14 minute read

Voorwaarden voor gebouwd geluk

WELL stelt mens centraal

Architecten hebben een morele verplichting om te zoeken hoe zij hun gebouwen zo kunnen ontwerpen dat ze het welzijn van de gebruikers ten goede komt. Alle aspecten komen aan de orde tijdens een debat over WELL.

Advertisement

Han Vrijmoed vroeg zich als bouwbioloog en WELL performing testing agent af waarom Schooldomein nog geen debat over dit onderwerp had georganiseerd. Een sterke tafel met liefhebbers en experts werd snel gevormd en Han mocht als introductie de aftrap doen: “WELL is in Amerika ontstaan als een holistische kijk op het welbevinden en presteren van de mens in de gebouwde omgeving en gaat dus vooral over de gebruiker zelf en zijn gezondheid. Door een systematische benadering gekoppeld aan een certificering biedt de methode opdrachtgevers, ontwerpers en partners binnen de keten een structuur om de medewerkers, leerlingen en studenten gezond en energiek te houden.” Antwan van Haaren vult aan: “WELL is complementair aan BREEAM en verbindt de thema’s duurzaamheid en gezondheid. Ik heb zelf WELL als geaccrediteerde professional al bij een aantal projecten toegepast.” Mérit Oijevaar: “Het past eigenlijk heel goed bij onze visie op huisvesting, waarbij we elk vraagstuk op de meest creatieve manier willen oplossen; daarbij staat voorop dat we gebouwen voor mensen maken. Doel is niet om alleen maar stenen te stapelen.” Adrie Groot: “Als bestuurder van Blosse werk ik voor 28 kindcentra met in totaal 1.100 medewerkers. We zijn elk jaar wel met een nieuw kindcentrum of met vervangende nieuwbouw bezig. Als voorzitter ben ik verantwoordelijk voor de strategie. Recent is er een sectorale routekaart

AANWEZIG: (vlnr) Daan Bruggink Han Vrijmoed Rop Krist Adrie Groot Antwan van Haaren Mérit Oijevaar

ORGA Architect Bouwbiologie Zwolle Partner ICSadviseurs Voorzitter CvB Blosse Adviseur DGMR Adviseur ICSadviseurs onderwijshuisvesting gemaakt; in hoeverre zijn deze zaken meegenomen?” Rop Krist:” Het gaat vooral over energie en het gebouw en hoe we de CO2 uitstoot kunnen verminderen.” Daan Bruggink: “Ik ben als architect bezig met kindcentrum De Verwondering in Almere. Ik ontwerp volgens natuurlijke principes en volg zoveel mogelijk de natuur. Dat gaat heel breed, dus ook over de gezondheid van de kinderen.” TIEN THEMA’S Han: “De WELL building standard, eerst verschenen in 2014, is bedoeld om de gezondheid en het welzijn te verbeteren. Zeven jaar onderzoek heeft een standaard opgeleverd die wetenschappelijk onderbouwd is. WELL standaard is niet alleen gebouw gerelateerd, maar er zitten ook beleidsmatige en organisatorische maatregelen in en daar verschilt het met andere standaarden voor gezondheid. De standaard is opgedeeld naar 10 thema’s (concepten) die allemaal relevant zijn. Het thema Air gaat over het optimaliseren van luchtkwaliteit en een goede luchtbehandeling. Thermisch comfort heeft met effectiviteit, productiviteit en behaaglijkheid te maken. Licht en uitzicht optimaliseren, omdat licht belangrijk is en bijvoorbeeld het dag-nachtritme beïnvloedt. Te weinig daglicht betekent ook minder nachtrust. Daarnaast is vrij uitzicht belangrijk, blijkt uit onderzoek. Goede akoestiek draagt bij aan het creëren van rust. We worden veel afgeleid, bijvoorbeeld in de kantoortuinen en dat levert productiviteitsverlies op. Het minimaliseren van ongezonde materialen is belangrijk, door natuurlijke materialen te gebruiken en materialen met weinig emissies toe te passen waardoor de luchtkwaliteit goed blijft. Het versterken van gezonde eetgewoonten gaat vooral over organisatorische maatregelen, met gezond eten en in het restaurant gezonde alternatieven. Het verbeteren van drinkwaterkwaliteit en de promotie van het drinken van water is belangrijk, omdat door genoeg drinken de concentratie verbeterd wordt. Beweging is belangrijk en moet gestimuleerd worden, ook in de bouw en in de inrichting met actief meubilair. Het bevorderen

van mentale gezondheid; het werk belast onze cognitieve gezondheid, waardoor de druk toeneemt. Dat is een belangrijke factor in ziekteverzuim. Het versterken van inclusie en sociale omgeving betekent het verbinden van en tussen mensen met hun omgeving, zodat er gemeenschapszin ontstaat.

GEBOUW EN ORGANISATIE Antwan: “Als je door je oogharen kijkt zie je maar vier gebouw gerelateerde concepten, die inmiddels in regelgeving of duurzaamheidsaspecten zijn geborgd. Over meer dan de helft van de 10 concepten van WELL wordt in de bouwketen nog nauwelijks stil gestaan”. Han knikt: “Maar iedereen begrijpt dat ze belangrijk zijn dus je kunt ze wel al implementeren. Adrie: “Als spreker op de IVVD Onderwijsvastgoed

Beeld: Tjerk van de Lune van de Lune Studio voor Architectuur

Dag heb ik geleerd dat we nog maar aan het begin staan op het gebied van duurzaamheid. Ik constateer dat er een fundament mist om breder te kijken naar de huisvestingsopgave waarbij de gebruiker in zijn omgeving centraal staat. Gebouwgebonden aspecten zijn belangrijk, maar wij vinden die andere aspecten zeker zo belangrijk. Ik had nog nooit van WELL gehoord, maar ik word er enthousiast van; dit is voor het eerst dat ik een standaard zie, anders dan alleen maar rekenvoorbeelden over de stenen en de exploitatie. Met het klimaatakkoord over 30 jaar is een brede fundamentele waardering over het gebouw nodig. Het enige waar we mee bezig zijn is de hype over ventilatie, waar vooral de leveranciers beter van worden. De overheid geeft wat subsidie en dan kunnen we weer door.” Han: “Dat is waar, maar de intrinsieke motivatie moet uit de organisatie komen. Het is een methodiek, juist om mensen energieker te laten zijn en een betere omgeving te creëren waardoor de leerprestatie beter wordt.”

PEOPLE, PLANET, PROFIT Antwan knikt: “Het is min of meer geborgd in het Triple P principe: People, Planet en Profit. Daar zit de boodschap in om een betere wereld te maken, met duurzaam bouwen als middel. BREEAM en duurzaam slaat dan op Planet en WELL vooral op People. Medewerkers voelen zich energieker, presteren beter en er is minder ziekteverzuim en minder personeelsverloop. Dat zorgt vervolgens voor Profit. Er zijn nu wereldwijd 15 scholen en 5000 gebouwen gecertificeerd, waarbij we in Nederland nu bezig zijn met de certificering van de nieuwbouw van Aeres Hogeschool in Almere. De transformatie van de Tapijnkazerne voor de Universiteit Maastricht staat ook op het punt om gecertificeerd te worden.” Daan reageert: “Ik ben voorzitter van de onafhankelijke adviescommissie Nieuwbouw en Renovatie bij de Dutch Green Building Council – BREEAM-NL. Heel veel van WELL zit niet in BREEAM. BREEAM houdt op als het gebouw is opgeleverd en dan begint het eigenlijk.” Rop knikt: “Dat benadrukt dat we gebouwen voor de gebruikswaarde maken en niet gelijk voor de economische waarde. De klanten voor onderwijsinstellingen zijn de leerlingen en medewerkers. Als jij als werkgever bij kunt dragen aan een omgeving waar mensen gelukkiger zijn dan ben je spekkoper. Ook als het uiteindelijk gaat om het economisch rendement.”

Beelden: Tjerk van de Lune van Van de Lune Studio voor Architectuur

BIOPHILIC BOUWEN Daan knikt: “Veel waar WELL voor staat vind je terug in het biophilic bouwen. Bij deze methode is de gezondheid voor de gebruiker uitgangspunt. Dat vertalen we in directe en indirecte ervaring met de natuur. We bouwen de meest ecologische school van Nederland, omdat de bestuurder van Stichting Prisma enthousiast was. Wij wilden dat het budget paste bij de ambitie en uiteindelijk kregen we er geld bij vanuit de gemeente en het schoolbestuur. WELL bouwen vraagt om overtuigingskracht; ook tijdens het ontwerpproces ontstond steeds weer een discussie over nut en noodzaak. Bijvoorbeeld over natuurlijk ventileren, met ventilatieluiken in ieder lokaal. Het uitgangspunt is natuurlijk ventileren als het kan, mechanisch als het moet. Daarom hebben we in het midden van het gebouw dakluiken geplaatst en werken we met zogenaamde circadiaanse verlichting, met meer comfort en behaaglijk. We plaatsen ook echte boomstammen in de centrale ruimte, maar moesten daar de constructeur wel voor overtuigen. 96% van de kinderen willen liever naar buiten dan binnen zitten; een tactiele omgeving stimuleert enorm. Wij hebben een openluchtlokaal, een groentetuin en de school houdt straks kippen. Hoe WELL wil je het hebben?”

KANTELPUNT Rop: “Ik denk dat we op een kantelpunt staan; er is geen bestuurder of professional die niet vindt dat een gebouw er is voor het welzijn van de gebruikers.

“Paradoxaal bezien zou je deze tijd van chaos en onthechting goed kunnen gebruiken om bewuster naar de gebouwde omgeving te kijken”

De tien thema’s van WELL toepassen kost tijd, maar mogelijk helpt corona ons daarbij. We ervaren nu als samenleving hoe belangrijk gezondheid is.” Adrie knikt: “Binnen het onderwijs hebben we nu eenmaal het verschil in investering en gebruik. De gemeente kijkt vooral naar de wet- en regelgeving en dan gaat het over vandaag en gisteren. Je moet als bouwheer goed beslagen bij de gemeente komen om op een hoger niveau kwaliteit te winnen en voor WELL te gaan. Je hebt als schoolbestuur immers ook te maken met thema’s als jeugdzorg en welzijn. Eigenlijk zou je deze tijd van chaos en onthechting goed kunnen gebruiken om bewuster naar de gebouwde omgeving te kijken. Tot nu toe bepaalt de VNG de norm, maar de samenleving ontwikkelt zich veel sneller. Ik zie veel elementen van WELL terug in onze benadering van het Educatief Ontmoetingscentrum. De essentie is dat je kinderen niet kunt helpen in hun ontwikkeling wanneer je ook niet naar hun omgeving en thuissituatie kijkt. De begrippen onderwijs en opvang verdwijnen mogelijk op termijn, maar leren en ontwikkelen zijn blijvend en dat moet je zowel sociaal als fysiek organiseren in een omgeving. Het WELL model zorgt ook voor bewustwording. Tot nog toe acteerde ik als bestuurder vanuit gevoel op die overige thema’s, maar dit is een methodiek waarmee je waarde creëert in je systeem.”

Gorinchem werkt aan een nieuwe beroepencampus

Door de realisatie van de Regionale Beroepen- en Innovatiecampus (RBIC) in Gorinchem verbinden de vier betrokken scholen zich om sterk beroepsonderwijs aan te bieden, met een goede

aansluiting tussen het vmbo en het mbo en vervolgens de arbeidsmarkt. Tekst Sibo Arbeek

Gorinchem is een echte onderwijsstad met een belangrijke regiofunctie. Zo volgen 6.800 leerlingen voortgezet onderwijs in de stad, waarvan 70% uit de regio komt. ’t Gilde Vakcollege is de grootste vmbo techniekschool in Nederland met alleen al 800 leerlingen. Samen met het Omnia College, het Da Vinci College en Gomarus sloegen deze onderwijsinstellingen de handen ineen. “Vanuit het besef dat je niet alleen op traditionele en afzonderlijke gebouwen gericht bent,” legt directeur Marieke van den Berg van het Onmia College uit, “maar samen werkt aan een sterk regionaal netwerk, wat borgt dat de doorlopende ontwikkeling vanuit het vmbo naar het mbo goed verloopt en er daarnaast een goede aansluiting met de arbeidsmarkt is. De vier betrokken scholen willen ook af van de verkokering in het onderwijs.” “Waarom krijg je op de havo geen kookles of praktijkonderwijs,” vraagt schoolbestuurder Henry van Breugel van CVO-AV, waar ’t Gilde onderdeel van is, zich af. Om die reden investeert de gemeente Gorinchem, samen met de scholen en subsidieverstrekkers zoals rijk en provincie in de zogenaamde regiodeal in het nieuwe RBIC. Verschillende schoolgebouwen worden in onderlinge samenhang aangepakt en deels vernieuwd, zodat het beroepsonderwijs kan innoveren. Onderdeel van de nieuwe campus is de bouw van een Innovatie- en Afstudeercentrum (IAC). In het centrum moeten overheid, onderwijs en ondernemers samenwerken, zodat leerlingen een betere aansluiting krijgen op de arbeidsmarkt. Ook het volwassenenonderwijs ‘een leven lang leren’ krijgt in het centrum een plek.

Op 6 januari vond het online event “beroepsonderwijs en de toekomst” plaats, georganiseerd door het Omnia College in Gorinchem. Een uitgebreid verslag komt in de volgende Schooldomein.

DigiD? Geen idee

In september evalueerden de samenwerkende bibliotheken en de minister het ingezette beleid en concludeerden dat er goed aan de weg wordt getimmerd. Het lukt steeds beter om de drie hoofdtaken uit te voeren: bevorderen van geletterdheid en leesplezier, het stimuleren van een leven lang leren en hulp in de digitale samenleving. Aan dat laatste hebben ook veel mensen behoefte, ziet Anke Bruggeman, directeur bibliotheek Dalfsen: “Alles is tegenwoordig digitaal en er zijn in Nederland nog steeds zo’n 4 miljoen mensen die daar moeite mee hebben. We treffen soms mensen die geen idee hebben wat een DigiD is.” Sinds de nieuwe bibliotheekwet in 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de bibliotheken en wordt er regelmatig op bezuinigd, zo ook in Dalfsen. Bij de evaluatie in september sprak minister Van Engelshoven de intentie uit in de volgende regeerperiode weer meer budget vrij te maken voor bibliotheken. Dat is nodig als we deze beweging in stand willen houden, zegt Anton Kok van de brancheorganisatie Vereniging Openbare Bibliotheken. “Nu maar hopen dat corona niet nog meer roet in het eten gooit en het vaccinatiebeleid snel tot goede resultaten leidt.”

Dit artikel is uit Trouw, november 2020, overgenomen en geschreven door Nienke Schipper.

“Het gebouw is prach�g, maar hee� ook echt iets veranderd bij de leerlingen. Ze gaan nu uit zichzelf werken aan de tafels…”

Oud rector Ilse van Eekelen

experts in scholenbouw

www.spring-architecten.nl

‘De maatschappelijke rol van bibliotheken neemt toe

Bibliotheken spelen een steeds belangrijkere rol in de maatschappij. Dat blijkt uit cijfers van het CBS en KB, de nationale bibliotheek, die november 2020 werden gepresenteerd.

Er werden in 2019 meer dan 220.000 activiteiten georganiseerd, 15 procent meer dan het jaar ervoor. En de biebs trokken opnieuw meer mensen: 62,9 miljoen bezoeken ten opzichte van 62,6 miljoen in 2018. Tot corona roet in het eten gooide. Ook in de gemeente Den Haag worden ze er treurig van. “De opmars van de biebs ging juist zo lekker,” zegt Robert van Asten, wethouder cultuur die de afgelopen jaren veel investeerde in de bibliotheken. “En nu komt dat virus er dwars doorheen.” De studieplekken zijn bijvoorbeeld dicht, terwijl tijdens de eerste lockdown was gebleken dat daar enorm veel behoefte aan is in wijken waar mensen klein wonen. “Die kinderen konden geen kant op, dit is echt een cruciale functie.” Ook de individuele taallessen en lessen digitale vaardigheden gaan – op gepaste afstand – door.

