7 minute read

Column - Lahav Shani

Achter de schermen kan de assistent-dirigent in voorkomende gevallen nog veel meer doen. Bijvoorbeeld geluidstechnici en cameramensen ondersteunen bij opnames. Of partijen van nooit eerder gespeelde werken onder de loep nemen en, waar nodig, corrigeren voordat ze op de lessenaars staan. Adam: ‘De bibliothecarissen van het Rotterdams Philharmonisch, Guillaume [Maessen] en Suzanne [Overvoorde], zijn van wereldklasse en hebben eigenlijk geen hulp nodig. Maar als ze een keer een extra paar ogen konden gebruiken, bood ik mijn diensten altijd graag aan.’ Beide dirigenten onderstrepen dat ze als assistent veel waardevolle adviezen terugkrijgen. Adam: ‘Mijn ervaring is dat de musici in Rotterdam erg genereus zijn in het geven van feedback. Dankzij hun opmerkingen en die van chef-dirigent Lahav Shani heb ik me op verschillende fronten kunnen verbeteren. Dan denk ik aan het tijdbeheer tijdens repetities of aan de effectiviteit van de dirigeerslag bij een grote bezetting. En natuurlijk vooral ook door het orkest het vertrouwen te geven, zodat de spelers de muzikale kwesties onderling oplossen. Een van de musici heeft me zelfs thuis uitgenodigd om mij op informele wijze tips te geven. Dat heb ik enorm op prijs gesteld.’ Zowel de scheidende als de beginnende assistent-dirigent zijn zeer te spreken over de eigenheid van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Bertie: ‘Ik voelde meteen al bij het eerste contact een geweldige energie onder de musici. Ze genieten van het samenspelen, ongeacht wat er op de lessenaars staat. Dit orkest is niet alleen virtuoos, maar straalt ook speelplezier en enthousiasme uit. Dezelfde positieve houding ervaar ik ook in de stad Rotterdam. Ik denk dat elk orkest tot op zekere hoogte de identiteit van de omgeving weerspiegelt.’ Ook Adam legt een direct verband tussen het karakter van het orkest en dat van de stad. ‘Dit orkest heeft een ongelooflijke ritmische vitaliteit en blinkt uit in intense primaire kleuren, wat de uitstraling van de stad Rotterdam weerspiegelt. Ik merk ook dat Lahav een diepere laag aanbrengt, vooral in de klankkleur van de strijkers. Door bijvoorbeeld aandacht voor een rustiger streekvoering bereikt hij een diepere en rijkere klank.’ Behalve met Lahav had Adam Hickox de gelegenheid kort met diens voorganger Yannick NézetSéguin te werken. Bertie Baigent zal dit seizoen bij vier programma’s van Lahav assisteren én bij Yannicks Notenkraker vlak voor kerst. Beide assistenten benadrukken dat de opeenvolgende chef-dirigenten een essentiële bijdrage leveren aan het DNA van het orkest. Als ze niet in de luwte als assistent werken, timmeren Adam en Bertie gewoon verder aan de weg. Zo vervullen ze allebei gastdirecties binnen en buiten het Verenigd Koninkrijk. Adam trad vroeger vaak op als pianist, maar daar heeft hij tegenwoordig minder tijd voor. Bertie speelde jarenlang orgel, maar ook hij zag zich genoodzaakt dat op een laag pitje te zetten. Wel componeren ze allebei. Zo hield Bertie als dirigent onlangs zijn eigen kameropera Paradise Lost ten doop. ‘Ik vond het een voorrecht om mijn eigen werk te mogen dirigeren en als het ware de binnenkant van de uitvoering te beleven. Het is wel zo dat je als uitvoerende de muziek totaal anders beleeft dan in het publiek. Daarom zou ik het fascinerend vinden om een andere dirigent aan het werk te horen met mijn muziek.’

i

vr 18 en zo 20 november 2022 Enigma-variaties met Adam Hickox

do 29 en vr 30 december 2022 13.15 en 15.00 uur De notenkraker (4+) dirigent Bertie Baigent zie de agenda achterin voor details

Toekomstdromen

De wensen voor hun verdere loopbaan lopen opvallend synchroon. Adam: ‘Zeker in mijn beginjaren hoop ik mijn tijd fiftyfifty te kunnen verdelen tussen symfonische muziek in de concertzaal en opera in het theater. Zo’n evenwicht is voor iedere dirigent een grote uitdaging, maar het is me dit seizoen wel gelukt. Ik denk dat ervaring als operadirigent je helpt om echt goed in je vak te worden, omdat je leert ademen, en goed te luisteren en te begeleiden, flexibel te zijn.’ Ook Bertie is erop gebrand om zowel concerten als operavoorstellingen te blijven leiden. En hij heeft nog wat op zijn lijstje staan. ‘Ik hoop ooit ergens chef-dirigent te worden. Volgens mij willen bijna alle dirigenten een keer een nauwe en vaste verhouding met een orkest ontwikkelen. Je krijgt dan echt de kans de musici als mensen te leren kennen, een bijdrage aan de organisatie te leveren en in de stad te aarden. Als dat goed werkt ontstaan de beste uitvoeringen, dat wil zeggen uitvoeringen die uitermate bevredigend zijn voor orkestmusici, dirigent en publiek.’

Zeker, Adam hoopt eveneens ooit chef bij een orkest te worden, maar hij waardeert de veelzijdigheid aan ervaringen die het leven als gastdirigent op dit moment met zich meebrengt. ‘Als ik met een nieuw orkest kennismaak, heb ik als voornaamste taak om hun eigen geluid te omarmen. Luisteren en nogmaals luisteren is het motto. Ik ben er wel dankbaar voor dat ik in Rotterdam zoveel heb mogen leren op het gebied van gestiek, presentatie en partituurvaardigheden. Tijdens mijn assistentschap hier moest ik zoveel partituren in korte tijd leren dat mijn vermogen om van blad te lezen met sprongen is vooruitgegaan.’ De lakmoesproef kwam tijdens de coronapandemie, toen Lahav Shani in september 2020 verlaat in Rotterdam aankwam voor het openingsconcert van het nieuwe seizoen. Hij besloot dat zijn assistent het eerste werk op het programma zou dirigeren. Adam: ‘Het ging om een opdrachtwerk, een feestelijke fanfare van Mathilde Wantenaar. Ik had precies een dag om de partituur te leren. Het was een spannende, maar zeer nuttige ervaring. Lahav hield een toespraakje om mij bij de luisteraars te introduceren en ik voelde meteen de warmte van het Rotterdamse publiek en hun bereidheid zich voor nieuwe klanken open te stellen. Na de valse start vanwege de lockdown wist ik vanaf dat moment dat ik het hier naar mijn zin zou hebben.’

‘xxxxxx’

i

Xxxxxx Geboren: Schiedam, 1982. Studie: Compositie aan het Rotterdams Conservatorium, psychologie aan de Universiteit Leiden, privé-pianolessen bij onder anderen Ton Hartsuiker. Werk: Joey Roukens’ werkenlijst is gevarieerd en omvat orkest- en ensemblewerken, kamermuziek, solowerken, vocale muziek, muziek voor ballet, een kinderopera en zelfs tunes en jingles. Uitvoeringen: De muziek van Roukens is uitgevoerd door onder meer het Koninklijk Concertgebouworkest, het Radio Filharmonisch Orkest, de New York Philharmonic, Britten Sinfonia, het Dudok Quartet, Janine Jansen, Ralph van Raat en Colin Currie. Inspiratiebronnen: Beethoven, Mahler, Stravinsky, Sibelius, Adams, Adès. Maar Roukens haalt ook inspiratie uit pop, jazz en filmmuziek. Recent: De pianobroers Lucas en Arthur Jussen

vrijdag 14 oktober 2022 20.15 uur Roukens Eerste symfonie ‘De Kaleidoscopische’ (opdrachtwerk, wereldpremière) dirigent André de Ridder zie de agenda achterin voor details

hebben onlangs Roukens’ dubbelpianoconcert In Unison opgenomen op hun laatste cd Hoofdprijs Dutch Masters. Het Bertie stond op een andere manier stuk werd voor hen onder hoogspanning bij zijn Rotter- geschreven in opdracht damse debuut. Tijdens de ICCR moes- van de ZaterdagMatiten hij en zijn concurrenten een ware nee. Ook heeft Roukens muzikale marathon afleggen, waarbij recentelijk een requiem vijf optredens met net zoveel gezel- voor koor, strijkers en schappen binnen zeer korte tijd slagwerk voltooid, dat voorbereid moesten worden. Dat ging in première zal gaan hem zo goed af dat hij behalve de tijdens de editie 2022 hoofdprijs ook de deelprijzen voor het van het festival klassieke repertoire (met het Orkest November Music. van de Achttiende Eeuw) en voor het grote symfonische werk (met het Rotterdams Philharmonisch Orkest) in de wacht sleepte. De klik die hij toen met de Rotterdammers voelde, stemt hem optimistisch. ‘Net als in het concours verheug ik me erop de komende maanden samen met het orkest aan prachtige stukken te werken. Daarbij zitten enkele composities die ik nooit eerder heb gedirigeerd. Het is heel bijzonder om die met een toporkest voor het eerst te doen. Als dirigent wil ik mijn oren op het spel van de musici afstemmen, ook omdat ze de akoestiek van de zaal gewend zijn en veel repertoire al kennen. Zo kunnen we samen een uitvoering tot stand brengen die op ieders ervaring voortbouwt.’ Bertie kijkt uit naar de familieconcerten met fragmenten uit Tsjaikovski’s Notenkraker die hij tussen kerst en oud en nieuw zal leiden. ‘Binnen elk orkest bestaat er een geheugen van de laatste keer dat een bepaald stuk werd uitgevoerd. In dit speciale geval zal het Rotterdams Philharmonisch een week eerder de hele Notenkraker met Yannick hebben gespeeld. Ik weet zeker dat ik daar veel van zal opsteken op het gebied van tempo, articulatie en klankkleur. Tijdens het dirigeren leer ik altijd veel, zeker van zo’n goed orkest!’

This article is from: