6 minute read

Ivan Wolffers over cannabis en meer

Next Article
C-Man

C-Man

“De overheid

zou zelf moeten produceren”

Ivan Wolffers (1948) is (in het kort) schrijver, arts en hoogleraar, en partner van / fotograaf voor schrijfster en filmmaakster Marion Bloem. Hij werkte als huisarts, speelde theater, doet onderzoek in ontwikkelingslanden en houdt een informatieve website bij. “In 1979 heb ik een serie columns over verslaving geschreven voor de Volkskrant. Daarvoor over geneesmiddelen, dat zijn gereguleerde drugs. Ik wilde toen schrijven over dat waar veel jonge mensen mee zitten, over middelen die voor recreatieve doeleinden bedoeld zijn.”

Cultuur

“Chocola, koffie, roken, alcohol - waarom is dat van oudsher wel geaccepteerd, en cannabis niet? Al die middelen zijn ingebed in onze cultuur, cannabis niet. Het groeide hier ook niet in zo’n grote mate als in sommige omgevingen. Ik kende het gebruik uit India, daar had je keurige winkels waar je het kon kopen. Dat is een cultureel verschil. Maar er ontstond hier in de zestiger jaren een enorme jeugdcultuur, en cannabis paste in een emancipatie van een samenleving die verjongde. Het gebruik nam toe naarmate er meer jongere mensen waren, het werd ook een generatieconflict.”

Discussie

“Oudere mensen maakten er een enorm punt van. Nu hebben veel oudere mensen het zelf gebruikt, dus die vinden het niet zo erg. Maar toen was het een keiharde streep. Ik schreef ook om jongeren die iets uitprobeerden te wapenen om de discussie aan te gaan. De cannabis kwam er in mijn columns netjes vanaf, dat is later een boekje geworden. Mijn leven lang ben ik bedankt door mensen die jong waren toen ze dat boekje lazen, omdat ze zich geen uitzondering meer voelden als hun ouders er op tegen waren, en ze er meer kennis over hadden.”

Valse argumenten

Volgens Ivan ontbreekt de veilige context waarin je goed geïnformeerd bent nu meer dan in 1979. “Dat maakt voor mij de zaak zorgelijker. Als samenleving heb je te ma-

Het is haast een wonder dat Ivan Wolffers nog wat tijd heeft kunnen vinden voor een interview. Maar wonderen, daar geloven wetenschappers over het algemeen niet in. Oprechte interesse in informatie geven over cannabis, dat zal hem ertoe gebracht hebben.

Tekst: Arjan van Sorge // Foto: Marion Bloem

ken met de mensen die het beleid bepalen en dan zie je dat in Nederland een wonderlijke ontwikkeling gaande is, die het steeds moeilijker maakt. De grootschalige cannabisproductie is verweven met wapenhandel en weet ik het allemaal, en daar kunnen ze geen greep op krijgen. Het heeft ook met witwassen van geld te maken. Er zitten rare dingen in de wet waardoor het onmogelijk is voor de overheid om al die dingen goed aan te pakken, en dan denken ze: nou dan knijpen we het helemaal maar af. In andere landen zie je de omgekeerde beweging, met name in de VS. Nederland maakt een tegenovergestelde ontwikkeling door, waarbij allerlei valse argumenten gebruikt worden.”

Issues

In de loop der jaren heeft Ivan naar eigen zeggen een vrij genuanceerde mening over het gebruik van wiet en hasj gekregen, want hij heeft bij mensen in zijn omgeving gezien hoe mis het kan gaan. “Maar daarbij is cannabis niet de hoofdschuldige, want het geeft geen lichamelijke afhankelijkheid, en ik zou er nooit zo bezorgd over zijn als wanneer mijn kind elk weekend laveloos thuis zou komen. Want dat zijn allemaal trajecten waarbij je de risico’s op je afroept. Het past natuurlijk in een plaatje van de issues die je hebt in je leven, met het bepalen van je identiteit: kijk mij eens wat ik doe, dit ben ik, hier voel ik me thuis bij. Dat zijn dingen die je je best af mag vragen.”

Een trekje

Het gebruik van middelen is Ivan trouwens zelf niet helemaal vreemd: “Op de middelbare school heb ik gedacht dat ik moest drinken, maar dat past niet bij mij, ik vind het smerig. En het effect vond ik altijd vervelend, want ik heb zelf al een enorme verbeelding. Zo is het bij mij dat als ik cannabis gebruik, ik gelijk lig te pitten, ik ben dan zo vertrokken. Dat is niet zo lollig, want ik kan toch al goed slapen... Maar voor de gezelligheid doe ik wel eens mee. Natuurlijk heb ik het uitgeprobeerd, mijn zoon vroeg dan: wil je ook een trekje. Maar ik heb een ongelooflijk lage bloeddruk omdat ik zoveel sport. Ik hoef maar een trekje te nemen of iets gedronken te hebben of ik val flauw of moet overgeven. Dat is een bekend fenomeen. Door operaties zakt mijn bloeddruk nog lager, dan denken ze dat ik een hartstilstand heb of in shock raak. Zo ontdek je dat het niks voor jou is, maar dit traject geldt natuurlijk niet voor iedereen.”

Dodelijk

Het roken van nicotine is al helemaal niet aan Ivan besteed, en als schrijver vindt hij het een verdomd moeilijk onderwerp. “Roken is de meest dodelijke gewoonte die we hebben, er overlijden jaarlijks twintig miljoen mensen aan wereldwijd. Dan snap je niet dat er altijd weer nieuwe rokers zijn. Om te beginnen is je eerste sigaret vreselijk, het stinkt, en toch zetten mensen door. Dat heeft met groepsdwang te maken, en met de behoefte op die leeftijd om je identiteit vast te stellen. Ik ben rebel, ik rook toch, ha!” In 2002 werd bij Ivan prostaatkanker geconstateerd, maar tot nu toe is daar nog geen medicinale wiet bij te pas gekomen. “Wat ik heb gaat wat langzamer dan veel andere vormen van kanker. Ik heb uitzaaiingen in mijn heupen, knieën, ribben en ruggenwervels, maar de pijn is relatief. Ik heb wel eens een scheut, en waar dat dan van komt wil ik niet eens weten, dat boeit me weinig, maar er is pijn. Ik gebruik geen pijnstillers omdat ik denk: het gaat wel joh. Ik ben mezelf nog de baas. Als het heel erg zou worden en cannabis zou iets voor mij kunnen betekenen dan zou ik het zeker willen gebruiken.”

Hoofd vrij hebben

“Ik heb gezien hoe mensen op morfine reageren, dat krijg je vaak voor pijnstilling, maar dat zou ik niet willen. Want dan leef je niet helder meer. Je bent echt helemaal van de wereld, zeker als je dat langer gaat gebruiken. Ik heb er geen moreel oordeel over dat andere mensen dat wel willen, maar voor mijzelf... Mijn werk is schrijver, en daar moet je altijd heldere gedachten bij hebben, scherp voor kunnen denken. Als ik invoelend moet schrijven hoef ik niet iets te hebben om me te helpen, zoals mensen die alleen kunnen schrijven als ze gedronken hebben, om hun hoofd vrij te hebben. Ik heb er mijn hele leven voor getraind om mijn hoofd vrij te hebben, dus dat gaat mij makkelijk af.”

Dubbele rol

“Het gaat erom dat je alles durft, en ik durf best alles op te schrijven en eerlijk te zijn. Voor een schrijver is er niet veel meer nodig. Maar als cannabis me zou helpen tegen misselijkheid bij chemokuur of pijn, dan zou ik er niet over twijfelen om dat te gebruiken. Ik beschouw het net als alle andere middelen die je gaat gebruiken om dat effect tegen te gaan. Het is een valide manier om dat te doen. Ik vind ook dat het goed is dat het beschikbaar is voor mensen. De overheid heeft zo’n dubbele rol, ik denk produceer het desnoods zelf, zo hou je de controle er op en kun je ook veel beter gaan voorlichten. Er kan belasting op geheven worden en zo krijgen ze een zak geld binnen.”

Beschaafd

“Dan kan je bij inloopcentra terecht, en kunnen ze je snel doorverwijzen als er iets is. Je biedt mogelijkheden om samen te kletsen met iemand, desnoods met iemand die hetzelfde traject gelopen heeft. Dat kan je dan allemaal financieren, en dan heb je je gebruik beschaafd ingekaderd in een zorgende samenleving. Voor medicinaal gebruik kun je uit dezelfde bronnen tappen. Nu laat je het over aan mensen die met iets heel anders bezig zijn. Dat is minder sympathiek van de overheid, ze sluit een belangrijk deel van de bevolking uit, ze denkt die laten we maar zitten, daar willen we niks mee, of het is van de duivel of weet ik wat er gedacht wordt...”

This article is from: