kwartaalblad van Skanfonds | voorjaar 2015 | nummer 4
HOUSE OF HOPE: GELOOF, HOOP EN LIEFDE IN ROTTERDAMSE WIJKEN ONTSPOORDE JONGEREN: EEN LEVEN NA DE GEVANGENIS
paars: PMS 2425 oranje: PMS 166
kwartaalblad van Skanfonds | voorjaar 2015 | nummer 4
Inhoud TOEWIJDING Iemand groeten, een pannetje soep maken voor een zieke, of je vrije tijd besteden aan vrijwilligerswerk. Naar elkaar omzien kan op veel manieren. En ze zijn allemaal nodig. Vooral nu de overheid een groter beroep doet op onze eigen kracht als burgers. Want niet iedereen heeft die kracht. Skanfonds-voorzitter Theo Bovens schrijft in zijn column terecht dat de grens tussen succes en kwetsbaarheid heel smal is. Iedereen kan in een kwetsbare positie belanden. Dan heb je mensen nodig die zich om je bekommeren. En die blijken er gelukkig te zijn. Zoals Karima Daoudi van het project Forsa!, en Cor Hubach van het Rotterdamse House of Hope. Met ziel en zaligheid zetten zij zich in voor mensen die hen hard nodig hebben. En hun toewijding inspireert anderen. Door deze projecten te steunen, helpt Skanfonds hen de ideale samenleving dichterbij te brengen. Zo leggen we samen stap voor stap de tweede mijl af. En als het nodig is nog een derde. HenriĂŤtte Hulsebosch, directeur Skanfonds
[dossier]
3
House of Hope [Skanfonds &]
8
Meedoen [de vrijwilliger]
9
Arie Pronk [fotoreportage]
10
Lunchroom De Oude Keuken [dossier]
12
Ex-gedetineerden
16
Mededelingen [column]
17
Theo Bovens [missie]
18
Een Steekje Los! [coververhaal]
19
ME DE | Twe e d e ja a r g a n g | n u mme r 4 | Vo o rj aar 2015 MEDE is een uitgave van Skanfonds en verschijnt vier keer per jaar. Skanfonds maakt zich sterk voor kwetsbare mensen. Wij vinden dat ieder mens telt en geloven in een samenleving waarin mensen naar elkaar omzien. Daarom ondersteunen wij al meer dan een halve eeuw initiatieven die dicht bij huis kwetsbare mensen helpen. Het werk van Skanfonds wordt mede mogelijk gemaakt door de bijdragen van Lotto en Nederlandse Postcode Loterij.
Stichting Samen Online
Volg Skanfonds op Facebook Te k s t & c onc e p t S c h r ijf -S c hr i j f , U t re c h t O nt w e r p A be l De r k s Fot ogr a fi e
S a bin e J oo s t e n (H olla n dse Ho o g t e ) D r uk w e r k
MEDE niet meer ontvangen? Stuur een e-mail met uw naam en adres naar mede@skanfonds.nl
M a r tijn va n d e G r i e n d t ,
T im on J a c o b
A ltijddr u k w e r k
dossier
Geloof,
hoop en liefde
Achter veel voordeuren heersen armoede en eenzaamheid. Dat is in de Rotterdamse Tarwewijk niet anders. ‘Dit is een wijk met veel problemen. Als mensen het beter krijgen, trekken ze er weg. En komen er nieuwe mensen met problemen voor terug. Sociale samenhang is hier nauwelijks.’ Tien jaar geleden begonnen Cor Hubach en zijn vrouw House of Hope. Van daaruit bieden zij geloof, hoop en liefde. k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[3]
DE OPRICHTER
‘Bij ons voelen wijkbewoners zich
