5 minute read

Zoeken naar ontspanning

Next Article
Puzzel

Puzzel

Wesly Dijs reed jarenlang enigszins anoniem mee in grote toernooien. Eerst als allrounder, later vooral als sprinter. Maar de laatste twee seizoenen drukt Dijs de neus tegen het venster. Vorige winter waren er ineens twee zilveren medailles tijdens het NK Sprint, en vorige maand brak Dijs zelfs helemaal door met een overwinning op de 1500 meter tijdens de wereldbeker in Calgary.

Advertisement

In het Italiaanse Collalbo bereidt de formatie van Reggeborgh zich voor op het tweede deel van het seizoen, de helft waarin de echte hoofdprijzen worden verdeeld. Wesly Dijs (27) kijkt er terug op de voorbije maanden, die voor hem zo prettig zijn verlopen. Eerst al met plaatsing op twee afstanden voor de wereldbeker. ,,Daar was ik tevreden mee, al had ik misschien gehoopt dat ik me iets ruimer zou plaatsen’’, is Dijs meteen kritisch.

,,Die eerste twee wereldbekers liepen niet helemaal zoals gehoopt, maar in die derde won ik in Calgary de 1500 meter. Dat was wel een heel grote verrassing.’’ Dijs had er vooraf al wel een goed gevoel over. ,,Vorig jaar reed ik in Salt Lake ook al goed op hoogte, en dat gaf me nu vertrouwen. De trainingen gingen goed, de snelheid kwam makkelijk. Ik was heel positief, maar toen ik in de wedstrijd over de streep kwam had ik niet het idee dat mijn tijd goed genoeg was voor winst. Podium zou heel mooi zijn.’’

Spannend

Zo zat Dijs opeens langs de kant in de ‘hot seat’ te kijken hoe de ene concurrent na de andere de tanden stuk beet op zijn tijd. ,,Dat was heel spannend, maar je kunt ook weer niets veranderen aan wat een ander doet. Vorig jaar reed ik in de eerste rit ook best hard, maar werd ik uiteindelijk net vierde. Ik hield nu rekening met hetzelfde scenario. Maar omdat ik best rap was begonnen, kon ik al vrij snel zien dat ze wel een heel goed tweede deel moesten rijden om aan mijn tijd te komen. Daardoor kon ik een beetje opmaken of ze het wel of niet gingen halen. Telkens als dat niet lukte, was dat wel een opluchting. Zo eindigde ik ook wel tot mijn eigen verrassing als winnaar.’’

Niet gek voor een schaatser die zijn loopbaan begon als allrounder. Dijs lacht. ,,In een ver verleden heb ik veel NK’s allround gereden, ja.’’ Na zijn komst naar Reggeborgh, vijf jaar geleden, veranderde dat, al vindt Dijs dat hij ook geen echte sprinter is. ,,Het is meer dat de benadering vanuit de sprint voor de 1500 meter mij beter ligt. Maar om te zeggen sprinter, nee. Ik ben ook niet veel sneller gaan openen in de jaren. Daar verlies ik op de 1000 meter nog te veel op de rest van het veld. Dat probeer ik wel goed te maken met twee snelle rondjes, maar als je al meer dan een halve seconde verliest bij de opening moet de inhaalslag wel zo groot zijn dat het eigenlijk onmogelijk is.’’

Rugblessure

Er ligt nog wel ruimte voor verbetering, vindt Dijs. Dat heeft veel te maken met een vervelende rugblessure, waardoor hij twee jaar lang geen krachttraining kon doen. Drie jaar geleden kon hij daar weer voorzichtig mee beginnen. ,,Maar het vervelende is dat als je twee jaar niets doet, je eigenlijk weer vanaf nul moet beginnen. Je merkt eigenlijk pas wat je mist als je het echt weer oppakt. Vergeleken met de andere jongens in de ploeg was ik heel erg onder de maat in die training. Ik kom nu langzaam weer een beetje in de buurt, merk aan alles dat ik sterker begin te worden. Ik hoop dat daardoor ook die openingen beter worden. Er zit naar mijn gevoel nog wel rek in.’’ De focus ligt nu in ieder geval echt op de 1500 meter. ,,Ja, dat is mijn afstand. Die ligt me ook het beste. Af en toe heb ik wel een heel goede 1000 meter, maar dat is nog iets te wisselvallig.’’

Training

De kwaliteiten van Dijs zijn ook Kjeld Nuis niet ontgaan. Zijn succesvolle ploeggenoot zei het voor het seizoen al, tijdens het trainingskamp in Inzell: ’Weet je op wie je moet letten? Wesly Dijs’. Dat was goed gezien van Nuis. Dijs kan er wel om lachen. ,,Ik train dag in dag uit met Kjeld, weet heel goed wat hij kan en hij weet wat ik kan in de training.’’ Dat laatste woord is niet onbelangrijk, want Dijs heeft de reputatie ongenadig hard te rijden in de trainingen, maar dat niet altijd in wedstrijden voor elkaar te krijgen. ,,Dat kunstje kan Kjeld op dit moment nog een stuk beter, maar ik denk dat ik steeds meer kan laten zien dat ik het hem zeker moeilijk kan maken. Het verschil zit voor mij in de ontspanning. In trainingen ben ik vaak een stuk meer ontspannen en vanuit die ontspanning kan ik hard schaatsen. Maar om die ontspanning in wedstrijden te vinden, vind ik af en toe nog weleens moeilijk.’’ Je zou kunnen denken dat Dijs het gevoel heeft dat zijn loopbaan nu pas echt begint, maar dat is een misvatting, stelt hij. ,,Voor mijn gevoel is mijn carrière pas echt begonnen toen ik bij Gerard van Velde in de ploeg kwam en van mijn hobby mijn werk kon maken. Opeens zat ik tussen Dai Dai Ntab, Kai Verbij en de broers Mulder, jongens waar je vanuit het gewest altijd wat tegenop keek. Om met hen in een ploeg te trainen, dingen van te leren en hun schaatsleven te zien, dat is wel een beetje waar je het al die jaren in het gewest voor doet. Hier blijf ik mezelf nog steeds ontwikkelen. Dat is een mooi gevoel dat ik zo lang mogelijk wil vasthouden.’’

Marathonschaatsen is al tientallen jaren een sport die boeit. Op kunstijs, maar zeker op natuurijs. Vooral dáár geldt het recht van de sterkste, en slechts een enkele keer dat van de gelukkigste. De schaatsers van de lange adem zijn avonturiers, doorzetters, de cowboys van het ijs. En ze maakten door de jaren heen flink wat mee. In deze serie verhalen haalt SkateNL voor de liefhebbers de mooiste en meest memorabele momenten terug. In deze editie de ING World Marathon in Calgary, waar Miel Rozendaal officieus wereldkampioen werd.Prix op de Reschensee.

door Eric Korver

Het aantal hoofdprijzen is beperkt voor marathonschaatsers. Een Nederlandse titel is top, een zege op een 200 kilometer is de heilige graal. Maar in 2005 kwam daar opeens een mooie prijs bij. Op de befaamde Olympic Oval in Calgary was er voor de marathonrijders ineens een wereldtitel te verdienen. Het was uiteindelijk Miel Rozendaal die daar winst de winst en die titel pakte, en zich tot op de dag van vandaag nog wereldkampioen mag noemen.

Miel Rozendaal stopte inmiddels alweer lang geleden. De 49-jarige Noord-Hollander reed in januari 2009 zijn laatste wedstrijd. Dat was de Aart Koopmans Memorial op het ijs van de Weissensee, de plek waar hij zeven jaar eerder één van zijn mooiste overwinningen boekte, namelijk de Alternatieve Elfstedentocht.

Dat was een tijd waarin Rozendaal tot de absolute top van het peloton behoorde, en uiteindelijk zelfs ook op de langebaan namens Nederland uitkwam in de Worldcup. Met regelmaat pakte de alleskunner uit Warmenhuizen zijn overwinningen mee. Hij kwam uit voor de beresterke ploeg van TVM – met verder ook Henk Angenent, Peter Baars en Lammert Huitema – en vervolgens Time Out Sport. ,,Mooi team’’, weet Rozendaal nog. ,,We reden met Bertjan van der Veen, Andres Landman en KC Boutiette. KC won bijna elke sprint en zo pakten we als team heel

This article is from: