5 minute read

Jeroen Bos in Black Light

Next Article
De eerste keer

De eerste keer

Jeroen Bos

Black light kunst en feestdecoratie

Door: Peter van Sparrentak

Als kind was hij al gefascineerd door strips. “Mijn pa had een kast vol stripboeken. Van Suske en Wiske tot Kuifje, Michel Vaillant, Blake & Mortimer, maar ook alternatieve Franse strips, Mad Magazine, Rhââ Lovely. Als kind keek ik ze altijd al in. Op mijn elfde ben ik de teksten erbij gaan lezen en dacht ik: o, er zit ook nog een heel ander verhaal achter. Mijn droom was om later mensen te boeien met mijn eigen beelden. Wat ik nu maak, zijn eigenlijk ook beeldverhalen zonder tekst, die je op verschillende manieren kunt uitleggen. Zeker de drukke doeken, waarop veel te zien is. Ik probeer de poppetjes altijd een bepaalde uitdrukking te geven. Dat vind ik bij strips ook vaak mooi gedaan.”

“Ik had thuis wel eens wat strips geprobeerd, maar ik heb van mijn vijftiende tot mijn eenentwintigste niet meer getekend. Daarna ben ik weer begonnen, eerst in zwart-wit met tribal-achtige dingen. Van daaruit ben ik weer poppetjes gaan maken. Ik heb nu een vastere stijl gekregen. Maar ik maak geen karakters die terugkeren. Alleen een boom, die ik Magic Tree noem, komt vaker terug, maar dat is een beetje als grapje op mijn achternaam.”

Jeroen komt oorspronkelijk uit Haarlem, maar verhuisde op zijn vijftiende naar Den Bosch. Grappig natuurlijk om in dezelfde stad te wonen als zijn wereldberoemde naamgenoot, schilder Jeroen Bosch. “Mijn ouders vonden zijn schilderijen goed en hebben me daarom deze voornaam gegeven. En eigenlijk maakte hij ook een soort beeldverhalen.”

Persoonlijke verhalen

Veel van zijn werk is persoonlijk en gaat over zaken die hij zelf meemaakt. “Zoals het werk Me, dat is eigenlijk een soort zelfportret. Ik vind mijn karakter zowel mannelijk als vrouwelijk en dat zie je in het poppetje terug. Soms ben ik aan het puzzelen met mezelf, vandaar die puzzel guurtjes om hem heen. Ik heb ook doeken gemaakt, waarop heel veel poppetjes en halen in. Als ik met zo’n doek begin, heb ik een paar ideeën in mijn hoofd zitten. Maar dan weet ik nog niet precies hoe het er uit komt te zien. In de twee, drie weken dat ik aan een schilderij bezig ben, gebeuren er allerlei dingen om me heen, die ik er dan symbolisch in verwerk. Zo kreeg een vriend van mij een aanvaring met een junk, die hem met een baksten sloeg. Dat zit er dan ook ergens in.”

Undergroundfeesten

Omdat hij zelf veel naar feesten ging en een manier zocht om met zijn schilderijen op te vallen, bood hij aan om op een feest de muren te verfraaien met zijn werk. “De eerste keer was eind jaren negentig op een housefeest in een skatehal. Dat was toen nog met kleine schilderijen, canvas gespannen op board. Ik moest er ook rekening mee houden dat er niets kapot kon gaan. Maar ik merkte al snel dat het formaat te klein was. Daarom ben ik gaan schilderen op grote doeken, van bijna twee bij drie meter. Die kun je makkelijk oprollen en meenemen naar een feest. Als mensen dansen, moet iets echt groot zijn, wil het opvallen.” Sindsdien doet hij decoratie met zijn doeken op allerlei soorten undergroundfeesten, van hiphop tot house, van techno tot goatrance. Daarnaast exposeert hij regelmatig met zijn werk, dat varieert van grote doeken tot schilderingen van één bij één meter en kleiner.

“Ik ben begonnen met schilderijen in zwartwit. Daarna zijn er steeds meer kleuren bijgekomen.” Sinds een paar jaar gebruikt hij een nieuwe techniek: lichtgevende verf. Dat knalt natuurlijk lekker op het netvlies

tijdens een donker feest, waar ze black lights gebruiken. Jeroen: “Ik werkte eerst op lakens met textielverf. Tot ik in een speciaal Ik denk: laat ik dat eens proberen. Als er een normale lamp op schijnt, zie je al dat de kleuren feller zijn. Maar het echte effect krijg je natuurlijk pas met een black light.”

Schilderijen met ledlampjes

Voor de kleine doeken, die niet voor feesten voor de achtergrond en lichtgevende verf voor de details. Tijdens een expositie laat hij de doeken met black lights oplichten. Sinds kort heeft hij daar nog iets nieuws aan toegevoegd: kleine schilderijtjes, met daaraan een buigarm en een uv-ledlampje. Als je die thuis aan de wand hangt, krijg je in één klap hetzelfde lichtgevende effect. Een van zijn laat oplichten.

Ter inspiratie rookt hij regelmatig een jointje, al is hij met het zware roken gestopt. “Ik heb vroeger tijdens het schilderen wel geblowd, maar dat doe ik niet meer. Toen was het opstaan en naar bed gaan met een joint. Nu rook ik alleen nog maar af en toe. Dat is wel even wennen. Pas terug nog, op mijn verjaardag, ging ik naar de coffeeshop en rookte ik twee jointjes achter elkaar. Ik denk, dat moet kunnen, ik ben altijd een blower geweest. Dus ik nog lekker op stap en naar de kroeg. Ik zat daar aan de bar en had een Wieckse Witte besteld. Maar die ging er niet moet weg hier. Nou, ik weet niet meer hoe ik thuis ben gekomen, met erg veel tussenstops denk ik. Ik kan er niet meer helemaal goed tegen, merk ik nu. Terwijl ik toch altijd een stevige roker ben geweest.”

3D-brillen

Publicitair gezien levert zijn naamsgelijkenis met de beroemde Bossche fantasieschilder volop mogelijkheden op. Hij speelde daar al op in door onlangs een expositie te geven onder de naam Circus Jeroen Bos. Dat gebeurde in een expositieruimte aan de Geldersekade in Amsterdam. “Het was een expositie met black light, waar mensen naar konden kijken door een 3D-bril. Die kregen ze bij de entree uitgereikt. Dat geeft een apart effect. Tijdens de expositieweken ga vriendin van haar, danstheatervoorstellingen in black light. Mijn idee is om vaker onder de noemer Circus Jeroen Bos ergens neer te strijken met mijn werk en dat te combineren met theater, optredens of dj’s.”

This article is from: