AB Aandrijven & Besturen

Page 1

vierentwintigste jaargang | april 2019 | nummer 4


©kras99, ©ag visuell - Fotolia

Wij kunnen er voor zorgen dat mens en machine veilig samen kunnen werken! _ Profinet / ProfiSafe SIL 3 Safety in 58mm behuizing. _ SIL 3 gecertificeerd. _ Uniek in deze markt!

www.tr-electronic.nl


Het moet welhaast de vierkante kilometer zijn met de meeste slimme sensoren en intelligente aandrijvingen; Hannover Messe. Terwijl ik deze woorden tik, is het evenement nog in volle gang. ’s Werelds grootste technologiebeurs is elk jaar de hoogmis voor de industrie, wanneer er in Hannover een compleet technologiedorp uit de grond wordt gestampt dat na een week weer in ruste gaat voor 51 weken. Wat betekent dat voor een redacteur? Een strak schema van bijeenkomsten, tours, interviews en soms ook ergens simpelweg langslopen ‘voor de leuk’. Beursbezoek 4.0 om het zo maar te zeggen. Weinig autonomie dus. Autonomie die veel exposanten wĂŠl propageren, net als artiďŹ cial intelligence, digital twinning en cybersecurity. Met het mantra van ‘integratie, integratie, integratie’ neemt de noodzaak van dat laatste thema hard toe. Kijk maar eens in ‘The state of industrial cybersecurity’ van Kaspersky Lab. Drie op de vier industriĂŤle bedrijven houden rekening met een cyberaanval en hetzelfde aantal ziet cybersecurity dan ook als prioriteit. Het integreren van processen, besturingen, netwerken en de beveiliging ervan zijn verwikkeld in een non-stop ratrace. Want hoe beveilig je wat nog niet bestaat? Hoe ziet de industriĂŤle wereld er over 10 jaar uit? IIoT achterhaalt de huidige bedrijfsmodellen met een noodvaart, dus ik schat in dat de 75 procent

van de bedrijven uit het rapport van Kaspersky Lab binnen no time groeit naar bijna 100 procent. Digitale weerbaarheid wordt prioriteit nummer 1. Tenslotte bepaalt de factor afhankelijkheid vaak wie of wat voorrang krijgt. Wat er nog meer te zien was in Hannover? Ik zag veel digital twinning. Deze digitale dubbelganger speelt tevens een bepalende rol in de nieuwe fabriek voor kleine behuizingen van Rittal in Haiger, waar Aandrijven en Besturen te gast was. Lees er meer over op pagina 20. Een verslag van de Messe volgt in het volgende magazine in mei, daarvoor lag de deadline van dit nummer nĂŠt iets te vroeg. Weer die autonomie; de deadline van de drukker houdt hem vakkundig in toom.

ROEL VAN VEMDE / HOOFDREDACTEUR R.VEMDE@MYBUSINESSMEDIA.NL

IndustriĂŤle dempingstechniek:

Voor meer dan alleen standaardoplossingen!

" #!" #" ! Snelheidsregulering Vibratietechniek

)!( ! %! + # ! ! $ / " " .-

Q

# " )!

Q

* )! + ! %! " #

Q

" ( # & ( ..( .0 ( *

Dempingstechniek

Alles. AltÄłd. Top. Meer informatie? T +31(0)165 - 714 455

www.ace-ace.com

by ACE

E

Vraag de gratis ACE catalogus aan via benelux@ace-int.eu

C

Veiligheidsproducten

Q

S E R VI

ĆľĆŒÄ‚ŜžÄ‚Ć&#x;Ä? ͘s͘ ϯϯϭϲ < Ĺ˝ĆŒÄšĆŒÄžÄ?Śƚ Ĺ?ŜĨŽÎ›ÄšĆľĆŒÄ‚ŜžÄ‚Ć&#x;Ä?͘Ŝů


#(1/%&#/-01%22/1 -%3 28.#(1/.% 1%,4#3!.3)%-/3/1

.$4231):,% .%36%1+%. 5%),)' "%(%%12%.

//1 %%. 1/9% "1),

!&%38 5%.3 6(!3<2 .%6

/,8-%%1 %,%+31/-/3/1 $)1%#3 '%+/%,$

$5%13%%1$%12).$%7 3/22$!-0&%1 %.2/12 %1.23%). )*+-!. ,%+31/3%#(.)%+ 41!.-!3)# %.%,47 ,23/ !.$1)*&3%#(.)%+

4#(.%1 %.%,47

1/.%-!. )'42 ../ /3)/. 1)5% 823%-2 %#(./,/'8

"42).%22-%$)! !&%38 5%.3 "42).%22-%$)! !%." )%462"1)%&

1/$4#3.)%462

)1%#3 ).'20!.. %.%,47 /3%1/ /,,!.$ %,% !$)/ ,%#31/.)# %$%1,!.$


>;>5>=

% ' ' #.1CA8=4AA<4380 1D &>AB1CA 4D4=B4@ #@ 34 >4@;00= EEE <G1CA8=4AA<4380 =; B 1843B D0:8=5>@<0B84 D>>@ 641@C8:4@A 4= >=BE4@?4@A D0= 00= 3@895 4= 14ABC@8=6A2><?>=4=B4= AGAB4<4= 4= A>5BE0@4 ,4 AB@4D4= 4@=00@ ;4H4@A B4 8=A?8@4@4= 4= 8=5>@<4@4= H>30B H4 7C= E4@: =>6 14B4@ :C==4= C8BD>4@4= 8B E8;;4= E4 14@48:4= 3>>@ 34 2><18=0B84 D0= 0??;820B840@B8:4;4= 143@895A@4?>@B064A HQ LQWHUYLHZV RS KHW JHELHG YDQ GH RQWZLNNHOLQJ PRGLÀ FDWLH 4= 74B >=34@7>C3 D0= <0278=4A 8=AB0;;0B84A 4= ?@>3C2B84;89=4= 4= 74B D4@B0;4= D0= 5C=30<4=B4;4 8=5>@<0B84 =00@ ?@0:B8A274 B>4?0A100@7483 4= 3>>@ 8=H827B B4 64D4= 8= >=BE8::4;8=64= >? 74B 641843 D0= B427=84: !! # % &# '>4; D0= +4<34 B 4 <08; @ D4<34 <G1CA8=4AA<4380 =; % '>18= /0=34@ B 4 <08; @ H0=34@ <G1CA8=4AA<4380 =;

# % >AI &>B B 4 <08; 9 ?>B <G1CA8=4AA<4380 =;

@>CE4= >? <4B00;?>434@

% ' # ;A14B7 "0<54@A B 4 <08; 4 ;0<54@A <G1CA8=4AA<4380 =;

' #% % $ '>1 (E0@B @ AE0@B <G1CA8=4AA<4380 =; '4=I ,8114;8=: @ E8114;8=: <G1CA8=4AA<4380 =; & $ #' $ (>=90 ,>;A8=: >@34@A 4=68=44@8=6 <G1CA8=4AA<4380 =; 3D4@B4=B84?;00BA8=64= E>@34= C8B64D>4@3 >D4@44=:><AB86 34 M'464;4= D>>@ 74B 03D4@B4=B84E4H4= N !# ' >;>@A20= 1 D +4;A4= $>>@3 #& @C::4@89 '>4;>5A =A27434

)4<?> <4B B@0=A8B84

vierentwintigste jaargang | april 2019 | nummer 4

! % +>>@ D@064= >D4@ 01>==4<4=B4= 14H>@68=6 4= >5 03@4A E89H868=64= :C=B C :;0=B4=A4@D824 00=3@89D4=4=14ABC@4= =; #.1CA8=4AA<4380 1D 01 &>AB1CA 4D4=B4@ ! %$% # ' 00@01>==4<4=B $434@;0=3 O 00@01>==4<4=B C8B4=;0=3 O &@89H4= H89= 4F2; ), 4= O 03<8=8AB@0B84:>AB4= 4F2;CA845 ),

00@01>==4<4=B 64;3B B>B E434@>?H4668=6 4J8=3868=6 D0= 74B 01>==4<4=B :0= A27@85B4;89: ?4@ 4 <08; >5 B4;45>=8A27 64A278434= C8B4@;89: 3@84 <00=34= D>>@ 74B 48=34 D0= 34 01>==4<4=BA?4@8>34 =0384= D8=3B 0CB><0B8A27 D4@;4=68=6 ?;00BA "#! & % %D4@=0<4 D0= 0@B8:4;4= B4:4=8=64= 4= 5>B>NA C8B 01 8A A;427BA <>64;89: =0 A27@85B4;89:4 B>4AB4<<8=6 D0= 34 C8B64D4@

%? 34 D>>@?068=0 4= 06D 8= 34 @>H4 7C8A:;4C@ 8= 34 =84CE4 D>;;4386 640CB><0B8A44@34 501@84: D0= '8BB0; 8= 74B C8BA4 0864@ 0=3@89D4= 4= 4ABC@4= 14H>27B D>@864 <00=3 34H4 =3CAB@G 501@84: E00@ >=34@ <44@ 34 =84CE4 - 4= !- 147C8H8=64= D0= 34 10=3 @>;;4= "44A D4@34@ >? ?068=0

#.1CA8=4AA<4380 M 4B 0CB4C@A@427B >? 34 8=7>C3 D0= 38B B893A27@85B E>@3B C8B3@C::4;89: D>>@147>C34=N

(($

#.1CA8=4AA<4380 1D ;46B CE 6464D4=A D0AB D>>@ 34 C8BD>4@8=6 D0= 34 01>==4<4=BA >D4@44=:><AB *E 6464D4=A :C==4= 3>>@ #.1CA8=4AA<4380 1D >5 H>@6DC;386 64A4;42B44@34 34@34= E>@34= 641@C8:B >< C B4 8=5>@<4@4= >D4@ @4;4D0=B4 ?@>3C2B4= 4= 384= AB4= =384= C 784@ 14HE00@ B464= 7445B :C=B C 38B <4;34= 00= #.1CA8=4AA<4380 1D B 0 D 534;8=6 '4;0B8414744@ ?>AB1CA 4D4=B4@

(


Faulhaber breidt lijn stappenmotoren uit

Na de overname van Dimatech, een Zwitserse fabrikant van stappenmotoren, biedt Faulhaber nu ook dit motortype met een hoger vermogen en meer dynamiek. Het primaire verschil tussen schijfmagneetmotoren en conventionele motoren is de extreem lichte rotor van de schijfmagneetmotor. Het bestaat uit een meerpolige magneet in de vorm van een schijf, die op de motoras is gemonteerd. Het lage gewicht minimaliseert de rotortraagheid en maakt een acceleratie mogelijk die met dit formaat door geen enkele andere technologie kan worden bereikt. Dit motortype is geschikt voor toepassingen waarbij de snelheid of richting vaak en snel verandert. Door het ontwerp is hij ook voorbestemd voor het uitvoeren van zeer kleine en nauwkeurige stapbewegingen. Bovendien zijn de grootte van de magneetpolen en de vorm van het magneetcircuit zo gerangschikt dat ze het hoogst mogelijke koppel ten opzichte van de rotorafmetingen bereiken. Met hun speciďŹ eke eigenschappen zijn deze stappenmotoren geschikt voor onder andere automatiseringstoepassingen waarbij kleine lasten bijzonder snel moeten worden verplaatst. Dit komt vaak voor in de halfgeleider- en textielindustrie, maar ook in de medische technologie en in de robotica. <

Specialist in hydraulische aandrijftechniek Hydrauvision heeft onlangs een hightech mobiel inmeetsysteem in gebruik genomen om op locatie bij de klant of in de werkplaats gebogen buis in- en op te meten. In combinatie met de nieuwe CNC buigbank kunnen zo hydrauliekbuizen direct op maat worden gemaakt. Met het nieuwe systeem kan Hydrauvision snel en nauwkeurig bestaande buizen vervangen, maar ook optimaliseren, aanpassen aan een nieuwe situatie, bijvoorbeeld als er extra componenten moeten worden ingebouwd. Het systeem bestaat uit een 3D-camera en draadloos opneemsysteem dat automatisch een 3D-tekening genereert. Afhankelijk van de opdracht kan de data direct worden ingevoerd in ĂŠĂŠn van de CNC buigbanken, ook als het gaat om complexe, meervoudig gebogen buizen. Daarnaast kan de informatie door de engineers worden gebruikt om de piping te optimaliseren, voordat deze wordt doorgestuurd. Er wordt rekening gehouden met bestaande piping en componenten. Verder is het mogelijk om het ontwerp te verbeteren door bijvoorbeeld het uniformeren van de buigradius, het uniformeren van lengten of anderszins de vormgeving aan te passen. Bestaande buizen hoeven niet eerst gedemonteerd te worden, maar kunnen op locatie worden opgemeten. <

Kwantumsensor tegen kanker Onderzoekers van de Technische Universiteit in Eindhoven en de Universiteit van Waterloo in Canada hebben een nieuwe kwantumsensor ontwikkeld voor de detectie van individuele lichtdeeltjes. Daarmee wordt het mogelijk de kwaliteit van lange-afstands-3D-beelden en het monitoren van kankermedicijnen aanzienlijk te verbeteren. “Een groot scala aan industriĂŤle toepassingen en onderzoeksgebieden kan proďŹ teren van een kwantumsensor met deze eigenschappenâ€?, zegt hoofdonderzoeker Michael Reimer. De sensoren zijn de eerste in hun soort en

zijn gebaseerd op halfgeleidende nanodraadjes. Hiermee kunnen afzonderlijke lichtdeeltjes met een hoge snelheid, tijdsresolutie en efďŹ ciĂŤntie worden gedetecteerd, over een ongekend breed spectrum, van ultraviolet tot nabij-infrarood. “Een sensor moet heel efďŹ ciĂŤnt licht kunnen detecteren. Bij toepassingen als een kwantumradar, bewakingscamera’s en nachtelijke operaties, bereiken maar heel weinig lichtdeeltjes – zogenaamde fotonen – het apparaatâ€?, zegt hoofdonderzoeker Michael Reimer van de Universiteit van Waterloo. “In dat soort gevallen wil je elk foton dat binnenkomt ook zien.â€? De onderzoekers hebben een raamwerk van taps toelopende nanodraadjes gemaakt dat fotonen omzet in een elektrische stroom die kan worden

versterkt en gedetecteerd. De sensor is zo snel en efďŹ ciĂŤnt dat hij een enkel foton kan absorberen en detecteren. Bovendien is hij na enkele nanoseconden weer klaar om het volgende foton te absorberen. De nanodraadjes zijn ontwikkeld door een team van onderzoekers van de TU/e, onder wie Erik Bakkers en Jos Haverkort van de faculteit van Technische Natuurkunde. Zij ontdekten dat de optische kwaliteit toenam als de nanodraadjes werden ge-etst, in plaats van ze van de grond af aan te laten groeien. De zogeheten donkerstroom – de ruis die standaard ontstaat voordat een foto wordt geabsorbeerd – kon op die manier drastisch worden verlaagd, met als resultaat een uitzonderlijk goede signaal-ruisverhouding. <


ABB en Dassault Systèmes gaan een wereldwijde samenwerking aan om klanten in de digitale industrie een softwareoplossing aan te bieden, van product lifecycle management tot health-oplossingen. De twee bedrijven gaan open digitale oplossingen aanbieden door ABB Ability en het 3D-Expercience platform van Dassault Systèmes te bundelen. ABB heeft het 3D-Experience platform al in gebruik genomen om haar oplossingen te modelleren en te simuleren alvorens ze aan haar klanten te leveren.

Met dit partnerschap zal ABB digital twins ontwikkelen. De bedrijven richten zich in een gefaseerde aanpak op fabrieksautomatisering en robotica, procesindustrieautomatisering en elektriďŹ catieoplossingen voor slimme gebouwen. De eerste gezamenlijke oplossingen werden gepresenteerd tijdens Hannover Messe begin april. ABB Ability biedt meer dan 210 digitale oplossingen voor het plannen, bouwen en exploiteren van industriĂŤle activiteiten. Het 3D-Experience platform integreert technologieĂŤn en kennis en knowhow in ĂŠĂŠn samenhangende digitale innovatie-omgeving, een oplossing van concept naar productie via eigendom en terug. IndustriĂŤle bedrijven kunnen de 3D-toepassingen van het platform integreren om een digital twin te creĂŤren die inzichten en expertise uit hun hele ecosysteem vastlegt. <

Elektrische aandrijftechniek in ISO 9001:2015 TĂœV Nederland heeft onlangs aan Motrac Industries het ISO 9001:2015 en VCA certiďŹ caat uitgereikt. Het certiďŹ caat is afgegeven voor de kwaliteit van het ontwerpen, assembleren en onderhouden van hydraulische en elektrische installaties en ook voor het leveren van componenten voor hydraulische en elektrische installaties. Wereldwijd is het certiďŹ caat drie jaar geldig. Bij de scope van de hercertiďŹ cering is de elektrische aandrijftechniek de nieuwkomer bij Motrac Industries. In september 2018 werd de productreeks uitgebreid met een compleet pakket elektrische aandrijftechniek. Directeur Reesink Industries, Maarten Vinkesteijn: “ISO- en VCA-certiďŹ cering zijn erg belangrijk. We zien steeds meer dat klanten toch een ofďŹ cieel certiďŹ caat willen zien, zodat ook zij hun interne kwaliteitscontrole beter kunnen waarborgen.â€? Drie jaar geleden was Motrac ĂŠĂŠn van de eerste zeven bedrijven in Nederland die het ISO 9001:2015 certiďŹ caat ofďŹ cieel uitgereikt heeft gekregen van TĂœV Nederland. Vinkesteijn: “We hebben samen met onze medewerkers gekeken naar onze processen en procedures en deze verbeterd. Kort daarvoor hadden we dit principe al toegepast op de implementatie van een nieuw ERP-systeem. Dit heeft geleid tot een constantere kwaliteit en aanzienlijk minder administratieve rompslomp. Hetzelfde principe hebben we ook dit keer weer toegepast bij het ISO-traject en ook bij de implementatie van een compleet nieuwe versie van ons ERP-systeem, dat we eind dit jaar zullen uitrollen.â€? <

Seminars over machineveiligheid Een nieuwe serie seminars bij Euchner rond machineveiligheid gaat in mei van start. Noviteiten op dit vlak komen aan bod, want zowel in normenland als in de wereld van producten zijn er veel ontwikkelingen. Van collaboratieve robots tot Industry 4.0 en van menselijk gedrag tot slimme oplossingen uit de ISO 14119. Althans, als je die norm op praktische wijze interpreteert en uitvoert. Daar zit hem nou net het knelpunt. Tijdens dit seminar worden oplossingen to-the-point gepresenteerd. Veel daarvan hebben niets met de veiligheidscomponenten zelf te maken, maar meer met de wijze waarop je die passend bij je toepassing uitkiest en dusdanig monteert dat ze niet uitlokken tot manipulatie. Daarvoor is mechanische en elektrische en soms ook pneumatische en hydraulische kennis nodig. Gastsprekers laten zien hoe je die verschillende productwerelden in Sistema samenvoegt. De middagseminars zijn op 21 mei in Roeselare, 22 mei in Diepenbeek en 23 mei in Utrecht. <


Mechatronica-opleiding blijkt populair

Vorig jaar is Avans Hogeschool, in samenwerking met Yaskawa, CSi Industries, Cadmes en Bosch Rexroth, gestart met de nieuwe tweejarige hbo-deeltijdopleiding Associate degree (Ad) Mechatronica. De eerste lichting studenten is inmiddels doorgestroomd naar het tweede jaar. Tegelijkertijd is de tweede lichting studenten begonnen met het eerste jaar van deze tweejarige deeltijdopleiding. De deeltijdopleiding ligt qua niveau tussen mbo-niveau 4 en hbo-bachelor (vierjarige hbo-opleiding). In twee jaar tijd kunnen mbo-leerlingen zich verder scholen en ontwikkelen in het mechatronisch vakgebied. Zij volgen de opleiding bij Avans Hogeschool en gebruiken daar waar nodig de locaties en faciliteiten van de bedrijven. Dat de opleiding in trek is, is ook te zien aan de stijging van het aantal studenten. Waar er vorig jaar ongeveer 25 studenten gestart zijn, bestaat de tweede lichting al uit 50 studenten. Ook is de opleiding vanaf dit jaar uit te breiden met een Bachelor. In september van dit jaar zullen de eerste studenten starten met deze aanvullende, eveneens tweejarige, deeltijdopleiding.<

Een nieuwe wijze om collaboratieve robots in te zetten is ontstaan met de samenwerking tussen Hahn Robshare en Olmia Robotics: RaaS ofwel, Robots as a Service. Robshare is onderdeel van de Hahn groep, een speler op de automatiseringsmarkt en eigenaar van Rethink Robotics. Olmia Robotics is de cobot system integrator. Samen bieden ze in Nederland exibele productiviteit aan via het operational leasen van cobots met een volledig servicepakket. RaaS voorziet in een Robot Supervisor, zodat de werkgever geen (technisch) omkijken heeft naar het functioneren. Managementsoftware geeft inzicht in de productie en gedraaide uren van de cobot. De werkgever betaalt de gewerkte uren en dat zijn productieve uren zonder pauzes, uitval door ziekte of toeslagen voor overwerk. Hahn Robshare is vooral in Duitsland al actief. In Nederland heeft ze de samenwerking gezocht met Olmia Robotics. <

Elektrische bus rijdt op remenergie trein

Wat als je de remenergie van treinen kunt oogsten en gebruiken om bussen en taxi’s mee op te laden? Aan dat concept werkt het Nederlandse bedrijf Hedgehog Applications al sinds 2012. Binnenkort start een pilotproject in Apeldoorn. Het Hedgehog Systeem is een geïntegreerd systeem met als belangrijkste component een grote batterij, die middels hoge vermogens elektronica gekoppeld is aan

de bovenleiding en ervoor zorgt dat we (rem)energie kunnen onttrekken en opslaan.Technisch gezien zorgt het Hedgehog Systeem ervoor dat een omkering van de elektrische energiestroom kan plaatsvinden, zodat treinen, metro’s en trams regeneratief kunnen remmen. Deze energie, die nu grotendeels onbenut blijft, wordt opgevangen in een grote batterij. Door de inverter van de elektromotor lager in te stellen dan het toerental ontstaat een tegengesteld magnetisch veld, waardoor de trein afremt en energieleverancier wordt aan de bovenleiding. De spanning loopt hier op en er gaat een stroom lopen. De maximale spanning die de tot onderstations toegelaten kan worden, is 1800 volt. Als dit wordt

bereikt, houdt de stroom op te lopen en wordt 0 ampère: de trein kan niet verder regeneratief worden afgeremd. Op dat moment moeten andere middelen worden ingezet om de trein te stoppen. Bij Intercity’s wordt hiervoor het mechanisch remsystem gebruikt en bij Sprinters een remweerstand op het dak van de trein. In beide gevallen wordt de resterende kinetische energie omgezet in slijtage en warmte. In het voorgestelde systeem komt er een Free Floating Energy verbinding tussen de bovenleiding en een door Hedgehog ter beschikking gestelde energie opslag. Nu kan de energie blijven stromen en kan het regeneratief remsysteem blijven werken tot bijna 0 km/uur. <


Een nieuw systeem ontwikkeld door het Massachusetts Institute of Technology (MIT) stelt robots in staat bewegende objecten veel sneller en nauwkeuriger te volgen dan voorheen. Het systeem maakt gebruik van RFID-tags en kan onder meer de nauwkeurigheid van robots verwerken. Ook kan het systeem robots helpen nauw met elkaar samen te werken, zoals een groep drones die in een zwerm vliegt. Het systeem wordt ‘TurboTrack’ genoemd en werkt met behulp van RFID-tags die op het te volgen object worden geplaatst. Een lezer verstuurt vervolgens een draadloos signaal dat reecteert op de RFID-tags en andere objecten in de omgeving, en vervolgens weer door de lezer wordt opgevangen. Met behulp van een algoritme worden alle opgevangen signalen geanalyseerd en wordt de reactie van de RFID-tag opgespoord. Door meerdere metingen uit te

voeren en berekeningen los te laten op de resultaten kan de exacte beweging van de RFID-tag en daarmee het object in kaart worden gebracht. Het MIT verwacht dat het systeem voor sommige taken computer vision systemen kan vervangen. De onderzoekers stellen dat computer vision wordt beperkt door dat deze systemen kunnen zien, wat onder meer betekent dat in rommelige en volle omgevingen objecten gemist kunnen worden. RFID-tags zijn niet afhankelijk van deze beperkingen en maken het mogelijk ook zonder zicht de locatie van een object op te sporen. <

Parker Motion Systems Truck op tour

Parker HanniďŹ n houdt een tournee door Nederland en BelgiĂŤ met haar interactieve expositietruck met daarin de nieuwste technologieĂŤn voor motion control. De

tournee vindt plaats van 23 april tot en met 3 mei en bezoekt een aantal Nederlandse en Belgische distributeurs. De Motion Systems Truck van Parker rijdt sinds 2015 en heeft inmiddels meer dan 90.000 kilometer afgelegd en 11.000 bezoekers in 19 landen verwelkomd. De truck brengt de nieuwste positionerings- en besturingsideeĂŤn daar waar de ontwerpers en ingenieurs hun werk doen met 48 m2 tentoonstellingsruimte die door twee verlengde panelen wordt gecreĂŤerd.

KEEA trapt af met pilot voor auditprogramma aandrijvingen De pilot voor het auditprogramma Aandrijvingen beleefde onlangs haar kick-off. Industrie en Kennisnetwerk EEA werken samen aan de ontwikkeling van een auditprogramma, speciaal voor energie-efďŹ ciĂŤnte aandrijfsystemen. Tijdens deze pilot worden 30 audits uitgevoerd. De pilot is ter voorbereiding op een voucherprogramma met 120 audits. Aan de audit werken Techniek Nederland, Federatie Aandrijftechniek, Holland Pomp Groep, RVO en Ministerie van Economische Zaken en Klimaat mee. Verder namen aan de kick-off 10 auditbedrijven deel, die de 30 audits gaan begeleiden. Deze pilot wordt uitgevoerd door leden van Techniek Nederland, FEDA en Holland Pomp Groep en zij worden speciaal getraind, ondersteund door een ontwikkelprogramma vanuit markt en overheid. Voor de pilot met 30 audits zoeken de initiatiefnemers industriĂŤle bedrijven. Het programma richt zich op de top 300 energieverbruikers die actief aan de slag zijn met CO2-reductieplannen. Deelname is laagdrempelig, geen lang traject met ladingen papierwerk, maar concreet en met tastbaar resultaat. <

Displayborden en interactieve zones omvatten ongeveer 200 producten uit het programma van Parker en is gericht op distributeurs, eindgebruikers en OEM-systemen. Onlangs zijn er nieuwe displayborden toegevoegd, die interactieve informatie geven over de nieuwste aandrijvingen, kleppen, actuatoren, pompen, motoren en IO Link producten. <


Schroefcompressor met synchrone reluctantiemotor Door verbeterde schroefvormen, zuiniger elektromotoren, intelligente regelingen en warmteterugwinning, zijn de rendementen van compressorinstallaties de afgelopen jaren fors gestegen. Het jubilerende Kaeser Kompressoren SE doet daar een schepje bovenop door voor de aandrijving van haar toerengeregelde schroefcompressoren over te stappen op frequentiegeregelde synchrone reluctantiemotoren. De nieuwe aandrijving is met Siemens ontwikkeld en betekent dat het compressorrendement in deellast bedrijf met maar liefst 10 procent is toegenomen.

FRANK SENTEUR

De persluchtmarkt is de laatste jaren behoorlijk aan het innoveren, getuige de opmars van energiezuiniger elektromotoren (IE3/IE4) en toerengeregelde direct drive compressorblokken. Daarnaast kunnen vrijwel alle compressoren tegenwoordig worden voorzien van een warmte-terugwinsysteem in het olie- of koelluchtcircuit en zien we mono-installaties met ĂŠĂŠn grote

De Sinamics laagspanningsconverters en Simotics synchrone reluctantiemotoren in de compressoren zijn samen met Siemens ontwikkeld.

compressor steeds vaker plaats maken voor een installatie met drie of meer kleinere compressoren. Niet alleen kan daarmee optimaal worden voldaan aan het afnameproďŹ el, ook wordt de installatie daardoor redundant en dus betrouwbaarder.

Finetunen “Door multi-compressor installaties bovendien te voorzien van slimme overkoepelende besturingen als de Sigma Air Manager (SAM) kan het rendement van de totale installatie worden geoptimaliseerdâ€?, zegt Frank Groeneveld, application engineer bij Kaeser Compressoren in Borne. “Elke optie om het rendement te verbeteren moet je benutten. De ene keer kun je beter een frequentiegeregelde compressor toepassen en de andere keer een stationaire compressor of combinaties daarvan. Uiteindelijk bepaalt de toepassing en het afnameproďŹ el de best toepasbare conďŹ guratie. Ook met het toepassen van een warmte-terugwinsysteem kun je veel energie besparen, maar dan moet je natuurlijk wel iets met die warmte kunnen doen. Waar wij bij onze oplossingen naar streven is een zo laag mogelijke Total Cost of Ownership (TCO). Daarbij tellen we de investerings-, onderhouds-, afschrijvings- en energiekosten op over een periode van bijvoorbeeld 10 jaar. Een lage TCO vereist rendabele compressoren, drogers en ďŹ ltersystemen. Maar ook het leidingnet moet goed gedimensioneerd zijn, geregeld worden gecheckt op lekkages en dan kun je warmteterugwinning toepassen. Meer dan 90 procent van de door een compressor opgenomen elektrische energie wordt omgezet in warmte. Die ontstaat door het comprimeren van atmosferische lucht naar een einddruk van 8 tot 15 bar, door wrijvingsverliezen en motorwarmte. Afhankelijk van het systeem kan circa 95 procent van de warmte uit koellucht en


circa 76 procent van de warmte uit het olie-circuit worden teruggewonnen en worden benut voor ruimteverwarming (via het CV-circuit) of het opwarmen van processen in de fabriek.�

Synchrone reluctantiemotor Voor het aandrijven van compressorblokken worden nog steeds asynchrone inductiemotoren toegepast. In stationaire compressoren draaien deze op een vast toerental, terwijl het toerental in een frequentiegeregelde compressor kan worden afgestemd op de persluchtvraag. Asynchrone inductiemotoren hebben als nadeel dat ze mede als gevolg van rotorverliezen in deellast minder efďŹ ciĂŤnt zijn. Dit is een belangrijk aspect bij toerengeregelde machines, waarbij je juist een zo hoog mogelijk rendement in een zo breed mogelijk werkbereik wilt. Dus ook bij lage toerentallen. De synchrone reluctantiemotor doet het wat dit betreft beter dan een inductiemotor. Omdat het werkingsprincipe van de reluctantiemotor totaal anders is, zijn de totale motorverliezen maar liefst 40 procent lager in vergelijking met die van een traditionele inductiemotor. Synchrone reluctantiemotoren gedragen zich in feite als een permanent magneetmotor, maar hebben geen magneten, wat ze goedkoper te produceren en ook duurzamer maakt, omdat er geen bijzondere materialen als neodymium in voorkomen. In een synchrone reluctantiemotor wordt het draaimoment gegenereerd door reluctantiekrachten. In plaats van het bekende kooianker in een inductiemotor wordt in een reluctantievariant een totaal andere rotor toegepast die is opgebouwd uit gebogen vormen van zacht ijzer, materiaal dat magnetische velden goed doorlaat. Het principe van deze methode is overigens al jaren bekend, maar er waren simpelweg geen goede en betaalbare laagspanningsconverters beschikbaar met voldoende rekenkracht en de juiste algoritmes om deze motoren efďŹ ciĂŤnt aan te kunnen sturen. Ze zijn dus nog niet zo lang op de markt en ideaal voor het dynamisch aandrijven van pompen, ventilatoren en lieren. De afgelopen jaren heeft Siemens met Kaeser een motor-regelaarcombinatie ontwikkeld die speciďŹ ek is geoptimaliseerd voor de aandrijving van toerengeregelde schroefcompressoren. Het speciaal ontwikkelde regelalgoritme in de frequentieomvormer zorgt daarbij voor een hoge dynamiek en een hoog rendement.

Dynamische aandrijving “Het fraaie van de nieuwe aandrijving is dat deze veel dynamischer is dan een aandrijving op basis van een frequentiegeregelde inductiemotor�, benadrukt Groeneveld. “Wilde je die dynamiek tot zo’n paar jaar terug evenaren, dan was je veel duurder uit omdat je dan was aangewezen op een aandrijving op basis van PM-motoren. Vorig jaar zijn onze ASD oliegesmeerde schroefcompressoren uitgerust met de nieuwe aandrijving op basis van Sinamics laagspanningsconverters en Simotics synchrone reluctantiemotoren. Ze hebben een

Het Sigma-proďŹ el in de schroefcompressoren draagt bij aan een hoog compressierendement.

geoptimaliseerde vectorregeling en een hoge dynamische respons, ook zijn de overall systeemkosten voor reluctantiemotoren lager dan die van oplossingen op basis van permanent bekrachtigde synchrone of inductiemotoren. Met name in het deellastbereik is een aandrijfsysteem met reluctantiemotor veel efďŹ ciĂŤnter dan een inductiemotor met dezelfde output. De sensorloze vectorregeling zorgt voor een dynamische regelbaarheid van de motor. Deze reageert daardoor snel op gewenste toerentalvariaties, wat ook te danken is aan het lage inherente traagheidsmoment van de motor. Inmiddels is de Kaeser-fabriek ook bezig om onze CSD en CSDX compressorlijnen gefaseerd te voorzien van synchrone reluctantiemotoren, waardoor deze net als de ASD compressoren voldoen aan de efďŹ ciencyklasse IES2 volgens EN 50598. Onze efďŹ ciencywaarden liggen daar zelfs nog tot zo’n 20 procent onder. We sluiten niet uit dat op de aanschaf van IES2 compressoren binnenkort subsidie kan worden aangevraagd, waardoor het voor gebruikers nog interessanter wordt om in de nieuwe compressortechnologie te investeren.â€? <

Kaeser Compressoren met aan het hoofd managing director Jos Tijink is dit jaar precies 60 jaar in ons land vertegenwoordigd. Het is onderdeel van het internationale Kaeser Kompressoren SE, dat dit jaar haar eeuwfeest viert en wereldwijd rond de 6.000 medewerkers telt. Het programma start bij kleine zuigercompressoren, terwijl Kaeser ook bekend is om haar mobiele compressoren die veel in de bouwsector worden toegepast als huurmachines. Daarnaast levert Kaeser de met OmegaproďŹ el uitgeruste blowers (al dan niet met nakoeler), een energiezuinig programma schroefcompressoren met SigmaproďŹ el-rotoren, terwijl het ook drogers en ďŹ ltersystemen levert.


IndustriĂŤle netwerken veilig beheersen Het aantal bedreigingen voor industriĂŤle netwerken stijgt met de toename van hun omvang en complexiteit. Kwaadwilligen verzinnen steeds nieuwe aanvalsmethoden en het kost systeembeheerders alle moeite om de veiligheid van hun netwerken op peil te houden. Alleen het overzicht houden op de aangesloten apparatuur is al een uitdaging. Daarnaast zorgen eisen op basis van nieuwe normen en regelgeving voor extra hoofdpijn. Een goede aanpak en de juiste middelen helpen een handje.

AD SPIJKERS

IndustriĂŤle automatiseringsnetwerken veranderen. Waren ze voorheen gesloten en relatief ontoegankelijk, nu worden ze in toenemende mate verbonden met internet. EĂŠn van de drijfveren is de ontwikkeling van nieuwe soorten toepassingen, zoals bewaking en onderhoud op afstand. Een andere drijfveer is de toepassing van cloud-diensten en big data analyses om de productiviteit te verhogen. Maar de toenemende connectie met de IT-wereld, de cloud en het Internet of Things maakt OT-netwerken ook kwetsbaarder. Dit dwingt netwerkbeheerders om na te denken over manieren om op nieuwe eisen en bedreigingen te reageren. Effectieve beveiligingsmethoden zoals ďŹ rewalls en scheiding van het OT- en IT-netwerk zijn niet langer praktisch uitvoerbaar of effectief.

Uitdagingen In deze veranderende wereld staan beheerders van OT-netwerken voor vier uitdagingen: - onvoldoende transparantie van hun netwerken; - een groot aantal geĂŻnstalleerde oudere apparaten;

Het schrikbeeld van elke bedieningsvakman en netbeheerder in een productiebedrijf: de machinebesturing is gehackt. (Foto: Mdex)

- extra druk door nieuwe voorschriften en compliance regelgeving; - een hoge betrouwbaarheid en hoge beschikbaarheid garanderen. Hoewel de apparaten en hun onderlinge communicatie in OT-netwerken vaak duidelijk zijn gedeďŹ nieerd, kan het in de praktijk moeilijk zijn overzicht te houden. Ook kan sprake zijn van een wisselende samenstelling van het netwerk. Leveranciers en onderhoudstechnici gebruiken verschillende systemen om werkzaamheden uit te voeren. Bovendien kunnen ‘creatieve’ oplossingen tot verborgen of onbekende apparaten in de productie leiden. Verborgen of tijdelijk verbonden apparaten zorgen voor een constante potentiĂŤle dreiging, die moet worden bewaakt en beheerst. Nieuwe automatiseringsapparaten bieden doorgaans actuele beveiligingsprotocollen en -functies. Maar veel gebruikte apparatuur dateert uit de tijd dat beveiliging van OT-netwerken geen hoge prioriteit had. Helaas bieden IT-aanbieders geen of slechts kortdurende garanties voor de beschikbaarheid van hun producten en software-updates. Op de werkvloer zijn er bijvoorbeeld nog heel wat IPC’s en HMI’s die onder oude operating systemen (Windows 2000, XP, 7) draaien die niet meer (zullen) worden ondersteund. De functionele veiligheid (safety) en de databeveiliging (security) voor medewerkers en klanten in industriĂŤleen nutsbedrijven hebben een hoge prioriteit. Het niet naleven van veiligheidseisen leidt tot hoge geldstraffen. Daarnaast leidt het uitvallen van een OT-netwerk vaak tot stilstand van bedrijfsprocessen. De gevolgen kunnen niet alleen productie-uitval zijn, maar ook boze klanten, kosten voor noodreparaties en boetes van overheidswege. Om deze reden heeft beschikbaarheid van bedrijfskritische netwerken vaak prioriteit boven integriteit en vertrouwelijkheid van data. Er is geen tijd voor updates en patches, die vaak stilstand


van de apparatuur vereisen. Verder kunnen nieuwe beveiligingsmaatregelen onverwachte uitwerkingen hebben, zoals het onderbreken van processen en beperkingen in de communicatie. Een soortgelijk voorbeeld is dat printers het na een update van het operating systeem het weleens niet meer doen.

Toegangscontrole Beveiliging van netwerken houdt allereerst in dat de toegang tot het netwerk wordt beheerst. Systemen voor toegangscontrole moeten zowel een voorgeschakelde (pre-connect) als een nageschakelde (post connect) toelatingsmethode mogelijk maken. Bij de eerste wordt de identiteit van een apparaat getest, voordat het een verbinding naar het netwerk kan maken. Toegang van een apparaat tot het netwerk wordt vóór de verbinding met het netwerk ingesteld. Deze toegangscontrole is meestal gebaseerd op IEEE 802.1X voor netwerkauthenticatie in combinatie met authenticatieservers. Post connect richtlijnen maken gebruik van beveiligingsoplossingen die het testen van het apparaat in netwerken mogelijk maken. Hiertoe behoren protocollen die apparaten en hun gedrag continu bewaken nadat de verbinding met het netwerk tot stand is gebracht. Een apparaat kan uit het netwerk worden verwijderd of daarvan worden geĂŻsoleerd, wanneer het niet voldoet aan de beveiligingsnormen of zich niet gedraagt zoals verwacht. Software-oplossingen voor toegangscontrole veranderen in de richting van zogeheten ‘orchestration engines’. Deze wisselen informatie uit met andere beveiligings- en IT-oplossingen als ďŹ rewalls, ‘intrusion detection’ en ‘intrusion prevention’ systemen, ‘conďŹ guration management database asset repositories’ en ‘identity and access management’ oplossingen. De heterogeniteit van de apparatuur is een grote uitdaging bij netwerktoegangscontrole. Moderne apparaten ondersteunen vaak authenticatieprotocollen als IEEE 802.1X, maar oudere apparaten kunnen soms alleen via hun MAC-adres worden geĂŻdentiďŹ ceerd. Er is een breed palet van authenticatieopties voor moderne en oudere apparaten beschikbaar. Hiermee kunnen beheerders richtlijnen voor de netwerktoegang

vastleggen en zich concentreren op de beschikbaarheid van het netwerk. Ze hoeven zich dan niet te bekommeren om de verschillende authenticatiemethoden voor een heterogene verzameling OT-apparatuur.

Segmentering Voor een initiĂŤle aanval is een kwaadaardige e-mail of een met malware besmette USB-stick vaak voldoende. Lukt het een aanvaller om ĂŠĂŠn enkel apparaat te compromitteren, dan kan hij van daaruit naar beveiligingslekken in nabijgelegen apparaten zoeken en die ook gebruiken. Om dit te voorkomen biedt segmentering van een industrieel netwerk in gescheiden gebieden uitkomst. Veiligheidszones isoleren verschillende onafhankelijke gebieden binnen een installatie van elkaar. Deze zones worden verbonden door leidingen (conduits) die het dataverkeer van het ene naar het andere segment mogelijk maken. De leidingen beslissen welk verkeer de grenzen van een zone mag overschrijden. Ze worden gewoonlijk geĂŻmplementeerd door ďŹ rewalls of switches met strikte regels en access control lists (ACL’s). Een methode om maximale industriĂŤle beveiliging te realiseren, is voortgekomen uit samenwerking tussen ForeScout (Eindhoven) en Hirschmann (Belden in Venlo). Het ForeScout platform fungeert als overkoepelende orchestratie-engine voor de netwerktoegang. De engine beoordeelt real-time een veelheid aan variabelen, zoals de identiteit van apparaten, de eigenaar/ gebruiker, de integriteit en de veiligheidsstatus van het apparaat. Beslissingen over de toegang tot het netwerk worden vertaald naar gedetailleerde toegangs- en autorisatieregels die door de routers, switches en access points van Hirschmann op de werkvloer en bij de toegangspunten van het netwerk worden uitgevoerd. Verdachte of niet conforme apparaten kunnen worden geĂŻsoleerd, zodat ze hun werk in de installatie kunnen uitvoeren zonder dat een aanvaller kan binnendringen.

Holistische aanpak Een andere benadering om de gevaren te bezweren, is scheiding van de verschillende beschermingsniveaus,

>

Om de fabrieksveiligheid in het digitale tijdperk te waarborgen, heeft de industrie een holistische benadering van cybersecurity nodig voor een veilige verdediging tegen aanvallen. (Foto: Hima)


ook wel aangeduid als ‘Defense in Depth’. De basisoverweging hierachter is de combinatie van veiligheid en beveiliging. De kern van de oplossing die Hima (met vestiging in Breda) heeft ontwikkeld, is de ‘Secure Safety Core’. De componenten binnen de kern omvatten beschermende maatregelen zoals two-factor authentication, bescherming tegen directe toegang tot IO’s op afstand (RIO) en poortďŹ ltering die alleen geconďŹ gureerde communicatie mogelijk maakt. Het concept bestaat uit exibel combineerbare Hima hardware, gebaseerd op dezelfde engineeringtool, hetzelfde beveiligingsconcept, dezelfde ďŹ rmware en hetzelfde communicatieprotocol. Het ‘Smart Safety Platform’ zorgt ervoor dat de veiligheidsnormen in fabrieken worden nageleefd volgens de strengste internationale normen. Het bevat de Hima Security Environment for Functional Safety met de Secure Safety Core als integrale component en implementeert de diepteverdediging. Hima biedt daarmee een toekomstvaste oplossing voor vooral de procesindustrie, die tegelijkertijd een beschermende scheiding toepast ĂŠn rekening houdt met de verschillende levenscycli.

Continue bewaking Een gegarandeerde performance kan alleen worden bereikt door het netwerk continu te bewaken met de juiste switches en software. Met een permanente netwerkbewaking kunnen op elk moment onderbouwde uitspraken over de actuele en historische toestand van het netwerk worden gedaan. Behalve met het proces zelf hebben netwerkcomponenten te maken met factoren als hitte, koude, vochtigheid, mechanische belasting, elektromagnetische invloeden, etcetera.

Dat kan leiden tot beĂŻnvloeding van de overdrachtskwaliteit van de data en daarmee het resultaat van het productieproces. Indu-Sol (via Prokorment in Delft) heeft een systeem voor permanente bewaking van industriĂŤle netwerken ontwikkeld. Het helpt beheerders over de totale levensduur van de machine of installatie bij op toestand gebaseerd onderhoud. Het concept is er op gebaseerd dat passieve dataloggers (zogeheten INspektoren) het netwerk continu analyseren. De bewakingssoftware PROmanage NT brengt de data van alle loggers samen op een server en vormt hieruit een totaalbeeld dat op elk moment informatie over de actuele toestand van het netwerk levert. De permanente netwerkbewaking kan op verschillende soorten netwerken worden gebruikt. Elk netwerk moet van een passende datalogger per controller respectievelijk master zijn voorzien. PROmanage NT brengt de data netwerk- en zelfs veldbus-overschrijdend samen. Intelligente netwerkcomponenten kunnen datastromen al prioriteiten geven en ook bij continu hoge datastromen een betrouwbare performance leveren. De logische volgende stap is dat deze componenten een netwerkdiagnose uitvoeren en de gebruiker relevante informatie ter beschikking kunnen stellen. Dit betreft in het bijzonder switches, omdat in de industrie steeds vaker op ethernet gebaseerde protocollen worden ingezet die de basis vormen voor Industrie 4.0. Indu-Sol heeft met de PROmesh P9 en PROmesh P20 nieuwe switches op de markt gebracht. Hun web-interface toont in ĂŠĂŠn oogopslag alle relevante informatie over de bezetting en status van de poorten. Bovendien is een functie voor de bewaking van de actuele lekstroom ingebouwd om elektromagnetische invloeden (EMC) op de data-overdracht te detecteren. De ontwikkeling van deze switches is een eerste stap om tegemoet te komen aan de uitdagingen van de datacommunicatie in de toekomst. Of het nu gaat om big data, cloud-technologie, kunstmatige intelligentie (AI) of Time-Sensitive Networking (TSN); al deze technologieĂŤn zullen de automatisering zoals we die nu kennen veranderen. Voor eindgebruikers is het zaak zich daarop voor te bereiden.

IndustriĂŤle ďŹ rewall

De industriĂŤle Microwall van Wiesemann & Theis isoleert oudere systemen op ‘veilige eilanden’ in het netwerk. Op deze manier kunnen potentieel bedreigde apparaten in het netwerk veilig blijven werken.

Een invulling voor segmentatie van oudere systemen vinden we bij netwerkspecialist Wiesemann & Theis. De Microwall van dit bedrijf werd speciďŹ ek ontwikkeld als kleine ďŹ rewall voor de industrie. Het apparaat wordt tussen apparaten en het omliggende netwerksegment geĂŻnstalleerd en bewaakt en bestuurt het dataverkeer aan de hand van een positieve lijst van toegestane communicatiemogelijkheden. De Microwall ondersteunt twee bedrijfsmodussen. Als standaard router wordt het ingepast in het routingconcept van het netwerk. Het dataverkeer in beide richtingen gaat via de Microwall en wordt daar bewaakt, geďŹ lterd en volgens het juiste protocol verstuurd. In NAT-modus (Network Address Translation)


De gecombineerde oplossing van ForeScout en Hirschmann is een alles omvattende benadering voor de beveiliging van industriĂŤle netwerken. Een dergelijke uitgebreide oplossing zal niet voor iedere onderneming relevant zijn.

maakt de Microwall segmentering direct aan het apparaat mogelijk. Via de Microwall worden gerichte aanvragen aan het zich daarachter bevindende doelsysteem gestuurd. Het antwoord hierop wordt door het apparaat aan de aanvragende netwerkdeelnemer teruggestuurd. Voor het vragende systeem is alleen de Microwall zichtbaar. Het deelsysteem is niet zichtbaar in het omringende netwerk, maar verbergt zich in zijn geĂŻsoleerde segment, het veilige eiland. Behalve oudere apparaten kunnen ook niet zorgvuldig ontwikkelde IoT-apparaten, embedded systemen en computers met minder betrouwbare software worden afgeschermd. In Nederland wordt de Microwall op de markt gebracht door TOP Electronics in Krimpen aan den IJssel.

Onregelmatigheden Sabotage in een industriĂŤle installatie kan gevaar opleveren voor mensen, installaties en het milieu. Maar ook kan het aanzienlijke ďŹ nanciĂŤle schade veroorzaken, bijvoorbeeld door het uitvallen van een productie-installatie. Er kunnen verschillende maatregelen worden gecombineerd om de best mogelijke bescherming te bieden. De eerste stap is het dataverkeer te controleren, bijvoorbeeld via een ďŹ rewall. De gebruiker kan deďŹ niĂŤren welke IT-systemen met welke OT-systemen mogen communiceren, maar ook welke protocollen ze gebruiken. Als een IT-systeem uitsluitend via ĂŠĂŠn protocol met een OT-systeem mag communiceren, is het zinvol de communicatie te beperken tot dit ene protocol. Dit betekent dat aanvallen op basis van andere protocollen niet meer mogelijk zijn. Het kan ook nuttig zijn om de communicatierichting te beperken, bijvoorbeeld als een OT-systeem alleen

gegevens voor documentatiedoeleinden naar een IT-systeem stuurt. Ook moet de toegang op afstand beveiligd zijn, bijvoorbeeld via een VPN. Er is geen universele beveiligingsoplossing die geschikt is voor alle bedrijven. De maatregelen moeten altijd worden aangepast aan de operationele eisen. Het in Hamburg gevestigde Mdex heeft zich hierin gespecialiseerd. Tot de maatregelen die het aanbiedt behoort ook de zogeheten anomaliedetectie door ‘Deep Packet Inspection’. Het normale gedrag van een systeem is na een leerfase bekend. Alles wat hiervan afwijkt, wordt gedetecteerd als een anomalie en geeft aanleiding tot een alarm. De oorzaak kan een defecte sensor, een laptop van een servicemedewerker of een aanval door een virus zijn. Nieuwe deelnemers in de communicatie, nieuwe protocollen of meetwaarden die zich niet binnen een bepaald bereik bevinden, kunnen in real-time worden gedetecteerd. Dit maakt het mogelijk snel te reageren op een aanval of een binnendringende (nog onbekende) fout, voordat schade optreedt. Voordat een virus of ander kwaad toeslaat, zoekt het vaak eerst naar onderdelen in het netwerk die een kwetsbare beveiliging hebben. Het wil vooralsnog onopgemerkt blijven, maar dit betekent dat een aanval nog op tijd kan worden gedetecteerd. Deze ‘incubatieperiode’ geldt voor bijna alle malware, maar biedt een opening voor beveiliging. Detectie van afwijkend berichtenverkeer kan worden gebruikt om te bepalen welk systeem door het virus is geĂŻnfecteerd. Een snelle reactie kan aantasting van andere systemen voorkomen. In het ergste geval moet de getroffen apparatuur opnieuw worden geĂŻnstalleerd, maar kostbaar productieverlies kan worden voorkomen. <


Safety; what’s new? Het Safety Event viert dit jaar zijn tiende editie en doet dat in het Evoluon in Eindhoven.

De tiende editie van het Safety Event 14 mei aanstaande in het Evoluon in Eindhoven is uiteraard reden eens terug te blikken. En wie kan dat beter doen dan dagvoorzitter Paul Hoogerkamp die in die rol ook zijn tweede lustrum viert. Aan hem dan ook de eer de jubileumeditie te openen met een blik op een safety-landschap zoals dat er over tien jaar uit zou kunnen zien. Een lastige taak want dat ‘resultaten uit het verleden geen garantie bieden voor de toekomst’ blijkt maar weer uit de ongevallencijfers die de Inspectie SZW eerder dit jaar naar buiten heeft gebracht. Vorig jaar steeg het aantal arbeidsongevallenmeldingen met vier procent van 4212 in 2017 naar 4368. Helaas steeg vorig jaar ook het aantal dodelijke slachtoffers: van 54 in 2017 naar 71 vorig jaar bij 70 ongevallen. In een nieuwsbericht van de Inspectie SZW staat dat ongelukken tijdens het werk relatief meer voorkomen bij kleine bedrijven. Per 100.000 werknemers van kleine bedrijven – met minder dan 10 werknemers – zijn 67 mensen betrokken bij een ongeval. Bij middelgrote en grote bedrijven zijn dat respectievelijk 46 en 11 personen. Jongeren tussen 15 en 24 jaar en ouderen zijn ook vaker betrokken bij arbeidsongevallen. Het vallen van hoogte, ‘gegrepen’ worden door bewegende delen van een machine, geraakt worden door vallende objecten en aanrijdingen zijn de meest voorkomende ongelukken.

Tussen winst en moraal Bij al dat cijfermateriaal komen verschillende vragen boven drijven. Dat is natuurlijk niets nieuws, maar probeer daar maar eens antwoord op te geven. Wim Huisman, professor aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit Amsterdam zal daar op ingaan. Is (machine)veiligheid eigenlijk wel in getallen – geld klinkt zo naar – uit te drukken? Over dit onderwerp zijn wereldwijd diverse studies afgerond. Toch blijft de behoefte bestaan om met hulp van beschikbare gegevens een praktijkinschatting te kunnen doen. Gerd-Jan Frijters, eigenaar en oprichter van D&F neemt het met de bezoeker door.

Handhaver of stoomwals? Bij het onderzoek naar de toedracht van ernstige arbeidsongevallen bekijkt de Inspectie SZW of er regels zijn overtreden en hoe een ongeval voorkomen kan worden. Een bedrijf kan door een ongeval met zijn product plotseling in aanraking komen met een


toezichthouder. In de plenaire bijdrage ‘Toezichthouder: handhaver of stoomwals?’ gaat Marieke Coumans, oprichter en advocaat bij Fifth Advocatuur, in op de mogelijke gevolgen.

Veiligheidsbewust ontwerpen Zoals elk jaar zit de middag van het evenement vol met sessies – verdeeld over twee series van drie parallelle ‘learnshops’ – die diep duiken in een selectie van onderwerpen. Erik Tempelman is universitair hoofddocent aan de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft. Maar hij bestiert sinds vorig jaar ook een eigen adviesbureau. In zijn bijdrage ‘Veiligheidsbewust ontwerpen in de 21ste eeuw: ďŹ rst time right of toch form follows failure?’ gaat Tempelman op basis van een bijzonder praktijkgeval in op het belang van kritisch denken en van de noodzaak tot nauwe samenwerking in de waardeketen in relatie tot productveiligheid.

Pneumatiek en veiligheid Ook in de learnshop Pneumatiek en veiligheid, die wordt gegeven door Rinus Simonis, eigenaar/adviseur en trainer van Biaset speelt ontwerp een belangrijke rol. Bij het ontwerp van een machine, worden de pneumatische bewegingen soms als ‘gevaarlijk’ geclassiďŹ ceerd. Allereerst moet dan worden getracht de bewegingen zodanig te ontwerpen dat letsel en/of schade beperkt blijft. Maar wat als een wijziging van het ontwerp niet meer mogelijk is? Hoe kun je bij pneumatiek een ‘gevaarlijke situatie’ herkennen? Wat kun je met pneumatiek in relatie tot veiligheid?

Kopen, kopen, kopen Maar uiteraard ontwerpt en maakt niet iedereen alles zelf. Daarom zal Nick de With, eigenaar en safety consultant van en bij Fusacon de aanschaf van machines in projecten centraal stellen in zijn middagbijdrage. Niet onterecht, want bij de aankoop van machines worden in de praktijk nogal eens fouten gemaakt, variĂŤrend van het onterecht aankopen van een machine zonder CE-markering tot een machine die in de praktijk onveilig blijkt te zijn.

Wereldwijd verkopen Ontwerpen ĂŠn verkopen komen als onderwerp samen in een van de drie sessies die in de tweede serie parallelle lezingen de bezoeker weer met de nodige keuzestress confronteren. Rik de Muinck, directeur Global Sales bij AWL-Techniek heeft ‘Globaal zaken doen in veranderende tijden’ op het programma staan. Wereldwijd zaken doen staat tenslotte in het centrum van de belangstelling.

Collaboratieve robot Niet minder een onderwerp van deze tijd is uiteraard de collaboratieve robot. Martijn Drost, eigenaar van DSC, gaat als onafhankelijk adviseur machineveiligheid dieper hierop in. In zijn verhaal ‘Veilig toepassen

Hoeveel is machineveiligheid ons waard? Wat mag het kosten?

van een (collaboratieve-) robot in een productiecel’ worden aan de hand van een voorbeeldproject de gevaren en valkuilen bij de integratie van een robot in een productiecel belicht.

SubstantiĂŤle wijziging Tot de meest gestelde vragen bij het onderwerp machineveiligheid hoort behalve de vraag ‘Is dit een voltooide of onvoltooide machine?’ ook de vraag ‘Is dit een substantiĂŤle wijziging?’ De gids voor de toepassing van de Machinerichtlijn noemt ‘de nationale autoriteit Inspectie SZW’ als de partij die over die laatste vraag uitsluitsel kan geven. Dan is er uiteraard niks beter dan dat Radbout van Wezel, senior inspecteur bij de Inspectie SZW, daar over komt vertellen. Omdat het dit jaar een jubileumeditie is eindigt het Safety Event deze keer om 18.00 uur met de belofte dat voor de inwendige mens dan het nodige gereed staat. Wie dan nog vragen heeft kan terecht bij de sponsoren die ook tijdens de verschillende pauzes ter beschikking staan Dit jaar zijn dat ABB, Balluff, D&F Consulting, Elobau, Euchner, Festo, Fusacon, IFM, Inspectie SZW, Inrato, Leuze electronic, NEN, Omron, Schmersal, Schneider Electric, Siemens, Teleradio, TCPM, Turck, Wago en WeidmĂźller. <

Voor alle bezoekers heeft de organisatie wel de volgende waarschuwing: let op uw telefoon of laptop als u in de zaal plaatsneemt, want in de afsluitende plenaire sessie in de middag treft de bezoeker een professionele, maar gelukkig wel ethische hacker: Jochen den Ouden. Hij vertelt hoe dat hacken in zijn werk gaat en wat er op het voor velen duistere deel van het internet allemaal mogelijk is. En vooral, wat kun je er als onderneming en/of persoon tegen doen? Wat zijn de risico’s van het Internet of Things (IoT 4.0)? Hoe test je een applicatie, een (draadloos) netwerk of software en biedt digitaal testen voldoende zekerheid?


Praktische antwoorden op al uw vragen over machineveiligheid! Bent u ook bij de jubileumeditie van het Safety Event aanwezig op 14 mei aanstaande? Het thema van dit jaar: Safety in tijden van verandering. Wat heeft het Safety Event u te bieden? • Laat u inspireren tijdens het plenaire programma • Doe kennis op bij de learnshops tijdens het middagprogramma • Krijg praktische antwoorden van de Safety doctors, die alle safety-gerelateerde vragen beantwoorden • Kom in contact met vakgenoten, fabrikanten en toeleveranciers op de informatiemarkt Datum: 14 mei 2019 Locatie: Evoluon Eindhoven Prijs deelname: € 150,-. Sponsored by:

www.safetyevent.nl


Een sterke line-up zorgt voor inzicht en inspiratie:

Schrijf u nú in!

Plenair programma: z 10 jaar Safety Event; verleden, hede heden en vooral toekomst.

Paul Hoogerkamp, Eigenaar/Safety Consultant, MECID te Voorst. z ((Machine)veiligheid, ) g , wat is het rendement?

Gerd-Jan Frijters, Eigenaar en oprichter van D&F te Breda. z Tussen winst en moraal. Wim m Hui Huisman, an, Professor Profes Pr

versiteit AAmsterdam Faculteit Rechtsgeleerdheid, Vrije Universiteit z Toezichthouder, handhaver of stoomwals?

Marieke Coumans, Oprichter en advocaat bij Fifth Advocatuur te Tiel. z Plenaire workshop: Cybersecurity:

een beknopte ‘cursus’ hacken. Jochen den Ouden, Ethische Hacker, JOCHENDENOUDEN te Hardenberg.

Parallel programma - Learnshops: Veiligheidsbewust ontwerpen in de 21ste eeuw, Erik Tempelman, eriktempelman.com | Aanschaf van machines in projecten, Nick de With, Eigenaar/Safety Consultant, FUSACON te Hagestein | Pneumatiek en veiligheid, Rinus Simonis, Eigenaar/Adviseur en trainer, BIASET te Capelle aan den IJssel | Veilig toepassen van een (collaboratieve-) robot in een productiecel, Martijn Drost, Eigenaar/Adviseur en trainer, DSC te Veenendaal | Substantiële wijziging van machines, Radbout van Wezel, Senior inspecteur – specialist/HVK, Inspectie SZW te Utrecht | Globaal zaken doen in veranderende tijden, Rik de Muinck, Director Global Sales, AWL-Techniek te Harderwijk.

Your Global Automation Partner


Door een roze bril Met haar nieuwe fabriek in Haiger, waar de nieuwe AX compact en KX kleine behuizingen van de band rollen, haalt Rittal het dna van Industrie 4.0 binnenshuis. Industrie 4.0 door een roze bril. Letterlijk, want elke robot, agv of railbaan loopt keurig in de pas met de kenmerkende roze huiskleur.

ROEL VAN VEMDE

Aandrijven en Besturen mocht vorige maand een ronde maken door de nieuwe fabriek. Maar liefst 250 miljoen euro werd uitgetrokken om een geavanceerde productiefaciliteit neer te zetten voor de nieuwe compacte en kleine behuizingen. De leverancier van behuizingen, stroomverdeling, klimaatbeheersing en IT-infrastructuur wilde “een fabriek die volledig is afgestemd op de principes van Industrie 4.0â€?, zoals Friedhelm Loh, eigenaar en CEO van de Friedhelm Loh Group, het omschrijft. De hallen beslaan zo’n 24.000 m2 en bieden onderdak aan honderd hightech machines die dagelijks zo’n 9.000 AX- en KX-behuizingen produceren. De plant in Haiger is in hoge mate geautomatiseerd. Aan het einde van het productieproces worden de afzonderlijke assemblages automatisch samengevoegd en wordt een QR-code toegepast voor identiďŹ catie en verdere verwerking door de klant. Machines en handling communiceren met elkaar en met de besturing via industriĂŤle 4.0-compatibele communicatienetwerken. Materialen en componenten worden verplaatst door

middel van twintig agv’s. Ook het verpakken, markeren en overbrengen naar het distributiecentrum gebeurt automatisch.

Welke data wel en welke niet? De Haiger-fabriek is een pilot en moet dienen als rolmodel voor de internationale activiteiten van Rittal. Dat geldt ook voor Rittal’s eigen producten en diensten op het gebied van IIoT. De Blue e+ koelaggregaten verhogen de energie-efďŹ ciĂŤntie en zijn via de IIoTinterface geĂŻntegreerd in de monitoring- en energiemanagementsystemen. Het gehele machinepark levert permanent gegevens uit het besturingssysteem en de actuele bedrijfssituatie. De productie in de nieuwe fabriek is een permanente bron van bruikbare gegevens. In de toekomst zal deze info worden verzameld in een datacenter en geanalyseerd worden door zusterbedrijf Innovo. “Welke data uit een digital twin kunnen we in onze fabriek gebruiken? Dat is een belangrijke vraag, het is de kunst te zoeken welke data we kunnen gebruiken, want het complete volume is te

De Haiger-fabriek is een pilot en moet dienen als rolmodel voor de internationale activiteiten van Rittal. (Foto’s: Rittal)


veel. Simulatie is daarom ook de basis voor de inrichting van onze nieuwe fabriek”, legt Carsten Röttchen, managing director production, uit.

AX en KX Wat was er op productgebied te melden in Hessen? Zoals gezegd ligt de focus op de AX compact en KX kleine behuizingen. “We zien belangrijke trends in decentraliseren en optimaal ruimtegebruik. Deze nieuwe generatie behuizingen speelt hier op in”, vertelt managing director Bussiness Units en Marketing Uwe Scharf op het hoofdkantoor in Herborn. “Ruimte is altijd een thema, daarom willen klanten geen voorraad houden en snel geleverd krijgen.” Naarmate het aantal sensoren en actuatoren in machines toeneemt, neemt ook het aantal componenten en kabels in de besturingssystemen en schakelapparatuur toe. Bovendien wordt het digitale tijdperk steeds meer voelbaar in de schakelwerkplaatsen, met meer behoefte aan automatisering, grotere flexibiliteit en productbeschikbaarheid. De nieuwe AX en KX zijn ingebed in digitale processen, wat zorgt voor een makkelijke montage en installatie van componenten. Het staat ook voor de digitale transformatie van een gestandaardiseerd product dat al meer dan 50 jaar wordt gemaakt: 35 miljoen stuks van de AE-behuizing werden al geproduceerd. Scharf: “In combinatie met de introductie van onze Blue e+ serie en het VX25 grote behuizingssysteem betekent dit dat al onze kernproducten volledig opnieuw zijn ontworpen voor Industrie 4.0.” Bij de toevoegingen aan het behuizingsportfolio kunnen de panelen individueel worden verwijderd. Ook de montage van deuren en nokkensluitingen is eenvoudiger en meestal zonder gereedschap. De wandmontagebeugel kan nu snel vanaf de buitenkant van de compacte of kleine behuizing worden vastgeschroefd. Een ander voordeel is dat er meer ruimte beschikbaar is. Het modulaire ontwerp zorgt volgens de producent voor gemiddeld een derde meer ruimte voor kabels. KX kleine behuizingen van 150 mm x 150 mm x 150 mm x 80 mm zijn geschikt als slechts enkele componenten in klemmenkasten en busbehuizingen worden ondergebracht. AX compacte behuizingen zijn verkrijgbaar met een diepte tussen 120 mm en 350 mm en in een maximale afmeting van 1.000 mm x 1.400 mm.

Intelligente stroomverdeling Volgens de fabrikantenvereniging ZVEI was automatisering (inclusief elektrische aandrijvingen en schakelapparatuur) het snelst groeiende segment van de Duitse elektrische en elektronische industrie in de afgelopen twee jaar. Dit wordt aangedreven door zowel een hausse in de machine- en installatietechniek als door de inzet van steeds krachtigere aandrijftechnologieën. Schakelapparatuur voor de stroomverdeling moet daarom evolueren om aan steeds hogere eisen te voldoen - inclusief hogere stroomsterkten, in

combinatie met compacte afmetingen. Rittal antwoordt hierop met de Ri4Power, gebaseerd op de nieuwe VX25-behuizing. Dit zorgt voor meer efficiëntie voor paneelbouwers en fabrikanten van schakelapparatuur voor de stroomverdeling in industriële omgevingen. De Ri4Power heeft hogere stroomsterkten en eenvoudigere bewaking en onderhoud. Bovendien zijn oplossingen op basis van dit systeem getest en gecertificeerd volgens IEC 61439. In tegenstelling tot zijn voorganger hebben de koperen rails een kleinere dwarsdoorsnede, waardoor een hogere nominale stroom van maximaal 6.300 A mogelijk is. De componenten kunnen op de horizontale of verticale profielen van het VX25-frame worden gemonteerd, waardoor de totale hoeveelheid benodigde profielen afneemt. Bovendien is er voor de Ri4Power een speciale zijwand van het compartiment beschikbaar, die links of rechts van de behuizing kan worden geplaatst. Deze verdeelt de oplossing in afzonderlijke compartimenten, afhankelijk van de functie, bijvoorbeeld om een kabelrangeervak of ruimte voor extra componenten. Het systeem biedt een aantal voordelen op het gebied van onderhoud. De nieuwe railsteunen en connectoren zijn toegankelijk vanaf de voorzijde. Dit maakt het gemakkelijker om bijvoorbeeld het aanhaalmoment van schroeven te controleren of om de temperatuur van de contactpunten te bepalen met behulp van een infraroodcamera.

Materialen en componenten worden verplaatst door middel van twintig agv’s.

Data-analyse en IIoT Naast de nieuwe fabriek was dé showcase afgelopen maand natuurlijk Hannover Messe. Hier liet Rittal de voordelen van intelligente data-analyse zien, in combinatie met IIoT. Daarbij gaat het om de integratie van actieve oplossingen als koeleenheden, koelmachines en machines met informatiemanagementtools via sensoren en IoT of IIoT interfaces, op platforms als Eplan eView en RiZone of op standaard platforms als Siemens MindSphere, zo viel te zien in Hannover. Een slordige 300 kilometer naar het zuidoosten wordt intussen hard gewerkt aan het volledig operationeel krijgen van de nieuwe fabriek in Haiger. Hoewel er al geproduceerd wordt, verwacht Rittal na de zomer op volle kracht te draaien. <


Doorsnede van de elektromotor. De kern van de motor is een stator die bestaat uit twaalf afzonderlijke tanden, die met een platte draad rechtop worden gewikkeld. (Foto’s: Fraunhofer ICT)

Polymeer elektromotor direct gekoeld Het lichter maken van elektrische auto’s betekent ook het verminderen van het gewicht van de motor. Een manier om dat te doen is door het te construeren uit vezelversterkte polymeermaterialen. Onderzoekers van het Fraunhofer Institute for Chemical Technology ICT werken samen met het Karlsruhe Institute of Technology KIT aan de ontwikkeling van een nieuw koelconcept dat het mogelijk maakt om polymeren te gebruiken als materiaal voor de motorbehuizing. En dat is niet het enige voordeel van het nieuwe koelconcept: het verhoogt ook de vermogensdichtheid en efďŹ ciĂŤntie van de motor. De twee belangrijkste onderdelen van een elektrische aandrijijn zijn de elektrische motor en de batterij. Bij het gebruik van een elektromotor voor milieuvriendelijke mobiliteit spelen drie zaken een belangrijke rol: een hoge vermogensdichtheid, een compacte conďŹ guratie die goed in het elektrische voertuig past en een hoog rendement. In het kader van het DEmiL-project (zie kader), een Duitse afkorting die staat voor direct gekoelde elektromotor met geĂŻntegreerde lichtgewicht behuizing, werken onderzoekers van Fraunhofer ICT in PďŹ nztal nu samen met het Institute of Vehicle System Technology (FAST) en het Institute of Electrical Engineering (ETI) van het KIT aan de ontwikkeling van een nieuwe aanpak die directe koeling van de stator

en rotor omvat. “Een elektrische motor bestaat uit een roterende rotor en een statische stator. De stator bevat de koperen wikkelingen waar de elektriciteit doorheen stroomt, dit is waar de meeste elektrische verliezen optreden. De nieuwe aspecten van ons nieuwe concept liggen in de stator�, zegt Robert Maertens, onderzoeker bij Fraunhofer ICT.

Rechthoekige draad vervangt rond Elektrische motoren hebben een hoog rendement van meer dan 90 procent, wat betekent dat een groot deel van de elektrische energie wordt omgezet in mechanische energie. De resterende 10 procent van de elektrische energie gaat verloren in de vorm van warm-


te. Om oververhitting van de motor te voorkomen, wordt de warmte in de stator momenteel via een metalen behuizing naar een koelmantel gevuld met koud water geleid. In dit project heeft het team van onderzoekers de ronde draad vervangen door rechthoekige platte draad, die beter in de stator gewikkeld kan worden. Hierdoor ontstaat er meer ruimte voor het koelkanaal naast de vlakke draadwikkelingen. “In dit geoptimaliseerde ontwerp kunnen de warmteverliezen worden afgevoerd via het koelkanaal in de stator, waardoor het niet meer nodig is de warmte door de metalen behuizing naar een externe koelmantel te transporteren. In feite is er in dit concept helemaal geen koelmantel meer nodig. Het biedt ook andere voordelen, zoals een lagere thermische inertie en een hoger continu vermogen van de motorâ€?, vertelt Maertens, die enkele van de voordelen van het nieuwe systeem uitlegt. Bovendien wordt in het nieuwe ontwerp een rotorkoeloplossing ingebouwd die het mogelijk maakt om het warmteverlies van de rotor op de juiste wijze in de motor af te voeren. Door de warmte dicht bij de plaats waar deze wordt opgewekt af te voeren, konden de projectpartners de hele motor en behuizing van polymeermaterialen construeren, wat tot verdere voordelen leidde. “De polymeren behuizingen zijn licht van gewicht en gemakkelijker te produceren dan aluminium behuizingen. Ze lenen zich ook voor complexe geometrieĂŤn, zonder dat er een nabehandeling nodig is, dus we hebben echt bespaard op het totale gewicht en de kostenâ€?, aldus Maertens. Het metaal dat momenteel nodig is als warmtegeleider kan worden vervangen door polymeermaterialen, die een lage thermische geleidbaarheid hebben in vergelijking met metalen.

- Financiering: Vector Stichting - Looptijd: 1 maart 2017 - eind februari 2019

Projectpartners: - Institute of Electrical Engineering (ETI) van KIT: Ontwerp van de elektromotor, basisconcept met interne koelkanalen, rechtopstaande wikkelingen - Institute of Vehicle System Technology (FAST) bij KIT: gietvorm, simulatie van polymeercomponenten, thermomechanische simulatie - Fraunhofer ICT, Polymer Engineering Department: Verwerking van polymeren, spuitgieten van thermohardende gietvormen - Fraunhofer ICT, New Drive Systems Department: Conceptie- en design engineering, prototypebouw

De projectpartners kozen ervoor om vezelversterkte, thermohardende kunststoffen van projectpartner SBHPP Vyncolit te gebruiken die een hoge temperatuurbestendigheid en hoge weerstand bieden tegen agressieve koelmiddelen. In tegenstelling tot thermoplasten zwellen thermosets niet op wanneer ze in contact komen met chemicaliĂŤn.

Geschikt voor grote serieproductie De polymeerbehuizing wordt geproduceerd in een geautomatiseerd spuitgietproces met behulp van fenol Vyncolit X7700. De cyclustijd voor de productie van de prototypen is momenteel vier minuten. De statoren zelf zijn overgoten met een thermisch geleidende epoxyharssamenstelling (Sumikon EME-A730E) in het gietproces. Het team van onderzoekers koos voor een ontwerp- en productieprocĂŠdĂŠ voor de elektrische motor die het mogelijk maakt deze in massa te produceren. Het team heeft de assemblage van de stator al afgerond en het koelconcept experimenteel getest. “We gebruikten een elektrische stroom om de hoeveelheid warmte in de koperen wikkelingen te introduceren die volgens de simulatie in de echte werking zou worden gegenereerd. We zagen dat we al meer dan 80 procent van de verwachte warmteverliezen kunnen afvoeren. En we hebben al een aantal veelbelovende benaderingen voor het omgaan met de resterende warmteverliezen van iets minder dan 20 procent, bijvoorbeeld door het optimaliseren van de koelvloeistofstroom. We zijn nu in het stadium van de assemblage van de rotoren en zullen binnenkort in staat zijn de motor op de testbank van het Institute of Electrical Engineering te laten draaien en in de praktijk te testenâ€?, aldus Maertens, die de huidige status van het project samenvat.<

Koelvloeistofcircuit in de stator.


Brouwen op metaalpoeder Swinkels Family Brewers (voorheen Bavaria) gaat metaalpoeder gebruiken als duurzame brandstof om stoom te produceren voor hun brouwproces. Dit poeder bevat energie en kan verbrand worden. De energie die vrij komt, kan gebruikt worden voor het opwekken van stoom, dat weer stoomturbines kan aandrijven voor elektriciteit of aandrijvingen van industriĂŤle processen.

De brouwerij gaat dit doen met behulp van een installatie gebouwd door studenten en onderzoekers van de TU Eindhoven, engineeringbedrijven en Metalot. Studenten en onderzoekers van de TU Eindhoven hebben een systeem ontworpen om de energie die vrijkomt bij het verbranden van metaal, praktisch te gebruiken. Daarmee pakken ze twee grote maatschappelijke problemen aan: het opslaan van energie en het vermijden van CO2-uitstoot. Net als aardolie en kolen bevat metaalpoeder energie en kan het verbrand worden. Het restproduct is dan geen koolstofdioxide (CO2), maar metaaloxide (in dit geval roestpoeder). De energie die vrijkomt, kan gebruikt worden voor het opwekken van stoom, dat weer stoomturbines kan aandrijven voor elektriciteit of aandrijvingen van industriĂŤle processen. Dit is een circulair proces, doordat het roestpoeder gemakkelijk is af te vangen en kan worden ‘geregenereerd’ tot schoon metaalpoeder.

Testopstelling van brandend ijzerpoeder. (Foto: Bart van Overbeeke).

dichtheid, is erg geschikt voor transport, en houdt de opgeslagen energie ook vrijwel permanent vast. Door de hoge temperatuur waarbij het ijzerpoeder kan worden verbrand, is het ook erg geschikt voor toepassing in industriĂŤle processen.

IJzerpoeder als energiedrager

Circulair proces

Er is veel vraag naar nieuwe energiedragers. Zonne- en windenergie zijn niet altijd beschikbaar waar, en wanneer nodig. Het is zonde om de overtollige duurzame energie weg te gooien, maar de manieren van energie opslaan zijn niet altijd toereikend. De keuze van ijzer als energiedrager heeft verschillende voordelen. Het is niet alleen ruim voorradig op aarde en goedkoop, maar het heeft ook een grote energie-

Als het ijzerpoeder eenmaal verbrand is tot roestpoeder, moet het ook weer geregenereerd worden tot schoon ijzerpoeder. In de staalindustrie is veel ervaring met dat proces. Het maken van ijzer uit ijzererts lijkt erg veel op het produceren van ijzer uit roestpoeder. IJzerpoeder wordt verbrand (combustion) en wordt zo roest. De energie die vrijkomt bij verbranding kan gebruikt worden om elektriciteit op te wekken, in de industrie (zoals het voorbeeld van Brouwerij Bavaria) of in de transportsector. Later kan het roest geregenereerd (reduction) worden tot ijzer.

Duurzamer bier brouwen

Team Solid werkt aan het gedeelte ijzer/verbranding/roest. (Afbeelding: Team Solid)

Naar aanleiding van onderzoek naar metaalverbranding in de onderzoeksgroep van TU/e-professor Verbrandingstechnologie Philip de Goey, is in 2016 een honors project opgezet voor twee studenten technische natuurkunde en een student werktuigbouwkunde. Het studentenproject richtte zich op de warmte die ontstaat uit de verbranding van ijzerpoeder boven een waxinelichtje. Het jaar erna startten 19 studenten de ontwikkeling van het proof-of-concept,


Samenwerking met industrie Het systeem wordt mogelijk gemaakt door een financiering van 2,4 miljoen euro, waarvan 1 miljoen van de provincie Noord-Brabant, en een samenwerking met verschillende industriële partijen. De installatie moet functioneel zijn in juli dit jaar. De

met een kleine energie-installatie die draait op ijzerpoeder, die vorig jaar werkend is geworden. Die installatie had een vermogen van een gemiddelde cv-ketel. De installatie die bij Swinkels Family Brewers komt, gaat stoom leveren aan het stoomnetwerk van Bavaria. Die installatie zal goed zijn voor 100 kW, wat overeenkomt met het vermogen van de cv-ketels van vijf huishoudens. Het doel van dit project is vooral het aantonen van de potentie van de installatie, met het oog op verder onderzoek naar de technologie. Swinkels Family Brewers wil met deze duurzame innovatieve technologie het brouwproces minder afhankelijk maken van fossiele brandstoffen. Met het subsidieproject van onder andere de provincie Noord-Brabant en samenwerking met zeven bedrijven, twee stichtingen en de TU Eindhoven, wil het studententeam laten zien dat hun technologie een volwaardig alternatief is voor systemen die nu nog draaien op gas.

Metaalvlam door het verbranden van ijzer. (Foto: Bart van Overbeeke).

betrokken engineeringbedrijven dragen voor een miljoen euro aan fte’s bij en drie andere bedrijven nog eens samen 3,5 ton euro cash. Elk bedrijf is gespecialiseerd in een verschillend aspect van het demonstratiesysteem: EMGroup heeft ervaring met het bouwen van gespecialiseerde industriële branders, Romico is gespecialiseerd in stofafvang en HeatPower in het maken van zogenaamde add-on Rankine Compression Gasturbines. <

Engineering Event Safety 14 mei 2019

Tel. 072-5717821 info@mctechnology.nl www.mctechnology.nl

ElectroCraft IMD series Stappen- en BLDC motoren en Lineaire actuators met opgebouwde driver/controller

Compact, robuust, betrouwbaar. Serie 61 compacte noodstopschakelaar. UL-gecertificeerd – veiligheid in een compact ontwerp voor mobiele besturingsunits.

. Zeer beperkte inbouwdiepte achter paneel (21.2 mm) . Hoge frontbescherming IP69K en IP67 . Robuust mono-block ontwerp met mechanische ontkoppelde ontgrendeling . Optionele verlichtingen tot 3 schakelelementen

Voeding 12-48 Vdc Digitale en Analoge I/O • Open of Closed loop • RS232/CANbus 2.08 • CANopen/EtherCat •

• • •

• www.eao.nl

Stand-alone programmeerbaar Single of Multi axis controle Koppel, Snelheid of Positie mode Krachtige en gebruiksvriendelijke MotionPRO software Compact en kosten besparend

Your Expert Partner for Human Machine Interfaces


Tempo met transitie Met het vervangen van oude elektromotoren door zuiniger motoren kan de industrie meer energie besparen. Dat concludeert de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) naar aanleiding van onderzoek bij fabrikanten van transportsystemen en elektromotoren. De bezochte bedrijven voldoen aan de normen, maar in offerte-trajecten nemen fabrikanten nog te weinig opties voor een zuinigere motor op. Elektromotoren worden toegepast in uiteenlopende industriĂŤle machines en apparaten. Al die elektromotoren samen gebruiken veel energie: in Europa ruim 65 procent van het industriĂŤle energieverbruik. De Europese EG-Verordening 640/2009 voor elektromotoren stelt daarom eisen aan het energieverbruik. In Nederland ziet de ILT toe op het naleven van de verordening. Het verbruik van elektromotoren kan met 20 tot 30 procent worden verlaagd door motoren meer efďŹ ciĂŤnt te maken, zo schreven we vorige maand al in Aandrijven en Besturen 3 in het verslag van de Motor Summit 2018. Daarmee kan in Europa jaarlijks 135 miljard kWh worden bespaard, goed voor een afname van de CO2-uitstoot met 63 miljoen ton per jaar.

aandacht van hun klanten brengen. De bezochte bedrijven voldoen aan de normen van de verordening. Wel vond de ILT tekortkomingen bij de wettelijk voorgeschreven technische documentatie en productinformatie. Onderzoek in andere lidstaten bevestigt dat elektromotoren van Europese leveranciers voldoen aan de efďŹ ciĂŤntie-eisen uit de verordening. Een aantal fabrikanten van elektromotoren koopt motoren in China en Turkije en brengt deze onder eigen merknaam in de handel. Bezochte reparatiebedrijven signaleren dat machines uit deze landen regelmatig zijn voorzien van motoren van lagere kwaliteit. De ILT wil later dit jaar onderzoeken of die motoren ook voldoen aan de gestelde eisen.

Tekort bij productinformatie

Europese Verordening: minstens IE3

De ILT heeft fabrikanten van transportsystemen en elektromotoren bezocht om te onderzoeken of ze voldoen aan de eisen uit de Europese Verordening. Ook bekeek de ILT hoe de fabrikanten het toepassen van de meest efďŹ ciĂŤnte elektromotoren onder de

De verschillende typen elektromotoren hebben een uiteenlopend energieverbruik. Volgens de Europese Verordening moeten elektromotoren minstens voldoen aan efďŹ ciĂŤntie-niveau IE3 Ăłf aan niveau IE2 uitgerust met een snelheidsvariator. De bedrijven die door de ILT zijn bezocht zijn hiermee bekend. Met zuinigere motoren kan energie worden bespaard. In de offertetrajecten blijkt dit echter nog geen onderwerp van gesprek. De fabrikant neemt meestal geen optie voor een zuinigere motor op in de offerte. Ook vragen de klanten er niet om. Het installeren van een nieuwe motor, stilstand van de productlijn en het opnieuw inregelen van een installatie kost tijd en geld. Daarmee wordt de terugverdientijd langer. Ook voortijdige vervanging van oude motoren vindt men meestal te kostbaar. Uit onderzoek blijkt dat dit slechts bij een vijfde van de motoren gebeurt. Bijna de helft van de motoren gaat twee keer langer mee dan de ofďŹ ciĂŤle levensduur. Dat betekent dat er nog veel energiebesparing door het vervangen van oude elektromotoren met de meest energiezuinige motoren mogelijk is.

Volgens de Europese Verordening moeten elektromotoren minstens voldoen aan efďŹ ciĂŤntie-niveau IE3 Ăłf aan niveau IE2 uitgerust met een snelheidsvariator.

Informatieplicht energie besparen Op 1 juli 2019 treedt de ‘informatieplicht energiebesparing’ in werking. Bedrijven die onder deze plicht


De nieuwe Grundfos MGE IE5-motor, die een energiebesparing van 10 procent en een afname van de terugverdientijd van geregelde E-pompen tot wel 25 procent biedt ten opzichte van een IE3-oplossing. (Foto: Grundfos)

vallen moeten energiebesparende maatregelen nemen die een terugverdientijd hebben van minder dan vijf jaar. Regionale Uitvoeringsdiensten zien hier op toe. Elektromotoren maken onderdeel uit van deze maatregelen en mogen op een zogenaamd ‘natuurlijk moment’ worden vervangen. Motoren kunnen echter lang meegaan. Hierdoor kan de vervanging lang op zich laten wachten en daarmee dus ook de potentiële energiebesparing.

Inspecties De ILT wijst bedrijven en organisaties erop dat het vroegtijdig vervangen van oude motoren door

energiezuinige motoren kan bijdragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. Aanpassingen in de huidige wetgeving zouden daarbij kunnen helpen. De ILT zal regelmatig inspecties blijven uitvoeren, bijvoorbeeld na het invoeren van nieuwe wetgeving. Hierbij zal ook gekeken worden naar Nederlandse importeurs van elektromotoren die afkomstig zijn van buiten de EU. De ILT zal met de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO) en Kennisnetwerk Efficiënte Elektrische Aandrijfsystemen (KEEA) meedenken en -werken aan de bewustwording over het gebruik van zuinigere motoren. <


Met behulp van de online readycable productvinder tool kunnen geconfectioneerde drivekabels voor gebruik in kabelrupsen snel worden geselecteerd en besteld. De nieuwe levensduurcalculator breidt service uit en voorspelt nu de kabellevensduur. Op deze manier kan de gebruiker zijn speciale rupsgeschikte kabel selecteren, op lengte, uit meer dan 4.200 aansluitklare drivekabels. Wanneer de gebruiker op zoek is naar een drivekabel, dan biedt igus een oplossing uit meer dan 4.200 kabeltypen, conform 24 merkstandaarden. Voer het artikelnummer in of selecteer het merk uit het menu. Klik vervolgens op het gewenste kabeltype en de productvinder toont een overzicht van alle geschikte drivekabels. Het overzicht beslaat diverse mantelkwaliteiten, zoals PUR, PVC of TPE, waaronder hun belangrijkste eigenschappen als buigradius en maximum rijweglengte. De levensduurcalculator voorspelt de kabellevensduur in de kabelrups na het invoeren van parameters als snelheid, bedrijfstemperatuur en acceleratie. De prijs wordt eveneens weergegeven. Met een volgende klik kan het artikel aan het winkelwagentje worden toegevoegd. De geselecteerde drivekabel wordt geleverd op de gewenste lengte, tot op de centimeter nauwkeurig.

Het RHP-merk met het gamma Self-Lube lagerunits van NSK is uitgebreid met producten die ontworpen zijn volgens de JIS-norm. Tegelijkertijd met dit nieuwe J-Line gamma stelt de fabrikant ook een nieuw verpakkingsontwerp voor. De J-Line lagereenheden bestaan uit zes van de populairste behuizingstypen: pillowblock met/zonder montagevoet, vierkante en ronde ens, tweegatenens en een ‘take-up’-eenheid. Ook beschikbaar zijn drie behuizingstypen uit geperst staal en vijf inzetstukken (brede en smalle stelschroef, brede en smalle slotkraag en adapterhuls), waarmee boringdiameters van 12 tot 90 mm afgedekt kunnen worden. De lagers uit de J-Line reeks zullen gemakkelijk herkenbaar zijn dankzij het gloednieuwe verpakkingsontwerp en zijn vanaf april 2019 verzendklaar. Deze uitvoeringen zijn geschikt voor gebruik in bedrijven die actief zijn in onder andere landbouw, cement, bouw, constructie, voeding, materiaalbehandeling, verpakking, papier, staal, textiel en vele andere. Om de selectie te vereenvoudigen is de nieuwe Bearing Unit Catalogus met daarin zowel J-Line als de Self-Lube reeksen. Ook een elektronische versie wordt binnenkort gepresenteerd. www.nskeurope.com

www.igus.nl

Veiligheidstechniek voor de Machinebouw

w w w . e u c h n e r. n l

MGB2 Modular

Multifunctional Gate Box Veiligheidssysteem met vergrendeling Modulair ontwerp, flexibel combineerbaar Busmodule met ProfiNet / ProfiSafe Tot 6 deuren op ĂŠĂŠn busmodule Uitbreidingsmodule MCM voor nog meer functies Categorie 4 / PLe conform ISO 13849-1

EUCHNER (BENELUX) BV

I

P O S T B U S 11 9

I

N L- 3 3 5 0 A C P A P E N D R E C H T

I

+31 ( 0 )78 615 47 6 6

I

INFO@EUCHNER.NL


De ATEX-lijn radiograďŹ sche besturingen kennen vanaf nu ook een explosieveilige variant: de ‘LK NEO EX’. De nieuwe zenderunits voldoen aan de UE-richtlijn 2014/34/UE voor zones 0/20 en zone 2/22 en aan de IECEx-certiďŹ ceringsregeling zone 0/20. De LK NEO EX zenderunits zijn geschikt voor omgevingen met explosiegevaar als de petrochemische en zware industrie, de chemische en farmaceutische industrie. Ook applicaties in de mijnbouw, houtbewerking en marine en offshore zijn mogelijk. De LK NEO EX zenders kunnen met elke receiver uit de AIR-serie gepaard worden, zolang deze buiten de Ex-risicozone geplaatst wordt. Moet de ontvanger toch in de explosiegevaarlijke omgeving geĂŻnstalleerd worden dan kan dat met een speciale behuizing.

De Guard Lock SLC Modulair. Flexibel. Betrouwbaar.

www.elmatechnology.com

Onder de nieuwe mogelijkheden voor Crimson software zijn een OPC UA client driver met versleutelde w a c h t w o o rd o n dersteuning, OPC UA Historical Access, een MQTTT connector voor Google Cloud en opslag en forward buffering voor cloud connectoren. De nieuwe OPC UA client driver ontsluit met een paar klikken mogelijkheden als diagnostische en prestatie-informatie, van de datatags van een target OPC UA-server. Met deze extra mogelijkheid kunnen de meeste Crimson 3.1-gebaseerde apparaten zowel als OPC UA server en als OPC UA client werken. Dit kan de systeemarchitectuur vereenvoudigen, de schaalbaarheid vergroten en data-integratie versnellen zonder dat er extra hardware of softwareaanpassingen nodig zijn, zegt Red Lion Controls. Op apparaten met een SD-kaart kunnen de MQTTT connectoren worden geconďŹ gureerd om data in het apparaat te bufferen als er geen verbinding met het doelplatform beschikbaar is. Bij deze functie kan worden aangegeven of de data alleen in het geheugen moeten worden gebufferd of dat de SD-kaart van het apparaat moet worden gebruikt om extra opslag te bieden die bewaard moet blijven bij een stroomcyclus.

www.bernstein.eu

www.redlion.net


!

JVL geeft de eerste ‘Add On’ instructies vrij na de introductie van ServoStep geĂŻntegreerde motoren. Hiermee is de geĂŻntegreerde PLC snel en eenvoudig te programmeren in de Studio 5000 software van Rockwell Automation. De motoren van JVL hebben in ĂŠĂŠn behuizing motor, drive en controller, multiturn encoder, de PLC, EthernetSwitch en de STO (Safe Torque Off) optie. Door alle componenten in deze ene behuizing te integreren, zijn de afmetingen van de besturingskast minimaal. Om snel te programmeren zijn er nu instructies beschikbaar gesteld voor Studio 5000. Deze instructies vereenvoudigen de inbedrijfstelling. De stappenmotoren beschikken over een stroomregeling die het stroomverbruik reduceert en een 100 procent bedrijfscyclus mogelijk maakt. Kenmerkend is de stapresolutie van 409.600 stappen per omwenteling, waarmee het geluidsniveau zeer beperkt is en de motor rustig loopt. Daarbij is de brede snelheidsrange van 0 – 3.000 min-1 in te stellen in stapjes van 0,01 omwenteling. Het hoge beschikbare koppel bij lage snelheden maakt bovendien compacte oplossingen zonder overbrenging mogelijk. De ServoStep stappenmotoren zijn speciaal geschikt voor meerassige applicaties en formaatinstellingen waar een hoge positioneersnelheid is gewenst.

De capacitieve touch panel serie is verder uitgerold met de ETT 412. Deze 4,3-inch HMI combineert smal ontwerp met ruime visualisatiemogelijkheden. De compacte ETT 412 is ontworpen voor besturings- en controletaken in beperkte ruimten en voor mobiele toepassingen als geautomatiseerde geleide voertuigsystemen in de logistiek. De ETT 412 in widescreen formaat is voorzien van een TFT display met een resolutie van 480 x 272 pixels. Op een relatief klein actief oppervlak van 95 x 54 mm kunnen diverse gegevens duidelijk worden weergegeven. Het capacitieve single-touch scherm zorgt ervoor dat met een lichte aanraking van het displayoppervlak de input al gedetecteerd wordt. Het paneel werkt in combinatie met de plc of extra HMIs via CAN-bus met een datasnelheid van maximaal 1 Mbits/s. Met zijn inbouwdiepte van slechts 35,5 mm kan de ETT direct in de machine of in de bedieningskast worden gebouwd. Het glazen front met IP65 bescherming en een zwart geanodiseerd aluminium frame maakt het paneel geschikt voor gebruik in industriĂŤle omgevingen. www.sigmacontrol.eul

www.rotero.com

Met de M8-connectoren kunnen dankzij de compacte afmetingen kleine apparaten van Ethernet en ProďŹ net worden voorzien. De gegevensoverdracht vindt daarbij plaats door de symmetrisch geordende contacten van de D-polarisatie. In vergelijking met M12-connectoren is de bouwruimte 30 procent kleiner. Met Power-over-Ethernet worden veldapparaten gelijktijdig van zowel data als energie voorzien. Dit bespaart extra ruimte. Een speciale 360 graden-afscherming zorgt voor een zo hoog mogelijke elektromagnetische compatibiliteit en een trillingsbestendige schermaansluiting. De geconfectioneerde M8-connectoren met D-polarisatie zijn geschikt voor 100 Mbit/s CAT5. Ze zijn PoE-geschikt tot 4 A bij maximaal 60 V.

Het besturingssysteem PSS 4000-R voor toepassingen op het spoor is vanaf nu ook beschikbaar met een M12 interface. Dit is een aanvulling op de bestaande interface (RJ-45). De M12 garandeert volgens Pilz een betrouwbaar signaal op en naast het spoor onder de meest uitdagende omstandigheden. Twee versies van de besturingskoppen van de PSS 4000-R zijn uitgevoerd met interfaces voor M12-connectoren. Dit is een uitbreiding op de oplossingen voor spoortrajecten. Een van de twee uitvoeringen met M12 is een kopmodule met PLC-functies en de andere is een I/O-kopmodule. Beide versies voldoen aan de CENELEC-normen EN 5012x. De gecodeerde 4-pins M12 interface zorgt voor storingsvrije communicatie tussen voertuigen en in signaal- en telecommunicatievoorzieningen op het spoor. Ook bij hitte, stof en vocht en onder een hoge mechanische belasting blijft de signaalverwerking goed. De I/O-modules zijn beschikbaar voor veilig digitale en analoge signaalverwerking.

www.phoenixcontact.nl

www.pilz.nl

VOOR VEILIGHEIDSKOPPELINGEN GA JE NAAR GRONEMAN

EAS - Bescherming van uw machine - Spelingsvrije overdracht van het vermogen - Hoge herhaalnauwkeurigheid

B E ZO E K O N S O P G R O N E M A N . N L

AANDRIJFTECHNIEK


De MGBS behuizing is een uitbreiding op de MGB-serie, die uitkomst biedt op plaatsen met weinig ruimte en op hoekposities van afschermingen. De behuizing kan optioneel worden voorzien van drie bedieningselementen: een noodstopknop en twee led-verlichte drukknoppen. Nadat elektrisch is ontgrendeld kan hij met de hendel worden geopend. Zodra de hendel wordt verdraaid, verschijnt er aan de zijkant een lock-out plaat met ruimte voor drie industriĂŤle hangsloten. Hiermee kunnen personen insluiting voorkomen. Ook kan een optionele vluchtontgrendeling aan de binnenzijde van de deur worden geplaatst. De bevestigingsschroeven van de slotplaat en de greepmodule zijn niet zichtbaar en niet eenvoudig bereikbaar. De MGBS werkt op basis van RFID transpondertechnologie en behaalt Categorie 4 / PL e volgens ISO 13849-1, bezit een hoge codering volgens ISO 14119, voldoet aan beschermingsklassen IP65, IP67, IP69 en heeft een houdkracht van 3900N.

