TVR SEM DMP | Sanne Smits | 494712 | Bart Dijkman | Versie 1
INLEIDING
De Hogeschool Arnhem en Nijmegen hecht grote waarde aan het niveau van haar studenten. Dit doet de hogeschool aan de hand van drie competenties die door de studenten bewezen moeten worden; communiceren, samenwerken en planmatig werken. Tijdens de minor moet de student deze competenties op niveau 2 beheersen en bewijzen. De competenties bewijzen doet de student door indicatoren te vervullen (drie indicatoren per competentie). Dit gebeurt aan de hand van een TVR verslag. TVR staat voor Toepassing, Verantwoording en Reflectie. In dit document wordt de TVR toegepast op alle negen indicatoren.
1
INDEX
INLEIDING
P. 1
INDEX
P. 2
1. COMMUNICEREN 2.1 1.1 Toepassing 1.2 Verantwoording 1.3 Reflectie
P. 3
2. COMMUNICEREN 2.2 2.1 Toepassing 2.2 Verantwoording 2.3 Reflectie
P. 4
3. COMMUNICEREN 2.3 3.1 Toepassing 3.2 Verantwoording 3.3 Reflectie
P. 5
4. SAMENWERKEN 2.1 4.1 Toepassing 4.2 Verantwoording 4.3 Reflectie
P. 6
5. SAMENWERKEN 2.2 5.1 Toepassing 5.2 Verantwoording 5.3 Reflectie
P. 7
6. SAMENWERKEN 2.3 6.1 Toepassing 6.2 Verantwoording 6.3 Reflectie
P. 8
7. PLANMATIG WERKEN 2.1 7.1 Toepassing 7.2 Verantwoording 7.3 Reflectie
P. 10
8. PLANMATIG WERKEN 2.2 8.1 Toepassing 8.2 Verantwoording 8.3 Reflectie
P. 11
9. PLANMATIG WERKEN 2.3 9.1 Toepassing 9.2 Verantwoording 9.3 Reflectie
P. 12
LITERATUURLIJST
P. 13
2
1. COMMUNICEREN 2.1
Communiceren indicator 2.1: De student levert correcte schriftelijke bijdragen, conform de opgegeven richtlijnen, op- en onderbouw daar waar nodig.
1.1 TOEPASSING Deze competentie is toegepast op: Ontwerp document(3), Analyse document(6), Review analyse document(11), Testdocument(10) en de Facebookpagina Going Basic(12). 1.2 VERANTWOORDING Het opstellen van de structuur van de documenten die dit semester zijn gemaakt is gebeurd aan de hand van de ondersteunende documenten, door Jacqueliene beschikbaar gesteld op Scolar(13), algemene vormgeving en kennis uit voorgaande semesters. Dit geldt voor de volgende documenten: • Ontwerp document • Analyse document • Review analyse document • Testdocument Het Enquête document is komen te vervallen en staat om deze reden niet in de bovenstaande lijst. Dit komt doordat dat de onderdelen die hierin moesten worden omschreven al verwerkt zijn in het Testdocument. Deze test is namelijk uitgevoerd aan de hand van een enquête. De voortgang van het project is in grote lijnen bijgehouden via social media, zoals in de studiehandleiding staat omschreven. Dit is terug te zien op de Facebookpagina van Going Basic(12). 1.3 REFLECTIE Pas later ontdekte ik de verschillende documenten met globale richtlijnen op HAN Scolar(13) toen ik mijn documenten al grotendeels had afgerond. Mijn documenten heb ik opgesteld aan de hand van ervaring uit vorige semesters en de lessen. Toen ik de Scolar documenten vergeleek met mijn documenten bleken deze grotendeels overeen te komen.
