MediaQuestions: Voorbereidend onderzoek v1.5

Page 1

MediaQuestions Voorbereidend onderzoek Ruben Kwaaitaal

Klas: C1G Studentnr: 525778 Versie: 1.5 Docente: Anne Coppens Image: Google


Inleiding Dit voorbereidend onderzoek is geschreven door Ruben Kwaaitaal voor het vak Media Questions. Het voorbereidend onderzoek bestaat uit het begeleid uitdiepen van de onderwerpen: internet en samenleving (websociologie), onderzoeken (vragen stellen) en rapporteren (schrijfvaardigheid). De opdrachten zijn gebundeld beoordeeld als individueel onderzoek.

1


Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Verwerkingsopdrachten Verwerkingsopdracht 1: Vragen Press Pause Play Verwerkingsopdracht 2: Voorbeelden bij Shirky Verwerkingsopdracht 3: Reactie op Aalberts Verwerkingsopdracht 4: We Think Organisatieplan Hoofdstuk 2: Wikitalks Wikitalk 1: Maarten Lamers over Creative Research Wikitalk 2: Robin Hooijer over REshape & Innovation centre Wikitalk 3: Bjorn Post over Valsplat en User experience Bronvermelding

3 3 6 8 10 11 11 12 13 14

2


Hoofdstuk 1: Verwerkingsopdrachten Verwerkingsopdracht 1: Vragen Press Pause Play De opdracht was om de documentaire te bekijken van Presspauseplay.com. Aan de hand van deze video moest ik drie vragen formuleren die bij het bekijken van de documentaire bij mij opkwamen. De antwoorden op deze vragen moest een in ongeveer 400 worden gegeven worden. - Wat is een professional? “Het woord ‘professional’ heeft een bijzondere ontstaansgeschiedenis. Het komt van het Latijnse woord ‘profiteri’. Dat betekent: ‘openlijk verklaren’ (vergelijk ook het Nederlandse ‘profeteren’). Een professor was dus iemand die in het openbaar heeft verklaard les te zullen geven. Vervolgens ontstond veel later het woord ‘professie’. Waarschijnlijk is dat uit het Engels overgenomen. We gebruiken het woord ‘professie’ als we het hebben over een beroep, een ambacht. In de sport is een professional natuurlijk iemand die van zijn sport zijn beroep heeft gemaakt. En nu zeggen we dat iets professioneel gebeurt. Het is daarmee het tegenovergestelde van amateuristisch.” (Leren.nl, Wat is een professional, 2014). In mijn ogen is een professional een persoon die zich profileert als een specialist, maar daar ook geld mee verdient waar hij/zij zichzelf kan onderhouden. - Wat kunnen professionals doen om zich te onderscheiden van amateurs? Het is misschien goed om de vergelijking te maken met het voetbal. “Amateurvoetballers hebben per seizoen een 35 procent hoger risico om geblesseerd te raken dan profvoetballers. Ook zijn de blessures bij amateurs ernstiger, waardoor de blessureduur langer is.” (Artsennet, Blessurerisico amateurvoetbal groter dan prof, 2013). Tussen de amateurs zitten schijnbaar procentueel meer mensen die een blessure oplopen dan tussen professionals. Je zou kunnen zeggen dat je met een professional meer zekerheid krijgt dat alles goed gaat en minder fouten maakt. Een ander voorbeeld komt van Smartbiz (2014). Daar wordt gezegd: “Neem bijvoorbeeld een werknemer die zijn VPN-verbinding niet aan het werk krijgt en daarom zonder toestemming overstapt op Dropbox. Op die manier kun je per ongeluk gevoelige informatie lekken. Als dat gebeurt staat niet alleen de werknemer op straat, maar krijgt het bedrijf ook een boete.” (De professionele opmars van de amateur IT-er). Naast zekerheid kan een professional zich ook onderscheiden in snelheid en kwaliteit. Op Infonu (2009) staat: “Een goede metselaar of tegelzetter zal goed werk afleveren waar u zelf niet tegen op kunt boksen wat betreft de snelheid, maar vooral de kwaliteit.” (Wat kost een vakman).

4


- Hoe kun je als amateur een professional worden? Volgens Patrick Mollema (2014): “Net zoals de vele „echte” fotografen die klagen over de amateurs en de daaruit voortkomende broodroof. Ik ben geneigd om medelijden met ze te krijgen. . Is dat medelijden wel nodig? Wie is die professionele fotograaf? Hoe goed is zijn werk? Is dat veel beter dan dat van de amateur? Zo zou het wel moeten zijn tenminste. De bakker bakt beter en constanter brood dan ik. Schumacher rijdt sneller en beter dan ik. Richard Gere kan beter acteren of model spelen dan ik. Eric Clapton speelt veel beter gitaar dan ik. Seal zingt veel beter dan ik. Bij alle bovenstaande voorbeelden ken ik mijn kwaliteiten. Ik ben een amateur en geen professional. Kortom de vakman, lees professional moet altijd beter zijn dan een amateur!” (Professionals hebben last van amateurs). Je zou het ook om kunnen draaien. Ben jij beter dan bijvoorbeeld de bakker, Schumacher, Gere, Clapton of Seal? Dan kun je als amateur professioneel worden.

5


Verwerkingsopdracht 2: Voorbeelden bij Shirky Aan de hand van de tekst van Shirky heb ik vijf quotes genoteerd (zinnen die mij aanspreken, veelzeggend zijn, mij prikkelen, volgens mij de kern van zijn verhaal weergeven etc.). Aan de hand van de vijf quotes heb ik voorbeelden gekozen. Vijf quotes Quote 1 “Maar de gedachte dat nieuwsverspreiding via papier een slecht idee kon worden, dat al die enorme, lawaaiige drukpersen wel eens net zo zouden kunnen verouderen als de stoommachine in de tijd van de benzinemotor dat was onvoorstelbaar.” (Shirky, 2008. Iedereen). De oplage grootste kranten daalt opnieuw in 2013. (RTL Nieuws, 2013, Oplage grootste kranten daalt opnieuw). Een recent voorbeeld van de eerste quote is dus dat de oplage van de grootste kranten opnieuw is gedaald in 2013. Quote 2 “Voor professionals is het moeilijk in te zien hoe iets dat niet professioneel tot stand komt een bedreiging kan zijn: het internet is geen krant, het is geen bedrijf, het is niet eens een organisatie.” (Shirky, 2008. Iedereen). Als je kijkt naar Youtube zie je dat het que verdiensten nog net iets onderdoet voor het televisie. Het aantal views ligt echter veel hoger op Youtube dan bij televisie. Ook kijken mensen op hun smartphone meer naar Youtube dan dat ze naar televisie kijken op diezelfde smartphone. (Newsmedia Rockstars, 2013, Youtube Vs Tv). Veel Youtube content is gemaakt door amateurs. Dat Youtube meer kijkers trekt dan televisie, maakt dat het voor adverteerders natuurlijk ook een aantrekkelijke plek is geworden. Quote 3 “Wat gebeurt er als de reproductie- en distributiekosten wegvallen?” (Shirky, 2008. Iedereen). Een aanzienlijk aantal Nederlandse fashion- en beautybloggers verdient geld met hun blog en een aantal kan hier daadwerkelijk van leven zoals Beautygloss, Miss Lipgloss en Afterdrk. Ze worden betaald voor advertenties, advertorials, samenwerkingen en er wordt veel aan het barteren van producten of diensten gedaan. De categorieën food, travel, lifestyle, interieur en kids zitten in de lift. Deze bloggers krijgen naast gratis producten steeds meer betaalde opdrachten aangeboden. Er is een groei in het aantal bloggers en volgers en hierdoor is er ook groei in geïnteresseerde merken. (Studiowind, 2013, Bloggers en vloggers communities zijn in opkomst). Je ziet nu de reproductie- en distributiekosten wegvallen, dat er bijvoorbeeld veel meer mensen gaan bloggen en vloggen. Er komt meer concurrentie door het grotere aanbod. Mensen zullen door concurrentie en oefening beter gaan worden in het bloggen en vloggen. Quote 4 “Nu kan nieuws doordringen tot het publiek zonder tussenkomst van de pers - sterker nog, de pers kan een gebeurtenis verslaan omdat het via andere kanalen geopenbaard is.“ (Shirky, 2008. Iedereen). Op dit moment gebruiken grote kranten als AD en de Telegraaf Twitter berichten van BN-ers en hun volgers in het nieuws. Aan de andere kant hoef je niet eens meer de krant te lezen om achter het nieuws te komen. Als er iets gebeurd staat Twitter er meteen vol mee.

6


Quote 5 “Hoewel aanvallen op een professie vaak ook aanvallen op de maatschappij zijn, en we zeker niet willen dat chirurgen en piloten hun standaards verlagen, kan zo’n aanval soms ook een voordeel voor de maatschappij zijn.” (Shirky, 2008. Iedereen). Sociale media helpen opsporing politie. Doordat mensen zelf nieuws naar buiten brengen via bijvoorbeeld Twitter worden daders vaak sneller gevonden dan via krantenberichten. (Communicatie Online, 2013, Sociale media helpen opsporting politie). De opsporing van moordenaars en criminelen lijkt me een groot voorbeeld voor de maarschappij. Het neemt werk over van de politie.

7


Verwerkingsopdracht 3: Reactie op Aalberts Opdracht drie staat in het teken van een artikel van Aalberts over overheid 2.0. Als eerst heb ik vijf vragen beantwoorden. Daarna heb ik een blogpost geschreven als reactie op Aalberts, gebruikmakend van de vijf vragen en drie toepasselijke quotes van Aalberts. Vijf vragen - Ben je het eens met Aalberts? Waarom wel/niet? Waar ik het mee eens ben is dat je moet relativeren. Er wordt net gedaan of social media alles is. Er kunnen goede ideeen ontstaan via social media en het is goed als er een communicatiemiddel is tussen partijen. Aan de andere kant is het vaak oppervlakkig en tijdrovend. - Is een user generated state een onhaalbaar ideaalbeeld? Dat weet ik wel zeker. Een meerderheid van de mensen is nu eenmaal niet bereid moeite te doen voor iemand anders zonder ervoor beloond te worden. Een user generated state zou je moet je samen laten gaan met het doel om voor meer kwaliteit te zorgen. Je zult vrijwilligers onder echte vakmensen laten samenwerken. - Gebruiken politici social media op een niet oprechte manier? Waar blijkt dat uit? Ik denk van wel. Ze proberen volgers te krijgen en hun mening te communiceren. Natuurlijk zullen ze ook willen scoren, maar is dat niet uit oprechtheid? - Zie je mogelijkheden voor de politiek? Het is altijd goed om te communiceren en alle kennis bij elkaar te krijgen. - Hoe zouden politici of politieke partijen dit dan moeten aanpakken? Er zullen mensen nodig zijn om de gegevens goed te kunnen filteren tot bruikbare data. Ook zouden ze vragen voor kunnen leggen aan burgers. Voor elk vraagstuk kun je tegenwoordig makkelijk een referendum houden. Blogpost van 400 woorden als reactie op Aalberts

User generated state, een utopia? In het artikel Overheid 2.0 gaat Chris Aalberts in op een user generated state en zet hij hier kanttekeningen bij. Deze blogpost is mijn reactie op het artikel van Aalberts. Is een user generated state een utopia?

User generated state Chris Aalberts erkent dat crowdsourcing veel mogelijkheden biedt. Zo zegt hij: “Overheden kunnen burgers ook betrekken bij het ontwikkelen van beleid of het oplossen van vraagstukken door gerichte vragen te stellen aan burgers. “ Ook ziet Aalberts de voordelen van wisdom of the crowds. Ik citeer: “Het is de verwachting dat nieuwe technologien en platformen cocreatie in de toekomst nog krachtiger en eenvoudiger maken. Burgers kunnen niet alleen taken overnemen maar zijn ook, volgens pleitbezorgers, in staat met betere ideen te komen en efficienter te werken.“

8


Een volgende stap zou kunnen zijn dat er een samenleving onstaat die geregeld wordt door burgers, ook wel user generated state genoemd. Aalberts zegt hierover: “Deze verregaande vorm van participatie wordt gezien als de grootste belofte van social media: het (zichzelf) motiveren en mobiliseren van burgers.

Kanttekeningen Aalberts staat bekend om zijn kritische blik op de wereld, wat nog wel eens voor reacties zorgt. Zo plaatst hij kanttekeningen bij de geroemde social media campagne van Obama. Aalberts zegt dat er geen harde bewijzen voor zijn. Zo zegt hij ook: “Groepen mensen zijn niet automatisch slim, het hangt van de samenstelling en de werkwijze van deze groepen af of er slimme oplossingen komen.” Of: “De interesse van burgers was en is dikwijls laag. Dit heeft vaak te maken met de vaagheid van het onderwerp dat centraal staat. Bij de burgers die wel meedoen, geldt dat ze geen afspiegeling van de bevolking zijn en dat veel burgers en drempel ervaren om mee te doen.” Ook noemt Aalberts nog dat mensen hun gedrag niet snel veranderen. Zo ook niet ambtenaren die functies uit handen moeten geven aan burgers.

Utopia Op de vraag of een user generated state mogelijk is, zeg ik meteen al nee. Dat moet het doel ook niet zijn van de overheid. Ik vind dat de overheid altijd moet streven naar de hoogste kwaliteit op elk gebied, op innovatie. Hiervoor zijn altijd (betaalde) vakmensen nodig. Wel is het goed om burgers die verstand hebben van de kwestie bij vraagstukken te betrekken. Informeren is wel een belangrijke taak. Waar Aalberts het niet over heeft gehad is dat social media een redelijk nieuw fenomeen is. Het kan zo zijn dat mensen het zat worden social media te gebruiken. Een ander punt is dat social media gebruiken tijdrovend is en soms ander werk in de weg kan staan. Wat zou jij vinden van een user generated state? Laat het mij weten in de reacties! Bron naar het artikel van Aalberts: https://online.han.nl/sites/5-ICA-PropC-MQ/MQ_VT_Uitvoering/Algemene%20documenten/2754%20Media%20Questions%20SCHOLAR.pdf.

9


Verwerkingopdracht 4: We Think Organisatieplan De opdracht is om een gezamenlijk organisatie-ontwerp te maken uit les 10. Het organisatie-ontwerp moet van een ‘eigen’ bedrijf zijn dat volgens de We Think-methode werkt. Belangrijk hierin is de onderbouwing bij alle elementen (consumeren, innoveren, manier van werken en leiddinggeven) van de theorie van Leadbeater via APA-richtlijnen. Ook moet duidelijk herkenbaar zijn welke elementen gezamenlijk zijn en welke elementen individueel. Het plan is door mijzelf bedacht over een fictief bedrijf van Jip, Esra, Wouter en mij. Naam en beschrijving bedrijf Kwaaii: Independent Games door Jip Sanders, Esra Ruysing, Wouter Stroeve en Ruben Kwaaitaal. Wij maken games, apps, websites en alles waar game-elementen inzitten. Wat is het product en/of de dienst? Wij maken games, apps, websites en alles waar game-elementen inzitten. Daarbij geven wij advies aan bedrijven en particulieren. Hoe ga je met je vaste werknemers om? Ruben geeft leiding en maakt games en websites. Esra onderhoudt klantcontacten, zoekt ook weer nieuwe klanten en helpt mee met opdrachten. Jip maakt apps en zoekt naar nieuwe innovaties. Daarbij kijkt hij ook (af) bij andere partijen. Wouter maakt grafische ontwerpen en audio, maar betrekt ook de crowd hierin. Esra neemt de opdrachten aan van klanten. Ruben, Jip en Wouter pakken zelf de opdrachten aan. Redden wij het zelf niet dan besteden wij deze opdracht uit aan een derde partij. Esra helpt mee met de opdrachten en kijkt vooral vanuit het oog van de klant. Ruben controleert of het proces goed loopt. Samen kijken we of de opdrachten goed uitgevoerd zijn en vieren we als het goed gegaan is. Wat wordt de structuur van de organisatie? Wij hebben allemaal een even groot aandeel in het geheel. Nooit werkt er iemand individueel, maar werken we minimaal in duo’s aan opdrachten. Ruben controleert het hele proces, de hele groep controleert de kwaliteit van het werk. De manier van innovatie is vooral door social media te gebruiken en een testpanel. Wij zorgen dat we in het testpanel een aantal vrienden en specialisten hebben die betaversies van de ontwerpen gaan testen. Als beloning maken wij ook mooie ontwerpen (bijvoorbeeld logo’s) voor hun, mogen ze naar onze meetings en krijgen ze een kijkje achter de schermen. Hoe ga je met eigendommen om? Klantgegevens bewaren we in een beveiligd excel bestand. Wij hebben alle vier toegang tot dit bestand, maar het is verboden deze gegevens te delen met derden. Behalve de standaard gegevens zetten we ook alle voorkeuren van de klant hierin. Alle ontwerpen die gemaakt zijn in de werktijd van het bedrijf, zijn ook eigendom van het bedrijf. Daarom registreren wij goed wie op welk moment aan het werk is geweest. Elk uur dat wij bezig zijn sturen wij ook een berichtje op social media om een registratie te hebben en het publiek te betrekken.

10


Hoofdstuk 2: Wikitalks Wikitalk 1: Maarten Lamers over Creative Research Voor de eerste wikitalk was Maarten Lamers gastspreker over Creative Research. De opdracht was om aan de hand hiervan vier vragen te beantwoorden. Vragen - Wat heb je gedaan? De ochtend voor de wikitalk heb ik opgezocht wie Maarten Lamers is en wat Creative Research betekent. Tijdens de wikitalk heb ik geluisterd naar wat hij te vertellen had. - Welk gevoel kwam bij je naar boven? Dat Maarten Lamers wel heel boeiend kan vertellen over Creative Research. - Wat heb je geleerd? Dat onderzoek ook lekker creatief en boeiend kan zijn. Dat je bij onderzoek je huis moet durven verwedden als je een bewering doet. - Wat ga je toepassen/gebruiken? Ik ga meer creativiteit in onderzoek stoppen en het zelf ook boeiend maken.

11


Wikitalk 2: Robin Hooijer over REshape & Innovation centre Voor de eerste wikitalk was Robin Hooijer gastspreker over REshape & Innovation centre. De opdracht was om aan de hand hiervan vier vragen te beantwoorden. Vragen - Welke vragen heeft Robin Hooijer zijn organisatie gesteld? Formuleer zelf deze vragen. Hoe zorgen we ervoor dat we met dezelfde mensen meer zorg kunnen bieden in de toekomst? - Welke onderdelen van het Triangulatie Framework (bieb, veld, werkplaats, lab en showroom) herken je? En waarin herken je deze dan? Welke activiteiten? Geef voorbeelden. In ‘Mijn zorg is...’herken ik showroom. In gesprekken met patienten herken ik veld. Met Facetalk herken ik werkplaats. Met het bekijken van Youtube filmpjes op de telefoon kun je spreken van bieb. Het bouwen van een hoge toren met spaghetti is werkplaats/lab. - Wat vond je inspirerend aan het verhaal van Robin Hooijer? Dat hij zei dat ze echt onderzoeken hoe gebruikers en patienten de ontwerpen en/of problemen ervaren.

12


Wikitalk 3: Bjorn Post over Valsplat en User experience Voor de eerste wikitalk was Bjorn Post gastspreker over Valsplat en User experience. De opdracht was om aan de hand hiervan vier vragen te beantwoorden. Vragen - Welke vragen heeft Bjorn Post zijn organisatie gesteld? Formuleer deze vragen. Is het goed om eindeloos lange enquetes te gebruiken? Is het nodig om veel data te verzamelen? Welke data is nu echt belangrijk? - Welke onderdelen van het Framework (bieb, veld, werkplaats, lab en showroom) herken je? En waaraan herken je deze dan? Welke activiteit? Geef voorbeelden. Vooral veel lab en showroom. Lab omdat er veel gekeken wordt naar hoe gebruikers dingen ervaren. Daarbij ook showroom, om nieuwe ontwerpen te tonen. - Wat vond je inspirerend aan het verhaal van Bjorn Post. Dat je ervoor moet zorgen dat je bruikbare data aanmaakt. Less is more.

13


Bronvermelding Aalberts. (2011). Overheid 2.0. In reader Media Questions SCHOLAR. Reader SPH nummer 2754. Arnhem: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Gedownload op 12 februari 2014, van https://online.han.nl/sites/5-ICA-PropC-MQ/MQ_VT_Uitvoering/Algemene%20documenten/2754%20 Media%20Questions%20SCHOLAR.pdf Artsennet. (2013). Blessurerisico amateurvoetbal groter dan prof. Geraadpleegd op 12 februari 2014, van http://www.artsennet.nl/Nieuws/Nieuws-onderzoeken/Nieuwsartikel/132502/Blessurerisico-amateurvoetballer-groter-dan-prof.htm Communicatie Online. (2013). Sociale media helpen opsporing politie. Geraadpleegd op 13 februari 2014, van http://www.communicatieonline.nl/nieuws/sociale-media-helpen-opsporing-politie Infonu. (2009). Wat kost een vakman. Geraadpleegd op 12 februari 2014, van http://financieel.infonu.nl/geld/41498-wat-kost-een-vakman.html Leren.nl. (2014). Wat is een professional. Geraadpleegd op 12 februari 2014, van http://www.leren.nl/cursus/management/professionals/wat-is-een-professional.html Newsmedia Rockstars. (2013). Youtube Vs Tv. Geraadpleegd op 13 februari 2014, van http://newmediarockstars.com/2013/10/youtube-vs-tv-and-the-winner-is-infographic/ Patrick Mollema. (2014). Professionals hebben last van amateurs. Geraadpleegd op 12 februari 2014, van http://www.patrickmollema.com/page26/page32/Professionals_hebben_last_van_amateurs.html RTL Nieuws. (2013). Oplage grootste kranten daalt opnieuw. Geraadpleegd op 13 februari 2014, van http://www.rtlnieuws.nl/economie/home/oplage-grootste-kranten-daalt-opnieuw Shirky, Clay. (2008). Iedereen. In reader Media Questions SCHOLAR. Reader SPH nummer 2754. Arnhem: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Gedownload op 12 februari 2014, van https://online.han.nl/sites/5-ICA-PropC-MQ/MQ_VT_Uitvoering/Algemene%20documenten/2754%20 Media%20Questions%20SCHOLAR.pdf Smartbiz. (2014). De professionele opmars van de amateur IT-er. Geraadpleegd op 12 februari 2014, van http://www.smartbiz.nl/nieuws/153514/de-professionele-opmars-van-de-amateur-it-er/ Studiowind. (2013). Bloggers en vloggers communities zijn in opkomst. Geraadpleegd op 13 februari 2014, van http://www.studiowind.nl/actueel/bloggers-en-vloggers-communities-zijn-in-opkomst.html

14


Auteur: Ruben Kwaaitaal

Trotse vader van Emil, Elin en Marit. Maker van crappe gamedesign. Oprichter van RetroKings. Student #cmd. www.kwaaii.nl www.facebook.com/kwaaii www.twitter.com/middenkwaaii email: info@kwaaii.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.