weer mens’
Kwetsbare mensen die jarenlang van het kastje naar de muur zijn gestuurd. Of mensen die helemaal niet in beeld zijn bij hulpinstanties. Cor Hubach komt ze vaak tegen in House of Hope. ‘Ze zijn murw. Hun problemen lopen uiteen van armoede, schulden, psychische aandoeningen, gebrek aan aansluiting en sociale isolatie.’ Hulp vragen doen deze mensen niet meer zo snel. ‘Daarom zoeken wij ze zelf op’, zegt Hubach. ‘Na een melding, bijvoorbeeld door een verontruste wijkbewoner, gaan we poolshoogte nemen. En nodigen we de mensen uit op een van de drie locaties van House of Hope.’ In drie wijken heeft House of Hope een plek waar mensen elkaar ontmoeten en elkaar ondersteunen. Cor Hubach: ‘Om zelfredzaam te zijn heb je een stevig netwerk nodig. Mensen die zich om je bekommeren. Daar ontbreekt het vaak aan. House of Hope biedt dat netwerk.’ Waardigheid Een gevoel van eigenwaarde is vaak een van de eerste dingen die sneuvelen bij hardnekkige problematiek. Het herstellen van die waardigheid is volgens Cor Hubach een belangrijke stap richting herstel. ‘Dat gaat stapje voor stapje. Als het nodig blijkt te zijn, gunnen we ze wat rust. Dan helpen wij de problemen te dragen. Bij ons voelen wijkbewoners zich in de eerste plaats weer mens. Ze mogen er zijn, doen ertoe en zijn niet alleen een probleem waaraan gewerkt moet worden. Zelf dringen ze maar moeizaam door tot instanties. House of Hope komt vaak net wat verder. Door organisaties op hun verantwoordelijkheid te wijzen krijgen we meestal sneller voor elkaar dat iemand geholpen wordt. Zodra alles een beetje op de rails staat, is een deel van de betrokkenen vaak wel
[4]
k w a r t aalblad van S k a nfond s
weer in staat zelf de regie te nemen. Dat moedigen we ook aan. Voor een ander deel van de mensen vervult House of Hope een waakvlamfunctie. Wij blijven op de achtergrond steun bieden om hun leefsituatie stabiel te houden.’ Geloof In de tien jaar dat hij samen met zijn vrouw Elsbeth in Rotterdam werkt, zag Cor heel wat heftige problemen voorbijkomen. ‘Het herstel van mensen geeft ons de energie om door te gaan, evenals de betrokkenheid van buurtbewoners die na hun herstel vrijwilliger worden. Een groot deel van de mensen die we hebben geholpen, gaat ook weer anderen helpen. Zo verspreidt de naastenliefde zich als een olievlek door de wijk.’ Het geloof is een belangrijke drijfveer voor het echtpaar. ‘We voelen ons niet verheven boven mensen die geknakt zijn, maar staan naast ze. We doen het allemaal samen.’
House of Hope is een zelfstandig project met christelijke wortels. Het is in 2004 ontstaan vanuit de International Christian Fellowship-gemeente Rotterdam. De professionele vrijwilligersorganisatie houdt zich bezig met sociale en maatschappelijke activiteiten in enkele wijken in Rotterdam-Zuid. Door ontmoeting en ondersteuning draagt de organisatie bij aan de leefbaarheid van deze wijken.
