CittA Magazine_De Zeevaartschool_Sandra Gasten_25 juli 2016

Page 1

© Concentra - GVA Citta Metropool, 25 juni 2016 , blz. 30

Verb rgen PARELS

De mooiste scheepsboeg van de stad

Vaag van gehoord, misschien wel met naam enigszins bekend. Maar niet meer dan dat. Ze zijn er in overvloed: de voor de grote massa verborgen parels van de stad. Vandaar deze reeks.

Als een groot schip, klaar om de Schelde op te varen: zo kan je de Hogere Zeevaartschool in het noorden van Antwerpen omschrijven. Het gebouw uit het interbellum ligt vlak bij het voormalige Noordkasteel en is het belangrijkste opleidingsinstituut voor een carrière op zee en aan wal in België. “Onze school is een landmark aan de Schelde”, zegt kapitein en directeur Patrick Blondé. Tekst: Sandra Gasten Foto’s: Patrick De Roo

Directeur Patrick Blondé op het dakterras van de school.


© Concentra - GVA Citta Metropool, 25 juni 2016 , blz. 32 Derdejaarsstudente Anousch Vallaeys en oud-student Paul Balanck.

Uiterst rechts: Willem Bruyndonx, verantwoordelijke internationalisering en communicatie.

Studenten leren hier nog op de originele manier kaarten lezen, voor het geval de digitale ondersteuning het aan boord zou laten afweten.

“Het dakterras is de boeg van mijn schip als het ware, vanwaar ik uitkijk over de Schelde en de stad” Door zijn ligging aan de Schelde is Antwerpen al sinds de veertiende eeuw een centrum voor zeevaartonderricht. In de achttiende eeuw werd het onderwijs ondergebracht in het Arsenaal, in 1802 werd de Marine- en Koopvaardijschool opgericht in de Handelsbeurs. Een erfenis van Napoleon eigenlijk. Die wilde van Antwerpen een uitvalsbasis tegen Engeland maken. De Schelde en Antwerpen waren “een pistool, gericht op het hart van Engeland”. En daar hoorde naast de aanleg van het Klein en Groot Dok - het huidige Bonaparte- en Willemdok - ook een goede zeevaartopleiding bij. Tijdens de Belgische omwenteling was er een korte onderbreking van het zeevaartonderwijs, maar in 1834 werd de zeevaartschool opnieuw opgericht onder de naam Ecole supérieure de Navigation d’Anvers. “Er werd toen lesgegeven op verschillende plaatsen in Antwerpen, onder meer ook op opleidingsschepen”, legt Patrick Blondé uit, zelf al veertien jaar aan het roer van de Hogere Zeevaartschool. “Maar door de overgang van de zeilvaart naar de stoomvaart, eind 1800, is er vanuit de scheepvaart en de industrie vraag gekomen naar een vaste opleidingsplek. Omdat er meer en meer ongevallen gebeurden, wilden ze een degelijke training van hun officieren. En daarnaast was het

toenmalige gebouw in de Verlatstraat te klein geworden voor het toenemende aantal studenten.” Daarom schreef de Belgische Zeevaartvereniging in 1929 een nationale wedstrijd uit voor de bouw van een ruim schoolgebouw op een terrein ten noorden van de Royerssluis, een gebied dat de stad ter beschikking stelde. “Uiteindelijk werd het Mercatorproject van de architecten Josse en Maurice Van Kriekinge gekozen”, gaat Willem Bruyndonx, verantwoordelijke internationalisering en communicatie voort. “De bouw startte in 1931 en het gebouw werd een jaar later in gebruik genomen.”

Commandobrug van een schip Als je van het Steenplein naar het noorden van Antwerpen fietst, zie je de contouren van het schoolgebouw voor je. Het U-vormige gebouw ligt in de Scheldebocht, vlak voorbij de Royerssluis en ter hoogte van het voormalige Noordkasteel, waarin heel wat Antwerpenaars vroeger een frisse duik kwamen nemen. De voorgevel is gericht naar de stad. De afgeronde westzijde, het dakterras en de bovenbouw lijken op de commandobrug van een boot. “Dat dakterras is de boeg van mijn schip als het ware, vanwaar ik uitkijk over de Schelde en de stad. Als de zon hier ondergaat, zie je ze in alle

vensters van de stad schitteren. Dit is gewoon hét mooiste terras van Antwerpen”, lacht Blondé. Niet veel mensen hebben trouwens het geluk om van dat prachtige uitzicht te kunnen genieten. “We geven hier weleens een drink voor genodigden, maar studenten mogen hier niet komen.” En toch zijn zij hét uithangbord van de school: met hun wit-blauwe uniformen zie je ze fietsen van het stadscentrum naar het noorden en zijn ze de levende promotie voor de school. En voor die studenten is het dan weer een eer om hier naar school te gaan, zo dicht bij het water en in zo’n prachtig gebouw. “Het is een uniek monument”, zegt Anousch Vallaeys, studente in het derde jaar. “Vanuit de klassen heb je een prachtig uitzicht over de Schelde. Uiteraard moet je tijdens de lessen opletten, maar toch is het fantastisch om de boten van hieruit te zien varen. Je ziet meteen de theorie in de praktijk: de boten moeten door de stroming bijsturen. De studenten weten ook meteen of ze te laat zijn. De grote klok op de voorgevel is al van ver te zien.” “De Zeevaartschool betekent echt iets in Antwerpen”, zegt oud-student Paul Balanck. “De doorsnee-Antwerpenaar weet perfect waar de school ligt. Het is een kenmerk van de stad. In Oostende heb je een gelijkaardig gebouw, maar dat is zeker niet zo groot. Bovendien kennen veel Antwerpenaars de omgeving van het Noordkasteel, waar iedereen vroeger kwam zwemmen of roeien. Nu nog wordt een deel van die vijver gebruikt om onder andere te oefenen met sloepenboten.”

Foto’s uit de oude doos. Het schoolgebouw dateert al van 1932.

Modernistisch Het gebouw staat er dan ook al bijna driekwart eeuw, een periode waarin veel studenten Anousch en Paul zijn voorgegaan. De school is uitgegroeid tot hét Belgische instituut voor een opleiding in de Nautische Wetenschappen of Scheepswerktuigkunde. En het aantal studenten is van 255 in 2000 gegroeid tot zo’n 700 vandaag. Ongeveer 14 procent daarvan zijn ook meisjes. De school is opgetrokken in bruingele Belvédèrebaksteen en blauwe steen, en als je door de hoofdingang - onder een grote betonnen luifel - naar binnen wandelt, duik je meteen het interbellum in. “De modernistische elementen merk je in de granietstenen tegelvloeren, de plafondverlichting boven de inkomdeur, de ijzeren elementen aan de toegangsdeuren, de traphal en de trapleuningen”, zegt Willem Bruyndonx. “Het is een beschermd monument, waarin zo veel mogelijk van de architectuur

Beeld van een zeeman in de inkomhal, van beeldhouwer Willy Kreitz.


© Concentra - GVA Citta Metropool, 25 juni 2016 , blz. 34

“Overal ligt nog het oorspronkelijke visgraatparket. Elke zomer wordt het opgeschuurd en geboend” bewaard is gebleven. Binnenin zijn er wel wat aanpassingen gebeurd met het oog op het schoolleven en in 1959 werd er een vleugel aan de noordoostzijde aangebouwd.” “Veel van de authentieke elementen werden behouden”, pikt Blondé in. “Overal ligt nog het oorspronkelijke visgraatparket, in perfecte staat. Elke zomer wordt het opgeschuurd en geboend. Ook de koperen trapleuning heb ik laten opblinken: daar hebben twee werkmannen drie weken lang op liggen boenen tot die opnieuw zijn oorspronkelijke glans had.”

Congo en Pater Damiaan

Uitzicht op de Schelde vanaf het dakterras van de Zeevaartschool.

In het gebouw duik je dan ook een beetje terug de geschiedenis in. In de inkomhal vallen op de linkeren rechtermuur de grote schilderingen op. “Die zijn uit 1934, gemaakt door Taf Wallet en Julien Creytens”, vertelt Willem Bruyndonx. “Het eerste beeldt de havenactiviteiten uit, het tweede het overzeese transport, voornamelijk naar de Afrikaanse koloniën.” Op één schilderij staat dan ook duidelijk een van de Congoboten die vanuit Antwerpen passagiers en goederen naar de Belgische kolonie voer. Op de achtergrond zijn de zeilschepen geschilderd waarmee de cadetten van de school stages op zee uitvoerden: de Comte de Smet de Naeyer, de L’Avenir en de Mercator. “Dat laatste schip deed tot begin jaren zestig dienst als opleidingsschip voor de studenten”, voegt

Patrick Blondé toe. “Het bracht onder meer twee grote beelden van het Paaseiland naar België en in 1936 voer het het lichaam van Pater Damiaan naar Antwerpen.” In het midden van de hal kijkt een zeeman, gemaakt door beeldhouwer Willy Kreitz, voor zich uit. Een standbeeld dat er gekomen is voor de gesneuvelde zeelieden in WOI en WOII. Op de eerste verdieping hangt een bronzen gedenkplaat tegen de muur, ook ter ere van de gesneuvelde zeelieden in WOI. Die is gemaakt door Alphonse Mauquoy. “Mijn betovergrootoom, Henri Blondé, staat er ook op vermeld. Hij is van New York naar Europa gekomen en in het Kanaal getorpedeerd”, vertelt de directeur.