Ondanks bezuinigingen weten meer mensen de bibliotheek te vinden, vooral voor cursussen, huiswerkbegeleiding en om elkaar te ontmoeten. Lang leek de bibliotheek zijn relevantie te verliezen, maar sinds de nieuwe bibliotheekwet in 2015 heeft het instituut de weg terug gevonden. Dat komt met name door de extra activiteiten die bibliotheken organiseren. Zaken als leesclubs, voorlichtingen, lezingen, cursussen en huiswerkbegeleiding. Anke Bruggeman, directeur van de bibliotheek Dalfsen zegt dat ze daarvoor expliciet samenwerking hebben gezocht met welzijnsorganisaties in de buurt:

“Met de hulp van instellingen zoals jeugdzorg, consultatiebureaus en maatschappelijk werk zien we beter waar behoefte aan is. En uit activiteiten die wij organiseren ontstaan ook weer nieuwe initiatieven.” Zo bleken vrouwen die een taalcursus volgden elkaar zo aardig te vinden dat er een discussiegroepje ontstond.

In Schooldomein nummer 6 plaatsen we een speciale katern over de maatschappelijke rol van bibliotheken en belichten we enkele geslaagde voorbeelden.

LEF VOOR DUURZAAMHEID EN CIRCULAIR ONDERWIJS – VOGELHUISJE!

Wat verstaat het onderwijs onder duurzaamheid en circulair? Een vraag die mij steeds meer bezighoudt als we scholen ondersteunen bij dit onderwerp. Je ziet dan al snel dat scholen projecten als ‘zonnepanelen’ en ‘wind’ omarmen en hier modellen en lesmateriaal voor aanschaffen, en dan? Ja inderdaad en dan, wat is de visie hierachter en wat vraagt dit van de leeromgeving? Onlangs hebben wij een learning lab ontwikkeld gericht op de 17 Global Goals van de VN. Dit zijn 17 ambitieuze doelen voor duurzame ontwikkeling die geadopteerd zijn door alle lidstaten en tot 2030 een belangrijke gezamenlijke agenda vormen. De Goals hebben doelen die direct verband houden met de banen en toekomst van morgen. Nieuwe bedrijven – startups – kunnen hierdoor uitgroeien naar innovatieve duurzame bedrijven die het uitgangspunt ‘duurzaamheid en circulair’ in de genen hebben. Dit zijn de thema’s waar onze leerlingen van nu in de toekomst mee te maken krijgen en wij hebben in het onderwijs de taak om ze hierop voor te bereiden. Voorbereiden op een duurzame maatschappij waar circulariteit op het gebied van grondstoffen en inzetbaarheid gemeengoed is. Mooie ambities dachten wij en wij gingen aan de slag op een school voor voortgezet onderwijs om een duurzaamheidslab met lef te maken. Dat is een lokaal met alles erop en eraan dat samen met het docententeam en directie is ontwikkeld. Op het moment suprême dacht de school een uniek innovatieve learning lab met high tech uitstraling te hebben. Wij blij, de directie blij, de leerlingen blij en ouders blij. Maar wat doet de vakdocent? Hij boort in de nieuwe tafels gaten voor zes bankschroeven en de leerlingen gaan aan de slag met het maken van vogelhuisjes, zo dat is pas lef hebben! We staan even perplex, maar zien vervolgens een betrokken docent, die zijn vogelhuisje laat door ontwikkelen. Waarbij leerlingen zelf een ontwerp maken, het ontwerp in 3D CAD tekenen, 3D printen en signing met moderne printtechnieken en zonnepanelen op het dakje waarbij sensoren de temperatuur meten en sensoren ook nog eens beelden maken van de ‘bewoners’. De vaardigheden van de leerlingen worden formatief gewaardeerd en zichtbaar gemaakt met de SKillsMETER. Als klap op de vuurpijl is al het materiaal duurzaam en circulair. Dat levert een hele trotse docent op, waarbij met een knipoog naar een circulaire economie de technische skills van de generatie van morgen worden ontwikkeld. Dat is pas lef hebben en is dat niet duurzaam?

Adri Pijnenburg | Pijnenburg Techniek Scouting Trendontwikkelaars & experts vmbo mbo Techniek en Technologie www.pijnenburgpts.nl.

This article is from: