10 minute read
Die Schöpfung - Jan Willem de Vriend
Charlotte Sprenkels legt uit hoe een harp werkt.
educatie
Ontdek het orkest
Hoe wordt een trombone gemaakt? Waarom heeft een harp zoveel pedalen? Kun je de snaar van een contrabas echt zien trillen? Het antwoord op die vragen – en nog veel meer – geeft onze gloednieuwe videoproductie Ontdek het orkest.
Beeld: Media Spark
De filmpjes met onze musici en presentator Freek den Hartogh werden speciaal gemaakt voor het basisonderwijs, maar eigenlijk zijn ze leuk en leerzaam voor muziekliefhebbers van alle leeftijden. Benieuwd?
Ga naar rpho.nl, navigeer via het menu naar Educatie > Basisonderwijs en ontdek het orkest.
Arjan Leenderts strijkt zijn laagste snaar aan.
Laurens Otto kan ook op een tuinslang hoorn spelen. Julien Hervé heeft klarinetten in alle soorten en maten.
Adriaan Feyaerts gunt ons een blik in zijn mancave.
Pierre Volders hamert een trombone in model. Anja van der Maten laat zien hoe je een hoboriet snijdt.
Unieke trompetten voor het orkest
In de zoektocht naar nieuwe instrumenten waren de trompettisten zelf nauw betrokken. De prototypes vlogen heen en weer tussen Italië en Rotterdam. De aanschaf van de Bosc-trompetten is het begin van een complete vernieuwing van het arsenaal.
Tekst: Rien van Genderen
Het is een lange zoektocht geweest. Alles bij elkaar nam hij zo’n vijf jaar in beslag. Vanuit heel Europa liet de trompetsectie van het orkest trompetten naar Rotterdam komen om uit te proberen. De behoefte aan nieuwe trompetten was namelijk groot. De instrumenten hebben nu eenmaal een beperkte levensduur. Daar kwam bij dat de homogeniteit aan klank wat problematisch was geworden door het vertrek van trompettisten en de komst van nieuwe spelers, ieder met hun eigen instrumenten. Uiteindelijk kwam de groep tot een keuze. Een bijzondere plek nemen de C-trompetten in van bouwer Cristian Bosc. De trompettisten waren zelf namelijk nauw betrokken bij het productieproces. Solotrompettist Alex Elia: ‘De ontwikkeling van de Bosc-trompetten heeft twee jaar geduurd. We hebben ze steeds weer uitgeprobeerd, onze opmerkingen aan de bouwer doorgegeven en weer opnieuw geprobeerd. We zijn de eersten ter wereld die deze trompetten gebruiken.’ Wat overigens niet wil zeggen dat ze exclusief voor het orkest blijven, inmiddels zijn de trompetten op de markt gekomen.
Geen barrières meer
Het laboratorium van Cristian Bosc bevindt zich in Chambave, in de Aostavallei die direct grenst aan de Mont Blanc. Het is ook het geboortedorp van Alex Elia. Bosc maakt zijn instrumenten zelf. Ook de machines die hij gebruikt heeft hij zelf ontwikkeld, laat collega-trompettist Simon Wierenga weten. De contacten met de bouwer werden verzorgd door Alex en (inmiddels vertrekkend) mede-solotrompettist Giuliano Sommerhalder. Simon en collega Jos Verspagen namen actief deel aan het uitproberen van prototypes. Simon: ‘We gaven met z’n allen commentaar, de trompetten gingen steeds heen en weer tussen Italië en Rotterdam, totdat we uitkwamen op het gewenste resultaat.’ Dat resultaat houdt in dat de trompetten aan de individuele bespeler zijn aangepast. Ze verschillen dus onderling. De verschillen zitten in Met de nieuwe trompetten in de Aostavallei. V.l.n.r. Simon Wierenga, Jos Verspagen, Cristian Bosc en Alex Elia.
meerdere details, zoals het gebruikte materiaal, de diameter van de mondpijp en de steunen waaraan je het instrument vasthoudt. Tegelijkertijd moesten de musici het ook samen eens zien te worden. ‘We zochten naar het instrument dat zich het beste schikt naar het individu terwijl het tegelijkertijd in het geheel moet passen’, legt Simon uit. Het unieke van de trompetten zit hem in de ventielen. Simon: ‘Deze trompetten hebben rotary ventielen (zie kader). Normaal gesproken moet je met die ventielen extra gas geven om een bepaald bereik te halen. In een rotary ventiel zit altijd een barrière. Dat kan leiden tot klankproblemen. Op basis van computerberekeningen heeft Cristian de diameter in de ventielen zo weten te veranderen dat de luchtstroom is verbeterd en de extra
weerstand in de trompetten is verdwenen. Ze spelen soepel en brengen een egaal geluid voort. Ook de collega’s van de andere secties in het orkest reageerden enthousiast toen we ze uitprobeerden. Ze hoorden duidelijk een ander geluid. Voor ons is het dus fijner spelen, de luisteraar hoort een ronder, minder schel geluid.’
Doodop na een Bruckner
Daar komt nog iets bij, legt Simon verder uit: ‘Het is belangrijk dat je je eigen instrument goed hoort, projectie heet dat in vaktermen. De Grote Zaal, met zijn forse omvang, kan die projectie lastig maken. Je krijgt de neiging om jezelf te forceren, wat de muziek niet ten goede komt. Vooral Alex, die als solotrompettist extra veel werk moet verzetten was doodop als we bijvoorbeeld een Bruckner hadden gespeeld. Hij moest zo hard werken. Dat projectieprobleem is nu een stuk minder geworden en we klinken als groep nu ook veel stabieler.’ De aanschaf van de Bosc-trompetten is gefinancierd door de Vrienden van het orkest, maar er waren meer trompetten toe aan vervanging. ‘Een trompet die intensief wordt gebruikt gaat hoogstens tien jaar mee, mits je er heel goed voor zorgt. Daarna is het gewoon schroot’, laat Simon weten. Alex legt uit: ‘In het orkest worden de C-trompetten het meest gebruikt, maar we hebben een grote variatie aan trompetten nodig, afhankelijk van het repertoire.’ Daarom wordt het complete arsenaal aan trompetten vernieuwd, ook weer met steun van de Vrienden. Uiteindelijk zal het gaan om twaalf nieuwe trompetten, waaronder ook ‘Amerikaanse’ C-trompetten met piston ventielen (zie kader). Alex: ‘Die zijn met hun slanke klank geschikt voor Amerikaans, Russisch en Frans repertoire, terwijl de mild en warm klinkende C-trompetten van Cristian Bosc gebruikt worden in de laatromantische muziek van Wagner en Bruckner.’
Absoluut top
Binnenkort hoopt de trompetsectie dus volledig voorzien te zijn van het allerbeste instrumentarium. Onno Servaas, penningmeester van de Vrienden, beschouwt de investeringen met tevredenheid. Het verzoek om de aanschaffingen kwam bij de Vriendenvereniging via de staf van het orkest. ‘Dat is de afgesproken procedure’, vertelt Onno. ‘We gaan daarbij niet over een nacht ijs. Er is regelmatig overleg met staf en directie van het orkest. Samen maken we uiteindelijk de keuze, afgaande op de voorkeur van de orkestleden en de offertes van de bouwers. Het gaat om een kerntaak van de Vriendenvereniging, het instrumentarium van het orkest moet absoluut top zijn. Wij zijn ervoor om dat mogelijk te maken.’ De trompetten die vervangen worden en niet volledig zijn afgeschreven zullen worden verkocht. De opbrengst kan door de Vrienden weer worden aangewend voor nieuwe aankopen, onderhoud of reparaties van instrumenten. De trompettisten van het orkest zijn de Vrienden erkentelijk. ‘Zonder hen zou dit niet mogelijk zijn geweest’, vertelt Alex. ‘Met hun giften geven ze ook een boodschap af, van liefde en steun. Daar ben ik heel gelukkig mee.’ Simon valt hem bij: ‘Ik ben de Vrienden heel dankbaar. Ik zou het ook leuk vinden om de trompetten van Bosc met de hele groep te demonstreren tijdens een Algemene Ledenvergadering. Dit jaar is dat nog niet mogelijk omdat er in Italië nog de laatste hand aan wordt gelegd, maar volgend jaar moet dat lukken.’
Trompetten en ventielen
Een trompet heeft drie ventielen waarmee het instrument elke toonhoogte binnen een toonregister kan bereiken terwijl de klank zuiver blijft. Rotary ventielen bewegen de lucht door de trompetbuis door rond te draaien. Piston ventielen bewegen op en neer en pompen de lucht door de buis. Trompetten met rotary ventielen worden ‘Duits’ genoemd, die met de piston variant ‘Amerikaans’. Daarbij is de Duitse trompet wat groter en zwaarder dan zijn Amerikaanse collega.
Even voorstellen
Naam: Lola Descours Instrument: fagot Geboren: 1987, Reims Opleiding: Conservatoire de Paris (CNSMDP), master 2010 Loopbaan: 2007, Orchestre de Paris, 2017, Frankfurter Opern- und Museumsorchester Bij het Rotterdams Philharmonisch: sinds januari 2022 Privé: heeft een relatie
'Vorm en geluid: de fagot als favoriet'
Tekst: Jolanda van der Ploeg Beeld: Marie Cécile Thijs Ze wil de fagot heel graag bekender maken en droomt van een modern stuk dat voor haar geschreven is. Maar ze houdt ook erg van het orkestrale samenspel, met die internationale levendigheid. Lola Descours: ‘Je verandert veel van rol, van kleur eigenlijk. En daar ben ik gek op.’
Jong geleerd
‘Vanaf mijn zevende ben ik bezig met muziek. Mijn ouders zijn geen musici, maar houden erg van muziek – mijn moeder kun je wel melomaan noemen. Ze namen me altijd mee naar straattheater. Tijdens een festival in Châlons-en-Champagne hoorde ik een jonge vrouw accordeon spelen en raakte gefascineerd. Ze speelde geen chansons of musette, maar klassiek zoals walsen van Chopin.Toen wilde ik ook accordeon leren spelen. Maar daar werd geen les in gegeven, dus werd het piano.’
Keuze voor de fagot
‘Op mijn elfde zong ik in het kinderkoor van Ravels opera L’enfant et les sortilèges. Tijdens de repetities luisterde ik naar instrumenten waarvan ik nog nooit gehoord had. Ik werd verliefd op het geluid van de fagot, wat je er allemaal mee kon doen, en vond ook de vorm van het instrument erg mooi.’
Naar Rotterdam
‘In Frankrijk ligt de nadruk veelal op individueel niveau, in Duitsland en Nederland meer bij het collectief. Omdat jullie dezelfde lutherse cultuur hebben, denk ik. In Nederland zijn de mensen weer wat flexibeler en vrijer dan in Duitsland. Dat is voor mij een goede mix. Met het orkest had ik al een band: na een invalbeurt voor Bram van Sambeek in 2011. Een paar Franse musici kende ik al: Julien Hervé, Juliette Hurel. Ik vond de sfeer meteen heel prettig. Er wordt veel van je gevraagd, maar iedereen is ook heel behulpzaam.’
Het RPhO
‘Ik houd erg van het samenspel, van de levendige sfeer. En het is heel internationaal. Al die talen: zo heerlijk om tijdens de pauze Frans, Engels en Duits te kunnen praten. De mix van nationaliteiten noopt mensen nieuwsgierig en tolerant te zijn. En je pikt het beste uit elkaars cultuur op. Er zijn niet zoveel Fransen in het orkest, maar wel veel Franssprekenden. Als je nieuw bij het orkest komt, is dat fijn, maar ik wil er niet in blijven hangen. Mijn volgende doel is dan ook Nederlands te leren.’
Rol in het orkest
‘De eerste en tweede fagot spelen soms dezelfde partij, maar meestal hebben ze verschillende rollen. De tweede fagot is als de bas van de houtblazers, het ritmische fundament. De eerste mengt met andere instrumenten, zoals de klarinet. Je verandert veel van rol, van kleur eigenlijk. En daar ben ik gek op. Je hebt als eerste fagot niet zoveel solo’s als de fluit of trompet, maar wel heel veel variatie in klank. Die variatie, dat past bij mij.’
In conditie
‘Dagelijks doe ik ademhalings-, rek- en strekoefeningen. Een warming-up: als je fagot speelt is je hele lijf bij het spel betrokken, dat moet op gang komen. Voor mij is het best zwaar: de fagot weegt acht kilo, ik ben fragiel gebouwd. Om een geluid te kunnen produceren, dat echt van binnenuit komt, moet ik helemaal fit zijn.’
Werken met Lahav
‘Hij probeert een persoonlijke band met iedere musicus te krijgen, samen iets op te bouwen. Niet alle dirigenten doen dat. En hij staat open voor commentaar. Hij is heel gepassioneerd en een erg intelligente musicus die zelf ook piano en contrabas speelt, dus zich heel goed kan inleven. Er zijn dirigenten die tijdens een concert precies doen wat ze hebben voorbereid. Maar Lahav volg je in zijn spel.’
Favoriete muziek
‘Als muziek kwalitatief goed is, ken ik geen beperkingen qua stijl. Ik zet soms ook keihard electro op. Ik hou van afwisseling. In het orkest kom ik wat dat betreft volop aan mijn trekken. Elke week veranderen we van programma, alsof ik met componisten meereis: de ene week met Mahler in Wenen, daarna met Tsjaikovski naar Rusland. Voor een fagottist is Russische muziek fijn om te spelen. Dat komt denk ik omdat de diepte en melancholie van de Russische ziel goed samengaan met lage instrumenten als cello en fagot. Los van het instrument zou ik wellicht voor Schubert of Ravel kiezen.’
Ultieme droom
‘Dat een componist voor mij een solowerk schrijft om met het orkest in première te brengen. Een modern stuk, dat zou ik geweldig vinden. Verder wil ik de fagot bekender maken. Zo zijn ze in Frankrijk dol op de cello, maar de fagot kennen ze amper. Die zijn toch neef en nicht. Ik heb daartoe een solo-album gemaakt, Bassoon Steppes. Tijdens festivals in Frankrijk speel ik solostukken met piano, zodat de mensen de fagot goed kunnen horen. Want in het orkest valt hij niet meteen op. Dan krijg ik als reactie: wat een mooi instrument!’