Authority part 1

Page 1

AUTHORITY ANALYSE VAN HET

S TA D H U I S Deel A




COLOFON

Docenten prof. dipl. ing. Christian Rapp ir. Wouter Hilhorst ir. Ruurd Roorda Met bijdragen van Roland van Deelen Rene Heuvelink Ruud Heynen Koen Hintzen Bas Kikkers Wieger Meijer Rick Melchers Jelmer van der Ploeg Danny Schoester Reinier Simons Arjen Simonse Onder redactie van Roland van Deelen Ruud Heynen Rick Melchers Eerste publicatie in 2014 door Technische Universiteit Eindhoven ISBN:

4


HET PROBLEEM VAN GEHOORZAAMHEID

Voorwoord door Ruurd Roorda

“It has been my endeavour to show in the preceeding pages how every form of noble architecture is in some sort the embodiment of the Polity, Life, History and Religious Faith of nations. Once or twice in doing this, I have named a principle to which I would now assign a definite place among those which direct that embodiment (...); that principle, I mean, to which Polity owes its stability, Life its happiness, Faith its acceptance, Creation its continuance: Obedience.” John Ruskin, The seven lamps of architecture, 1849 De recente geschiedenis laat zien dat de westerse wereld een dubbelzinnige houding heeft ontwikkeld ten opzichte van autoriteit. Aan de ene kant wordt de notie van een (democratische) rechtsstaat gekoesterd - met wetten die rechten bieden, waarmee ‘vrijheid’ ontstaat-, maar aan de andere kant worden de meeste verplichtingen, die in die wetten zijn gedefinieerd, weggemoffeld, ‘geneutraliseerd’ getoond, of verbannen uit het publieke domein. Gehoorzaamheid aan de wet, aan de autoriteiten, mag dan nodig zijn, maar mag kennelijk niet visueel uitgedrukt te worden. De Romantiek, het ontstaan van het idee van de natiestaat met de daaropvolgende wereldoorlogen, maar ook de oproeren van mei ‘68 hebben alle hun bijdrage geleverd aan deze dubbelzinnigheid. Hoe autoriteit een vorm te geven is in de huidige tijd een probleem, zo valt ook uit de steeds dynamischer vormgegeven stad, en uit de daarin recent opgetrokken overheidsarchitectuur op te maken. De gemeenplaats voor een stadhuis vandaag is nog steeds architectonische transparantie - een eufemisme voor afwezigheid: ‘Ik ben er zelf niet, maar

alles aan mijn binnenkant mag gezien worden’. Onmachtig om tegelijkertijd de positieve (vrijheid) als de negatieve (gehoorzaamheid) kanten van autoriteit uit te drukken of te ondersteunen, biedt de meeste recente overheidsarchitectuur ons daarmee alleen onverschilligheid. Voor een duurzame ondersteuning van een vitale maatschappij is dit een te vermijden situatie. In het afstudeeratelier Authority zijn, als aanloop naar een ontwerpopgave, de relaties tussen maatschappij en architectuur onderzocht, door middel van de ontwikkeling van het stadhuis. In dit onderzoek ligt de focus bij de manier waarop autoriteit architectonisch wordt georganiseerd en uitgedrukt, door a) de typologische, programmatische en bouwmassa-compositie van stadhuizen uit verschillende historische perioden te analyseren, en b) literaire fictie uit de corresponderende periode op de voorgaande analyses te betrekken in een essay, waarbij ook een vooruitblik op de huidige tijd wordt gevraagd. De historische perioden bevatten tijden waarin steden meer of minder autonome entiteiten waren (bijv. Athene, Gouda, Florence, Amsterdam), maar ook tijden waarin de vorming en ontwikkeling van naties de macht van de steden beïnvloedde (bijv. Hamburg, Stockholm, Hilversum).

van Wouter Hilhorst, over de ontwikkeling van de architectonische rustica, als gemeenschappelijke component in veel overheidsgebouwen en metafoor voor bestuurlijke stabiliteit. Het boek vormt een weerslag van de onderzoekende aanloopfase: de inleiding tot een ontwerpproject voor een nieuw Nederlands stadhuis. De uitgebreidheid van de analyses en de inhoud van de essays doen mij uitzien naar de resultaten van dit ontwerpproject.

Ruurd Roorda, 8 augustus 2014

Bovengenoemde architectonische analyse en essays zijn gebundeld in dit boek. Ook bevat het boek een bijzondere bijdrage

5


INHOUDSOPGAVE

DEEL A Voorwoord

Ruurd Roorda

Inhoudsopgave

A-5 A-6

Inleiding

Wouter Hilhorst

A-8

500 - 400 v.Chr.

Athene

Reinier Simons

A-19

1298 - 1532

Florence

Wieger Meijer

A-97

1448 - 1459

Gouda

Koen Hintzen

A-187

1648 - 1655

Amsterdam

Roland van Deelen

A-255

1886 - 1897

Hamburg

Rene Heuvelink

B-7

1911 - 1923

Stockholm

Ruud Heynen

B-125

1924 - 1931

Hilversum

Arjen Simonse

B-265

1936 - 1942

Heerlen

Jelmer van der Ploeg

C-7

1964 - 1968

Arnhem

Rick Melchers

C-81

2008 - 2009

Bronckhorst

Bas Kikkers

C-177

2009 - 2011

Nieuwegein

Danny Schoester

C-259

DEEL B

DEEL C

DEEL D

6

Onderzoeksvergelijking

D-6

Essays

D-36

Begrippenlijst

D-118


DEEL A

Athene, 500 - 400 v.Chr. p. 19

Florence, 1298 - 1532 p. 97

Gouda, 1448 - 1459 p. 187

DEEL B

Hamburg, 1886 - 1897 p. 7

Stockholm, 1911 - 1923 p. 125

Hilversum, 1924 - 1931 p. 265

DEEL C

Heerlen, 1936 - 1942 p. 7

Arnhem, 1964 - 1968 p. 81

Bronckhorst, 2008 - 2009 p. 177

Amsterdam, 1648 - 1655 p. 255

Nieuwegein, 2009 - 2011 p. 259

7


HET IDEE VAN ZWAARTE

Inleiding door Wouter Hilhorst

De illustratie die tekenaar Saul Steinberg in 1959 maakte voor tijdschrift The New Yorker laat een gebouw zien dat de indruk wekt heel zwaar te zijn: we zien een enorme kroonlijst, een bijna geheel gesloten gevelvlak waarin alleen met rondbogen kleine openingen gemaakt kunnen worden, maar vooral heel grote, onregelmatige, kantige stenen, alsof ze onbewerkt uit de steengroeve zijn gekomen. De tekeningen van Steinberg zijn briljant in het weergeven van de werkelijkheid. Niet in de zin van een naturalistische of fotografische weergave, maar eerder door een grafische vertaling of weergave van een situatie, een gebeurtenis, een gevoel, een bedoeling, een idee. Meestal vergt die weergave een reductie, om uit de zichtbare werkelijkheid alleen dat te distilleren waar de tekening over gaat, of overdrijving, om die essentie des te duidelijker uit te laten komen. Bijzonder in het geval van de tekening van de stenen gevel is dat Steinberg nauwelijks hoeft af te wijken van een naturalistische weergave. Als we Steinbergs tekening bijvoorbeeld vergelijken met een foto van van Palazzo Strozzi, een stadspaleis in Florence, in 1489 ontworpen door Benedetto de Maiano, zien we nagenoeg hetzelfde: drie bouwlagen, van elkaar gescheiden door cordonbanden, vierkante gevelopeningen en een grote poort met een rondboog op de begane grond, zelfs de zitbank die op de begane grond een tegenhanger vormt voor de kroonlijst boven vinden we terug. Palazzo Strozzi is een voorbeeld van een specifiek type: dat van het Florentijnse palazzo. Dat type wordt gekenmerkt door een blokvormig volume met een ongenaakbare buitenkant, benadrukt door dichte zware gevels van enorme gebosseerde stenen en een zware kroonlijst, verticaal van karakter door de stapeling van drie verdiepingen, alsof het een 1. Saul Steinberg, illustratie in The New Yorker, 22 augustus 1959, bij “A City of Stone” door Mary McCarthy

8


middeleeuwse slottoren is. Binnen wordt het georganiseerd rond een vierkante binnenplaats, met daaromheen drie boven elkaar gelegen galerijen als kloostergangen.1 Het prototype waarvan Palazzo Strozzi is afgeleid is Palazzo Medici, begonnen in 1444, ontworpen door Michelozzo. De gevels en de binnenplaatsen zijn bij beide palazzi nagenoeg gelijk, wat bewijst dat het om een echt type gaat: blijkbaar bestaat er van het Florentijnse palazzo een algemeen schema. De gevels van Palazzo Medici en Palazzo Strozzi verschillen subtiel van elkaar in de manier waarop de bossering van de stenen is toegepast. Bij Palazzo Strozzi is het zogenaamde rustiekwerk of rustica over de drie verdiepingen hetzelfde; de bossering is steeds kwartrond wat de stenen een kussenachtig uiterlijk geeft (alleen de diepte van de voegen neemt naar boven toe wat af ). Bij Palazzo Medici verandert het gevelvlak per verdieping. Op de begane grond is de bossering kwartrond als bij het Palazzo Strozzi, maar op de eerste verdieping worden de stenen al vlak, zonder bossage, al blijven de voegen breed en diep, zodat ze zich als schaduwlijnen aftekenen. Op de bovenste verdieping liggen de voegen in het gevelvlak en tekenen ze zich nauwelijks af, hier wordt de muur glad afgewerkt. Dat rustica op verschillende manieren kan worden toegepast laat zien dat het niet gaat om een bouwkundige noodzakelijkheid, maar om de uitdrukking van iets anders, om de representatie van een idee. Rusticus betekent landelijk of ruw, opera rustica dus landelijk of ruw werk. Het was in de Renaissance een zeer geliefd thema, met name voor de afwerking van de sokkel van gebouwen of van podia waar die gebouwen op staan. Het suggereert fors, zeer stevig, ongekunsteld muurwerk van zeer 2. Palazzo Strozzi, Florence, Benedetto de Maiano, 1489 1 Castex, J. (1993), De architectuur van renaissance, barok en classicisme, Nijmegen: SUN, p.78

9


3. Palazzo Medici, Florence, Michelozzo, 1444

grote stenen: het is vooral een uitdrukking van stevigheid. De bossering zorgt ervoor dat de voegen zich zeer duidelijk aftekenen en daarmee de grootte en het verband van de stenen. Het komt voor dat de voorkant van de stenen weer wordt afgevlakt, zodat als kenmerk alleen de voegen overblijven (zoals op de eerste verdieping van Palazzo Medici). Ook dan is nog sprake van rustica: blijkbaar is de uitdrukking van zwaarte, verband en stevigheid het belangrijkste, en blijft het idee daarvan overeind als de ruwheid 2 Castex, J. (1993), De architectuur van renaissance, barok en classicisme, Nijmegen,: SUN, p.62 3 David Watkin (2001), De westerse architectuur – een geschiedenis, Nijmegen: SUN, p.217

10

achterwege wordt gelaten. Daarmee is bij vlakke rustica duidelijker dat het gaat om de verwijzing naar iets anders: het is abstracter. In 1446, twee jaar na de start van Palazzo Medici, begon Alberti, de intellectuele peetvader van de architectuur van de Renaissance, aan het Palazzo Rucellai. Ook de gevel van Palazzo Rucellai heeft alle kenmerken van een Florentijns palazzo: drie bouwlagen, zware kroonlijst, zitbank onderaan, rondbogen, rustica. Maar Alberti voegt pilasters

toe die samen met de tot hoofdgestel geworden cordonbanden van de gevel een rastergevel maken (hoofdgestel: samenstel van architraaf, fries en kroonlijst, de drie horizontale elementen die in classicistische architectuur altijd boven elkaar op een kolommenrij rusten). Alberti had de ruïnes in Rome zeer precies bestudeerd en bouwt zijn ontwerpen vaak op uit citaten uit de oudheid.2 De gevel van Palazzo Rucellai is te lezen als een kruising tussen het pilasterstelsel van het Colosseum3 (met name


de bovenste ring) met de ruwe – rustieke – gevel van het Forum van Augustus, wellicht de oorsprong van de voorliefde voor rustica in de Renaissance. Maar er gebeurt nog iets anders. Niet alleen past Alberti alleen de afgevlakte, abstractere vorm van rustica toe: de vlakke pilasters liggen nagenoeg vlak in de rusticagevel, ze steken maar heel weinig uit. Zo worden het pilasterstelsel én de rustica van hun plasticiteit ontdaan, en blijven alleen de schaduwen in de 4. en 5. Palazzo Rucellai, Florence, Alberti, 1446

11


voegen over: de gevel wordt daarmee bijna weer een tekening, een lijntekening nog wel.4 En daarmee zijn we terug bij de tekening van Steinberg, in omkering weliswaar: het idee dat door de plasticiteit van rustica wil worden uitgedrukt – ongekunstelde stevigheid door grote ruwe stenen – in karikatuur getekend in het platte vlak van een tekening, bij Steinberg, bij Alberti, in tekening eerst gereduceerd tot idee en vervolgens op een gevel aangebracht. Zo zou, anders gezegd, de gevel van Palazzo Rucellai gelezen kunnen worden als ruimtelijke representatie van een afbeelding van een representatie van een idee. De gevel is de bouwkundige vertaling van een tekening, die de vertaling is van een concrete weergave (rustica) van een idee (stevigheid). Alberti zet één stap meer dan Steinberg. Ongeveer anderhalve eeuw voor het Palazzo Medici en het Palazzo Rucellai was er al een gebouw gebouwd dat de macht van de burgerij van Florence representeerde. Het Palazzo Vecchio, waar het stadsbestuur zetelde, werd gebouwd van 1299 tot 1315. Heel anders dan de religieuze bouwwerken die ongeveer tegelijkertijd werden gebouwd, die gladde gevels hadden, met gotische ornamenten en geometrische patronen in verschillende kleuren natuursteen, had het Palazzo Vecchio zeer ruwe gerusticeerde gevels. Marvin Trachtenberg zegt in zijn boek Building-in-Time dat dit een bewuste verwijzing naar de gebouwen van de klassieke oudheid is en daarmee in de eerste plaats politiek symbolisme.5 Florence wilde met deze all’antica rustica vooral zijn zelfbeeld als het nieuwe Rome uitdrukken. Wellicht is het voorbeeld van het Palazzo Vecchio bepalend geweest voor de keuze voor rustica als gevelafwerking van burgerlijke stadspaleizen, anderhalve eeuw 4 In zijn boek over Alberti vergelijkt Franco Borsi de gevel van Palazzo Rucellai met een typische Florentijnse vorm van reliëf, stiacciato, dat zeer ondiep is en daarmee ruimtelijke vormen bijna als in een tekening in het platte vlak afbeeldt. Borsi, F. (1986), Leon Battista Alberti – the complete works, Milaan: Faber and Faber/Electa, p. 51 5 Trachtenberg, M. (2010), Building-in-Time – form Giotto to Alberti and modern oblivion, New Haven: Yale University Press, p. 195

12

later, in Florence. Waarna vervolgens het motief van rustica zeer geliefd werd in de architectuur van de Renaissance. En hoewel dat een zelfbewuste verwijzing was naar de klassieke oudheid, zoals de architectuur van de Renaissance in het algemeen, lijkt die verwijzing daarmee via een tussenstap te gaan. Die tussenstap is een idee over de klassieke oudheid van anderhalve eeuw eerder, in de gevels van het Palazzo Vecchio. (Overigens verklaart dat zelfbewuste karakter de stilering van de gevels van de latere palazzi – in vergelijking daarmee zijn de gevels van het Palazzo Vecchio zeer ruw en onregelmatig, op het ruïneuze af.) * Het Palazzo Vecchio is één van de raadhuizen die in deze bundel worden geanalyseerd. Dit boekwerk is de neerslag van de onderzoeksfase van het afstudeeratelier ‘Authority’ aan de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven, in 2014. Het afstudeeratelier onderzoekt het uitdrukken van gezag in architectuur (wat in eigentijdse architectuur problematisch lijkt te zijn geworden), onder andere door voorliggende analyses van twaalf historische stadhuizen en door onderzoekende ontwerpvoorstellen voor (fictieve) nieuwe stadhuizen. In de analyses zijn voor alle stadhuizen een heel aantal architectonische middelen onderzocht waarmee gezag kan worden uitgedrukt. Het voorbeeld van het Palazzo Vecchio laat zien dat één van de middelen die daarbij kan worden ingezet het beeld van het geveloppervlak van een gebouw is, bijvoorbeeld door zoals in het Palazzo Vecchio (en de daarop volgende Florentijnse palazzi) de gevel een zeer zwaar en massief uiterlijk te geven en het

6. Palazzo Vecchio, Florence, Arnolfo di Cambio, 1299

tegelijkertijd te laten verwijzen naar een machtig wereldrijk uit de klassieke oudheid – en je daardoor te presenteren als een erfgenaam daarvan.


Nu is rustica typerend voor gebouwen uit de Renaissance, en voor bouwstijlen die daar vervolgens uit voortkomen of naar verwijzen: barok, (neo-)classicisme, neorenaissance en veel later postmodernisme. Lang niet alle raadhuizen die hier zijn geanalyseerd behoren tot die bouwstijlen. Maar breder opgevat, met Palazzo Vecchio als beginpunt, lijkt het muurvlak van het exterieur voor veel van deze raadhuizen een belangrijke rol te spelen in het uitdrukken van gezag. Hieronder wil ik een poging doen voor een aantal van de raadhuizen de wijze van omgang met het muurvlak te karakteriseren. Uiteraard is in deze verzameling analyses het classicistische stadhuis van Amsterdam de meest directe erfgenaam van de Renaissance. Het exterieur ervan is sober: een zeer strak en regelmatig ritme van pilasters en raamopeningen, waarin zelfs voor de entree geen uitzondering wordt gemaakt. Plasticiteit komt van de midden- en hoekrisalieten, en van de pilasters. Dat is blijkbaar voldoende: er wordt geen rustica toegepast, die had wellicht de ingetogen soberheid van het exterieur aangetast. De indruk van zwaarte wordt hier juist bewerkstelligd door de continuïteit van de massa te benadrukken: vlakke geveloppervlakken, smalle vlakliggende voegen, één materiaal voor de hele gevel. De forse afmetingen van de natuursteenblokken versterken dit nog. Stabiliteit wordt subtiel door het basement uitgedrukt: dat is net iets breder dan het gebouw dat erop staat (bij een stabiele stapeling zitten de breedste onderdelen onder) en bij de aansluiting op het maaiveld loopt het met een lijst en een soort apothesis, een kwartrond overgangsprofiel, nog eens breder uit: dit gebouw staat stevig op de grond. Het enige raadhuis in de verzameling waar

rustica letterlijk is toegepast, naast het Palazzo Vecchio, is het neorenaissancistische raadhuis van Hamburg. Net als Amsterdam heeft het raadhuis in Hamburg een opzet met een middenrisaliet (waar een toren op staat) en hoekrisalieten. Pilasters ontbreken, maar verder zijn de gevels veel uitbundiger geornamenteerd dan in Amsterdam. Hierbij past de rustica van het basement, die doorgezet wordt in de hoekkettingen van de risalieten en de toren. De indruk van zwaarte wordt hier zeker door de rustica veroorzaakt, samen met het dichte gevelvlak van de toren. Jugendstil, Art Nouveau of Arts and Crafts zijn te omschrijven als pogingen om na de neo-stijlen van de negentiende eeuw voor het eerst sinds de gotiek weer een ‘authentieke’ of ‘natuurlijke’ stijl te ontwikkelen. Dat de architectuur die daarna volgt in te delen is in enerzijds modernisme en anderzijds traditionalisme is een te eenvoudig schema (het zogeheten eeuwige debat tussen platte en schuine daken). In dat te eenvoudige schema zouden de stadhuizen van Stockholm en Hilversum aan de kant van het traditionalisme worden ingedeeld, die van Arnhem en Den Haag bij het modernisme. Het intrigerende stadhuis van Heerlen bewijst de onhoudbaarheid van het schema. Elke taal heeft voor Art Nouveau, Jugendstil, Arts and Crafts, Arte Joven zijn eigen naam, net zoals de uitingen ervan regionaal bepaald zijn en van land tot land verschillen: Gaudí in Barcelona, Horta in Brussel, Guimard in Parijs, Berlage in Amsterdam, Mackintosh in Glasgow. Toch heeft al deze architectuur een gemeenschappelijk uitgangspunt, namelijk dat van constructieve eerlijkheid. In navolging van Violletle-Duc vonden deze architecten dat de stijl voor de nieuwe tijd de constructieve opbouw van een gebouw

7. Paleis op de Dam, Amsterdam, Jacob van Campen, 1648

eerlijk en onopgesmukt zou moeten tonen. Frampton heeft het in zijn Modern Architecture over “structural rationalism”.6 De Nationale Romantiek van het raadhuis van Stockholm is hier een directe erfgenaam van. Het uitgangspunt van constructieve eerlijkheid levert een – op de toren na – nagenoeg enkelvoudige bouwmassa op van dragende metselwerkgevels. Het metselwerk is ongekunsteld: geen patronen, van onder tot boven één vlak oppervlak. In verhouding is er weinig raamopening, het dichte vlak overheerst: het gebouw wordt in de eerste plaats gedefinieerd door de dragende bakstenen gevels. Bij de massieve toren is dat nog sterker: hier worden de openingen gereduceerd tot een soort schietgaten en wekt de toren de indruk een massief bakstenen volume te zijn. De toren loopt naar boven taps toe: net als bij het stadhuis van Amsterdam lijkt dat vooral gedaan om zwaarte en stabiliteit uit te drukken. Het raadhuis van Hilversum is een wat indirecte navolger van Berlages constructieve

6 Frampton, K. (1985), Modern Architecture – a critical history, Londen: Thames and Hudson, p. 64

13


8. Raadhuis, Hilversum, W.M. Dudok, 1928

9. Henry Moore: Reclining Figure, 1957

7 Frampton, K. (1985), Modern Architecture – a critical history, Londen: Thames and Hudson, p.157

14

rationalisme. Dudoks nogal individuele stijl kan omschreven worden als een soort kubistisch expressionisme en is zeker voor een deel schatplichtig aan het expressionisme van de Amsterdamse School. Die had op haar beurt veel te danken aan Berlage, voor het gebruiken van de constructie voor de expressie van een gebouw, bij voorkeur in grote zware metselwerkvlakken. Net als Stockholm heeft het raadhuis van Hilversum in verhouding tot het gesloten oppervlak weinig raamopeningen. De geslotenheid van de gevels benadrukt het massieve karakter van de blokken waaruit het bouwvolume van het raadhuis is opgebouwd. Net zoals bij het Palazzo Strozzi en het raadhuis in Heerlen (en, als we zware kroonlijsten meetellen, Palazzo Vecchio, Palazzo Medici, Palazzo Rucellai) zit er in de gevelvlakken, doordat de bovenste gedeelten ervan gesloten zijn, veel ‘visueel’ gewicht aan de bovenkant, wat de indruk van massiviteit en zwaarte versterkt. Het raadhuis van Hilversum heeft een zeer horizontaal karakter – het doet daarin denken aan het favoriete thema van beeldhouwer Henry Moore, wiens liggende figuren ook altijd massief en zwaar ogen. De horizontaliteit voerde Dudok door tot in het metselwerk: speciaal voor het raadhuis werden dunnere bakstenen gebakken. De stootvoegen werden platvol gevoegd, de lintvoegen met een schaduwvoeg: zo tekenen zich alleen horizontale schaduwlijnen af op het metselwerkvlak. Interessant genoeg werd rustica in de barok en het neoclassicisme soms verder gestileerd tot liggende banden: voor het uitdrukken dat dingen op elkaar liggen zijn blijkbaar alleen de horizontale voegen nodig, net als bij Dudok. Dudoks horizontaliteit kan worden gelezen als zwaarte. Le Corbusier’s “5 points d’une architecture nouvelle” uit 1926 zijn, zoals het een rechtgeaard

modernist betaamt, een bijna banale omkering van wat overgeleverd en gangbaar was. In het geval van architectuur was dat een precieze omkering van het idee van dragende wanden of dragende gevels. Punt 1, gebouwen optillen van de grond door ze op kolommen te plaatsen, ontneemt wanden en gevels hun dragende functie. Punt 2, de vrije plattegrond, punt 3, de vrije gevelindeling en punt 4, de horizontale bandramen, onderstrepen dit. Punt 5, de daktuin, tilt wat zwaar is en bij de aarde hoort, grond en planten, in een ostentatief vertoon van nieuwe mogelijkheden tot ver boven het maaiveld.7 Modernistische architectuur die deze vijf punten als uitgangspunt nam doet logischerwijs geen pogingen om zwaarte uit te drukken, integendeel. Het stadhuis van Richard Meier in Den Haag is te begrijpen als orthodox neomodernisme – roomser dan de paus. Het voldoet keurig aan de eerste vier punten van Le Corbusier, en doet daarnaast zijn best een materiaal- en daarmee massaloos gebouw te zijn. De gevels bestaan uit witte zwevend opgehangen platen en worden bepaald door het doorlopende raster van de open voegen daartussen. Het enige wat hier wordt uitgedrukt is dat het gebouw een geometrische constructie is, dat misschien wel net zo goed alleen als idee had kunnen bestaan. Het doet in dat opzicht denken aan kunstwerken van minimalist/conceptueel kunstenaar Sol Lewitt die soms bestaan uit voorschriften hoe ze uitgevoerd zouden moeten worden – de eigenlijk fysieke uitvoering is van secundair belang. Een museum kan een wandschildering van Lewitt kopen in de vorm van een ‘recept’. Dat recept kan worden uitgevoerd, maar de schildering mag vervolgens net zo goed weer worden verwijderd – het eigenlijke kunstwerk is het idee dat aan het recept ten grondslag ligt, en dat is waar het museum voor betaalt. Het


10. Sol Lewitt, Open Geometric Structure 3, 1990

11. Sol Lewitt: Lines through, toward and to centre points. installatie in de Lisson Gallery, Londen, mei 1973

stadhuis van Den Haag is zo ijl als een idee, en zo bezien bestaat het uit niets – dat wil zeggen uit de afwezigheid van materiaal tussen de witte gevelplaten. Het gemeentehuis van Arnhem van architect Konijnenburg uit 1968 is onmiskenbaar een modernistisch gebouw, maar gaat veel vrijer om met modernistische dogma’s. Interessant genoeg is het hier juist de raadszaal, hoewel opgetild op kolommen en ver uitkragend, vormgegeven als een zeer massief en zwaar volume. En niet alleen vinden we hier een zware dichte daklijst, zoals bij Dudok en terug tot aan Alberti, maar ook een gevelbekleding in natuursteen, in horizontale banden van verschillende hoogte, die door het benadrukken van materiaal en massa een verre echo zijn van de klassieke voorbeelden. Ook het raadhuis van Heerlen van architect Frits Peutz uit 1936 heeft een gevelbekleding van natuursteen. Het gebouw is een intrigerende samenstelling van onderscheiden onderdelen, en een mengsel van modernistische en traditionalistische stijlelementen. Zo heeft de gevelbekleding in de veel moderner aandoende zijgevels (met vrij ondiep in de gevel liggende stalen ramen) een tegelverband, dat duidelijk maakt dat het hier om bekleding gaat en niet om dragend metselwerk, terwijl de kopgevel aan de noordkant en het wat hogere bouwvolume op de kop van het gebouw aan de zuidkant bekleed zijn met een liggend, onregelmatig wildverband. In deze gevels liggen de ramen zeer diep, in een duidelijke poging de massiviteit van de gevels te benadrukken. In de zuidgevel hangt het balkon als een zeer zwaar en dreigend blok laag boven de entree. De gevels met het wildverband hebben opnieuw een zeer zwaar gesloten bovenste gedeelte. Als een subtiele verkapte kroonlijst wijken de gevels van het zuidelijke 12. Westgevel raadhuis, Heerlen, Frits Peutz, 1936

15


bouwdeel bovenaan iets naar buiten: dit versterkt nog eens de indruk van massa (net als, omgekeerd, het taps toelopen van de toren in Stockholm). Het raadhuis van Heerlen heeft directe verwijzingen naar het Romeinse verleden van de stad in de vorm van de citaten van een (Toscaanse) zuilenorde aan de westkant. Dat maakt ook de natuursteenbekleding in wild verband een directe verwijzing naar de klassieke architectuur. Het gebouw is raadselachtig en virtuoos: bouwvolume en materiaal kunnen doorlopen terwijl stijlkenmerken opeens veranderen, zonder dat dit onlogische of abrupte overgangen oplevert. Het gebouw brengt je in verwarring; het is onduidelijk wat het eigenlijk is. En bij die onzekerheid is het tegelijkertijd ontegenzeggelijk een geruststellend zwaar gebouw, een massief volume. Het jongste gemeentehuis van de verzameling is dat van Nieuwegein, van de Deense architecten 3XN. Het beeld van het gebouw wordt bepaald door een onregelmatig patroon van driehoeken aangebracht op schermen of roosters die zwevend voor de eigenlijke vliesgevel van het gebouw zijn aangebracht. Het patroon wekt de indruk alsof het gebouw een veelvormig, onregelmatig, niet orthogonaal kristallijn prisma is, of eigenlijk zou moeten zijn – de schermen zijn vlak en de hoekverschillen alleen een illusie door de verschillende tinten van de driehoeken. En daarmee lijkt de gevel vooral het beeld van een niet gehaalde ambitie en van een slap compromis, met een banaal en grof decoratief patroon op onsubstantiële gevelschermen. Flinterdun en vederlicht. Toch, al wijst niets erop dat dit ook de bedoeling van de architecten zou zijn, is met het bovenstaande een andere lezing van de gevels mogelijk. De schermen lijken bedoeld om van het

16

gebouw één – kristallijn - volume te maken, met een vlakke continue huid – of in ieder geval een stapeling van twee onregelmatige volumes. Onder de krakkemikkigheid van de schermen lijkt een verlangen schuil te gaan naar massiviteit, naar een monolithische massa. En het patroon op de gevel is te lezen als een tweedimensionale afbeelding daarvan, een tekening van een kristal – of van een ruw behouwen onregelmatige steen. Als we teruggaan naar de tekening van Steinberg van de rustica van een typisch Florentijns palazzo zien we precies hetzelfde: een onregelmatig patroon van scherpe puntige driehoeken, in verschillende grijstinten. Of misschien, hoewel hij zich zou verbazen zich in dit gezelschap terug te vinden, zijn we wel terug bij Alberti: een ruimtelijke representatie van een afbeelding van een representatie van een idee. De gevel is de gebouwde vertaling van een tekening, die de vertaling is van een concrete weergave (een kristallijn volume) van een idee (massiviteit). En zo vinden we zelfs hier, misschien ondanks de bedoelingen van de architecten, het idee van zwaarte.

Wouter Hilhorst 11 augustus 2014

13. Gemeentehuis, Nieuwegein, 3XN, 2011


Afbeeldingen: 1. Smith, J. (2005), Steinberg at The New Yorker, New York: Harry N. Abrams, Inc, Publisher, p.70 2. http://it.wikipedia.org/wiki/Palazzo_Strozzi#mediaviewer/File:Palazzo_Strozzi_2.jpg, URL bezocht op 6 augustus 2014 3. http://www.net4info.de/albums/albums/userpics/10003/Palazzo_Medici_Riccardi%7E1.jpg, URL bezocht op 6 augustus 2014 4. Borsi, F. (1986), Leon Battista Alberti – the complete works, Milaan: Faber and Faber/Electa, p. 57 5. Foto van Evelyn Hofer, in Robinson, C. en Herschman, J., Architecture Transformed, Cambridge, Massachusetts: The MIT Press, 1987, p. 157 6. Trachtenberg, M. (2010), Building-in-Time – form Giotto to Alberti and modern oblivion, New Haven: Yale University Press, p. 193 7. foto auteur 8. Bergeijk, H. van en Meurs, P, (1995), Raadhuis Hilversum W. M. Dudok, Naarden: V+K Publishing/Inmerc, p. 27 9. http://genggradeskamek.blogspot.nl/2012/07/henry-moore-art-workchaiiiiyokkkk.html, URL bezocht op 6 augustus 2014 10. http://www.lissongallery.com/artists/sol-lewitt/gallery/1385, URL bezocht op 6 augustus 2014 11. http://www.lissongallery.com/exhibitions/sol-lewitt-lines-through-toward-and-to-centre-points/gallery/2883, URL bezocht op 6 augustus 2014 12. foto auteur 13. foto Michael van Oosten, http://interieurfotograaf.blogspot.nl/2012/06/gemeentehuis-nieuwegein.html, URL bezocht op 6 augustus 2014

17



ATHENE

19


ATHENE, 500 - 400 v.Chr.

Reinier Simons

De ongeëvenaarde opkomst van Klassiek Athene vond plaats in de 5e en 4e eeuw voor Christus. Perikles, Aeschylus, Sophocles, Socrates, Plato, Demosthenes, Thucydides en Praxiteles vertegenwoordigen slechts enkelen van de staatslieden, toneelschrijvers, historici, kunstenaars, filosofen en redenaars die toonaangevend waren in deze periode, toen Athene de belangrijkste stadstaat in Griekenland was. Gezamenlijk waren zij mede verantwoordelijk voor het tot stand brengen van de westerse beschaving. Ondanks dat de macht van de stadstaat afnam bleef Athene het culturele en educatieve centrum van het Middellandse Zeegebied tot de 6e eeuw na Christus. De stad had in de Oudheid enkele grote openbare gebouwen, gefinancierd door de burgers en later met giften van Hellenistische koningen en Romeinse keizers. Nergens wordt de geschiedenis van Athene zo rijkelijk geïllustreerd als in de Agora, de markt die het middelpunt vormde van het openbare leven.

afbeelding 1 Tetradrachme, Atheense zilveren munt, 5e eeuw voor Christus, met de gehelmde kop van de godin Athena op de voorzijde en een uil op de keerzijde.

Bronnen Camp II, J. McK. (2003). The Athenian Agora : A Short Guide. ASCSA (American School of Classical Studies at Athens) afb.1 Tetradrachme [Online afbeelding]. Gedownload op 25 mei 2014, van http://www.agathe.gr/image?id=Agora:Image:2008.20.0006&w=800&h=600 Afbeelding rechter pagina. Stoa of Attalus by fajna_asia [Online afbeelding]. Gedownload op 20 mei 2014, van http://static.panoramio.com/photos/large/7438098.jpg 1

20

De agora was een groot open plein, omringd door gebouwen aan alle vier de zijden; zij was in alle opzichten het centrum van de stad. De opgegraven gebouwen, monumenten en kleine objecten illustreren de belangrijke rol die het plein heeft gespeeld in alle aspecten van het maatschappelijk leven. De raadzaal (bouleuterion), openbare kantoorgebouwen (zuidstoa I) en archieven (tholos) zijn allemaal onderzocht. Het hof en de aanwezigheid van de rechterlijke macht zijn aangetoond door de ontdekking van een waterklok, gebruikt om de tijd te meten. Het gebruik van het gebied als een marktplaats wordt aangegeven door de talloze winkels waar pottenbakkers, schoenmakers en beeldhouwers hun waren verkochten en diensten aanboden. Lange stoai (zuilengalerijen) verschaften schaduwrijke paden voor het bedrijfsleven, het bespreken van politiek of filosofie. De aanwezige standbeelden en herdenkingsmonumenten herinnerden burgers aan de voormalige triomfen. In tal van kleine heiligdommen en tempels werden goden aanbeden. Op de Agora vonden bestuurlijke, politieke, juridische, commerciële, sociale, culturele en religieuze activiteiten samen een plaats in het hart van het oude Athene.1



N

Situatie 500 - 400 v.Chr. 1:10000

22

Athene

50

100

200

500 meter


N 10

20

50

100 meter

Situatie 1:2000

Basistekeningen

23


BASISTEKENINGEN

Ruimtenummering A Bouleuterion Begane grond 1 Raadzaal 2 Zuilengalerij B Tholos, prytaneion Begane grond 3 Gebouw voor de prytanen C Heliaia, volksrechtbank Begane grond 4 Binnenplaats D Zuidstoa Begane grond 5 Zuilengalerij 6 Kamers

24

Athene

E

Zuidoostelijk bronhuis

F

Munt

G

Stoa poikile

H

Stoa Basileios

I

Stoa van Zeus Eleutherios

J

Tempel van Hephaistos

K

Altaar van de twaalf goden

L

Monument van de eponieme helden


H

G

I

K

J

A B L 1

C

D

3

E

F N

Situatie 1:5000

2

N

A. bouleuterion

N

B. tholos

4

6

5

C. heliaia

D. zuidstoa N

N

1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Basistekeningen

25


A. Zuidgevel

A. Oostgevel

A. Noordgevel

A. Westgevel

A. Bouleuterion B. Tholos C. Heliaia D. Zuidstoa

B. Oostgevel

A. Westgevel A B

C

C. Noordgevel

C. Westgevel

C. Zuidgevel

C. Oostgevel

N

Situatie 1:5000

D. Noordgevel

D. Westgevel

D. Zuidgevel

D. Oostgevel

Gevels 1:500

26

Athene

D

1 2

5

10

20 meter


A B

A. Bouleuterion doorsnede A1-A1 / A2-A2 1:500

C

D N

Situatie 1:5000

B. Tholos doorsnede B1-B1 / B2-B2 1:500

C. Heliaia doorsnede C1-C1 / C2-C2 1:500

D. Zuidstoa doorsnede D1-D1 / D2-D2 1:500

1 2

5

10

20 meter

Doorsnedes 1:500

Basistekeningen

27


STADSNIVEAU

CONTEXT

De Agora van Athene kreeg vorm ten tijde van de Oudheid en werd het centrum van de stad. Het had een oppervlakte van 20.000 m2 en lag ten noorden van de Akropolis. Rondom het plein lagen de belangrijkste gebouwen voor bestuur en rechtspraak. De volksvergaderingen vonden plaats op de Agora, maar werden tegen het einde van de 5e eeuw v.Chr. verplaatst naar de pryx (A). De Agora was buiten het democratisch centrum ook de markt van de stad. Handel vond plaats op de Agora of in de verschillende stoai.

Stadhuis Kerkelijke instanties Andere overheidsinstanties Internationale instanties Overige bebouwing Water

28

Athene


A

N 50

100

200

500 meter

Situatie 500 - 400 v.Chr. 1:10000

Context

29


MORFOLOGIE - TOPOGRAFIE - GEBOUWEN - INFRASTRUCTUUR

CONTEXT

De Agora van Athene wordt omringd door een aantal heuvels; aan de zuidkant door de 156 meter hoge Akropolis (1), aan de westkant door de Kolos Agoraios (2) (de heuvel naast de Agora) en zuidwestelijk van de Agora door de 115 meter hoge Areopaag (3). De gelijknamige hoogste rechtbank van Athene was hier bovenop gevestigd.

Rondom de Agora lagen de belangrijkste gebouwen voor bestuur en rechtspraak. Daarachter had het overgrote deel van de bouwwerken de functie van wonen. De zuidstoa (D) was een overdekte zuilengang van circa 80 meter lang die beschutting bood tegen regen en zon. De heliaia (C) was vanaf de 6e eeuw v.Chr. de volksrechtbank. De tholos (B) diende als prytaneion, het gebouw voor de prytanen, de 50 dagelijkse bestuurders van Athene. Het bouleuterion (A) was het raadsgebouw. Hier kwam de raad van 500 samen.

De Panathenaeïsche weg was de belangrijkste weg in het oude Athene. De onverharde weg liep vanaf de Dipylonpoort over ruim een kilometer omhoog diagonaal over de Agora naar de Akropolis. Enkel het laatste gedeelte van de weg op de Akropolis was bestraat. Onverharde en verharde wegen slingerden langs de heuvels en de breedte van de paden varieerde afhankelijk van het gebruik.

Analyse

30

Athene


2

A B C

D

3 1 Topografie

Gebouwen

Infrastructuur

N 10

20

50

100 meter

Morfologie 1:2000

Context

31


PROFIELDOORSNEDE

CONTEXT

De profieldoorsnede in oost-westelijke richting (A-A) en noord-zuidelijke richting (B-B) laat het verschil in volume tussen de omringende bebouwing zien. Opvallend detail is de zuidstoa, die qua omvang een van de grootste posities innam. De Agora was een plein van circa 200 bij 180 meter. De verhouding tussen de Agora ten opzichte van de hoogte van de omringende bebouwing was 1:20.

B-B’

A-A’

Positie profieldoorsnedes 1:10000

Aanzicht Snede

32

Athene


A-A’

B-B’

5

10

25

50 meter

Profieldoorsnede 1:1000

Context

33


TOEGANG

CONTEXT

Het bouleuterion was deels ommuurd en een kwartslag gedraaid. Hierdoor lag de primaire toegang niet direct aan de Agora. Daarbij zorgde de stenen omheining niet alleen voor een vaste route naar de toegang, het zorgde ook voor toezicht op de in- en uitloop. De tholos had een directe relatie met het bouleuterion en was tevens ommuurd. De primaire toegang van de heliaia lag direct aan de Agora. De zuidstoa was een zuilengang met gesloten achterkant en zijkanten en een open, door zuilen ondersteunde voorkant direct aan de Agora.

Primaire toegang

34

Athene


N 10

20

50

100 meter

Situatie 1:2000

Context

35


NOLLI

CONTEXT

Tempels en stoai waren te allen tijde geopend voor het publiek. De overige gebouwen, zoals de munt, de heliaia en de tholos, waren dat niet. De Agora en de bijbehorende bouwwerken werden omringd door private bebouwing. Omdat de kavelverdeling in het gebied niet meer te achterhalen is, zijn de ruimtes rondom deze woningen nog in wit aangegeven.

Openbaar Privaat

36

Athene


N 10

20

50

100 meter

Situatie 1:2000

Context

37


TYPE RUIMTE

CONTEXT

De gebouwen met een directe relatie tot de Agora waren voorzien van een binnenplaats of een tuin. Achter de Kolos Agoraios en de Areopaag lag een woon- en werkgebied. Hier werkten voornamelijk beeldhouwers. De kleine Atheense woningen hadden geen raamopeningen in de buitenmuren, licht en frisse lucht werden verkregen via een binnenplaats. Omdat de kavelverdeling niet meer is te achterhalen kunnen geen uitspraken worden gedaan over het type ruimte rondom de woningen.

Plein Tuin Binnenplaats Straat Groen

38

Athene


N 10

20

50

100 meter

Situatie 1:2000

Context

39


VOLUME

EXTERIEUR

De volumes van de diverse bestuursgebouwen werden afgestemd op basis van het type gebruik en het aantal personen. Elke ruimte had een specifieke functie. De tholos, herkenbaar aan de ronde vorm, diende volgens Aristoteles als hoofdkwartier van de prytanen (dagelijks bestuur) van de boulè (raad van 500). Tenminste zeventien bestuurders verbleven hier permanent. Bergopwaarts vanaf de tholos was het bouleuterion gesitueerd, de ontmoetingsplaats van de boulè. In dit gebouw kwamen vijfhonderd Atheense burgers bij elkaar om wetgeving voor te bereiden voor de vergaderingen van de ekklèsia, die om de negen dagen plaats vond op de Agora. De zuidstoa nam met circa 80 meter een groot deel in van de zuidzijde van de Agora in beslag. Het bouwwerk had een dubbele zuilengalerij. Achterin het gebouw waren zestien kamers gelegen, die hoofdzakelijk werden gebruikt door ambtenaren. Daarnaast had het gebouw een commerciële functie. De heliaia had een grote open binnenplaats en diende als rechtbank.

40

Athene


A. Bouleuterion

B. Tholos

A

C. Heliaia

B

D. Zuidstoa C

D

N 5

Isometrie 1:1000

10

25

50 meter

Situatie 1:1000

Exterieur

41


TOEGANG

EXTERIEUR

Het bouleuterion had een open, door zuilen ondersteunde, voorzijde die als toegang diende. De overige gevels waren op een aantal ramen na gesloten. De ommuurde tholos was toegankelijk door middel van een deur aan de oostzijde. De primaire toegang van de heliaia lag direct aan de Agora. De secundaire toegang aan de oostzijde van het gebouw werd gebruikt om de personen die terechtgesteld werden naar binnen te leiden. De achterkant en de zijkanten van de zuidstoa waren gesloten. De voorzijde van het bouwwerk was open en werd ondersteund door een zuilenrij.

Secundaire toegang Primaire toegang

42

Athene


A. Bouleuterion B. Tholos C. Heliaia D. Zuidstoa

A B A C

D N

Situatie 1:5000 B

C

D

N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Exterieur

43


DREMPEL

EXTERIEUR

Door de zuilenrij in het bouleuterion en de zuidstoa ontstond er een geleidelijke overgang. De overgang van buiten naar de tholos werd gevormd door een deur, waardoor er hier een harde overgang ontstond. De heliaia had een poort die geopend werd tijdens een zitting. De overige tijd was de binnenruimte afgesloten.

Zachte overgang Harde overgang

44

Athene


A. Bouleuterion B. Tholos C. Heliaia D. Zuidstoa

A B A C

D N

Situatie 1:5000 B

C

D

N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Exterieur

45


GEVELCOMPOSITIE - TRANSPARANTIE

EXTERIEUR

De vijf Dorische zuilen van het bouleuterion creëerden openingen van vijf meter hoog. Er ontstond hierdoor echter geen transparantie in de gevel. Door de kleine openingen in de overige gevels en een tweede rij zuilen kon er relatief weinig licht binnenvallen, waardoor de transparantie verdween. In tegenstelling tot het bouleuterion zorgden de vier meter hoge openingen tussen de vijfenveertig zuilen in de zuidstoa wel voor transparantie in de gevel. Dit verschil had te maken met de diepte van de ruimte achter de zuilen, waardoor er direct contact was met de activiteiten binnen. De openingen in de tholos bestonden enkel uit kleine ramen aan de voorzijde en achterzijde.

Transparant

46

Athene


A. Bouleuterion

B. Tholos A B

C

C. Heliaia

D N

Situatie 1:5000

D. Zuidstoa

1 2

5

10

20 meter

Gevels 1:500

Exterieur

47


GEVELCOMPOSITIE - REPETITIE

EXTERIEUR

Repetitie was waar te nemen in de elementen van de Grieks-Dorische bouwstijl; met name bij het bouleuterion en de zuidstoa speelde repetitie een belangrijke rol. De akroteria waren de gebeeldhouwde monumenten op de hoeken van de geison (kroonlijst). De mutuli waren de stenen platen aan de onderzijde van de kroonlijst. Deze bevonden zich boven elke triglief en metope. Onder de mutulus werden guttae, druppels, geplaatst ter versiering van deze plaat. In het vooraanzicht van de mutulus waren er 6 rijen guttae, in de diepte 3. De trigliefen waren twee hele en twee halve met verticale sleuven versierde stenen platen. De plaat onder de trigliefen was de regula die van de trigliefen gescheiden werd door de taenia. Onder de regula werden wederom guttae, druppels, geplaatst ter versiering van deze plaat. Verder is er repetitie waar te nemen in het kapiteel in de vorm van de abacus, een vlakke stenen dekplaat aan de top van het kapiteel, en het echinus, een rond soort “kussen”. De zuilen vormden het laatste onderdeel van de gevelrepetitie.

1 2 4

3

7 6

5

8 9

10 11

12

Detail zuidstoa 1:50 1 geison 3 metope 5 regula 7 taenia 9 kapiteel 11 echinus 13 cannelure

2 mutulus 4 triglief 6 guttae 8 architraaf 10 abacus 12 zuilschacht

Akroteria Mutulus + guttae Trigliefen Kapiteel + zuilschacht Metopen Openingen

48

Athene

13


A. Bouleuterion

B. Tholos A B

C

C. Heliaia

D N

Situatie 1:5000

D. Zuidstoa

1 2

5

10

20 meter

Gevels 1:500

Exterieur

49


GEVELCOMPOSITIE - RITME

EXTERIEUR

Ritme was waar te nemen in de elementen van de Grieks-Dorische bouwstijl; met name bij de openingen van het bouleuterion, de zuidstoa en de tholos was dit duidelijk zichtbaar. De zuilen en kapitelen vormden het primaire ritme van de voorgevel van het bouleuterion en de zuidstoa. Een secundair ritme werd verkregen door de trigliefen, metopen en de kleinere elementen daaromheen.

Secundair ritme Primair ritme

50

Athene


A. Bouleuterion

B. Tholos A B

C

C. Heliaia

D N

Situatie 1:5000

D. Zuidstoa

1 2

5

10

20 meter

Gevels 1:500

Exterieur

51


GEVELCOMPOSITIE - SYMMETRIE

EXTERIEUR

De verticale lijn geeft de verticale as weer, waarbij de elementen worden gespiegeld aan beide zijden. Het bouleuterion en de tholos waren symmetrisch aan alle zijden. Hier voldeed de zuidstoa ook aan, al werd het door de glooiing van het terrein niet waargenomen. De heliaia was enkel aan de noordzijde symmetrisch. Bij de overige zijden werd de symmetrie opgeheven door de verhoogde muur aan de zuidzijde.

Symmetrie Symmetrie Uitzondering

52

Athene


A. Bouleuterion

B. Tholos A B

C

C. Heliaia

D N

Situatie 1:5000

D. Zuidstoa

1 2

5

10

20 meter

Gevels 1:500

Exterieur

53


MATERIALISATIE GEVEL

EXTERIEUR

De wanden van zowel het bouleuterion, de tholos en de zuidstoa waren opgebouwd uit kalksteen. Bij de heliaia waren slechts de eerste twee lagen van dit materiaal. Daarboven lagen zongedroogde kleitichels. De gevels van tempels en prominente gebouwen waren te herkennen aan de diverse ornamenten, vaak uitgevoerd in marmer. Verder waren zuilen en kapitelen in het bouleuterion en de zuidstoa van dit materiaal. De dakconstructie was altijd van hout en de afwerking was van kleitegels of marmer.

Marmer Kleitichels Kalksteen Hout Kleitegels

54

Athene


A. Bouleuterion

B. Tholos A B

C

C. Heliaia

D N

Situatie 1:5000

D. Zuidstoa

1 2

5

10

20 meter

Gevels 1:500

Exterieur

55


ORNAMENTEN

EXTERIEUR

De ornamenten in het bouleuterion en de zuidstoa komen voort uit de Dorische orde en hadden als kenmerk de Dorische zuil. Bovenaan had de Dorische zuil een eenvoudig kapiteel, bestaande uit een vierkante dekplaat (abacus) en een rond “kussen” (echinus). De herhaling van de Dorische zuilen in zowel de voorgevel van het bouleuterion als de zuidstoa waren een functionele verfraaiing, omdat ze een belangrijke bijdrage leverden aan de stabiliteit van het gebouw. De elementen die dienden ter decoratie binnen het bouleuterion en de zuidstoa, waren de akroteria, gebeeldhouwde monumenten op de top van het dak en op de hoeken van de geison (kroonlijst). De mutuli, stenen platen aan de onderzijde van de kroonlijst, bevonden zich boven elke triglief en metope. Onder de mutulus werden guttae, druppels, geplaatst ter versiering van deze plaat. In het vooraanzicht van de mutulus werden er 6 rijen guttae geplaatst, in de diepte 3. De metopen waren het sierelement, bevestigd tussen de trigliefen (twee hele en twee halve verticale, met sleuven versierde, stenen platen). De plaat onder de triglief was de regula die van de triglief gescheiden werd door de taenia. Onder de regula werden wederom guttae geplaatst ter versiering van de regula.

Functionele verfraaiing Ornament

56

Athene


A. Bouleuterion

B. Tholos A B

C

C. Heliaia

D N

Situatie 1:5000

D. Zuidstoa

1 2

5

10

20 meter

Gevels 1:500

Exterieur

57


2

1 cimaas, sima of gootlijst 2 acroterium 3 geison 4 mutulus 5 metope 6 triglief 7 regula 8 guttae 9 taenia

1

3

4

6

5

9 8

Detail bouleuterion 1:20

58

Athene

7


1 geison 2 mutulus 3 metope 4 triglief 5 regula 6 guttae 7 taenia 8 architraaf 9 kapiteel 10 abacus 11 echinus 12 zuilschacht 13 cannelure (schaduwgroeve)

1 2 4

7 6

3

5 8 10 9

11

12

13

Detail zuidstoa 1:20

Exterieur

59


ONDERDELEN VAN HET STADHUIS

EXTERIEUR

Het fundament en de trapvormige onderbouw (krepis) van het bouleuterion zijn aangeduid als trap. In de Dorische orde bestaat de fundering uit 3 lagen steen. De bovenste trede, die tevens de vloer vormt, wordt het stylobaat genoemd. De onderste trede wordt het stereobaat genoemd. Het is echter niet met zekerheid te zeggen of de fundering van het bouleuterion uit 3 lagen steen bestond. De 12 meter brede trap voor de entree aan de noordzijde van de heliaia is aangeduid als trap en de bovenste trede als bordes.

Trap Toren Bordes Vlaggenmast Balkon Klok

60

Athene


A. Bouleuterion

B. Tholos A B

C

C. Heliaia

D N

Situatie 1:5000

D. Zuidstoa

1 2

5

10

20 meter

Gevels 1:500

Exterieur

61


ROUTING

INTERIEUR

Vrijwel alle gebouwen rond de Agora hadden een open structuur, waardoor ongedwongen looproutes ontstonden. Het bouleuterion en de tholos waren hier geen uitzondering op, maar beide waren voor een deel ommuurd, zodat er een vaste route naar de entree ontstond. Het woon- werkverkeer tussen de tholos en het bouleuterion liep via een aparte poort. De primaire toegang van de heliaia lag aan de noordzijde, direct aan de Agora. De secundaire toegang aan de oostzijde was, voor zover bekend, voorbehouden aan de jury en de personen die terechtgesteld werden.

Medewerker Bezoeker Trouwen

62

Athene


A. Bouleuterion B. Tholos C. Heliaia D. Zuidstoa

A B A C

D N

Situatie 1:5000 B

C

D

N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Interieur

63


FUNCTIE VAN DE RUIMTE

INTERIEUR

De analyse functie van de ruimte laat zien waarvoor ruimtes gebruikt werden. Het plein en de verschillende stoai werden gebruikt voor bijeenkomsten. De omvang van de bijeenkomstruimte had een direct verband met de beleidsvoering. In de Atheense democratie werd een besluit genomen na volledige overeenstemming vanuit het volk. Om die rede werd er, vaak na een volksvergadering, door grote groepen mensen op diverse plekken uitgebreid gedebatteerd. Het bouleuterion had een ontvangstruimte na de eerste zuilenrij. De tweede ruimte was een bijeenkomstruimte voor de raad van 500.

Externe functie Werkruimte Bijeenkomstruimte Ceremoniële ruimte Ontvangstruimte Facilitaire ruimte

64

Athene


A. Bouleuterion B. Tholos C. Heliaia D. Zuidstoa

A B A C

D N

Situatie 1:5000 B

C

D

N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Interieur

65


ONDERDELEN VAN HET STADHUIS

INTERIEUR

Belangrijke ruimtes worden in deze analyse zichtbaar. Op de Agora van Athene bevonden deze ruimtes zich in aparte gebouwen. De tholos was het gebouw voor de prytanen (50 dagelijkse bestuurders van Athene). Het bouleuterion was het raadsgebouw waar de volksvertegenwoordigers bijeen kwamen. De Agora en de zuidstoa waren publieke ruimtes.

Wethouders Burgemeesterkamer Trouwzaal Raadzaal Publieke zaal Bestuurskamer

66

Athene


A. Bouleuterion B. Tholos C. Heliaia D. Zuidstoa

A B A C

D N

Situatie 1:5000 B

C

D

N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Interieur

67


DREMPEL TUSSEN RUIMTES

INTERIEUR

De overgang tussen de ontvangstruimte en de raadzaal in het bouleuterion werd gevormd door een zuilenrij, waardoor er een geleidelijke overgang ontstond. De deuren, die toegang boden aan de kamers in de zuidstoa, kunnen worden gezien als harde overgangen.

Zachte drempel Harde drempel

68

Athene


A. Bouleuterion B. Tholos C. Heliaia D. Zuidstoa

A B A C

D N

Situatie 1:5000 B

C

D

N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Interieur

69


REPETITIE

INTERIEUR

Repetitie is waarneembaar in de Dorische zuilen en kapitelen van het bouleuterion, de zuidstoa en de tholos. De tweede rij zuilen in de ontvangstruimte van het bouleuterion waren net zoals de buitenzijdes bekleed met trigliefen, metopen en kleinere elementen daaromheen.

Akroteria Kamers Zuilen (kapiteel + zuilschacht) Dakconstructie Openingen

70

Athene


A B

A. Bouleuterion

C

D N

Situatie 1:5000

B. Tholos

C. Heliaia

D. Zuidstoa

1 2

5

10

20 meter

Doorsnedes 1:500

Interieur

71


REPETITIE

INTERIEUR

Akroteria Kamers Kapiteel + zuilschacht Openingen

72

Athene


A. Bouleuterion B. Tholos C. Heliaia D. Zuidstoa

A B A C

D N

Situatie 1:5000 B

C

D

N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Interieur

73


RITME

INTERIEUR

Ritme in de doorsnede is waarneembaar in de elementen van de Grieks-Dorische bouwstijl en de openingen van het bouleuterion, de zuidstoa en de tholos. De zuilen en kapitelen vormden het hoofdritme in de voorgevel van het bouleuterion en de zuidstoa. Het secundaire ritme werd in de ontvangstruimte van het bouleuterion verkregen door de trigliefen, metopen en kleinere elementen daaromheen.

Secundair ritme Primair ritme Uitzondering

74

Athene


A B

A. Bouleuterion

C

D N

Situatie 1:5000

B. Tholos

C. Heliaia

D. Zuidstoa

1 2

5

10

20 meter

Doorsnedes 1:500

Interieur

75


RITME

INTERIEUR

Ritme in de plattegrond werd verkregen door de zuilen. Het primaire ritme werd in de zuidstoa verkregen bij iedere 6e zuil. Secundaire ritmes kwamen voort uit het primaire ritme, doordat alle afmetingen van het gebouw te herleiden waren tot een breuk of veelvoud van de modulus, de diameter van de zuil aan de basis.

Secundair ritme Primair ritme Uitzondering

76

Athene


A. Bouleuterion B. Tholos C. Heliaia D. Zuidstoa

A B A C

D N

Situatie 1:5000 B

C

D

N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Interieur

77


SYMMETRIE

INTERIEUR

Het hoofdritme aan de buitenzijde liet zijn sporen na op het interieur bij de tholos en de heliaia, die net zoals in de gevels, symmetrisch waren in de doorsnede. Het bouleuterion en de zuidstoa waren dit niet door de variatie aan ruimtes aan de voor- en achterzijde.

Symmetrie Symmetrie Uitzondering

78

Athene


A B

A. Bouleuterion

C

D N

Situatie 1:5000

B. Tholos

C. Heliaia

D. Zuidstoa

1 2

5

10

20 meter

Doorsnedes 1:500

Interieur

79


SYMMETRIE

INTERIEUR

Symmetrie Symmetrie Uitzondering

80

Athene


A. Bouleuterion B. Tholos C. Heliaia D. Zuidstoa

A B A C

D N

Situatie 1:5000 B

C

D

N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Interieur

81


MATERIALISATIE

INTERIEUR

De wanden van zowel het bouleuterion, de tholos en de zuidstoa waren opgebouwd uit kalksteen. Bij de heliaia waren slechts de eerste twee lagen van dit materiaal. Daarboven lagen zongedroogde kleitichels. Kalksteen werd ook gebruikt in de vloeren van de tholos en de zuidstoa. De vloeren van het bouleuterion waren van marmer. De gevels van tempels en prominente gebouwen waren te herkennen aan de diverse ornamenten, vaak uitgevoerd in marmer. Verder waren zuilen en kapitelen in het bouleuterion en de zuidstoa van dit materiaal. De dakconstructie was altijd van hout, de afwerking was van kleitegels of marmer.

Marmer Kleitichels Kalksteen Hout Kleitegels

82

Athene


A B

C

D N

Situatie 1:5000

1 2

5

10

20 meter

Doorsnedes 1:500

Interieur

83


MATERIALISATIE

INTERIEUR

Marmer Kleitichels Kalksteen Hout Kleitegels

84

Athene


A. Bouleuterion B. Tholos C. Heliaia D. Zuidstoa

A B

C

D N

Situatie 1:5000

N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Interieur

85


DOMEINEN

INTERIEUR

De Agora was toegankelijk voor iedereen, met uitzondering van veroordeelden. Tevens was de ontvangstruime van het bouleuterion en de zuilengalerij van de zuidstoa publieke ruimte. Semi-publieke ruimtes, zoals de heliaia en de grote zaal van het bouleuterion, werden enkel bij gelegenheid opengesteld voor publiek. Verder waren de tholos en de kamers van de zuidstoa semi-private ruimtes.

Publieke ruimte Semi-publieke ruimte Semi-private ruimte Private ruimte

86

Athene


A. Bouleuterion B. Tholos C. Heliaia D. Zuidstoa

A B A C

D N

Situatie 1:5000 B

C

D

N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Interieur

87


RAADZAAL

INTERIEUR

De raadzaal bevond zich in het bouleuterion aan de westkant van de Agora. De 500 raadsleden vormden het voorbereidende orgaan van de volksvergadering. Attica was verdeeld in tien ‘stammen’ en die vaardigden alle 50 personen af naar het bouleuterion. Het enige meubilair in de zaal waren de houten banken die plaats boden aan de 500 volksvertegenwoordigers. De banken vormden een U-vormige tribune. De spreker stond in het midden en voerde het woord. Publieke tribunes waren er niet, maar mogelijkerwijs werd hier de ontvangstruimte voor gebruikt.

Verdieping 1 1:1000

Spreekgestoelte Raadsleden Wethouders Burgemeester Ondersteunend personeel Publiek / Pers

88

Athene


2

5

10 meter

N

1

Raadzaal 1:200

Interieur

89


CONCLUSIE

ATHENE

In de klassieke stadstaat Athene werd, rond 500 voor Christus, het eerste democratische stelsel geïntroduceerd waar het bestuur van onderop werd geleid. In de Atheense democratie was er geen sprake van een kloof tussen burger en bestuur. Een Athener vervulde een mandaat als afgevaardigde van het geheel. Soevereiniteit lag bij het volk. Met de democratische hervorming van Cleisthenes - de grondlegger van de democratie in Athene - kon het Atheense volk zich op drie manieren uitdrukken: Via de volksvergadering, de raad van 500 en de volksrechtbank.1 De volksvergadering was de belangrijkste. Gemiddeld kwam men om de 9 dagen op de Agora bijeen, waarbij alle circa 30.000 vrije mannen van Athene gelijk recht van spreken hadden. Het voorbereidende orgaan van de volksvergadering was de raad van 500 die plaats vond in het bouleuterion. Aan het begin van elke volksvergadering werden de voorstellen en adviezen van de raad van 500 onderworpen aan een stemming. Dit gebeurde door middel van handopsteken: eerst de ja-stemmers, dan de nee-stemmers. Was er één stem tegen, dan bleef een voorstel ter verdere bespreking op de agenda staan en werd er vervolgens op de Agora en in de verschillende stoai uitgebreid gedebatteerd. De volksrechtbank hield strategisch gedrag in de gaten en men kon via het zogeheten schervenrecht (ostracisme) politieke leiders of generaals, die men te machtig vond, voor een bepaalde tijd uit de polis verbannen.

Bronnen 1 Thompson, H. A. & Wicherley, R.E. (1972). The agora of Athens : the history, shape and uses of an ancient city center. S.I. : American School of Classical Studies and Athens.

90

Athene


N 10

20

50

100 meter

Akropolis van Athene 1:2000

Conclusie

91


CONCLUSIE

ATHENE

In deze directe vorm van democratie lag de wetgevende macht bij het volk. Wetsvoorstellen werden aangenomen door de bevolking, waardoor er een grote gehoorzaamheid was aan de wetten en een gedragen autoriteit jegens de bestuurders. Deze machtsverhouding was ook waarneembaar in het overgrote gedeelte van de gebouwen rondom de Agora in Grieks-Dorische bouwstijl. Stoai en tempels werden uitgevoerd met meer ornamenten en vervaardigd uit kostbaarder materiaal dan bestuursgebouwen die afgestemd werden op basis van het type gebruik en het aantal personen. Elke ruimte had een specifieke functie. De tholos, herkenbaar aan de ronde vorm, had een ingetogen haast onopvallend karakter. Bergopwaarts vanaf de tholos was het bouleuterion gesitueerd, de ontmoetingsplaats van de boulè. Weliswaar komen de ornamenten in het bouleuterion voort uit de Dorische orde, het gebouw was deels ommuurd en een kwartslag gedraaid. Hierdoor lag de primaire toegang niet direct aan de Agora en had de Athener enkel zicht op de bescheiden zijgevel.

Wetgevend Rechterlijk Uitvoerend

92

Athene


A. Bouleuterion B. Tholos C. Heliaia D. Zuidstoa

A B

C

D N

Situatie 1:5000

N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Conclusie

93


CONCLUSIE

ATHENE

De zuidstoa nam met circa 80 meter een groot deel in van de zuidzijde van de Agora. Achterin het gebouw waren zestien kamers gelegen, die hoofdzakelijk werden gebruikt door ambtenaren. Daarnaast had het gebouw een commerciële functie, waardoor de burger direct en op een informele manier in contact kon komen met de bestuurders. De Agora van Athene was een verzameling van gebouwen en objecten die faciliteerden in een omgeving waar burgers de vrije handel, het vrije denken en de democratie ontdekten.

94

Athene


5

10

25

50 meter

Exploded isometrie zuidstoa 1:1000

Conclusie

95



FLORENCE

97


FLORENCE, 1298

Wieger Meijer

Italiaanse Renaissance Halverwege de 14e eeuw lopen de Middeleeuwen, waarbij de geestelijkheid en feodalisme hoogtij vieren, ten einde. Een pandemie, ook wel de zwarte dood genoemd, eist in Europa miljoenen levens op. Hierna treedt een nieuwe tijd aan, waarin vitaliteit en vernieuwingsdrift centraal staan; de Italiaanse Renaissance. Men kijkt terug naar en leert van de klassieke oudheid, waardoor humanisme en de menselijke creativiteit zich kunnen ontvouwen. De wetenschap, literatuur, schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur beleven een vernieuwing door grootheden als Da Vinci, Galilei, Machiavelli, Botticelli, Michelangelo, Vasari en Brunelleschi. Ook op maatschappelijk en cultureel vlak maakt men zich los van het vroegere wereldbeeld waarin God centraal staat en het leven slechts een tussenstop is naar het hiernamaals. Hoewel Italië, het voormalig Apennijnse schiereiland, op allerlei vlakken prominent aanwezig is, heeft het zich nog niet gevormd tot een eenheidsstaat, zoals Spanje, Frankrijk en Duitsland. Italië is verdeeld in machtscentra, waarbij Florence, Rome en Napels domineren. Vaak is Italië het strijdtoneel van Europese mogendheden die veroveringsgezind zijn. Door de strijd tegen Europa evenals de onderlinge strijd tussen de stadstaten en vorstendommen, zijn de machtsverhoudingen berustend op het optreden van krachtige persoonlijkheden, vaak instabiel. Onder deze persoonlijkheden vallen Giovanni Dei Medici en zijn zoon Cosimo, lid van een invloedrijke bankiersfamilie. Door hun investeringen aan het kerkelijk gezag maken ze een begin aan de

Afbeelding rechts: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:CoA_Fa%C3%A7ade_ Palazzo_Vecchio_Florence.jpg#mediaviewer/Fichier:CoA_ Fa%C3%A7ade_Palazzo_Vecchio_Florence.jpg

heerschappij van Dei Medici over Florence. Zij weten zich op te werken naar een ongekende hoogte van erkenning. Cosimo en diens opvolger, Lorenzo il Magnifico, houden beide van het leven en dat uit zich in een excentrieke en decadente levensstijl, waar Florence door commercie en werkgelegenheid van mee profiteert. Zo wordt de kathedraal, door tekortkomingen van de initiële architect Arnolfo di Cambio, alsnog voorzien van een koepel door de bekende architect Filippo Brunelleschi, in opdracht van de Medici familie. Dergelijke uitdagende bouwopgaves hebben aanzien aan de stad Florence en haar inwoners gegeven. Het is door de consolidatie van de macht in Frankrijk, dat dit land zich richt op een uitbereiding richting Italië. Hierdoor wordt een tijdelijke halt geroepen aan de heerschappij van de Medici familie. Uit angst voor de Franse koning Karel VIII, die zonder enige noemenswaardige tegenstand richting het zuiden van Italië oprukt, ontvlucht Piero d’Medici, opvolger van Lorenzo, in 1494 Florence. De dominicaan Girolamo Savonarola, wiens ergernis al langere tijd gevestigd is op de naar eigen zeggen zondige decadente heerschappij van de Medici, ziet zijn kans schoon om de leiding over Florence over te nemen. Onder zijn korte rigoristische regime worden alle door hem gehate ijdelheden verbrand, waaronder zelfs boeken en schilderijen van Botticelli verloren zijn gegaan. Het is Paus Alexander VI die na meerdere waarschuwingen er voor zorgt dat Savonarola op de brandstapel eindigt wegens schending van het pauselijk gezag. Ondanks alle machtsverdeling in Italië, heeft de Paus in Rome nog altijd het laatste

woord. Politiek De Franse filosoof Charles Montesquieu (16891755) introduceert de scheiding der machten in zijn bekendste boek ‘Over de geest van de wetten’, dat bestaat uit 31 delen. Hierin stelt hij dat iedere samenleving in drie machten is verdeeld, namelijk de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Om deze machten in evenwicht te houden, moeten zij verdeeld worden over de samenleving. Volgens hem moet de wetgevende macht in handen liggen van het volk, de uitvoerende macht bij de koning en de rechtsprekende macht bij onafhankelijke rechters. Als de wetgevende en uitvoerende macht bij éénzelfde persoon liggen, kan diegene wetten bedenken en ze vervolgens ook uitvoeren. Om dit tegen te gaan, controleren deze twee machten elkaar en kunnen zij niet zonder elkaars controle functioneren. Aangezien de wetgevende macht onmogelijk bij elk individu terecht kan komen te liggen, neemt hiervoor de volksvertegenwoordiging het over. De oligarchie in de tijd van de heerschappij (Signoria) in het Palazzo della Signoria, lag voornamelijk in handen van een rijke bankiersfamilie de Medici. Hoewel er in de periode van de 14de en 15de eeuw er zo nu en dan gewisseld werd van bestuursvorm, lag de zeggenschap in de meeste gevallen bij de ‘Signoria’. Deze heerschappij bevatte een negental ministers (priori), die grote en kleine gilden uit de stad vertegenwoordigden. Hieruit werd een president (Gonfaloniere della Giustizia) gekozen, wat letterlijk vertaald ‘Vaandaldrager van



de rechtvaardigheid’ betekent. Hiernaast werden twaalf inwoners uit verschillende districten van Florence uitgekozen tot de twaalf Buonuomini, zonder hen maakte de ministers geen belangrijke beslissingen. Ook werden 19 ministers verkozen voor de burgerwacht van Florence, die hielpen met wetsvoorstellen. Deze twee raden van 12 en 19 werden de collega’s genoemd van de Signoria. Het parlement bestaat uit een Raad van Tachtig, verkozen uit een grotere raad die bestond uit de helft van alle mannen boven de dertig jaar uit Florence. In tijden waarin de oligarchie van de Medici onder druk lag, werd hun heerschappij versterkt door het zelf instellen van een raad. Zo hebben zij een Raad van honderd (1458), die vertegenwoordigt werd door vijfentwintig leden per stadskwartier, gekend en een Raad van Zeventig met nog meer macht. De Signoria oefende de uitvoerende macht uit en werden ondersteund door de eerder genoemde collega’s, die stonden voor de wetgevende macht. De Signoria had echter dermate invloed op de raadsleden dat deze machten wel eens samenvielen en er een vrij spel voor de heerschappij van de Medici lag. De rechtsprekende macht kwam te liggen bij de drie magistraten. Machiavelli Na de dood van Savonarola in 1498, wordt onder leiding van Gonfaloniere Piero Soderini de republiek van Florence uitgeroepen. Niccolò Machiavelli bekleedt de functie van tweede kanselier. Deze republiek onder Soderini kent een democratisch karakter en heeft een raad van duizend, welke zetelt

Afbeelding rechts: http://www.photo-tuscany.com/wp-content/uploads/2013/03/ palazzo-vecchio-1-Fi.jpg

in de Sala dei Cinquecento. Naast het rapporteren en het schrijven van brieven voor de Gonfaloniere, houdt Machiavelli zich bezig met het bijhouden van het diplomatieke verkeer tussen verschillende machtscentra in Italië. Bij deze belangrijke functie als ‘Secretarius Florentinus’ komt zijn intelligentie en politieke inzicht goed tot recht. Hoewel Machiavelli geen welvarende jeugd heeft genoten, kan hij toch dankzij zijn vader zich ontfermen over Griekse en Latijnse literatuur. Aan het eind van zijn carrière weet hij het zelfs voor elkaar te krijgen om een eigen leger te formeren voor de Florentijnse republiek waarmee hij een conflict met Pisa weet te ondermijnen. Na 12 jaar in dienst te zijn geweest, wordt hij bij terugkomst van d’Medici familie in 1512 verbannen uit stadsbestuur op verdenking van fraude. In zijn poging om terug te keren in de politiek schrijft hij zijn handleiding voor de ideale heerschappij als cadeau aan de teruggekeerde Medici (Lorenzo II). Il principe, ofwel de heerser, bevat een zesentwintig tal hoofdstukken waarin hij voor verschillende scenario’s beschrijft hoe te handelen. Hoewel het cadeau door Lorenzo dei Medici met gemengde gevoelens wordt ontvangen, levert het Niccolò toch nog enkele werkzaamheden op voor de staat. ‘De heerser’ is geschreven om er voor te zorgen dat Italië, ondanks de vele machtswisselingen, de dreiging van andere Europese mogendheden kon afweren. Palazzo Della Signoria Eind 1298 wordt door de Captain of the People of Florence aan de Priors delle Arti opgegeven om een nieuwe huisvesting voor het gemeentebestuur

Bronnen Tekst: Rubinstein, N. (1995). The Palazzo Vecchio, 1298-1532: Government, Architecture, and Imagery in the Civic Palace of the Florentine Republic (Oxford-Warburg Studies) (p. 154). Tekenwerk: Bartoli, M. T. (2007). Musso e non quadro, La strana figura di palazzo vecchio dal suo rilievo. (Edifir edizioni firenze) (p. 129).

te vinden. Slechts een aantal jaren later betrekken de Priors en de Gonfalonier of Justice het nieuwe paleis ontworpen door Arnolfo di Cambio. Het ontwerp is sterk afgeleid van het naast gelegen Palazzo del Popolo (Bargello) uit 1255, wat vermoedelijk ontworpen is door de vader van Arnolfo, Jacopo di Lapo. De Bargello diende in de periode vanaf 1261 tot 1302 als het gemeentehuis van de Podestà (burgemeester) van Florence. Doordat de stad Florence door het nieuw volksregime van Priors bestuurt zou gaan worden, werd de positie van de Podestà ondergeschikt gemaakt. Het enorme nieuwe paleis in middeleeuwse bouwstijl met een toren van bijna 95 meter diende met zijn uitstraling als een expressie van zelfverzekerdheid en kracht. Ook zou het nieuwe paleis weerstand moeten bieden tegen aanvallen op het nieuwe regime, om zo de stabiliteit van de heerschappij in stand te kunnen houden. Amper twee jaar nadat het paleis in gebruik werd genomen, werd het volksregime al aangevallen. Mede dankzij de mogelijkheid om 60 lijfwachten te accommoderen met een ammunitie kamer (Camera dell’Arme), wist het gebouw de juiste verdediging te bieden. In de geschiedenis hebben vele aanpassingen en uitbreidingen plaatsgevonden, zowel in het interieur en kunst, als in gehele nieuwe vleugels om de groeiende overheid onderdak te bieden. De analyse van het Palazzo della Signoria richt zich op de periode waarin het gebouw onderdak bood aan de Signoria tijdens de meest invloedrijke periode in Florence. Deze periode is van de bouw in 1298 tot het einde van de invloed van de Medici familie rond het jaar 1532.



N 50

Situatie 14e-16e eeuw 1:10000

102

Florence

100

200

500 meter


N 10

20

50

100 meter

Situatie 1:2000

Basistekeningen

103


BASISTEKENINGEN

Ruimtenummering Begane grond 1 Wapenkamer - Camera dell’Arme 2 Eerste binnenplaats - Primo Cortile 3 Trap van Giorgio Vasari 4 Binnenplaats van Douane - Cortile della Dogana 5 Tweede binnenplaats

Verdieping 1 6 Hal van 200 - Sala dei Dugento 7 Gang/Schuilplaats - Andito/Risetto 8 Raad van Otto di Guardia 70 - Sala degli Otto 9 Studiekamer van Francesco I d’Medici 10 Bureau van Cosimo I d’Medici - Tesoretto 11 Hal van 500 - Sala dei Cinquecento 12 Sala del Duca Cosimo I 13 Sala di Lorenzo il magnifico 14 Sala di Cosimo il Vecchio 15 Sala di Giovanni della bande nere 16 Sala di Leone X 17 Kapel van Leone X 18 Sala di Clemente VII

Verdieping 2 19 Gehoorkamer - Udienza 20 Bestuurskamer - Sala dei Gigli 21 Tweede Kanselarij 22 Garderobe / Landkaarten 23 Kapel 24 Sala di Gualdrada 25 Sala di Penelope (slaapkamer) 26 Sala di Ester o Sala da Pranzo 27 Sala della Sabine 28 Kamer - Saletta 29 Bureau - Scrittoio 30 Doorgang naar Uffizi - Sala verda 31 Kapel - Cappella di Eleonora 32 Camera di Cerere 33 Camera di Cibele 34 Camera di Giove 35 Camera di Ercolo 36 Sala degli Elementi 37 Loggia - Loggiato Verdieping 3 - Zolder 38 Personeelskamer - Keuken Verdieping 4 - Toren 39 Gevangenis

104

Florence


B

1

B'

5

3

A

A'

4

2

N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Basistekeningen

105


7

6

B

8

B'

11

A'

A 12 13 9

14

10 15 16

17

18

S P

Verdieping 1 1:500

106

Florence

S S L L D D D O

L

D T N


21

19

B

20

22

23

B'

29

A'

A

28 24

32 25

26

27

33 30

31

34

35

36

37

N 1 2

5

10

20 meter

Verdieping 2 1:500

Basistekeningen

107


B

B'

38

A

Verdieping 3 1:500

108

Florence

A'


B

B'

A'

39

A

N 1 2

5

10

20 meter

Verdieping 4 1:500

Basistekeningen

109


I I I X I X V

I I V I V

I I I I I I I I I

X

X I I I I V

S H Y T M E V SI M T V VNN GIA EMN ROI XDM E O R D

CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA

Studio: Project name:

Westgevel 1:500

110

Florence

Subset ID: Subset Name: Layout ID: Layout Name: Drawing ID: Drawing Name: Drawing Scale: Original Scale: Layout Number: Date: Time: Name:


1 2

5

10

20 meter

Zuidgevel 1:500

Basistekeningen

111


Studio: Project name:

Oostgevel 1:500

112

Florence

Subset ID: Subset Name: Layout ID: Layout Name: Drawing ID: Drawing Name: Drawing Scale: Original Scale: Layout Number: Date: Time: Name:


1 2

5

10

20 meter

Noordgevel 1:500

Basistekeningen

113


Doorsnede A-A’ 1:500

114

Florence


1 2

5

10

20 meter

Doorsnede B-B’ 1:500

Basistekeningen

115


STADSNIVEAU

CONTEXT

Aan het eind van de 13de eeuw kende Florence een stijging in het aantal publieke gebouwen, dankzij de snelle groei van de bevolking, tot bijna 100.000 inwoners rond 1300. In 1299 werd de eerste fundering gelegd voor de derde stadsmuur van 8 kilometer lang, die de stad Florence liet uitbreiden. De oppervlakte van ruim 450 hectare, binnen deze stadsmuur, werd in een razend tempo volgebouwd, zoals te zien is in de kaart rond 1600. Hier was er nog plek voor enkele landbouw mogelijkheden binnen de stadsmuur, maar dit vond voornamelijk buiten de muur plaats. Het centrum, gelegen binnen de vernietigde eerste stadsmuur, is de plaats waar het Piazza Della Signoria zich bevindt. Dit plein was voorheen bestemd voor de heersende familie Uberti waar zij tevens hun paleis hadden gevestigd. Na de slag om Montaperti werd het paleis van de Uberti gesloopt en om te voorkomen dat zij ooit nog zouden zegevieren, werd op dezelfde plek het Palazzo Della Signoria gebouwd.

Stadhuis Kerkelijke instanties Andere overheidsinstanties Internationale instanties Overige bebouwing Water

116

Florence


N 50

100

200

500 meter

Situatie

Context

117


MORFOLOGIE

CONTEXT

Gebouwen Het centrum van Florence, waar het Palazzo zich bevindt, kent met uitzondering van een aantal pleinen een hoge bebouwingsdichtheid. De gebouwen rondom het Piazza della Signoria hebben een relatief overeenkomstige goothoogte, waardoor het plein wordt omlijst door hoge gevels. De gesloten bouwblokken hebben in de meeste gevallen geen collectieve binnenplaats, maar persoonlijke patio’s en dakterrassen. De volledig opgevulde kavels relateren in een slordig raster met elkaar en sommige kavels hebben een ongebruikelijke vorm.

Water De 75 meter brede rivier de Arno, scheidt de stad Florence in een noordelijk en zuidelijk deel. De oorsprong van de Arno ligt in de berg Falterona en mondt uit bij de kust in de buurt van Pisa. De Ponte Vecchio - de bebouwde brug - is onderdeel van Vasari’s Corridor, die het noordelijk gelegen Palazzo Della Signoria met het zuidelijk gelegen Palazzo Pitti verbindt. Het Palazzo Pitti met mooie tuinen, wat diende als ontspanningsgelegenheid kon zo veilig en overdekt bereikt worden door de gehate Cosimo I d’Medici.

Infrastructuur De infrastructuur is nagenoeg een exacte negatief van de gebouwen morfologie. Het stedelijke stratenpatroon van Florence varieert van grote Piazza’s tot nauwe impasses. De straten verhouden zich in een rommelig rasterstructuur waarin uitzondering de regel maakt.

Analyse

118

Florence


Studio: Project name:

Gebouwen

Authority Palazzo Vecchio

Studio: Project name:

Auth Pala

gebouwen 1:2000 1:2000

infrastructuur 1:2000 1:2000

Subset ID: Subset Name: Layout ID: Layout Name: Drawing ID: Drawing Name: Drawing Scale: Original Scale:

Layout Number:

18 of 76

Layout Number:

20 of 76

Layout Number:

73 of

Date: Time: Name: Email:

maandag 16 juni 2014 16:46 W.G. Meijer W.g.meijer@student.tue.nl

Date: Time: Name: Email:

maandag 16 juni 2014 16:47 W.G. Meijer W.g.meijer@student.tue.nl

Date: Time: Name: Email:

maan 12:44 W.G W.g.

3.1 Context 18 Morphology

Infrastructuur

Studio: Project name: Subset ID: Subset Name: Layout ID: Layout Name: Drawing ID: Drawing Name: Drawing Scale: Original Scale:

Groen

Studio: Project name:

Authority Palazzo Vecchio

Subset ID: Subset Name: Layout ID: Layout Name: Drawing ID: Drawing Name: Drawing Scale: Original Scale:

Subset ID: Subset Name: Layout ID: Layout Name: Drawing ID: Drawing Name: Drawing Scale: Original Scale:

Water

3.1 Context 20 Morphology

Kavels

Authority Palazzo Vecchio 3.1 Context 19 Morphology water 1:2000 1:2000

Layout Number:

19 of 76

Date: Time: Name: Email:

maandag 16 juni 2014 16:46 W.G. Meijer W.g.meijer@student.tue.nl

N 10

20

50

100 meter

Morfologie

Context

119

73 Morp

kave 1:200 1:200


PROFIELDOORSNEDE

CONTEXT

De profieldoorsnede in oost-westelijke richting laat het verschil in omvang met de omringende bebouwing goed zien. Niet alleen in hoogte steekt het Palazzo er met kop en schouders boven uit, maar ook qua bouwblok oppervlakte neemt het een van de grootste posities in. De omvang in combinatie met de massieve uitstraling zorgen ervoor dat het Palazzo zich onderscheidt van andere gebouwen. Tevens zorgt de grote verdiepingshoogte ervoor dat het gebouw letterlijk lijkt opgeschaald ten opzichte van de rest.

Positie profieldoorsnede 1:10000

Aanzicht Snede

120

Florence


10

20

50

100 meter

Profieldoorsnede 1:2000

Context

121


TOEGANG

CONTEXT

Het Palazzo della Signoria is vanuit meerdere toegangswegen te bereiken en zichtbaar vanuit de nauwe straten die leiden tot het plein (afbeelding 1). Door de zuid-oostelijke ligging op het Piazza della Signoria, zijn de noord- en westgevel de meest prominente gevels. Deze gevels bevatten tevens de twee ingangen die het meest werden gebruikt.

Afbeelding 1: zicht op westgevel vanuit ‘via Vacchereccia’

Afbeelding 1: http://4.bp.blogspot.com/-vigOHtYbWaY/TjyttMH0hfI/ AAAAAAAAAvw/E6bQJJ6focQ/s1600/017+Palazzo+Vecchio+1.jpg

Secundaire toegang Primaire toegang

122

Florence


N 10

20

50

100 meter

Situatie 14e - 16e eeuw 1:10000

Context

123


NOLLI

CONTEXT

Hoewel de Renaissance stond voor herleving van de Romeinse oudheid en de verwerping van de kerkelijke macht, bleef de paus in Rome het uiterste gezag behouden. Veel openbare gebouwen in de vorm van kerken zijn te vinden in de binnenstad van Florence. Tevens gaven de veranderingen in het bestuur en administratie van de republiek aanleiding tot het bouwen van openbare gebouwen. Opvallend is dat de meeste overheidsgebouwen niet vrij toegankelijk waren voor het volk. Het Palazzo della Signoria was bedoeld als gebouw voor het volk en het regime, echter was het niet openbaar, maar juist erg gesloten.

Openbaar Privaat

124

Florence


N 10

20

50

100 meter

Context

Context

125


TYPE RUIMTE

CONTEXT

De omgeving rondom het Palazzo della Signoria bestaat voornamelijk uit gesloten bouwblokken met hiertussen een gevarieerd stratenpatroon. De pleinen, Piazza della Signoria en het noordelijk gelegen Piazza della Repubblica, vormen een verademing tussen de dichte gebouwen morfologie. Wat opvalt is dat slechts weinig van deze bouwblokken een binnenplaats hebben. Ook groenvoorzieningen zijn in de regio van het Palazzo niet terug te vinden. Om de Signoria te laten ontsnappen aan het stedelijke karakter van Florence, is het Palazzo Pitti met een grote tuin aan de overzijde van de rivier gebouwd. Dit gebouw is geheel overdekt te bereiken door de corridor van Giorgio Vasari.

Plein Tuin Binnenplaats Straat Groen

126

Florence


N 10

20

50

100 meter

Context

Context

127


VOLUME

EXTERIEUR

Het volume van het Palazzo wordt voornamelijk gekenmerkt door de uitstraling als een middeleeuws vestingwerk met een zeer gesloten karakter. Op begane grond niveau bevinden zich rondom het gebouw, naast een aantal zware deuren, enkel met tralies voorziene ramen op 6 meter boven het maaiveld. De galerij (ballatoio) met kantelen biedt zowel een verdedigende functie als een architectonische. De overhellende toren reikt drie keer hoger dan de voor families toegestane toren hoogte, waardoor het gebouw, naast de kathedraal van Brunelleschi, het hoogte gebouw van Florence is. De toren heeft een sier galerij met dit keer Ghibellijnse kantelen in de vorm van een zwaluwstaart. De geometrie van het gehele volume is ontstaan uit verbouwingen en uitbereidingen die mogelijk waren binnen het stedelijk weefsel.

128

Florence


2 4

10

20

40 meter

Isometrie 1:1000

Exterieur

129


TOEGANG

EXTERIEUR

Het Palazzo della Signoria kent meerdere ingangen, waarvan twee geacht worden als de hoofdingang. In eerste instantie werd de noordgevel, met de deur naar de Camera dell’Arme, gezien als de voorgevel van het paleis. Naderhand werd de westgevel als meest representatieve gevel beschouwd en verplaatste daarmee de hoofdingang naar de deur die leidt naar de eerste binnenplaats. Voor toegang van de raadsleden werden de tegenoverstaande deuren aan de noord- en zuidgevel gebruikt waarmee de tweede binnenplaats bereikt kon worden. Voor bezoekers werden de meest prestigieuze ingangen gebruikt als impressie middel om de bezoeker een ondergeschikt gevoel te geven in de aanloop naar een ontmoeting met het Signoria of met een medewerker.

Secundaire toegang Primaire toegang

130

Florence


N 1 2

5

10

20 meter

Tekeningnaam

Exterieur

131


DREMPEL

EXTERIEUR

De Signoria die aangesteld werd voor een periode van twee maanden mochten slechts op speciale gelegenheden het Palazzo verlaten. In tegenstelling tot de gesloten en verdedigende architectuur van buiten, opent het gebouw zich van binnen met vele binnenplaatsen en interne decoraties op schaalniveau die zich van buiten allerminst vertonen. Een verhoogd platform is aangebracht voor het Palazzo, voor het geval dat de Signoria zich moest opstellen voor de mensen op het Piazza della Signoria. Deze drie meter hoge ringhiera aan de west façade bood ruimte en bescherming voor de tribune waarop de Signoria zat. Naast deze mogelijkheid om de Signoria te zien, kon men op afspraak binnenkomen of wanneer zei met een geschenk kwamen aanzetten.

Afbeelding 2: verbranding Savanarola, met Signoria op ringhiera

Afbeelding 2: http://nl.wikipedia.org/wiki/Girolamo_Savonarola#mediaviewer/ Bestand:Hanging_and_burning_of_Girolamo_Savonarola_in_Florence.jpg

Zachte overgang Harde overgang

132

Florence


N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Exterieur

133


GEVELCOMPOSITIE - TRANSPARANTIE

EXTERIEUR

I I I X I X

Het Palazzo kent geen hoge transparantie in de gevel en dit staat wellicht synoniem voor de transparantie van het gezag wat achter deze gesloten gevel wordt uitgeoefend. De plint van het gebouw is over de gehele omtrek van het gebouw gesloten. De eerste openingen bevinden zich een aantal meter boven maaiveld en zijn voorzien van dik traliewerk. Achter dit traliewerk bevindt zich de donkere wapenkamer en tweede binnenplaats. Pas vanaf de eerste verdieping zijn de kenmerkende kruiskozijnen met ronde rollaag te vinden, waarachter representatieve ruimtes bevinden. De noordelijk gelegen ramen bieden uitzicht over het plein voor de Sala dei Dugento (raadzaal) en de Sala dei Gigli (burgemeesterskamer). En de zuidelijk gelegen ramen geven uitzicht op de rivier Arno, vanuit de kamers van de Collega’s van de Signoria. Het raam in deze kozijnen is uitgevoerd in vierkante glasdelen die met lood zijn verbonden. Deze methode werd gebruikt, omdat grotere glasplaten in die tijd niet geproduceerd konden worden. Aan de noordgevel zorgen de grote getoogde ramen voor lichttoetreding in de grote Sala dei cinquecento. Onder de toren aan de westgevel gebeurt iets opmerkelijks. Hier is een drietal dichte ramen te vinden die qua ornamenten te vergelijken zijn met de rest. Het is enerzijds mogelijk dat deze ramen zijn dicht gemaakt om de later gebouwde toren te funderen, anderzijds bestaat de mogelijkheid dat dit bewust gedaan is om het ritme van de raampartijen door te zetten. Hoewel deze laatste mogelijkheid niet op een consequente manier is uitgevoerd, gaat het vermoeden uit naar het eerste.

T M E V SI M T V VNN GIA EMN ROI XDM E O R D

Florence

V

I I V I V

S H Y

CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA

Westgevel 1:500

134

I I I I I I I I I

X

X I I I I V

Transparant


1 2

5

10

20 meter

Noordgevel 1:500

Exterieur

135


GEVELCOMPOSITIE - REPETITIE

EXTERIEUR

I I I X I X

De repeterende elementen die als eerste opvallen bij het Palazzo zijn ongetwijfeld de kantelen en getoogde openingen van de galerij. Op deze plaats lijken de elementen het minst onderbroken door afwijkingen, echter zit hier aan de westgevel een variatie in. Zo zijn de vier bogen die de galerij ondersteunen ter plaatse van de toren een fractie kleiner en zit er een kleine variatie in de afstand tussen de getoogde openingen die te relateren is aan de zware, overhellende toren. Daarnaast repeteren de getoogde kruiskozijnen aan de zuid, west- en noordgevel. De, uit een later bouwjaar afkomstige, oostvleugel bestaat in tegenstelling tot de middeleeuwse vesting bijna volkomen uit repeterende elementen.

V

I I V I V

I I I I I I I I I

X

X I I I I V

S H Y T M E V SI M T V VNN GIA EMN ROI XDM E O R D

CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA

Ramen Ramen Gallerijbogen Kantelen Westgevel 1:500

136

Florence

Openingen


1 2

5

10

20 meter

Noordgevel 1:500

Exterieur

137


GEVELCOMPOSITIE - RITME

EXTERIEUR

De globale ritmiek van de gevel wordt ontleend aan de opeenvolging van de getoogde kruiskozijnen die tegelijkertijd belangrijke repeterende elementen zijn in het gebouw. Wat opvalt is dat veel van de andere repeterende elementen buiten dit ritme vallen. De horizontale sierlijsten onder de kozijnen, waarvan de bovenste rijker gedecoreerd is, benadrukken de eerste en tweede verdieping. Op zowel de galerij van de basis als van die van de toren geven de lijsten een horizontale belijning.

I I I X I X V

I I V I V

I I I I I I I I I

X

X I I I I V

S H Y T M E V SI M T V VNN GIA EMN ROI XDM E O R D

CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA

Secundair ritme Westgevel 1:500

138

Florence

Primair ritme


1 2

5

10

20 meter

Noordgevel 1:500

Exterieur

139


GEVELCOMPOSITIE - SYMMETRIE

EXTERIEUR

I I I X I X

Op het eerste ogenblik lijkt het gebouw door haar expliciete vorm volledig buiten een symmetrie te vallen. Echter wanneer wordt gekeken naar de gevelvlakken zijn enkele symmetrische delen te vinden. De toren heeft vanuit de westgevel een zuivere as-symmetrie. Ook de basiscontour van de westgevel heeft met uitzondering van de a-centrisch geplaatste toren een symmetrische vorm. Door de toren en het ontbreken van een overheersende ritmiek en aanwezige variatie valt deze symmetrie in eerste instantie niet op. Wanneer de toren vanuit de langsgevel bekeken wordt, lijkt dezelfde symmetrie behouden, echter is het bovenste gedeelte naar binnen geplaatst. De reden hiervan is hoogstwaarschijnlijk om contragewicht te geven aan het uitkragen van de toren. In tegenstelling tot de westgevel, valt de symmetrie van de basis contour van de noordgevel wel gelijk op. Hier dragen de centraal geplaatste deur en de centraal georiënteerde ritmiek van de ramen aan bij.

V

I I V I V

I I I I I I I I I

X

X I I I I V

S H Y T M E V SI M T V VNN GIA EMN ROI XDM E O R D

CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA

Symmetrie Symmetrie Westgevel 1:500

140

Florence

Uitzondering


1 2

5

10

20 meter

Noordgevel 1:500

Exterieur

141


GEVELCOMPOSITIE - VARIATIE

EXTERIEUR

I I I X I X

Doordat het gebouw gefaseerd is opgebouwd in een periode van tweehonderd jaar is er een grote variatie te vinden over het geheel. In de onderlinge delen is echter ook een verloop te zien in de mate van variatie. Het oudste gedeelte bevat veel afwijkende elementen en het nieuwste gedeelte houdt zich aan een strikt ritme. Het lijkt dat, vooral in het oude gedeelte, op een aantal plaatsen uit praktische overweging een aantal elementen zijn aangepast, toegevoegd of juist weggelaten. Vooral de toren lijkt hier het meeste invloed op uit te oefenen en laat op de westgevel een spoor van variatie achter. Naast het weglaten voor de benodigde versterking is een aantal kleine raampartijen toegevoegd om de ruimtes van bovenaf te verlichten.

V

I I V I V

I I I I I I I I I

X

X I I I I V

S H Y

142

Florence

T M E V SI M T V VNN GIA EMN ROI XDM E O R D

CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA

Westgevel 1:500

Variatie


1 2

5

10

20 meter

Noordgevel 1:500

Exterieur

143


MATERIALISATIE GEVEL

EXTERIEUR

I I I X I X

In tegenstelling tot andere gebouwen in de 15de eeuw werd de rustica in de gevel niet beperkt tot de begane grond vloer, maar werd deze over de gehele gevel door gezet. De reden hiervan is om de gebouwen uit de Romeinse oudheid te imiteren, zoals het Forum van Augustus. Dat de rustica een functie als verdediging heeft gehad valt te betwijfelen, wel vertegenwoordigd het de solide muur van hard steen, van maar liefst anderhalve meter dik, waarop het is aangebracht. Naast het veelvuldig steen gebruik, zien we het materiaal smeedijzer in functionele en decoratieve oplossingen terug. Het zware traliewerk en de versterkte deuren op begane grond niveau versterken het ontoegankelijke karakter en de beveiliging van het stadhuis. Het balkon daarentegen wordt ondersteund door fijn gedecoreerde steunders en het hekwerk heeft een fijn schaalniveau.

V

I I V I V

I I I I I I I I I

X

X I I I I V

Overige materialen bevinden zich in het raam: Het raam steekt qua verfijning af tegen de rustica gevel. Het kruiskozijn met getrapte spitsbogen zijn vervaardigd uit marmer en heeft een Korintisch zuiltje als ondersteuning . Hierachter bevindt het eigenlijke houten kozijn ingelegd met glas in lood welke een draairichting naar binnen heeft. Door de enorme dikte van de gevelmuur, heeft het raam een interne dagkant die gebruikt wordt als zitmogelijkheid. S H Y T M E V SI M T V VNN GIA EMN ROI XDM E O R D

CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA

Glas in lood Hout Metaal Steen 1 2

Westgevel 1:500

144

Florence

5

10

20 meter

Marmer


Stu Pro

Su Su La La Dr Dr Dr Or

Raam detail 1:50

Exterieur

145

La

Da Tim Na


ORNAMENTEN

EXTERIEUR

I I I X I X

Er is een groot contrast in ornamenten tussen het interieur en het exterieur. Binnen in het stadhuis is er een overvloed aan fresco’s, sierplafonds, architraven en gewelven, waaraan het van buiten ontbreekt. Het stenen volume lijkt van zichzelf geen ornamenten te bevatten, enkel wanneer het interieur zich openbaart, in de vorm van een raam, wordt de ornamentuur naar buiten gebracht. Het zeer fijn gevormd kruiskozijn steekt af tegen de grove rustica, waardoor min of meer het gebouw zijn verborgen subtiliteit laat zien. Door de functionaliteit van het kruiskozijn met trapsgewijze spitsbogen, valt deze onder de tektoniek. Hieronder zouden tevens de rustica rollagen kunnen vallen. Op de raampartij wisselt het kruis zich af met de fleur-de-lis, het symbool wat ook op het wapen van de Florentijnse Republiek staat. Boven de twee hoofdingangen zijn twee plakkaten geplaatst met zowel verbeeldingen van de fleurde-lis als de leeuw. De leeuw is naast de fleur-de-lis een kenmerkend symbool voor Florence, waar ze in de 13de eeuw zelfs in levende lijve rondliepen. De wakende leeuw Marzocco houdt aan de noordwest hoek van het palazzo de wacht. We zien deze leeuw ook terug boven aan de toren. Het nieuwere gedeelte heeft naast een forse hoeksteen en lateien geen verdere ornamenten.

V

I I V I V

I I I I I I I I I

X

X I I I I V

S H Y T M E V SI M T V VNN GIA EMN ROI XDM E O R D

CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA

Functionele verfraaiing Westgevel 1:500

146

Florence

Ornament


1 2

5

10

20 meter

Noordgevel 1:500

Exterieur

147


ONDERDELEN VAN HET STADHUIS

EXTERIEUR

Ondanks het gesloten karakter van het Palazzo della Signoria, beschikt het wel over een aantal kenmerkende aspecten die vaak bij een stadhuis aanwezig zijn. Ten eerste beschikt het over een trap die zowel leidt naar de ingang als naar het bordes (de ringhiera). Dit bordes, waarop de Signoria voor het volk werd opgesteld, is te bereiken via twee deuren vanaf de eerste binnenplaats. Dit podium werd bijvoorbeeld voor de inauguratie en andere volkstoespraken van de Signoria gebruikt. Het relatief kleine balkon op de eerste verdieping (+/- 10meter) is gemakkelijk vanaf de raadzaal (Salone dei Dugento) te bereiken via een overloop. Voor welke gelegenheden het balkon werd gebruikt is niet duidelijk, wel wordt dit balkon vaak niet in schilderijen van het Palazzo getoond. Er bestaat een mogelijkheid dat deze pas in een latere periode is aangebouwd, dit getuigt ook de hoge instap van het balkon die te zien is in de doorsnede. De enorme toren bood de mogelijkheid om aanvallen op de stad Florence te zien aankomen, waarna de bel geklonken kon worden. Daarnaast diende de hoge toren als impressie middel en als herkenpunt voor het volk. Aan de voet van de toren bevindt zich de klok met tevens een immense diameter van ruim 5 meter.

Afbeelding 3: Ringhiera (bordes) aan westgevel

Afbeelding 3: Musso e non quadro 2007

Trap Toren Bordes Vlaggenmast Balkon Klok

148

Florence


V

X

I I I I I I I I I I I V I V

I I I X I X

X I I I I V

S H Y

T M E V SI M T V VNN GIA EMN ROI XDM E O R D

CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA CCCCCCC BBBBBBB AAAAAAA

Westgevel 1:500

20 meter 10 5 1 2

149 Exterieur


ROUTING

INTERIEUR

De hoofdstructuur van de routing op de begane grond vormt zich in een kruisvorm met als middelpunt de binnenplaats van de douane (onder de hal van 500) en deze is toegankelijk via elke gevel. In het Palazzo bevinden zich tientallen trappenhuizen, variërend van de imposante trappenhal van Giorgio Vasari tot geheime sluiproutes in de dikte van een muur. De centraal gelegen trappenhal van Vasari kan zowel vanuit de eerste binnenplaats als de binnenplaats van de douane betreden worden. De trap reikt tot aan de twee raadzalen en wordt daarmee gebruikt door de grote volksraad als raadsleden van de Signoria. (zie ook Sequentie van ruimtes) Vanuit de gang tussen de twee raadzalen (7) op de eerste verdieping, gaat een trap die enkel gebruikt wordt door de Signoria om zich naar de tussen verdieping (mezzanine) te verplaatsen, die leidt naar de private tweede verdieping. Net zoals op de eerste verdieping bestaat de tweede verdieping uit een ringstructuur van kamers om de binnenplaats. In deze ringstructuur hebben sommige kamers zowel een functie als gang als vergaderruimte. De huishoudelijke staf van de Signoria is op de zolder verdieping ondergebracht, waar zij tevens kunnen overnachten. Een trap vanuit deze zolder leidt rechtstreeks naar de gang die vaak als eetkamer gebruikt werd, om de ministers zo min mogelijk te storen. De administratieve medewerkers van het stadhuis bevinden zich in de oostvleugel van het gebouw, welke gelegen is om de derde binnenplaats. Aan de oostzijde van deze vleugel bevindt zich een trappenhuis, welke zowel de hoofdverdiepingen als de tussenverdiepingen toegankelijk maakt. De ruimtes in deze vleugel hebben geen eenzijdige structuur. Op sommige plekken wordt gebruik gemaakt van een heldere gangenstructuur, waar andere delen van de vleugel slechts bestaan uit aaneengesloten vertrekken. 150

Florence

Situatie 1:5000 - Vasari’s overdekte corridor van Palazzo della Signoria naar Palazzo Pitti

Medewerker / Personeel Raadslid / Bezoeker Signoria Gevangene


Studio: Project name:

Isometrische plattegrond 1:1000

Authority Palazzo Vecchio

Subset ID: Subset Name: Layout ID: Layout Name: Drawing ID: Drawing Name: Scale:

isometrie (indesign) 1:1

Layout Number:

42 of 76

Date: Time: Name: Email:

maandag 23 juni 2014 9:13 W.G. Meijer W.g.meijer@student.tue.nl

3.3 Interior 42 Routing

Interieur

151


SEQUENTIE VAN RUIMTES

INTERIEUR

Als mens staande voor de westgevel van het Palazzo della Signoria, overstijgt de toren met een hoogte van liefst 94 meter, waardoor een nietig gevoel bij de bezoeker ontstaat. De toren van het paleis (Torre d’Arnolfo) werd pas ruim tien jaar na de oplevering van het paleis gebouwd op de oude fundering van de toren van het voormalige paleis van een andere heersende familie uit Florence (Uberti). De locatie van het paleis heeft er voor gezorgd dat er voorgoed werd afgerekend met de huisvesting van de Uberti in Florence. Om de grootheid van het paleis te garanderen werd er een wet opgesteld die het verbood voor private instellingen, om torens hoger dan 50 braccia (30 meter) te bouwen. De enorme versterkte houten deur van 5 meter hoog en 3 meter breed, leidt de bezoeker naar de rijk gedecoreerde eerste binnenplaats. Het uitzicht van onder de bogengalerij reikt tot een drietal verdiepingen waar de Signoria zich vestigt. Wanneer de symmetrische trap van Vasari betreden wordt, stapt men via de derde oorspronkelijke ingang van het paleis naar buiten. De monumentale trap bevindt zich tussen de eerste en tweede binnenplaats en bestaat uit een aantal trapdelen met gehoekte bordessen. De trap, niet minder indrukwekkend dan de binnenplaats, is de tussenfase waarna de grandioze Sala dei Cinquecento, met een hoogte van 19 meter, zichtbaar wordt en betreden kan worden via de westzijde.

Verdieping 1 1:1000

Begane grond 1:1000

Raadslid / Bezoeker

152

Florence


2 4

10

20

40 meter

Schematische doorsnede 1:500

Interieur

153


FUNCTIE VAN DE RUIMTE

INTERIEUR

De meeste ruimtes op de begane grond worden gebruikt voor ontvangst van bezoekers of bijeenkomsten. De wapenkamer, gelegen in de noordwest hoek van het gebouw, bood zowel faciliteiten voor de wapenopslag, evenals een ontvangstruimte om de bezoeker te imponeren. Over de oostvleugel met administratieve functies is weinig bekend, al wordt er vanuit gegaan dat deze voornamelijk gebruikt werd als werkruimtes met enkele faciliterende ruimtes voor de medewerkers. De eerste verdieping heeft een verzameling van werkruimtes, waarvan enkele ook gebruikt werden als bijeenkomstruimte. De twee raadzalen hebben een als functie om de volksraad bijeen te laten komen. Naast de kamer van Paus Leo X (zoon van Lorenzo il Magnifico), bevindt zich een persoonlijk kapel. De tweede verdieping heeft een grotere variatie in het gebruik van ruimtes, zo wordt deze private verdieping van de Signoria gevuld met onder andere een aantal kapellen en een met landkaarten gevulde ruimte. De Sala dei Gigli, de kamer van de Signoria heeft de kenmerken van de ondergelegen Sala dei Dugento, echter is deze opgesplitst in een werkkamer en een gehoorkamer voor belangrijke adviserende gesprekken.

Externe functie Werkruimte Bijeenkomstruimte Ceremoniële ruimte Ontvangstruimte Facilitaire ruimte

154

Florence


N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Interieur

155


Externe functie Werkruimte Bijeenkomstruimte Ceremoniële ruimte Ontvangstruimte Verdieping 1 1:500

156

Florence

Facilitaire ruimte

Studio: Project nam

Subset ID: Subset Nam Layout ID: Layout Nam Drawing ID: Drawing Nam Drawing Sca Original Sca

Layout Num Date: Time: Name:


N 1 2

5

10

20 meter

Verdieping 2 1:500

Interieur

157


TYPE RUIMTE

INTERIEUR

Het westelijk gelegen, oudste gedeelte van het gebouw is voornamelijk opgebouwd uit grote representatieve ruimtes in de vorm van een hal. In de ringstructuur om de eerste binnenplaats ontbreekt het aan een gang waardoor het volledig wordt opgevuld met aaneensluitende kamers met op enkel delen een kleine overloop. Het middelste gedeelte tussen beide binnenplaatsen heeft een grote variatie in type ruimtes. Naast enkele gangen die beide delen met elkaar verbinden bevat het kamers en hallen die omringd worden door het trappenhuis. Op de tweede verdieping bevinden zich twee dakterrassen die uitkijken op de middelste twee patio’s. De oostelijk gelegen vleugel heeft naast een gelijksoortige ringstructuur, ook op enkele delen een gangstructuur. De tweede verdieping van deze vleugel, met hoofdzakelijk kantoren, laat de eerste sporen na van een gestructureerd kantoor.

Buitenruimte Hal Kamer Gang Voorkamer Kast

158

Florence


N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Interieur

159


Buitenruimte Hal Kamer Gang Voorkamer Verdieping 1 1:500

160

Florence

Kast

Studio: Project nam

Subset ID: Subset Nam Layout ID: Layout Nam Drawing ID: Drawing Nam Drawing Sca Original Sca

Layout Num Date: Time: Name:


N 1 2

5

10

20 meter

Verdieping 2 1:500

Interieur

161


ONDERDELEN VAN HET STADHUIS

INTERIEUR

Hoewel het stadhuis voor het volk gebouwd is, bevat het geen publieke zaal. Voor het samen komen van het volk is het Piazza della Signoria aan de noordwest zijde van het stadhuis gesitueerd. Tevens kon het stadhuis niet gebruikt worden voor bruiloften van de bevolking. Beide raadzalen zijn gelegen op de eerste verdieping en de burgemeesters- en bestuurskamer op de tweede verdieping. Deze verdeling van functies in het stadhuis laten een verticale hiërarchie zien die ook terug te vinden is in de politiek van die tijd. De tweede verdieping, die het bestuur onderdak bood, was zelfs compleet afgesloten voor de burger. Naast de centraal gelegen grote raadzaal, zijn alle andere functies in het oude gedeelte gesitueerd, waarmee ze een prominente plek in het stadhuis in nemen. De kleine raadzaal en burgemeesterskamer zijn vanuit het Piazza te zien, echter bevinden deze zich op een grote hoogte dat slechts een eenzijdige relatie vanuit het Palazzo naar het Piazza te ervaren is.

