Deskundigen kraken 15% THC-verbod

THC-plan is omstreden

Opstelten wil cannabis met meer dan 15% THC verbieden, deskundigen kraken dat voornemen

In de zomer van 2011 hebben verschillende vooraanstaande organisaties negatief gereageerd op het plan van minister Opstelten om cannabis met een THC-gehalte van meer dan 15% tot harddrug te bestempelen. De vernietigende adviezen zijn onlangs via een WOB-procedure boven water gekomen. Een dompertje voor de minister.

De verslavingszorg (GGZ-NL), de coffeeshopondernemers, het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), maar ook de politie en justitie zijn unaniem in hun oordeel dat de minister zijn huiswerk beter moet doen voordat hij zo’n ingrijpende maatregel neemt. De mogelijke onwenselijke gevolgen van het THC-plan zijn in hun ogen onvoldoende onderzocht. Daarom hebben ze stuk voor stuk een negatief advies over het plan uitgebracht.

Boeiend inkijkje

Wellicht had de minister deze instanties ook even moeten raadplegen voordat hij de wietpas invoerde. Dan had hij misschien vergelijkbare reacties gekregen en was ons het wietpas-debacle hopelijk bespaard gebleven. Hoewel het natuurlijk de vraag is in hoeverre deze minister zich daar iets van had aangetrokken. Als het aan hem had gelegen waren de negatieve adviezen over het THC-plan immers nooit naar buiten gekomen. Daarbij had hij niet gerekend op de volhardendheid van humanistiek onderzoekster en cannabisactiviste Hester Kooijstra, die de adviezen na twee jaar strijden via een WOB-procedure in de openbaarheid wist

te krijgen. De organisaties zijn niet alleen verpletterend in hun oordeel over het THCplan, ze geven ook een boeiend inkijkje in de verschillende manieren waarop je naar deze materie kunt kijken. Voor de liefhebber, surf naar www.voc-nederland.nl. Daar kun je ze allemaal integraal downloaden. Hier alvast een voorproefje.

Door: Nicole Maalsté

Het analyseren van monsters zal tenminste tussen de 2 en 12 miljoen euro per jaar kosten.

Duur en delicaat

Laten we beginnen met de organisatie die de voorname taak zou krijgen om de THCwaarde van cannabis vast te stellen, het NFI. De minister vroeg hen aan te geven wat de gevolgen zijn voor de infrastructuur van het NFI, wanneer zijn plan doorgang zou vinden. Het instituut laat weten dat er een enorme uitbreiding van mensen en apparatuur noodzakelijk is om de monsters te kunnen analyseren. Het analyseren van monsters zal volgens hun grove berekening tenminste tussen de 2 en 12 miljoen euro per jaar kosten. Dat hangt af van het aantal monsters dat per keer moet worden genomen. Het instituut legt uit dat het THC-gehalte sterk varieert over de diverse plantendelen en over de groei- en bloeitijd. Ze zullen dus meerdere monsters in een hennepkwekerij moeten nemen en daar een gemiddelde van

nemen om te bepalen wat het THC-gehalte van de planten is. Hoeveel monsters nodig zijn om een juiste inschatting van het THCgehalte te maken, is volgens hen onduidelijk.

Discussies

Bovendien heeft het weinig zin om het THCgehalte te meten van planten die nog geen bloei vertonen. Daarom waarschuwt het instituut dat het hanteren van een strikte grens als 15%, in combinatie met een relatief hoge meetonzekerheid, gemakkelijk tot discussie kan leiden. Er is uitgegaan van een voorlopige kostprijs van 120 euro per monster. Dat kan nog duurder worden, want er is nog geen rekening gehouden met de noodzakelijke verbouwingskosten die zij verwachten te moeten maken. Met andere woorden: het THC-plan kost klauwen met geld en het bepalen van de THC-waarde is een delicate zaak waardoor de rechtszaken niet van de lucht zullen zijn.

Verzwaring voor de opsporing

Het advies van het College van procureursgeneraal, zeg maar justitie, gooit er nog een schepje bovenop. Uitvoering van het plan leidt tot een aanzienlijke verzwaring voor de opsporing, de vervolging en de executie. Justitie voorspelt dat niet alleen de zwaarte van de zaken zal toenemen, maar dat er ook een grotere druk komt op de beschikbare celcapaciteit. In de praktijk zal het erop neerkomen dat er tijdens opsporingsonderzoek monsters moeten worden genomen die naar het laboratorium worden gestuurd. Dat geldt niet alleen voor monsters van hennepplanten in een kwekerij, maar ook voor monsters van gebruikershoeveelheden in een coffeeshop of bij een consument. Dat zijn dus extra handelingen die geld kosten, terwijl op dat moment onduidelijk is of het om soft- of harddrugs gaat. Het THC-gehalte is immers niet met het blote oog of met andere zintuigen waarneembaar. ‘The proof of the pudding is in the eating’, aldus justitie.

Ongewenste effecten

Het College van procureurs-generaal vindt bovendien dat onvoldoende duidelijk is welke gevolgen de maatregel heeft voor het coffeeshopbeleid, zoals het optreden van verplaatsingseffecten en mogelijke ongewenste effecten op de volksgezondheid en de illegale markt. Ook zou er eerst meer duidelijkheid moeten zijn over allerlei juridische kwesties, zoals de vraag of de coffeeshopexploitant in juridische zin wordt geacht te weten wat het THC-gehalte is van de door hem te koop aangeboden cannabis. En kan de consument, wanneer hij cannabis in een coffeeshop koopt, er van uitgaan dat het softdrugs is, of is er altijd het risico van strafrechtelijke vervolging? Kortom: ook vanuit justitieel oogpunt zal de uitvoering van het plan de nodige

kosten met zich meebrengen en zijn er nog veel onopgeloste vragen.

Open vragen

Het wordt nog leuker. GGZ- Nederland, de koepel van de gezamenlijke verslavingszorginstellingen, wijst erop dat het gemiddelde THC-gehalte de afgelopen jaren flink

is gedaald. Er zijn volgens de GGZ helemaal niet zoveel mensen die per se cannabis willen roken met een THC-gehalte van meer dan 15%. De gemiddelde blower zit volgens hen helemaal niet (meer) te wachten op zeer sterke wiet. Oftewel, waar hebben we het eigenlijk over? Gaan we een heel circus optuigen voor een handjevol blowers die sterke wiet roken? Daarmee is niet gezegd dat het helemaal geen probleem is. Voor de gezondheid van jonge blowers vormt sterke wiet wel

degelijk een risico. Maar verbieden is volgens de GGZ niet de juiste wijze om dit probleem te tackelen. Zicht op de werkzame bestanddelen van cannabisproducten is hoogst nodig. In dat opzicht zien zij regulering van de achterdeur als een veel betere oplossing.

Verhouding THC en CBD’s

In feite is dit ook de strekking van de re-

actie van de coffeeshopondernemers. Het Landelijk Overleg van Coffeeshopondernemers (LOC) schrijft dat er sprake moet

Het NFI waarschuwt dat het hanteren van een strikte grens als 15%, in combinatie met een relatief hoge meetonzekerheid, gemakkelijk tot discussie kan leiden.

zijn van kwaliteitscontrole en voorschriften voor de teelt van wiet om een onderscheid te kunnen maken in het THC-gehalte van

de in coffeeshops aangeboden cannabisproducten. Met andere woorden: dat kan alleen maar als de achterdeur is geregeld. Bovendien kan er volgens het LOC niks zinnigs over het THC-gehalte worden gezegd, wanneer men dat niet in verhouding ziet tot de andere bestanddelen van plant. Onderzoekers weten inmiddels dat de hoogte van cannabinoiden (CBD’s) invloed heeft op de wijze waarop de consument de uitwerking van het product ervaart. Daarom

wijzen de coffeeshopondernemers net als de GGZ op het belang van onderzoek naar de verhouding van THC en CBD’s, zodat consumenten een duidelijkere keuze kunnen maken.

De adviezen van al deze organisaties tonen aan dat de voorgenomen maatregel alwéér symboolpolitiek is. Hoe lang gaat die symbolische halfbakkken beleidsvoering nog door?

Hennep is niet onschuldig

Dan tot slot het advies van de Raad van Korpschefs. Als het aan de politie ligt, mogen alle cannabisproducten op lijst I van de Opiumwet komen. Niet alleen sterke wiet. Het veronderstelde verschil tussen soft-

drugs en harddrugs moet worden weggenomen, omdat dit volgens de politie geen recht doet aan de aard en omvang van de drugsproblematiek. Die is in hun ogen vrijwel hetzelfde voor heroïne, cocaïne en hennep. Bovendien helpt het bestempelen van cannabis tot harddrug de politie in haar strijd tegen het normaliseringsproces. Hennep is niet onschuldig.

Veel gekker moet het niet worden. De politie die iets probeert tegen te houden, wat in de samenleving normaal wordt gevonden!? Ondanks deze bizarre opvatting schaart ook de politie zich achter het standpunt van justitie, dat er eerst meer onderzoek moet worden gedaan naar de praktische en juridische gevolgen, voordat het plan van de minister in werking treedt.

De adviezen van al deze organisaties tonen aan dat de voorgenomen maatregel alwéér symboolpolitiek is. Hoe lang gaat die symbolische halfbakkken beleidsvoering nog door?

Aan het eind van het jaar zal de minister laten weten welke maatregelen hij nog meer in petto heeft voor de coffeeshops. Dan zal ook duidelijk worden of dit onbezonnen THCplan doorgaat. We wensen hem veel wijsheid toe.