap te kunnen zetten, economie zou te veel richtinggevend zijn geweest.’ na de studie leerde ze het “veldwerk” van het bedrijfsleven kennen. na een jaar op het shell-hoofdkantoor, kreeg ze de leiding over vijftig benzinestations in de regio eindhoven: ‘ver weg van de rechtenstudie. ik heb wekenlang met mijn voorganger, een econoom, rondgetoerd langs de stations. hij wist veel meer dan ik; ik had flinke hiaten in mijn financiële kennis. daarom ben ik mijn Mba in harvard gaan halen.’ en daarna stonden de financiële dienstverleners op de stoep. ze koos voor investment banking bij Merrill Lynch in Londen: ‘daar vielen alle stukjes op zijn plek. Mijn juridische achtergrond, mijn Mba, mijn sales-ervaring. net een Lego-huisje dat werd opgebouwd. ik heb in verschillende sectorteams gezeten, kreeg europa als werkterrein, en heb ontzaglijk veel geleerd. in 2002 was ik klaar om van de financiële advieswereld over te stappen naar de investeringswereld.’ Wie bijna twintig jaar europa als werkterrein heeft, heeft europa zien veranderen: ‘toen we eind jaren negentig in de technologie-boom zaten, kon er veel. europa was een open eenheid. dat is nu anders door de economische recessie. de regelgeving voor institutionele beleggers, mijn klanten, is fors aangescherpt. en men lijkt meer gefocust op nationaal zakendoen. aan de andere kant is er nu een generatie in het bedrijfsleven in opkomst die veel internationaler georiënteerd en beter benaderbaar is. die openheid is belangrijk. nederlanders gedijen goed daarin. over het algemeen vinden buitenlanders het prettig om met nederlanders zaken te doen, omdat we gezien worden als straight shooters.’
ietS andere feedbaCk krijgt Sophie in ‘t veld van haar Collega’S in het europeeS
parlement: ‘velen vragen me wat er aan de hand is in dat eens zo pro-europese land. hoewel ik niet nederland vertegenwoordig maar de mensen die de europa-visie van d66 onderschrijven, voel ik me wel geroepen om daarop antwoord te geven. alleen, ik snap het zelf soms ook niet. hoe kan een pro-europees, open en progressief land veranderen in
mr. ellen de kreij
19831989: Burgerlijk recht. 19891992: Shell Nederland, medewerker strategische planning en accountmanager. 19921994: MBA Harvard Business School. 19941998: Merrill Lynch (Londen), fusies & overnames, adviseur in sectoren financiële instellingen, technologie & telecom. 19982002: Broadview (Londen), technologie M&A. 2002heden: Apax Partners (Londen), Director Investor Relations, aandachtsgebied Europa.
een mopperend, in zichzelf gekeerd land dat de kont tegen de krib gooit?’ Misschien daarom zal in ‘t veld niet snel afscheid nemen van brussel. ze had geen politieke carrière voor ogen toen ze ging studeren – ‘mijn kroegmaatjes waren lid van d66, zo begon het’ – maar dit is wel de rol waarin ze zich lekker voelt: ‘ik ben nieuwsgierig naar “de ander”: waar kom je vandaan, hoe denk je, wat is je voorgeschiedenis? dat werkt bij mij als een spiegel en dwingt me naar mijn eigen identiteit te kijken. daarbij komt dat vraagstukken van persoonlijke vrijheid en overheersing me enorm fascineren, de verhouding tussen burger en overheid. europa is bij uitstek de plek waar deze issues een rol spelen.’ ze maakt inmiddels acht jaar deel uit van het europees parlement. als kind werd ze thuis al geconfronteerd met de buitenwereld – haar moeder verhuurde kamers aan buitenlanders die een cursus internationaal recht op het vredespaleis volgden. toch is europa pas na de studie in beeld gekomen. na de kennismaking met d66 is ze langzaam maar zeker ‘erin gezogen’: klusjes voor Kamerleden, meeschrijven aan uitgangspunten van de partij, lokaal partijbestuur. voor ze het wist, zat ze in brussel, eerst als medewerker van europarlementariër johanna boogerd, vervolgens als fractiesecretaris van de alliantie van europese Liberalen en democraten, en sinds 2004 dus als parlementariër: ‘de actieve politiek begon me steeds meer te boeien. op school had ik altijd een mening, ik was fel en bemoeide me overal mee. door mijn studie heb ik leren denken en redeneren op een manier waar ik veel aan heb. en in mijn werk in brussel kan ik me dagelijks bemoeien met politiek gevoelige onderwerpen en dingen die er volgens mij echt toe doen, zoals grondrechten voor europese burgers.’
sophie in ’t veld
het dagelijkS ContaCt met menSen uit andere landen en
Culturen beschouwt Maurits Lugard als een van de belangrijkste Usp’s van zijn werk. tijdens zijn stage in brussel had hij het gevoel in ‘één groot zomerkamp’ terechtgekomen te zijn. dat gevoel is ruim twintig jaar later niet anders: ‘ik ben verslaafd aan de multiculturele omgeving. brussel is met al die instituties daarvan het centrum. een vergadering met tien man betekent dat er al snel acht nationaliteiten aan tafel zitten. na de stage wist ik: deze jongen gaat niet meer terug naar nederland.’ toch heeft Lugard brussel in zijn carrière verschillende keren de rug toegekeerd. vooral om verder te studeren – in bologna, Washington en Michigan – maar ook om elders een leven op te bouwen. na een periode van negen jaar als ambtenaar bij de europese commissie, besloot hij met zijn latere echtgenote (een amerikaanse) naar Washington te gaan. ‘ik vertegenwoordigde in mijn laatste jaren als ambtenaar de commissie bij de Who, die slepende handelsgeschillen beslechtte. daar is mijn liefde voor het juristenwerk weer teruggekomen. de verhuizing naar de vs was een mooie aanleiding om daaraan gehoor te geven en de overstap naar de private sector te maken.’ Lugard begon bij een klein kantoor dat na anderhalf jaar opging in het wereldwijde sidley-collectief (met 1.700 juristen). en zo gaan die dingen: sidley besloot in 2003 een Life Sciences-praktijk in brussel te openen. Wie kende daar nu beter de weg dan Lugard? ‘dus zijn we met de familie terugverhuisd naar brussel en heb ik de praktijk opgezet: farmaceutisch recht, voedselrecht, cosmetische producten, medische apparatuur. Wij adviseren cliënten in alles wat met europese regelgeving en besluitvorming te maken heeft.’ al tijdens zijn stage ontdekte Lugard wat bepalend zou worden voor zijn verdere loopbaan: ‘ik voelde me allereerst europeaan, pas daarna nederlander. ook in mijn persoonlijk leven is de multiculturele context tastbaar. ik ben getrouwd met een amerikaanse, mijn kinderen spreken vloeiend nederlands en engels en zeer goed Frans, en we wonen in “de randstad van europa”.’
geen twijfel bij deze alumni:
europa is de toekomst, en niet alleen op ideologische gronden. volgens Lugard kost ‘het nationale belang’ business: ‘voorbeeld: er is een europese richtlijn voor medisch onderzoek uit 2001 met veel speelruimte voor individuele landen. dat betekent dat een onderzoek in acht landen acht varianten van regelgeving kent. cliënten vinden dat te lastig en kiezen voor een ander continent. overigens ziet de europese commissie dat ook in en wil men europa als competitief centrum voor ontwikkeling en innovatie populair maken.’ de Kreij kan zo’n switch alleen maar toejuichen: ‘ik zie geen andere toekomst voor landen als nederland dan een internationale. sterker nog: we moeten niet alleen verder kijken dan de landsgrenzen, ook europa
mr. mauritS lugard
19821989: Nederlands recht. 19891991: Internationale Betrekkingen en Economie (Johns Hopkins University, Bologna en Washington). 19912000: Europese Commissie, DG Industrie en Juridische Dienst. 19961997: Internationaal Handelsrecht (University of Michigan). 2000heden: Partner bij Sidley Austin, Praktijk Life Sciences Brussel.
ellen de kreij
moet zich mondiaal manifesteren.’ van hasselt is optimistisch, want dat meer samenwerking gewenst is, daarover is iedereen in nederland het wel eens: ‘Maar omdat europa een juridische constructie is en geen staat met een lange historie, roept dat altijd existentiële vragen op: waarom bestaat europa? dat moet je dus uitleggen. Wat het lastig maakt, is dat je makkelijker met wat quotes europa in een kwaad daglicht kunt stellen dan dat je in een paar eenvoudige woorden uitlegt waar het echt om gaat.’ dat laatste is ook de ervaring van in ‘t veld, die mede door haar studie heeft geleerd zaken in perspectief te plaatsen: ‘als je het politieke en publieke debat volgt, lijken veel mensen te denken dat de nationale identiteit zo’n beetje genetisch is bepaald, terwijl het een recente uitvinding is die historisch gezien helemaal niet zo natuurlijk is. het idee dat europa alleen maar een samenwerkingsverband van natiestaten is, is volstrekte onzin.’ van hasselt: ‘ik ben ook verbaasd als ik zie welke grote beslissingen in brussel moeten worden genomen en waarover in nederland het politieke gesprek gaat: over details, terwijl we in brussel praten over een transitie in de europese samenwerking, over een structuur voor verdere, noodzakelijke europese integratie.’
overtuiging alom. waS die er
al in leiden? van hasselt: ‘die is er gevormd, met dank aan inspirerende hoogleraren als Wassenberg, directeur KLM, en Kooymans, onze latere minister. ik wist wel dat ik “iets buitenlands” wilde doen, maar had nog geen idee wat. de studie, mijn werk in het faculteitsbestuur en de studievereniging telders hebben de toon gezet.’ Lugard wilde dierenarts worden. Maar omdat hij werd uitgeloot, werd het rechten ‘en dus Leiden’. die studie, plus de nevenactiviteiten (bestuurswerk en de organisatie van congressen voor europese studenten) ontbrandden het europese vuur: ‘Mijn tijd in Leiden is bepalend geweest voor wat in mijn verdere leven is gebeurd. de manier van denken en werken, de vaardigheden, de inspiratie, het netwerk, het is een combinatie van al die dingen.’ voor de Kreij was Leiden een min of meer defensieve keuze, haar ouders woonden niet in nederland: ‘ik wilde niet in een grote stad wonen. het compacte van Leiden, het campus-gevoel, was precies wat ik zocht. alles prima geregeld, met het lidmaatschap van Minerva als een prettige component van het studentenleven.’ in ‘t veld heeft niet in Leiden gewoond: ‘Mijn studie heeft heel veel bijgedragen aan de manier waarop ik in het leven sta, naar de maatschappij kijk en politiek bedrijf. het andere deel van mijn persoonlijkheidsontwikkeling heeft niet in Leiden plaatsgehad maar in delft, waar ik woonde en mijn vriendenkring heb opgebouwd. delft is een stad van doen, meer praktisch gericht.’ van hasselt noemt diezelfde persoonlijkheidsontwikkeling als belangrijkste pluspunt: ‘als ik niet in Leiden had gestudeerd, of een andere studie had gedaan, had ik die ontwikkeling ook wel doorgemaakt. Maar als ik niet had gestudeerd, was het een stuk moeilijker geworden.’ dat geldt ook voor de Kreij, al vond ze inhoudelijke bijscholing later wel noodzakelijk: ‘Wat je in het bedrijfsleven nodig hebt, is street smarts, sociale en commerciële handigheid, zelfverzekerdheid. dat sociale heb ik in Leiden ontwikkeld: leren volhouden, vrienden maken, meedoen met wat de universiteit en de stad te bieden hebben. dat was de basis waarop ik me commercieel verder heb kunnen ontwikkelen.’ <
Maurits lugard