Wethouders Burgemeesterkamer Trouwzaal Raadzaal Publieke zaal Bestuurskamer

162

Florence


N 1 2

5

10

20 meter

Verdieping 1 1:500

Interieur

163


Studio: Project nam

Verdieping 2 1:500

164

Florence

Subset ID: Subset Nam Layout ID: Layout Nam Drawing ID: Drawing Na Drawing Sc Original Sca

Layout Num Date: Time: Name:


S P

1 2

5

10

S S L L D D D O

20 meter

Doorsnede B-B’ 1:500

Interieur

165

L

D T N


DREMPEL TUSSEN RUIMTES

INTERIEUR

Naast de harde drempels van buiten naar binnen, waardoor het gebouw een gesloten karakter heeft, kent het interieur een minder gesloten karakter. Veel ruimtes zijn aaneengeschakeld waardoor een onderlinge relatie cruciaal was voor de werking van het gebouw. Het gebouw kent over de begane grond een niveau verschil van west naar oost. Hierdoor vindt een schifting plaats in de verdiepingshoogtes over het gehele gebouw. Veel ruimtes hebben onderling een klein hoogte verschil waardoor een zachtere drempel ontstaat door een kleine optrede. Overige trappen geven een geleidelijke overgang van verdiepingen Tevens worden sommige ruimtes slechts van elkaar gescheiden met een wanddoorbraak zonder deur. Een harde drempel wordt ervaren wanneer men de tweede verdieping wil betreden, hier bevindt zich namelijk de Signoria. Om hiermee in aanraking te komen dient er toestemming verleend te worden door de deurwacht in de overloop. In tijden van gevaar wordt de gehele verdieping afgesloten met behulp van een gebarricadeerde deur.

Zachte drempel Harde drempel

166

Florence


1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Interieur

167


Buitenruimte Hal Kamer Gang Voorkamer Verdieping 1 1:500

168

Florence

Kast

Studio: Project nam

Subset ID: Subset Nam Layout ID: Layout Nam Drawing ID: Drawing Nam Drawing Sca Original Sca

Layout Num Date: Time: Name:


N 1 2

5

10

20 meter

Verdieping 2 1:500

Interieur

169


REPETITIE

INTERIEUR

De meeste repeterende elementen zijn te vinden aan de buitenkant van het Palazzo, zowel in de externe gevel als in de gevel rondom de eerste binnenplaats. In tegenstelling tot het exterieur, bestaat het interieur veelal uit individuele unieke delen. Een uitzondering hierop zijn de rijk gedecoreerde kolommen van de bogen galerij van de eerste binnenplaats. Ook de kolommen en gewelven die de grote raadzaal dragen komen meerdere malen voor in een nagenoeg gelijke vorm. Op het gebied van ruimtes kenmerkt het gebouw zich door een grote variatie hierin.

Repeterende elementen

170

Florence


1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Interieur

171


RITME

INTERIEUR

Het hoofdritme van het exterieur, wat ontleend is aan de raampartijen, laat geen sporen na op het interieur. De interne puzzel is in de meeste gevallen opgelost zonder zich vast te klampen aan de gevelritmiek. Vooral in de oostelijke vleugel, die zich qua exterieur kenmerkt met een vrij constante ritmiek, ontbreekt het geheel aan ruimtelijke structuur.

Secundair ritme Primair ritme Uitzondering

172

Florence


1 2

5

10

20 meter

Verdieping 1 1:500

Interieur

173


SYMMETRIE

INTERIEUR

Het ontbreekt de meeste ruimtes aan enige vorm van symmetrie. Echter wat opvalt is dat enkel bij de beide raadzalen een symmetrie as te bekennen is. Ook de trappenzaal van Vasari, leidend naar de raadzaal heeft een symmetrische opbouw rondom de entree van de grote raadzaal.

Secundaire symmetrie Primaire symmetrie Uitzondering

174

Florence


1 2

5

10

20 meter

Verdieping 1 1:500

Interieur

175


DOMEINEN

INTERIEUR

Ondanks het Palazzo is ontworpen is als paleis voor het volk, heeft het hoofdzakelijk een semi-privé karakter. In de doorsnede is een duidelijke scheiding te zien tussen de domeinen, waarin de begane grond als semiopenbare ontvangstruimte fungeert en toegang biedt tot de raadzalen op de eerste verdieping. De tweede verdieping is geheel gereserveerd voor de huisvesting van de Signoria en is met uitzondering van de gehoorkamer, die bestemd is voor advies van de collega’s, geheel privé. Deze scheiding is expliciet zichtbaar in de plattegrond van de tweede verdieping en wordt ook besproken bij de analyse laag ‘Drempels tussen ruimtes’. De tweede verdieping is namelijk bij de trap af te sluiten doormiddel van een deur die gebarricadeerd kan worden, om de veiligheid van het bestuur te garanderen. Wanneer deze deur niet gesloten is, wordt er in de overloop bepaald door een medewerker of er toegang verleend wordt tot deze verdieping.

Doorsnede B-B’ 1:500

Publieke ruimte Semi-publieke ruimte Semi-private ruimte Private ruimte

176

Florence


N 1 2

5

10

20 meter

Begane grond 1:500

Interieur

177


Studio: Project name

Publieke ruimte Semi-publieke ruimte Semi-private ruimte Verdieping 1 1:500

178

Florence

Private ruimte

Subset ID: Subset Name Layout ID: Layout Name Drawing ID: Drawing Nam Drawing Sca Original Scal

Layout Numb Date: Time: Name:


N 1 2

5

10

20 meter

Verdieping 2 1:500

Interieur

179


RAADZAAL: SALA DEI DUGENTO (HAL VAN 200)

INTERIEUR

Door verschillende uitbereidingen en machtswisselingen bevat het Palazzo della Signoria twee raadzalen: Sala dei Dugento (Hal van 200) uit 1300 - 1600 en de Sala dei Cinquecento (Hal van 500) uit 1494 - 1513. Beide raadzalen bevinden zich op de eerste verdieping, echter verschillen ze enorm van omvang. De Sala dei Dugento diende voor allerlei raadsvergaderingen van verschillende instanties en dient vandaag de dag nog als raadzaal van de gemeente. In de 14de en 15de eeuw vergaderde hier de Raad van Zeventig en de Raad van Honderd, die in tijden van crisis de dienst uitmaakten. De raadzaal ontleent zijn naam aan het aantal mensen dat tegelijkertijd in de ruimte aanwezig kon zijn. Tussen de twee deuren aan de gesloten langs zijde stond de tribuna van de Signoria. Op deze trapvormige tribune namen de negen priori bovenaan plaats, met op de tweede rang de twee raden van 12 en 19 man. Haaks op deze tribune staat een tiental banken die plaats boden voor raadsleden van verschillende gilden in Florence. In het midden is een verhoogde spreekstoel en tussen de raampartijen is extra zitgelegenheid voor minder belangrijke raadsleden.

7

B

6

8

B'

11

A'

A 12 13 9

14

10 15 16

17

18

St Pr

Su Su La La Dr Dr Dr Or

Verdieping 1 1:1000

La

Da Tim Na Em

Spreekgestoelte Raadsleden Wethouders Burgemeester Afbeelding 4: Indeling Sala dei Dugento Afbeelding 4: Musso e non quadro

180

Florence

Ondersteunend personeel Publiek / Pers


C' B

B'

C

Raadzaal 1:200

Doorsnede C-C’ 1:200

Doorsnede B-B’ 1:200 Studio: Project name: N 1

2

5

10 meter

Interieur

181

Subset ID: Subset Name: Layout ID: Layout Name: Drawing ID: Drawing Name: Drawing Scale: Original Scale:


RAADZAAL: SALA DEI CINQUECENTO (HAL VAN 500)

INTERIEUR

De Sala dei Cinquecento werd op het eind van de 15e eeuw opgeleverd in opdracht van Savanarola, die pleitte voor een grote volksraad. Om deze raad van ruim 3000 leden met elkaar te laten vergaderen was een enorme raadzaal vereist. Hoewel de zaal een oppervlakte van meer dan 1000m² heeft bleek al gauw dat de raad nooit tegelijkertijd zouden kunnen vergaderen en werd besloten om dit in shifts te laten verlopen. De indeling van de raadzaal is naar alle waarschijnlijk ontleend aan de indeling van de Sala Maggior Consiglio in Venetie (afbeelding 5), waarin de banken net zoals in de kleine raadzaal haaks op de tribune staan. De audienza (podium) en tribune zijn gelegen aan de noordzijde van de zaal waardoor deze gemakkelijk te bereiken is vanuit de bestuurskamers van de Signoria in het oude gedeelte. De zaal heeft een donkere uitstraling, aangezien het enkel belicht wordt vanuit de raampartijen aan de kopgevels en door kleine ramen hoog in de langsgevel. De rest van de wanden zijn voorzien van een enorme strijdtaferelen gemaakt door Giorgio Vasari. De Eerder aangestelde Leonardo da Vinci viel niet in de smaak, waardoor deze door een fresco Vasari werd overgeschilderd. Door de terugkeer van de Medici familie in 1513 werd de grote raad afgeschaft en werd de raadzaal als militaire barak gebruikt. Hierdoor is de grote raadzaal in de 15e en 16e eeuw slechts een tiental jaar gebruikt.

7

B

6

8

B'

11

A'

A 12 13 9

14

10 15 16

17

18

St Pr

Su Su La La Dr Dr Dr Or

Verdieping 1 1:1000

La

Da Tim Na Em

Spreekgestoelte Raadsleden Wethouders Afbeelding 5: Sala Maggior Consiglio in Venetie Afbeelding 5: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Joseph_Heintz_dJ_Sala_ Maggior_Consiglio_Venezia.jpg

182

Florence

Burgemeester Ondersteunend personeel Publiek / Pers


A

A'

Doorsnede A-A’ 1:250

N 1

2

5

10 meter

Raadzaal 1:250

Interieur

183


CONCLUSIE

FLORENCE

Het Palazzo della Signoria was het in begin van de Italiaanse Renaissance opgeleverd en is daarna onderhevig geweest aan allerlei veranderingen in de politiek, levensbeschouwing, kunst en wetenschap. Het Palazzo heeft vele transformaties ondervonden die te danken zijn aan deze enerverende periode waarin machtswisseling aan de orde van de dag was. Het gebouw is op deze manier gevormd door de heersende politieke situatie per tijdsperiode. Het gebouw bood niet enkel onderdak aan het bestuur, maar had tevens een beschermende functie en hielp het de heerschappij met een sterk autoritair karakter. De enorme omvang en het gesloten karakter van het Palazzo brengt het volk in een ondergeschikte positie. Deze kleinering paste goed bij het voormalige bestuur van de Medici Familie. Het gesloten karakter van de buitenkant en de rijkgedecoreerde binnenkant geven goed het verschil aan tussen het buitenstaande volk en het rijke bestuur. Men kan zich afvragen of de regeerperiode van de Medici familie op gelijke wijze was verlopen zonder dit imposante gebouw tot hun beschikking.

Gesloten westgevel in verhouding met een mens 1:500

184

Florence


Tekeningnaam

Conclusie

185



GOUDA

187


GOUDA, 1448

Koen Hintzen

Gouda maakte in de vijftiende eeuw een grote economische bloei door. Niet alleen Gouda, maar veel steden werden in de loop van de Middeleeuwen steeds rijker en machtiger. De stadhuizen die de stadsbesturen in deze periode lieten bouwen, hadden dan ook niet alleen een administratieve functie, maar stonden tevens symbool voor de macht van de stad. Gouda wilde haar groeiende macht visualiseren in de bouw van een nieuw stadhuis. Toen het oude stadhuis bij een stadsbrand in 1438 zwaar beschadigd, was dit voor het stadsbestuur het sein om een nieuw, vrijstaand stadhuis te laten bouwen. Een lid van de architectenfamilie Keldermans, Jan Keldermans III, mocht zijn ontwerp laten realiseren. In 1448 werd het fundament gelegd en begonnen met de bouw. Elf jaar later was het gotische stadhuis gereed. Het bordes aan de voorzijde van het stadhuis werd pas in 1603 aangebracht. Het stadhuis is een vrijstaand rechthoekig gebouw, midden op de markt van de sta. Het gebouw heeft een imposante voorgevel die uitsteekt boven het hoge, steile dak. De gevel is, net als de rest van het gebouw, vervaardigd uit kalksteen en heeft door de vele torentjes op de trapgevel een speels uiterlijk. Een grote vierkante toren in het midden is de bekroning van de gevel en steekt iets naar voren uit. Op beide hoeken staan twee arkeltorentjes met een spits puntdak.

Afbeelding 1; Stadhuis Gouda geen. auteur. < http://notesfromcamelidcountry.files.wordpress.com/2014/05/ img_8647.jpg>

Tegen de achtergevel is het zandstenen schavot te zien dat in 1697 gebouwd werd. Tot 1860 werden hier misdadigers in het bijzijn van het volk terecht gesteld. Onder het schavot bevindt zich de ingang naar de burgerhal. Het stadhuis van Gouda is een van de oudst bewaarde stadhuizen van Nederland. Sinds 2012 is de gemeenteraad verhuist naar een nieuwe locatie in de stad, tegenwoordig wordt het stadhuis veelvuldig gebruikt voor trouwerijen.



N

Situatie 1448- 1459 1:10.000

Gouda

50

100

200

500 meter


N 10

20

50

100 meter

Situatie 1448-1459 1:2.000

Basistekeningen

191


Ruimtenummering Begane grond 1 Galerij voor vierschaar 2 Voorhuizen 3 Vierschaar 4 Wachtkamer soldaten 5 Rechtkamer van de Diemermeer Verdieping 1 6 Benedenplein 7 Officierskamer 8 Vierschaar 9 Schepenvertrek 10 Bovenplein 11 Schepenkamer 12 Weeskamer 13 Voorste burgemeestervertrek 14 Achterste burgemeestervertrek 15 Raadzaal

192

Gouda

2e verdieping 16 Woning bode 17 Thesaurie 18 Bovenste plein 19 Politiekamer 20 Secretarie 21 Weeskamer 3e verdieping 22 Archief 23 Overloop 24 Bergruimte 25 Archief

4e verdieping 26 Zolder


B

B

B

21

25

26

A'

10

A

11

A'

A

19

18

9

3

2

20

13

4

A

12

B

14

B

B

15 5

6

6

A

24

23

A'

A

A'

A

A'

17

22

8 7

22

16

B'

B'

B'

B'

1

A'

B'

B'

N 1 2

5

10

20 meter

Plattegronden; v.l.n.r. Begane Grond, 1ste Verdieping, 2de Verdieping, 3de Verdieping, 4de Verdieping, Zolder 1:500

Basistekeningen

193


194

Gouda


Gevels v.l.n.r. Zuidgevel, Oostgevel, Noordgevel, Westgevel 1:500

Basistekeningen

195


196

Gouda


Doorsneden; v.l.n.r. Doorsnede A-A, Doorsnede B-B 1:500

Basistekeningen

197


STADSNIVEAU

CONTEXT

Op deze kaart is Gouda te zien omstreeks 1448. Gouda ligt bij de samenvloeiing van de rivieren de Gouwe en Hollandse IJssel. Mede dankzij de binnenvaart over deze rivieren groeide Gouda uit tot een belangrijke stad in de middeleeuwen. Er is duidelijk te zien dat er rondom de stad kanalen zijn gegraven om de stad te beschermen tegen invloeden van buitenaf. In het zuiden zijn de rood gekleurde gebouwen dan ook vooral verdedigingswerken. Verder valt op dat er veel kerken en kloosters in de stad zijn gebouwd. Het stadhuis zelf ligt centraal in de stad, de schepen die door de grachten van de stad voeren zagen bij het zien van de markt de prominente voorgevel van het stadhuis dan ook als eerste.

Stadhuis Kerkelijke instanties Andere overheidsinstanties Internationale instanties Overige bebouwing Water

198

Gouda


N 50

100

200

500 meter

Stadsniveau omstreeks 1448-1459 1:10.000

Context

199


MORFOLOGIE

CONTEXT

Bij de bebouwing van de binnenstad van Gouda vallen er een aantal dingen op. De meeste bouwblokken vormen een gesloten geheel. Het markt plein is heel ruim opgezet, waarop het stadhuis is gebouwd en daardoor prominent in het zicht valt. Als laatste is de St. Janskerk te zien, die juist omsloten worden door de bebouwing er om heen. Tussen alle bouwblokken zijn wegen te vinden, omdat we spreken over Gouda omstreeks 1448 is er weinig onderscheid te maken tussen de wegen. De pleinen zijn in de infrastructuur niet inbegrepen. Gouda kent voor die tijd een uitgebreid netwerk van grachten en kanalen. Dit is ook van betekenis geweest voor de welvaart en groei van de stad. De pakhuizen waren makkelijk te bereiken.

Analyse

200

Gouda


Gebouwen

Infrastructuur

Groen

Water

Kavels

N

Morfologie

Context

201


PROFIELDOORSNEDE

CONTEXT

Bij de profieldoorsneden is te zien dat het stadhuis ruim is opgezet op het marktplein. De overige bebouwing rondom het marktplein mochten ook maar tot een bepaalde hoogte gebouwd worden. Er is dan ook duidelijk te zien dat het stadhuis boven de overige bebouwing uitsteekt, op de grote St. Janskerk na.

Positie profieldoorsnede 1:10.000

Aanzicht Snede

202

Gouda


Profieldoorsneden 1:1.000

Context

203


TOEGANG

CONTEXT

De hoofdingang van het stadhuis is via het zuiden te bereiken. Dit is een bewuste keuze geweest omdat de belangrijkste waterdoorgang in de stad ten zuiden van het marktplein loopt. Wil men vanuit hier naar het stadhuis gaan dan toont de voorgevel zich op deze manier het meeste, waardoor het als stadhuis ook macht uitstraalt.

Primaire toegang

204

Gouda


N 10

20

50

100 meter

Toegang 1:2.000

Context

205


NOLLI

CONTEXT

Kenmerkend voor alle binnensteden in een stad is dat een Nolli kaart door de dichte bebouwing vooral heel erg zwart is, op de smalle straten en pleinen na. Op het stadhuis na zijn er alleen enkele kerken openbaar en het Waaggebouw achter het stadhuis.

Openbaar Privaat

206

Gouda


N 10

20

50

100 meter

Nolli 1:2.000

Context

207


TYPE RUIMTE

CONTEXT

Op deze kaart valt als eerste op dat er nergens een openbaar park of groen voorziening te vinden is. De vele kloosters in de stad hebben wel grote tuinen maar die zijn niet zichtbaar op deze kaart. Het aantal openbare pleinen beperkt zich ook maar tot het marktplein en achter de kerk. Omdat de stad nog niet helemaal is volgebouwd zijn er aan de randen van de stad wel nog enkele niet volgebouwde stukken grond te vinden.

Plein Tuin Binnenplaats Straat Groen

208

Gouda


N 10

20

50

100 meter

Type ruimte 1:2.000

Context

209


VOLUME

EXTERIEUR

Deze atlas bevat in totaal twaalf stadhuizen die geanalyseerd worden. Als we alle 3D modellen naast elkaar zouden leggen dan is het stadhuis van Gouda veruit het kleinste, vandaar het kleine plaatje op de rechterpagina. De grootte van het stadhuis is ook te verklaren omdat de andere historische stadhuizen in deze atlas in een grotere en belangrijkere stad zijn gekozen. En de moderne stadhuizen zijn sowieso allemaal groter omdat vandaag de dag er meer ambtenaren in een stadhuis zitten.

210

Gouda


3D Model 1:1.000

Exterieur

211


TOEGANG

EXTERIEUR

De hoofdingang van het stadhuis van Gouda is via een bordes op de 1ste verdieping te bereiken. Andere ingangen naar het stadhuis zijn op de begane grond gesitueerd.

Secundaire toegang Primaire toegang

212

Gouda


N 1 2

5

10

20 meter

Toegang 1:500

Exterieur

213


DREMPEL

EXTERIEUR

Voor de benadering van het stadhuis is er maar één echte drempel te onderscheiden en dat is het bordes dat belopen moet worden om het stadhuis te betreden.

Zachte overgang Harde overgang

214

Gouda


N 1 2

5

10

20 meter

Drempel 1:500

Exterieur

215


GEVELCOMPOSITIE - TRANSPARANTIE

EXTERIEUR

Het stadhuis van Gouda kent veel raampartijen die in een strak ritme naast en onder elkaar geplaatst zijn. De vele gevelopeningen moesten in een tijd zonder electriciteit ook zorgen voor veel lichtinval.

Transparant

216

Gouda


Gevelcompositie - Transparantie 1:500

Exterieur

217


GEVELCOMPOSITIE - REPETITIE

EXTERIEUR

In het stadhuis van Gouda zijn een aantal elementen die vaker terugkeren in het gevelbeeld. Als eerste zijn dit natuurlijk de raampartijen met de typisch gotische spitsbogen. De kleine torentjes versterken de prominente voorgevel en de alle dakkapellen zijn in een repeterende serie in het hellend dak opgenomen.

Torens Dakkapellen Verdiepingshoge ramen Kelder ramen Ornamenten

218

Gouda


Gevelcompositie - Repetitie 1:500

Exterieur

219


GEVELCOMPOSITIE - RITME

EXTERIEUR

Het stadhuis van Gouda kent een heel strak ritme, dit was ook normaal voor stadhuizen in deze tijd. Een strak ritme zorgde immers voor een statig stadhuis. In de voorgevel zijn de drie raampartijen aan te merken als primair, de toren in het midden volgt deze lijnen ook. Bij de andere gevels zorgen de raampartijen eveneens voor het primaire ritme waar de rest op aangepast lijkt te zijn.

Secundair ritme Primair ritme

220

Gouda


Gevelcompositie - Ritme 1:500

Exterieur

221


GEVELCOMPOSITIE - SYMMETRIE

EXTERIEUR

Net zo belangrijk als ritme is symmetrie ook een wezenlijk onderdeel om een gebouw die statige uitstraling mee te geven. Het stadhuis in Gouda is dan bijna geheel symmetrisch te beschouwen, op uitzondering van enkele hoeken . De voorgevel is geheel symmetrisch en de twee arkeltorentjes zijn ook identiek aan elkaar maar vormen wel een secundair onderdeel in deze gevel. De zijgevels van het gebouw zijn links en rechts ook identiek van de hartlijn, op het schavot en enkele deuren op de begane grond na.

Symmetrie Symmetrie Uitzondering

222

Gouda


Gevelcompositie - Symmetrie 1:500

Exterieur

223


MATERIALISATIE GEVEL

EXTERIEUR

Het stadhuis van Gouda is in zijn geheel opgetrokken uit zandsteen, afkomstig uit België. Alleen de daken zijn van leisteen en het schavot en de deuren zijn van hout gemaakt.

Leisteen Zandsteen Hout

224

Gouda


Materialisatie gevel 1:500

Exterieur

225


ORNAMENTEN

EXTERIEUR

De versieringen van het stadhuis zijn in twee groepen in te delen; de functionele elementen en de ornamenten. Alle raampartijen zijn onder te brengen bij de functionele elementen, deze zijn allemaal hetzelfde opgezet. De ornamenten zijn voornamelijk nissen waar later na beelden in zijn gezet.

Functionele verfraaiing Ornament

226

Gouda


Ornamenten 1:500

Exterieur

227


ORNAMENTEN

EXTERIEUR

De kenmerkende gotische raampartijen komen het meestel voor in het gebouw en dragen bij aan de allure van het gebouw. Andere gevelopeningen bezitten ook deze gotische stijlelementen. Het bouwdeel is te verdelen in drie delen; als eerste de glas in loodramen, deze zitten vervolgens in een hardstenen venster. Het hardstenen venster is hierop weer in de muur geplaatst. De omranding van het raam is met grotere kalksteenblokken ingezet.

228

Gouda


3D Detail 1:50

Exterieur

229


ONDERDELEN VAN HET STADHUIS

EXTERIEUR

Het stadhuis van Gouda omvat bijna alle traditionele onderdelen van het een stadhuis, op de vlaggenmast na. Het meeste kenmerkend zijn de drie torens aan de voorkant, samen met de verhoogde entree. Aan de achterkant is het bordes gesitueerd. en aan de zijkant zijn er twee balkons te vinden (beide schavotten). Ook een klok aan het stadhuis ontbreekt niet.

Trap Toren Bordes Vlaggenmast Balkon Klok

230

Gouda


Onderdelen van het stadhuis 1:500

Exterieur

231


ROUTING

INTERIEUR

De routing voor de medewerkers beperkt zich eigenlijk nergens toe, ze hebben alleen geen toegang tot de woning van de bode die op een gedeelte van de 1ste verdieping woont. De routing van de bezoekers loopt naar alle binnenpleinen en de daarop uitkomende ruimtes van het stadhuis. De routing voor te trouwen is omstreeks 1448 niet te zeggen. De routing op de rechterpagina is dan ook de hedendaagse route.

Medewerker Bezoeker Trouwen

232

Gouda


Routing trouwen

Routing bezoeker

Routing medewerker

Interieur

233


FUNCTIE VAN DE RUIMTE

INTERIEUR

Het eerste wat opvalt is dat er geen ceremoniële functies opgenomen zijn in het stadhuis van Gouda (trouwen enz.). De belangrijkste openbare bijeenkomst functie voor de burgers is de vleeshal op de begane grond. Een andere bijeenkomst functies is de vierschaar (rechtbank), hier mogen burgers ook naar binnen zolang ze maar stil zijn. En de laatste bijeenkomst functie is de raadzaal zelf. In het gebouw zijn verder nog enkele ontvangstruimten te zien, dit zijn allemaal binnenpleinen. De facilitaire ruimtes zijn onder te verdelen in de woning van de bode en het archief op de bovenste verdiepingen.

Externe functie Werkruimte Bijeenkomstruimte Ceremoniële ruimte Ontvangstruimte Facilitaire ruimte

234

Gouda


N 1 2

5

10

20 meter

Functie van de ruimte 1:500

Interieur

235


ONDERDELEN VAN HET STADHUIS

INTERIEUR

In de plattegronden zijn alleen de ruimtes van de burgemeester, de raadzaal en de wethouders te zien. Een andere bestuurskamer of vergaderruimte was er in die tijd gewoon niet. Een echte publiekshal ontbreekt ook in Gouda, ook al zijn er drie binnenpleinen in het gebouw opgenomen. Of er in die tijd een trouwzaal was opgenomen in het gebouw is niet meer te achterhalen.

Wethouders Burgemeesterkamer Trouwzaal Raadzaal Publieke zaal Bestuurskamer

236

Gouda


N 1 2

5

10

20 meter

Onderdelen van het stadhuis 1:500

Interieur

237


DREMPEL TUSSEN RUIMTES

INTERIEUR

De harde drempels bestaan allemaal uit deuren en trappenhuizen. De zachte drempels bestaan enerzijds uit het bordes aan de voorkant en anderzijds is er een niveauverschil te ontdekken tussen de twee pleinen op de 1ste verdieping. Juist door dit hoogteverschil wordt er een tweedeling gecreëerd op deze verdieping.

Zachte drempel Harde drempel

238

Gouda


N 1 2

5

10

20 meter

Drempel tussen ruimtes 1:500

Interieur

239


REPETITIE

INTERIEUR

Omdat geen enkele ruimte meerdere keren voorkomt is elke ruimte uniek in zijn opzet. Daardoor zijn ze ook allemaal te bestempelen als uitzondering.

Uitzondering

240

Gouda


N 1 2

5

10

20 meter

Repetitie 1:500

Interieur

241


RITME

INTERIEUR

Het ritme van het interieur verschilt in feite weinig van het ritme van het exterieur. Het gebouw is in gebouwvorm een strikte rechthoek, de ruimtes die er binnenin komen zijn daarbij van ondergeschikt belang.

Secundair ritme Primair ritme Uitzondering

242

Gouda


N 1 2

5

10

20 meter

Ritme 1:500

Interieur

243


SYMMETRIE

INTERIEUR

Omdat het gebouw een strikte rechthoek is, is de symmetrie overal terug te vinden. De enige uitzondering vormen de trappen die voor een split-level zorgen.

Secundaire symmetrie Primaire symmetrie Uitzondering

244

Gouda


N 1 2

5

10

20 meter

Symmetrie 1:500

Interieur

245


MATERIALISATIE

INTERIEUR

De vloerafwerking betreft op de eerste drie verdiepingen vooral zandsteen en op de iets meer representatieve ruimtes natuursteen. Op de bovenste twee verdiepingen zijn er houten vloeren te vinden, hier komen ook geen bezoekers dus hier is de representativiteit niet meer van belang. De wanden zijn op de begane grond na allemaal gestuct. Boven de deuren die leiden naar belangrijke ruimtes zijn er ornamenten aangebracht die zijn ingelegd met natuursteen. Op de begane grond is de muurafwerking hetzelfde als de buitenkant, namelijk zandsteen.

Stucwerk Zandsteen Natuursteen Hout

246

Gouda


N 1 2

5

10

20 meter

Materialisatie 1:500

Interieur

247


DOMEINEN

INTERIEUR

De publieke ruimten zijn alle binnenpleinen en de vleeshal op de begane grond. Semi-publiek zijn de dienstverlenende ruimtes. Semi-privé zijn de ruimtes waar vooral vergaderd wordt en het archief. Privé zijn de ruimtes waar de bezoekers nooit komen zoals het kantoor van de burgemeester en de woning van de bode.

Publieke ruimte Semi-publieke ruimte Semi-private ruimte Private ruimte

248

Gouda


N 1 2

5

10

20 meter

Domeinen 1:500

Interieur

249


RAADZAAL

INTERIEUR

De raadzaal is diep in het gebouw gesitueerd. De precieze indeling van de raadzaal is niet meer te achterhalen, deze indeling dateert uit de 18de eeuw. Wel is er te zien dat de burgemeester aan een hogere tafel zit en een hogere stoel heeft, naast de burgemeester zitten links en recht de wethouders. Verder is de indeling van de raadzaal volgens het ‘hoef’/principe vormgegeven. Het publiek kan aan één zijde van de raadzaal toekijken.

Spreekgestoelte Raadsleden Wethouders Burgemeester Ondersteunend personeel Publiek / Pers

250

Gouda


ksteen/zandsteen

A

A'

N 1

2

5

10 meter

Raadzaal omstreeks 1800 1:200

Interieur

251


CONCLUSIE

Het Stadhuis van Gouda was in de 15de eeuw te bestempelen als een icoon voor de stad. Dit was mede te wijten aan het feit dat het een handelsstad was tussen de steden Amsterdam en Den Haag, waarin de binnenvaart een moordende concurrentie vormde tussen de steden die hieraan verbonden lagen (andere steden waren o.a. Delft en Leiden). Door een statig stadhuis te bouwen wilden deze steden zich onderling de loef afsteken en zich profileren als de belangrijkste tussenpost tussen Amsterdam en Den Haag. Vergelijken we het stadhuis van Gouda met de andere stadhuizen in deze atlas, dan is het stadhuis van Gouda maar een heel klein gebouw. Dit valt enigszins wel te verklaren omdat in de 15de eeuw veel minder ambtenaren in een stad nodig waren. Ondanks deze grootte bevat het toch alle traditionele elementen die het stadhuis meer aanzien geven. Dit zijn o.a. het bordes, toren, rijkelijk versierde (voor-)gevel, enz. Mensen van buiten de stad krijgen deze indruk dan ook meteen. Bij aankomst in het centrum van de stad is de prominente voorgevel van het stadhuis dan ook bewust zo geplaatst dat die als eerste waarneembaar is. Dit beeld wordt ook nog eens versterkt doordat het stadhuis centraal op het marktplein is gesitueerd, en er rondom veel openbare ruimte is gecreëerd waardoor het zich nog prominenter profileert.

252

Gouda

Het stadhuis van Gouda is in gebouwmassa daarentegen wel heel gemakkelijk te classificeren. Het is een rechthoekig gebouw met een zadeldak. Het stadhuis is ook strikt symmetrisch van de buitenkant, juist door deze symmetrie krijgt het gebouw meer aanzien en drukt het meer status uit. En hieruit valt te verklaren waarom de ruimtelijke indeling van de binnenkant enigszins rommelig aandoet. Geen enkele ruimte heeft dezelfde afmeting, de representatieve buitenkant is dus belangrijker dan de binnenkant.


3D model 1:200

Conclusie

253



AMSTERDAM

255


AMSTERDAM, 1648

Roland van Deelen

Amsterdam was in de 17e eeuw een belangrijk handelscentrum en een van de grootste financiële machten van Europa. De bevolkingsgroei steeg explosief en taken van het stadsbestuur namen toe. Met de bevolkingsgroei steeg ook de woningbehoefte. Amsterdam legde grote infrastructuren aan om de ruimte rondom de stad klaar te maken voor de stadsuitbreidingen. In 1639 werd het oude stadhuis door het stadsbestuur als bouwvallig beschreven en in 1640 werd uiteindelijk besloten om een nieuw stadhuis te bouwen. Met de macht die Amsterdam inmiddels had bereikt wenste ze zich ook geen normaal stadhuis meer. De stad wenste een gebouw dat ontzag en bewondering zou wekken. In juli van 1648 werd architect Jacob van Campen (1596-1657) aangesteld voor het ontwerp van het stadhuis. Voor van Campen, die onder andere ook het Mauritshuis in Den Haag heeft ontworpen, moest het stadhuis de kroon op zijn werk worden. Van Campen was van mening dat de menselijke beschaving in de Griekse en Romeinse tijd op haar top was. Geïnspireerd door de bouwkunst van de oudheid ontwierp van Campen het nieuwe stadhuis in de stijl van het ‘Hollands classicisme’. In oktober van 1648 werd de eerste steen voor het nieuwe stadhuis gelegd aan het belangrijke handelsplein dat tegenwoordig bekent staat als de Dam. Nadat het oude stadhuis in 1652 door brand in de as was gelegd werd haast gemaakt met de bouw. Hoewel het gebouw nog niet volledig klaar was werden de begane grond en de eerste twee verdiepingen in 1655 betrokken. Het gebouw werd

Bronnen Afbeelding rechter pagina. Pérez, C. (2012) Koninklijk Paleis, salón central. Bekeken op 15-06-2014 via http://porlacalledealcala.blogspot.nl/2012/11/artus-quellinus-rijksmuseum.html

al snel door de Amsterdammers bestempeld als het achtste wereldwonder. Na de Franse inval in 1795 kwam Amsterdam in handen van de Fransen. De toenmalige Franse keizer Napoleon benoemde zijn broer, Lodewijk Napoleon, als koning van Holland in 1806. Lodewijk Napoleon liet in 1808 zijn oog vallen op het stadhuis als zijn nieuwe paleis. De koning liet het stadhuis hiervoor ombouwen naar een Koninklijk paleis in de Franse Empirestijl. Een belangrijke toevoeging van deze verbouwing was het balkon aan de voorkant van het gebouw. In 1813 kwam het Franse rijk ten einde en werd Willem I in het Amsterdamse paleis uitgeroepen tot vorst. Koning Willem I gaf in 1813 het gebouw terug aan de stad Amsterdam zodat het weer als stadhuis gebruikt kon worden, maar de stad liet in 1814 weten dat de koning het gebouw als paleis kon blijven gebruiken, de stad Amsterdam bleef wel eigenaar van het gebouw. De Franse inrichting bleef, op enkele kleine aanpassingen na, gehandhaafd. In 1814 werd Willem I ingehuldigd in de naastgelegen Nieuwe Kerk. In 1935 werd het gebouw door de stad verkocht aan het Rijk. Het Rijk stelde het paleis permanent beschikbaar aan het Koninklijk Huis. Het Koninklijk Paleis Amsterdam wordt tegenwoordig gebruikt als ontvangstpaleis van het Koninklijk Huis. Staatsbezoeken, nieuwjaarsrecepties en andere officiële ontvangsten vinden plaats in het paleis. Ook vindt de uitreiking van de Erasmusprijs, de Zilveren Anjer en de Prins Claus prijs plaats in het paleis. Het koninklijk Paleis speelt nog steeds een rol in de troonswisselingen en Koninklijke huwelijken.



N

Situatie 1669 - 1673 1:10000

258

Amsterdam

50

100

200

500 meter


N 10

20

50

100 meter

Situatie 1:2000

Basistekeningen

259


Ruimtenummering Begane grond 1 Galerij voor vierschaar 2 Voorhuizen 3 Vierschaar 4 Wachtkamer soldaten 5 Rechtkamer van de Diemermeer 6 Roedragende boden 7 Boekhouders wisselbank 8 Commissarissen wisselbank 9 Ontvangers van de wisselbank 10 Essayeur van de wisselbank 11 Woning conciërge 12 Woning cipier 13 Pijnkamer 14 Gang der gevangenissen 15 Gijzelkamer 16 Gevangenissen 17 Amonitiekamer 18 Binnenplaats

Verdieping 1 19 Burgerzaal 20 Galerij 21 Burgemeesterskamer 22 Pui 23 Justitiekamer 24 Raadzaal 25 Weeskamer 26 Vergaderzaal burgemeesters 27 Thesaurieren ordinaris 28 Secretarie 29 Assurantiekamer 30 Desolate boedelkamer 31 Rekenkamer 32 Schoutskamer 33 Schepenskamer 34 Schepenszaal 35 Advocaten & Procureurs 36 Commissarissen van kleine zaken 37 Thesaurieren Extra-ordinaris

2e verdieping 38 Onbekend / Kamers ten dienste van het stadhuis 39 Commissarissen van huwelijkse zaken 3e verdieping 40 Notaris minuutkamer 41 Kunstkamer 42 Kunstkabinet 43 Rechtkamer der Diemermeer 44 Schepenen minuutkamer 45 Kamer van het bestiaal 46 Minuutkamer 47 Groot kramersgilde 48 Desolate Boedelkamer 49 Super intendanten der zijdenmanufacturen 50 Kleine krijgsraadkamer 51 Grote krijgsraadkamer 52 Rekenkamer 53 Bergplaats cipier 4e verdieping 54 Onbekend / Kamers ten dienste van het stadhuis

260

Amsterdam


1 2

5

10

20 meter

N

Begane grond 1:500

Basistekeningen

261


Verdieping 1 1:500

262

Amsterdam


1 2

5

10

20 meter

N

Verdieping 2 1:500

Basistekeningen

263


Verdieping 3 1:500

264

Amsterdam


1 2

5

10

20 meter

N

Verdieping 4 1:500

Basistekeningen

265


Westgevel 1:500

Oostgevel 1:500

266

Amsterdam


Zuidgevel 1:500

1 2

5

10

20 meter

Noordgevel 1:500

Basistekeningen

267


268

Amsterdam


Doorsnede B-B 1:500

1 2

5

10

20 meter

Doorsnede A-A 1:500

Basistekeningen

269


STADSNIVEAU

CONTEXT

De getekende situatie dateert uit 1669-1673, enkele tientallen jaren na de bouw van het stadhuis in 1648. In deze tijdsperiode was Amsterdam een van de grootste financiële machten van Europa. Dat is ook te zien aan de grote stadsuitbreiding die de stad in die tijdsperiode doormaakte. Aan de rand van het oude centrum ontstonden nieuwe woonwijken en de waterlinie verplaatste zich als verdedigingswerk naar de nieuwe rand van de stad. In de situatietekening is de nieuwe situatie van de verdedigingslinie, de nieuwe woonwijken aan de westzijde en de contourlijnen van de geplande bouwblokken aan de zuid en oost zijde opgenomen. Gedurende deze periode is ook de, voor Amsterdam karakteriserende, grachtengordel uitgebreid. Gedurende deze periode werd de stad volledig geleid vanuit het stadhuis. Het stadhuis bood echter niet alleen plaats aan het stadsbestuur. Het stadhuis bood tevens onderdak aan andere belangrijke functies als justitie en de krijgsraad. Aangezien al deze overheidsfuncties in het stadhuis aanwezig waren en er geen internationale instantie aanwezig was zijn verder alleen kerkelijke instanties op te tekening zichtbaar.

Stadhuis Kerkelijke instanties Andere overheidsinstanties Internationale instanties Overige bebouwing Water

270

Amsterdam


N 50

100

200

500 meter

Situatie 1669 - 1673 1:10000

Context

271


MORFOLOGIE

CONTEXT

Door middel van de morfologie kaarten wordt een overzicht gegeven van de stedelijke context rondom het stadhuis. Het meest opvallende morfologische kenmerk is de afwezigheid van openbaar groen. Het stadhuis werd destijds gebouwd aan een belangrijk handelsplein in het Amsterdamse centrum. Deze locatie wordt gekenmerkt door de hoge bebouwingsdichtheid en de aanwezigheid van de kenmerkende Amsterdamse grachten.

Analyse

272

Amsterdam


Gebouwen

Infrastructuur

Groen

Water

Kavels

N

Morfologie

Context

273


PROFIELDOORSNEDE

CONTEXT

Het stadhuis was samen met de naastgelegen Nieuwe Kerk een belangrijk oriëntatiepunt voor de Amsterdamse binnenstad. Opvallend zijn de relatief gelijke hoogtes van het stadhuis en de kerk. Op 11 januari 1645 was de Nieuwe Kerk afgebrand en tegelijk met de bouw van het stadhuis werd de kerk herbouwd en uitgebreid. Jacob van Campen, architect van het stadhuis, zou ook het ontwerp voor een immense natuurstenen toren voor de kerk hebben gemaakt. Deze toren was uiteindelijk door de stad wegbezuinigd waardoor de hoogtes van beide gebouwen relatief gelijk zijn geworden. Van de omliggende bebouwing kan niet zekerheid gezegd worden wat de exacte hoogte in de 17e eeuw is geweest. In de profieldoorsnede is voor deze omliggende bebouwing een schatting van de hoogte gemaakt naar aanleiding van 17e eeuwse prenten en schilderijen.

Positie profieldoorsnede 1:10000

Aanzicht Snede

274

Amsterdam


5

10

20

50 meter

Profieldoorsnede 1:1000

Context

275


TOEGANG

CONTEXT

Binnen deze analyse laag wordt onderzoek gedaan naar de toegang van het stadhuis vanuit de stad. Is er een specifieke routing waarop het stadhuis door de bezoekers wordt benaderd? Op de tekening is te zien dat het stadhuis een grote ingang aan de voorzijde richting het plein heeft. Aan de achterzijde is slechts een enkele toegang tot het gebouw. Door de centrale ligging van het gebouw in de stad en op het plein is het gebouw van alle richtingen te benaderen en is er geen specifieke route richting de entree aan te duiden.

Secundaire toegang Primaire toegang

276

Amsterdam


N 10

20

50

100 meter

Toegang 1:2000

Context

277


NOLLI

CONTEXT

Op de Nolli tekening is onderscheidt gemaakt tussen openbaar toegankelijke en private ruimte. In deze tekening worden alle private ruimte in het zwart en alle openbare ruimte in het wit aangegeven. Binnen deze openbare ruimte zijn ook de openbaar toegankelijke gebouwen opgenomen. In deze openbare gebouwen is te zien in hoeverre de begane grond van het gebouw vrij toegankelijk was. In deze Nolli tekening zijn het stadhuis, de naastgelegen Nieuwe Kerk en een stadskapel gedeeltelijk openbaar toegankelijk. De openbaar toegankelijke ruimte van het stadhuis leidt de bezoeker vanaf de entree direct naar een trap richting de eerste verdieping. Op deze eerste verdieping was het stadhuis, met de burgerzaal en galerijen, grotendeels openbaar toegankelijk. De openbare toegankelijkheid op de eerste verdieping is niet zichtbaar op deze afbeelding omdat op de Nolli kaart enkel de begane grond van de openbare gebouwen weergeeft.

Openbaar Privaat

278

Amsterdam


N 10

20

50

100 meter

Nolli 1:2000

Context

279


TYPE RUIMTE

CONTEXT

Voor deze analyse laag is onderscheid gemaakt tussen veel voorkomende typen van de onbebouwde ruimte. Hierop is duidelijk te zien dat voor het stadhuis een groot plein aanwezig is. Dit plein was destijds een belangrijke handelsplaats voor de stad Amsterdam. In de drukke Amsterdamse binnenstad is te zien dat er buiten de bouwblokken geen plek was voor openbaar groen of privé tuinen. Enkel in de binnenplaatsen van de bouwblokken was mogelijk plaats voor dergelijke ruimten.

Plein Tuin Binnenplaats Straat Groen

280

Amsterdam


N 10

20

50

100 meter

Type ruimte 1:2000

Context

281


VOLUME

EXTERIEUR

Het volume toont het volledige Amsterdamse stadhuis als een isometrische projectie. De tekening geeft een overzicht van alle karakteriserende elementen van het gebouw zoals de symmetrische opbouw, de toren, de ornamenten in de gevels, de schoorstenen en de bronzen beelden op het dak. Opvallend is dat de positie van belangrijke ruimten niet direct in het uiterlijk van het gebouw herkenbaar is.

282

Amsterdam


Volume

Exterieur

283


TOEGANG

EXTERIEUR

Het stadhuis heeft twee ingangen, een primaire en een secondaire ingang. De primaire ingang kon worden gebruikt door alle bezoekers en medewerkers. De secondaire ingang kwam direct uit op een kleine centrale ruimte die grensde aan de gevangenissen, amonitiekamer en de woningen van de cipier en de conciërge. Waarschijnlijk werd deze secondaire ingang voornamelijk gebruikt als entree voor deze ruimten.

Secundaire toegang Primaire toegang

284

Amsterdam


1 2

5

10

20 meter

N

Begane grond 1:500

Exterieur

285


DREMPEL

EXTERIEUR

Voor de drempel van exterieur naar het interieur van het stadhuis is onderscheid gemaakt tussen een harde en een zachte overgang. De hoofdingang, aan de voorzijde van het stadhuis, wordt gekenmerkt door de brede trap en de geleidelijke en toegankelijke overgang naar het interieur van het stadhuis. Aan de achterzijde heeft het stadhuis slechts een enkele entree waarbij een kleine trap leidt naar een harde gesloten deur.

