Immersive Space werkboek v1.8

Page 1

Immersive Space Werkboek Ruben Kwaaitaal

Klas: C1G Studentnr: 525778 Versie: 1.8 Docente: Yvone Brinkman


Inleiding Dit werkboek voor het vak Immersive Space is gemaakt door Ruben Kwaaitaal. Een Immersive Space is een virtuele, interactieve wereld waar een gebruiker in kan duiken en helemaal in onder kan gaan. Het is één van de snel opkomende en dominante vormen van nieuwe media, de media die op computers zijn gebaseerd. Het is een intuïtieve interface, waar de gebruiker zich uitgenodigd voelt te interacteren met het systeem zonder dwingende buttons of pijlen. Een Immersive Space is een complexe vorm want daarin maken beeld en geluid, navigatie en interactie samen een ervaring (user experience) mogelijk. Een ontwerper bedenkt de wereld waarin die ervaring plaats heeft en geeft die wereld vorm.

1


Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Opdrachten 3 Opdracht 1: Drie spaces 3 Opdracht 2: Objecten in ruimte 6 Opdracht 3: Ideevorming 7 Opdracht 4: Research 11 Opdracht 5: Synopsis 13 Opdracht 6: Foto-opdracht 14 Opdracht 7: Stijlonderzoek 19 Opdracht / : Aanpassing plan 20 Opdracht 8: Storyboard 21 Opdracht 9: Flowchart 22 Reflectieverslag 23 Bronvermelding 25

2


Hoofdstuk 1: Opdrachten Opdracht 1: Drie spaces De opdracht was om (tenminste) drie voorbeelden van ruimtes te vinden die ik ‘immersive’ vind. De gevonden beelden moeten heel verschillend van vormgeving, stijl en sfeer zijn. Per afbeelding heb ik beschreven waarom ik vind dat hier sprake is van ‘immersiveness’ (welke kenmerken van dit begrip zie ik er in) en probeer ik ook (kort) de vormgeving te beschrijven en de sfeer die dat tot gevolg heeft. Immersive space 1: F-Zero arcadekast in Hall of Game te Tilburg

Het eerste voorbeeld is de F-Zero arcadekast in arcadehal Hall of Game. F-Zero is een futuristische en snelle racegame voor verschillende oude consoles van Nintendo, maar het spel is ook uitgekomen als arcadeversie zoals op de foto. Door het stuur, gaspedalen en de autostoel heb je echt het gevoel dat je aan het racen bent. De vormgeving van het spel, maar ook de vormen van de arcadekast ogen (helemaal voor de tijd wanneer het gefabriceerd is in de jaren 80/90) allemaal futuristisch. Wat extra leuk is dat je zelf een wagen kunt maken op de consoleversie en deze zelfgemaakte wagen via een usb stick kunt kopieren naar de arcadeversie. Voor je het weet waan je jezelf in deze futuristische racewereld. (Retrokings, 2013, Een dagje gamen met de Retrokings)

3


Immersive space 2: Omniversum Als tweede voorbeeld noem ik Omniversum. Het Omniversum geeft het ultieme beeldervaring. Het beeld van Omniversum is 36 meter breed en 7 verdiepingen hoog, dat als een bol om je heen krult. Aangevuld met 8000 Watt digitaal geluid zorgt Omniversum ervoor dat je films echt beleeft. (Omniversum, 2014, Wat is Omniversum)

4


Immersive space 3: Machinarium

Als nummer drie en misschien wel mijn favoriete immersive space noem ik de indiegame Machinarium. Een indiegame, ofwel independent game, is een videogame gemaakt door een individu of kleine studio zonder hulp van een grote uitgever. Vaak ligt hierdoor de focus op innovatie en digitale versies. Het grappig uitziende personage die je in het begin van het spel notabene zelf helpt door hem uit de schroothoop te halen en benen en armen te geven, heeft al snel mijn liefde gekregen. De hele vormgeving heeft een industriele look. Je krijgt in het begin geen instructies hoe je de game moet spelen. Je gaat het langzaam aan zelf proberen. Kom je er helemaal niet uit, dan kun je door middel van behalen van een minigame een tip vrijspelen om verder te komen in het spel. Ik heb dit spel na iets van 10 uur te spelen in een stuk uitgespeeld en raad het ook iedereen aan die van point-and-click games houdt te spelen. (Machinarium, 2009, Game)

5


Opdracht 2: Objecten in ruimte De tweede opdracht was om via Google (afbeeldingen) op ‘empty space’, ‘espace vide’, ‘leeren Raum’, (hoe meer talen, hoe meer mogelijkheden) enz. te zoeken naar een geschikte afbeelding van een lege ruimte. Vervolgens heb ik een aantal objecten (of fotografeer die), ‘geknipt’ in Photoshop en deze zó in de ruimte geplaatst dat het beeld een bepaalde sfeer krijgt. Ik heb geprobeerd het zo te doen dat de ontstane stemming ook op de toeschouwer over komt. De bedoelde sfeer heb ik onder woorden gebracht in een bijschrift. De objecten heb ik voorzien van schaduw en pas eventueel kleur en belichting aan om de indruk ‘in de ruimte aanwezig te zijn’ aannemelijk te maken. Angst Voor bovenstaande foto heb ik gebruik gemaakt van afbeeldingen die ik via Google gevonden heb. Zie hieronder:

(Google, 2014, Afbeeldingen) Het kindje heb ik vol in beeld gebracht met zijn angstige ogen. De ruimte lijkt voor de rest leeg, op een tuitbeker en een knuffelkonijn na. Waar het kindje bang voor is, weet je niet. Door de verschillende lichtinvallen en perspectieven was het lastig de verschillende objecten in te passen. Toch is het resultaat best tof geworden. 6


Opdracht 3: Ideevorming De derde opdracht staat in het teken van ideevorming. Het was de opdracht om vijtien vragen te beantwoorden over ruimtes. De onderste vijf vragen hiervan heb ik zelf bedacht. De andere vragen kwamen uit de opdracht. Vervolgens heb ik een mindmap gemaakt van drie verschillende immersive spaces en met elke letter van het alfabet iets bedacht wat met de ruimte te maken heeft. Ruimtevragen - Wat is de eerste ruimte die je je kunt herinneren? Ons eigen huis in IJsselstein. Toen was ik 4/5 jaar oud. - Kun je nog objecten noemen en beschrijven die daar waren? Televisie, videorecorder met videobanden van Disney en Warner Bros, speelgoed, schouw, plavuizen. - Wat is de grootste ruimte waar je ooit in geweest bent? Op de Noordzee. - Wat is de kleinste ruimte waar je ooit in geweest bent? In een verhuisdoos. - Waarom voel jij je in sommige ruimtes prettig? Als ik in een comfortabele houding ben, goed om mij heen kan kijken en leuke mensen om mij heen heb. - Waarom voel jij je in sommige ruimtes onprettig? Als ik mij rot voel en ergens ben waar ik niet wil zijn, als het een kleine ruimte is of als er vervelende mensen om mij heen zijn. - Van welke ruimtes of omgevingen waar je nog nooit bent geweest kun je je toch wel een voorstelling van maken? De maan. Ik heb er genoeg beelden van gezien. - Van welke ruimtes of omgevingen kun je je helemaal geen voorstelling maken? Het heelal. Er is nog relatief weinig over bekend. - Kun je je nog een ruimte herinneren van een enge film? Beschrijf die. De badkamer in de film Saw. De kamer was erg leeg, de personen die erin zaten wisten niet waarom en met wie ze er waren en zaten vast aan een ketting. Er lagen creepie spullen als een zaag en een pistool. - Kun je je nog een ruimte herinneren van een feel-good-movie? Beschrijf die. Ik heb niet zo veel met feel-good-movies denk ik. Ik kan ruimtes noemen in ‘It’s a wonderful life’ of ‘Forrest Gump’. In Forrest Gump is het leuk om bepaalde situaties te herkennen. Toch noem ik liever Rambo. Een klassieke actiefilm waar je de vijand/eindbaas ook echt in beeld wordt gebracht als een slechterik. De held Rambo overwint na heel veel tegenslagen toch weer. De ruimtes zijn gevangenissen en jungles. - Welke ruimte heeft je het afgelopen jaar een fijn gevoel gegeven? Het strand tijdens de zomervakantie. Het was lekker om met mijn gezin bij de zee te zijn, geen verplichtingen te hebben en iedereen blij te zien. - Welke ruimte heeft je het afgelopen jaar een slecht gevoel gegeven? Het eerste moment op school. Ik voelde mij erg oud toen ik iedereen zag en wist niet of ik op de juiste plek zou zijn. Gelukkig was het aan het eind van de dag weer helemaal goed gekomen.

7


- In welke ruimte wil je echt niet terecht komen? Onder het ijs voor een lange tijd. - In welke ruimte zou je echt nog een keer willen zijn? In een warm land ergens in Zuid-Amerika of het zuiden van Europa. - In welke gamewereld heb jij de meeste tijd doorgebracht? Ik twijfel tussen de vrolijke wereld van Mario, de duistere wereld in Diablo of het oorlogsgebied in Wolfenstein. Mindmap 1: Wereld van bejaarden.

ABC Brainstorm Anti-Duitsland, bridge, comfortschoenen, dementie, eng vervoer, familiebezoek, grijs haar, huisarts, imponeren, jenever, klagen, lingo, medicijnen, naailes, omroep max, politiek, quiz, rimpelsaurus, swiebertje, tweede wereldoorlog, uitvaart, vut, wandelstol, xenofobie, yahtzee, zuinig.

8


Mindmap 2: Wereld van zombies

ABC Brainstorm Art, besmetting, comic, dood, eten, flatgebouw, gevangenis, hitler, indiegame, jagen, kruipende, levende dode, masrom, nacht, opstaan uit de dood, platteland, quarantaine, revolver, school, tweestrijd, uitbreken, veroveren, willoos persoon.

9


Mindmap 3: Wereld van kinderen

ABC Brainstorm Autootjes, broers, chips, dromen, energie, fristi, gymzaal, huilen, idealisme, juffen, kinderzitje, limonade, oma, pannenkoekenschip, quest, rammelaar, spelen, tikkertje, uitje, voetbalveld, wieg, xylofoon, yoshi, zwembad.

10


Opdracht 4: Research De opdracht was om materiaal over mijn onderwerp te verzamelen. Ik heb informatie gevonden over verschillende aspecten van het onderwerp bejaarden en verschillende visies er op. Hiervoor heb ik mijn mindmap gebruikt. Er bestaan beelden van mijn wereld of zaken die er in voorkomen. Ook heb ik onderzocht hoe andere vormgevers zich met die wereld of dat onderwerp hebben beziggehouden. Alles wat ik tegenkwam heb ik genoteerd of gekopieerd, ook als ik dacht het niet nodig te hebben (later misschien wel). Ook heb ik gedacht aan tekst, video, geluid. Ik heb niet geprobeerd alleen ‘plaatjes te zoeken van….’ maar gezocht naar dingen die mijn wereld speciaal konden maken. Naar dingen die mij konden helpen een pakkende (immersive) sfeer te realiseren. Het belangrijkste dat ik gevonden heb, heb ik bij elkaar gezet in een beschrijving (minimaal half A4) en ik heb een moodboard gemaakt op Pinterest, waarmee ik de sfeer van mijn immersive space communiceer. Het materiaal heb ik bewaard in een aparte map ‘Research’ als bijlage in mijn definitieve portfolio. Beschrijving

(Pinterest, 2014, Kwaaii)

11


Mijn wereld van bejaarden is geinspireerd op de foto links. In deze immersive space wil ik de wereld van een bejaarde laten zien. Hiervoor zal ik mijn oma (83) vragen of ik haar een dag mag volgen in het verzorgingstehuis waar ze sinds kort woont. In de eerste ruimte zie je haar op een stoel zitten in haar woonkamer. Ik wil een klein element toevoegen: een klok. Deze wil ik automatisch laten lopen, waarbij er om bepaalde tijden gebeurtenissen zijn. Zo ga je bijvoorbeeld elke avond om half 6 naar de gezamelijke eetzaal/restaurant. Komt er rond 8 uur medische hulp langs die haar misschien als een kind behandelt en gaan we naar het ziekenhuis. Je ziet haar dus zitten. Klik je op willekeurige voorwerpen in de ruimte, dan zie je het voorwerp vanuit de ogen van mijn oma. Met alle ongemakken erbij. Zo is het zicht een beetje wazig. Hoor je geluiden minder luid en monotoner. Het leven in zo’n kleine leefomgeving kan voor jonge mensen bedrukkend zijn. Ikzelf zou er niet aan moeten denken. Ik weet niet wat de ervaring van haarzelf is. Vroeger had je denk ik ook niet zoveel afleiding als dat er nu is. Ik kan mij voorstellen dat als ik oud word ik vaak ga gamen, meer herrie om mij heen wil hebben of iets dergelijks. De generatie van mijn oma had dat veel minder. Met mijn immersive space wil ik confronteren en tegelijk realistisch zijn. Ik wil weinig geluiden gebruiken. De gebruiker zal het als prettig of te stil ervaren. Een paar elementen die ik wil toevoegen in het beeld: een foto van mijn opa, medicijnen, de krant, een sudoku puzzel en andere dingen die ze in de kamer heeft hangen maar misschien net buiten beeld vallen normaal gesproken. Zelf ben ik fan van Scandinavische filmstijl. Deze is erg stil, rauw en claustrofobisch. Omdat het de bedoeling is om in Flash te werken zal ik foto’s gebruiken in plaats van video. Het kan alleen zijn dat ik kleine shots video erin zet of dat ik gewoon in Flash ga animeren. Dat is even proberen. Moodboard

(Pinterest, 2014, Kwaaii)

12


Opdracht 5: Synopsis Voor deze opdracht heb ik een korte beschrijving van mijn wereld in het algemeen gemaakt. Hierin beschrijf ik mijn visie op die wereld; wat wil ik overbrengen? Van de drie ruimtes die ik maak beschrijf ik de sfeer, de vormgeving en de (inter)acties die per ruimte kunnen plaatsvinden. Algemene beschrijving Een interactieve en realistische kijk in de wereld van mijn bejaarde oma. Je ziet haar wereld van buitenaf, maar je kunt ook vanuit haar ogen kijken. Dit realiseer ik door het camerastandpunt te veranderen. Of je haar wereld nu klein, claustrofobisch of juist rustig en prettig vindt mag je zelf ervaren. Ruimte 1: Woonkamer in verzorgingshuis Mijn oma zit op een stoel in de woonkamer. De woonkamer ademt gezelligheid en antiek door spullen die ze al haar hele leven heeft. Wel voeg ik een klok toe in het beeld om daar op een subtiele manier de kijker bewust van te maken. Je ziet een foto van mijn opa en van de kinderen/kleinkinderen. Op het tafeltje liggen voorwerpen die je kunt bekijken of gebruiken. Zoals medicijnen, puzzels, kranten met overlijdensberichten. Je bekijkt/gebruikt ze door er op te klikken. Ruimte 2: Restaurant in verzorgingshuis Je zit aan een tafel met alleemaal andere bejaarden. In het restaurant krijg je eten voor geschoteld die je niet zelf kunt kiezen, maar wel smaakt. Je zit tussen veel oude mensen. Je kunt op deze oude mensen klikken om te te bekijken of te luisteren naar wat ze te vertellen hebben. Sommigen zijn leuk, anderen hebben weer niets te vertellen. Ze hebben het dan over het weer of over klachten die ze hebben. Ruimte 3: Gang in ziekenhuis Na de gezellige woonkamer en het drukke restaurant kom je in het ziekenhuis. De ruimte is erg clean en leeg. Je ziet mensen zielig zitten en er komen wat artsen voorbij lopen. Als je op ze klikt kijken ze je vriendelijk of juist bedroeft aan. Je zit op een stoel in de wachtkamer en ziet allerlei flyers over ziektes als kanker, dementie en dergelijke.

13


Opdracht 6: Foto-opdracht Voor deze opdracht heb ik een object genomen en een aantal foto’s van dat object vanuit verschillende standpunten gemaakt, met verschillende belichtingen en kaderingen. Ik heb voor verschil in sfeer en uitdrukking gezorgd. Ook heb ik geprobeerd ruimte-aspecten erbij te betrekken door met andere objecten de ruimte te suggereren die ik wil gaan maken. Uiteindelijk zijn het tenminste 5 foto’s geworden met zichtbaar verschillende standpunten, belichtingen en beoogde effecten. Bij elke foto staat een beschrijving van de effecten.

De eerste foto heb ik van bovenaf gemaakt. Hierdoor heb je overzicht. Ik heb er voor gekozen geen andere objecten te laten zien die je herkent, zodat je eigenlijk geen inschatting kunt maken hoe groot de objecten zijn. Ook heb ik gezorgd voor natuurlijk daglicht, in plaats van een lamp. Door de groene tank meer in het midden te plaatsen is het net of de groene legers aan het aanvallen zijn.

14


De tweede foto heb ik van schuin-bovenaf gemaakt. Hierdoor wordt je iets meer betrokken bij de actie. Je ziet een klein stukje van de hoek van de tafel, zodat je sneller doorhebt dat het om speelgoed gaat. Ook heb ik gezorgd voor natuurlijk daglicht, in plaats van een lamp. Nu zouden de grijze legers misschien in de meerderheid zijn, omdat je niet weet welke objecten nog erachter staan. Achter de groene legers zie je dat de tafel afloopt en er waarschijnlijk niks meer staat.

15


Op de derde foto zie je een enkele tank van schuin-bovenaf gemaakt. Hierdoor wordt je iets meer betrokken bij de actie. Je kijkt een beetje in de loop, zodat de tank er dreigend uitziet. Ik heb er voor gekozen geen andere objecten te laten zien die je herkent, zodat je eigenlijk geen inschatting kunt maken hoe groot de tank is. Ook heb ik gezorgd voor natuurlijk daglicht, in plaats van een lamp.

16


Op de vierde foto zie je een tank van de zijkant/bovenkant. Hierdoor wordt je iets meer betrokken bij de actie. Je kijkt mee met de loop, zodat partij kiest voor deze tank. Je ziet op de achtergrond het eind van de tafel en behang, hierdoor weet je toch dat het om speelgoed gaat. Ook heb ik gezorgd voor natuurlijk daglicht, in plaats van een lamp.

17


Op de vijfde foto zie je een tank van midden-bovenaf gemaakt. De foto oogt een beetje vreemd/onnatuurlijk. Misschien komt het door de loop die niet op de andere tank mikt, of dat je de poppetjes niet in beeld hebt maar alleen het standaard. Wel heb ik gezorgd voor natuurlijk daglicht, in plaats van een lamp.

18


Opdracht 7: Stijlonderzoek Uit mijn immersive space heb ik een object gekozen. Welke (vorm)kenmerken heeft het nodig om in jouw space te passen? Wat moet het uitdrukken? De kenmerken van het object en de sfeer die dat object volgens mij uit moet drukken heb ik beschreven. Het object heb ik op tenminste 5 verschillende manieren zelf gevisualiseerd. Ik heb geprobeerd tot een vormgeving te komen die past bij de sfeer van mijn immersive space. Hierbij heb ik gevarieerd in techniek, kleurgebruik, bewerking, enz. Ik heb bijvoorbeeld verschillende softwarepakketten en methodes geprobeerd. Denk daarbij aan fotobewerking, vectortekening, potloodtekening, etc. Van de 5 vormgeefstijlen past de realistische/gefotografeerde het beste bij de sfeer die ik wil overbrengen, omdat

Links: Het origineel, warmere tint door natuurlijk licht. Zou beter bij de eerste ruimte (woonkamer) passen.

Rechts: Koude tint door de kleurbalans te veranderen. Zou beter bij de derde ruimte (ziekenhuis) passen.

Links: Meer contrast en de helderheid verlaagd. Zou beter bij de tweede ruimte (restaurant) passen.

Rechts: Blur gegeven. Zo kan ik slechtziendheid laten zien aan de kijker.

19


Links: Voor deze foto heb ik het effect dark strokes gebruikt. Ik zou dit effect kunnen gebruiken om details te verbergen en om meer te suggereren dat er is.

Aanpassing Door het stijlonderzoek is mijn interesse bij het onderwerp meer op minimalisme komen te liggen. Waarom super realistische beelden terwijl ik ook met een aantal objecten een ruimte kan suggereren. Ook hebben wij les gehad over geluid. Dit gaat dan ook een grote rol spelen in het uiteindelijke ontwerp.

20


Opdracht 8: Storyboard Ik heb in een storyboard de drie ruimtes zo weer weergegeven, dat duidelijk zichtbaar is wat er allemaal in de ruimtes aanwezig is. Welke objecten zijn er? Wat zie je in de achtergrond? Ook geef ik duidelijk de navigatie- en (inter)actie-objecten aan. Ik maak voor animaties en hints aparte sub-storyboards waarin de actie duidelijk wordt. Het is een werktekening die ook door derden ‘gelezen’ en beoordeeld moet kunnen worden. Ik heb gezorgd voor een nette, duidelijke en overzichtlijke uitvoering.

Het witte rondje is een stuur.

21


Opdracht 9: Flowchart De opdracht was een ‘flowchart’ te maken waarin ik de structuur van mijn flashmovie beschrijf en alle informatie opneem die belangrijk is om te weten als ik ga bouwen in flash. Hoe heb ik mijn fla-bestand gestructureerd? Welke movieclips staan waar? Hoe heten die clips en wat zijn hun instancenamen? Zitten er movieclips in movieclips genest? Ik heb inzichtelijk gemaakt hoe ik dat gedaan heb. Welke geluiden ga ik gebruiken? Hoe heten die bestanden en moet het geluid ‘loopen’ of niet? Etc.

22


Reflectieverslag Welke manieren werken voor jou het beste om op ideeën voor een productie te komen? Het ongestructureerd opnoemen van woorden die bij het onderwerp passen en het zoeken naar die woorden in verschillende zoekmachines. Ook het bespreken met anderen heeft geholpen. Hoe ben je tot je uiteindelijke beslissing voor een onderwerp gekomen? Welke argumenten had je daarvoor? Ik wilde een onderwerp dat waarschijnlijk nog niet zo vaak gekozen is. Wat was de visie op je onderwerp en waarom heb je deze gekozen? Het leek mij mooi om vanuit het oogpunt van een bejaarde te kunnen kijken door middel van verschillende effecten, maar vooral ook door realistische beelden te gebruiken. Wat zou je de volgende keer anders doen? Veel meer oefenen in Flash en minder alleen kijken naar tutorials. Hoe zou je nu het begrip ‘immersiveness’ willen definiëren? Meeslependheid, zoals de letterlijke vertaling is. Emotie is erg belangrijk.

Vormgeving Wat is voor jou het moeilijkste bij het vormgeving en hoe overwin je die moeilijkheden? Ik wilde te moeilijke dingen toepassen. Ik heb de stijl aangepast om toch het ontwerp af te ronden. Hoe heb je ‘immersiveness’ proberen te bereiken en is dat gelukt (in hoeverre wel, in hoeverre niet)? Om immersiveness te bereiken heb ik vooral muziek en verbeelding toegepast. Niet te veel willen laten zien, maar met een minimaal aantal objecten een ruimte te suggereren. Hoe heb je geprobeerd om je visie over te brengen in je movie en is dat gelukt (in hoeverre wel, in hoeverre niet)? Mijn visie is dus geworden meer aan de verbeelding over te laten en ook te verrassen. Ik hoop dat dit gelukt is. Hoe bereik je het effect dat een gebruiker niet het gevoel heeft in een applicatie-interface terecht te zijn gekomen, maar in een omgeving? Door kleine bewegingen toe te voegen en geluid. Welke aspecten van je vormgeving zijn gelukt en welke niet? Hoe zouden de niet-gelukte aspecten kunnen worden verbeterd? Het was mooier geweest als er een stijl toegepast zou zijn in het ontwerp. Ook wilden een aantal aangepaste audiobestanden niet in het docement. Toch is het resultaat nog wel redelijk geworden. Wat heb je bij de vormgeving gehad aan de research? Kun je dat aanwijzen? Ik kwam door onderzoek uiteindelijk bij minimalisme uit. Met name het deel over fotografie en perspectieven. Wat zou je de volgende keer anders doen? Ik zou meer oefenen met Adobe Flash, zodat ik meer mogelijkheden heb.

23


Movie Kan de gebruiker zelf zien/ontdekken welke onderdelen van je ruimte interactief zijn? Ja, door de verandering van de muisaanwijzer. Is de navigatie naar de andere ruimtes duidelijk? Ja, maar niet te voorspelbaar. Ik wilde ervoor zorgen dat eerst alle interacties gezien zijn. Welke geluiden/muziek heb je gebruikt en had dit het bedoelde effect? Ik heb veel stilte gebruikt, maar ook aparte liedjes en soundeffects. Ik heb de movie te vaak gezien, dus ik weet niet of de geluiden het juiste effect oplevert. Wat zou je de volgende keer anders doen? Door de bevalling van mijn vriendin, de bijbehorende slapeloze nachten en het twee keer hebben van griep ben ik niet genoeg aan het oefenen in Flash terecht gekomen. De tutorials op het internet waren vaak erg slecht of niet bruikbaar. Met andere omstandigheden had ik dat dus anders gedaan.

24


Bronvermelding Google. (2014). Afbeeldingen. Geraadpleegd op 5 februari 2014, van http://google.nl/afbeeldingen Machinarium. (2009). Game. Gedownload op 5 februari 2014, van http://machinarium.net/demo/ Omniversum. (2013). Wat is Omniversum. Geraadpleegd op 5 februari 2014, van http://www.omniversum.nl/ Pinterest. (2014). Kwaaii. Geraadpleegd op 5 februari 2014, van http://pinterest.com/kwaaii Retrokings. (2013). Een dagje gamen met de Retrokings. Geraadpleegd op 5 februari 2014, van http://retrokings.nl/dagje-gamen/

25


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.