3
2. COMMUNICEREN 2.2
Communiceren indicator 2.2: De student gebruikt passende gespreks- en/of presentatietechnieken om het doel te bereiken in presentaties en/of een twee- of groepsgesprek. 2.1 TOEPASSING Deze competentie is toegepast op: Tussentijdse presentatie blok 1(14), Tussentijdse presentatie blok 2(15). 2.2 VERANTWOORDING In zowel blok 1 als blok 2 van van dit semester heb ik een tussentijdse presentatie gegeven voor de docenten en mede studenten van de minor DMP. Beide keren is de presentatie gegeven aan de hand van Powerpoint slides die het verhaal ondersteunden. Beiden presentaties duurden rond de 5 minuten. Tijdens de start van de tweede presentatie liep mijn computer vast. Dit is opgelost door twee klasgenoten voor te laten gaan en mijn computer opnieuw op te starten. Toen het daarna nog niet werkte heb ik dit opgelost door de losse afbeeldingen van de slides vanuit de map op mijn desktop te presenteren. 2.3 REFLECTIE Beide presentaties gingen niet zo goed als ik van te voren had gehoopt hoewel de tweede presentatie beter ging dan de eerste. Beide momenten waren mijn zenuwen zo hoog dat ik delen van de presentatie vergat, ondanks mijn spiekbriefjes, Ik praatte te snel zodat de presentatie korter was dan geoefend, mijn handen trilden en ik kreeg amper adem. Presenteren, vooral op deze manier, is voor mij het meest gevreesde deel van een project. Na de tweede presentatie was ik ook trots op de manier waarop ik het computerprobleem opgelost had en ik mijn zenuwen beter onder controle kon houden.
4
3. COMMUNICEREN 2.3
Communiceren indicator 2.3: De student kijkt kritisch naar de effectiviteit van het eigen communicatieve handelen en benoemd meetbare sterke- en verbeterpunten. 3.1 TOEPASSING Deze competentie is toegepast op: Het interview met Lennart Overkamp(16) en het interview met Jasper Fernhout(17) 3.2 VERANTWOORDING Voor het onderzoek dat ik binnen dit semester heb uitgevoerd zijn er twee interviews afgenomen. Om deze interviews op te zetten moesten verscheidende mensen benaderd worden. Na een aantal afwijzingen en geen reactie hebben uiteindelijk Lennart Overkamp en en Jasper Fernhout ingestemd met het interview. Deze interviews hebben via het medium Skype plaatsgevonden. 3.3 REFLECTIE Emotioneel gezien moest een hoge drempel genomen worden om contact te leggen met onbekende mensen. Om dit te overwinnen heb ik deze personen eerst via e-mail en later telefonisch benaderd. Hoewel de afwijzingen dit groeiproces negatief be誰nvloedde is het gelukt om twee personen te vinden bij wie ik het interview mocht afnemen. Dit maakte me trots. Ook hier speelde zenuwen een grote rol, net als bij de persentaties. De competentie vraagt om een sterk punt. Tijdens dit semester is er merkbaar vooruitgang geboekt. Als deze stijgende lijn doorgezet kan worden kan het een sterk punt worden.
5
4. SAMENWERKEN 2.1
Samenwerken indicator 2.1: De student beschrijft een drietal situaties die aantonen dat zij tot eigen besluitvorming is gekomen. 4.1 TOEPASSING De drie situaties vinden plaats in de ontwerpfase van het project. 4.2 VERANTWOORDING • Situatie 1: Voice over Omdat de video de kijker informatie biedt ligt het voor de hand dat het beeld en de gegeven informatie wordt ondersteund door een voice over. Dit is door menig medestudent en docent geopperd en/of aangeraden. Ik heb research gedaan naar video’s met en zonder vocale ondersteuning. Een voice over zorgt ervoor dat een video overkomt als een instructievideo in plaats van een entertainende video met een informatieve ondertoon. Om deze reden heb ik gekozen om géén voice over in te zetten, • Situatie 2: Wel of geen slow motion. Oorspronkelijk zaten er een aantal slow motion elementen in de film. Ik heb zelfs één van de twee experimenten besteed aan slow motion. Mede door de resultaten van dat experiment ben ik gaan kijken naar de meerwaarde van de slow motion elementen. Deze bleek te klein om het extra werk te verantwoorden dat dit met zich meebrengt in de relatief korte tijd die beschikbaar is voor het ontwikkelen van het eindproduct. • Situatie 3: Setnoise of sound FX De audio van de film kon op twee manieren opgenomen worden. De eerste optie was om microfoons te huren en alle audio ter plekke op te nemen. Op deze manier is de kans op ruis en het geluid van auto’s, treinen, mensen en vliegtuigen in de opnamens groot. De andere manier was om geen audio op te nemen tijdens het filmen (of de opgenomen audio verwijderen) en deze te vervangen door omgevingsgeluiden en geluidseffecten. Deze kun je zelf opnemen of via internet downloaden. Hoewel de tweede optie meer tijd kost zorgt dit uiteindelijk voor een hogere kwaliteit. 4.3 REFLECTIE Ik ben niet iemand die klakkeloos doet wat anderen voorstellen. Ik neem adviezen altijd wel mee in mijn overwegingen en doe waar nodig extra onderzoek zodat ik een goede mening kan vormen en het juiste besluit kan maken. Zo ook met de sleutelaspecten van deze video.
6
5. SAMENWERKEN 2.2
Samenwerken indicator 2.2: De student beschrijft een drietal situaties die aantonen dat zij verschillende projectbelangen tegen elkaar afweegt. 5.1 TOEPASSING De drie situaties vinden plaats in de definitiatie- en de ontwerpfase van het project. 5.2 VERANTWOORDING • Situatie 1: Projectmethode. Zoals in hoofdstuk 7. Planmatig werken 2.1 wordt omschreven moest er gekozen worden tussen de beschikbare projectmethode. Uiteindelijk ging het tussen de Watervalmethode en de Scrummethode. Hoewel ik vanuit voorgaande semesters ervaring had met de Scrummethode is er uiteindelijk toch gekozen voor de Watervalmethode. • Situatie 2: Wel of geen slow motion. Oorspronkelijk zaten er een aantal slow motion elementen in de film. Ik heb zelfs één van de twee experimenten besteed aan slow motion. Mede door de resultaten van dat experiment ben ik gaan kijken naar de meerwaarde van de slow motion elementen. Deze bleek te klein om het extra werk te verantwoorden dat dit met zich mee brengt in de relatief korte tijd die beschikbaar is voor het ontwikkelen van het eindproduct. • Situatie 3: Setnoise of sound FX De audio van de film kon op twee manieren opgenomen worden. De eerste optie was om microfoons te huren en alle audio ter plekke op te nemen. Op deze manier is de kans op ruis en het geluid van auto’s, treinen, mensen en vliegtuigen in de opnamens groot. De andere manier was om geen audio op te nemen tijdens het filmen (of de opgenomen audio verwijderen) en deze te vervangen door omgevingsgeluiden en geluidseffecten. Deze kun je zelf opnemen of via internet downloaden. Hoewel de tweede optie meer tijd kost zorgt dit uiteindelijk voor een hogere kwaliteit. 5.3 REFLECTIE Soms was het maken van een keuze lastig omdat het buiten mijn comfort-zone was zoals bij de projectmethode. Of omdat de keuze extra tijd zou kosten. Soms betekende dit dat ik tegen mijn eerste ingeving in moest gaan en dat maakte de keuze moeilijk. Uiteindelijk heb ik bij alle gemaakte keuzes een goed gevoel en sta ik 100% achter het eindproduct.
7
6. SAMENWERKEN 2.3
Samenwerken indicator 2.3: De student beschrijft een drietal situaties die aantonen dat zij in staat is om kritisch te kijken naar effectiviteit van eigen interventies op eigen functioneren en kan drie sterke- en drie verbeterpunten noemen. 6.1 TOEPASSING De drie situaties vinden plaats tijdens het gehele project. 6.2 VERANTWOORDING • Tijdens vorige semesters kreeg ik de feedback dat ik bij onduidelijkheden eerder om hulp of duidelijkheid moet vragen. Dit heb ik tijdens dit semester zo veel mogelijk gedaan. Deze vragen stelde ik persoonlijk, via e-mail of op de DMP Facebookpagina. Op de Facebookpagina stelde ik vooral algemene vragen zodat mede studenten die met de zelfde vragen zaten het antwoord ook kregen. • Ondanks de afwezigheid van mijn mede studenten was ik als één van de weinige aanwezig bij alle lessen die dit semester geboden werden. • Dit semester heb ik me zo strikt mogelijk aan mijn planning gehouden. Hierdoor was de werklast effectiever verdeeld over het semester. Sterktepunten • Accepteren van suggesties. Als iemand een suggestie of opbouwende kritiek heeft, dan luister ik hier naar. Beoordeel of de kritiek gegrond is en overweeg of een suggestie een positieve toevoeging is aan het product en beslis aan de hand hiervan of ik de suggestie of kritiek verwerk of niet. • Nakomen van afspraken. Afspraken die ik maak met docenten, studenten en andere partijen kom ik altijd na. Om deze reden heb ik dit semester alle lessen bijgewoont. • The extra mile. Als het nodig is voor een deadline of bevorderlijk voor het eindproduct ben ik bereid om zonder protest “The extra mile” te gaan. Het maakt niet uit of dit betekent dat ik extra werk moet doen, een extra filmdag in moet plannen of nachten door moet werken. Verbeterpunten • Discipline. Vooral in het begin van het project moest ik wennen aan alle vrijheid die je krijgt binnen het project. Dit zorgde op bepaalde momenten voor procrastinatie. • Documentatie. Documentatie neemt meer tijd in beslag dan gewenst. Dit komt vooral door mijn Dyslectie. Door de Dyslectie is het lastig om opdrachten en omschrijvingenen te begrijpen. Daarom moeten teksten meerdere keren gelezen worden en/of moet ik om verduidelijking vragen. Spelling is ook lastig. 8
• Zelfvertrouwen. Door een gebrek aan zelfvertrouwen haal ik niet het uiterste uit presentatiemomenten doordat ik zo zenuwachtig wordt. 6.3 REFLECTIE Ik was dit semester verbaasd over de opkomst tijdens de lessen. Persoonlijk vind ik het niet meer dan normaal om naar de lessen te komen die gegeven worden in het semester (en opleiding) die je zelf gekozen hebt. Ik heb veel geleerd tijdens deze lessen, van mijn aantekeningen en wat ik tijdens het project heb kunnen toepassen. Tijdens het schrijven van dit hoofdstuk kwam ik tot de conclusie dat ik de drie verbeterpunten sneller op papier had staan dan de sterke punten. Misschien omdat we het negatieve beter onthouden? Desondanks ben ik zeer tevreden over hoe het project is verlopen. Ik had een strakke planning waar ik me zo goed mogelijk aan heb gehouden, dit had als voordeel dat de werklast beter werd verdeeld over het semester en ik in de laatste dagen meer ruimte had voor de spreekwoordelijke “puntjes op de iâ€?.
9
7. PLANMATIG WERKEN 2.1
Planmatig werken indicator 2.1: De student kan projectmatig een opdracht uitvoeren en maakt bewuste keuze voor een projectmanagementmethode en/of een software-ontwikkelmodel. 7.1 TOEPASSING Deze competentie is toegepast op: Plan van Aanpak(7) 7.2 VERANTWOORDING Voor dit project is er gekozen voor de Watervalmethode. Er was keuze tussen de Watervalmethode en de Scrum methode. Beide methoden zouden geschikt zijn maar omdat dit project alleen door mijzelf werd uitgevoerd in plaats van door een groep ging de voorkeur uit naar de Watervalmethode. Voor deze keuze is de volgende afweging gemaakt: • Scrummethode: Meerdere taken uit meerdere fases kunnen overzichtelijk worden uitgevoerd, overzien en bijgehouden door middel van het Scrumbord, een Scrum master en de daily stand-ups. Dit is bevorderlijk voor het proces als er meerdere mensen aan het zelfde eindproduct werken, soms in meerdere teams. • Watervalmethode: Al het werk is onderverdeeld in zes fases; definitiatie fase, ontwerp fase, implementatie fase, test fase, integratie fase en de nazorg. Alle activiteiten uit één fase worden afgerond voordat er gestart wordt met de activiteiten van de volgende fase. Deze methode werkt het best in kleinere groepen of eenmansprojecten. Aan de hand van deze overweging is gekozen voor de Watervalmethode. 7.3 REFLECTIE Tot nu toe had ik altijd alleen de Scrummethode toegepast op projecten van de voorgaande semesters en kende ik de Watervalmethode alleen theoretisch. Daarom was ik snel geneigd om voor de Scrummethode te gaan. Door alsnog naar mijn eigen redenatie te luisteren en voor de relatief onbekende methode te gaan was wel spannend, maar toen deze eenmaal op papier stond kreeg ik er een goed gevoel bij en ben ervan overtuigd dat ik de beste keuze heb gemaakt.
10
8. PLANMATIG WERKEN 2.2
Planmatig werken indicator 2.2: De student legt acties en werkwijzen vast in procedures. 8.1 TOEPASSING Deze competentie is toegepast op: Plan van Aanpak(7), MoSCoW(8) en SWOTanalyse(9) 8.2 VERANTWOORDING Voordat er concreet aan het concept gewerkt kon worden was het van belang om bepaalde aspecten op orde te hebben. Om deze reden zijn de MoSCoWanalyse, SWOTanalyse en een planning aan de hand van een Gantt Chard opgesteld. Door deze documenten aan het begin van het project op te stellen worden eventuele gevaren aan het licht gebracht en kunnen lastige situaties voorkomen worden. De MoSCoWmethode zorgt er ook voor dat de kaders van het project duidelijker worden. 8.3 REFLECTIE Persoonlijk vind ik dit een demotiverend deel van het project. Je hebt een concept in je hoofd dat je dolgraag wilt uitvoeren maar voordat je hieraan kunt beginnen moeten allerlei documenten geschreven worden. Natuurlijk bevordert dat uiteindelijk het proces en daarmee ook het eindproduct, maar omdat het demotiveert stagneert de voortgang al in de vroegste fases van het project.
11
9. PLANMATIG WERKEN 2.3
Planmatig werken indicator 2.3: De student is in staat kritisch te kijken naar eigen planmatig werken en benoemt meetbare sterke- en verbeterpunten. 9.1 TOEPASSING Deze competentie is toegepast op: Plan van Aanpak(7) 9.2 VERANTWOORDING Aan het begin van het semester is een Work Breakdown Structure opgesteld (verwerkt in het Plan van aanpak). De uitkomsten van deze Work Breakdown Structure zijn daarna onderverdeeld over de zes fases van de Watervalmethode (omschreven in hoofdstuk 7. Planmatig werken 2.1). Aan de hand van de fases en haar toebedeelde activiteiten is vervolgens een planning gemaakt aan in de vorm van een Gantt Chard. 9.3 REFLECTIE Dit deel van de documentatie verliep vlot en naar mijn idee ook goed. De planning die ik had gemaakt werkte goed, ook al was er meer tijd nodig voor het onderzoek dan in aanvankelijk dacht en moest de filmdag naar voren geschoven worden in verband met het weer. De workflow voelde goed en werkte goed voor mij en dit project.
12
LITERATUURLIJST
13
(1)
Smits, SEW. (2015). Experiment1_Sanne Smits_V1.pdf. Minor DMP Hogeschool Arnhem en Nijmegen.
(2)
Smits, SEW. (2015). Experiment2_Sanne Smits_V1.pdf. Minor DMP Hogeschool Arnhem en Nijmegen.
(3)
Smits, SEW. (2015). Ontwerpdocument_Sanne Smits_ V1.pdf. Minor DMP Hogeschool Arnhem en Nijmegen.
(4)
Rijkmans, J. (2015). Studiehandleiding DMP 2014-2015 II.pdf. Minor DMP Hogeschool Arnhem en Nijmegen.
(5)
Smits, SEW. (2015). Onderzoek_Sanne Smits_V1.pdf. Minor DMP Hogeschool Arnhem en Nijmegen.
(6)
Smits, SEW. (2015). AnalyseDocument_Sanne Smits_ V1.pdf. Minor DMP Hogeschool Arnhem en Nijmegen.
(7)
Smits, SEW. (2015). PlanVanAanpak_Sanne Smits_V1.pdf. Minor DMP Hogeschool Arnhem en Nijmegen.
(8)
Smits, SEW. (2015). MoSCoW_Sanne Smits_V1.pdf. Minor DMP Hogeschool Arnhem en Nijmegen.
(9)
Smits, SEW. (2015). SWOTanalyse_Sanne Smits_V1.pdf. Minor DMP Hogeschool Arnhem en Nijmegen.
(10)
Smits, SEW. (2015). TestDocument_Sanne Smits_V1.pdf. Minor DMP Hogeschool Arnhem en Nijmegen.
(11)
Smits, SEW. (2015). ReviewAnalyseDocument_Sanne Smits_V1.pdf. Minor DMP Hogeschool Arnhem en Nijmegen.
(12)
Facebook. (2015). Going Basic. Via http://www.facebook.com/goingbasic
(13)
HAN Scolar (2015). Minor DMP, Documenten. Minor DMP Hogeschool Arnhem en Nijmegen.
(14)
Smits, SEW. (2015). TussentijdsePresentatie_Blok1.
(15)
Smits, SEW. (2015). TussentijdsePresentatie_Blok2.
(16)
Overkamp, Lennart. (21 mei 2015). Interview_Lennart
(17)
Fernhout, Jasper. (25 mei 2015). Interview_Jasper Fernhout_Transcriptie.docx.
Overkamp_Transcriptie.docx.