8 minute read
Welkom op de Academie
De plannen waren er al zo lang, nu wordt het waar: het Rotterdams Philharmonisch Orkest krijgt een eigen Academie. Vijf jonge strijkers, gekozen uit 220 aanmeldingen, leren vanaf 10 september een seizoen lang alles over die zo bijzondere kunst: spelen in een toporkest.
Die dag eind juni is in de Doelen de sfeer ingetogen, toch hangt er een zekere spanning. Mannen en vrouwen lopen in zichzelf gekeerd deuren in en uit.
Anderen werpen in kleine zalen blikken op een groot scherm waarop je een cellist bezig ziet. Daar komt een jonge vrouw een deur uit, de paardenstaart wipt op en neer terwijl ze de langs de galerij wegbeent. De cello hoog bij de linkerschouder, iets van eenzaamheid over zich.
Zij is een van de 21 cellisten die vandaag auditie doen voor, voluit: de Rotterdam Philharmonic Orchestra Academy, een nieuw project. Van hen zal vandaag één deelnemer een plek op de Academie toegekend krijgen. Logisch dat er spanning hangt: de musici komen voor een kwartier auditie uit alle uithoeken van Europa hierheen. ‘Vorige week bij de eerste sessie kwam iemand aan met een nachttrein en vertrok dezelfde avond weer, om overnachtingen uit te sparen’, vertelt Anne Sjoukema, als medewerker development van het orkest nauw betrokken bij de opzet van de Academie. Niet alleen de kandidaten zijn nerveus, zegt Sjoukema. ‘Het is voor iedereen de eerste keer. Het Concertgebouworkest heeft een academie, in Berlijn is er een. Wij zitten in de beginfase.’
Orkestinspecteur Monique van Zelst staat bij de ingang van de zaal waar leden uit de cellosectie van het orkest bij de audities jureren. Zij zag iemand ‘helemaal shakend’ naar buiten komen, vertelt ze. Anderen, zoals de jongeman met het knotje die nu in een hoek met zijn instrument klaarstaat en haastig een beker water inschenkt, zijn schijnbaar onbewogen. Zelf weet Van Zelst, die vroeger remplaceerde bij het orkest (altviool), hoe de dingen kunnen gaan, want de Academie is dan wel nieuw, het fenomeen auditie niet. ‘Je hebt mensen die voor een reguliere plek een goede auditie doen maar toch niet in het orkest blijken te passen. Andersom kan ook.’
Iemand laat de jongeman met het knotje iets op een tablet zien en neuriet voor, hij knikt. Het bekertje water trilt in z’n vingertoppen. Zijn droom: een leven in het teken van muziek, spelen in een orkest voor een publiek van liefhebbers. De komende dertien minuten zullen bepalend zijn voor het komende jaar.
Orkestspel anno 2021 Normaal duurt zo’n auditie vijf minuten, maar omdat de belangstellenden van zo ver komen is besloten er dertien van te maken, althans vandaag, voor de cellisten. Arto Hoornweg (64), jarenlang trompettist in het Rotterdams Philharmonisch Orkest, is coördinator van de Rotterdam Philharmonic Orchestra Academy. Zo’n 220 jonge musici, strijkers, hebben zich in het voorjaar aangemeld met een motivatiebrief en voorgespeeld op video, vertelt hij. Van hen mochten er 43 verspreid over twee dagen in de Doelen auditie doen; ze krijgen uitgebreide schriftelijke feedback van de jury. ‘Opbouwend. Dan kunnen degenen die het niet zijn geworden er hun voordeel mee doen.’ Vijf post-masterstudenten zijn inmiddels uitverkoren. Vanaf 10 september zullen zij minimaal twaalf weken meedraaien in het orkest, deelnemen aan een kamermuziekprogramma, proefspeltraining en educatie volgen en daarnaast deelnemen aan meerdere fysieke en mentale trainingen. De bedoeling is talentontwikkeling, leren wat orkestspel is anno 2021. De academisten verblijven komend seizoen in een Rotterdams onderkomen met een eigen unit en een gedeelde keuken.
Voor Arto Hoornweg, sinds eind maart bezig met de Academie, zitten
Coördinator Arto Hoornweg: ‘Mijn hart gaat uit naar werken met jonge mensen’
de voorbereidingen voor deze eerste lichting er bijna op. Niet voor lang, want in oktober gaat de aanloop naar de tweede jaargang alweer van start, vertelt hij. Vanwege corona viel deze auditie pas eind juni, wel érg aan de late kant. Blij is hij, opgelucht. ‘Ik hou enorm van de muziek en dit orkest, waar ik al zo’n veertig jaar aan verbonden ben, en de kans om de laatste paar jaar voor het pensioen nog met zo’n project bezig te zijn heb ik met plezier aangegrepen. Mijn hart gaat uit naar werken met jonge mensen. Vandaar ook dat ik een dag per week lesgeef aan het conservatorium in Utrecht.’
Buddy/coach Pepijn Meeuws: ‘We gaan als orkestleden ook meer naar onszelf kijken’
Daarnaast, vertelt hij, houdt hij van het oplossen van organisatorische puzzels. Daar kon hij dit voorjaar z’n hart aan ophalen. ‘Tussen nul en het einddoel, vijf strijkers hiernaartoe halen, moesten we vanaf maart alle stappen nog bedenken. Daar gingen we...’ Hij schetst: overleg met aanvoerders van secties; daarna met de overige strijkers om ook van hen input te krijgen; afspreken welke stukken de kandidaten gingen voorspelen; adverteren op muvac.com (site met muziek-vacatures red.) en daarna ook nog rechtstreeks leraren en begeleiders bij conservatoria en jeugdorkesten aanspreken. Uiteindelijk plaatsten dus 220 belangstellenden hun video op muvac.com. Voor hen waren op de Academie vijf plaatsen beschikbaar: twee voor viool, een voor altviool, cello en contrabas. Voor elk van de vier instrumenten nodigde Hoornweg groepsleden uit voor de proefspelcommissie; zij horen immers medeverantwoordelijk te zijn voor de keuze. ‘Die commissies hebben de kandidaten nu dus geselecteerd’, zegt Hoornweg. ‘We zijn bezig met arbeidsvoorwaarden en andere info; hun leergang is ook in grote lijnen duidelijk. Ze komen in hun groep terecht en daar hebben ze in alle programma’s een stand partner naast wie ze zitten. Na drie programma’s volgt een evaluatie: hoe is het gegaan? Dat gebeurt volgens een zorgvuldig procedé. Met de aanvoerder, de stand partner en nog iemand die in de buurt is geweest – strijkers in een groep spelen natuurlijk dezelfde noten. En met de buddy.’
Aanspreekpunt De buddy maakt de academist vanaf 10 september wegwijs in het orkest en is het aanspreekpunt, ook voor de anderen in de groep als er wellicht iets zou spelen. Waar je als academist na drie programma’s van stand partner wisselt, houd je je de buddy tijdens de gehele periode. Zo’n buddy, of coach, is cellist Pepijn Meeuws (47). De werkwijze moet zich nog wel uitkristalliseren, zegt hij, benadrukkend dat hij de verantwoordelijkheid voor de begeleiding deelt met aanvoerder Emanuele Silvestri. ‘In de praktijk moeten we ons aanpassen, je weet niet van tevoren wat nodig is. Ik heb gebeld met collega’s van het Concertgebouworkest en dan hoor je hetzelfde, er is altijd ontwikkeling. Wat ik zo mooi vind aan dit project: het is niet alleen een geweldige kans voor jonge mensen, we gaan als orkestleden ook meer naar onszelf kijken. Hoe gaan wij met jong talent om? Wat leren we van hen? Hoe is onze eigen cultuur, wat kan er anders?’
Hoe dan ook, met jonge mensen moet je voorzichtig omgaan, vindt hij. ‘Je wilt ze beter maken, dus je gaat niet
Academist Eleonora Dominijanni: ‘Ik wil zien wat er mogelijk is. Ik kan niet wachten’
Ahold Delhaize
Zonder de ondersteuning van Ahold Delhaize had de Academy van het Rotterdams Philharmonisch Orkest weinig kans van slagen gehad. Frans Muller, ceo: ‘Deze academie is een fantastisch initiatief om jonge musici een kickstart te geven in hun muzikale loopbaan. Daarom maakt de bijdrage die Ahold Delhaize aan dit instituut mag leveren mij trots. In al onze markten doen wij dit ook: de ontwikkeling van jonge talenten aanmoedigen. Ik wens de deelnemers veel plezier en voorspoed.’ voortdurend op fouten wijzen. Dan loopt iemand vast. Zelf heb ik geen coach gehad, zestien jaar geleden, maar dat had ik best prettig gevonden eerlijk gezegd.’ Meeuws zal te maken krijgen met de Italiaanse Eleonora Dominijanni (25). ‘Ik hoorde een autonome muzikaliteit bij haar; zoiets zit in alle aspecten tegelijk, in de algemene manier waarop de klank ontstaat. Soms heb je, als je luistert, dat iets je afleidt, de musicus kan de klank niet vinden in de ruimte. Dat had ik bij haar niet. En ik was niet de enige.’ Eleonora Dominijanni had haar opleiding in Castelfranco Veneto, vlak bij Venetië. Super happy is ze. ‘Ja, een voorrecht, een buitenkans om veel te leren. Mijn ambitie? Veel ambities, ik wil zien wat er mogelijk is. Ik kan niet wachten.’ Voor de Rotterdam Philharmonic Orchestra Academy onderbreekt ze haar master in Den Haag waarvan ze er al een jaar op heeft zitten. ‘Of ik die af ga maken hangt af van hoe alles verloopt.’ Ook contrabassist Ricardo Neto uit Portugal (27) wordt buddy. ‘In een orkest spelen is zó anders dan solo’, zegt hij. ‘Het is een kunst op zich. Je sound goed samen laten gaan met die van anderen, de timing. Al die finesses gaan we de academist bijbrengen. Andreia Pacheco, de academiste die ik ga begeleiden, is een goede speler natuurlijk, al waren andere kandidaten dat ook; maar van haar had ik het idee dat ze het dichtst bij ons stond. Intuïtie, ja.’
Allure Het is nog maar het begin van het avontuur, zegt Arto Hoornweg. ‘Hoe zal zo’n jongere er straks instappen? Het kan weleens ontnuchterend zijn. Je hebt romantische ideeën maar een orkest is gewoon een bedrijf waar ook financiële belangen spelen... De bedoeling is na de eerste ervaringen de opleiding uit te breiden. De academy zal meer allure krijgen; we zullen ook blazers aannemen. Ja, fantastisch, ik merk dat er overal steun is. De staf en het orkest, ze dragen het project een warm hart toe.’ Buiten de Doelen, in de Kruisstraat, staat later op de auditiedag in juni de jongeman met het knotje met een peuk tussen de lippen en een smartphone aan z’n oor. Hij staat er berustend bij. Niet aangenomen, maar voor hem geldt, zoals voor iedereen: er komen altijd nieuwe kansen. ◆