Power, Control & Green Solutions Official partner Nederland

www.euchner.nl

VRIJLOOPKOPPELINGEN

Terugloopsperren • Inhaal en Indexering vrijloopkoppelingen 2 - 1 230 000 Nm • Deskundig selectie advies • 3D CAD tekeningen beschikbaar

Specialist in speciale aandrijvingen Maatwerkoplossingen Engineering & Consultancy Eigen productie van speciale aandrijvingen Besturingen & Paneelbouw Modulaire systeemoplossingen Reparatie & Onderhoud

www.ringspann.nl

T +31(0)88 7865200 E info@elsto.eu

elsto.eu


Weintek Labs heeft het assortiment uitgebreid met Remote I/O modules. Daarnaast kunnen sinds kort de cMT3072, cMT3090 en de cMT3151 worden voorzien van Codesys 3 PLC functionaliteit. Codesys werkt volgens de standaard IEC 61131-3 norm. Dit maakt dat de HMI’s gecombineerd worden met remote I/O. De HMI’s zijn uitgerust met een dual-core processor, waarbij 1 core wordt gebruikt voor de visualisatie en de andere core voor de Codesys runtime. De beide core’s werken onafhankelijk van elkaar. De HMI’s beschikken verder over twee Ethernetpoorten, drie seriÍle poorten en een CANbus poort voor de communicatie met de Remote I/O, andere besturingsmodules en een netwerkverbinding. De iR-serie remote I/O is een systeem dat modulair is opgebouwd door middel van verschillende modules. Deze modules bestaan uit een Coupler en digitale- en analoge I/O module die aan deze Coupler kunnen worden geklikt. Aansturing kan via een PLC, maar ook via Codesys dat draait op een Weintek scherm naast de HMI software. Er zijn twee Couplers beschikbaar een CAN bus Coupler en een Modbus TCP/IP Coupler, waarbij de Modbus TCP/IP Coupler twee Ethernetpoorten heeft waardoor je eenvoudig door kunt lussen zonder dat er een switch nodig is. www.plcdirect.eu

De nieuwe MLX90641 verinfrarood (FIR) thermische sensor-array van Melexis heeft in vergelijking met de huidige MLX90640 minder thermische ruis, een hogere verversingsfrequentie van 64 Hz en een verhoogde bedrijfstemperatuur tot 125 °C. De component is een kleine 16 x 12 pixel IR-array in een standaard 4-draads TO39-behuizing, die nauwkeurig temperaturen in het bereik van -40 °C tot +300 °C kan meten. De in de fabriek gekalibreerde componenten hebben een gegarandeerde nauwkeurigheid van 1 °C onder standaard meetomstandigheden. De hoge nauwkeurigheid wordt versterkt door een thermische gevoeligheid, de zogenaamde ‘Noise Equivalent Temperature Difference’ (NETD), van 0,1 KRMS. Er zijn twee beeldhoeken beschikbaar: de standaard 55° x 35° beeldhoek en een groothoek van 110° x 75°. Het apparaat is eenvoudig te gebruiken, werkt met ĂŠĂŠn enkele 3,3 V voeding en slaat alle resultaten op in een intern RAM dat toegankelijk is via een I2C-compatibele digitale interface. Een door Melexis ontwikkeld algoritme zorgt voor een hoge thermische stabiliteit, zelfs in omstandigheden met snel veranderende temperaturen. De MLX90641 heeft 192 FIR-pixels, waardoor minder krachtige processoren hoeven te worden gebruikt, wat bijdraagt aan lagere systeemkosten. Bovendien is er geen herkalibratie nodig, waardoor ook de operationele kosten verder dalen. Het vergrote temperatuurbereik maakt meerdere nieuwe industriĂŤle toepassingen mogelijk, zoals de detectie van oververhitting van vermogenselektronica en allerhande applicaties binnen de automotive. www.melexis.com

Dynamische energietoevoer eenvoudig gemaakt ... ... voor bewegingen in alle richtingen Eenvoudig ontwerp met e-chains , chainflex kabels en componenten van igus . Kies, bereken en bestel online. igus.nl/the-chain ÂŽ

ÂŽ

ÂŽ

Bezoek ons: ABTT Theatre Show, London – Stand L2

Tel. 0346-353 932 info@igus.nl


De tweede versie van het Arduino Uno WiFi-board is praktisch hetzelfde als de Arduino Uno Rev3. Maar deze uitvoering wordt ook geleverd met ingebouwde wiďŹ voor een eenvoudige verbinding met internet, plus de toevoeging van een onboard IMU-sensor (Inertial Measurement Unit). Het board (vormfactor 68,6 x 53,4 mm) is opgebouwd rond de nieuwe ATmega4809 8-bits processor van Microchip met 6 kB SRAM en 256 bytes EEPROM. De onboard SoC-module met TCP/IP-protocolstack kan fungeren als een internettoegangspunt. De wiďŹ -verbinding is beveiligd door een ECC608 crypto-chip-accelerator. Het Uno-board heeft 14 digitale input/ output-pennen - zes kunnen worden gebruikt als PWM-uitgangen - en zes analoge ingangen. Andere functies omvatten een 16 MHz keramische resonator, USB-aansluiting, een ICSPheader, stroomstekker en resetknop. De Uno ondersteunt OTA-programmering (Over-The-Air) voor de overdracht van Arduino-tekeningen of wiďŹ -ďŹ rmware.

Realiseer met slechts 1 sensor functionele veiligheid!

www.rs-online.com

De meerassige stappenmotorcontroller JXC92 kan maximaal drie elektrische aandrijvingen tegelijk besturen. Meerassige controle leidt tot besparingen op programmering en componenten, omdat met ĂŠĂŠn controller drie actuatoren worden aangestuurd in plaats van dat drie apparaten diezelfde taak uitvoeren. Het is een aanvulling op de JXC3 van SMC die vier assen tegelijk kan aansturen en dezelfde EtherNet/IP compatibiliteit heeft. De JXC92-controller bespaart ook ruimte, omdat er minder bedrading nodig is en het apparaat kleiner is in vergelijking met het gebruik van drie afzonderlijke units. Daarnaast wordt tijd bespaard bij de programmering van de motorcontroller. Machineoperators kunnen de pc-kabels sneller aansluiten en loskoppelen, omdat ze meteen tot drie assen kunnen instellen met ĂŠĂŠn verbinding. De JXC92 is ĂŠĂŠn oplossing waarmee lineair (drie assen) en circulair (twee assen) kan worden geĂŻnterpoleerd. De controller is geschikt voor positioneren, kan door krachtregeling nauwkeurig aandrukken en is breed toepasbaar. www.smc.nl

Speciaal voor veiligheidskritische applicaties heeft DIS Sensors de serie QG40N sensoren aangevuld met een tilt schakelaar die voldoet aan SIL1/PLc klasse. Omdat alle verplichte veiligheidscontroles in ĂŠĂŠn behuizing zijn ondergebracht, kan de OEMer nu functionele veiligheid realiseren middels ĂŠĂŠn element in plaats van twee. Door twee tilt schakelaars van dit type toe te passen is een veiligheid van SIL2 te realiseren. Tilt schakelaars zijn elektronische versnellingsopnemers met een schakeluitgang waarbij de vooringestelde hoek horizontaal is. Dit type sensor is ideaal voor bijvoorbeeld het monitoren van een maximale kantelhoek van een platform of het waarborgen van het bereik van een kraan of een giek. Wanneer de gemeten hoek de ingestelde hoek overschrijdt, zal de sensor de uitgang schakelen en hiermee de regelunit van de applicatie op de hoogte stellen van de situatie. Nu verkrijgbaar bij Rotero!

Rotero Holland Pompmolenlaan 21 3447 GK Woerden 0348-495150 info@rotero.com www.rotero.com


De industriĂŤle meet- en regelcomponenten uit de Barksdale 3000-serie worden uitgebreid met het IO-link communicatieprotocol. De BPS3000, een elektronische drukschakelaar met een 4-cijferig display, wordt als eerste uitgerust met IO-link protocol. Later volgen andere producten uit de 3000-serie, die naast druksensoren ook temperatuur- en niveausensoren omvat. De IO-link technologie voldoet aan de internationale IEC 61131-9 richtlijn en communiceert met alle typen IO-link regelaars. De Barksdale IO-link transmitters zijn eenvoudig te installeren met een standaard 3-aderige kabel. Naast de nieuwe IO-link functionaliteit werkt de BPS3000 serie ook als traditionele transmitter met 0-10 V of 4-20 mA uitgang. Met een inbouwhoogte van iets minder dan tien centimeter en een diameter van ruim twee centimeter, kan hij worden geĂŻnstalleerd op systemen met weinig inbouwruimte. De IP67-klasse behuizing maakt de unit geschikt voor natte omgevingen en kan volledig ondergedompeld worden. De BPS300 is beschikbaar voor drukbereiken van 0 tot -1 bar tot 0 tot 600 bar. Net als de standaard uitvoering beschikt de IO-Link-versie over een UL- en CSA-goedkeur.

De decentrale IO-Link master modules uit de DataLine serie dienen als gateway tussen intelligente IO-Link sensoren en de veldbus. Deze modules hebben een separate IoTEthernet-interface. Hierdoor is het mogelijk het automatiseringsnetwerk te scheiden van het IT-netwerk en kunnen de belangrijkste gegevens van de sensoren naar zowel het IT als ERP-systeem verzonden worden. De sensorinformatie wordt via de beschikbare TCP/IP-JSON-interface naar de IT-omgeving verzonden. De IO-Link-master en devices zijn conďŹ gureerbaar met de software LR DEVICE. Deze intuĂŻtieve software vindt alle IO-Link-masters in het netwerk en stelt een overzicht op van de volledige installatie. Bovendien worden alle aangesloten sensoren met de bijbehorende parameters weergegeven, waarmee een parametrering van alle sensoren in het systeem vanaf ĂŠĂŠn centrale locatie mogelijk is. Sensoren en actuatoren kunnen eenvoudig aangesloten worden via standaard M12-verbindingsleidingen zonder afscherming. Afhankelijk van de uitvoering kunnen er tot 4 of 8 IO-Link sensoren worden aangesloten en met in totaal 3,6 A worden gevoed. De leidinglengte mag maximaal 20 m bedragen. Binnen de DataLine serie zijn er van elke variant twee versies in beschermingsklasse IP 67 of IP 69 K: de ene voor algemene industriĂŤle toepassingen en de andere voor gebruik in hygiĂŤnische en natte omgevingen.

www.hitma-instrumentatie.nl

www.ifm.com/nl

De nieuwe conische elementen voor rollenbaanbochten garanderen volgens Interroll optimale ďŹ xatie. De conische elementen worden daarbij van binnenuit vastgezet, zodat ze niet kunnen verschuiven. Het voordeel van deze oplossing is dat deze onzichtbaar is voor de gebruiker. Ook het materiaal is verbeterd. De grijze en zwarte conische elementen zijn geschikt voor gebruik in bijvoorbeeld vrieshuizen bij temperaturen tot -28 graden Celsius. De zwarte elementen hebben tevens antistatische eigenschappen. De oplossing is beschikbaar voor alle RollerDrive series en voor de rollerseries 1700 KXO en 3500 KXO. Dit betekent dat nu alle conische elementen met een diameter van 50 mm met 1,8° in het grijs en zwart en met 2,.2° het in grijs leverbaar zijn. www.interroll.nl

! " # ! ! ! 7ǍǿȇČ&#x;Ŕȼ FČ?ĆĄČ‡Ę‹É­ČśĘ‹ĆĄĆƒÇ ČĽÇŤĆĄČ‡ ŚǍƥĆŽĘ‹ ĆĄĆĄČĽ Ȝȼƥ࢛ɽʋȜɢ Ĺ”ɽɽȜɭĘ‹ÇŤČ&#x;ĆĄČĽĘ‹ ŔŔȼ ʽȜȜɭ ĆŽĆĄ ȇŔɽʋƥȼ࢛ ༚ ɢŔȼƥƥČ?ĹšČśĘ Ë ĆĄÉ­ŕĄŹ ǍȼɽʋŔČ?Č?Ĺ”Ę‹ĆĄĘ É­ ĆĄČĽ ÂśF¥ॳ

$$$' '

ÄŞĹ”ČĽĆŽĹ”Ĺ”ÇŒ ŚƥɽĘ‹ĆĄČ?ĆŽ ÇŤÉ˝ Č&#x;ȜɭÇŒĆĄČĽ ÇŤČĽ Ç Ę ÇŤÉ˝ŕĄł

! "$

! "$

! "$

# ! ! "

% (& (& (

" ! ! !

! "!

)

! ! !

! !

!

! !


VEILIG DRAADLOOS BESTUREN? Universeel toepasbaar voor industrieel gebruik

Onafhankelijk

Gecertificeerd

Gratis testen? info@teleradio.nl Wij leveren universele, draadloze afstandsbesturingen en maatwerkoplossingen voor industriële aandrijvingen en besturingen. Onze producten dragen bij aan een comfortabelere en veiligere werkplek. Als enige in Nederland voorzien van het officieel, extern gecertificeerde SIL3, PLd en PLe veiligheidsniveau. Robuuste en betrouwbare systemen met geavanceerde software voor eenvoudige installatie, een hoge mate van flexibiliteit en instelbare gebruiksparameters. Met recht: safe, smart, strong.

info@teleradio.nl

Tel. +31 (0) 70 - 419 41 20

TELERADIO.NL

SAFE z SMART z STRONG

Industry 4.0 met de Weintek Remote I/O en cMT-series Vele mogelijkheden zoals: WiFi, CoDeSys, MySQL, IIoT, MQTT en EasyAccess. Gratis ontwikkelsoftware Verkrijgbaar bij PLCDirect Benelux, bekend van de goede service en support!

Neem contact met ons op voor meer informatie of een demo op locatie.


Meld u nu aan voor de gratis nieuwsbrief! U ontvangt 2x per week de gratis e-nieuwsbrief En u blij op de hoogte van:

• Productinnovaties • Nieuws • Leveranciers

Ga naar aandrijvenenbesturen.nl/ nieuwsbrief


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.