Zachte overgang Harde overgang

286

Amsterdam


1 2

5

10

20 meter

N

Begane grond 1:500

Exterieur

287


GEVELCOMPOSITIE - TRANSPARANTIE

EXTERIEUR

In de gevelcompositie is de transparantie een belangrijk onderdeel voor een stadhuis. In het Amsterdamse stadhuis zorgen grote gevelopeningen op iedere verdieping voor veel lichtinval in iedere achterliggende ruimte. Op de tekeningen is te zien dat alle transparante delen behoren tot repeterende elementen. Er zijn geen uitzonderlijke transparante elementen. Een ander kenmerk van de transparantie van het gebouw zijn de glas in lood ramen. De glas in lood ramen waren noodzakelijk omdat het, ten tijde van de bouw, nog niet mogelijk was om glas met de grote afmetingen van de kozijnen te produceren. De glas in lood ramen hebben tot gevolg dat de directe transparantie van de grote gevelopeningen worden gereduceerd.

Transparant

288

Amsterdam


Westgevel 1:500

1 2

5

10

20 meter

Oostgevel 1:500

Exterieur

289


Transparant

290

Amsterdam


Zuidgevel 1:500

1 2

5

10

20 meter

Noordgevel 1:500

Exterieur

291


GEVELCOMPOSITIE - REPETITIE

EXTERIEUR

De repeterende elementen zorgen voor een duidelijke structuur in de gevel van het stadhuis. Zoals op de naaste tekening te zien is vindt de meest opzichtige repetitie plaats vanaf de eerste verdieping tot aan de dakrand. De ramen, ornamenten en de verfraaiing van kolommen in het gevelbeeld zorgen voor een sterke repetitie aan elementen in de gevels.

Dakkapellen Entreebogen Trallieramen Ramen en ornament Kolommen

292

Amsterdam


Westgevel 1:500

1 2

5

10

20 meter

Oostgevel 1:500

Exterieur

293


Dakkapellen Entreebogen Trallieramen Ramen en ornament Kolommen

294

Amsterdam


Zuidgevel 1:500

1 2

5

10

20 meter

Noordgevel 1:500

Exterieur

295


GEVELCOMPOSITIE - RITME

EXTERIEUR

In de gevels is een duidelijk horizontaal en verticaal ritme te zien. Het horizontale ritme wordt gevormd door het ritme van de kolommen. Alle overige elementen, zoals de gevelopeningen, zijn in het ritme van deze kolommen geplaatst. Door de verticale herhaling van de gevelopeningen op de hoofdverdiepingen met de representatieve ruimten (eerste en derde verdieping) en de tussenverdiepingen (tweede en vierde verdieping) zijn de gevels ook voorzien van een verticaal ritme.

Secundair ritme Primair ritme

296

Amsterdam


Westgevel 1:500

1 2

5

10

20 meter

Oostgevel 1:500

Exterieur

297


Secundair ritme Primair ritme

298

Amsterdam


Zuidgevel 1:500

1 2

5

10

20 meter

Noordgevel 1:500

Exterieur

299


GEVELCOMPOSITIE - SYMMETRIE

EXTERIEUR

Het stadhuis beschikt over sterke symmetrische gevels. De gevels zijn volledig symmetrisch waarin geen uitzonderingen aanwezig zijn. Zelfs binnen de gevels is er een meervoud aan symmetrie te herkennen.

Symmetrie Symmetrie Uitzondering

300

Amsterdam


Westgevel 1:500

1 2

5

10

20 meter

Oostgevel 1:500

Exterieur

301


Zuidgevel 1:500

Symmetrie Symmetrie Noordgevel 1:500

302

Amsterdam

Uitzondering


Westgevel 1:500

1 2

5

10

20 meter

Oostgevel 1:500

Exterieur

303


Symmetrie Symmetrie Uitzondering

304

Amsterdam


Zuidgevel 1:500

1 2

5

10

20 meter

Noordgevel 1:500

Exterieur

305


MATERIALISATIE GEVEL

EXTERIEUR

In de materialisatie zijn vijf hoofdmaterialen te herkennen; Zandsteen, Marmer, Glas, leisteen en brons. Zandsteen is het voornaamste materiaal waarmee de gevels zijn opgebouwd. Ook de ornamenten in gevels zijn gemaakt uit zandsteen. Naast het zandsteen bestaat een groot gedeelte van de gevels uit glas. Het beeldenwerk van de timpanen in de vooren achtergevel zijn gehouwen uit marmer. Deze marmeren timpanen zijn een erg belangrijk en herkenbaar onderdeel in de gevels van het stadhuis. De gevels worden ook gekenmerkt door de leistenen dakafwerking, de bronzen beelden op het dak en de bronzen afwerking van de koepel op de toren.

Zandsteen Marmer Glas Leisteen Brons

306

Amsterdam


Westgevel 1:500

1 2

5

10

20 meter

Oostgevel 1:500

Exterieur

307


Zandsteen Marmer Glas Leisteen Brons

308

Amsterdam


Zuidgevel 1:500

1 2

5

10

20 meter

Noordgevel 1:500

Exterieur

309


ORNAMENTEN

EXTERIEUR

De gevels bevatten een sterke repetitie aan decoratieve elementen. De decoratieve kolommen zijn niet essentieel voor de constructie, maar kunnen wel met de constructie worden geassocieerd. Naast deze constructieve elementen zijn er ook ornamenten zonder enige functie. Om dit schematisch te kunnen weergeven is onderscheidt gemaakt tussen functionele verfraaiingen en ornamenten.

Functionele verfraaiing Ornament

310

Amsterdam


Westgevel 1:500

1 2

5

10

20 meter

Oostgevel 1:500

Exterieur

311


Functionele verfraaiing Ornament

312

Amsterdam


Zuidgevel 1:500

1 2

5

10

20 meter

Noordgevel 1:500

Exterieur

313


ONDERDELEN VAN HET STADHUIS

EXTERIEUR

Welke karakteristieke onderdelen kunnen er worden toegeschreven aan een stadhuis en in hoeverre zijn deze onderdelen aanwezig in het Amsterdamse stadhuis? Trappen, torens, bordessen, vlaggenmasten, balkons en klokken zijn onderdelen die veelal zijn teruggekomen in het ontwerp van een stadhuis. Opvallend is dat het Amsterdamse stadhuis, ten tijde van de bouw, alleen typerende stadhuis onderdelen als een trap, een toren en een klok had. In een latere periode zijn er vlaggenmasten op geplaatst en toen het stadhuis in 1808 werd omgebouwd tot paleis is er een bordes aan de voorzijde richting het plein aangebouwd.

Trap Toren Bordes Vlaggenmast Balkon Klok

314

Amsterdam


1 2

5

10

20 meter

Oostgevel 1:500

Exterieur

315


ROUTING

INTERIEUR

Voor de routing binnen het gebouw is gekeken naar de hoofdroutes die worden afgelegd door medewerkers en bezoekers. Binnen veel stadhuizen zijn er tevens speciale routes voor trouwgelegenheden. In deze analyse laag is duidelijk de hoofdentree en de routing naar de burgerzaal op de eerste verdieping te zien. Voor bezoekers van het stadhuis waren de burgerzaal en de galerijen de enige ruimtes waar ze zich vrij konden begeven. Voor trouwgelegenheden was een trouwruimte op de tweede verdieping. Deze trouwruimte was alleen via de twee naaste trappenhuizen bereikbaar. De overige ruimtes van het stadhuis waren alleen voor medewerkers. Op enkele trappen na die leidde naar kamers op de tussenverdiepingen 2 en 4 zullen voornamelijk de 4 grote trappenhuizen zijn gebruikt om naar andere verdiepingen te gaan.

Medewerker Bezoeker Trouwen

316

Amsterdam


Verdieping 2

Verdieping 4

Verdieping 1

Verdieping 3

Begane grond

Verdieping 2

Interieur

317


FUNCTIE VAN DE RUIMTE

INTERIEUR

De ruimtes van het stadhuis kennen vele functies. In deze analyse laag worden de vele functies per type ruimte weergegeven. Hiervoor is onderscheid gemaakt naar de belangrijkste stadhuis gerelateerde functies als werkruimte, bijeenkomstruimte, ceremoniële ruimte, ontvangstruimte en facilitaire ruimte. Aangezien in veel stadhuizen ook nietstadhuis gerelateerde ruimten zijn opgenomen is hiervoor de laag externe functie. In het Amsterdamse stadhuis zijn op de begane grond twee woningen voor de conciërge en de cipier aanwezig. Deze ruimten kunnen worden gezien als een, niet-stadhuis gerelateerde, externe functie. Een belangrijke ruimte op de begane grond was de vierschaar. In de vierschaar werden de ceremoniële doodvonnissen uitgesproken. Daarnaast bevatte de begane grond nog werkruimten, een facilitaire amonitiekamer en gevangenissen. De gevangenissen hebben een stadhuis gerelateerd functie maar kunnen niet worden ondergebracht in de bovengenoemde functies. Op de eerste verdieping zijn bijeenkomstruimten als de burgerzaal, schepenszaal en de raadzaal aanwezig. De overige ruimten op de eerste verdieping zijn werkruimten. De tweede verdieping biedt plek aan de ceremoniële trouwruimten, werkruimten en facilitaire ruimten. Op de derde verdieping waren nog een grote en een kleine krijgsraadzaal aanwezig. In deze ruimten kwam de krijgsraad van de stad bijeen. Overige functies zijn op deze verdieping nog werkruimten en facilitaire ruimten. De vierde verdieping zal voornamelijk zijn gebruikt als facilitaire ruimte.

Externe functie Werkruimte Bijeenkomstruimte Ceremoniële ruimte Ontvangstruimte Facilitaire ruimte

318

Amsterdam


N 1 2

Begane grond 1:500

5

10

20 meter

Verdieping 1 1:500

Interieur

319


Externe functie Werkruimte Bijeenkomstruimte Ceremoniële ruimte Ontvangstruimte Verdieping 2 1:500

320

Amsterdam

Verdieping 3 1:500

Facilitaire ruimte


N 1 2

5

10

20 meter

Verdieping 4 1:500

Interieur

321


ONDERDELEN VAN HET STADHUIS

INTERIEUR

Ook in het interieur van het stadhuis zijn karakteristieke onderdelen aanwezig. In het interieur zijn deze onderdelen te herkennen als ruimten. Ruimten als een raadzaal, trouwzaal, publieke zaal, bestuurskamer, burgemeesterskamer en een kamer voor de wethouders zijn typerend voor een stadhuis. Opvallend in het Amsterdamse stadhuis is de centraal gelegen publieke zaal en dat de overige ruimten vanuit de publieke zaal vrijwel direct te bereiken zijn. De publieke ruimte en de bestuurskamers worden slechts met een voorportaal gescheiden.

Wethouders Burgemeesterkamer Trouwzaal Raadzaal Publieke zaal Bestuurskamer

322

Amsterdam


N 1 2

Verdieping 1 1:500

5

10

20 meter

Verdieping 2 1:500

Interieur

323


DREMPEL TUSSEN RUIMTES

INTERIEUR

Voor de drempels binnen het stadhuis wordt onderscheid gemaakt tussen harde fysieke barrières zoals deuren en trappenhuizen, en zachte overgangen zoals een geleidelijke trap in het midden van een ruimte. Zoals op de analysetekeningen zichtbaar is heeft het stadhuis nauwelijks zachte overgangen. Slechts enkele bogen, die het begin van een nieuwe ruimte aangeven, kunnen worden gezien als een zachte overgang. Op de eerste verdieping zijn dit de bogen die de burgerzaal en de galerijen scheiden. Harde drempels zijn volop aanwezig met de vele deuren en gesloten trappenhuizen.

Zachte drempel Harde drempel

324

Amsterdam


N 1 2

Begane grond 1:500

5

10

20 meter

Verdieping 1 1:500

Interieur

325


Zachte drempel Verdieping 2 1:500

326

Amsterdam

Verdieping 3 1:500

Harde drempel


N 1 2

5

10

20 meter

Verdieping 4 1:500

Interieur

327


REPETITIE

INTERIEUR

Het stadhuis kent weinig repetitie. De hoeken zijn het enige repeterende element op meerdere verdiepingen. De begane grond beschikt nog wel over repeterende gevangenissen en enkele kamers die te vergelijken zijn. Verder zijn er in het gebouw wel enkele kamers van vergelijkbare grootte, maar het aantal van deze kamers komen niet verder dan twee en kan daarom moeilijk tot repetitie worden gerekend.

Kamers Gevangenissen Hoeken

328

Amsterdam


N 1 2

Begane grond 1:500

5

10

20 meter

Verdieping 1 1:500

Interieur

329


RITME

INTERIEUR

Het ritme dat in het exterieur te zien is wordt doorgezet in het interieur. Met uitzondering van de trappenhuizen wordt in het gehele gebouw hetzelfde ritme doorgezet.

Ritme

330

Amsterdam


1 2

5

10

20 meter

Verdieping 1 1:500

Interieur

331


SYMMETRIE

INTERIEUR

Op de plattegrond zijn duidelijk symmetrieassen in de lengte en in de breedte van het gebouw aanwezig. Deze assen lopen, net als bij het exterieur, door het centrum van het gebouw. Op de begane grond is onderscheid te maken tussen een primaire en een secondaire symmetrieas. De symmetrieas in de breedte van het gebouw, waarbij de as door de voor- en achteringang loopt, laat een duidelijke symmetrie zien. Zowel in het centrum als in de hoeken van het gebouw is de symmetrie vanuit deze as te herkennen. In de lengte richting is in het centrum een secundaire symmetrieas te herkennen. Op de verdieping kan wederom onderscheid worden gemaakt in de beide symmetrieassen. De as in de breedte van het gebouw kent volledige symmetrie op enkele kleine ruimten na. De as in de lengte van het gebouw kent evenwel veel symmetrie maar hier zijn meer uitzonderingen aanwezig. De belangrijkste uitzonderingen zijn de schepenszaal en de ruimten rondom de vierschaar. De totaalafmetingen zijn gelijk, maar hebben een andere invulling.

Secundaire symmetrie Primaire symmetrie Uitzondering

332

Amsterdam


N 1 2

Begane grond 1:500

5

10

20 meter

Verdieping 1 1:500

Interieur

333


MATERIALISATIE

INTERIEUR

Voor de materialisatie van het interieur is gekozen om enkel de materialen aan te kunnen geven die met zekerheid vastgesteld kunnen worden. Door de beperkte informatie over de oorspronkelijke afwerking en de verbouwingen gedurende de geschiedenis is van vele ruimten niet met zekerheid te zeggen wat de oorspronkelijke materialisatie / afwerking is geweest. Wel is de materialisatie op de eerste verdieping grotendeels bekent. De volledige vloer is bedekt met marmeren tegels. In de burgerzaal zijn de kaarten van het oostelijke- en westelijke halfrond en de noordelijke sterrenhemel in de marmeren tegels opgenomen. De wandafwerking van de burgerzaal en de galerijen zou oorspronkelijk ook in marmer worden uitgevoerd. Om kosten te besparen zijn deze wanden echter niet volledig in marmer uitgevoerd maar zijn er ook delen uitgevoerd als zandsteen met een marmeren beschildering. Het plafond van de burgerzaal heeft verder nog een houten afwerking. Op dit hout is een plafondschildering aangebracht.

Marmer Marmer / beschilderd zandsteen Hout

334

Amsterdam


Doorsnede A-A 1:500

1 2

5

10

20 meter

Verdieping 1 1:500

Interieur

335


DOMEINEN

INTERIEUR

In het Amsterdamse stadhuis is een duidelijke scheiding tussen openbare en privé ruimten. Op de eerste verdieping is dit het duidelijkste zichtbaar. De burgerzaal en de galerijen zijn volledig openbaar terwijl de omliggende ruimten direct overgaat in semi-private kamers. Enkel de trouwruimten op de tweede verdieping zijn nog te bezoeken bij een trouwgelegenheid. Op de begane grond zijn nog enkele private ruimten in de vorm van de woningen en gevangenissen aanwezig. Op de overige verdiepingen zijn er enkel nog semi-private werkruimten en opbergruimten.

Publieke ruimte Semi-publieke ruimte Semi-private ruimte Private ruimte

336

Amsterdam


N 1 2

Begane grond 1:500

5

10

20 meter

Verdieping 1 1:500

Interieur

337


Publieke ruimte Semi-publieke ruimte Semi-private ruimte Verdieping 2 1:500

338

Amsterdam

Verdieping 3 1:500

Private ruimte


N 1 2

5

10

20 meter

Verdieping 4 1:500

Interieur

339


RAADZAAL

INTERIEUR

De indeling van de raadzaal, zoals is getekend, dateert van een jaarvergadering van de stadsraad op 28 januari 1790. Het is onbekend hoe de raadzaal voor deze tijd was ingedeeld. Amsterdam had destijds vier burgemeesters, deze zaten centraal op een kleine verhoging. Aan een verlaagde tafel voor de burgemeesters zat waarschijnlijk ondersteunend personeel. De overige plekken werden ingenomen door schepenen, die ook een rechtelijke functie hadden, en oudburgemeesters.

Verdieping 1 1:1000

Spreekgestoelte Raadsleden Wethouders Burgemeester Ondersteunend personeel Publiek / Pers

340

Amsterdam


N 1

2

5

10 meter

Raadzaal 1:200

Interieur

341


CONCLUSIE

AMSTERDAM

Het Amsterdamse stadhuis was de trots van de Amsterdamse stad. Een gebouw dat volgens het stadsbestuur uniek moest zijn, een gebouw dat de macht en de rijkdom van Amsterdam moest laten zien. Waarom werd het gebouw “het Achtste Wereldwonder” genoemd? Wat zijn de meest kenmerkende en unieke aspecten van het stadhuis? Wat zijn de conclusies die de analyse van het Amsterdamse stadhuis hebben opgeleverd? De benadering begint bij de context van het gebouw. Het stadhuis was gebouwd in het dichtbebouwde Amsterdamse stadcentrum aan het belangrijkste handelsplein van de stad dat tegenwoordig bekent staat als de Dam (zie conclusietekening 1). De schaal en de positie aan het plein spelen een belangrijke rol in de beleving van het gebouw. Net zoals de naastgelegen Nieuwe Kerk kwam het stadhuis hoog boven de omliggende bebouwing uit en door het gebouw met de brede voorgevel frontaal op het plein te plaatsen profileerde het stadhuis zijn autoriteit duidelijk aan zijn omgeving. Niet alleen de schaal en de positie droegen bij aan de machtstentoonstelling van het stadshuis. Het stadhuis moest een volmaakt gebouw worden, met een volmaakte maatvoering, volmaakte verhoudingen en een volmaakte boodschap. Het gebouw werd volledig symmetrisch ontworpen en beeldhouwwerken, schilderstukken en andere decoraties bevatte talloze boodschappen. De timpaan in de voorgevel van het stadhuis laat de personificatie van de vrede zien, geflankeerd door de personages van voorzichtigheid en gerechtigheid.

342

Amsterdam

De timpaan toont de welvaart en met de verbeelding van de zeegoden werd de Amsterdamse dominantie op de zee afgebeeld. Naast de verbeelding van boodschappen bevatten de gevels ook een grote hoeveelheid aan ornamenten. De repetitie waarin de ornamenten in volledige symmetrie op de gevels van het stadhuis te bewonderen zijn versterken de machtige uitstraling van het gebouw. Zonder de beeldhouwwerken en ornamenten zou het gebouw beduidend inleveren op de uitstraling en daarmee op de autoriteit van het stadhuis (zie conclusietekening 2). Deze beeltenissen van macht en rijkdom werden niet alleen verwerkt in het exterieur. De centraal gelegen burgerzaal was het toonbeeld van de filosofie die in de bouw werd nagestreefd. De verhoudingen van de zaal waren in perfecte harmonie. De hoogte van 90 voet correspondeerde met som van de lengte van 120 voet en de breedte van 60 voet gedeeld door twee. Ook kent de zaal veel beeldhouwwerken en beeltenissen. Met de kaarten van het oostelijke- en westelijke halfrond en de noordelijke sterrenhemel in de marmeren vloer, het beeldhouwwerk van Atlas die het universum draagt en de beeltenissen van de elementen aarde, water, lucht en vuur kon de bezoeker zich wanen in het middelpunt van het universum. De burgerzaal was ook letterlijk het centrum van het stadhuis. De belangrijkste bestuurlijke ruimten van het stadhuis waren ook op de eerste verdieping gelegen en waren vanuit de burgerzaal en de aangrenzende galerijen vrijwel direct bereikbaar. Opvallend is de onafhankelijkheid van het

exterieur ten opzichte van het interieur. Ruimten met belangrijke functies zijn in de gevels niet te onderscheiden van ruimten met minder belangrijke functies (zie conclusietekening 3). Wel is er duidelijk onderscheid te maken tussen de begane grond, waarin woningen en gevangenissen zijn geplaatst, en de representatieve bovenliggende verdiepingen. In 1648 waren de wetgevende, rechtelijke en bestuurlijke macht nog niet strikt gescheiden zoals we het in de huidige tijd kennen. Het stadhuis was een combinatie van een raadhuis, gerechtsgebouw, politiebureau, militaire commandocentrum, gevangenis, wapenarsenaal, handelscentrum, belastingkantoor, wisselkantoor en kunstgalerie. De burgemeester had ook een rol bij de rechtspraak, de schout was politiecommandant, officier van justitie en rechter tegelijk en de schepenen die een rechtelijke functie hadden waren ook medewetgevers. Deze combinatie van functies zorgden ervoor dat het stadhuis het absolute machtscentrum van de stad was. Doordat het gebouw de ultieme macht en rijkdom van de handelsstad Amsterdam moest uitbeelden, alle wetgevende, rechtelijke en bestuurlijke machten in het gebouw gecombineerd zijn en in de uitwerking kosten nog moeite zijn bespaard kan het Amsterdamse stadhuis weleens het meest complete voorbeeld zijn van een autoritair stadhuis.


Conclusietekening 1: Context

Conclusie

343


Conclusietekening 2: Ornamenten

344

Amsterdam


Toren

Zolder

Verdieping 4

Verdieping 3

Verdieping 2

Verdieping 1

Burgemeesterkamer

Begane grond

Wethouders Wethouders (Schepenszaal) Publieke zaal Conclusietekening 3: Zichtbaarheid Interieur in het exterieur

Bestuurskamer (Oud-burgemeesterskamer)

Conclusie

345




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.