Altaarsteen De directeur houdt duidelijk van erfgoed. In zijn bureau staan oude kompassen en sextanten die hij uit de gang heeft gehaald. Opvallend is ook een grote steen op de vergadertafel. “Dat is de altaarsteen uit de vroegere kapel, waar nu de refter van de studenten is. Ik heb die ergens in een lokaal gevonden, waar hij werd gebruikt als presse-papier om thesissen aan elkaar te kleven. In de winter lag de altaarsteen in de kapel, maar in de zomer lag hij op het opleidingsschip waar de pastoor de mis opdroeg. De steen was er ook bij toen de Mercator pater Damiaan naar Antwerpen bracht.” Op dezelfde verdieping ligt de raadzaal, gebruikt voor vergaderingen met onder andere de raad van bestuur of de vakbonden. “Hier werden ook de vergaderingen gehouden die aan de basis van het MAS lagen”, zegt Blondé fier. Het is dan ook een prachtige zaal die in de rotonde van het gebouw ligt. In de ovalen vorm van de glaspartijen heb je een ver uitzicht over de Schelde en de stad. Aan de muur hangt een paneelschildering van René De Pauw, met verschillende vaardigheden uit de zeevaart op afgebeeld. “Het is gemaakt op hout en met houtskool en goud beschilderd. Het werd gemaakt voor de Wereldtentoonstelling van 1935 in Brussel en daarna

aan de Hogere Zeevaartschool geschonken.” Aan het raam staat een opvallende buste. “Waar een tof verhaal aan verbonden is”, zegt de directeur. “Het beeld hebben we gevonden in de kelder, die onder water gelopen was. Op een opendeurdag is er toen een man naar mij toegekomen die vertelde dat dit zijn overgrootvader was. Hij had een gelijkaardig portret bij hem thuis staan. Het is H. Hertoghe, die 38 jaar hoogleraar was aan deze school.”

Traditie versus technologie Uiteraard werd het interieur van de school in de loop van de jaren aangepast aan de moderne tijd. Zo werd het internaat, dat er tot in 1982 is geweest, omgevormd tot klaslokalen en een bibliotheek. Daarnaast werd een multifunctionele aula gecreeerd met 120 plaatsen. “Dat is de vroegere zeemanschapszaal. Onder de aula liggen de kelders waar in de winter de zeilen van de Mercator werden bewaard. Tegen het voorjaar gingen de studenten in die zaal aan het werk om de zeilen te herstellen. Je ziet nog altijd de ‘shackles’ (beugels, red.) aan de muren, waarlangs de zeilen naar boven werden gehesen. Traditie gecombineerd met moderne technologie, zoals alles hier.” En die technologie is vooral op de tweede verdieping aanwezig. Daar vinden we hoogtechnologisch uitgeruste leslokalen met simulatoren waarop de studenten hun vaardigheden in een veilige omgeving kunnen oefenen. “Onder het toeziende oog van enkele kapiteins kunnen ze er de praktijk inoefenen. Ze leren er het schip besturen, stormen doorstaan, slecht weer trotseren...”, verduidelijkt Blondé. Wat nog origineel is, is de kaartenkamer. “Hier leren de jongeren op de ouderwetse manier een kaart lezen, want ook als de elektronica aan boord uitvalt, moeten ze de weg weten te vinden.”

Transparante nieuwbouw De Hogere Zeevaartschool gaat straks uitbreiden. Het team Atelier Kempe Thill uit Rotterdam en aNNo architecten uit Gent hebben de internationale wedstrijd voor het project gewonnen. “Het schoolgebouw wordt gerestaureerd volgens de plannen uit 1931 én blijft de eyecatcher. De rest moet in de schaduw ervan staan”, legt Blondé uit. “Er zullen heel wat elementen verdwijnen, zoals het platte dak dat er in de jaren vijftig is op geplaatst. Achter het huidige gebouw komt een moderne, transparante nieuwbouw van 10.000 vierkante meter. Tegen 2018 zou het project af moeten zijn.” Een monument waar je niet meer omheen zal kunnen. “Vroeger werd er over erfgoed gesproken tot aan de Royerssluis, maar nu zeg ik: ‘Er ligt nog iets achter, hé.’ En tegen 2020 zal de hele omgeving er anders uitzien. Je hebt het MAS, de scheepsherstelplaats, het Maritiem Park naast het Steen en binnenkort het Maritiem Museum (een nieuw belevingsmuseum rond scheepsherstelling en varend erfgoed op het Droogdokkeneiland, red.). Er zal van heinde en verre naar hier gekomen worden om te kijken hoe wij met onze haven omgaan. En daar zal de Hogere Zeevaartschool een deel van uitmaken.” ■

Directeur Blondé toont het leslokaal met de simulator.

De paneelschilderingen van René De Pauw in de raadzaal.

Enkele oude kompassen en sextanten op de gang op de bovenste verdieping.

Deze buste van oudhoogleraar H. Hertoghe werd in de kelder gevonden.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.