Groningen Bouwt en Ontwikkelt 2025

Page 1


2025

Groningen BOUW T en ONT WIKKELT

Harwil de Jonge en Dienke Slatman | Heijmans: “Wonderen beginnen bij goede grond”| 24

Wethouder Van der Burg over de balans tussen betaalbaarheid, duurzaamheid en leefbaarheid: “Midden-Groningen zet in op groei: 1350 extra woningen in 2030”| 28

Gerard de Vries en Niels Welmer | Koopmans Bouwgroep: “Maatschappelijke impact met nuchter ondernemerschap” | 104

Groningen Bouwt en Ontwikkelt 2025 is een uitgave van RondOm Vandaag

Uitgever

RondOm Vandaag Holding bv

Ronald Jousma

Morra 2 - 40 9204 KH Drachten 0512-726 900 www.bouwtenontwikkelt.nl

Bladmanagement

Mieke Alferink

Redactie

Communicatiebureau Sans Plus: Anne von Gleich, Stefan Nieuwenhuis en Richard Kootstra

Goeie Tekst: Edmee Jongkind

Fotografie

Fotostijl: Johan Bosma

Vormgeving

Dana Elmendorp

Foto credits voorpagina

Een deel van te ontwikkelen stadswijk De Eems in plangebied Meerstad

Foto credits colofon

In opdracht van De Huismeesters heeft Heijmans in fase 1 van het herstructureringsplan in Selwerd te Groningen 38 woningen gerealiseerd.

Salesmanagement

Bouke Niggendijker

06 - 18 760 711 bouke@bouwtenontwikkelt.nl

Mieke Alferink

06 - 42 35 98 97 mieke@bouwtenontwikkelt.nl

Drukwerk

Veldhuis Media

Nabestellingen/lezersservice

Losse nummer zijn te bestellen via verkoop@rondomvandaag.nl

Disclaimer

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Typ- en/of zetfouten voorbehouden. De uitgever kan niet instaan voor de juistheid of volledigheid van artikelen, RondOm Vandaag aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid, van welke aard dan ook, voor schade als gevolg van informatie uit deze uitgave. nl

In deze uitgave

Oldambt bouwt aan een leefbare toekomst Wethouder Engelkens: “Voor iedereen een kwalitatieve, betaalbare woning”

Thekla Baron, Arjan Lamberink en Anita Timmer Lamberink Makelaars & Adviseurs: “Wij gaan voor de klant achter het pand”

Wouter van Drie en Richard Cornelis | Roosdom Tijhuis en gemeente Groningen: “De Nieuwe Held: buiten leven in de stad”

68

Michiel Roelfsema, Lena Zijlstra en John Vleugel | Brink: “Van complexe uitdagingen naar werkbare oplossingen”

Mehdi Bulthuis, Irma Heijnen, Manon Carras en Kim Baarveld | Rizoem: “Met oog voor bewoners zorgcomplexen versterken” 96

Mark Wieringa en Rintske Bakker | BCN-Groep: “BCN: zet gebruikers in het hart” 100

VERDER IN DIT NUMMER: Provincie Groningen | Gedeputeerde Tjeerd van Dekken: Blauwestad groeit en bloeit: “het verkoopt zichzelf!” 8 | Gemeente Oldambt | Wethouder Gert Engelkens: “Oldambt vernieuwt: vier projecten uitgelicht” 16 | Gemeente Oldambt | Goudvoormekaar ontwikkelt een vernieuwend woonconcept in Winschoten: “Een gemeenschap bouw je samen” 20 | Heijmans | Harwil de Jonge en Dienke Slatman: “Wonderen beginnen bij goede grond” 24 | Gemeente Midden-Groningen | Wethouder Erianne van der Burg: “Midden-Groningen zet in op groei” 28 | Gemeente Midden-Groningen I Harry Aalderink en Nelleke Mulder: Zo vertaalt de gemeente de woonvisie: “Met focus vooruit” 32 | Gemeente Midden-Groningen | Erik Prinsen en Jurriën de Jong: “Programma Vrijkomende Locaties: nieuwe kansen voor voormalige scholen” 36 | Bureau Meerstad | Jornand Veldman: “Innovatief ontwikkelen voor betaalbare woningen in Meerstad” 40 | Gemeente Westerkwartier | Wethouder Hans Haze: “Alleen bouwen waar het kán” 44 | Gemeente Groningen | Wethouder Rik van Niejenhuis: “Meters maken in Groningen: 15.000 tot 20.000 woningen in de planning” 48 | Dura Vermeer | Tine-Loes Hemmes en Bart Pigge: “Samen bouwen aan een Duurzame Toekomst” 52 | Plegt-Vos en BPD Bouwfonds | Herman Oostra en Pier Reitsma: Woontoren Talent: “Betaalbare middenhuur en mooi wonen” 72 | Patrimonium en Nijhuis Bouw | Jille Jan Reitsma en Ron Timmermans: “Doefmat: een verborgen parel” 80 | Lefier en Trebbe | Enno Feenstra en Niek van der Aa: “Samenwerking, de sleutel tot betaalbare woningbouw” 84 | Gemeente Het Hogeland | Han Hefting en Eltjo Dijkhuis : “De machine komt goed op stoom” 88 | NCG | Marieke Ferwerda: “Hard werken voor veiligheid, kwaliteit en duidelijkheid voor bewoners.” 92 | Koopmans Bouwgroep | Gerard de Vries en Niels Welmer: “Maatschappelijke impact met nuchter ondernemerschap” 104 | Gemeente Stadskanaal I Wethouder Egbert Hofstra: “Naar de tijd van krimp willen we niet terug” 108 | GeWOON Groen | Rolf Koops en Fred Sekema: “Bundeling van krachten om verduurzaming te versnellen” 112 | Jorritsma Bouw | Henk Rozema: “Meesters in duurzaam bouwen” 116 | Het Noordelijk Vastgoedcongres 2025 | Francois Atsma: “Innoveren in een wereld vol verandering” 120

Voorwoord

Welkom bij de nieuwste editie van Groningen Bouwt en Ontwikkelt, uw jaarlijkse kompas in de dynamische wereld van de Groningse vastgoedsector.

Groningen staat voor een enorme uitdaging. De aardbevingsproblematiek, de demografische verschuivingen en de groeiende vraag naar duurzame woningen vereisen innovatieve en gecoördineerde acties.

Deze editie werpt een diepgaande blik op de complexe uitdagingen en ambitieuze kansen die de provincie kenmerken. De opgave is helder: het realiseren van voldoende en passende woningen voor alle inwoners, te midden van een landschap dat ingrijpend verandert.

De provincie Groningen werkt samen met gemeenten, woningcorporaties en marktpartijen om de bouw van 28.500 woningen tot en met 2030 te realiseren. Echter, naast het aantal woningen, speelt ook de kwaliteit een cruciale rol. Duurzaamheid, betaalbaarheid en diversiteit zijn kernwaarden die de Groningse woningmarkt moeten definiëren.

In dit magazine verkennen we de diverse initiatieven en projecten die bijdragen aan de toekomstbestendige ontwikkeling van Groningen. We spreken met beleidsmakers, projectontwikkelaars en experts om inzicht te geven in de complexe processen en de innovatieve oplossingen die worden ontwikkeld.

Wij wensen u veel inspiratie!

Ronald Jousma, eigenaar Nederland Bouwt en Ontwikkelt

Met dank aan alle deelnemers voor hun inspirerende verhalen

Tjeerd van Dekken, gedeputeerde van Blauwestad en de Woon- en Regiodeals

Blauwestad groeit en bloeit: “het verkoopt zichzelf!”

Wat ooit begon als een ambitieus plan in het oosten van Groningen, is uitgegroeid tot een levendige woonomgeving met een aantrekkingskracht die verder reikt dan ooit. Blauwestad is uitgegroeid tot een gebied waarin mensen uit alle windstreken zich vestigen en recreëren. “Het verkoopt zichzelf”, zegt gedeputeerde Tjeerd van Dekken. In dit artikel deelt hij zijn inzichten over de ontwikkelingen in Blauwestad en de bredere impact op de regio.

Wonen in ruimte en natuur

Blauwestad biedt iets bijzonders: wonen aan het water, omringd door natuur en de rust van het Groningse landschap. Maar het is meer dan een aantrekkelijke woonomgeving. “Mensen komen hier niet alleen voor een huis, maar voor een compleet leefklimaat,” vertelt Van Dekken. “Ze willen ruimte, recreatie, voorzieningen en een gemeenschap waarin ze zich thuis voelen.”

Dat dit concept aanslaat, blijkt uit de verkoopcijfers. In 2024 zijn er 41 kavels

verkocht en voor 2025 ligt de streefwaarde op 28 kavels. “Ik denk dat we daar nog wel overheen gaan”, zegt Van Dekken. “Ondanks dat de woningmarkt elders stokt, wordt hier volop gebouwd. De vraag blijft groot en dat sluit naadloos aan bij onze prognoses.”

Economische impuls voor de regio

Door de komst van Blauwestad krijgt de hele regio een impuls. “Meer inwoners zorgen voor een sterkere lokale economie”, legt Van Dekken uit. “Scholen, winkels en horeca profiteren, en ondernemers zien nieuwe kansen.”

De effecten zijn ook merkbaar in omliggende dorpen zoals Midwolda, Finsterwolde en Oostwold. “Vroeger zag je hier leegstand, nu openen er juist nieuwe initiatieven,” zegt Van Dekken. Wonen in Oostwold betekent nu praktisch wonen aan het strand, iets wat twintig jaar geleden ondenkbaar was. Een ontwikkeling om trots op te zijn!”

Internationale aantrekkingskracht

Blauwestad trekt niet alleen bewoners uit Groningen en de Randstad, maar ook uit het buitenland. “Er zijn al meerdere buitenlandse gezinnen gevestigd”, vertelt van Dekken enthousiast. “Eén bewoner heeft zijn tuin zelfs in een Hawaïaanse stijl ingericht, compleet met palmbomen en zand.”

Die diversiteit versterkt de dynamiek van de gemeenschap. “Blauwestad had vroeger het imago van een eliteplek” erkent Van Dekken. “Sommigen denken dat nog steeds, maar dat beeld klopt allang niet meer. De prijzen liggen niet boven de huidige markt en voor de ruimte en kwaliteit die je hier krijgt, zijn de kavels heel aantrekkelijk.” Bovendien creëert de groei werkgelegenheid, bijvoorbeeld in de bouw, het toerisme en de lokale dienstverlening.

Samenwerking op elk niveau

Het succes van Blauwestad is mede te danken aan de sterke samenwerking tussen verschillende partijen. “Er zijn duidelijke afspraken over hoe we omgaan met leefbaarheid, infrastructuur en onderhoud. Dit is in goede harmonie afgestemd met de provincie, gemeenten en ondernemers. Iedereen heeft hetzelfde doel: een duurzame en levendige gemeenschap creëren. We werken niet langs elkaar heen, maar versterken elkaar,” zegt Van Dekken.

Een belangrijke rol speelt wethouder Gert Engelkens. “Gert is een authentieke OostGroninger met hart voor de regio”, zegt Van Dekken. “Hij zit niet achter zijn bureau, maar gaat met de mensen in gesprek. Hij doet geen loze beloftes, en dat is precies

wat nodig is om draagvlak te creëren en samen verder te bouwen.”

‘Blauwestad is een ontwikkeling om trots op te zijn.’

Investeren in leefbaarheid en cultuur

Blauwestad investeert niet alleen in woningbouw, maar ook in wandelpaden, fietspaden, watersport en horeca. “We willen dat Blauwestad niet alleen een fijne plek is om te wonen, maar ook om te ontspannen en samen te komen”, zegt Van Dekken.

Om Blauwestad beter toegankelijk te maken, investeert de provincie veel in infrastructuur. “Wat vroeger dammen waren, zijn nu bruggen. Hierdoor is het gebied nog beter per boot bereikbaar. Waar mogelijk gebruiken we historische bruggen om het karakter van de regio te behouden.”

Bereikbaarheid wordt steeds belangrijker, want Blauwestad ontpopt zich tot een geliefde evenementenlocatie. Een voorbeeld is het Waterbei straattheaterfestival, waar vorig jaar tienduizenden bezoekers waren. Ook was er laatst een kleinschalig optreden van Daryll-Ann. “Culturele evenementen, groot en klein, vind ik persoonlijk heel belangrijk. Zo krijgen talenten een nieuw podium, en profiteert de provincie van een diverse culturele agenda.”

Provincie zet in op sociale agenda Naast de groei van Blauwestad is er op provinciaal niveau een mijlpaal behaald: de sociale agenda voor de komende 30 jaar is unaniem aangenomen door de Provinciale Staten. Van Dekken is zeer enthousiast. “Hiermee investeren we niet alleen in de fysieke omgeving, maar ook in digitalisering, onderwijs en cultuur. Denk aan extra ondersteuning voor cultuurcoaches en projecten die bijdragen aan de leefbaarheid van de regio.”

De vaststelling van dit akkoord markeert een belangrijke stap voor de hele regio. “Dit is een investering die verder reikt dan vandaag de dag. Het gaat om de kwaliteit van leven, nu en in de toekomst, voor de hele provincie.”

‘Mensen komen hier niet alleen voor een huis, maar voor een complete leefomgeving.’

Oldambt bouwt aan een leefbare toekomst

Wethouder Engelkens:

“Voor iedereen een kwalitatieve, betaalbare woning”

Oldambt vernieuwt volop. Waar de regio eerst worstelde met bevolkingskrimp, is er nu een groeiende vraag naar woningen. Toch blijft de regio geconfronteerd met de nasleep van aardbevingen, die de kwaliteit en veiligheid van een deel van de woningen beïnvloeden. Om de uitdagingen het hoofd te bieden en de kansen te benutten, zet de gemeente het Programma Wonen in. En met succes! “De afgelopen jaren hebben we gebouwd aan perspectief, en nu kunnen we zeggen: Oldambt groeit weer,” aldus wethouder Gert Engelkens. In dit artikel deelt Engelkens zijn visie op wonen en hoe de gemeente inspeelt op de veranderende behoeften van haar inwoners.

Van krimp naar gecontroleerde groei

Het Programma Wonen Oldambt loopt van 2021 tot 2026. In deze korte periode kan veel veranderen, zegt wethouder Gert Engelkens. “Toen we ons programma vaststelden, bevonden we ons in de bevolkingskrimp,” vertelt hij. “Maar al snel steeg de vraag naar woningen. Dit was het signaal om niet alleen te bouwen, maar ook gericht op de juiste plekken.”

Die groei vraagt om een doordachte aanpak. “Want we bouwen niet zomaar”, benadrukt hij. “Ons doel is niet om overal uitbreidingswijken neer te zetten, maar om zorgvuldig in te vullen waar behoefte is. Als er ergens een gat valt in de lintbebouwing, kijken we hoe we dat kunnen versterken. Zo behouden we de identiteit van Winschoten en de omliggende dorpen en blijft het rustige, landelijke karakter – waar Oldambt zo geliefd om is – intact.”

Maar dat er gebouwd wordt, is een feit. De vernieuwing is door de hele gemeente zichtbaar. “Er gebeurt zoveel”, zegt Engelkens trots. “Sinds 2021 zijn er al

730 woningen bijgekomen en dat aantal blijft groeien. Volgende week vieren we bijvoorbeeld de start verhuur van negentien sociale huurwoningen in Bad Nieuweschans. Het schiet lekker op!”

‘We willen dat mensen in hun eigen omgeving een woning kunnen vinden die bij hen past.’

Een ander voorbeeld is de transformatie van de voormalige zusterflat in Winschoten, waar nu moderne appartementen in zitten. Hierna is het ziekenhuisterrein aan de beurt. “Dit wordt een stedelijk woongebied met een mix van wonen en andere functies, zoals retail,” zegt Engelkens. “Zo krijgt deze plek niet alleen een nieuwe invulling, maar blijft het een dynamisch en centraal onderdeel van de stad.”

Kwaliteit van de woningvoorraad

De kwaliteit van de woningvoorraad in Oldambt staat hoog op de agenda. Vooral in het particuliere segment is verbetering nodig. “We zien dat sommige woningen verouderd zijn en niet goed genoeg aansluiten op de woonwensen van de toekomst,” zegt Engelkens. “Daarom zetten we in op toekomstbestendige woningen, zodat mensen niet alleen nú goed wonen, maar ook in de toekomst een comfortabel en duurzaam huis hebben.”

‘De woningen worden gemoderniseerd, maar het straatbeeld blijft behouden.’

waar veel mensen een eigen woning hebben, maar niet altijd de middelen om die te verduurzamen. “Onze duurzaamheidscoaches adviseren inwoners over verduurzaming. Ook zetten we in op subsidies zoals Nij Begun, zodat verduurzaming breed beschikbaar wordt.”

Zoveel mensen, zoveel wensen Waar iemand wil wonen, hangt vaak samen met de fase van het leven. “Een starter heeft andere woonwensen dan een senior en een gezin zoekt iets anders dan iemand die graag aan het water of in het centrum woont”, legt Engelkens uit. “We willen dat mensen in hun eigen omgeving een woning kunnen vinden die bij hen past. Daarom vragen we iedere doelgroep actief naar hun behoeften, zodat we woningen kunnen ontwikkelen die aansluiten bij hun wensen.”

Kwaliteit is ook een speerpunt in de versterkingsopgave, gericht op 100 woningen die getroffen zijn door aardbevingen. “We kijken daarbij niet alleen naar de veiligheid, maar ook naar hoe we deze woningen toekomstbestendig kunnen maken. Dit is een complexe opgave, omdat het vaak gaat om grotere, karakteristieke gebouwen. Gelukkig worden we bijgestaan door de andere aardbevingsgemeenten. We delen kennis en zorgen dat het zo eerlijk mogelijk gebeurt.”

Betaalbaarheid en energiearmoede Betaalbaarheid is een groot thema voor de gemeente. “De grondprijs mag hier lager zijn dan in de Randstad, maar bouwen is overal duur,” legt Engelkens uit. “Het ontwikkelen van woningen kost hier net zoveel, terwijl de inkomens lager liggen.” De gemeente kijkt daarom verder dan alleen nieuwbouw. “We willen bestaande woningen verbeteren en betaalbaar houden. Dat doen we onder andere met regelingen zoals de starters- en de verzilverlening.”

Er is ook aandacht voor energiearmoede, een groeiend probleem in een regio

De gemeente betrekt inwoners actief bij dit proces. “Via flitspeilingen, woonavonden in de dorpen en gesprekken met dorspbelangenorganisaties peilen we regelmatig de wensen van de verschillende groepen”, zegt Engelkens. Eén behoefte die eruit springt, is de groeiende vraag naar levensloopbestendige woningen. “Oldambt kampt met dubbele vergrijzing: meer ouderen en een stijgende levensverwachting. Daarom moeten we deze behoeften vertalen naar geschikte woonruimte voor senioren.”

Tegelijkertijd blijft er veel behoefte aan sociale huur. “De druk op sociale huur is groot. We zien dat er meer vraag is dan aanbod, en dat vraagt om slimme oplossingen.” Een voorbeeld zijn de winkelpanden in het centrum van Winschoten. Inwoners zoeken betaalbare woonruimte in het centrum, terwijl winkeliers met hoge huurprijzen en een teruglopend winkelpubliek kampen. “Dus waarom niet die twee uitdagingen combineren? Door winkels iets kleiner te maken, daalt de huurprijs en ontstaat er woonruimte. Zo helpen we zowel bewoners als ondernemers!”

Hart voor historie

Oldambt kent veel karakteristieke boerderijen en monumentale panden die de regio haar unieke uitstraling geven. “Met het boerderijenprogramma zetten we actief in op het onderhoud en behoud van deze gebouwen”, zegt Engelkens. “Deze boerderijen, met hun statige schuren en uitgestrekte erven, zijn een tastbare herinnering aan de tijd dat Oldambt bekendstond als de graanrepubliek van Europa.”

Niet alleen grote monumenten krijgen aandacht, ook dorpsgezichten worden waar mogelijk versterkt. Zo is een oud schoolgebouw in Winschoten getransformeerd tot woningen. “Het pand stond jarenlang leeg, maar heeft nu een nieuwe woonfunctie,” zegt Engelkens. “De voormalige klaslokalen zijn omgebouwd tot woningen, terwijl de oorspronkelijke contouren van het gebouw herkenbaar blijven. Zelfs de sporthal is nog duidelijk te zien aan de buitenkant.” De geschiedenis van het gebouw leeft niet alleen voort in de architectuur, maar ook door de nieuwe bewoners. “Twee voormalige leraren van de school hebben hier een woning

betrokken. Voor hen is dit niet zomaar een plek, maar een deel van hun eigen verleden.”

‘In Oldambt gebeurt veel, ook op het gebied van wonen.’

Oldambt heeft alles

Van rustiek wonen in Finsterwolde tot een watervilla in Blauwestad of een appartement in het centrum van Winschoten: in Oldambt kan het. “We hebben alles”, concludeert Engelkens. “Rust, ruimte, diverse voorzieningen en een goede infrastructuur. En vergeet alle leuke festivals niet!” De wethouder nodigt iedereen dan ook van harte uit. “Kom gerust langs en laat u verrassen!”

Wethouder Engelkens over recente mijlpalen

“Oldambt vernieuwt: vier projecten uitgelicht”

Onder het Programma Wonen Oldambt vallen uiteenlopende projecten, zowel in de stedelijke gebieden als op het platteland. Van het vernieuwde stadscentrum in Winschoten tot een nieuwe impuls voor Bad Nieuweschans: er gebeurt veel tegelijk. Het programma is over de helft, een mooi moment om de voortgang te evalueren. Aan het woord is wethouder Gert Engelkens. “Er zijn diverse ontwikkelingen voor allerlei doelgroepen. Ik ben niet alleen trots op de kwaliteit van deze projecten, maar ook op de samenwerkingen.” In dit artikel vertelt Engelkens over vier wooninitiatieven in Oldambt.

Winschoten in een nieuw jasje

Winschoten ondergaat een transformatie om het stadscentrum compacter, aantrekkelijker en toekomstbestendig te maken. “We willen een levendige binnenstad die niet alleen uitnodigt om te winkelen, maar ook een prettige plek is om te wonen en te verblijven,” vertelt Engelkens. Er gaat bijvoorbeeld veel aandacht uit naar de winkelbeleving: minder leegstand, behoud van ambachtelijke winkeltjes en een levendige stadskern. Er zijn bovendien plannen om meer water en

groen toe te voegen. “De ideale mix van retail, wonen en groen.”

Particuliere ontwikkelaars en beleggers spelen een belangrijke rol in deze herontwikkeling. Verouderde panden worden getransformeerd tot moderne wooncomplexen, waarbij er veel aandacht is voor het behoud van historische gebouwen. “We willen het stadsbeeld herkenbaar houden en waar mogelijk herstellen in originele stijl. Dat maakt Winschoten uniek

en zorgt ervoor dat de stad haar karakter behoudt,” aldus Engelkens. Ook wordt er nadrukkelijk ingezet op verduurzaming. “Zo pakken we meerdere uitdagingen tegelijk aan.”

De transformatie van het stadscentrum is niet alleen een bestuurlijke beslissing, maar bovenal een project dat samen met de gemeenschap wordt vormgegeven. Ruim 800 mensen hebben hun mening gegeven over de toekomst van Winschoten. “Dat zoveel inwoners, ondernemers en zelfs Duitse bezoekers de moeite hebben genomen om mee te denken, is echt een enorme prestatie,” benadrukt Engelkens. “Het laat zien hoe betrokken mensen zijn bij hun stad.” De uitkomsten van deze participatie vormen een belangrijke leidraad in de plannen.

“We hebben goed geluisterd naar wat er leeft, zoals de wens om het retail-aanbod te verbeteren.”

Blauwestad als impuls voor de regio Ongeveer twintig jaar geleden begon Blauwestad als een ambitieus en spraakmakend project, bedoeld om OostGroningen een economische impuls te geven. Inmiddels is het uitgegroeid tot een geliefde woonomgeving. “Waar Blauwestad in het begin enige argwaan opriep, is het nu een plek waar mensen graag komen,” merkt Engelkens. De combinatie van rust, ruimte en wonen aan het water maakt het gebied uniek. De ontwikkeling gaat in volle vaart door: tussen 2021 en 2024 zijn er 427 woningen gebouwd en de vraag blijft groeien. “Blauwestad trekt niet alleen nieuwe

Winschoten:

‘We willen een levendige binnenstad, waar mensen graag wonen en verblijven.’

Blauwestad:

‘Blauwestad versterkt de regio en trekt nieuwe bewoners aan.’

bewoners, maar versterkt ook de regio. Langzaam groeit het uit tot een belangrijke plek voor recreatie en toerisme, ook voor de Oldambtenaren.”

Blauwestad is geen stilstaand project; het blijft in beweging. De verkoop van kavels loopt door, en naast ruime vrijstaande woningen zijn er ook appartementen toegevoegd, waarvan er nog meer komen. Zo kunnen verschillende doelgroepen er een thuis vinden. Het havenkwartier krijgt een impuls met kleinschalige winkels, horeca en nieuwe recreatiemogelijkheden. “We willen een gebied creëren waar mensen niet alleen wonen, maar ook ontspannen en ondernemen,” zegt Engelkens. De ontwikkeling van omliggende dorpen krijgt eveneens een duwtje in de rug, doordat Blauwestad nieuwe bezoekers trekt.

Goudvoormekaar: duurzaam samenleven Wat ooit begon met een goed gesprek in een biologische winkel, is inmiddels uitgegroeid tot een krachtig bewonersinitiatief: Goudvoormekaar. Dit woonproject draait niet alleen om wonen, maar vooral om een sociale en duurzame manier van leven. “De bewoners willen samen zorg dragen voor een plek waar ze het goed hebben met elkaar, met een helpende hand of een ontmoeting in de gemeenschappelijke binnen- of buitenruimte.” Het initiatief is geworteld in de gedachte van noaberschap, waarbij buren actief naar elkaar omkijken. “Daarmee kunnen we ook in de toekomst meer voor elkaar zorgen en hebben we misschien wel minder zorg nodig.”

De vereniging bestaat uit 40 tot 50 bewoners van allerlei leeftijden, die bewust kiezen voor deze manier van wonen. Er komt een mix van sociale huur en vrije sector, zodat een diverse groep mensen hier een thuis kan vinden. “Dit zorgt ervoor dat er grip blijft op wie hier woont en dat het een gemeenschap blijft, met focus op levensloopbestendig wonen en ecologische duurzaamheid.” Het project heeft inmiddels een eerste locatie afgesproken met de gemeente: “Het is een echte A-locatie, vlak bij het station en aan de rand van het centrum.”

De gemeente omarmt het initiatief volledig: “We hebben veel respect voor de plannen en de daadkracht van de bewoners, dus we helpen waar mogelijk.” Zo wordt er samengewerkt met ruimtelijke ordening en stedenbouw om de plannen goed in te passen. Daarnaast hebben de bewoners professionele ondersteuning en wordt gekeken naar investeringsmogelijkheden. “Ze hebben echt een doel voor ogen: dit gaat ons lukken. Ik hoop het van harte!”

Molenbastion: sociale nieuwbouw in Bad Nieuweschans Aan de Molendwarsstraat in Bad Nieuweschans staat een bijzonder nieuwbouwproject: Molenbastion. Een project in opdracht van woningcorporatie Acantus. Een welkome toevoeging, want in het dorp is al decennialang nauwelijks nieuwbouw gerealiseerd. “Bad Nieuweschans was toe aan een nieuwe impuls. Met Molenbastion brengen we niet alleen nieuwe woningen, maar versterken we ook de leefbaarheid van het dorp.” Met een ligging tegenover het wellnesscentrum, willen mensen hier graag wonen, verwacht de gemeente.

Het plan omvat sociale huurwoningen van kwalitatief hoogwaardige nieuwbouw, zorgvuldig ontworpen om aan te sluiten bij het karakter van de omgeving. “De woningen krijgen een uitstraling die past bij de historische context van Bad Nieuweschans. We bouwen op een kade, wat zorgt voor een bijzonder ruimtelijk effect.” Door de strategische ligging en architectuur, gaan de nieuwe woningen naadloos op in de rest van het dorp De combinatie van ligging en architectuur maakt Molenbastion tot een opvallend en passend onderdeel van het dorp. “En de ligging is werkelijk prachtig: centraal en met uitzicht op het water.”

Dit project biedt niet alleen nieuwe woningen, maar ook een nieuwe impuls voor het dorp, meent Engelkens. “Goede en betaalbare huisvesting is een belangrijke pijler voor leefbaarheid. Dit project draagt daaraan bij en maakt Bad Nieuweschans toekomstbestendiger.”

Goudvoormekaar:
‘De bewoners zorgen samen voor een plek waar ze goed voor elkaar zijn.’
Molenbastion:
‘Goede huisvesting versterkt de leefbaarheid en maakt Bad Nieuweschans toekomstbestendiger.’

Hoe Goudvoormekaar een vernieuwend woonconcept in Winschoten ontwikkelt:

“Een bouwgemeenschap je samen”

Paul van der Veldt en Hein Hilarides

Waar ga ik later wonen? Die vraag kreeg Paul van der Veldt, voormalig biologisch kruidenier in Winschoten, steeds vaker van zijn klanten. Wat begon als losse gesprekken, groeide uit tot een concreet plan: Goudvoormekaar, een woongemeenschap waar mensen samenleven in een betrokken, groene omgeving. Inmiddels is de eerste locatie in zicht en wordt het ontwerp steeds concreter. Paul en Hein Hilarides, penningmeester van de coöperatieve vereniging, willen woord bij daad voegen: “Het gaat ons lukken!”

Goudvoormekaar: de naam zegt alles Goudvoormekaar is ontstaan uit een diepgewortelde behoefte aan zelfstandig wonen met een sterke sociale component. Paul van der Veldt, jarenlang een bekend gezicht in Winschoten, zag dagelijks hoe klanten worstelden met vragen over hun toekomstige woonsituatie. Naast zijn ervaring als winkelier heeft Paul als creatief therapeut in de psychiatrie gezien hoe belangrijk autonomie en een ondersteunende omgeving zijn.

“Ik hoorde keer op keer: ‘Waar moeten we heen als we ouder worden?’ Veel mensen willen niet naar een traditionele seniorenwoning, maar zoeken een plek waar ze zelfstandig kunnen blijven, met een sterke gemeenschap om zich heen. Waar je, ook als je een poosje niet in staat bent om zelf te koken, toch lekker en gezond eet,” vertelt Paul.

Wat in eerste instantie een gedachteexperiment was, groeide uit tot een breed gedragen initiatief. In de afgelopen acht jaar is er een hechte groep gevormd, die ondanks uitdagingen trouw is gebleven aan het project. Paul is daar trots op: “We hebben leden die er vanaf het begin bij zijn en nog steeds enthousiast meedenken. Natuurlijk haakt er af en toe iemand af, maar de sfeer blijft goed. En er komen juist ook steeds nieuwe mensen bij. Er is zelfs interesse vanuit Frankrijk!”

Een dorp binnen de stad

Een van de kernprincipes is het idee van een ‘dorp in de stad’: een plek waar bewoners naar elkaar omkijken en betrokken zijn bij hun omgeving. Hein Hilarides, voormalig manager bij ABN AMO in Assen en Van Lanscot Bankiers regio Noord, ziet dit als een kans om de groeiende individualisering tegen te gaan.

“We willen een plek creëren waar mensen zich verbonden voelen, niet alleen met elkaar, maar ook met de stad Winschoten. Dat betekent dat onze gemeenschap niet gesloten is, maar juist uitnodigend,” zegt Hein. Dit krijgt vorm in plannen voor een gemeenschappelijke ruimte. “We willen een ruimte die ook toegankelijk is voor buurtbewoners”, legt Hein uit. “Denk aan een gedeelde moestuin, een plek voor cursussen of kleinschalige evenementen. Zo blijft er een natuurlijke wisselwerking met de omgeving.”

Goudvoormekaar onderzocht zeventien locaties en koos voor De Garst, een groene, centrale plek. “Hier kunnen we bouwen zonder de bestaande bomen aan te tasten, wat goed past bij onze visie op duurzaamheid en verbondenheid met de natuur,” aldus Paul. “Ook volgen we met belangstelling de herontwikkeling van locaties zoals het voormalig ziekenhuis in Winschoten, omdat die goed bij onze visie passen.”

‘Een buurt bouw je niet alleen met bakstenen, maar met verbinding.’

Het begint met een gemeenschap Bij een bewonersinitiatief draait het niet alleen om het realiseren van woningen, maar ook om de mensen die er samenkomen. Nog voordat de eerste steen is gelegd, ontstaat hier een hechte gemeenschap. Hein legt uit: “Een buurt bouw je niet alleen met bakstenen, maar met verbinding. We willen een plek creëren waar buren elkaar kennen en waar omkijken naar elkaar

Goudvoormekaar

vanzelfsprekend is. Of het nu gaat om samen koken, een boodschap doen voor iemand die minder mobiel is, of gewoon een praatje bij de voordeur.”

‘Door goed samen te werken, kunnen we bijvoorbeeld zorg efficiënter organiseren.’

omgeving waarin jong en oud elkaar ondersteunen, wat verder gaat dan het delen van spullen of ruimtes. Paul: “Stel je voor dat een jong gezin even oppas nodig heeft, of dat een oudere bewoner wat hulp kan gebruiken met boodschappen. Zo’n samenwerking versterkt de gemeenschap en helpt mensen langer zelfstandig te blijven.”

Vrijheid én verbinding

Een veelgehoorde zorg bij woonprojecten met een sociale insteek is de balans tussen privacy en gemeenschap. Ook daarin is balans: “Iedereen heeft een eigen woning, maar er is ook ruimte voor ontmoeting. De keuze om mee te doen ligt bij de bewoners zelf,” zegt Hein.

De waarde van die gemeenschap blijkt uit vergelijkbare projecten elders in Nederland. Paul: “In Diever, Olst en het Duitse Oldenburg zien we hoe bewoners genieten van de steun die ze van elkaar ervaren. Soms gaat het om praktische hulp, maar vaak is het gewoon de gezelligheid. Even een praatje maken of samen eten kan al veel betekenen.”

Die verbinding ontstaat al lang vóór de oplevering van de woningen. Paul vertelt: “We organiseren nu al gezamenlijke activiteiten, zoals het bezoeken van een voedselbos, workshops over duurzaam wonen en informele bijeenkomsten waar buren elkaar echt leren kennen. Daardoor groeit niet alleen de betrokkenheid, maar ontstaat er ook een stevig fundament voor de gemeenschap die we samen opbouwen.”

Aantrekkelijk voor jong en oud Goudvoormekaar is nadrukkelijk geen knarrenhof, vertelt Hein. “Ons initiatief is bedoeld voor alle leeftijden, van jongvolwassenen tot gezinnen en ouderen. We willen een echte afspiegeling van de maatschappij creëren”, benadrukt Hein. Deze aanpak resulteert in een woon-

Daarnaast heeft zo’n gemeenschap ook praktische voordelen. Paul: “Door goed samen te werken, kunnen we bijvoorbeeld zorg efficiënter organiseren. Zo voorkomen we dat er twaalf busjes op een dag moeten komen voor thuiszorg en mantelzorg. Dat bespaart niet alleen kosten, maar verhoogt ook de levenskwaliteit.”

Duurzaam en lokaal bouwen Naast sociale verbinding staat duurzaamheid hoog op de agenda. De woningen worden volgens de nieuwste duurzame principes gebouwd. Hein: “We hebben vier architecten uitgenodigd om met ons mee te denken. Het doel is om zo circulair mogelijk te bouwen, met materialen zoals hennep en gerecycled hout.”

Paul vult aan: “We kijken naar regenwateropvangsystemen en willen toiletten

doorspoelen met regenwater. Daarnaast overwegen we een wadi aan te leggen om regenwater op te vangen en te hergebruiken.”

Een belangrijk uitgangspunt is dat zoveel mogelijk materialen en arbeidskrachten uit de regio komen. “Lokaal werken is niet alleen duurzamer, maar versterkt ook de verbinding met de gemeenschap,” legt Hein uit.

Financiële overbrugging

De financiering van het project blijft een uitdaging, erkent Hein. “De eerste fase is het meest uitdagend”, legt hij uit. “Veel toekomstige bewoners willen een deel zelf financieren, maar moeten eerst hun woning verkopen, waardoor een tijdelijke financiële overbrugging nodig is. Tegelijkertijd willen we de huizen betaalbaar houden, zonder in te leveren op duurzaamheid. Gelukkig geloven partijen zoals Acantus in ons, waarmee we samen zes sociale huurwoningen gaan bouwen.”

Naast reguliere financiering zijn er ook subsidies en steun vanuit programma’s zoals het Nationaal Programma Groningen, vult Paul aan. “Zo hopen we dat onze duurzaamheidsambities als een pilot ondersteund kunnen worden.”

Ook alternatieve financiering, zoals obligaties of crowdfunding, wordt onderzocht. Hein: “Veel mensen zijn enthousiast over dit initiatief en willen graag bijdragen. Het is een kwestie van de juiste constructie en de financiële partners vinden.”

Van visie naar realisatie

De maatschappelijke impact van Goudvoormekaar is groot. “Dit project lost niet alleen een woonprobleem op, het draagt ook bij aan doorstroming op de woningmarkt en het verminderen van eenzaamheid,” vertelt Paul enthousiast, die onmiddellijk bijval krijgt van Hein. “We zijn hier niet alleen voor onszelf, maar voor de generaties na ons. Dit wordt een plek waar mensen echt samen leven,

niet naast elkaar. Nu is het tijd om door te zetten en deze visie te realiseren. Iedereen die onze visie deelt, is van harte welkom om lid te worden of bij te dragen!”

‘Dit wordt een plek waar mensen echt samen leven, niet naast elkaar.’

Van gemeentekantoor naar woongemeenschap

De gemeente Oldambt werkt samen met Goudvoormekaar aan de herontwikkeling van de Garst, een unieke en herkenbare locatie in Winschoten. Hier staat nu nog een gemeentelijk kantoorpand, dat na de oplevering van het nieuwe gemeentehuis (eind 2027) plaatsmaakt voor de eerste woongemeenschap van Winschoten. Dit vernieuwende woonconcept biedt ruimte aan 25 tot 28 woningen en een gemeenschappelijke ruimte met een buurtfunctie. Met de ondertekening van de optie tot koop is een belangrijke stap gezet.

De gemeente heeft in de stedenbouwkundige visie ruimte gemaakt voor deze nieuwe woonvorm en blijft betrokken bij de verdere uitwerking. Wethouder Gert Engelkens noemt het initiatief een ‘welkome aanvulling’ en benadrukt dat het goed aansluit bij de gemeentelijke ambities voor wonen en leefbaarheid. Tot de sloop blijft het pand in gebruik, maar in de tussentijd werken beide partijen samen aan een duurzame invulling van het gebied.

Nu kantoor - straks Goudvoormekaar

Heijmans, Harwil de Jonge en Dienke Slatman:

“Wonderen beginnen bij goede grond”

Bij Heijmans bouwen ze niet zomaar huizen, ze bouwen dromen. En niet van die standaarddromen à la twee-onder-een-kap met een nette heg. Nee, we hebben het over duurzame, toekomstbestendige dromen. “Hier in het Noorden focussen we ons echt op het nieuwe bouwen. Het gaat niet alleen om bakstenen stapelen, maar om het hele plaatje – van biodiversiteit tot biobased materialen,” vertelt Dienke Slatman, projectontwikkelaar bij Heijmans Woningbouw regio Noord.

De weg naar het nieuwe normaal gaat echter niet over rozen. Het is ook nog vaak een hobbelige zoektocht vol twijfels, lef en een flinke dosis geduld. “We zijn vaak banger voor wat we nog niet kennen, dan dat we enthousiast zijn over wat mogelijk is,” legt Harwil de Jonge, directeur

duurzaamheid bij Heijmans, uit. En dat houdt de boel op. Innovatie garandeert namelijk zelden zekerheid, en dat geldt voor boeren, bouwers én bewoners.

Maar bij Heijmans weten ze het zeker: er is geen weg meer terug. Harwil: “We moeten

Dienke Slatman, Ontwikkelaar bij Heijmans Woningbouw regio Noord in de Heijmans Horizon fabriek in Heerenveen.

voor materialen gaan die goed zijn voor mens én milieu. Wonderen beginnen bij goede grond.”

Vezelhennep, een groeibriljant Neem vezelhennep. Het heeft alles in zich om de bouwsector te revolutioneren.

Isolatiematten, deurpanelen – je kunt de vezelhennepplant bijna van wortel tot blad gebruiken. Veel boeren willen best hennep telen, maar alleen als er afzet is. En als het voldoende oplevert en voldoet aan de regelgeving. En bewoners? Die willen graag duurzaam wonen, maar de betaalbaarheid is ook een argument.

“Het is een kwestie van vraag en aanbod,” zegt Dienke. “Als de bouwsector de vraag naar biobased materialen opvoert, volgen boeren vanzelf. Maar het begint

bij bewustwording én regelgeving.” Een voorbeeld? Het Bouwbesluit zou bijvoorbeeld een minimumpercentage biobased materialen kunnen voorschrijven. “Kijk naar ventilatie en daglicht. Dat vonden we ooit ook lastig, maar nu zijn we blij met die normen,” vult Harwil aan.

‘Als de bouwsector de vraag naar biobased materialen opvoert, volgen boeren vanzelf.’
Harwil de Jonge, directeur duurzaamheid bij Heijmans samen met Zwier van Olst van Staatsbosbeheer. Heijmans als hoofdsponsor van Boomfeestdag.

Harwil de Jonge samen met Marthijs Roorda van Greeninclusive bij de oogst van vezelhennep.

Educatie

Bewustwording vergroten is een zaak van educatie. Laat boeren, bouwers, opdrachtgevers en bewoners zien hoe biobased bouwen werkt en wat de voordelen zijn. Dienke: “In ons project Thedemaborg in Nietap kunnen bezoekers straks zien hoe hennep als isolatiemateriaal wordt toegepast. Of kijk naar samenwerkingen met scholen en organisaties als Building en Circulair Friesland. Die zorgen ervoor dat innovatie toegankelijker wordt voor iedereen.”

‘Het gaat er uiteindelijk om een nieuwe kijk op bouwen te realiseren.’

de bureaucratische molen moet draaien. En dan is er de kwestie van de korte keten: vezelhennep wordt nu in Friesland geteeld, naar het buitenland gebracht voor verwerking, en dan weer teruggehaald. Dienke: “Dat voelt als je huis warm stoken met de ramen open.”

Andere mogelijkheden

Vezelhennep is echter nog maar het begin, weten ze ook bij Heijmans. Ook vlas, en miscanthus wachten geduldig in de coulissen om hun grote doorbraak te maken. Elk gewas heeft unieke eigenschappen: vlas is ook uitermate geschikt als isolatiemateriaal en perfect voor composietpanelen.

En laten we hout niet vergeten. “Hout blijft de reus onder de biobased materialen,” zegt Harwil. Heijmans haalt constructief hout uit FSC-gecertificeerde bossen in Finland en werkt samen met Staatsbosbeheer voor Nederlands hout. In Heerenveen beschikt Heijmans over een houtskeletbouwfabriek waar complete woningen emissieloos worden geproduceerd. “Zo brengen we alles dichter bij huis – letterlijk én figuurlijk.”

Uitdaging

Voor Heijmans is biobased bouwen meer dan een technische uitdaging; het is een culturele werkmethodiek. Een filosofie die, gelukkig, steeds breder wordt erkend en omarmd. “Voorheen stonden we soms lijnrecht tegenover partijen zoals Staatsbosbeheer. Nu werken we samen,” legt Harwil uit. Samenwerkingen met Naturalis, Wageningen Universiteit en de Fietsersbond versterken de missie: bouwen aan oplossingen voor klimaatproblemen en biodiversiteitsverlies.

Maar voordat hennep de bouwmarkt kan veroveren, zijn er nog genoeg praktische hordes te nemen. Attesten, certificaten –

Die aanpak is derhalve niet alleen een morele verplichting, maar ook essentieel voor het welzijn. Voor het algemene belang. “Het gaat er uiteindelijk om een nieuwe kijk op bouwen te realiseren,” zegt Harwil. “Niet alleen iets wegnemen, maar ook iets teruggeven.”

Toch blijft, zoals eerder aangegeven, de economische schaal een uitdaging. Traditionele materialen als Rockwool zijn goedkoper en makkelijker beschikbaar. Hennep en andere biobased alternatieven missen nog de infrastructuur en vraag om echt te concurreren. Het vraagt om investeringen, lef en een lange adem. Dienke blijft optimistisch: “In Friesland lopen we al voorop, en in regio’s en landen om ons heen, zoals in Duitsland, wordt hennep al veel breder toegepast. De verandering komt eraan, stap voor stap.”

Toekomst vol mogelijkheden

Mocht het nog niet duidelijk genoeg zijn verwoord: de toekomst van biobased bouwen draait niet alleen om materialen, maar ook om mindset. Met bouwers die ook natuurbescherming in hun

takenpakket hebben. Met projecten die biodiversiteit vergroten en CO2 verminderen. Zo komt Heijmans steeds dichter bij zijn bold statement. “We laten de aarde beter achter dan we haar aantroffen”, zegt Harwil: “Want wonderen beginnen bij goede grond.”

‘Biobased bouwen draait niet alleen om materialen, maar ook om mindset’

Heijmans heeft in Nederland meerdere grondposities waar ook vezelhennep verbouwd wordt. Een mooi bijkomend voordeel is dat het verbouwen van vezelhennep ecologisch verantwoord is, omdat je de grond amper hoeft te bemesten. Zo verschraal je de bodem en dat zorgt voor een grotere biodiversiteit. Hierdoor verbeteren we nu al de grond voor de later te ontwikkelen gebieden. Want een gezonde leefomgeving begint bij een florerende bodem.

Biobased wonen op een historische plek

Rondom de plek waar vroeger een burcht stond, ontwikkelt en bouwt Heijmans 28 koopwoningen in het Drentse dorp Nietap. De historische details zorgen ervoor dat de woningen passen in de natuurlijke omgeving. Tegelijkertijd worden de woningen zo duurzaam mogelijk gebouwd, met onder andere een houten skelet en isolatie van vezelhennep.

Nieuwsgierig hoe Heijmans dit doet? Scan de qr-code

Wethouder Van der Burg over de balans tussen betaalbaarheid, duurzaamheid en leefbaarheid

“Midden-Groningen zet in op groei: 1350 extra woningen in 2030”

De woningnood is groot in heel Nederland, maar inmiddels is de urgentie ook voelbaar in MiddenGroningen. De gemeente heeft daarom een ambitieuze doelstelling: 1350 nieuwe woningen realiseren tot en met 2030. Wethouder Erianne van der Burg is optimistisch: “In twee jaar tijd hebben we al 500 woningen gebouwd. Maar we moeten ons blijven inspannen om deze ambitie waar te maken. Vooruitdenken, samenwerken en doorpakken.” In dit artikel vertelt Van der Burg over de kansen, uitdagingen en successen in zowel de stedelijke kernen als de omliggende dorpen.

Doordachte woonvisie

Na jaren van bevolkingskrimp laat Midden-Groningen nu een voorzichtige groei zien. Tegelijkertijd spelen er andere ontwikkelingen die de vraag naar woningen extra urgent maken, legt Van der Burg uit. “We zien een groeiende vraag naar betaalbare woningen voor jongeren, starters en gezinnen. Daarnaast is er een toenemende behoefte aan levensloopbestendige woningen voor ouderen. En natuurlijk moeten alle nieuwe woningen aardbevingsbestendig zijn. Veiligheid is een belangrijk speerpunt.”

Dit vraagt om een heldere en doordachte strategie. “We willen niet alleen woningen bouwen, maar woningen die echt passen bij onze inwoners en de unieke kenmerken van onze dorpen en wijken versterken,” benadrukt Van der Burg. Midden-Groningen combineert hierbij stedelijke kernen zoals Hoogezand met kleinere dorpen midden in het landschap.

“Dat maakt onze regio divers en vraagt om maatwerk. We willen ruimte bieden aan nieuwbouw in de dorpen, maar willen het karakter en de landelijke beleving graag intact houden. In Hoogezand en Sappemeer zetten we vooral in op goed bereikbare woonlocaties met veel voorzieningen.”

‘In Midden-Groningen kan iedereen zijn ambities waarmaken.’

De gemeente zet daarnaast sterk in op participatie. “Inwoners kennen hun omgeving het beste. We werken nauw samen met dorpen en wijken om plannen te maken die aansluiten op de behoeften van de gemeenschap. Dat zorgt niet alleen voor betere plannen, maar ook voor

Herstructurering in Hoogezand

draagvlak. Participatie kost tijd en soms botst het algemene belang met individuele wensen. Daar een middenweg in vinden, maakt de uitkomst vele malen sterker.”

‘We willen niet alleen meer woningen, maar woningen die passen bij onze inwoners én de omgeving versterken.’

Grootschalige transformatie van Hoogezand-Noord

In Hoogezand-Noord werkt de gemeente aan een grootschalige transformatie van een verouderd bedrijventerrein naar een moderne woon- en werkomgeving. “Het project gaat verder dan alleen woningbouw; we richten de openbare ruimte klimaatadaptief in en maken deze aantrekkelijk voor beweging en ontmoeting,” legt Van der Burg uit. Een van de plannen is de aanleg van een Cruyff Court, dat naast sport ook sociale verbinding in de wijk moet stimuleren.

Samen met woningcorporaties Lefier en Groninger Huis wordt gewerkt aan de vernieuwing van de Zeeheldenbuurt West. “Daar slopen we 200 jaren 50 sociale huurwoningen, die plaatsmaken voor 300 nieuwe woningen, een mix van sociale huur en vrije sector,” vertelt Van der Burg. De tenderprocedure voor deze woningen start dit jaar.

Daarnaast is er extra aandacht voor duurzaamheid. “Hoogezand Noord wordt klimaatadaptief ingericht, met onder andere een betere waterhuishouding en meer groen,” zegt Van der Burg. Ook de ligging langs het Winschoterdiep biedt kansen: “We kijken of we een wandelpromenade kunnen realiseren, zodat de wijk nog aantrekkelijker wordt.”

Een mooi voorbeeld is Winkelhoek in Sappemeer, waar verpauperde panden zijn gesloopt om plaats te maken voor 33 sociale huurappartementen. De impact op de leefomgeving is direct zichtbaar. “Mensen zien dat er echt iets gebeurt. Het geeft een nieuwe impuls aan de buurt,” aldus Van der Burg. Bij dit soort projecten speelt duurzaamheid een grote rol.

“We bouwen niet alleen nieuwe woningen, maar verbeteren ook de omgeving voor de lange termijn.”

Muntendam: samen werken aan de toekomst

Het centrumplan voor Muntendam is een sterk voorbeeld van samenwerking tussen de gemeente en haar inwoners. “In Muntendam zijn we met het centrumplan bezig, en dat gebeurt in nauwe samenwerking met inwoners,” vertelt Van der Burg. De gemeente betrekt inwoners actief bij de plannen volgens een participatieleidraad. “De Muntendammers weten precies wat er leeft en wat ze belangrijk vinden. En dat verwerken we dan ook in de plannen.”

De afgelopen anderhalf jaar heeft deze samenwerking geleid tot een structuurvisie waarin ambitieuze plannen zijn vastgelegd. Het centrumgebied krijgt een nieuw dorpshuis, het voormalige gemeentehuis wordt herontwikkeld en er komen nieuwe woningen. Op dit moment wordt gewerkt aan het ontwerp van het dorpshuis. “We hopen in maart het voorlopige ontwerp te presenteren. Dit soort projecten laten zien hoe belangrijk co-creatie met dorpen is.”

Nieuwe kansen op oude schoollocaties

Verspreid over de hele gemeente worden oude schoollocaties herontwikkeld tot woongebieden, onder de noemer Programma Vrijkomende Locaties. Deze schoollocaties zijn vrijgekomen omdat de gemeente in het zelf ontwikkelde Scholenprogramma alle schoolgebouwen in het kader van versterking heeft aangepakt. De gemeente heeft veel nieuwe moderne integrale aardbevingsbestendige kindcentra gebouwd of verbouwd waar scholen, gymlokalen, kinderopvang en soms ook wijk- en dorpsverenigingen naartoe zijn verhuisd. Dit Scholenprogramma is nu zo goed als afgerond.

“In totaal willen we hier 211 woningen realiseren, verdeeld over drie fasen,” legt Van der Burg uit. De gemeente kiest voor verschillende verkoopmethodes, zoals kavelverkoop aan particulieren of aanbestedingen. “Zo ontstaat er een divers aanbod van woningen dat aansluit bij de behoeften van verschillende doelgroepen. Ook proberen we steeds goed te kijken naar wat een locatie nodig heeft.”

‘Het snel bouwen én betaalbaar houden van woningen vraagt om slimme keuzes.’

Uitdagingen vóór zijn

Het realiseren van 1350 woningen gaat gepaard met grote uitdagingen. “Het snel bouwen én betaalbaar houden van woningen vraagt om slimme keuzes,” legt Van der Burg uit. Stijgende bouwkosten, verduurzamingseisen en de noodzaak van aardbevingsbestendigheid maken de opgave complex. Daarnaast vraagt het volle elektriciteitsnet om een goede planning. “We hebben daarom duidelijke afspraken met Enexis, zodat we tijdig kunnen afstemmen en vertraging voorkomen.” Om projecten te versnellen, werkt de gemeente met kavelpaspoorten die ontwikkelaars heldere kaders bieden. Daarnaast heeft de gemeente een initiatievenloket opgezet. “Hier kunnen mensen met ideeën terecht, groot of klein. Een multidisciplinair team kijkt meteen mee en beoordeelt of een project haalbaar is,” vertelt Van der Burg. “Zo houden we de vaart erin.”

Ondanks de uitdagingen ziet Van der Burg vooral veel kansen. “In MiddenGroningen kan iedereen zijn ambities waarmaken. Of u nu inwoner, ondernemer of ontwikkelaar bent: wij denken graag mee en ondersteunen u bij het uitwerken en uitvoeren van uw plannen!”

Harry Aalderink en Nelleke Mulder

Zo vertaalt de gemeente Midden-Groningen de woonvisie:

“Met focus vooruit”

Van krimp naar groei: dat is niet alleen een kwestie van bouwen, maar ook van anders denken en doen. Midden-Groningen wil vaart maken met de bouw van kwalitatieve, betaalbare woningen. De ambitie is groot, maar de uitdagingen ook. Hoe navigeert de gemeente tussen de mogelijkheden en de beperkingen? En hoe wordt de woningbouw daadwerkelijk versneld? Nelleke Mulder, senior beleidsadviseur wonen, en Harry Aalderink, aanjager wonen, vertellen over de woonvisie en de vertaalslag naar uitvoering.

Versnellen als topprioriteit “Lange tijd werd in Midden-Groningen rekening gehouden met bevolkingskrimp. Hierdoor lag de focus op behoud en herstructurering in plaats van op groei en nieuwbouw,” vertelt Mulder. “Onze woonvisie uit 2019 hield al enigszins rekening met een lichte groei, maar de plannen en capaciteit waren daar nog niet volledig op ingericht.”

Uit een woningmarktonderzoek in 2022 bleek echter dat de woningbouwopgave veel groter is dan gedacht. “Als je kijkt naar de woondeals en de huishoudensprognoses, moeten we tot 2030 zo’n 1350 woningen toevoegen,” zegt Aalderink. “In drie jaar tijd hebben we er 500 gerealiseerd. Dat betekent dat er in de komende zes jaar nog 850 bij moeten komen. De plannen zijn er, maar de capaciteit is beperkt. Dat vraagt om slimme keuzes.”

“Versnellen vraagt om meer dan alleen extra woningen bouwen”, legt Mulder uit. “We moeten nadenken over de juiste locaties en doelgroepen. Waar wil je bouwen? Voor wie? En hoe zorg je dat het aansluit bij de toekomstige woonbehoeften?” Daarbij spelen ook bereikbaarheid, voorzieningen en de leefbaarheid van wijken een belangrijke rol. “We willen niet alleen bouwen waar ruimte is, maar vooral waar mensen willen wonen.”

Versnellen staat momenteel bovenaan de agenda en is dagelijkse kost voor Aalderink. “Plannen genoeg, maar de échte vooruitgang zit in de uitvoering. En planontwikkeling is nu eenmaal een kwestie van de lange adem,” benadrukt Aalderink. “Sommige mensen denken: een plan indienen is bouwen. Maar het traject van idee tot realisatie duurt vaak jaren.”

Locatiespecifieke aanpak

De woningbouwopgave in MiddenGroningen is breed: van dorpen en landelijk gebied tot het stedelijke gebied van Hoogezand en Sappemeer. “Overal kijken we naar nieuwbouw, maar ook naar herstructurering. Ook in de bestaande voorraad moet geïnvesteerd worden. Dat gaat onder andere over verduurzamen,” legt Mulder uit. “Dorpen krijgen woningen op maat, afgestemd op hun schaal en behoefte.”

‘Door initiatieven wekelijks te beoordelen, kunnen we sneller schakelen.’

De gemeente wil daarbij flexibel zijn. “Soms kun je niet alleen op nieuwbouw inzetten”, zegt Mulder. “Er liggen ook kansen in transformatie van bestaande panden, bijvoorbeeld door winkelpanden om te bouwen naar woningen.”

Nieuwbouw in Vosholen, Sappemeer

Woudbloem

Daarnaast vraagt herstructurering in het stedelijk gebied om nauwe samenwerking met corporaties en andere partijen. “Een deel van de bestaande voorraad moet echt aangepakt worden”, zegt Mulder. “Dat vraagt tijd, maar het is noodzakelijk.”

‘Regels moeten richting geven, maar niet verstikkend werken.’

Goed en betaalbaar wonen voor iedereen

Naast versnelling blijft ook betaalbaarheid een belangrijk thema. “Corporaties spelen een grote rol bij sociale huur en herstructurering”, zegt Mulder. “De betaalbare woningen die we nu bouwen, moeten toekomstbestendig zijn. Denk aan energiezuinigheid, maar ook aan geschiktheid voor de veranderende samenstelling van huishoudens.”

De gemeente kiest bewust voor flexibele woningen in plaats van specifieke seniorenwoningen. “Wij geloven niet in seniorenwoningen, maar in ‘alleskunners’,”

zegt Mulder. “Dat zijn woningen die geschikt zijn voor meerdere levensfasen. De vraag naar kleinere woningen voor één- en tweepersoonshuishoudens groeit, en daar spelen we op in.”

Een ander belangrijk aspect is de kwaliteit van bestaande woningen. “We zien dat sommige woningen in de huidige voorraad niet meer voldoen”, zegt Mulder. “Dat vraagt niet alleen om sloop en nieuwbouw, maar ook om renovatie en verduurzaming. De opgave is dus behoorlijk breed en deze pakken we waar mogelijk integraal aan.”

Balanceren tussen belangen en regelgeving

Toch blijft bouwen en versnellen lastig, merkt Aalderink op. “Er zijn nu eenmaal belemmeringen waar we mee te maken hebben.” Daarbij doelt hij niet alleen op de fysieke opgave, maar ook op de grondpolitiek. Als gevolg van de krimppolitiek heeft de gemeente lange tijd niet meer ingezet op actieve grondpolitiek. “Dat betekent dat we nu meer inzetten om particuliere eigenaren meer ruimte te geven om met goede woningbouwinitiatieven te komen. Als gemeente heb je meer regie als je zelf grond in bezit hebt. Dat

maakt versnellen makkelijker. Indien de mogelijkheid zich voordoet zoeken we zeker de oplossing van verwerven.”

Daar komt nog bij dat niet iedereen nieuwe woningbouw toejuicht. “Iedereen wil dat er gebouwd wordt, maar niet in de eigen achtertuin,” zegt Aalderink. “Dat is een landelijke trend die in onze regio ook zichtbaar is. Daarmee bevinden we ons in een lastig parket: we willen bouwen voor onze inwoners, maar ook rekening houden met de omgeving. Dit is een tijdrovend proces.”

In Hoogezand en Sappemeer ligt de focus op binnenstedelijke ontwikkeling, maar dat brengt uitdagingen met zich mee. “In bestaand stedelijk gebied zitten meer randvoorwaarden en beperkingen”, zegt Aalderink. “De parkeernorm is bijvoorbeeld een aandachtspunt, want soms is het niet mogelijk om op eigen terrein voldoende parkeerplaatsen te realiseren. We zoeken dan naar oplossingen. We hoeven niet altijd zelf het wiel uit te vinden. We leren ook van de aanpak of de oplossingen in andere gemeenten.”

Van beleid naar uitvoering

Om initiatieven sneller van de grond te krijgen, werkt Midden-Groningen met een woningbouwloket. “Elke week beoordelen we nieuwe initiatieven met alle disciplines aan tafel”, legt Aalderink uit. “Dat voorkomt lange wachttijden en helpt om sneller duidelijkheid te geven.”

De gemeente zoekt daarnaast naar manieren om de uitvoering soepeler te laten verlopen, zonder de kwaliteit uit het oog te verliezen. “Regels moeten richting geven, maar niet verstikkend werken,” zegt Aalderink. “Het gaat er niet om dat we regels loslaten, maar wel dat we ze uitvoerbaar maken. Als een woningbouwinitiatief past binnen onze woonvisie, maar vastloopt op een detail, kijken we hoe we met maatwerk een oplossing kunnen bieden.” Daarom worden plannen integraal beoordeeld, waarbij

meerdere factoren meewegen, zoals locatie, duurzaamheid en maatschappelijke meerwaarde. “Een woningbouwplan dat bijvoorbeeld perfect aansluit op de lokale woonbehoefte, maar net niet binnen een bestemmingsplan valt, kan met de juiste afstemming alsnog doorgaan.”

Volgens Aalderink is snelheid cruciaal, maar moet kwaliteit gewaarborgd blijven. “Sommige mensen denken dat zodra een vergunning rond is, de woningen er meteen staan. Maar ontwikkelaars en bouwers moeten dan nog beslissen of ze gaan bouwen, afhankelijk van kosten en marktomstandigheden. Daarom is het belangrijk om goed in gesprek te blijven en te monitoren waarom sommige projecten wél of juist niet doorgaan.”

‘We bouwen niet alleen nieuwe woningen, we kijken ook naar herstructurering en transformatie.’

Volop kansen in Midden-Groningen Ondanks de uitdagingen blijft MiddenGroningen kansen zien. “Onze strategische ligging en de vraag naar woningen maken dit een aantrekkelijke woongemeente”, zegt Mulder. “We hebben goede verbindingen en willen daarop inspelen door te zorgen dat er voldoende, passende woningen komen.”

Bovendien ligt de gemeente nog goed op schema. “De plannen zijn er, nu moeten we vooral zorgen dat we het tempo vasthouden.” Daarom nodigt de gemeente ontwikkelaars, corporaties en investeerders uit om mee te denken. “Er liggen hier kansen voor wie wil bijdragen aan de groei”, besluit Mulder. “En ondanks de complexe processen, hebben we één duidelijk doel: zorgen dat mensen in Midden-Groningen goed kunnen wonen.”

Een kansrijke transformatie in Midden-Groningen

“Programma Vrijkomende Locaties: nieuwe kansen voor voormalige scholen”

De gemeente Midden-Groningen zit midden in een belangrijke transformatie: 22 oude schoollocaties worden herontwikkeld tot nieuwe woongebieden. Het Programma Vrijkomende Locaties is onderdeel van de gemeentelijke woonvisie en draagt bij aan de bredere doelstelling om 1350 woningen te realiseren tot en met 2030. Het programma wordt geleid door Jurriën de Jong (programmamanager) en Erik Prinsen (projectleider gebiedsontwikkeling). “We grijpen dit programma aan omdat het zowel kansen biedt voor woningbouw als het versterken van leefbaarheid en dorpsidentiteiten”, vat De Jong het programma samen.

Erik Prinsen en Jurriën de Jong

Van scholen naar woningen: een doordachte aanpak Het programma is ontstaan door de bouw van moderne kindcentra, waardoor 22 voormalige schoollocaties vrijkwamen. Deze gebouwen, vaak centraal gelegen in dorpen en wijken, bieden een uitgelezen kans om woningbouw te realiseren, legt Prinsen uit. “We hebben deze locaties programmatisch samengebracht en kijken per locatie wat er nodig is. Elke plek is uniek en vraagt om maatwerk.”

Het programma is opgedeeld in drie fasen. In de eerste fase, die volop in uitvoering is, worden tien locaties aangepakt, waarbij naar verwachting 155 woningen gerealiseerd worden. De volgorde is strategisch gekozen: “We zijn gestart met locaties die direct beschikbaar zijn, maar het programma blijft flexibel. Het gemeentebestuur kan bijvoorbeeld vragen om een locatie naar voren te halen als daar urgente woonbehoefte is,” licht Prinsen toe. “Die flexibiliteit is essentieel in een langlopend programma.”

Daarnaast wordt rekening gehouden met tijdelijke functies. Sommige locaties worden momenteel nog gebruikt, bijvoorbeeld voor de opvang van vluchtelingen. “Dit vraagt om flexibiliteit in de planning. Soms halen we een andere locatie naar voren om vertraging te voorkomen,” zegt Prinsen. “Het is nodig om bij elke stap in het proces een plan B te hebben.”

Diversiteit in aanpak en verkoopmethodes Naast flexibiliteit biedt het programma diversiteit in woningtypen en verkoopmethodes. Sommige grond wordt via tenders verkocht, met specifieke plannen voor woningbouw. Andere plekken bieden juist ruimte voor vrije kavelverkoop aan particulieren. “We zetten verschillende methodes in om het programma breed toegankelijk te maken voor diverse doelgroepen”, benadrukt De Jong.

Daarnaast houdt de gemeente rekening met karakteristieke panden. Zo wordt in Siddeburen geprobeerd om de uitstraling van bestaande gebouwen te behouden, terwijl de binnenkant wordt getransformeerd tot sociale huurwoningen. Dit vraagt om een zorgvuldige aanpak, waarbij historisch erfgoed en moderne woonbehoeften samenkomen. “We overleggen met architecten, stedenbouwkundigen en erfgoedspecialisten hoe we de oorspronkelijke uitstraling kunnen behouden en de woningen tegelijk toekomstbestendig kunnen maken. En dan ook nog binnen het sociale huursegment.”

‘We benutten oude schoollocaties voor woningbouw én het versterken van de leefbaarheid.’

Een bijzonder aspect van deze twee locaties is dat er eerst een lokaal initiatief was om sociale huur te realiseren in bestaande gebouwen voor de lokale gemeenschap, maar dit bleek niet haalbaar. De gemeente heeft de locatie daarom in het programma opgenomen en zoekt nu samen met een investeerder naar een manier om dit alsnog mogelijk te maken. Creativiteit in dorpen

De voormalige school in Siddeburen

wordt gevraagd nu de gemeente ziet dat woningcorporaties meer focus leggen op stedelijke gebieden. De Jong: “De behoefte aan sociale huur in dorpen blijft groot, dus we blijven zoeken naar een haalbare oplossing. Zulke projecten zijn uitdagend, maar zeker niet onmogelijk.”

Kwaliteit en betaalbaarheid als kernwaarden

Bij elk project staat kwaliteit voorop, nog een reden voor de gefaseerde aanpak. “We gaan aandachtig te werk”, vertelt De Jong. “De woningen moeten van hoge kwaliteit zijn, maar er is evengoed aandacht voor de leefomgeving, groenvoorzieningen en de inzet van duurzame materialen. We willen dat de nieuwe bebouwing past in de bestaande omgeving en bijdraagt aan een prettige woonomgeving.”

Een voorbeeld hiervan is de Waterman in Hoogezand, waar 21 woonzorgeenheden speciaal worden ontwikkeld voor dementerende ouderen. Ook worden er twee zelfstandige, grondgebonden woningen gebouwd. Prinsen: “Dit initiatief kwam bij zorgorganisatie Dagelijks Leven vandaan, die met een concreet plan in de sociale huur kwam. Hierdoor konden we snel schakelen en direct inspelen op

maatschappelijke behoeften, in dit geval van een hele specifieke doelgroep.”

Naast bouwen voor starters en senioren is bouwen voor de doorstroming een belangrijk speerpunt voor de gemeente. “Door voldoende betaalbare woningen te realiseren, zorgen we ervoor dat starters, alleenstaanden, gezinnen en ouderen allemaal een passende plek kunnen vinden. Dat voorkomt stagnatie in de woningmarkt,” voegt De Jong toe. “Een oudere die een levensloopbestendige woning betrekt, laat weer ruimte voor een nieuw gezin. Zo willen we onze ruimte slim gebruiken.”

Tot slot hecht de gemeente veel waarde aan betaalbaarheid, vervolgt De Jong. “Minstens 50% van de woningen in het programma moet in de betaalbare categorie vallen, onder de 355.000 euro. Waar mogelijk streven we zelfs naar maximaal 295.000 euro, om starters en jonge gezinnen meer kansen te geven in Midden-Groningen.”

Flexibel en snel in de uitvoering

Flexibiliteit is essentieel in de uitvoering. Zo verschilt de woonvraag sterk per gebied: in landelijke gebieden is er vooral behoefte aan (vrijstaande) woningen

Het Woldwijckhuis dat Dagelijks Leven in Hoogezand realiseert

met ruime tuinen, terwijl er in stedelijke kernen meer vraag is naar appartementen en sociale huurwoningen. Bovendien veranderen de marktomstandigheden voortdurend. “Stijgende bouwkosten en financieringsmogelijkheden dwingen ons soms om plannen bij te sturen”, legt De Jong uit. “We werken nauw samen met marktpartijen en inwoners om in te spelen op veranderende behoeften.”

Daarnaast wordt gezocht naar optimalisatie van de ontwikkellocaties, zoals in Slochteren. “Hier hebben we een horecapand aangekocht naast de ontwikkellocatie, met als doel de leefbaarheid te versterken. Met dergelijke slimme combinaties kunnen we echt het verschil maken.”

Snelheid is een tweede vereiste, want de woonvraag blijft stijgen. Ook hier houdt de gemeente rekening mee: “Om de doorlooptijd van projecten te verkorten, werkt de gemeente met parallelle processen. Bij alle locaties was de oorspronkelijke bestemming maatschappelijk. We wijzigen de bestemming vooraf of parallel aan het selectieproces, zodat er geen onnodige vertragingen ontstaan,” licht Prinsen toe. “Dit draagt bij aan onze ambitie om binnen vier jaar concrete resultaten te realiseren.”

Samenwerken aan toekomstbestendig wonen Participatie speelt een cruciale rol in het programma. De gemeente betrekt inwoners vanaf de start bij de planvorming. We verzamelen wensen en zorgen in de omgeving en koppelen terug hoe we deze verwerken,” vertelt Prinsen. “Zo creëren we niet alleen betere plannen, maar ook draagvlak.”

Daarnaast wordt rekening gehouden met verschillende dorpsculturen die MiddenGroningen zo uniek maken. “In dorpen leeft betrokkenheid sterker dan in stedelijke gebieden”, merkt De Jong hierover op. “In dorpen zijn bewonersverenigingen vaak

actiever en wordt participatie intensiever vormgegeven. Die nuance nemen we mee in onze aanpak.”

De samenwerking beperkt zich overigens niet tot inwoners. Ook ontwikkelaars en marktpartijen worden nauw betrokken. “We hebben bijvoorbeeld een marktevenement georganiseerd, om ontwikkelaars te enthousiasmeren en te horen waar ze tegenaan lopen”, zegt De Jong. “Vervolgens maken we heldere afspraken, zodat de projecten efficiënt en volgens plan verlopen.”

‘In Siddeburen willen we het behoud van historisch erfgoed met sociale huur combineren.’

Ruimte voor wonen, werken, ontspannen en ondernemen

Afsluitend benadrukken de heren dat het Programma Vrijkomende Locaties meer is dan een woningbouwproject, het is echt een investering in de toekomst van MiddenGroningen. “We willen plekken creëren waar jong en oud graag wonen, werken en ontspannen. Met een eigen karakter, maar toch met de tijd mee,” zegt Prinsen.

De Jong vult aan: “Wat dit programma bijzonder maakt, is de brede diversiteit in locaties en aanpak. We werken met zowel kleine als grote projecten en houden rekening met de verschillen tussen dorpen en stedelijke gebieden. Die variatie maakt het uitdagend, maar ook heel waardevol.”

De gemeente roept geïnteresseerde ontwikkelaars actief op om contact op te nemen. “We hebben nog mooie locaties die ingevuld kunnen worden”, zegt Prinsen. “Voor ontwikkelaars die willen bijdragen aan de toekomst van Midden-Groningen, is dit hét moment om aan te haken!”

‘In een context die zich kenmerkt door meerdere crises, strenge normen, langdurige procedures en enorm veel regels op allerlei beleidsterreinen, stellen wij onszelf voortdurend één vraag: hoe kan het wél? Hoe kunnen we wél betaalbare woningen ontwikkelen, zonder dat het schoenendozen worden, en tegelijkertijd bijdragen aan de verschillende opgaven op het gebied van klimaatadaptatie, water, energie, zorg, circulariteit en landbouwtransitie? Daarvoor moet je anders durven denken en doen.’

Aan het woord is Jornand Veldman, manager gebiedsontwikkeling van Bureau Meerstad.

Geen schoenendoos

Jornand: ‘Er komen 10.000 woningen in ons plangebied. Daarvan bouwen we de komende jaren 8.000 in drie nieuwe deelgebieden. Van vrijstaand tot appartementen, met woningen voor iedereen. Een grote uitdaging daarbij is de betaalbaarheid. Een starterswoning kost tegenwoordig al drieënhalve ton. Maar wat nou als we gaan uitzoeken of we ook een huis voor minder dan drie ton kunnen bouwen? In De Eems (een van de drie

nieuwe gebieden) willen we bewijzen dat het mogelijk is een mooi, duurzaam en circulair huis te bouwen, dat betaalbaar is en groter dan een schoenendoos.’

‘Hoe? Door anders te denken en anders te doen! Door bijvoorbeeld een maatje groter te denken, om schaalvoordeel te halen. Zo onderzoeken we wat het doet als je niet voor 20, maar voor 200 woningen een plan maakt, die 200 in één keer inkoopt en in één keer op de markt zet. Een ander voorbeeld.

Hoe kan het wél?

Jornand Veldman: Innovatief ontwikkelen voor betaalbare woningen in Meerstad”

We hebben een stevige groenambitie meegekregen en willen zo snel mogelijk beginnen met het inrichten van de toekomstige groene omgeving. Dus waarom kopen we nu niet 1.500 kleine boompjes in plaats van straks 150 volwassen bomen? Dan kunnen die boompjes de komende jaren groeien en ziet de openbare ruimte er al mooi en verzorgd uit als de mensen er komen wonen. We zijn ervan overtuigd dat de huizenverkoop dan ook sneller gaat. En zo zoeken we elke dag naar oplossingen voor meer betaalbare huizen. Eén ding is zeker, als we niets doen, komen die er niet.’

Continue dialoog

‘Gebiedsontwikkeling in deze context en tijd is een enorme puzzel. Die leggen we samen met de inwoners, gemeenten en alle andere belanghebbenden’, vervolgt hij. ‘Samen maken we betere plannen, daar zijn we van overtuigd. Daarom voeren we een continue dialoog met de omgeving, van brede participatiesessies tot individuele gesprekken en alles daar tussenin. Vanaf de start hebben we de omgeving erbij betrokken; niet alleen de omwonenden, gemeenten Groningen en Midden-Groningen, belangenorganisaties als

‘Anders denken en durven doen.’

Plangebied Meerstad

Oppervlakte: 2.500 ha

Totaal aantal woningen: 10.000

Bergings- en recreatiemeer: 350 ha

Bedrijvenpark: 42 netto ha

Looptijd: tot 2050

Foto: ZeemeringMedia

Wensbeeld plangebied

natuur- en landschapsorganisaties, maar ook ondernemers, woningcorporaties en ontwikkelaars.’

Zo is in 2022 het Wensbeeld ontstaan in een openplanproces met de omgeving. Het Wensbeeld is echt het verhaal van de mensen. Of zoals een bewoner het mooi verwoordde: ‘Onze achtertuin gaat veranderen, maar wat fijn dat we al vanaf het begin meegenomen worden in de plannen’.

Jornand voegt hieraan toe: ‘Het is één heel groot verandertraject en veranderen brengt altijd ook een zeker ongemak met zich mee. Om samen daadwerkelijk betere plannen te maken, is het nodig om dat ongemak te benoemen en zelfs te omarmen.’

Ongemak omarmen

‘Dat ongemak speelt op verschillende niveaus. De wereld om ons heen verandert zo snel, dat we bijna dagelijks moeten schakelen. Wat je vandaag bedenkt, kan morgen alweer anders moeten. En dus wordt je verhaal weer (een beetje) anders. In een context waarin veel ogen gericht zijn op wat je doet, is dat best ongemakkelijk.

Onze opdracht is daarin altijd de basis en geeft voor iedereen houvast. Verder nemen we iedereen mee in de ontwikkeling: wat hebben wij in de tussentijd gedaan, hoe hebben we de input van de vorige keer verwerkt en daar komen dus ook vaak gewijzigde inzichten bij omdat de wereld weer is veranderd. Daarbij laten we steeds onaffe tussenproducten zien en dat is spannend. Gesprekspartners zijn dat niet gewend en vertrouwen het niet altijd, maar het tilt wel de plannen naar een hoger niveau. En soms weten wij het ook even niet, maar moeten we toch vooruit.’

‘Wij zeggen: laten we het maar omarmen, al dat ongemak. Durf te zeggen welke bezwaren je ziet, waarom je twijfelt of dat je iets niet weet of dat dingen niet goed gaan. En naar elkaar luisteren, steeds weer. Alleen dan kunnen we samen betere plannen maken! Want anders vervallen we in traditioneel denken en kunnen we duurzaamheid en betaalbaarheid op onze buik schrijven. We willen de leefomgeving van ons allemaal een stukje mooier maken. Dat kost tijd, aandacht, lef en vertrouwen. Niet alleen van ons, maar ook van omwonenden en samenwerkingspartners.

Meerstad 2050

We zijn het verplicht aan de volgende generaties. En we beginnen hier met een leeg weiland, dus als het ergens kan, is het in De Eems! Dat is ook hoe we het aanpakken: positief en enthousiast. Dat verhoogt de kans op succes.’

Innovatieve oplossingen

Lef hebben uit zich ook in het kiezen voor innovatieve oplossingen. Zoals het eerder genoemde schaalvoordeel, maar ook het aanbieden van woningen in de vorm van een zelfbouwpakket of installatiearme woningen.

Een ander mooi voorbeeld van een innovatieve en duurzame oplossing is het gebruik van lisdodde als isolatiemateriaal. Lisdodde heeft een holle steel, houdt goed warmte vast en isoleert daarom goed. ‘Hoe mooi zou het zijn als we in het gebied lisdodde verbouwen om de toekomstige woningen te isoleren. Die huizen hebben dan isolatiemateriaal dat letterlijk 100 meter verderop groeit. Een kortere productieketen kan ik niet bedenken’, vertelt Jornand enthousiast. ‘Nog een voordeel, als je lisdodde verbouwt, moet je de grond natter maken en daarmee ga je ook veenoxidatie tegen. Bovendien neemt lisdodde enorm veel CO2 op. Met de gemeente en de provincie Groningen zijn we nu in overleg om dit van de grond te tillen. Zo stapelen we beleidsambities als transitie van de landbouw met onze ontwikkelopgave.’

Spannend jaar 2025 is een spannend jaar voor Bureau Meerstad. Jornand vertelt waarom: ‘Alle sporen die we de afgelopen tijd tegelijk hebben gelopen, komen nu voor de besluitvorming bij elkaar. De milieueffectrapportage, de stedenbouwkundige raamwerken, de woningbouwprogramma’s, de financiën en de participatie. We doen er alles aan om het zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen. Dat doen we voor al die mensen die een woning zoeken. We zijn ervan overtuigd dat als we het met elkaar willen, dan kan het! We hebben natuurlijk geen glazen bol,

maar onze stip op de horizon is duidelijk. We willen voor het eind van 2025 de eerste paal slaan voor betaalbare en duurzame woningen op een prachtige locatie, dicht bij de stad én bij de rust en het groen van het ommeland’, zegt Jornand stellig.

Participatiesessie voor De Eems in kerkje Middelbert Foto: ZeemeringMedia.

‘De continu veranderende wereld vraagt om innovatieve oplossingen.’

Het blijft spannend of het gaat lukken, maar Jornand is vol vertrouwen: ‘Ons verhaal staat als een huis. We zullen zien wat er volgend jaar van de grond is gekomen, maar hoe mooi zou het zijn als we samen met de bewoners en andere belanghebbenden dit jaar die eerste paal kunnen slaan? Daar knokken we voor!’

Impressie van een deel van de nieuwe stadswijk De Eems. Bron: West 8

Wethouder Hans Haze | gemeente Westerkwartier

“Alleen bouwen waar het kán”

‘Op dit moment zijn wij druk bezig met onze woonplannen. Het is een uitdaging om woningbouwplannen op maat te maken voor al onze 41 dorpen.’ Aan het woord is wethouder Hans Haze. Hij is nu 2,5 jaar wethouder van de gemeente Westerkwartier. Zijn portefeuille bestaat uit Woningbouw, Volkshuisvesting, Huisvesting statushouders, Ruimtelijke ordening en Landbouw. Daarnaast is hij ook dorpswethouder van een achttal dorpen.

“Wij zijn een grote plattelandsgemeente. Qua inwonertal zijn wij na Groningen de grootste gemeente van de provincie. De leefbaarheid, de bereikbaarheid en de voorzieningen in de dorpen en buitengebieden vinden we erg belangrijk.”

Ambitie

“In het coalitieakkoord hebben wij afgesproken om 2.400 woningen in de periode tot 2030 te bouwen. Dat komt neer op 400 woningen per jaar. Deze ambitie is in de huidige markt niet waar te maken. We lopen vertraging op in verband met de gestegen bouwkosten, hoge hypotheekrente, langlopende procedures, krapte op de arbeidsmarkt, invoering omgevingswet, etc. We bouwen nu 200 à 250 woningen per jaar. Toch ben ik tevreden, want dit is qua aard en omvang van onze gemeente een behoorlijk aantal.”

Gas geven

“De overheid is niet altijd even sterk geweest als het economisch wat minder gaat en neemt dan gas terug. Maar je moet -net als in het bedrijfsleven- anticyclisch denken. Dus niet stilstaan als het economisch wat minder gaat, maar juist extra gas geven. Je moet doorgaan met planvorming. Daar zijn we nu druk mee bezig. We hebben een kast vol plannen waarin veel meer denken richting 2040. We zijn als organisatie on the move, dat geeft veel energie.”

“Op dit moment is nieuwbouwwijk Oostindie in Leek bijna klaar en zijn we deel 3 van De Oostergast in Zuidhorn aan het uitrollen. Dat gaat om 200 woningen. De verkoop loopt als een tierelier. Maar we doen ook veel inbreidingsplannen, samen met woningcorporatie Wold & Waard. Bijvoorbeeld in Marum en in plan Delta/ Bosplantsoen in Zevenhuizen komen 20 nieuwe sociale huurwoningen en acht koopwoningen; drie vrijstaand, maar ook vijf betaalbare woningen. Die proberen we te bouwen voor maximaal 3 ton.”

“Een ander mooi voorbeeld is De Nieuwe Gast in Zuidhorn. Aan de rand van nieuwbouwwijk De Oostergast worden 14 woningen gerealiseerd in de vorm van een boerderijwoning op de plaats waar de voormalige “Iwema-boerderij” stond. Het gaat om 10 starterswoningen, 2 gezinswoningen en 2 levensloopgeschikte woningen.”

‘Woningbouw is en blijft een grote uitdaging.’

Woonplannen voor 41 dorpen Westerkwartier bestaat uit 41 dorpen en buurtschappen. Hans: “Voor alle 41 stellen we een woonplan op maat op. De plannen voor de vijf grote kernen en de basisdorpen zijn al klaar. In de kleine dorpen betrekken wij de bewoners bij de inventarisatie. Niemand weet beter waar behoefte is aan woningen en waar je die kunt bouwen dan de inwoners zelf. De betrokkenheid van onze inwoners is erg groot. We moeten natuurlijk weleens nee verkopen, maar we zeggen ook vaak ja of ja, mits. We kijken naar wat er wél kan!”

“Maar laten we eerlijk zijn, overal waar je wil bouwen, heb je te maken met weerstand, met ‘not in my backyard’. Ik ga dan altijd met de bewoners in gesprek. Ik leg uit waarom de locatie is aangewezen als potentiële nieuwbouwlocatie. Ik toon begrip, maar ik wijs er ook op dat, en dat geldt ook voor mij, men zelf ook ooit bij iemand in de achtertuin is gaan wonen. Die ene zin maakt veel duidelijk.”

“De belangrijkste criteria waarop onze woonplannen gebaseerd zijn: Het moet maatschappelijk goed inpasbaar zijn, het mag niet ten koste gaan van het aangezicht van onze dorpen en we gaan voor kwaliteit van bouwen.”

“We hebben de Woondeal ondertekend. Het adagium is “inbreiden vóór uitbreiden”, maar alleen inbreiden kan niet in onze gemeente, we moeten ook naar uitbreidingslocaties kijken. Bijvoorbeeld in Tolbert, daar is men niet blij mee. Ik heb hier het verhaal uitgelegd en beloofd dat we niks met stoom en kokend water doen. We doen alles in overleg, maar het maatschappelijke belang gaat wel voor het individuele belang.”

‘We proberen dicht bij onze inwoners te staan.’

“De woonplannen zijn voor woningbouw, maar vormen ook een blauwdruk voor de voorzieningen en de bereikbaarheid. Wij zijn uniek met onze woonplannen. Andere gemeenten in Groningen en Drenthe vragen zelfs of ze ons format mogen gebruiken, omdat ze zien dat het bij ons werkt. Uiteraard mag dat!”

Programmatische aanpak

“We hebben op moment “maar” 1.400 woningen in de planvoorraad en moeten

er 2.400 realiseren. Daarom pakken we de woningbouwopgave programmatisch aan richting 2040. We hebben plannen genoeg en we lopen voor, maar we moeten een continue bouwstroom krijgen die niet afhankelijk is van de grillen van de economie of de markt. De kunst is er een steady lijn in te krijgen.”

“We hebben heel veel plannen, maar dat voordeel is ook ons nadeel. We hebben te maken met 41 dorpen en kernen. Hugo de Jonge zei: “bouw in elk dorp een straatje erbij, dan moet het makkelijk kunnen”. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Neem bijvoorbeeld Saaksum, een mooi idyllisch dorpje, hier is de kans op nieuwbouw écht nul. We bouwen alleen waar het kán.”

“Sommige plannen ontwikkelen we zelf, andere plaatsen we in de markt. Daar is veel interesse voor, we komen soms handen en voeten te kort. Dan moeten we prioriteren in de plannen en dat is op dit moment een luxeprobleem.”

Meer maatwerk

“Om de doelstelling 2/3 deel betaalbaar wonen bouwen te halen, vertrouwen wij erop dat de overheid met subsidiemogelijkheden komt. Een

De Nieuwe Gast in Zuidhorn

realisatiebijdrage voor elke gemeente. De huidige regelingen zijn incidenteel en gelden alleen voor gemeenten met bouwprojecten groter dan 250 of 500 woningen. Wij bouwen maximaal 200 woningen, dus hebben wij nul kans op subsidie. Dat zou eerlijker verdeeld moeten worden. Er zou meer maatwerk per regio moeten zijn! Geen incidentele, maar een structurele bijdrage van de overheid, zodat we meer zekerheid hebben en sneller stappen kunnen zetten.”

Samenwerking

“De gemeente kan de woningbouwopgave niet alleen oplossen. Samenwerken is essentieel. Wij hebben in onze gemeente maar één woningcorporatie, hier hebben wij een uitstekende relatie mee. Wold & Waard wil tot 2030 550 woningen bouwen, maar zij zitten midden in de verduurzamingsopgave. Zij moeten soms kiezen tussen twee opgaven (verduurzamen en woningbouw). Voor dit jaar staan 100 woningen op de rol en dat is voor onze begrippen veel.”

“Vergeleken met vroeger hebben we veel vaker, eerder en intensiever overleg met de woningcorporatie. Bij elk nieuw plan zitten zij direct bij ons aan tafel, samen met de

gemeente en met de projectontwikkelaar. De grote ontwikkelaars weten ons te vinden. Gelukkig hebben we ook goede contacten met onze lokale aannemers, voor ons hele belangrijke partners.”

Toekomst

“Het is en blijft een grote uitdaging om de gewenste woningaantallen te realiseren. We werken toekomstgericht, we blijven plannen ontwikkelen voor over tien, vijftien jaar. Ik ben tevreden met onze aanpak, maar we mogen niet achterover leunen. We hebben voor de toekomst een mooie basis gelegd hebben voor de woningbouwplannen in het Westerkwartier, maar we zijn nog niet klaar. We moeten aan de bak!”

Infographic Woonplannen

Gemeente Westerkwartier

‘We willen naar een continue bouwstroom van 200 à 400 woningen per jaar.’

Wethouder Rik van Niejenhuis:

“Meters maken in Groningen: 15.000 tot 20.000 woningen in de planning”

Het is een bijzondere maand: de verkoop van De Suikerzijde is net gestart. Eind februari 2025 is bekend of de eerste 200 woningen verkocht zijn. En dit is nog maar de eerste fase. In totaal worden hier 5.000 woningen gebouwd. De Suikerzijde is één van de grootschalige uitbreidingslocaties van de stad. Andere grote woningbouwlocaties die op stapel staan, zijn Meerstad, De Nieuwe Held en Stadshavens. Een rondje langs de velden en plannen met wethouder Rik van Niejenhuis.

Rik van Niejenhuis is sinds juni 2022 wethouder Wonen, Wijken en Ruimtelijke Ontwikkeling in Groningen: ‘Ik vind het enorm leuk, vooral de dynamiek van het werk in combinatie met de maatschappelijke relevantie. Ik ben sterk gemotiveerd om goede keuzes te maken en het tempo erop te houden, zodat we straks tastbare resultaten hebben.’

Als zoon van een aannemer en opgeleid als planoloog loopt de bouw als een rode draad door zijn leven: ‘De bouw heeft altijd mijn interesse gehad’. Als hij vanuit zijn werkkamer in het stadhuis op de Grote Markt naar buiten kijkt, ziet hij de bouwkraan en de werkzaamheden bij het nieuwe centrum voor amateurkunsten Vrijdag. ‘De komende maanden zie ik het gebouw letterlijk van de grond komen, dat vind ik fantastisch.’

Verderop, aan de randen van de stad, gaan de komende maanden en jaren nog veel meer bouwwerkzaamheden van start.

Neem bijvoorbeeld de nieuwe woonwijk

De Nieuwe Held aan de noordwestkant van de stad. De verwachting is dat in 2027 de bouw van in totaal 1.850 woningen start.

Zelf aan het stuur

De wethouder heeft te maken met een uitdagende opgave: ‘De wooncrisis laat zich niet snel oplossen. De grootste

uitdaging is tempo maken. Het is een enorme opgave om snel genoeg te bouwen. Daar werken we met z’n allen hard aan. Maar snel is niet per se goed. Het is lastig om goede én betaalbare woningen voor de toekomst te bouwen. Wel bouwen we bij de grote gebiedsontwikkelingen in alle prijssegmenten. Dat kan, want gemeente Groningen heeft veel grond in eigendom, bijvoorbeeld in De Suikerzijde, Meerstad en De Nieuwe Held.’

‘De wooncrisis los je niet zomaar even op.’

‘Als Groningen houden we ontzettend van publieke regie’, vervolgt Van Niejenhuis. ‘We zitten zelf aan het stuur bij grote gebiedsontwikkelingen, dat maakt vaak een cruciaal verschil. Wij hebben veel invloed op het programma. Zo is onze eis bijvoorbeeld 70% betaalbaar bouwen, want juist daar is behoefte aan!’

‘We kunnen tempo maken door de inzet van zelfstandige bv’s waar wij 100% eigenaar van zijn. Deze bv’s zijn als het ware projectbureaus en kunnen slagvaardig handelen binnen de afgesproken kaders. Zo hebben we

het dan niet over een blokje van 300 woningen, maar over 3.000 woningen in één keer, inclusief alle voorzieningen voor die woningen. In Meerstad bijvoorbeeld komen 8.000 woningen; vanaf 2026 zo’n 500 woningen per jaar.’

‘Wij zijn zichtbaar meters aan het maken.’

Nieuwe stadswijken en parkeeroplossingen ‘Het gaat om 15.000 tot 20.000 woningen die we nu in voorbereiding hebben’, vervolgt Van Niejenhuis. ‘Aan alle kanten van de stad, mensen kunnen dus verhuizen binnen hetzelfde postcodegebied. We zien dat dit vaak de voorkeur heeft.’

‘De grote gebiedsontwikkelingen hebben elk net een ander profiel. De Suikerzijde is stedelijk van opzet, terwijl Meerstad meer landelijk is. Stadshavens is juist heel compact, terwijl in De Nieuwe Held een mix aan woningtypen wordt geboden met vooral rij- en 2-onder-1kap-woningen. In De Nieuwe Held en in Meerstad parkeren bewoners op eigen terrein. In Stadshavens en De Suikerzijde komen op loopafstand van de woningen parkeergebouwen of parkeerhubs boven de grond waar we de auto’s stapelen. In zo’n parkeerverzamelgebouw komen ook voorzieningen, zoals een pakketophaalplek of een huisartsenpraktijk.’

‘Wij zijn één van de weinige steden die vasthoudt aan de eis 70% betaalbaar bouwen.’

De Suikerzijde: mooie mix

De Suikerzijde wordt een combinatie van een stedelijke wijk met veel openbare ruimte en groen. Er komen brede, klimaatadaptieve stadsassen. De Suikerzijde krijgt een eigen station en een grote MBO-campus. Er komen geen aparte bedrijventerreinen, maar kleinschalige bedrijvigheid vestigen zich midden in de woonwijk. ‘Dat zorgt voor meer reuring. Het wordt een mooie mix tussen wonen, werken, recreëren, leren en openbaar vervoer.’

‘Op dit moment wordt de ondergrond voorbereid. Over een paar maanden beginnen we met de bouw van de eerste 730 woningen. Er komen in totaal 5.000 woningen; 30% huur, 40% betaalbare koop, 30% vrije sector. Wij zijn één van de weinige steden die aan deze verdeling vasthoudt.’

Stedelijk wonen in Stadshavens Langs het Eemskanaal, op het voormalig industriegebied, komen meer dan 3.000 woningen en voorzieningen. ‘Hier gaan we de lucht in, naar 7, 8, 9 en op sommige plekken zelfs 10 of meer lagen. Voor Groningse begrippen is dat hoogbouw. Stadshavens grenst aan de hechte Oosterparkwijk, beide wijken willen we met elkaar verbinden. We willen graag dat Stadshavens een verlengstuk wordt van de Oosterparkwijk; bijvoorbeeld dat kinderen uit Stadshavens naar school gaan in de Oosterparkwijk en dat bewoners van de Oosterparkwijk straks gebruik maken van de voorzieningen in Stadshavens.’

De gemeente gaat het hele Stationsgebied de komende 10 tot 15 jaar opnieuw ontwikkelen. ‘Onder de grond, waar eerst het rangeerterrein lag, wordt nu een nieuw station gebouwd. Dat is in 2026 klaar. Erbovenop komen 450-650 woningen en ontstaat een stadswijk met woningen, kantoren en voorzieningen.’

Stadsvernieuwing en energietransitie Behalve voor de grote uitbreidingslocaties

heeft Van Niejenhuis veel aandacht voor stadsvernieuwing. ‘De wijkvernieuwing vindt vooral plaats aan de noordwestkant van de stad. Hier zorgen we voor een kwaliteitsimpuls. Uniek bij de aanpak van de wijkvernieuwing en het versnellen van woningbouw in deze wijken is de strategische samenwerking met de woningbouwcorporaties. De woningbouwcorporaties onderling werken goed samen en ook gunnen ze elkaar wat. Dat is mooi om te zien.’

Om de energietransitie een impuls te geven, worden Paddepoel, Selwerd, Vinkhuizen en Kostverloren door WarmteStad aangesloten op het warmtenet. WarmteStad is het publieke warmtebedrijf van de gemeente. ‘Wij hebben ook een eigen gemeentelijk energiebedrijf opgericht’, vertelt Van Niejenhuis. ‘Hiermee bouwen we bijvoorbeeld op onze eigen grond het zonnepark in Meerstad. De opbrengsten komen terecht in het Fonds EnergieTransitie. Hiermee gaan we mensen met een koopwoning helpen om hun huis te verduurzamen.’

‘Onlangs is het zonnepark in Meerstad vastgesteld, zonder dat er bezwaar en beroep is ingediend. Dat vond ik

verrassend. Het is prachtig om te zien dat mensen het algemeen belang zien, zeker in deze tijd waarin het vaak ieder voor zich is.’

‘Strategische samenwerking met de woningbouwcorporaties bij de aanpak van wijkvernieuwing.’

Vertrouwen in de toekomst

De gemeente heeft volop grote plannen, maar hoe rooskleurig is de bouwtoekomst?

‘Ik ben van nature een optimist, maar het is heel erg ingewikkeld’, nuanceert Van Niejenhuis. ‘We hebben te maken met de stikstofproblematiek, drinkwaterproblematiek en de betaalbaarheid staat onder druk. Maar ik heb goede hoop en vertrouwen dat het ons gaat lukken. Onze ambtenaren gaan er ook helemaal voor. Ze hebben mij al vaak verrast met de mooiste oplossingen die ze verzinnen.’ Stellig besluit hij: ‘Samen zetten we onze schouders eronder. Als gemeente gaan we er echt voor!’

Tine-Loes Hemmes en Bart Pigge | Dura Vermeer:

“Samen bouwen aan een Duurzame Toekomst”

Dura Vermeer is een toonaangevend familiebedrijf in de vastgoed- en bouwsector, met meer dan 160 jaar ervaring. Het bedrijf staat bekend om zijn innovatieve benadering van bouw en vastgoedontwikkeling, waarbij de nadruk ligt op duurzaamheid, maatschappelijke verantwoordelijkheid en langdurige impact. Binnen Dura Vermeer werkt een dynamisch team van professionals samen om de meest vooruitstrevende projecten te realiseren. Het bedrijf heeft een scherpe visie: “Het Goede Doen.” In een gesprek met Tine-Loes Hemmes, directeur Vastgoedontwikkeling, en Bart Pigge, de directievoorzitter van Dura Vermeer Bouw Hengelo, bespreken we hun visie en de werkwijze van het bedrijf.

Het Goede Doen

Dura Vermeer werkt volgens een eigen ontwikkeld kompas, dat vier pijlers van maatschappelijk verantwoord ondernemen vormt: samenleving, aarde, ruimte en technologie. Dit kompas helpt het bedrijf bij het maken van belangrijke keuzes die verder reiken dan de kortetermijnbelangen van een project. “We willen bijdragen aan

de samenleving en de natuur. De projecten die we realiseren moeten langdurig meegaan. Dat vraagt om verantwoordelijk handelen in alles wat we doen,” vertelt Bart Pigge. Deze manier van denken over de vier pijlers stelt Dura Vermeer in staat om projecten te ontwikkelen die niet alleen economisch rendabel zijn, maar ook sociaal en ecologisch verantwoord.

“Hoe kun je iets goeds doen voor mensen zonder afbreuk te doen aan de natuur en zonder dat de kosten de pan uit rijzen?” Deze vraag staat centraal in de projectaanpak van Dura Vermeer. Het project Suikerzijde in Groningen is een prachtig voorbeeld van hoe dit kompas in de praktijk werkt.

Suikerzijde

Suikerzijde is een bijzondere gebiedsontwikkeling in Groningen, waar Dura Vermeer samenwerkt met de gemeente Groningen en twee woningcorporaties, Patrimonium en Nijestee. De ontwikkeling, dat uiteindelijk zo’n 5000 woningen zal omvatten, richt zich op het creëren van een wijk die gezond, verbonden en sociaal is. “Gezond en verbonden leven staat centraal in de wijk, waardoor de zelfredzaamheid van de bewoners bevorderd wordt,” zegt TineLoes Hemmes. Dit alles binnen de visie van een “vijf-generatie-buurt”, waarin diversiteit en cultuur samenkomen. Het project heeft een bijzondere opzet: de woningen worden verdeeld over sociale huur, middenhuur en koop, zodat

een breed scala aan bewoners zich hier kan vestigen. Bovendien is er bijzondere aandacht voor de openbare ruimte, waarbij auto’s in specifieke clusters worden geparkeerd om meer ruimte te geven voor voetgangers en er meer ruimte overblijft voor openbare ruimte. Deze oplossing, die aanvankelijk een uitdaging vormde, zorgt voor minder verkeer in de wijk zonder concessies te doen aan de mobiliteit van bewoners.

‘Wat is mijn cirkel van invloed en wat kan ik doen?’

“Je hebt elkaar nodig om een nieuwe stadswijk op de juiste manier vorm te geven,” benadrukt Bart Pigge. Suikerzijde is een goed voorbeeld van hoe samenwerking tussen diverse partijen het mogelijk maakt om de juiste keuzes te maken en duurzaam te ontwikkelen.

De bouwtak van Dura Vermeer

Naast ontwikkelen is Dura Vermeer ook heel actief in het bouwen, met een breed scala aan projecten in de bestaande- en nieuwbouw. Een recent voorbeeld is de pas gerenoveerde IC voor volwassenen in UMCG, maar ook de bouw van een product-locatie voor de Twentse Kabelfabriek (TKF) in de Eemshaven is een van de succesverhalen.

‘Het mooie aan deze samenwerking is dat het voelt alsof we allen bij één bedrijf werken.’

Dura Vermeer is daarnaast actief in verduurzaming. In samenwerking met corporaties zoals Nijestee en Lefier

versnelt het bedrijf de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Dit gebeurt door middel van efficiënte planning en samenwerking. “Door alles zo efficiënt mogelijk achter elkaar te plannen, kunnen we renovatieprojecten met elkaar verbinden, waardoor we sneller en duurzamer kunnen werken,” vertelt Tine-Loes.

Deze benadering, waarbij projecten als ‘treintjes’ achter elkaar gepland worden, zorgt ervoor dat de verduurzaming in en rondom Groningen versneld wordt, zonder dat er wordt ingeleverd op kwaliteit.

Bouwstroom Noord

Een ander succesvol voorbeeld is Bouwstroom Noord, een unieke samenwerking tussen vijf corporaties (Actium, Lefier, Wold & Waard, Woonconcept en Woonservice) en twee bouwbedrijven (Dura Vermeer en Trebbe). Gezamenlijk hebben de organisaties zich

Suikerzijde

gecommitteerd aan de opgave om in Noord-Nederland voldoende passende sociale woningbouw betaalbaar en beschikbaar te houden. Door kennis, kunde en woningbouwprojecten te bundelen. Het concept is simpel, maar krachtig: “Vanuit gelijkwaardigheid écht samenwerken aan één gezamenlijk doel,” aldus Bart Pigge.

Bouwstroom Noord werkt aan innovatie op het gebied van samenwerking, proces en product, waardoor zowel grote als kleine projecten van vier woningen haalbaar worden. Door projecten te standaardiseren, processen te stroomlijnen en continu te evalueren, slagen we erin om steeds efficiënter te bouwen. Het is erg mooi om te zien dat een aantal gemeenten zich nu ook committeren aan Bouwstroom Noord, om samen te versnellen en de woningnood terug te dringen. Inmiddels is de vijfhonderdste woning opgeleverd en wordt de verlenging én uitbreiding van de samenwerking zelfs onderzocht.

NoorderHorizon

Dura Vermeer is ook actief in de uitbreiding van Zuidhorn, net buiten de stedelijke kern van Groningen. Hier wordt een gebied met grondgebonden woningen ontwikkeld, waarbij net als in Suikerzijde de nadruk ligt op diversiteit en het bedienen van een breed scala aan doelgroepen. De bouw zal in maart van dit jaar starten. Ook hier worden zowel huurals koopwoningen gerealiseerd.

De vraag naar nieuwe woningen in Groningen is groot, en de aanpak van Dura Vermeer speelt in op deze behoefte. Bart: “Groningen is een prettige werkomgeving, er heerst een no-nonsense cultuur en men gooit echt nog zijn schouders eronder.” Dit maakt de regio een uitstekende plek voor nieuwe ontwikkelingen en uitbreiding van het woningaanbod.

De Geel-Groene Cultuur: Ruimte voor groei

Dura Vermeer is niet alleen trots op de projecten die het bedrijf realiseert, maar

ook op de cultuur die binnen het bedrijf heerst. “Het lijkt een grote club, maar intern heerst het gevoel van een lokaal bedrijf,” wordt gezegd door collega’s. De cultuur bij dit familiebedrijf, zorgt voor een hechte werkomgeving, waarin nieuwe ideeën en talenten de ruimte krijgen om te groeien. Het bedrijf is actief in alle segmenten van de vastgoeden bouwsector, wat zorgt voor veel groeiperspectief en uitdaging voor de medewerkers.

Er is altijd ruimte voor nieuwe mensen bij Dura Vermeer. Met de enorme variëteit aan projecten en het streven naar innovatie, biedt het bedrijf talloze mogelijkheden voor nieuwe collega’s die zich willen ontwikkelen in een dynamische en impactvolle werkomgeving.

NoorderHorizon

‘We zijn altijd op zoek naar mensen die passen binnen onze geel-groene club.’

Meer weten? www.duravermeer.nl

Thekla Baron, Arjan Lamberink en Anita Timmer

Lamberink Makelaars & Adviseurs:

“Wij gaan voor de klant achter het pand”

‘Onze klanten willen graag een pasklare oplossing en wij willen ze hierbij helpen.’ Aan het woord is Arjan Lamberink. Hij is directeur bij Lamberink Nieuwbouwmakelaars, onderdeel van Lamberink Makelaars & Adviseurs. Het familiebedrijf bestaat al meer dan 35 jaar en is marktleider in Noord-Nederland. Met 80 medewerkers vanuit 10 vestigingen biedt het allround kantoor het gemak van alles onder één dak op het gebied van wonen, bedrijfshuisvesting, taxaties, nieuwbouw, consultancy, hypotheken en verzekeringen.

Makelaar en taxateur Thekla Baron vertelt: ‘Wij gaan voor de klant achter het pand. Wij vinden het belangrijk om de woonwens van de consument zo goed mogelijk inzichtelijk hebben. Pas als we die voor ogen hebben, kunnen we de klant goed van dienst zijn. Het belang van onze klant staat al 38 jaar op nummer 1.’

Nieuwbouwspecialist Anita Timmer voegt toe: ‘Wij bieden onze klanten een ‘one stop’-shop. Van aankoop en verkoop tot en met het inrichten van de woning en tuinaanleg. Dit laatste valt onder ons label WoonGereed. Omdat wij het belangrijk vinden onze dienstverlening te verbreden, hebben wij dit label een upgrade gegeven. Behalve voor nieuwbouwwoningen maken wij nu ook bestaande woningen ‘verhuisklaar’ voor verkopers en kopers.’

Uniek dashboard

Arjan Lamberink: ‘Wij zijn aangesloten bij Dynamis, een overkoepelende organisatie met 13 vastgoedpartners voor o.a. onderzoek, advies en kennisdeling. Samen hebben wij een landelijke database gebouwd voor inzichten in de markt op doelgroepniveau. Hiermee kunnen we heel specifiek de actuele vraag en woonbehoefte in beeld brengen voor onze opdrachtgevers.’

‘Het afgelopen jaar hebben we dit dashboard verder verdiept en gefinetuned met nieuwe tools en data. We kunnen onze opdrachtgevers nu realtime inzicht geven in de relevante data van meer dan 8 miljoen huishoudens. Met dit unieke dashboard kunnen we onze partners en opdrachtgevers nog beter adviseren en nog meer van toegevoegde waarde zijn voor de hele keten.’

Consultancy en marktadvies Lamberink wordt regelmatig benaderd door overheden en marktpartijen voor marktanalyses, prijsadviezen of bijvoorbeeld om mee te denken in CPOinitiatieven. CPO staat voor collectief particulier opdrachtgeverschap. CPO is een

belangrijke pijler onder de Omgevingswet. De rijksoverheid stelt dat het wenselijk is om bij nieuwbouwprojecten een bepaald percentage in een CPO-constructie te doen.

‘Wij helpen gemeenten hierbij met procesondersteuning, ontwerp en wanneer gewenst in de realisatie. Het is belangrijk dat deze lokale, kleinschalige initiatieven ook de ruimte krijgen. Het zit ‘m in de mix, in een goede balans zijn tussen de seriematige woningbouw en de individuele woningbouw. Wij zijn betrokken bij verschillende succesvolle CPOinitiatieven. Met succesvol bedoel ik dat de initiatiefnemers succesvol zijn, niet wij. Wij faciliteren alleen maar’, lacht Arjan.

‘Wij bieden onze klanten een ‘one stop’-shop.’

Pijnlijke spagaat

‘Het lokale nieuwbouwaanbod begint toe te nemen. De markt komt los, dat is positief’, stelt Arjan. ‘Maar wij hebben onze zorgen over de betaalbaarheid en de koopbereidheid. De uitdagingen worden steeds groter. De prijzen op de woningmarkt blijven stijgen zolang het woningaanbod beperkt blijft, de hypotheekrente enigszins stabiel blijft en de lonen blijven stijgen. Maar daar zit een limiet aan doordat de huizenprijzen veel te snel stijgen, de spagaat tussen vraag en aanbod is wel heel erg pijnlijk aan het worden. Dat is mijn zorg voor de toekomst. Hoe ver kan het elastiek nog rekken? Het is heel belangrijk dat beleidsmakers en marktpartijen echt goed kijken naar hoe ze het aanbod zo vraaggestuurd mogelijk krijgen.’

‘Het prijsplafond begint hier en daar te knijpen, dat is een feit. Dat komt door de optelsom van de grondexploitatie en de bouwkosten. Het wordt steeds

uitdagender. Niet alleen de betaalbaarheid staat onder druk, maar we zien ook dat de koopbereidheid in bepaalde regio’s onder druk komt te staan. Dat zien we vooral bij gezinnen. Zij zijn terughoudend door de hoge kosten van verhuizen naar nieuwbouw en we merken dat ze steeds vaker hun kansen afwachten op de bestaande huizenmarkt.’

Toegevoegde waarde

‘De makelaar heeft nog steeds toegevoegde waarde in de huidige hectiek op de woningmarkt’, zegt Anita. ‘We zien dat mensen twijfelen of ze er verstandig aan doen om een woning te kopen die pas over twee jaar gebouwd gaat worden. Is het dat risico waard? Wat doet het overbruggingskrediet met onze maandelijkse lasten? Blijft de woningmarkt op stoom? Hoe zit het met de waarde van de eigen woning? Wanneer moeten we de eigen woning verkopen? Deze vragen vergen een zorgvuldige beantwoording.’

‘Wij opereren als makelaars dagelijks in de haarvaten van de markt. Wij kennen de lokale markt goed. Het is belangrijk om vraag en aanbod op de juiste manier aan elkaar te koppelen, om de juiste klant voor de juiste woning te vinden. In die rol vervullen wij als makelaar nog steeds een belangrijke sleutelpositie, zowel voor onze klanten als voor onze opdrachtgevers.’

Nieuwbouwspecialist

Lamberink is een van de grootste nieuwbouwspecialisten van het Noorden. Thekla verteld: ‘Wij hebben een groot gespecialiseerd nieuwbouwteam en werken vanuit een van de grootste en meest fijnmazige netwerken van Noord-Nederland. Ons team bestaat uit elf nieuwbouwspecialisten die dag in dag uit fulltime bezig zijn met nieuwbouwadvisering, de verkoop van nieuwbouw en de bijbehorende marketing.’

‘Wij zijn betrokken bij verschillende projecten in Groningen, bijvoorbeeld in

Arjan Lamberink
Anita Timmer

Meerstad. Dat gaat goed, het trekt nu aan! Wij hebben net 50 woningen verkocht van plan De Driehoek voor BPD. Dat ging behoorlijk vlot, er zijn nog maar een paar woningen beschikbaar. Het ging soepel, zeker vergeleken bij andere projecten. De vraag neemt ondertussen alleen maar toe, waardoor de prijzen ook verder doorstijgen. Deze zijn echter nog steeds marktconform te noemen.

Wij zijn ook betrokken bij de voorbereidingen van De Eems, de nieuwe wijk langs het Eemskanaal in Meerstad en bij de verkoop van circa 600 woningen die nog in de pijplijn zitten in Meerstad.”

Superontwikkelingen

Behalve Meerstad wordt ook de nieuwe woonwijk De Nieuwe Held aan de noordwestelijke kant van de stad Groningen ontwikkeld. Hier komen in totaal 1.850 woningen.

Anita: ‘Ook bij dit project zijn wij als verkopende makelaar betrokken. De verwachting is dat we de verkoop medio 2026 gaan voorbereiden. Onze vennoot Luit Tebbens Torringa is al 25 jaar betrokken als makelaar bij de voorbereidingen van De Nieuwe Held.’

Thekla voegt toe: ‘We zijn blij dat het project nu op de markt komt. Het is een enorme prestatie van de ontwikkelaars dat ze er samen met de gemeente uit zijn gekomen. Nu komt het project in een stroomversnelling.

De krapte op de woningmarkt is enorm in de stad. De Nieuwe Held is een mooie toevoeging om die krapte te dempen. We hopen dat hiermee de huidige verhitte woningmarkt iets zal afkoelen. Het is geweldig dat dit soort projecten op de markt komen. Samen met de andere grote nieuwbouwlocaties als Meerstad en De Suikerzijde zijn dit natuurlijk superontwikkelingen.’

‘Laat beleidsmakers en marktpartijen kijken naar een zo vraaggestuurd mogelijk aanbod.’

Ondanks zijn zorgen over betaalbaarheid en koopbereidheid, ziet Arjan zeker ook positieve ontwikkelingen: ‘We zien in de hele regio dat het nieuwbouwaanbod begint toe te nemen. Wanneer je woningzoeker bent, dan kan het uiteraard allemaal niet snel genoeg, maar er zit echt heel veel in de pijplijn. Dat is goed voor de woningmarkt, goed voor de doorstroming en goed om de enorme prijsontwikkelingen te dempen. Wanneer overheden snelheid kunnen gaan maken in besluitvorming en procedures, dan krijgen we de trein uiteindelijk hopelijk voldoende op snelheid’, besluit Arjan.

Thekla Baron
Wouter
“De Nieuwe Held: buiten leven in de stad”
van Drie en Richard Cornelis:

De Nieuwe Held, de nieuwe groene woonwijk aan de noordwestkant van de stad, komt snel dichterbij. Over twee à drie jaar start de bouw van de eerste van in totaal 1850 woningen. Richard Cornelis, senior projectmanager bij de gemeente Groningen en Wouter van Drie, adjunct directeur gebiedsontwikkeling bij Roosdom Tijhuis en aanspreekpunt van marktpartij Groninger Projecten CV, blikken in een tweegesprek terug, maar vooral vooruit.

De Nieuwe Held vormt het ontbrekende deel van het grotere plan De Helden aan de noordwestkant van de stad. Het plangebied, tussen Gravenburg en De Held, beslaat een oppervlak van zo’n 100 hectare. Behalve woningbouw en voorzieningen worden ook de infrastructuur en de water- en groenstructuur ontwikkeld. Gemeente Groningen voert dit uit samen met de marktpartij Groninger Projecten CV (GPCV). GPCV is een samenwerkingsverband sinds de jaren ’90 tussen de bouwbedrijven PlegtVos, Droste Bouwgroep, BPD Ontwikkeling en Roosdom Tijhuis. Gemeente Groningen en GPCV hebben ieder ongeveer de helft van de grond in eigendom. Omdat de partijen één entiteit vormen, heeft dit als voordeel dat de gemeente maar met één partij te maken heeft.

Lange historie

De ontwikkeling van De Nieuwe Held kent een lange historie. Het eerste plan stamt uit 2005. De partijen waren het lange tijd fundamenteel oneens over de uitvoering van een aantal afspraken. Het plan verdween in de ijskast. Na jaren van hobbels, waait er nu echter weer een frisse wind.

Sinds 2019 werken Richard Cornelis en Wouter van Drie intensief samen aan De Nieuwe Held. ‘Toen hebben we de banden weer aangehaald’, blikt Wouter terug. ‘We besloten de historische discussie te parkeren en te kijken of we samen een nieuw plan konden maken met nieuwe samenwerkingsafspraken.’

Richard vult aan: ‘Dit proces had twee sporen. Aan de ene kant een inhoudelijk spoor om tot een nieuw plan te komen. En aan de andere kant een spoor om tot een nieuwe samenwerking te komen. Wie doet wat? Hoe werken we samen? Welke

verplichtingen gaan we voor de lange termijn aan? Deze twee sporen liepen synchroon en daar hebben we de afgelopen jaren veel stappen in gezet. Begin 2024 is het akkoord op hoofdlijnen voor De Nieuwe Held ondertekend. Dit is een belangrijke stap om tot de ontwikkeling en realisatie van de nieuwe woonwijk te komen.’

‘We hebben iets moois neergezet’

Wouter: ‘Er is iets moois ontstaan. Overigens zonder onszelf op de borst te kloppen.’

Richard: ‘Ja, want wij zijn ook maar een radertje in het geheel. Wouter stuurt het namens de marktpartij aan en ik namens de gemeente, maar er zijn veel meer mensen van beide partijen bij betrokken. We hebben binnen de gemeente veel disciplines in huis. Het ontwerpteam -met o.a. specialisten op het gebied van stedenbouwkunde, landschap, ecologie, water, verkeer- speelt een prominente rol.’

Sfeerimpressie

De Nieuwe Held

Beeld: Gemeente Groningen / Specht architecten

Vogelvluchtimpressie

Beeld: Gemeente

Groningen / Specht architecten

I ntensieve samenwerking

Wouter: ‘Het bijzondere aan het proces van de afgelopen jaren is dat we het echt samen hebben gedaan. Er was gezamenlijk opdrachtgeverschap. We hebben samen de opstart gedaan, de partijen geselecteerd, de stedenbouwkundige gesprekken gevoerd en de participatie opgepakt. We hebben echt samen als één projectteam de ontwikkeling getrokken.’

‘Het plan staat als een huis.’

Richard: ‘Goed samenwerken begint met elkaar vertrouwen en respect hebben voor elkaars belangen. Het helpt dat je samen opdrachtgever bent en dat je er samen verantwoordelijk voor bent. We hebben hetzelfde doel, maar wel met elk verschillende belangen. Je moet elkaars belang inzien en samen kijken hoe je die verschillende belangen vorm en inhoud kunt geven. Het kost tijd voordat je tot de juiste set van afspraken komt.’

Goede balans

Richard: ‘We hebben afgesproken dat we ons richten op waar we goed in zijn en waar we verantwoordelijk voor zijn. De gemeente doet de totale gebiedsontwikkeling, maakt het gebied bouw- en woonrijp en levert de kavels op. De marktpartijen brengen hun kennis van gebiedsontwikkeling in en doen de realisatie van het merendeel van de woningen. En het mooie is dat de kennis en kunde al vanaf het begin aan tafel zitten. Zo hebben we een heel krachtig plan kunnen maken. Wij hebben elkaar keihard nodig om de woningbouw te realiseren, want het is een complexe puzzel. Aan de ene kant hebben we de ambitie om woningen te realiseren voor verschillende doelgroepen, waarvan ook een groot deel in het betaalbare segment. Aan de andere kant het leveren van kwaliteit op woningniveau, maar ook in de openbare ruimte. Dat moet wel in evenwicht zijn.’

Wouter: ‘We hebben pittige gesprekken gevoerd om een financieel raamwerk vast te kunnen stellen waarbinnen we kwaliteit kunnen leveren én passende woningen

voor specifieke doelgroepen. We hebben hierin een goede balans gevonden. Een goed plan maak je tot het eind samen en uiteindelijk hebben we hetzelfde doel: het realiseren van een mooie woonwijk waar mensen jarenlang met veel plezier wonen.’

De markt bepaalt

Beide partijen hebben nu het gevoel dat de basis er ligt om tot ontwikkeling van het plan te komen. Richard: ‘We realiseren ons dat het een langdurige samenwerking is, want het kost tien tot vijftien jaar voordat het plan gerealiseerd is.’ Wouter beaamt dat: ‘Het stopt niet bij het zetten van de handtekeningen. Dan begint het eigenlijk pas.’

Richard: ‘We hebben ook niet de illusie dat alles in detail vastgelegd moet worden. In de komende tien tot vijftien jaar gaat de markt ook weer veranderen.’ Wouter: ‘We stellen nu de kaders vast waarbinnen we de ontwikkeling vorm en inhoud gaan geven. De markt bepaalt uiteindelijk wat we gaan doen. Het gaat om vraag en aanbod, maar je ziet de laatste jaren ook een verschuiving in doelgroepen. Voor

wie gaan we ontwikkelen? Ook vergrijzing speelt een grote rol. Daarnaast zit er een gigantisch gat tussen een starter die op de trein van de woningmarkt wil springen en iemand die al op die trein zit. Dit zijn vraagstukken waar je als overheid en als marktpartij goed moet kijken naar hoe je de verschillende doelgroepen kunt bedienen.’

Markt continu in beweging

Wouter vervolgt: ‘De markt is altijd in ontwikkeling en beweging geweest. Begin deze eeuw hadden we de aanjaagteams voor woningbouwversnelling. Rond 2010 hadden we de herbestemmingsteams die de bestemmingsplannen moesten terugprogrammeren, want we hadden te maken met krimp. En nu, met de woondeals, hebben we de aanjaagteams weer terug. Alleen zit er nu wat meer druk op de woningmarkt dan in het verleden.’

‘De komende jaren blijft de markt in beweging. Daarom is het belangrijk om nu stevige kaders vast te stellen waarbinnen we kunnen bewegen. Het stedenbouwkundig plan staat als een huis. De kaders liggen vast, maar we zijn nog

Geografisch kaart

Beeld: Gemeente Groningen

niet op de millimeter aan het tekenen. De exacte invulling volgt later. Zo kiezen we bij wijze van spreken over acht jaar op woningniveau of we een starterswoning of een levensloopbestendige woning gaan bouwen. Die wijsheid hebben we nu nog niet in pacht’, vertelt Wouter.

Richard: ‘Nee, maar we hebben wel veel vertrouwen in het stedenbouwkundig kader dat er nu ligt. Het kader geeft aan wat de hoofdstructuur wordt. Per deelplan gaan we kijken welk woonprogramma gerealiseerd wordt.’

Nieuw hart creëren

Richard: ‘De gemeente heeft nu een ander ambitieniveau dan tien tot vijftien jaar geleden. We kijken nu wezenlijk anders naar woningbouw, ook op deze plek. Nu kiezen we voor een robuuste groenblauwe structuur. We zijn veel bewuster bezig met fietsers en voetgangers. We richten ons op leefstraten in plaats van op autostraten. De auto is niet langer dominant.’

‘Ook hebben we nu een andere visie op het voorzieningenniveau. In het verleden hadden we het over een plan zonder voorzieningen; alleen een school en

een hele groene wijk. Wat ik een mooie, passende term vind, is: buiten leven in de stad.’

Groningen / Specht architecten openbare ruimte. De bewoners waren voor de overige voorzieningen aangewezen op de andere wijken. Nu willen we een nieuw hart creëren voor de wijk met commerciële voorzieningen als een supermarkt. We proberen nu veel meer aan de voorkant na te denken over voorzieningen als een gezondheidscentrum, een sportpark en mogelijk een buurthuis. Dat zijn de voorzieningen die een wijk maken.’

Groene wijk

Richard: ‘Samen zijn we nu het positioneringsplan aan het optuigen. Welk karakter krijgt de nieuwe wijk? Het wordt

Wouter: ‘Iedere woning heeft ook een adres aan het groen.’ Richard vult aan: ‘Het zijn veelal grondgebonden woningen met een eigen tuin, maar daarnaast is er in de hele wijk groene ruimte. Die groene ruimte wordt beleefbaar; je kunt er wandelen, buitenspelen, hardlopen, fietsen, etc.’

Wouter: ‘We voegen een groot wijkpark toe waarmee we de bestaande groenstructuren van de omliggende wijken verbinden.’

Sfeerimpressie De Nieuwe

Held

Beeld: Gemeente

Sfeerimpressie

De Nieuwe Held

Beeld: Gemeente

Groningen / Specht architecten

Richard: ‘De wijk krijgt een wierdenstructuur. We creëren ruim 15 wierden; buurtjes of hofjes met centraal groen. Het creëren van een hart voor de wijk is natuurlijk meer dan alleen voorzieningen realiseren. Het hart krijgt ook een functie als ontmoetplek.’

‘Ook voor de omliggende wijken voegen we veel voorzieningen toe.’

woningen komen er in De Nieuwe Held? Richard: ‘Er komen koop- én huurwoningen in verschillende soorten; rijwoningen, twee-onder-één-kapwoningen, vrijstaande woningen en appartementen. De gemeente zet nu meer in op sociale huur en betaalbare woningen. Daarmee wordt De Nieuwe Held een gemêleerde wijk, met een goede balans om alle doelgroepen te bedienen. We gaan een mooie mix realiseren van 30% sociale woningbouw, 20% betaalbare woningbouw en 50% vrije sector.’

Voor de sociale woningbouw is er een nauwe samenwerking met drie Groningse woningbouwcorporaties. Wouter: ‘De woningbouwcorporaties Lefier, De Huismeesters en Patrimonium zitten al vanaf een vroeg moment aan tafel en zijn aan de voorkant betrokken bij vragen als: Welke behoeften zien jullie? Wat willen jullie realiseren in deze wijk? Wat past in jullie opgave voor dit gebied? Lefier gaat het grootste deel van de sociale woningbouw realiseren en is ons eerste aanspreekpunt.’

Richard Cornelis en Wouter van Drie

Wouter haakt daar op in: ‘Daarmee ontstaat de sociale cohesie en, zoals we dat in Twente zeggen, naoberschap.’ Richard lacht: ‘Het wordt zeker geen monotone wijk met alleen maar woningen.’

Mooie mix

Over woningen gesproken, welke typen

Voor starters en doorstromers Tegenwoordig draait het bij woningbouw vaak om betaalbaarheid. Is het niet beter die term te nuanceren en in plaats van over betaalbaar te spreken over haalbaar voor de doelgroep? Richard: ‘Het draait natuurlijk om de vraag waar behoefte aan is, maar het is een lastige zoektocht om het passend voor elke doelgroep te krijgen. Voor wie bouw je? Voor de doorstromer of voor de starter? Of voor beiden? De Nieuwe Held biedt zowel woningen voor starters als voor doorstromers.’

Wouter voegt hieraan toe: ‘De rijksoverheid legt heel erg de focus op betaalbaarheid, vooral aan de onderkant van de markt, in plaats van op doorstroming. Terwijl doorstroming juist ook de starters helpt.’ ‘Ja’, knikt Richard, ‘Hoe duurder de woning die je verkoopt, hoe meer verhuisbewegingen er achter weg komen. Er komt namelijk een verhuistreintje op gang. Met het realiseren van een vrije sector woning bedien je dus ook de starter. Hierop anticiperen wij bij De Nieuwe Held.’

In gesprek met omgeving ‘Een belangrijke vraag binnen onze opgave is: Hoe passen we alles zorgvuldig in?’, vertelt Richard. ‘Wij zijn al heel lang bezig met de participatie en de communicatie met de omgeving en de belanghebbenden. Er is veel waardering voor het plan dat er nu ligt, maar sommige mensen zijn ook sceptisch. Met hen hebben we gesprekken en leggen we uit waarom welke keuzes gemaakt zijn. We luisteren naar de reacties van de omgeving en kijken of we breed gedragen standpunten in het plan kunnen inpassen.’

Wouter: ‘Elke gebiedsontwikkeling heeft gevolgen voor omwonenden. Dat is niet te voorkomen. Maar tot nu toe is het hier gelukt om goed invulling te geven aan alle belangen.’ Richard knikt: ‘Wat natuurlijk meespeelt, is dat we ook voor de omliggende wijken heel veel toevoegen, zoals een wijkpark, een nieuw sportpark en een voorzieningencentrum.’

De Nieuwe Held is één van de vier grote ontwikkelingsgebieden naast Meerstad, De Suikerzijde en Stadshavens. ‘De Suikerzijde en Stadshavens hebben een stedelijk karakter en Meerstad is meer landelijk van opzet. De Nieuwe Held is echt complementair. Ook merken we dat belangstellenden voor De Nieuwe Held vooral aan de westkant van de stad wonen en daarop georiënteerd zijn. Er is geen concurrentie tussen de nieuwe wijken, dat is mijn stellige overtuiging’, zegt Richard.

Realistische planning

Wouter: ‘Met de stedenbouwkundige visie van Bureau Culd uit 2022 is de basis gelegd voor het plan De Nieuwe Held. Wij hebben dit plan de afgelopen jaren verder uitgewerkt en vertaald naar een stedenbouwkundig kader. Nu zijn we bezig met de uitwerking van het stedenbouwkundig plan voor de eerste fase, zodat we over twee jaar kunnen gaan bouwen.’

Richard: ‘In 2027 beginnen we hopelijk met de eerste woningen. Onze ambitie is om

150 tot 200 woningen per jaar te realiseren. Hier kunnen we flexibel in zijn en afhankelijk van de marktomstandigheden temporiseren of juist opschalen.’ Wouter: ‘Maar wel binnen de mogelijkheden die we hebben. We hebben te maken met vergunningprocedures en de omgevingswet.’ Richard: ‘De realiteit is dat we met die grenzen te maken hebben. Fasering is daarom nodig, dan is 150 tot 200 woningen per jaar een realistisch scenario.’

Sfeerimpressie

De Nieuwe Held

Beeld: Gemeente

Groningen / Specht architecten

‘De markt bepaalt uiteindelijk wat we gaan doen.’

Positieve vibe

Het is nu tijd om van een plan op papier naar de uitvoering te gaan. Wouter: ‘Als team zijn we trots op wat we samen bereikt hebben. Er ligt nu een heel goed plan. Dat ervaren we beiden zo.’

Richard is ook trots op het plan: ‘Het plan is doordacht en zit goed in elkaar. De uitdaging is nu om het in uitvoering te krijgen. De behoefte in onze organisatie is er om de stap te maken naar een concreet uitgewerkt plan. Het gaat nu pas écht beginnen. We hebben er zin in, je ziet bij iedereen de positieve vibe.

Michiel Roelfsema, Lena Zijlstra en John Vleugel In gesprek met de specialisten van Brink:

“Van

uitdagingencomplexenaar werkbare oplossingen”

Brink is geen doorsnee management en adviesbureau. Wie met hen samenwerkt, ontdekt al snel dat ze geen standaardoplossingen aandragen, maar liever de vraag achter de vraag ontrafelen. Vanuit een integrale aanpak duiken ze in complexe bouw- infra- en vastgoedvraagstukken en brengen overzicht, structuur en uitvoerbare plannen. Met 285 experts in heel Nederland, en sinds tien jaar ook vanuit een vestiging in Groningen.

En daar gebeurt veel: van aanbestedingsstrategieën tot de verduurzaming van vastgoed en de ontwikkeling van grootschalige woningbouwopgaven. Hoe dat er in de praktijk aan toegaat? Daar praten John Vleugel, Michiel Roelfsema en Lena Zijlstra ons graag over bij.

Hoe complexer, hoe beter “Vaak komen wij in het proces als de opdrachtgever zegt: help, ik weet het echt niet meer”, trapt Zijlstra, specialist in procesadvisering, contracten en aanbesteden, af. “Dat is niet erg, integendeel: wij houden van complex. Juist in die situaties excelleren we.” Haar collega Roelfsema, aanbestedingsdeskundige en contractspecialist, vult aan: “We zien vaak dat een klant met een vraag komt, maar dat dit eigenlijk niet de kern van hun probleem is. Wij helpen de vraag achter de vraag te achterhalen en te komen tot een oplossing voor de kern van het probleem.”

Zo kan een opdrachtgever de wens hebben voor nieuwbouw of uitbreiding van een bestaand gebouw, terwijl hij eigenlijk gebaat is bij efficiënter gebruik van zijn huidige vastgoed. “Door de vraag achter de vraag bloot te leggen en strategisch naar de opgave te kijken, voorkomen we onnodige investeringen en creëren we duurzamere oplossingen voor de lange termijn. En voor elk vraagstuk hebben we een specialist beschikbaar. Dus als de vraag verandert, verandert het betrokken team mee!”

Brink is breed inzetbaar, van gebiedsontwikkeling, nieuwbouw en renovatie tot vastgoedstrategie en procesoptimalisatie. “Wat ons onderscheidt”, vervolgt Roelfsema, “is onze integrale aanpak. We verbinden alle facetten van de gebouwde omgeving. Zo denken we niet alleen

strategisch mee, maar kunnen we ook de uitvoering begeleiden. Dat betekent dat we naast beleidsadviezen ook aanbestedingen regelen, contracten uitonderhandelen en projecten in goede banen leiden.”

Altijd wel een oplossing

“Die integrale kracht zie je terug in de samenstelling van ons team”, vervolgt Vleugel, proces- en projectmanager. “We zijn denkers én doeners, met bouwkundigen, bedrijfskundigen, maar ook verandermanagers en data-analisten, die samen het grote geheel overzien. Door deze mix kunnen we in vrijwel iedere fase van een project waarde toevoegen.”

Brink blijft groeien en ontwikkelen, gedreven door een ambitie om integraal bij te dragen aan maatschappelijke opgaven in de gebouwde omgeving. “We zeggen niet snel nee tegen een vraagstuk”, zegt Vleugel. “Als een uitdaging zich voordoet, benaderen we deze vanuit meerdere perspectieven en we brengen onze diverse expertises samen. Deze aanpak is essentieel”, benadrukt hij. “We werken bijvoorbeeld veel in stedelijke gebieden, met complexe technische uitdagingen en steeds meer stakeholders. Dat vraagt om meer dan alleen projectmanagement. Door verbindingen te leggen tussen disciplines kunnen we werken aan toekomstbestendige oplossingen.”

‘Geen vraag is te ingewikkeld: hoe complexer, hoe beter.’ - Lena Zijlstra
‘We denken strategisch mee én begeleiden de uitvoering.’ - Michiel Roelfsema

Innovatie in het DNA

Al sinds de oprichting van Brink in 1972 loopt innovatie als een rode draad door de organisatie. Kan het nog slimmer, nog efficiënter, nog effectiever? “Met Digitale Vastgoedogen kunnen we met

behulp van AI op basis van beelddata en kadastergegevens inschatten hoeveel onderhoud een gebouw nodig heeft, zonder overal fysiek langs te gaan”, vertelt Roelfsema. “Hiermee bieden we corporaties gedetailleerd inzicht in de actuele staat van hun bezit, waardoor zij onderbouwde beslissingen kunnen nemen over onderhoudsprioriteiten.”

Daarnaast helpt Brink gemeentes en corporaties met datagedreven verduurzaming van hun vastgoed-portefeuille. “Met onze dashboards kunnen ze direct zien wat de impact is van verduurzaming, bijvoorbeeld op scholen of wijken. Dit maakt strategische keuzes veel eenvoudiger.” Een andere onderscheidende tool is het rekenmodel voor de gemeente Eindhoven, dat helpt om op een dynamische manier te voorspellen hoe de bevolkingsopbouw zich de komende jaren gaat ontwikkelen.

Woonbedrijf als antwoord op aardbevingsproblematiek

De aardbevingsproblematiek in Groningen maakte veel woningen onverkoopbaar en liet bewoners vastzitten. Brink is hier sinds 2015 betrokken door het ontwikkelen van een woningmarktinstrument (Koopinstrument) en het aankopen, beheren en verkopen van woningen vanuit stichting Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen. Woonbedrijf, in de volksmond.

Vleugel, actief als assetmanager voor het Woonbedrijf, omschrijft het als volgt: “We ondersteunen en adviseren het bestuur over de portefeuillestrategie, beheren de portefeuille, kopen woningen op, zetten ze in als wisselwoning, verkopen ze opnieuw of slopen ze indien nodig. Van huis uit zijn we natuurlijk bouwers, geen slopers. Maar als het moet, bedenken we een oplossing.”

Het Woonbedrijf speelt een actieve rol in het stabiliseren van de woningmarkt. “In zes jaar tijd hebben we 200 woningen gekocht, waarvan een deel weer is afgestoten. Momenteel beheren we er 40. Niet om te handelen, maar om de woningmarkt in

Concept van Bouwbedrijven Jongen voor Bouwstroom Limburg (2024)
Concept van Bouwbedrijven Jongen voor Bouwstroom Limburg (2024)

beweging te houden en vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen en bewoners weer vertrouwen en perspectief te geven. Dat maatschappelijke aspect vinden wij belangrijk in onze projecten.”

Op grote schaal woningen inkopen via het bouwstroommodel Als de innovatie érgens zichtbaar is, dan is het wel in het bouwstroommodel van Brink. Dit innovatieve aanbestedingsmodel laat corporaties gezamenlijk grootschalig conceptuele woningen inkopen, waardoor per bouwstroom 1500 tot 2000 woningen worden gerealiseerd. “Door schaalvoordelen besparen corporaties vaak 10 tot 15 procent op bouwkosten”, zegt Roelfsema. “Soms betekent dat: je betaalt voor vijf woningen, maar krijgt er zes.”

Bouwstromen zorgen niet alleen voor sneller en goedkoper bouwen, maar bieden ook meer voorspelbaarheid. “Corporaties weten vooraf waar ze aan toe zijn”, zegt Roelfsema. “Ze hoeven niet telkens opnieuw aanbestedingen uit te zetten en krijgen de woningen geleverd volgens een beproefd model.” Bovendien kunnen duurzaamheidseisen direct worden geïntegreerd of als standaard optie worden uitgevraagd. Op deze manier hoeven corporaties in een later stadium aanvullende duurzaamheidseisen niet meer apart te regelen. “Bij Bouwstroom Oost voldoen de woningen standaard aan strengere duurzaamheidseisen.”

Een veelgehoorde zorg is dat conceptuele woningbouw eentonig zou zijn, maar volgens Zijlstra is dat een misvatting. “Welstandscommissies denken soms: ‘Oh nee, conceptuele woningen,’ maar als ze de mogelijkheden qua architectuur zien, zijn ze vaak positief verrast. De toepasbaarheid is groot.” Sterker nog, marktpartijen worden in de aanbesteding gestimuleerd om zoveel mogelijk architectonische variatie in hun concept toe te passen. “Corporaties hebben zo veel keuze in materialen, gevelafwerking en kleuren,” vervolgt ze.

De deur staat wagenwijd open Brink is altijd op zoek naar nieuw talent en opdrachtgevers die een uitdaging niet uit de weg gaan. “We zoeken mensen die het leuk vinden om zich vast te bijten in complexe vraagstukken”, zegt Roelfsema. “En je hoeft niet alles te kunnen. Bij Brink werken we in teams waarin iedereen zijn of haar expertise kan inzetten.”

‘Het maatschappelijke aspect vinden we belangrijk.’ - John Vleugel

Ook opdrachtgevers worden uitgenodigd om contact op te nemen. “De teller begint echt niet te lopen zodra je ons belt”, lacht Zijlstra. “We denken graag vrijblijvend mee. Soms leidt dat tot een samenwerking, soms gewoon tot een goed advies of leuk gesprek.” En bij twijfel, adviseert het team om gewoon te bellen. “Geen vraag is te ingewikkeld. Sterker nog, daar worden we juist enthousiast van!”

Concept van Heijmans voor Bouwstroom Limburg (2024)
Herman Oostra en Pier Reitsma

BPD | Bouwfonds Gebiedsontwikkeling en Plegt-Vos hebben wooncomplex Talent aan de Oosterhamrikkade in Groningen ontwikkeld en gebouwd. Het spraakmakende ontwerp is van de hand van Vdp Architecten uit Groningen. Het gaat om 108 fraaie en duurzame appartementen in het middenhuur-segment. Het project is, gezien de complexiteit van het project, opmerkelijk voorspoedig verlopen. Herman Oostra, projectleider bij Plegt-Vos Noord en Pier Reitsma, senior ontwikkelingsmanager bij BPD | Bouwfonds Gebiedsontwikkeling vertellen over het project en hun samenwerking.

“Als BPD staan wij voor betaalbaarheid. Het is dan ook niet voor niets dat de Rabobank samen met ons vijf jaar geleden het BPD Woningfonds heeft opgericht om duurzame en betaalbare huurwoningen met een middenhuur, tot zeg 1.100 euro per maand, te realiseren”, vertelt Pier Reitsma. “BPD ontwikkelt deze woningen en BPD Woningfonds is eigenaar en verhuurder. Dit is één van onze pijlers. We leggen echt onze focus op het toevoegen van betaalbare woningen. Daar is Talent, maar ook het zusje Karaat, een goed voorbeeld van.”

“Ook Plegt-Vos deelt de zorgen over het betaalbaar houden van wonen voor alle doelgroepen”, zegt Herman Oostra. “Maar ook zijn er steeds minder mensen als arbeidskracht beschikbaar die ons hierbij kunnen helpen. Dat vraagt om anders kijken en om een nieuwe manier

van bouwen. Zo hebben we onze Slimme Huizenfabriek bedacht; een gerobotiseerde fabriek die kant-en-klaar prefab woningmodules levert. Daarmee bouwen we sneller, duurzamer en betaalbaarder.”

‘Talent is een beeldbepalend gebouw, met een duidelijke verwijzing naar de architectuur van de Oosterparkwijk.’

Gebouwd voor de doelgroep Reitsma: “De middenhuurwoningen voorzien in de grote vraag naar betaalbare woonruimte in Groningen. Er waren dan ook veel meer inschrijvingen dan woningen te vergeven. De doelgroep die

Wooncomplex Talent aan de Oosterhamrikkade in Groningen

we op het oog hadden, woont er nu ook daadwerkelijk. Zij zijn “student-af”, komen uit een kleine studentenkamer en maken nu een enorme stap vooruit. Ze zijn hier echt geland.”

“Samen met BPD Woningfonds hebben we een mooie collectieve binnentuin ontworpen. Zij hebben ook een gezamenlijke woonkamer bedacht”, vertelt Oostra. “De appartementen zijn te klein om bijvoorbeeld een groot feest te geven. De bewoners kunnen dan gebruik maken van de collectieve huiskamer”, licht Reitsma toe.

‘Problemen voortijdig tackelen en niet pas op de steiger.’

Uitdagingen

Reitsma: “Het was een ingewikkeld werk, o.a. door een ondergrondse parkeergarage. Daarom zochten we een ervaren partner op het gebied van utiliteitsbouw. Met PlegtVos hebben we al een jarenlange relatie en bovendien is Plegt-Vos goed bekend met de gemeente Groningen. De bouw is heel goed gegaan, ondanks dat we te maken hadden met een paar flinke uitdagingen.”

Oostra knikt: “We hebben heel veel slecht weer gehad, zeker in de beginfase tijdens de bouw van de fundering en ook tijdens de ruwbouwperiode.”

Ook vanwege de beperkte bouwplaats was het een grote uitdaging om dit project te realiseren. “De ruimte was beperkt, minder dan een postzegel. Of eigenlijk was dit maar het tandje van een postzegel”, lacht Oostra. Reitsma vult aan: “Het was logistiek lastig, er was gewoon geen ruimte. De bouwplaats was ongeveer zo groot als de footprint van het gebouw.” Oostra illustreert het met een voorbeeld: “De torenkraan stond tijdens de bouw in de parkeerkelder.”

Plan omarmd

Oostra was vanaf de uitvoering betrokken: “We zijn in augustus 2022 gestart en in september 2024 hebben we Talent opgeleverd. Het is voorspoedig verlopen, met bijna geen opleverpunten.”

“Wij zaten er met een goed uitvoeringsteam op en hebben het plan echt omarmd. Per onderdeel hebben we een werkplan gemaakt om problemen en hiaten voortijdig te tackelen”, vervolgt Oostra.

“De kelder was een complex onderdeel en vormde een risico. Daarom zijn we met alle betrokkenen om tafel gegaan en zijn we samen door het proces gelopen. Ook voor de bijzondere gevel met veel verspringingen gingen we met Vdp Architecten en de metselaar van tevoren om tafel, zodat de pijnpunten vroegtijdig aan bod kwamen en niet pas op de steiger. Zo maken we het werk voorspelbaar qua planning; dat is prettig werken voor iedereen.”

Teamprestatie

“Plegt-Vos is als ontwikkelende bouwer aangehaakt. De ontwerpen waren er toen al. Onze projectmanager Teije Kraf heeft samen met Vdp en met constructeur Dantuma-Wegkamp het gebouw verder ontworpen. Ook, en daar zijn we redelijk uniek in, schoof in het voortraject onze technisch ontwikkelaar Tjitte de Jong aan. Dat zijn twee belangrijke spelers die een hoop werk verzet hebben”, vertelt Oostra.

Oostra is trots op het hele team: “Onze hoofduitvoerder Edwin Lap heeft er samen met het uitvoeringsteam voor gezorgd dat het project buiten soepel en voorspelbaar is verlopen. Knap om zo’n groot werk met maar een paar puntjes op te leveren. En een tevreden opdrachtgever, dat is nog belangrijker.”

Reitsma bevestigt dat: “De uitvoering is heel soepeltjes verlopen, zeker gezien de complexiteit van het project en de beperkte ruimte.”

Prima samenwerking

De samenwerking tussen beide partijen verliep soepel. Oostra: “We zaten om de vier weken met BPD of hun adviseurs om tafel en dat waren oprecht leuke bouwvergaderingen. De sfeer was goed en vaak stonden we met drie kwartier alweer buiten. Dat zegt wel wat.”

Reitsma knikt: “De verstandhouding was heel goed, er was vertrouwen over en weer. Dat vertrouwen vormde de basis van onze samenwerking. Dat bleek bijvoorbeeld bij de complexe WKO-installatie. Hier was veel afstemming nodig en dat liep prima.”

Er staan meer projecten samen op stapel.

Oostra: “We gaan ook in Swifterbant en in Leek samen aan de slag.”

Groningse projecten

BPD is in de stad Groningen behalve bij de ontwikkeling van de woontorens Karaat en Talent aan de Oosterhamrikkade ook betrokken bij de gebiedsontwikkeling van Meerstad, Stadshavens en De Nieuwe Held. Plegt-Vos is als ontwikkelaar en/of bouwer betrokken bij de ontwikkeling van de Reitdieptoren en bij gebiedsontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld Paddepoel en De Nieuwe Held. Ook heeft Plegt-Vos het in het oog springende appartementencomplex Mercado en het horeca- en woonconcept Merckt aan de Grote Markt gebouwd.

Reitsma blikt terug: “Wij hebben de Oosterhamrikkade een forse kwaliteitsimpuls gegeven. Ook de gemeente Groningen is content met betaalbare woningen op deze plek. Wij zijn al jarenlang actief in de gemeente Groningen en ook voor de komende jaren is dat ons voornemen. Wij geven graag een vervolg aan Karaat en Talent. Met BPD willen we betaalbare woonruimte realiseren en we willen investeren in de stad.”

“Talent is een mooi, beeldbepalend gebouw, met een duidelijke verwijzing naar de architectuur van de Oosterparkwijk. De projectarchitect Pieter Bas Zwaga van Vdp

‘De bouwruimte was zo groot als de footprint van het gebouw.’

heeft knap aangesloten bij de identiteit van de omgeving”, besluit Reitsma. “Er is hier sprake van een duurzame beeldkwaliteit; het gebouw heeft een hoogstaande architectonische kwaliteit en is over 50 jaar nog steeds mooi.”

Wooncomplex Talent aan de Oosterhamrikkade in Groningen

‘De doelgroep die we op het oog hadden, woont er ook.’

Gemeente, corporaties en marktpartijen gaan komende jaren intensief en vernieuwend samenwerken om duizenden woningen te bouwen in de stad Groningen

“Samen

werken aan versnelling van de woningbouwproductie in Groningen!”

Het is tijd om samen door te pakken. Sterker nog, wat betreft Kees van den Berg, manager vastgoed van Christelijke woningstichting Patrimonium en Pieter Witzenburg, directeur vastgoed van Lefier had de versnelling er gisteren al moeten zijn. “De grond is beschikbaar, er is investeringsruimte en de markt vraagt erom,” benadrukt Kees van den Berg namens Patrimonium. “Laten we als corporaties zorgen voor de woningen waar Groningers met smart op wachten”, vult Pieter Witzenburg van Lefier aan. Beide heren zien volop kansen om het tempo van woningbouw in de stad flink op te voeren.

Alle lichten staan op groen Na een moeizame periode in de woningbouw, staan alle lichten nu op groen, aldus Van den Berg. Hij doelt hierbij onder andere op de investeringsruimte en de beschikbaarheid van bouwgrond die Groningen op dit moment heeft: “De voorwaarden voor grootschalige woningbouw waren niet eerder zo gunstig in Groningen.”

Witzenburg benadrukt het belang van de bereidheid bij corporaties om kritisch naar hun eigen processen te kijken: “We nemen verantwoordelijkheid door intern snel te besluiten, maar ook flexibel te schakelen met gemeente en marktpartijen. Als we nu samen doorpakken, besparen we niet alleen kosten, maar verminderen we ook frustraties bij woningzoekenden die dringend wachten op een woning.”

Pieter Witzenburg en Kees van den Berg

Bouwstromen en modulair bouwen

Een belangrijke sleutel tot versnelling ligt bij gezamenlijke bouwstromen en modulair en industrieel bouwen. “We kunnen woningen sneller en efficiënter realiseren zonder aan kwaliteit in te leveren”, stelt Witzenburg. In de gemeente Groningen wordt dit nog te weinig toegepast terwijl er kansen liggen op de grote uitleglocaties.

‘We kunnen woningen sneller en efficiënter realiseren zonder aan kwaliteit in te leveren.’ - Pieter

Witzenburg

Van den Berg vult aan: “Deze aanpak verlaagt bovendien de voorbereidings-kosten en helpt betaalbaarheid te garanderen. Bovendien kunnen we met modulair bouwen beter inspelen op het tekort aan vakmensen zoals metselaars, omdat veel onderdelen vooraf geconditioneerd geproduceerd worden in fabrieken. En het idee dat al die woningen op elkaar lijken? Dat is achterhaald, anno nu is er zo veel mogelijk!”

Parallel plannen

Een ander essentieel middel om tempo te maken is parallel plannen. “Dit kunnen we bewerkstelligen door diverse voorbereidende fases van een bouwproject gelijktijdig en samenhangend uit te voeren. Nu vinden deze fases, zoals het bepalen van uitgangspunten, rekenen, tekenen, onderzoeken, participatie en afspraken juridisch vastleggen, vaak achterelkaar plaats. Als we intensiever samenwerken met de gemeente en de marktpartijen kunnen we deze fases parallel doorlopen” zegt Van den Berg. Daarnaast kunnen we versnellen door volgende deelgebieden alvast op te starten voordat een ander deelgebied is afgerond. “Dit voorkomt stilstand in de bouwstroom en houdt het tempo hoog.”

Samenwerking is daarbij zeer belangrijk, benadrukt Witzenburg: “We moeten over onze eigen schutting kijken en veel eerder gezamenlijk de schouders eronder zetten. Ook vergt het durf en lef ook vooral van de gemeente om de veelal traditionele gebiedsontwikkeling los te laten door sneller te schakelen en processen naast elkaar te laten lopen.

Bouwmakring en versnellingstafel

Die samenwerking krijgt al concreet vorm in initiatieven zoals de Boumakring en

de versnellingstafel. “De Boumakring is uniek voor Groningen”, vertelt Witzenburg. “Hier ontmoeten corporaties, bouwers, woningbouwontwikkelaars en gemeente elkaar regelmatig. We wisselen kennis uit en trekken gezamenlijk projecten los. Onlangs hadden we bijvoorbeeld een succesvolle sessie over studenten- en jongerenhuisvesting, wat weer concrete afspraken heeft opgeleverd.”

Binnen de versnellingstafel werken corporaties en gemeente met een speciaal ontwikkeld ‘mengpaneel’. Van den Berg legt uit: “Met dit instrument kunnen we verschillende ambities zoals op het gebied van stedenbouwkunde, cultuurhistorie, duurzaamheid parkeernormen en groen realistisch per project afwegen. Zo voorkomen we vertraging doordat ambities bij elkaar worden opgestapeld.” Witzenburg voegt toe: “Door vooraf goed af te stemmen met alle betrokken disciplines binnen de gemeente welke ambities haalbaar zijn, kunnen we sneller en efficiënter bouwen.”

Samenwerken aan de grote woningbouwlocaties in de stad

De woningcorporaties in de stad Groningen werken intensief samen met de gemeente en marktpartijen op de grote vier woningbouwlocaties: Suikerzijde, Stadshavens, de Held en Meerstad. In totaliteit is hier de komende 10 jaar ruimte voor meer dan 10.000 woningen. Een concreet voorbeeld van een woningbouwlocatie waar samen werken aan de versnelling en de toepassing van modulair bouwen een enorme kans is De Nieuwe Held. Patrimonium en Lefier en de Huismeesters willen hier samen met bouwbedrijven en gemeente Groningen, vol in zetten op industrieel bouwen.

Witzenburg legt uit: “Onze ambitie is om ruim 550 sociale huurwoningen gezamenlijk en industrieel te realiseren.” Van den Berg vult enthousiast aan: “We gaan niet telkens opnieuw het wiel uitvinden. Door met uniforme woonproducten (PMC’s) te werken en vaste partners te gebruiken, kunnen we

sneller opschalen en continuïteit bieden, wat weer leidt tot meer woningen.”

Beide heren benadrukken bovendien dat corporaties onderling ook flexibel omgaan met woningbouwopgaven: We lenen personeel aan elkaar uit en zetten soms ontwikkelteams van elkaar in voor de ontwikkeling van meerdere bouwblokken. “Als de ene corporatie tijdelijk minder ruimte heeft, kan een andere inspringen omdat we uniforme woonproducten afnemen. We denken continu mee over hoe we samen de productie gaande houden,” aldus Van den Berg.

‘De voorwaarden voor grootschalige woningbouw zijn momenteel gunstig.’ -
Kees van den Berg

Politiek lef nodig

“De wil en het vermogen om te versnellen zijn er zeker,” besluiten Van den Berg en Witzenburg gezamenlijk. “Nu is het zaak dat ook de gemeente en marktpartijen zich flexibel opstellen. Wij zijn bereid risico’s te nemen en creatief samen te werken. Laten we samen zorgen dat we die woningen daadwerkelijk bouwen. Het momentum is er, nu is het tijd voor actie.”

Zowel Van den Berg als Witzenburg benadrukken het belang van lef tonen en duidelijke keuzes maken vanuit de gemeente. “Om echt tempo te maken, moeten we samen bereid zijn om scherpe keuzes te maken en daarbij ook af en toe af te wijken van traditionele ambities,” aldus Van den Berg. Witzenburg vult aan: “Dat betekent bijvoorbeeld keuzes maken over parkeernormen, duurzaamheidsambities en beeldkwaliteit. Soms moet je durven zeggen: ‘Dit project krijgt prioriteit, hier gaan we nu voor’.”

Intensieve samenwerking bij herontwikkeling van een bijzondere binnenstedelijke locatie

“Doefmat: een verborgen parel”

Ron Timmermans en Jille Jan Reitsma

Woningstichting Patrimonium ontwikkelt op de locatie van de voormalige basisschool De Doefmat in de wijk Beijum 9 eengezinswoningen en 22 appartementen. Een complexe opgave, die niet zonder slag of stoot verliep, maar met een prachtig resultaat. Jille Jan Reitsma van Nijhuis Bouw en Ron Timmermans van Woningstichting Patrimonium werken sinds 2019 intensief samen in dit project. Zij vertellen over de gang van zaken bij het herontwikkelen van deze bijzondere locatie.

Ron Timmermans, ontwikkelaar bij

Woningstichting Patrimonium: “De gemeente had deze schoollocatie in eigendom. Door demografische ontwikkelingen in de wijk mocht de locatie een andere bestemming krijgen. Anders dan gebruikelijk hebben wij geen bouwrijpe grond van de gemeente gekregen om te ontwikkelen. We mochten de locatie kopen als we een mooi plan voor sociale woningbouw zouden realiseren. Hier hebben we toen partners bij gezocht en gevonden. Nijhuis Bouw B.V. en VdpArchitecten hebben met ons een heel mooi plan ontwikkeld met een divers woonprogramma.”

Bloemkoolwijk

Jille Jan Reitsma, manager planontwikkeling bij Nijhuis Bouw: “Bijzonder is dat de gemeente dit plan als hét voorbeeld voor de Heerd 2.0 in Beijum ziet.” De naam Heerd 2.0 komt uit de koker van stedenbouwkundig bureau

Barzilay+Ferwerda, dat ook het ontwerp en het inrichtingsplan voor de buitenruimte heeft gemaakt. “Beijum is een prachtige wijk met veel groen en heeft een soort bloemkoolstructuur.”

Timmermans haakt hierop in: “Dat klopt, het zijn allemaal hofjes, het is allemaal kruip- door-sluip-door. Ook onze kavel heeft allemaal hoekjes en randjes. Wat wij hier gaan realiseren, wordt de blauwdruk voor de Heerd 2.0. De gemeente voorziet namelijk dat er op meer plekken in Beijum herontwikkelingen komen.”

‘Wat wij hier realiseren, wordt de blauwdruk voor de Heerd 2.0.’

Pauzeknop

Reitsma blikt terug op de start: “Net op het moment dat wij onze eerste plannen lanceerden, stak corona de kop op. Dat maakte het ingewikkeld om informatiebijeenkomsten voor de omgeving te houden. Daarom zetten we onze plannen online. We merkten dat de buurt daar fel op reageerde. Ze misten de verbinding. Begrijpelijk natuurlijk. We hebben toen op de pauzeknop gedrukt en zijn een

Doefmat

aantal stappen teruggegaan in het proces. Vervolgens hebben we heel intensief met de buurt overlegd, op allerlei creatieve manieren. Zo hebben we samen met de gemeente, Patrimonium en Vdp Architecten veel sessies en meetings buiten, rondom de school, georganiseerd om iedereen weer aan te haken en mee te nemen in het proces. Dat is goed gelukt!”

wij het aangepast naar minder woningen.” Reitsma knikt: “We bouwen nu 9 in plaats van 10 woningen en 22 in plaats van 28 appartementen, er is een bouwlaag vervallen.”

“Het was daardoor wel financieel uitdagend om de kosten binnen de kaders te houden. Minder woningen betekent natuurlijk dat de kosten voor de algemene voorzieningen stijgen per woning. Dat legt wel druk op de opgave en het team, maar door naar elkaar toe te bewegen en ook slimme alternatieven toe te passen, zijn we daar wel in geslaagd”, vertelt Timmermans.

Sparringpartner

Ondanks de stroeve start van de participatie is de buurt nu heel positief over het plan. Het is tot stand gekomen na een intensief participatieproces. Timmermans: “De klankbordgroep van omwonenden was onze sparringpartner. Zij hebben veel betekend en we hebben heel prettig samengewerkt.”

“Ja”, zegt Reitsma, “de buurt krijgt een grote pluim. Ondanks de stroeve start vieren we nu samen de successen. Dat is gelukt door iedereen te verbinden, in gesprek te blijven en elkaars belangen in te zien.”

Minder overlast

‘Investeren

om buurt te

ontzorgen.’

Bouwen met buren

Bouwen in iemands achtertuin ligt altijd gevoelig. Ook hier schuurde het in het begin. Timmermans benoemt de pijnpunten in de participatie: “Het is bouwen met buren. Je bouwt in een bestaande wijk die bovendien te maken heeft met aardbevingsperikelen. De mensen hebben schade opgelopen en laten herstellen. Ze zijn dan niet meteen blij met een plan waarin we gaan heien. In ons eerste plan ging het om 38 woningen. Daar werd heftig op gereageerd. Het was een mooi ontwerp met een oplossing voor het woningtekort, maar voor de buren hebben

“Patrimonium was bereid extra te investeren in bouwen met zo min mogelijk overlast”, zegt Reitsma.

Timmermans: “Om de buurt te ontzorgen, hebben we geïnvesteerd in een speciale machine die palen zonder trillingen in de grond drukt in plaats van heien. Daarnaast werken we met een gesloten systeem met bodemwarmte in plaats van met individuele warmtepompen. Dat zorgt voor minder (geluids)overlast voor bewoners en zorgt voor lage energielasten.”

Timmermans: “Wij willen graag de doorstroming bevorderen, speciaal voor gezinnen. Daarom gaan we de woningen met drie slaapkamers toewijzen aan gezinnen met minimaal

Jille Jan Reitsma van Nijhuis Bouw

een 3-persoonshuishouden. De appartementen worden toegewezen aan 1-2 persoonshuishoudens die een grote eengezinswoning achterlaten.”

Spagaat

Ook bij dit project is er sprake van een spanningsveld tussen mooi en betaalbaar bouwen.

Reitsma: “Wij moeten voldoen aan het gewenste beeldkwaliteitsplan. Samen met Patrimonium bouwen we nu een mooi product: de Heerd 2.0; met al het groen, de bestrating, een gebouw met een mooie architectuur en bijzonder gevelmetselwerk. Dit alles drijft de prijs op. Dat is de spagaat waar wij als ontwikkelaars in zitten. Je wilt zo scherp mogelijk aan de wind varen, maar hoe ga je om met de stapeling van eisen? Wij willen betaalbare producten leveren, maar dat wordt steeds ingewikkelder.”

“Wat ook lastig is, is de diffuusheid. De gemeente heeft het ontwerp van de buitenruimte tot op tapijtniveau uitgewerkt. Ondanks dat de bouw al 80% gereed is, is juist de terreininrichting nu nog een uitdaging. We zijn nog in overleg over de laatste punten”, zegt Timmermans. Alle partijen -gemeente, nutsbedrijven, woningcorporatie en bouwer- hebben wel de wil en de flexibiliteit, maar het is doorbijten af en toe”, volgens Reitsma. “Het zijn complexe processen en er zitten echte uitdagingen in. Het ontwikkelen kostte vele jaren en ging niet zonder slag of stoot, maar we zijn heel blij met wat er nu staat”, vult Timmermans aan.

Reitsma: “Het ging niet altijd makkelijk, maar het is ons wel gelukt. Door constant in gesprek te blijven. Uiteindelijk ziet iedereen het belang van de grote opgave en heeft zich daar ook aan verbonden.”

Schoolvoorbeeld

Reitsma: “Het Trento-concept van Nijhuis paste goed bij deze opgave. Dat maakt kwalitatief bouwen betaalbaar, snel en

flexibel. Met comfort en energiezuinig en in dit geval ook aardbevingsbestendig en met ruim voldoende aandacht voor de architectuur. We maken maximaal gebruik van prefab bouwdelen om de overlast zoveel mogelijk te beperken.”

Timmermans: “De sloop en opbouw gingen snel. Nijhuis heeft hier een hele efficiënte bouwtrein voor elkaar gekregen.”

Reitsma: “Als ik terugblik op onze samenwerking, dan is dat een schoolvoorbeeld.” Timmermans lacht: “Ja, we weten wat we aan elkaar hebben.” Reitsma: “Het mag duidelijk zijn, wat ons betreft, leidt dit tot meer samenwerking in de toekomst.”

Ron Timmermans van Woningstichting Patrimonium

‘Je wilt zo scherp mogelijk aan de wind varen.’

“Doefmat is een bijzondere binnenstedelijke invulling”, besluit Reitsma. “Het is een verborgen pareltje. Als je de wijk inrijdt, zie je het niet meteen, maar opeens word je verrast door een prachtig gebouw.”

“Met Jullenshof laten we zien dat samenwerking de sleutel is tot betaalbare woningbouw”

Nieuwbouwproject Jullenshof in Groningen, een onderdeel van de ontwikkelvisie Helpman-Noord, is om meerdere redenen bijzonder. Het binnenstedelijke project is een complexe puzzel waarbij de betrokken partners alles uit de kast moesten halen. Door de krachten te bundelen in Bouwstroom Noord, een uniek samenwerkingsverband van vijf woningcorporaties en twee bouwbedrijven, gaat men deze zomer van start. Enno Feenstra namens Lefier en Niek van der Aa namens bouwbedrijf Trebbe zijn trots op de uitkomst. Volgens de twee is Jullenshof een visitekaartje voor Bouwstroom Noord.

Deze zomer beginnen Trebbe en Lefier met de bouw van Jullenshof, zodra alle vergunningen definitief zijn. Het project bestaat uit twee delen: een appartementengebouw aan de Jullensstraat met 21 woningen en een uniek hofje met 29 grondgebonden woningen. Alle 50 woningen zijn bestemd voor de sociale huur. Het woord uniek valt vaak in het gesprek, vanwege het binnenstedelijke karakter en het aangrenzende bestaand groen. Jullenshof wordt namelijk ingepast in de bestaande omgeving, met behoud van het al aanwezige groene karakter. Niek: “Het gebied loopt tot aan de achtertuinen van de Hora Siccamasingel. Daar laten we de oude en nieuwe omgeving samenvloeien. Ook het groen rond de bouwlocatie is vooraf geïnventariseerd. We hebben bijvoorbeeld boomeffectanalyses laten uitvoeren, waarbij we vooral hebben gekeken naar bomen met toekomstwaarde. Die blijven dus staan tijdens de bouw, daar gaan we letterlijk omheen bouwen. En iedere boom die we toch rooien, wordt vijf keer gecompenseerd op de locatie. In dit project heeft landschapsontwerper Jeanne Meijboom deze eis goed verwerkt.”

‘Het doel van Bouwstroom Noord is om het ontwikkel- en bouwproces te optimaliseren en te standaardiseren.’

Impressie appartementen en inrichtingsplan,

Team4 Architecten en Jeanne Meijboom Tuin & Landschap

Maar ook de locatie zelf is bijzonder, vindt Enno. “Het was een compleet versteend gebied tussen de Hora Siccamasingel en de Helper Weststraat, er stonden oude garageboxen en enkele bedrijfsruimtes. Wij maken met dit project volop de transformatie naar een nieuw groen en sociaal hof in binnenstedelijk gebied. Wij voegen wonen toe aan een plek die dat voorheen niet had. Jullenshof stapelt allerlei beleidsambities. Alles komt hier samen: waterbuffering, gevelgroen, veel bomen en een groen landschapsplan, waarbij we aansturen op sociale cohesie, zoals een jeude-boulesbaan. We kiezen voor natuurlijke halfverharding, dus geen asfalt, beton of klinkers, maar een grindmix zoals je dat in parken vindt. Bovendien hebben we bij de inpassing van de nieuwbouw veel in samenspraak met omwonenden gedaan, zoals kijken naar schaduwwerking, geluid en privacy. Het zijn bij uitstek de punten waarop je een kwalitatief hoogwaardig plan vorm geeft. Een oud-collega stelde bij de start van de ontwikkeling dat het knap zou zijn als we dit project voor elkaar zouden krijgen. Dat is nu gelukt, we hebben alle puzzelstukjes gelegd en gaan een mooi nieuw hof toevoegen aan de Stad. Een hof met bovendien een sterk

sociaal-maatschappelijk aspect, omdat we hebben gekozen voor duurzame sociale huurwoningen.”

Complexe puzzel

Al in 2019 is met de plannen voor Jullenshof begonnen. Het is met recht een complexe puzzel, vooral vanwege alle ambities die eraan ten grondslag liggen. Enno: “De locatie is binnenstedelijk, beperkt van omvang en heb je met veel bestaande feiten te maken. Gelet op de grote vraag naar betaalbare huurwoningen, wilden we hier zoveel mogelijk duurzame woningen realiseren. Daarnaast hebben we te maken met diverse aspecten qua weten regelgeving waar we aan moeten voldoen. Daarmee staat de haalbaarheid en betaalbaar onder druk. En dan is er onderweg ook nog de Omgevingswet tussendoor gekomen, waardoor de te volgen vergunningenprocedures een complicerende factor werd. Dat maakte het traject uitdagend. Maar het is gelukt, mede dankzij de samenwerking vanuit Bouwstroom Noord.”

Dat Lefier en Trebbe uiteindelijk zo voortvarend hebben kunnen doorpakken,

kan worden bijgeschreven op het conto van Bouwstroom Noord (zie inzet). Jullenshof is een uitvloeisel van dit samenwerkingsverband. De werkwijze is niet te onderschatten in dit project, zegt Niek. “Het doel van Bouwstroom Noord is om het ontwikkel- en bouwproces te optimaliseren en te standaardiseren. Dat gebeurt in alle openheid zodat je een optimale afstemming bereikt. Zo hoef je niet steeds opnieuw het wiel uit te vinden. We hebben vooral gemerkt dat iedereen graag wil samenwerken. Zo wordt de realisatie van Jullenshof een gemeenschappelijk doel van Lefier én Trebbe. Iedereen is open, werkt met dezelfde wil en intenties. Het voelt alsof je er veel collega’s bij hebt gekregen. We werken hier écht volwaardig samen, waardoor je er anders in staat. Dat werkt.”

Enno vult aan: “Het standaardiseren van processen helpt om alles betaalbaar en daarmee haalbaar te houden. Voor een volgend project gaan we bijvoorbeeld opnieuw met Trebbe in zee. We weten nu hoe we werken, hoe het gaat, en dat scheelt: we hoeven niet steeds opnieuw elkaars werkwijzes af te tasten en alles opnieuw te bedenken. We werken hier

vanuit een gestroomlijnd en efficiënt proces. En dat werkt voor iedereen.”

Impressie hofwoningen, Team4 Architecten en Jeanne Meijboom Tuin & Landschap

Wat is Bouwstroom Noord?

Bouwstroom Noord is een samenwerkingsverband van vijf woningcorporaties (Actium, Lefier, Wold & Waard, Woonconcept en Woonservice) en twee bouwbedrijven (Dura Vermeer en Trebbe). Deze unieke samenwerking bundelt woningbouwprojecten, kennis en kunde om sociale woningbouw betaalbaar te houden. Gelijkwaardig en kritisch ontdekken de partners nieuwe samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, waarbij zij zich committeren aan de woonopgave in Noord-Nederland. Bouwstroom Noord standaardiseert projecten en werkt voorspelbaar en efficiënt. Bouwstroom Noord bouwt daarbij niet overal dezelfde woningen, maar hanteert wél overal hetzelfde proces. De partners evalueren continu wat er goed ging en vooral: wat er beter kan. Door te leren en te verbeteren bouwt Bouwstroom Noord steeds slimmer en kostenbesparender.

De samenwerking garandeert de woningcorporaties bouwzekerheid in een tijd waarin bouwmaterialen en vakmensen schaars zijn. Daarnaast biedt het de bouwbedrijven continuïteit om sneller en betaalbaar te kunnen bouwen, volgens het motto “Iedere bewoner uniek, iedere woning betaalbaar, comfortabel en duurzaam”.

Han Hefting en Eltjo Dijkhuis | Gemeente Het Hogeland:

“De machine komt goed op stoom, maar het hoeft niet allemaal in het bedachtgemeentehuis te worden”

Van Stad tot Wad, met 52 dorpen en een nog groter aantal kleine dorpen of buurtschappen. Het Hogeland vormt sinds 1 januari 2019 één gemeente, waar de komende 15 jaar nog veel gebouwd gaat worden. Maar wel met de nadruk op groen, ruimtelijk en niet ten koste van de dorpsbeleving van de vele idyllische dorpjes en buurtschappen. En vanuit Nij Begun is er ook nog ruimte voor mooie plannen waar de gemeente wel wat hulp bij kan gebruiken.

De ambities zijn in ieder geval groot volgens wethouders Eltjo Dijkhuis en Han Hefting. “Met de uitbreiding van de Eemshaven die voor een economische impuls moet zorgen en vanuit de Versterking en Nij Begun hebben we ruimte en kansen om aan de slag te gaan met echt kwalitatief hoogwaardige projecten”, aldus Dijkhuis. “We hebben een unieke positie en daar willen we de komende jaren een dikke plus op zetten.”

Woonvisie

De ambities beginnen in ieder geval met het flink uitbreiden van het woningaanbod. “Bruto komen er 1.700 woningen bij”, zegt Hefting. “Daarvan zijn 700 vanuit sloopnieuwbouw, dus netto hebben we het dan

over 1.000 woningen. Dat proberen we lokaal zo goed mogelijk te verdelen, maar tegelijkertijd moet het ook niet te veel versplinteren, met twee nieuwe woningen in één dorp en vier in een ander dorp. Met name in de forensendorpen zoals Bedum en Winsum zien we kans voor grotere projecten. En met individuele projecten willen we het woongenot en de leefbaarheid in de kleinere dorpen versterken.”

“En die moet je ook niet willen belasten met wat voor grote uitbreiding dan ook”, vult Dijkhuis aan. “Al die mooie kleine dorpjes, laat ze vooral ook mooi en klein blijven. Dat willen de inwoners zelf ook graag. De leidraad is daar om te zorgen voor goede

Uithuizen

bereikbaarheid en het zoveel mogelijk in stand houden van de dorpsvoorzieningen. Want heel eerlijk, een school kun je niet overeind houden door simpelweg meer woningen te bouwen. Daar is veel meer voor nodig.”

‘We hebben een unieke positie en daar willen we de komende jaren een dikke plus op zetten.’

Rust en ruimtelijkheid

‘Inwoners van Het Hogeland kiezen bewust’, zegt Hefting. ‘Wie hier woont of gaat wonen kiest voor wonen in een wereld waar mensen elkaar kennen. Waar ruimte is voor sociale verbanden en persoonlijke aandacht. Mensen vormen hier samen met elkaar een dorpsgemeenschap. En dat zit hem ook in het kleine geluk. Waar overal in Nederland collectieve rouw bestaat over het verlies van dorpswinkels, bakkerijen en persoonlijke aandacht, is dat in Het Hogeland allemaal nog aanwezig. Dat maakt onze dorpen fijne plekken om te wonen. En met de stad Groningen op 20 minuten afstand heb je hier niet de drukte en wel een andere kwaliteit van leven.’

Kwaliteit

Bij alle bouwplannen ligt de nadruk volgens Dijkhuis op hoogwaardige kwaliteit: “Die kans hebben we nu, dus daar willen we ook echt iets heel moois van maken. Daarbij kijken we heel erg naar duurzaamheid, veel groen en heel ruimtelijk. Zo’n nieuwe woonwijk levert nooit geld op, maar het mag wel wat kosten. Zeker omdat zoiets echt bijdraagt aan de dorpsbeleving.”

Als voorbeeld noemt Dijkhuis het voormalige Heiploeg-terrein aan het Hunsingokanaal in Zoutkamp. “Er was al lange tijd veel vraag naar nieuwe woningen in Zoutkamp. Jongeren wilden er namelijk graag blijven wonen, maar er waren gewoon te weinig woningen beschikbaar in het dorp. Dit jaar begint de bouw en het wordt een fantastische aanvulling op het dorp, met mooie, karakteristieke woningen en een eigen haventje.”

Maar ook nieuwe woningen in Uithuizen worden volgens Dijkhuis erg mooi. “Vanuit de versterkingsopgave is daar veel sloopnieuwbouw en daar hebben we ook echt gestreefd naar kwalitieit in ontwerp.

Daar hebben we zelfs complimenten voor gekregen. De aanleiding dan misschien niet positief, maar wat ervoor terugkomt is dat zeker wel. Niet van die hokjeswoningen en standaard ontwerpen, maar het voelt bijna als op maat gemaakte architectuur. Je mag het eigenlijk niet zeggen, maar wat er allemaal bijkomt is vele malen mooier dan het was”, zegt Dijkhuis met een glimlach.

Verjongingsslag

Net als in zoveel dorpen in Nederland, staat het Hogeland ook voor de grote uitdaging die de vergrijzing met zich meebrengt. “Het is een drievoudig probleem”, aldus Hefting. “Het aantal ouderen neemt toe en mensen worden ouder, dus de vraag naar zorg neemt daarmee enorm toe. En ten derde is er de ontgroening. Dan heb ik het natuurlijk niet over Vindicat, maar over jongeren die uit het gebied verhuizen. En dit versterkt elkaar, waardoor bijvoorbeeld scholen ook steeds meer onder druk komen te staan.”

Uithuizen

“En daar moeten we als gemeente ook meer de regie in pakken”, vervolgt Hefting. “Aan de ene kant bijvoorbeeld door te zorgen voor een betere doorstroom. Dus dat het voor ouderen makkelijker is om een kleinere woning te vinden, waardoor de grotere woningen weer vrijkomen voor gezinnen. Maar ook door te kijken naar meer samenwerkingen tussen scholen, bijvoorbeeld door een campus in te richten. Wat ik zelf echt een fantastisch voorbeeld vind, is de Tirrel in Winsum. Het is een soort mini-gemeenschap, met twee basisscholen, een kinderopvang en een revalidatiecentrum voor ouderen. Dat is echt een hele mooie combinatie die bijdraagt aan de gemeenschap.”

Eemshaven

Een andere kans voor verjonging is de toekomstige uitbreiding van de Eemshaven. “Daar moeten we als gemeente ook zeker op inspelen, want dan hebben we een grote banenmotor in de buurt”, zegt Dijkhuis. “Dat gaat veel hoogwaardige banen opleveren en het moet natuurlijk niet zo zijn dat al die mensen in Groningen Stad gaan wonen en straks elke dag in de file naar Delfzijl staan. Het moet niet een situatie zijn dat er daar straks alleen maar gewerkt en niet gewoond wordt. Maar dat betekent tegelijkertijd wel dat we de voorzieningen ook op peil moeten houden, want het zou natuurlijk raar zijn dat je kinderen helemaal naar de stad moeten omdat er in Noord Groningen geen scholen meer zijn.”

Nij Begun

“En waar we ons richten op meer woningen en grotere projecten in de grotere kernen, willen we ons natuurlijk ook richten op projecten die bijdragen aan de leefbaarheid in de kleinere dorpen en buurtschappen”, zegt Hefting. “We worstelen bijvoorbeeld al jaren met het onderhoud van de 29 dorpshuizen die we hier in totaal hebben. Dit zijn belangrijke ontmoetingsplekken die een grote rol spelen in het sociale leven van mensen. En vanuit Nij Begun kunnen we hier nu een renovatieslag slaan en hebben we ruimte

om na te denken over meer van dit soort mooie projecten.”

“De machine komt goed op stoom, maar het hoeft niet allemaal in het gemeentehuis bedacht te worden”, vult Dijkhuis aan. “Daar hebben we ook niet genoeg mensen voor. Dus we willen daarom ook partijen oproepen om met ons mee te denken. Ontwikkelaars met mooie plannen mogen zeker bij ons aankloppen.”

‘Je mag het eigenlijk niet zeggen, maar wat er allemaal bijkomt is vele malen mooier

dan het was.’

Uithuizen
Marieke Ferwerda | NCG:
“We moeten en blijven hard werken voor veiligheid, kwaliteit en duidelijkheid voor bewoners.”

De gaskraan is eindelijk dicht en de versterkingsoperatie is in volle gang. Nationaal Coördinator Groningen is als uitvoeringsorganisatie verantwoordelijk voor de versterking van bijna 28.000 woningen en panden en zorgt ervoor dat deze veilig zijn bij een grote aardbeving. Een complexe maatschappelijke opgave dus, met een al net zo complexe logistiek. “Er werken hier rond de 1.100 medewerkers en we werken samen met ongeveer 200 aannemers”, zegt Marieke Ferwerda, sinds november vorig jaar algemeen directeur van NCG. “Veel van onze medewerkers komen hier uit de regio, net als veel van de aannemers met wie we samenwerken. Dus ze kennen de problematiek als geen ander.”

Complexe opgave

“Het is een unieke operatie met een omvang die we in Nederland nog niet kenden”, vervolgt Ferwerda. “Modellen, protocollen, werkwijzen, niks bestond nog. We hebben inmiddels samen veel kennis opgebouwd, maar dat heeft wel jaren geduurd. En vanuit de politiek hebben we het denk ik ook complexer gemaakt dan nodig was. Wel vanuit goede bedoelingen natuurlijk, maar door steeds veranderend beleid zijn we best wat tijd en vertrouwen verloren.”

“Maar wat in ons dagelijks werk een logistiek en technisch proces is, is voor een bewoner een emotioneel proces”, benadrukt Ferwerda. “Dat is iets wat we nooit uit het oog mogen verliezen, hoe complex de versterkingsoperatie voor ons ook is. Fouten die wij maken, hebben gevolgen voor bewoners. Ook al gaat het maar om één huis, het is wel iemands thuis. Als we voor de ene bewoner dingen anders moeten aanpakken, kan dit weer leiden tot vertraging voor andere bewoners. Deze mensen hebben allemaal jarenlang in de ellende gezeten, dus het is ook onze taak

om eerlijk te zijn en duidelijkheid te geven.

Ook al betekent dit dat we soms lastige keuzes moeten maken.”

‘Maar wat in ons dagelijks werk een logistiek en technisch proces is, is voor een bewoner een emotioneel proces.’
Hoogste punt Kooistraat

Over de helft

Eén van die lastige keuzes was volgens Ferwerda het uitstellen van de oorspronkelijke deadline van 2028. “We willen zoveel mogelijk vaart maken, maar we moeten ook realistisch blijven als dingen in de praktijk anders gaan. Er is altijd een spanningsveld tussen goed en snel en we kiezen dan liever voor goed. Zorgvuldigheid en veiligheid tellen veel zwaarder dan het halen van een deadline, maar dat is natuurlijk niet fijn om te horen als je al zo lang wacht op een oplossing. Uiteindelijk moet de hele versterkingsopgave in zijn huidige opzet

in 2031 of 2032 klaar zijn. En we zijn inmiddels over de helft.”

Dat het soms lijkt alsof al het werk onder een loep ligt, hoort er volgens Ferwerda bij. “Het is een ereschuld die we moeten inlossen en de emoties zijn terecht hoog. En dat betekent soms dat we niet altijd positief in het nieuws komen. We kunnen dan met vingers gaan wijzen, maar we hebben gewoon de verantwoordelijkheid om het samen op te lossen. Want samen met onze partners hebben we de taak om Groningen veiliger, mooier en sterker door te geven aan mensen die jarenlang hebben moeten wachten.”

Innovatie en duurzaamheid

Veiliger, mooier en sterker betekent volgens Ferwerda ook dat het momentum gepakt wordt om duurzamer te bouwen. “De versterking is één van de grootste bouwprojecten in Nederland, dus we zien het ook als een kans voor een omslag naar een nieuwe, duurzamere bouwcultuur”, zegt Ferwerda. “Bijvoorbeeld door bouwprocessen zelf efficiënter en milieuvriendelijker te maken, met een focus op biobased en circulair bouwen. Maar ook

Oplevering Berken- en Wilgenhof
Bouwplaats Nije Buurt
Ten Post

bijvoorbeeld met de Nij Begunmaatregels 28 en 29, waarbij we versterking combineren met isolatie en woningeigenaren in de provincie Groningen en Noord-Drenthe subsidie kunnen aanvragen om hun woning te isoleren.”

“Dat doen we natuurlijk niet alleen, maar in samenwerking met bijna 200 aannemers en alle betrokken gemeentes”, zegt Ferwerda. “Als ik ergens in het hele proces met gepaste trots kan terugkijken, is het de publiekprivate samenwerking die we met z’n allen hebben neergezet, met een gezamenlijk doel voor ogen: mensen een veilig thuis bieden. En dat willen we ook blijven doen als onze taak erop zit. Mensen willen natuurlijk graag zo snel mogelijk van ons af zijn en dat snap ik heel goed. Maar ik wil ook dat ze weten dat ze bij ons terechtkunnen als er bijvoorbeeld iets mis is gegaan tijdens de verbouwing.”

Toekomst

“We hebben de afgelopen jaren ontzettend veel geleerd samen”, zegt Ferwerda. “En het zou zonde zijn als al die specialistische kennis op heel veel verschillende vakgebieden ook weer verdwijnt op het

moment dat we klaar zijn. Daarom kijken we ook naar manieren om ervoor te zorgen dat deze kennis binnen de regio blijft voor de rest van Nederland. Bijvoorbeeld door samen te werken met ondernemers en de kennisinstellingen in het Noorden.”

Sleuteloverdracht huurwoningen Loppersum

‘We willen zoveel mogelijk vaart maken, maar we moeten ook realistisch blijven als dingen in de praktijk anders gaan.’

“Maar voordat we daar zijn, hebben we eerst nog een paar jaar te gaan”, vervolgt Ferwerda. “En naast kennis, is goede communicatie en transparantie ook cruciaal. We proberen bewoners zoveel mogelijk te betrekken in de versterkingsopgave. Door met ze in gesprek te gaan, ze op de hoogte te houden en door eerlijk te zijn. En we hopen dat ze weten dat hun belangen en hun veiligheid altijd bij ons voorop staan, ook al duurt het iets langer dan gehoopt.”

Bulthuis, Irma Heijnen, Manon Carras en Kim Baarveld | Rizoem:

“Met oog voor bewoners zorgcomplexen versterken”

Rizoem is gespecialiseerd in project- en gebiedsontwikkeling met aandacht voor de leefomgeving. In al hun projecten staan de bewoners en de gebruikers centraal. Dat geldt zeker ook voor zorgcomplexen die versterkt moeten worden.

Niet alle gebouwen in Groningen voldoen vanwege aardbevingen aan de landelijke veiligheidsnorm. Daarom moeten deze worden versterkt. Onder die gebouwen zijn ook zorgcomplexen van woningcorporaties. Rizoem werkt in opdracht van enkele corporaties aan het uitvoeren van de versterking. Daar komt veel bij kijken. Vooral omdat Rizoem te maken krijgt met én reguliere huurders én zorgpartijen die hun cliënten huisvesten in de zorgcomplexen.

Totaalaanpak

Jannet Voorn is als partner verbonden aan Rizoem: ‘Wij staan voor een totaalaanpak, waarmee we de woningcorporatie compleet ontzorgen. Een vast projectteam dat uit verschillende disciplines bestaat, neemt een project op zich. We begeleiden het hele proces: van plan van aanpak tot oplevering aan bewoners.’

Nationaal Coördinator Groningen (NCG) beoordeelt gebouwen en bepaalt het

Mehdi
‘Tevreden bewoners, daar doen we het voor!’

versterkingsadvies. Ook zorgt NCG voor financiële middelen om de versterking uit te voeren en tijdelijke huisvesting als dat nodig is. Voordat gestart kan worden, is veel afstemming nodig. Over onder andere uitvoeringsplannen, verdeling van subsidies, benodigde maatregelen, tijdelijke huisvesting voor bewoners en planningen.

In de versterkingsopgave van zorgcomplexen is Jannet als programmamanager verantwoordelijk voor het geheel. Zij bewaakt het totale programma waar de verschillende zorgcomplexen als project onderdeel van zijn. Jannet: ‘Op dit moment werkt

Rizoem aan het versterken van acht zorgcomplexen voor twee verschillende woningcorporaties.’

Meer dan stenen

De uitvoering van projecten is in handen van het projectteam dat bestaat uit projectleider Mehdi Bulthuis of Kim Baarveld, bewonersconsulent Irma Heijnen en communicatieadviseur Manon Carras.

Kim is als projectleider verantwoordelijk voor een project. Zij moet ervoor zorgen dat binnen de afgesproken planning en budget een gebouw wordt opgeleverd dat voldoet aan de veiligheidsnorm.

‘Dat klinkt als de harde kant, alsof het gaat over stenen’, zegt Kim. ‘Maar de sociale kant is heel belangrijk. Zorgvuldige begeleiding van bewoners is cruciaal om het project goed uit te kunnen voeren.’

In opdracht van Woningstichting Wierden en Borgen heeft Rizoem het zorgcomplex Hamsterborg in Middelstum versterkt opgeleverd. Bouwkundig moesten de fundering van het gebouw en de wanden in twee appartementen versterkt worden. Ook waren er aanpassingen nodig om de galerijen en het trappenhuis steviger te maken. Kim: ‘Op papier leken de versterkingsmaatregelen niet heel groot, toch kwam er nog heel wat bij kijken vanwege de complexe zorgvraag van enkele bewoners.’

‘Bij versterkingsprojecten de woningcorporaties compleet ontzorgen.’

de corporatie die wel of geen zorgvraag hebben, worden delen van complexen vaak gehuurd door zorgorganisaties die rechtstreeks met bewoners communiceren. Wij moeten er dus voor zorgen dat er goede informatie is voor reguliere huurders, voor huurders met een zorgvraag, voor zorginstellingen en voor familieleden of begeleiders van bewoners.’

Wat nodig is om bewoners te begeleiden, verschilt. Irma vertelt: ‘In Middelstum moesten een paar oudere bewoners tijdens de werkzaamheden ergens anders wonen. Voor mensen op die leeftijd is dat niet niks. Met veel persoonlijke aandacht en wat humor probeer ik de situatie te verlichten. Ik kan ze met veel dingen helpen, omdat ik bijvoorbeeld over digitale kennis beschik die zij niet hebben. Dat geeft rust.’

‘Bij het versterken van zorgcomplexen is het moment van communiceren extra uitdagend’, legt Manon uit. ‘Normaal gesproken informeren we bewoners zo vroeg mogelijk over de gebeurtenissen, zodat er tijd is om zich daarop voor te bereiden. Nu is het soms juist beter om informatie pas later te delen, zodat de periode van onzekerheid korter is. Toch moeten we voorkomen dat sommige bewoners wel weten wat er gaat gebeuren en anderen niet, waardoor er onderling onrust ontstaat.’

Persoonlijke aandacht

Ook de communicatie met bewoners is de verantwoordelijkheid van de woningcorporatie, en dus van Rizoem. Bij zorgcomplexen is dat anders dan in de reguliere versterkingsopgave. Communicatieadviseur Manon legt uit: ‘Dat heeft ermee te maken dat de doelgroep divers is. Behalve eigen huurders van

Irma voegt toe: ‘Welke begeleiding een bewoner nodig heeft, ontdek je soms pas tijdens de persoonlijke gesprekken die we voeren. Daarom kiezen we woorden zorgvuldig en wegen we goed af welke informatie we delen en hoe we dat doen.’ Manon vertelt hoe ze dat bij het versterken van zorgcomplexen doen: ‘We werken met een informatiewaaier die met losse kaarten op maat wordt samengesteld, afgestemd op de persoonlijke situatie van de bewoner.’

Kansen benutten

Kim: ‘De versterkingsopgave op zich is al complex. Tegelijkertijd biedt de opgave ook kansen voor woningcorporaties. Als Rizoem zijn wij de spin in het web om

Mehdi Bulthuis en Kim Baarveld

ervoor te zorgen dat alles goed loopt en dat koppelkansen voor de corporatie worden benut.’

Kim legt uit dat NCG verantwoordelijk is voor de bouwkundige oplossing om een gebouw te versterken. ‘NCG bepaalt wat er moet gebeuren en geeft voor die werkzaamheden opdracht aan de aannemer. Wij begeleiden het uitvoeren van de versterking en zorgen dat andere opgaven en wensen van de corporatie direct meegenomen worden. Denk bijvoorbeeld aan verduurzamen, planmatig onderhoud en het herstellen van aardbevingsschade.’

Dat vraagt om zorgvuldige afstemming met alle partijen en geeft uitdagingen in het beheren van planningen. Volgens Kim is dat het zeker waard: ‘Door alles in één keer aan te pakken, hoeven we niet later nog eens terug te komen. Dat beperkt de overlast voor bewoners. Zeker voor de vaak kwetsbare bewoners is dat van grote meerwaarde.’

Maatwerk in samenwerking

Veel partijen werken mee aan de opgave. Jannet: ‘We werken nauw samen met de woningcorporaties, zorginstellingen, NCG, Instituut voor Mijnbouwschade (IMG) en aannemers. Dat is investeren en het is fijn om te merken dat dit op alle projecten goed verloopt en we geleerde lessen meenemen in nieuwe projecten.’

Ook in de samenwerking met partijen is maatwerk nodig. Bewonersconsulent Irma: ‘Als werk wordt uitgevoerd in bewoonde staat, blijven bewoners thuis wonen tijdens de werkzaamheden. Er is dan geen rekening gehouden met tijdelijke huisvesting. Soms kunnen kwetsbare bewoners vanwege hun zorgvraag toch niet thuis blijven. Dan moeten we met NCG om tafel om toch tijdelijke huisvesting te regelen of een andere oplossing te zoeken.’

Complimenten van bewoners

Er gebeurt dus veel. Dat zorgt ook voor veel vragen bij bewoners. Een goede oplossing daarvoor blijkt het wekelijks spreekuur

op locatie. Irma: ‘Mensen lopen soms lang rond met vragen. Dankzij het spreekuur komen ze sneller even langs. Bewoners geven aan dat ze het fijn vinden dat die mogelijkheid er is.’

Kim: ‘We hebben een aanpak en een projectteam waarmee we de projecten in een kort tijdsbestek kunnen uitvoeren en de bewoners goed begeleiden. Dat geeft vertrouwen voor de volgende projecten.’

Na oplevering is het projectteam niet meteen weg. Jannet: ‘Evaluatie over hoe het project verlopen is, vinden we belangrijk. Dat bespreken we met de partijen waarmee we samenwerken en met bewoners.’

‘Bij het versterken van zorgcomplexen is het moment van communiceren extra uitdagend.’

‘Het project in Middelstum is nu afgerond, maar we gaan nog wel samen met de bewoners bedenken hoe we de binnentuin opnieuw gaan inrichten. Zo sluiten we het mooi af met elkaar’, vertelt Kim. Zij kijkt terug op een geslaagd project. ‘Iedereen is tevreden en we kregen zelfs complimenten van bewoners. Dat is waar we het voor doen!’

Irma Heijnen en Manon Carras

Sinds december vanuit hartje Groningen:

“BCN: zet gebruikers in het hart”
Mark Wieringa en Rintske Bakker

Hoe zorg je dat een gebouw niet alleen functioneel is, maar ook écht werkt voor de gebruiker? Die vraag staat al 32 jaar centraal bij BCN. En de organisatie groeit volop: naast kantoren in Drachten en Alkmaar opende het bedrijf in december 2024 een nieuwe vestiging in Groningen. Gezien de groei van projecten in de regio, is de nieuwe locatie een logische en gewenste stap.

Een treffend voorbeeld is de uitbreiding van de busstalling aan de Peizerweg, waar expertise, samenwerking en innovatie samenkomen in duurzame mobiliteit. Aan het woord zijn directieleden Rintske Bakker en Mark Wieringa, senior projectmanager Inko Tien en opdrachtgever Peter Mul, programmamanager bij het OV-bureau Groningen Drenthe.

Gebruiker als uitgangspunt “Wat ons onderscheidt, is dat we onze gebruiker continu voor ogen hebben,” vertelt Rintske. “Bij ieder project stellen we de vraag: voor wie doen we dit? Een gebouw kan technisch perfect in elkaar zitten, maar als de eindgebruiker zich er niet thuis voelt of het niet optimaal kan gebruiken, schiet je je doel voorbij. En een school heeft andere eisen dan een zorginstelling of infrastructuurproject, dus het vraagt om maatwerk.”

Een mooi voorbeeld is het gezondheidscentrum in Meerstad, een transformatie van een voormalige locatie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). “Wij waren verantwoordelijk om dit bijzondere project van begin tot eind te leiden”, vertelt Mark enthousiast.

“We hebben het voormalige UMCG-gebouw zorgvuldig gedemonteerd en vrijwel volledig circulair herbouwd tot een duurzaam gezondheidscentrum in Meerstad. Elk bouwdeel, van casco tot installatie, kreeg een tweede leven. Ondanks logistieke uitdagingen bewijst dit project dat circulair bouwen niet alleen haalbaar, maar vooral een slimme en milieubewuste keuze is.”

Van strategie tot uitvoering

Een ander voordeel van BCN is de combinatie van strategisch advies en operationele slagkracht. “We denken niet alleen mee, maar realiseren ook,” benadrukt Mark. “Van de eerste plannen tot het

opleveren van een gebouw en het begeleiden van de exploitatie: wij zorgen dat alles klopt. En dat maakt het werk zo mooi.”

‘Bij ieder project stellen we de vraag: voor wie doen we dit?’ - Rintske Bakker

Naast de specifieke expertise speelt communicatie een prominente rol in elk project. Mark: “Bij elk project is het essentieel om alle betrokken partijen mee te nemen in het proces. Dat gaat verder dan alleen techniek en financiën.”

Uitbreiding naar Groningen

De uitbreiding naar Groningen was een logische volgende stap. “We merken dat we steeds vaker projecten in en rondom Groningen begeleiden”, vertelt Rintske. “Daarnaast is Groningen een enorme bron van talent. We hebben meerdere medewerkers die in de stad wonen en nu ook dicht bij huis kunnen werken. Een kantoor in Groningen maakt dat niet alleen makkelijker, maar zorgt er ook voor dat we laagdrempeliger kunnen samenwerken met onze opdrachtgevers.”

‘Van de eerste plannen tot de exploitatie: wij zorgen dat alles klopt.’
- Mark Wieringa

De reacties zijn positief. “Sinds we in Groningen zitten, merken we dat opdrachtgevers makkelijker even binnen-

lopen of een afspraak plannen,” voegt Mark toe. “Dat maakt het proces efficiënter en zorgt voor snellere beslissingen. Daarnaast helpt het ons om de lokale dynamiek beter aan te voelen en snel te schakelen wanneer dat nodig is.”

‘Dankzij slimme keuzes besparen we jaarlijks tussen de half miljoen en een miljoen euro.’ - Peter Mul

Open voor nieuw talent

Naast de strategische uitbreiding in Groningen zet BCN zich actief in voor het aantrekken van nieuwe medewerkers. “We zoeken continu naar talent dat bij onze visie past”, vertelt Rintske. “Door onze groei hebben we versterking nodig op meerdere vlakken, van huisvestingsadviseurs tot projectmanagers. Het mooie van ons werk is dat je echt impact hebt op de gebouwde omgeving en de mensen die erin werken, leren of wonen.”

“We vinden het belangrijk dat mensen zich blijven ontwikkelen”, zegt Rintske. “Daarom hebben we BCN Academy opgericht, een intern kennisplatform waar collega’s van elkaar leren en hun expertise verder kunnen uitbouwen. Iedereen krijgt de kans om zijn of haar eigen carrière vorm te geven.”

Project in beeld: vernieuwde busstalling aan de Peizerweg De vernieuwde busremise aan de Peizerweg is de grootste emissievrije stallingslocatie van Nederland. Uniek is dat hier batterij-elektrische bussen kunnen laden en waterstofbussen op eigen terrein kunnen tanken. Maar de realisatie was allesbehalve eenvoudig. “Alle tegenslagen die je kunt bedenken, kwamen we tegen”, zegt Inko, senior projectmanager bij BCN.

De locatie was oorspronkelijk een sociale werkplaats en werd pas laat vrijgegeven. “We zaten in een scenario waarin zestig elektrische bussen binnenkwamen, maar de laadcapaciteit er nog niet was. Het tijdpad was daarmee heel krap geworden”, vertelt Peter. “Dat had enorme financiële gevolgen kunnen hebben. Voor de dienstregeling was het niet meteen bepalend, de oude dieselbussen waren er immers nog.”

Daarnaast waren er bouwtechnische uitdagingen van elke aard. “Er was asbest, bodemverontreinging en er zaten vleermuizen in het pand en Enexis moest nog een stroomaansluiting van 6 megawatt realiseren,” vertelt Inko. “Dat soort dingen kun je niet zomaar versnellen, dus we moesten continu schakelen.”

Tijdens de sloop kwam nog een grote verrassing: “We dachten dat we op schema lagen, tot bleek dat er in de fundering nóg veel meer asbest zat”, herinnert Inko zich levendig. “Dat gooide alles om. Elke nieuwe fase kon een verrassing bevatten, waardoor we steeds opnieuw moesten plannen en afstemmen.”

Bouwteamconstructie Gezien de onzekerheden én om de doorlooptijd te bekorten door het in elkaar schuiven van de sloopfase, de ontwerpfase en de bouwfase, werd gekozen voor een bouwteamconstructie. “Je kunt zo’n project niet dichttimmeren in een aanbesteding. Dan verlies je alle flexibiliteit, en zal de aannemer alle risico’s moeten inprijzen, wat linksom of rechtsom leidt tot een onbevredigende uitkomst.” vertelt Peter. Civieltechnisch aannemer BAM werd zowel voor de sloop als de bouw ingeschakeld. “Dat bespaarde tijd en zorgde voor minder schakels. Ze dachten echt mee en toonden zich een reële partner.”

Ook Q-buzz, de vervoerder, speelde een grote rol in de laadinfrastructuur. Inko: “Zij trokken dat deel van het project, wij de terreinaanleg. Maar alles moest integraal op elkaar afgestemd worden. In de ondergrond moesten op regie van Qbuzz enorme hoeveelheden kabels worden gelegd, voordat de opbouw van het terrein, in opdracht van het OV-bureau, kon worden uitgevoerd.”

De gemeente werkte proactief mee, benadrukt Peter: “Onze contactpersoon behoedde ons op tijd voor valkuilen en dacht constructief mee, bijvoorbeeld bij de milieuvergunning, het herplanten van bomen en de ecologische eisen rondom vleermuizen. Zonder die signalen hadden we veel vertraging kunnen oplopen.”

Slimme keuzes voor de lange termijn Ondanks de uitdagingen werd de busremise op tijd opgeleverd. “Dat is geen toeval”, benadrukt Peter. “Wanneer zich tegenslagen voordeden – zoals de ontdekking van een extra laag asbest of ecologische beperkingen – stond niemand tegenover elkaar, maar zochten we samen naar oplossingen. Iedereen wist dat we moesten leveren.”

De keuzes die tijdens het project zijn gemaakt, zorgen niet alleen voor een toekomstbestendige stalling, maar ook voor aanzienlijke besparingen.“Doordat bussen efficiënter hun routes kunnen rijden, besparen we jaarlijks tussen de half miljoen

en een miljoen euro,” rekent Peter. “Elke minuut die een bus niet hoeft te wachten bij een stoplicht of op een laadplek, is winst.”

Efficiënte en duurzame busdienst Zowel BCN als OV-bureau Groningen Drenthe kijken terug op een geslaagde samenwerking. Peter: “We werkten in een constructie waarin je elkaar echt nodig hebt. Geen bureaucratische rompslomp, maar korte lijnen en een gedeelde verantwoordelijkheid.”

‘We haalden onze deadline dankzij een open samenwerking en flexibiliteit.’Inko Tien

Inko sluit zich daar volledig bij aan: “We hadden een harde deadline en die hebben we gehaald. Niet door geluk, maar door op elkaar te vertrouwen en een flexibele houding aan te nemen. Het resultaat? Een efficiëntere en duurzamere busdienst voor de regio, precies zoals het hoort.”

Senior manager & partner bij BCN, Inko Tien

Koopmans bouwt, ontwikkelt en onderhoudt door het hele land, vanuit vestigingen in Enschede, Almere, Deventer en sinds ongeveer een jaar ook in Groningen. En bij alle werkzaamheden staan duurzame relaties en maatschappelijke verantwoordelijkheid hoog in het vaandel voor het bedrijf. “Een groot deel van wat we verdienen vloeit weer terug in de maatschappij en dat is de kers op de taart voor ons.”

Gerard de Vries

Gerard de Vries en Niels Welmer | Koopmans Bouwgroep:

“Maatschappelijke

impact met nuchter ondernemerschap”

De vestiging in Groningen mag dan wel redelijk nieuw zijn, Koopmans is zeker geen nieuwkomer in de regio. “We werken hier eigenlijk al sinds jaar en dag, maar nu met

een vestiging en een team van 15 personen, kunnen we onze klanten hier gewoon beter en vooral ook efficiënter bedienen”, zegt Niels Welmer, Adjunct Directeur van Koopmans

Bouwgroep. “Op termijn moet dit uitgroeien tot een volwaardige vestiging, zoals in Enschede, Deventer en Almere. Maar dat doen we op een gestructureerde manier. Dus stap voor stap, met goed werk en nuchter ondernemerschap.”

‘We hebben met elkaar een maatschappelijke verantwoordelijkheid om dit op te lossen.’

onze voornaam”, legt Welmer uit. “We zijn een familie en als groep de derde grootste bouwer van Nederland, maar we hebben wel allemaal onze eigen identiteit, onze eigen cultuur en we zijn verantwoordelijk voor ons eigen succes.”

“Maar wat ons als TBI Groep uniek maakt, is dat we een stichting zijn met één aandeelhouder”, vervolgt Welmer. “We investeren veel van onze winst terug in onze bedrijven en in de maatschappij. Dus als het even wat slechter met één van de bedrijven gaat, dan gaan we investeren in plaats van saneren. Ook hebben we bijvoorbeeld een studiefonds opgericht voor de kinderen van alle TBI werknemers. Die krijgen allemaal een tegemoetkoming, ongeacht welke opleiding ze kiezen. En dat is overigens een gift, dus geen lening.”

“Ook hebben we een eigen klimaatfonds, waarbij we investeren in verschillende duurzaamheidsinitiatieven en innovaties om onze eigen uitstoot te verminderen”, vervolgt Welmer. “En we investeren ook in het behoud van nationaal cultureel erfgoed en rijksmonumenten. Een groot deel van wat we verdienen vloeit dus weer terug in de maatschappij en dat is de kers op de taart voor ons.”

Versterkingsopgave

Koopmans is onze voornaam Koopmans begon in 1942 als een klein familiebedrijf en is sinds 2002 onderdeel van Stichting TBI, een netwerk van zo’n 20 innovatieve bedrijven die actief zijn binnen de techniek, bouw en infra. “Ik zeg altijd, TBI is onze achternaam en Koopmans is

Het verantwoordelijkheidsgevoel en impact willen maken komt bij Koopmans ook terug bij de werkzaamheden die ze doen. De vestiging in Groningen speelt namelijk ook een cruciale rol in het versterken van woningen en boerderijen die zijn beschadigd door aardbevingen, veroorzaakt door de gaswinning in de regio. Met de jarenlange ervaring en expertise zet Koopmans Bouwservice zich in om deze panden te herstellen en te versterken, zodat bewoners weer veilig kunnen wonen.

“We hebben met elkaar een maatschap-pelijke verantwoordelijkheid om dit op te lossen”, zegt Gerard de Vries, de vestigingsleider van Koopmans Bouwgroep in Groningen. “En veel van de jongens uit ons team komen uit het

Niels Welmer

gebied, waaronder ikzelf, dus het is voor mij ook een persoonlijke drijfveer.”

“Voor ons als vakidioten is het ook geweldig om met boerenbedrijven samen te werken”, vervolgt de Vries. “Het werk is vaak veel breder dan andere dossiers en dat maakt het heel dynamisch. Je hebt boerenbedrijven in alle verschillende soorten en maten, van grote agrarische bedrijven tot kleinschalige boeren en monumentale herenboerderijen. Allemaal met andere uitdagingen die je moet zien op te lossen.”

Dankbaar werk

Bij de herstelwerkzaamheden komt volgens De Vries van alles kijken. “Los van de constructie zelf, moet je bijvoorbeeld nadenken over de huisvesting van het vee. En ook over de huisvesting van de familie, want die wonen vaak ook op het terrein. Een boer heeft ook gewoon een bedrijf te runnen, dus die kan niet zomaar alle werkzaamheden neerleggen zodat wij snel aan de slag kunnen.”

“Het is soms complex werk, want het bedrijf moet gewoon door kunnen gaan”, zegt De Vries. “Je zit bij de boeren en hun familie aan de keukentafel, om samen de uitdagingen te bespreken en met oplossingen te komen. Je werkt daarin ook echt nauw samen met de boeren en ze denken maar al te graag mee. Het is vooral ook dankbaar werk als je iets kunt doen voor mensen die al jaren wachten op een oplossing.”

Historische waarde

In samenwerking met Aannemingsmaatschappij Friso was Koopmans ook verantwoordelijk voor de bouw van de studentenwoontoren Libertas aan de Vrydemalaan, die in een recordtijd is gebouwd en opgeleverd. Ook waren ze betrokken bij de bouw van de Energy Academy Europe, het duurzaamste onderwijsgebouw van Nederland en momenteel wordt er druk gebouwd aan het tweede deel van het Feringa complex op Zernike, die naar verwachting in de zomer van 2027 opgeleverd wordt.

En een ander project waar Welmer met trots op terugkijkt is Zin in Zuid, de oude technische school van het Noorderpoort College, getransformeerd tot appartementen: “Het is een prachtig gebouw met veel historische details en ook waardevol voor de geschiedenis van het gebied zelf. Dat wilden we zoveel mogelijk intact laten en juist niet met de sloopkogel er doorheen en alles platgooien. We kijken altijd naar de historische waarde en hoe we het beste dingen kunnen behouden. De school is lange tijd een belangrijk onderdeel van de buurt geweest en dat is het nu nog steeds, zij het met nu een woonfunctie.”

‘Een boer heeft ook gewoon een bedrijf te runnen, dus die kan niet zomaar alle werkzaamheden neerleggen zodat wij snel aan de slag kunnen.’

Gezonde groei

Bij alle projecten staat naast duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid ook nuchter ondernemerschap centraal. “Het team in Groningen bestaat uit collega’s uit de regio die de markt goed kennen en ruime ervaring hebben in de verschillende sectoren waarin Koopmans actief is”, aldus Welmer.

“We kunnen veel, maar we zijn ook heel eerlijk. Als we een klantvraag niet waar kunnen maken, dan geven we dit eerlijk aan”, vervolgt Welmer. “Want we zitten niet in de wedstrijd om zoveel mogelijk werk binnen te halen en daarmee in te leveren op de kwaliteit. We gaan voor gezonde groei. En dat doen we door duurzame relaties op te bouwen met leuke opdrachtgevers en als enthousiast team te werken aan projecten waar we een maatschappelijk verschil mee kunnen maken. ”

Gemeente Stadskanaal: “Naar de tijd van willenkrimp we niet terug”

Pal op de grens tussen Groningen en Drenthe ligt de gemeente Stadskanaal, ooit ontstaan als aanlegplaats langs een van de drukste vaarroutes van Nederland. En zoals veel kleinere gemeenten en dorpen in de provincie, heeft Stadskanaal jaren moeten worstelen met een krimpbeleid en leegstaande kavels. Maar de komende jaren komt daar eindelijk verandering in, met ongeveer 275 nieuwe woningen die de komende jaren gebouwd gaan worden.

De komende jaren wordt er flink gebouwd, maar dat had volgens wethouder Egbert Hofstra ook nog wel flink wat voeten in de aarde. “Tot grofweg 2020 werd er een nullijn gehanteerd, dus als je iets wilde bouwen, moest er eerst iets gesloopt worden”, aldus Hofstra. “Dat beleid was bedoeld om de verwachte krimp in goede banen te leiden, maar we denken dat het de krimp juist verergerd heeft. En toen de huizenmarkt ineens hard aantrok, was er geen plan en ook geen organisatie om plannen te maken en uit te voeren. Het kostte dus wel wat moeite om alles weer op gang te krijgen. Maar het is gelukt en we hebben plannen waar we trots op mogen zijn.”

Mooie locaties, mooie mix

Eén van de locaties waar gebouwd wordt, is het LTS park in Musselkanaal. “Lefier had op deze plek ongeveer 20 jaar geleden zo’n 80 woningen gesloopt”, zegt Hofstra. “Daar hadden ze wel zo’n 30 tot 40 woningen

voor teruggebouwd, maar per saldo was er hier dus nog een hoop ruimte over. Voor de plannen hebben we veel samengewerkt met de Stichting Dorpsbelangen, die actief hebben meegedacht over de invulling en dit was overigens ook één van de locaties die ze zelf hebben aangedragen. En het feit dat ze zo betrokken waren is fijn, want dat bevestigt dat het maatschappelijk draagvlak voor alle bouwplannen ook groot is.”

‘Het uitgangspunt is dat de groenkwaliteit van het park wordt verbeterd.’

Het plan is om er dertien woningen te bouwen, waar rond 2026 mee gestart moet worden. Aan de oostzijde worden

negen levensloopbestendige woningen gebouwd, met de voorkant naar het park. Aan de Anemoonstraat worden drie starterswoningen gerealiseerd. Tenslotte wordt aan de Gladioolstraat één vrijstaande woning gebouwd. “Het uitgangspunt is dat de groenkwaliteit van het park wordt verbeterd”, zegt Hofstra. “Verspreid over het park worden nieuwe bomen aangeplant en wordt er centraal in het park een ontmoetingspunt/speelplek gerealiseerd.

Gabriel Damschool

Ook wil de gemeente een hofje met 15 koopwoningen en een wooncomplex met nog eens 24 appartementen laten bouwen op het terrein van de voormalige Gabriel Damschool in Stadskanaal. Het moeten duurzame en architectonisch gevarieerde woningen worden, gericht op starters, kleine huishoudens en senioren. ”Ook dit terrein heeft jaren braak gelegen, maar het is een fantastische centrale locatie met alle voorzieningen in de buurt”, zegt Hofstra. ‘Rond 2027 zou alles klaar moeten zijn.”

Belangstelling was er meer dan genoeg, vooral ook onder senioren. “Dat ligt natuurlijk ook aan de vergrijzing”, aldus Hofstra. “Ze komen ook bijna allemaal uit de regio. De kinderen zijn uit huis en ze zoeken vaak een kleinere woning of appartement, voordat hun eigen woning echt te groot wordt. En met het centrum om de hoek is er behoorlijk wat interesse in deze locatie. En dat hebben we gemerkt, want er waren een paar honderd man bij de informatiebijeenkomst.”

‘Tien jaar geleden kon je hier voor een ton nog een rijtjeswoning kopen.’

komen 36 woningen. Het gebied van anderhalve hectare moet daarnaast veel groen en een vijver krijgen. “Een hele mooie locatie die altijd al bedoeld was voor woningbouw, maar door het krimpbeleid dik tien jaar lang braak heeft gelegen”, aldus Hofstra. “En aan de Gelderselaan ertegenover stond het ook lange tijd leeg. Daar stonden eerst huurhuizen en het was de bedoeling dat de hele wijk gerevitaliseerd zou worden. Lefier is daarmee wel gestart en heeft de huizen gesloopt, maar toen sloeg de kredietcrisis in en is er nooit meer iets terug gebouwd.”

“Van de 36 woningen is ongeveer 30% bestemd voor sociale huur”, vervolgt Hofstra. “We benutten de bestaande brede watergang en zware houtsingels rondom als inpassing en alle woningen zijn gepland rond een groen binnenhof met natuurlijke waterpartij. Daarom vinden we ook het belangrijk om ervoor te zorgen dat het hele gebied zo klimaatadaptief mogelijk is, dus is er veel aandacht voor waterberging. Zo zorgen we ervoor dat het robuust genoeg is om zowel natte als droge periodes op te kunnen vangen.”

Huizenprijzen

De huizen in de gemeente Stadskanaal zijn nog steeds relatief goedkoop, maar het gaat volgens Hofstra hard omhoog sinds een paar jaar. “Tien jaar geleden kon je hier voor een ton nog een rijtjeswoning kopen. En we stonden heel lang nog op de lijst van het CBS als gemeente waar je onder de 3 ton een woning kunt kopen. Daar staan we nu niet meer op en het wordt voor ons ook lastiger om de groeiende groep starters te bedienen. We bieden wel een starterslening aan tot 250.000 euro, maar dat bedrag is eigenlijk alweer te laag.”

Frankrijklaan

Op het terrein van een oude Noorderpoort Locatie aan de Frankrijklaan in Stadskanaal

De prijzen liggen nog wel relatief laag voor landelijke begrippen, maar dat brengt volgens Hofstra wel weer een ander probleem met zich mee: onrendabele top. “De bouwkosten zijn wel gelijk met de rest van het land, dus door de lagere huizenprijzen zijn we als gemeente voor

veel aannemers minder rendabel voor nieuwbouw. We moeten het daarom ook echt hebben van lokale aannemers met een hart voor de regio en die zijn er gelukkig ook.”

Nedersaksenlijn

Of er nog meer gebouwd gaat worden, hangt volgens Hofstra ook samen met de komst van de Nedersaksenlijn tussen Enschede en Groningen. “Dat moet echt een belangrijke impuls voor de regio worden. En als dat allemaal doorgaat, zullen we naar verwachting nog honderden, zo niet duizenden woningen gaan moeten bijbouwen. Met die plannen zijn we ook al bezig, zodat we ook snel stappen kunnen maken als het zover is. Daarbij is het belangrijk dat we de buitendorpen van

onze gemeente hier ook zoveel mogelijk in betrekken, of ervoor zorgen dat er in ieder geval daar ook kavels te koop staan. Want naar die tijd van krimp willen we niet terug.”

Gabriel Dam locatie Ontwerp hoek ContinentenlaanEuropalaan

‘De bouwkosten zijn wel gelijk met de rest van het land, dus door de lagere huizenprijzen zijn we als gemeente voor veel aannemers minder rendabel voor nieuwbouw.’
“GeWOON Groen bundelt de krachten om verduurzaming te versnellen”
Rolf Koops en Fred Sekema:

Wie grote stappen wil zetten, moet slim met zijn energie omgaan. Dat is in het kort gezegd de insteek van samenwerkingsverband GeWOON Groen. Samen pakken ze de uitdagingen aan om bestaande woningen duurzamer en klaar voor de toekomst te maken. In gesprek met projectdirecteur Rolf Koops en Fred Sekema, programmamanager Verduurzaming bij Wold & Waard, blijkt dat versnellen en opschalen zorgt voor een efficiënte aanpak. En dat is nodig, want er ligt een klip en klare ambitie aan GeWOON Groen ten grondslag: in 2050 willen de corporaties immers CO2-neutraal en aardgasloos zijn.

GeWOON Groen is een samenwerkingsverband van vijf Groningse woningcorporaties, namelijk Acantus, Wierden en Borgen, Groninger Huis, Lefier en Wold & Waard. Samen verhuren zij ruim 60.000 sociale huurwoningen in de provincies Groningen en Drenthe. GeWOON Groen werd in 2022 opgericht als een uitvloeisel van gesprekken tussen de G13, de dertien Groningse wooncorporaties die destijds aan tafel zaten. Daar werd de noodzaak besproken om gezamenlijk tot een actieplan te komen voor de energietransitie en een CO₂-vrije toekomst. Rolf: “We hebben de handen ineen geslagen en het voortouw genomen.Je kunt de vijf spelers zien als een kopgroep die voor het peloton uit gaat. Wij hebben een mooie regionale spreiding, van noord tot zuid en van oost tot west, in Stad en ommeland. Onder onze huurders bestaat energiearmoede, iets wat in het noorden extra nijpend is. Dit heeft enerzijds te maken met de koopkracht, maar ook met het type woningen. Gemiddeld zijn de woningen hier groter, waardoor ze duurder

zijn om te verwarmen.De gevolgen daarvan kunnen schrijnend zijn, wat actie vereist.”

Fred Sekema, programmamanager Verduurzaming

Die actie is aanstaande, want in de komende vier jaar moeten er 16 duizend huizen worden gerenoveerd. Die gaan van het gas af of worden daar klaar voor gemaakt. Hiermee wordt een aanzienlijke CO₂-reductie gerealiseerd. Tegelijkertijd willen de partijen een slag slaan op het gebied van circulaire bouw en een biobased aanpak. Om deze processen te versnellen en op te schalen is GeWOON Groen opgezet. Dat gaat op drie manieren: door het delen van kennis en ervaring, door bewoners bewust te maken en te helpen om energie te besparen en door een gezamenlijke aanpak om samen sneller te verduurzamen. Volgens Fred Sekema is er veel interesse van corporaties in de aanpak van GeWOON Groen. “Door onze kennis te bundelen en door met focus aan de slag te gaan, zien andere partijen dat we voortvarend werken. Ze kijken met belangstelling naar wat we bereiken. We werken in een traditionele sector die moet inspelen op ontwikkelingen, zoals energiezuinig en gezond wonen. Dat is een opgave die alle corporaties bezighoudt, en omdat het betaalbaar moet blijven is het des te relevanter om samen te werken in een krappe arbeidsmarkt.”

Buitenboordmotor

Een voorbeeld van die betaalbaarheid is de gezamenlijke inkoop van zonnepanelen. Fred: “Eén van de corporaties had al zonnepanelen ingekocht. Met hun kennis hebben we toen samen ingekocht. Dat is ook onze kracht; durven delen. We hoeven geen concurrent van elkaar te zijn bij zoiets wezenlijks als verduurzaming. Dat overstijgt de individuele belangen. Om onze gezamenlijkheid te benadrukken

hebben we in samenwerking met de Hanze in Groningen een kennisprogramma biobased en circulair bouwen opgezet. Dat is een opleiding voor medewerkers van alle corporaties, waarin we praktisch en strategisch met elkaar werken en denken. Dat gaat via workshops en inspiratiesessies, en werkt goed om te benadrukken dat we de uitdaging samen moeten aangaan.”

Rolf vergelijkt GeWOON Groen graag met een buitenboordmotor. “GeWOON Groen is geen zware organisatie, het is juist heel praktisch en lean. De stuurgroep gaat over de strategie, de budgetten en het jaarplan, terwijl de werkgroep bestaat uit collega’s van aangesloten organisaties. GeWOON Groen is de aanjager, het platform waarop we elkaar scherp houden. Het is daarmee niet vrijblijvend, maar ook niet verplicht. Niet alles hoeft samen gedaan te worden. Het is een informele samenwerking, een coalition of the willing, met veel commitment.”

Samen werken en opschalen

Waar GeWOON Groen recentelijk haar nut bewees, is bij het MEER-programma dat vanuit de overheid werd geïnitieerd en dat duurzame renovaties subsidieert.

Fred: “De vraag vanuit de overheid was: ‘hoe kunnen we slimmer renovatiestromen organiseren?’ Vanuit meer dan dertig verschillende aanpakken zijn we tot vier gemeenschappelijke gekomen. Daarmee pakken we de versnippering in de markt aan en stroomlijnen processen. Aan de hand van het MEER-programma hebben we dat geharmoniseerd in een plan dat 2.100 woningen in vier jaar aanpakt, door ons te concentreren op deze vier manieren die opschaalbaar zijn. Daar is 11 miljoen euro subsidie voor vrijgemaakt. Zo laten we zien dat het belangrijk is om samen te werken en op te schalen.”

Concreet wordt dit bij de renovatieplannen rond biobased daken. Volgens Rolf is het daarbij zaak om het gezamenlijk te regelen. “Iedereen blijft verantwoordelijk voor zijn eigen woningen, maar we moeten partijen

extra perspectief bieden. Simpel gezegd: aantallen en duurzame kwaliteit omhoog, prijs per stuk omlaag. Daarbij moeten we zoveel mogelijk de lokale economie stimuleren, dus wordt het werk in de regio gedaan. Het mooie van GeWOON Groen is dat de contacten er al waren, we konden snel schakelen. Er was vertrouwen aan tafel en daarmee haakten ook de aannemers snel aan.” Toch heeft GeWOON Groen niet alles in de hand, zegt Rolf. “Ons succes is ook afhankelijk van een aantal externe factoren, zoals de netcongestie. We kunnen wel van het gas af willen, maar dan moet er wel capaciteit op het net zijn. Daarom horen netbeheerders ook aan tafel. Alleen als we er met elkaar de schouders onder zetten, kunnen we de uitdagingen aan.”

Rolf Koops, projectdirecteur
‘We hoeven geen concurrent van elkaar te zijn bij zoiets wezenlijks als verduurzaming. Dat overstijgt de individuele belangen.’

“Meesters in duurzaam bouwen”

Soms kijk je naar een bedrijf en zie je meteen: hier klopt het. Bij Jorritsma Bouw, een familiebedrijf met een geschiedenis die teruggaat tot 1880, is dat precies het geval. Met 250 medewerkers, een indrukwekkende jaaromzet van meer dan 165 miljoen euro en een duidelijke focus op duurzaamheid en innovatie, bewijst Jorritsma keer op keer dat bouwen meer is dan stenen stapelen. “Houd het oog voor mens, milieu en toekomst goed in de gaten.” De filosofie van de ervaren bouwer aan de hand van een aantal praktijkvoorbeelden.

De focus op duurzaamheid komt tot uiting in projecten door heel Nederland, zoals in Sneek. Aan ’t Harste zijn kortgeleden 48 zorgappartementen opgeleverd. Speciaal ontworpen voor ouderen met dementie, bieden deze woningen naast comfort ook een gezonde en duurzame leefomgeving. Bij de bouw hield Jorritsma zich helemaal aan de zogenoemde BREEAM-NL richtlijnen.

BREEAM-NL is een beoordelingsmethode waarmee de duurzaamheid van gebouwen wordt gemeten. Het kijkt naar alles: energie-efficiëntie, materialengebruik, waterverbruik en zelfs hoe prettig een gebouw is voor de mensen die er wonen. Want ook de omgeving werd niet vergeten. Het terrein werd zorgvuldig voorbereid om vogels niet te storen tijdens hun broedseizoen, en vrachtverkeer werd zó gepland dat scholieren veilig konden blijven fietsen. Een voorbeeld van bouwkunst

waarin techniek en menselijkheid samenkomen.

Pionieren in Leeuwarden

In de wijk Unia in Leeuwarden wordt gewerkt aan een plan voor twintig volledig biobased woningen. “Dit is echt nieuw terrein,” vertelt Henk Rozema namen het bouwbedrijf. Samen met partners zoals Achterbosch Architecten en de Rabobank onderzoekt Jorritsma hoe biobased bouwen niet alleen milieuvriendelijk, maar ook betaalbaar kan zijn. “We meten alles: uitstoot, energieverbruik, kosten. Het is pionieren, maar het levert ontzettend veel kennis op voor de toekomst.”

Bij Jorritsma Bouw gaat duurzaamheid niet alleen over zonnepanelen en isolatie, maar over innovatie, slim plannen en rekening houden met mensen én de omgeving. Van sociale huurwoningen tot een verkeerstoren

Aan ‘t Harste, Sneek

en een kaasfabriek: elk project vertelt een eigen verhaal.

Ook in Sneek, maar dan in de wijk Noorderhoek kregen 338 sociale huurwoningen van Elkien een duurzame make-over. Het ging hier om nieuwe dakisolatie, zonnepanelen en keukens en badkamers. Dankzij een strakke planning en nauwe samenwerking met de bewoners wist Jorritsma deze grootschalige klus naar tevredenheid van alle partijen af te ronden. Henk: “Die blijdschap bleek onder andere toen enkele bewoners onze collega’s op taart trakteerden.”

‘Geen massaproductie zonder karakter, maar flexibele conceptwoningen met oog voor detail, duurzaamheid en wooncomfort.’

Bloemwijk, Alkmaar: conceptueel ontzorgen

Bloemwijk Alkmaar

In de Alkmaarse Bloemwijk bouwt Jorritsma Bouw niet alleen nieuwe woningen,

maar een duurzame toekomst. “Met ons Simpl-i bouwconcept realiseren we 172 energiezuinige huizen die perfect passen bij de wijk. Geen massaproductie zonder karakter, maar flexibele conceptwoningen met oog voor detail, duurzaamheid en wooncomfort”, vertelt projectmanager Peter Hofman: “We bouwen volledig gasloos, maken gebruik van circulaire materialen en zorgen voor een hoge isolatiewaarde. Dat betekent lagere energiekosten voor bewoners en een kleinere ecologische voetafdruk.” Ook de indeling en afwerking zijn aanpasbaar, zodat huurders invloed hebben op hun nieuwe woning.

Duurzaamheid gaat verder dan alleen materialen en energie. Omdat veel bewoners al jarenlang in Bloemwijk wonen en graag willen blijven, wordt in drie fases gebouwd. Eerst worden een aantal nieuwe woningen opgeleverd, zodat bewoners geleidelijk kunnen verhuizen zonder de wijk te verlaten. “Zo blijft de sociale samenhang behouden,” zegt Peter. “We bouwen niet alleen huizen, maar een toekomst voor de buurt.” De Bloemwijk wordt zo vernieuwd, maar blijft zichzelf. Een energiezuinige, circulaire en sociale metamorfose.

MOON

Op het industrieterrein van Heerenveen realiseerde Jorritsma Bouw voor Ausnutria een ultrafiltratiefabriek, blikfabriek en als laatste een poedertoren, genaamd; Project MOON. Een mooie uitdaging om een gebouw neer te zetten waarbij het bouwproces volledig in dienst stond van de installaties. In elke fase van de bouw moest rekening gehouden worden met de installaties, die later pas het gebouw in getild zouden worden. Het project gaat uit van een volledig gasloos productieproces en draait helemaal CO2– en zonder stikstof (-uitstoot). Ook in de bouw is de CO2uitstoot geminimaliseerd door bijvoorbeeld zoveel als mogelijk elektrisch aangedreven materiaal te gebruiken.

Nieuwe inzichten

Klimaatverandering, strengere milieueisen,

nieuwe wet- en regelgeving: de bouwsector wordt min of meer tot nieuwe inzichten gedwongen. “Dat vraagt om slimme oplossingen”, zegt Henk Rozema. “We krijgen steeds vaker te maken met zware regenbuien en warmere zomers. Bij nieuwbouw en renovaties houden we daar rekening mee. Zo verharden we de grond minder, plaatsen we infiltratiekratten of leggen we waterbuffers aan om wateroverlast te voorkomen en het riool te ontlasten. Daarnaast werken we vaak samen met woningcorporaties om vloerkoeling te installeren en woningen koel te houden in de zomer.”

Bij Jorritsma Bouw gaat het verder dan alleen praktische oplossingen voor het veranderende klimaat. Innovatief en duurzaam bouwen staat altijd centraal. Een voorbeeld hiervan is de pilot met twintig volledig biobased woningen in de wijk Unia in Leeuwarden.

Circulair Friesland

Jorritsma Bouw is aangesloten bij Vereniging Circulair Friesland, wat bijzondere samenwerkingen oplevert. “GreenInclusive uit Drachten heeft isolatiemateriaal ontwikkeld van vezelhennep. Dit biobased materiaal gaan we bij verschillende woningcorporaties toepassen,” legt Henk Rozema uit. “Wat voor de ene corporatie goed werkt, kan ook voor een ander interessant zijn. Corporaties zoals Elkien, Accolade, Lefier en Wierden & Borgen lopen vaak tegen vergelijkbare uitdagingen aan. Door samen te werken, kunnen we écht iets betekenen op het gebied van biobased wonen en leven.”

Hij vervolgt: “We werken met prefabmodules, waaronder houtskeletbouw, waarmee we snel en efficiënt kunnen bouwen. Het mooie is dat het een combinatie van maatwerk en massaproductie oplevert.” Dit concept heeft al geleid tot indrukwekkende resultaten, zoals de recente oplevering van 46 sociale huurwoningen in Joure in slechts een halfjaar tijd.

Duurzaam materieel en afvalscheiding Niet alleen het bouwen zelf, maar ook de bedrijfsvoering bij Jorritsma is gericht op duurzaamheid. “Ons materieel hebben we een paar jaar geleden ondergebracht bij Sijperda Verhuur,” vertelt Henk. “Daardoor beschikken we altijd over de beste machines en materialen, terwijl zij ook maatwerk leveren. Zo kunnen we op de bouwplaats duurzaam werken, met minimale CO2uitstoot.”

‘Wat voor de ene corporatie goed werkt, kan ook voor een ander interessant zijn.’

Hij doelt onder andere op het gebruik van elektrische hoogwerkers, accu’s die werken op zonne-energie, en emissievrij transport. Daarnaast is ook het afvalbeheer aangepakt: “Door het afval te scheiden met hulp van Visser ATR maken we een groot verschil. Het afvoeren is goedkoper, hergebruik van materialen wordt eenvoudiger en we sparen grondstoffen uit. Het scheelt echt enorm. We bouwen niet alleen voor vandaag, maar ook voor de generaties die na ons komen,” besluit Henk. En met die visie zet Jorritsma. Bouw de toon: meesters in duurzaam bouwen.

Ausnutria, Heerenveen

Terugblik op het Noordelijk Vastgoedcongres 2025

“Innoveren in een wereld vol verandering”

Het is zijn vierde jaar bij studievereniging Villa ’96, maar zijn tweede als voorzitter én de eerste keer dat er een muzikale afsluiter is. François Atsma blikt met plezier terug op de afgelopen editie van het Noordelijk Vastgoedcongres, hét jaarlijkse evenement dat wordt georganiseerd door een zevenkoppig bestuur vastgoedstudenten.

Dit jaar werd er flink vernieuwd, passend bij het thema van 2025: Innoveren in een sector vol verandering. Van interactieve workshops tot een stevig discussiepanel en een bruisende netwerkborrel – deze editie had het allemaal. In dit artikel blikt François terug op het congres en kijkt hij alvast vooruit naar volgend jaar.

Brug tussen studenten, professionals en bedrijven In de afgelopen jaren is het Noordelijk Vastgoedcongres uitgegroeid tot een jaarlijks terugkerend, drukbezocht evenement in de vastgoedsector. Wat François betreft, worden ze het grootste vastgoedevenement van Noord-Nederland. “Niet alleen omdat het leuk

is om te organiseren, maar vooral omdat het congres de brug slaat tussen de studie en de praktijk. Dit is hét moment waarop vastgoedstudenten en vastgoedgerelateerde bedrijven elkaar ontmoeten.”

Een van de belangrijke pijlers is de zichtbaarheid van hbo-studenten vastgoedkunde. “Veel bedrijven richten zich in hun werving op wo-studenten, terwijl er op het hbo ontzettend veel talent rondloopt,” legt François uit. “Met het congres laten we zien dat onze studenten niet alleen theoretische kennis hebben, maar ook praktische skills en een hands-onmentaliteit. Dat wordt door bedrijven gewaardeerd. En voor studenten is het een mooie kans om te netwerken.”

De afgelopen jaren heeft het congres bovendien een steeds breder publiek aangetrokken. “We zien steeds vaker bezoekers uit andere steden en van universiteiten. Studenten van vastgoedgerelateerde wo-opleidingen, maar ook mensen die al in het werkveld zitten en zich verder willen oriënteren.” Daarnaast komen er jaarlijks geïnteresseerden zonder vastgoedachtergrond, maar met een brede interesse in de sector. François juicht het toe: “De mix van studenten, bedrijven en professionals zorgt voor interessante gesprekken.”

Innovatie in de vastgoedsector

Het thema Innoveren in een sector vol verandering was dit jaar een rode draad in het programma. “Innovatie betekent niet alleen technologische vooruitgang, maar ook nieuwe manieren van denken en werken,” legt François uit. “In de vastgoedsector zien we grote veranderingen op het gebied van duurzaamheid, regelgeving en financiering. Dit congres biedt de ruimte om daar dieper op in te gaan.”

Een belangrijk onderwerp was de transformatie van bestaande gebouwen. “We zien steeds vaker hergebruik van bestaande bouwmaterialen in plaats van volledige sloop. Dat vraagt een andere manier van ontwikkelen en ontwerpen,” vertelt François.

Architect Allart Vogelzang van Vector-I besprak hoe duurzame bouwtechnieken, zoals houtbouw en circulaire materialen, een sleutelrol spelen in de toekomst van vastgoed.

Daarnaast stond de invloed van regelgeving centraal, zoals de strengere stikstofmaatregelen en veranderende belastingwetgeving. “Voor beleggers en ontwikkelaars heeft dit enorme gevolgen. Sommige projecten worden hierdoor financieel minder aantrekkelijk, terwijl andere juist nieuwe kansen bieden,” zegt François.

‘Innovatie is geen luxe, maar een noodzaak.’

Ook alternatieve woonvormen kwamen aan bod. “Modulair bouwen en flexibel in te richten gebouwen winnen aan populariteit. Door slimmer te bouwen, kunnen we beter inspelen op demografische en economische veranderingen,” vertelt François. “De vastgoedsector moet zich aanpassen aan de snel veranderende wereld. Daarom is innovatie geen luxe, maar een noodzaak.”

Workshops en speeddates Om de interactie te bevorderen, waren er zeven workshops en diverse speeddates met CEO’s en vastgoedprofessionals. De workshops gaven bedrijven de kans om studenten op een praktische manier kennis te laten maken met het vak. “Bijvoorbeeld met een workshop waarin studenten leerden hoe taxaties werken met data. Of een case waarbij ze moesten meedenken over een vastgoedproject. Het is een leuke manier om studenten nog actiever te betrekken.”

Minstens zo waardevol was het speeddateonderdeel, waarbij studenten in kleine groepjes spraken met CEO’s en managers. “Je kunt dan echt vragen stellen over hun carrière, hun visie op de markt en hoe ze in

hun rol zijn gekomen. Het was laagdrempelig en gaf studenten een unieke kans om in korte tijd waardevolle contacten te leggen.”

Om de setting informeler te maken, werd het speeddaten gehouden in een bruin café onderin de congreslocatie. “Geen stijf zaaltje met TL-verlichting, maar een gezellige ruimte met een bar, muziek en een ontspannen sfeer.” Dat bleek een succesformule. “De bedrijven die deelnamen gaven aan dat het een waardevolle toevoeging was. Het gaf hen een kans om direct in gesprek te gaan met gemotiveerde studenten.”

‘Het congres slaat de brug tussen studie en praktijk.’

Stevige discussies en scherpe stellingen

Een ander hoogtepunt was het discussiepanel, waar sprekers uit verschillende hoeken van de vastgoedsector met elkaar én het publiek in debat gingen. “We hadden een mooie mix van panelleden”, zegt François. “Het panel bestond uit columnist Ebru Umar, vastgoedbeheerder Johannes Bruining en vastgoedontwikkelaar Jaap ten Hoor.”

Als Ebru Umar aan het woord was, zat het publiek op het puntje van hun stoel. “Ze is een pittige spreker die zowel het panel als het publiek flink uitdaagde.” Het publiek werd namelijk actief betrokken met stemrondes. “Iedereen kreeg een groene en rode kaart waarmee ze voor of tegen een stelling konden stemmen. Vervolgens gooiden we de draagbare microfoon om meningen in het publiek op te halen.” François lacht. “Je kreeg zomaar de beurt om de stelling toe te lichten. De verschillende perspectieven waren heel leerzaam en interessant om te horen.”

Een knallende afsluiter met muziek Dit jaar werd het congres afgesloten met een geslaagde borrel, gesponsord door Solide Vastgoed Beheer. “We wilden een borrel die niet alleen een netwerkgelegenheid was, maar ook echt een feestelijke afsluiting waar mensen met plezier aan terugdenken,” vertelt François. “Daarom was er een liveoptreden van een zanger, een primeur op ons congres.”

Daarnaast werd de avond muzikaal omlijst door een dj die loungemuziek draaide. Voor de aanwezigen een uitgelezen moment om informeel verder te praten of om de informatie van de dag op zich te laten inwerken. “We hoorden van verschillende aanwezigen dat ze het een hele leuke toevoeging vonden. Je merkt dat netwerken makkelijker gaat als de sfeer ontspannen is.”

Nu al zin in volgend jaar

Met deze editie nog vers in het geheugen kijkt François alvast vooruit naar 2025. “We blijven vernieuwen en kijken nu al hoe we het programma nog beter kunnen maken.” Het doel voor volgend jaar? Groter en professioneler. “We willen het congres nog beter neerzetten, met nog meer bedrijven, sprekers en een uitgebreider programma. Het moet dé plek worden waar studenten en professionals uit heel Nederland samenkomen.”

Wat er precies op de planning staat, blijft nog even geheim. “Maar een ding is zeker: we gaan weer iets neerzetten waar studenten én bedrijven iets aan hebben.” Wederom kijkt François alvast uit naar de samenwerking met vastgoedbedrijven. “Geïnteresseerden mogen zich zeker bij me melden, dan gaan we de mogelijkheden voor volgend jaar bespreken!”

UW VASTGOED VAST GOED VERZEKERD

Met onze gespecialiseerde vastgoedverzekering profiteert u van:

Scherpe premie - Optimaal verzekerd tegen een uitstekende prijs

Uitmuntende voorwaarden - Speciaal voor vastgoedportefeuilles

Speciale dekkingen - Perfect voor verhuurd vastgoed

Minimale administratie - Efficiënt en zorgeloos geregeld

Dé verzekering voor verhuurd vastgoed en vastgoedportefeuilles.

Sylviuslaan 3, 9728 NS Groningen 050-5251234 - vastgoed@firmo.nl vastgoedverzekeringen.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.