DE WIJKBEWONER
‘De familie die ik nooit had’ ‘Een jaar lang woonde ik in mijn autootje. Ik hád wel een huisje, maar ik was daar erg eenzaam. Iedereen om me heen leidde zijn leventje áchter gesloten deuren. Ik kreeg geen contact met hen. Alle seizoenen heb ik via de autoruit zien passeren. Ik was zo depressief en eenzaam dat ik niet meer wilde leven. House of Hope trok me net op tijd uit de ellende. Zij brachten me in contact met andere mensen. En alleen al daardoor voelde ik me direct beter. De mensen van House of Hope zijn de familie die ik nooit had. Ik voel me een stuk sterker. Ik heb inmiddels een leuk huisje in de buurt. Eenzaam
en depressief ben ik niet meer. Nog elke dag kom ik langs voor een kop koffie. Daarna ga ik naar mensen van wie ik weet dat ze wat gezelschap kunnen gebruiken. Ik weet als geen ander hoe waardevol sociale contacten zijn. Ik maak een wandelingetje met ze, of doe een boodschapje. Ik ben blij dat ik zo wat terug kan doen. Ik leef weer.’ Caroline Bosch (55)
k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[5]
DE WIJKBEWONER
‘Dat ze me geld gaven, raakte me diep’ ‘Mijn schulden waren zo hoog dat ik mijn brievenbus niet meer opende. Ik ging naar de gemeente om hulp te vragen en AOW aan te vragen. Bleek dat ik niet eens meer ingeschreven stond. Twee maanden had de gemeente nodig om dat recht te trekken. Ik had geen geld om die tijd te overbruggen en een voorschot van de gemeente zat er niet in. Een instantie wees me op House of Hope. Zij gaven me bonnen voor de voedselbank en wat geld. Dat ze me geld gaven, raakte me diep. Zelf je boodschappen uitzoeken, geeft
[6]
k w art aalblad van S k a nfond s
een enorm gevoel van eigenwaarde. Daar ben ik ze erg dankbaar voor. Op de dag dat ik mijn eerste AOW ontving, heb ik direct het geleende geld teruggebracht naar House of Hope. Dat hoefde niet, maar ik wilde dat wel. Daar kunnen zij weer anderen mee helpen. Zo draag ik ook mijn steentje bij. Daar ben ik trots op.’ Dirk Buijs (68)
De expert
De
tweede mijl
‘Voor mensen in kwetsbare situaties zijn organisaties als House of Hope vaak de laatste strohalm. Gelukkig zijn er veel gepassioneerde vrijwilligers die de tweede mijl willen lopen.’ Setkin Sies combineert zijn werk als Rotterdams raadslid voor ChristenUnieSGP met betaald en onbetaald werk voor diverse vrijwilligersinitiatieven. Als geboren en getogen Rotterdammer is hij bekend met de problemen in sommige wijken: lage inkomens, hoge werkloosheid, eenzaamheid. Als mens en christen vindt hij het zijn plicht om hulp te bieden. ‘Zelf heb ik geluk gehad. Daar ben ik mij terdege van bewust. Ik ben gezegend met zorgzame ouders, een degelijke opleiding en een prachtig gezin. Niet iedereen is zo bevoorrecht. Die weelde wil ik dan ook met anderen delen. Immers: adel verplicht.’ Fijnmazig net Sies is daarom betrokken bij veel initiatieven in Rotterdam. ‘Samen met Cor Hubach van House of Hope leid ik bijvoorbeeld een initiatief waarin we christenen in de wijk Oud-Charlois kennis laten maken met elkaar, met als doel om ze iets te laten betekenen voor elkaar én voor de wijk.’ Dit soort projecten zijn volgens hem een onmisbare aanvulling op het bestaande aanbod van zorg en welzijn. ‘De overheid doet haar best, maar bereikt lang niet iedereen. Bovendien stelt zij bepaalde eisen aan hulpverlening. Je moet Nederlands spreken en een beroep kunnen doen op je netwerk. Maar lang niet iedereen kan aan die eisen voldoen. Daardoor vallen sommigen tussen wal en schip. Organisaties als House of Hope beschikken over een fijnmazig net van vrijwilligers, en die zijn onmisbaar voor deze mensen. Zij bieden mensen uit zichzelf de helpende hand en geven onvoorwaardelijke steun. Soms is dat alleen aandacht, soms een maaltijd, en soms geld.’
gemanifesteerd als maatschappelijke partner. Nu de overheid zich steeds verder terugtrekt, nemen kerken opnieuw hun verantwoordelijkheid. Gelukkig zijn er enorm veel gepassioneerde vrijwilligers – zowel binnen als buiten de kerken – die bereid zijn de tweede mijl te lopen. Zij willen kwetsbare mensen helpen. Zonder een oordeel te vellen of er voorwaarden aan te verbinden. Dat je mens bent, is genoeg om hun inzet te verdienen.’
Wat doet Skanfonds? Een laatste strohalm kan genoeg zijn om een neerwaartse spiraal te stoppen. Kerken hebben een goede positie om die strohalm te bieden. Ze staan midden in de samenleving en hebben vaak goed zicht op mensen in nood. Skanfonds steunt naast House of Hope nog andere lokale kerkelijke initiatieven die kwetsbare mensen te hulp schieten. Zoals STEK in Den Haag, IDO in Lelystad en Stem in de Stad in Haarlem. Zelf doen Op veel plekken kun je je als vrijwilliger inzetten voor mensen in nood. Informeer bijvoorbeeld eens bij een lokale kerk of vrijwilligerscentrale naar de mogelijkheden in je eigen woonplaats. Woon je in Rotterdam? Kijk dan eens op www.houseofhope.nl
Verantwoordelijkheid Het maatschappelijke veld zal de komende jaren groeien in omvang en belang, verwacht Sies. ‘Dat geldt vooral voor christelijke initiatieven. In de verzorgingsstaat heeft de kerk zich niet altijd
k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[7]
&
Skanfonds Meedoen
Isolatie en onbegrip voorkomen? Ga in gesprek!
‘Pas als je vrij bent, je veilig voelt en gehoord wordt, kun je ten volle deelnemen aan de samenleving. Vooral voor mensen met een niet-westerse achtergrond is dat niet even vanzelfsprekend. De taal is soms een barrière. Maar er kunnen ook culturele obstakels zijn, zoals het opvoeden in twee culturen, eergerelateerd geweld, huwelijksdwang of dreigende radicalisering. Dat laatste is erg actueel, na de recente gebeurtenissen in Parijs en Denemarken. Mensen moeten over deze gevoelige zaken kunnen praten. Op een veilige plek en op basis van gelijkwaardigheid. Anders dreigt er polarisatie en isolatie. Daarom steunt Skanfonds diverse projecten die dat gesprek mogelijk maken, zoals de wijkacademies van de Stichting Bevordering Maatschappelijke Participatie. Die vinden nu plaats in Den Haag, Amsterdam en Haarlem. Daarbij organiseren burgers allerlei activiteiten om met elkaar in dialoog te gaan, vooral over opvoeding. Deelnemende ouders uit andere culturen zijn
[8]
k w a r t aalblad van S k a nfond s
blij met de open en positieve manier waarop dat onderwerp wordt besproken. Ook de jongeren zelf doen mee. Wij vinden het dan ook een mooi project dat relevante ontwikkelingen en culturele gevoeligheden bespreekbaar maakt.’ Bas Pieck, senior projectadviseur bij Skanfonds
Meer mooie voorbeelden: - Met het project Caraweelo stelde de Somalische organisatie SONPPCAN in 2012 schadelijke traditionele praktijken ter discussie, zoals vrouwelijke genitale verminking en huwelijksdwang. Met een bijdrage van Skanfonds krijgt dit project nu een vervolg, waarin vooral jongeren uit de gemeenschap worden betrokken. - Stichting Cleo Patria ontwikkelt en ondersteunt inloophuizen voor vrouwen met een niet-Westerse achtergrond die geïsoleerd dreigen te raken. In deze huizen wordt ingezet op erkenning van eigenwaarde, versterking van de eigen kracht en financiële zelfredzaamheid.
DE vrijwilliger
Naam: Arie Pronk (49) Project: Kledingbank Maxima in Sappemeer sinds: 3,5 jaar
GERANIUMS ‘Drie jaar geleden kreeg ik een herseninfarct. De oorzaak was een bacterie die ik had opgelopen bij de tandarts. Ik werd ziek, maar wist niet waarvan. Ondertussen vrat die bacterie me vanbinnen op. Tot ik op een dag wakker werd in het het ziekenhuis. Ik was half verlamd. Praten ging moeizaam, schrijven kon ik niet meer en mijn geheugen was ik grotendeels kwijt. Er volgde een lange herstelperiode. Werken zat er niet meer in; ik werd volledig afgekeurd. Achter de geraniums zitten is niks voor mij. Na een half jaar begon het te kriebelen: ik wilde weer wat doen. Maar wat?’ KASSA ‘Via mijn zusje kwam ik in contact met Kledingbank Maxima in Sappemeer. Een kledingzaak zonder kassa. Mensen uit de regio die het financieel moeilijk hebben mogen er gratis kleding uitzoeken. De kledingbank draait volledig op vrijwilligers. Zelf heb ik vroeger enkele schoenenwinkels gehad. Dus ik heb wel iets met mode en ik weet hoe het er in een winkel aan toe gaat. Bij de kledingbank heb ik me als vrijwilliger opgewerkt tot een van de bedrijfsleiders.’
[
werker
]
‘Dolgelukkig met een tas vol kleding’
VERWIJSBRIEF ‘Het is mijn verantwoordelijkheid dat alles in de winkel op rolletjes loopt. Ik maak bijvoorbeeld de roosters voor de andere vrijwilligers en zorg dat ze allemaal wat te doen hebben. Ook schrijf ik nieuwe klanten in. Zij moeten kunnen aantonen dat ze bij ons mogen winkelen. Bijvoorbeeld met een specificatie van hun uitkering of een verwijsbrief van een hulpverlenende instantie. Ook maak ik de kledinglijsten. Daarop staat welke kledingstukken klanten dat seizoen mogen uitzoeken. De kleding krijgen we van particulieren en kledingzaken. Geen afdankertjes, maar mooie spullen die we grondig selecteren voordat we ze in de winkel hangen.’ PRAATJE ‘Ik geniet van het contact met klanten. Vind het leuk om ze te helpen, even een praatje te maken of een bakkie te doen. Prachtig toch, wanneer iemand dolgelukkig met een tas vol kleding de winkel uit wandelt? Eén keer moest een mevrouw huilen omdat ze niets hoefde te betalen. Ze kon het gewoon niet geloven. Zoiets raakt me, daar doe ik het voor. Met mijzelf gaat het intussen goed. Ik kan weer lopen, mijn geheugen is grotendeels terug en praten gaat steeds beter. Schrijven blijft moeilijk. Mijn rechterarm is nog steeds verlamd. Na een dag werken ben ik moe. Maar ik kijk liever naar wat ik allemaal nog wél kan. En dat is best veel.’ Ook kleding doneren? www.kledingbankmaxima.nl
k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[9]
Lunchroom De Oude Keuken in Castricum is een sociale onderneming met een cultureel tintje. ‘We bieden mensen met een psychiatrische achtergrond en mensen met een verstandelijke beperking zinvol werk en dagbesteding’, zegt directeur Brigitte van Campen. ‘Onder begeleiding van vrijwilligers, betaalde krachten en twee leermeesters draaien ze volop mee in de keuken en de bediening. Daar leren ze gerechten te bereiden, waarbij we veel gebruik maken van biologische en fairtrade-producten. We streven ernaar zoveel mogelijk medewerkers op te leiden, waarbij we rekening houden met hun niveau. Vervolgens proberen we ze naar werk toe te leiden.’ Binnenkort verwacht Van Campen ook warme maaltijden te kunnen serveren. ‘Daarmee willen wij de kansen vergroten van onze medewerkers om uit te stromen naar de arbeidsmarkt.’ De Oude Keuken heeft daarnaast ook een culturele functie. Van Campen: ‘Er zijn wisselende exposities en regelmatig staat er livemuziek op de agenda. Hier is altijd wel iets te zien, te proeven of te horen.’ www.deoudekeuken.net [ 10 ]
k w a rt aalblad van S k a nf ond s
Altijd iets te zien, te proeven of te horen
wat Lunchroom De Oude Keuken waar Castricum wanneer dinsdag, 11.00 uur
k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[11]
DOSSIER
‘Deze jongens hebben
toekomst’
Nederlandse hulpverleners krijgen er maar geen vat op: ontspoorde niet-westerse jongeren. Bureau Maatschappelijk Herstel en Rehabilitatie wel. Het project Forsa! combineert een gezinsbrede aanpak, vrijwilligers uit de eigen cultuur en warme betrokkenheid. Initiatiefnemer Karima Daoudi: ‘We geven niet op. Dat zou níemand moeten doen.’ Zes jaar oud was Karima Daoudi toen ze van een klein dorp in Marokko verhuisde naar de Haagse Schilderswijk. ‘Mijn vader werkte ’s nachts, mijn moeder sprak geen Nederlands. Gerda, de buurvrouw, ging mee naar ouderavonden, fietste met ons naar Scheveningen en vierde Sinterklaas met ons. Met haar besprak ik mijn eerste verliefdheid, puberale ongemakken en carrièrekeuzes. Gerda vulde mijn culturele bagage aan met Nederlandse normen, waarden en gewoontes. Dankzij haar verliep mijn integratie als vanzelfsprekend.’
Toewijding Criminaliteit leidt in veel gevallen tot detentie. Op dat moment komt Bureau MHR in beeld. ‘Op verzoek van de jongere gaat een van onze vrijwilligers, een maatje, naar de gevangenis. Daar maakt hij samen met de gedetineerde een plan voor terugkeer in de samenleving. De maatjes komen uit de eigen cultuur. Ze hebben de functie van rolmodel. Zij zijn erin geslaagd de vooroordelen te weerleggen en obstakels te overwinnen. De boodschap is duidelijk: als ik het kan, kan jij het ook. Stop met zeuren over discriminatie.’
Onwetendheid Vanzelfsprekend is integratie allang niet meer. Daoudi: ‘Er zijn voornamelijk witte en zwarte wijken. Een gemengde wijk kom je niet snel meer tegen. Veel ouders spreken nauwelijks Nederlands en vallen terug op hun eigen cultuur. Hun kinderen weten veel beter hoe de Nederlandse samenleving werkt en misbruiken die kennis. “Je hoeft niet naar die ouderavond hoor”, zeggen ze tegen hun ouders. “Niet belangrijk.” Of ze komen thuis met een gestolen scooter en zeggen dat hij van een vriend is. Ouders vragen niet door, die geloven dat. Tot de politie voor de deur staat. En de jongeren zijn veel op straat – buiten het bereik van hun ouders. Ze zijn gevoelig voor status, en willen zich bewijzen. Een uitstekende voedingsbodem voor sociale contacten die kunnen leiden tot criminaliteit.’
Schaamte Discriminatie en religie zijn zaken waarmee de ex-gedetineerden Nederlandse hulpverleners vaak op afstand weten te houden. Daoudi: ‘Dat lukt bij ons niet. Ze hoeven niet aan te komen met het excuus dat iets volgens de Koran niet mag of juist moet. En je verschuilen achter discriminatie als je bijvoorbeeld afgewezen wordt, gaat er bij ons ook niet zo makkelijk in.’ De aanpak van Forsa! beperkt zich niet tot de ex-gedetineerden. ‘Er gaat ook een vertrouwenspersoon naar de familie. Dat zijn vrouwen die bij ons in het empowermentproject Al Nour hebben gezeten. Zij moedigen de moeders aan zich ook bij dat project aan te sluiten. Daar krijgen ze taalles en worden ze vertrouwd gemaakt met de Nederlandse cultuur en de rol van instellingen als politie en Jeugdzorg.
[ 12 ]
k w a rt aalblad van S k a nf ond s
DE OPRICHTER
Voor de vaders is er het lotgenotenproject Horizon, waar ze hun ervaringen kunnen delen en elkaar vinden in hun schaamte.’ Toekomst Die schaamte is vaak de oorzaak van een verstoorde relatie tussen de ex-gedetineerde en zijn ouders. ‘Soms mogen ze niet meer thuiskomen’, zegt Daoudi. ‘Terwijl het juist belangrijk is dat ouders achter hun kind blijven staan. Want van de overheid krijgt de ex-gedetineerde minder hulp dan je zou verwachten. Een uitkering laat doorgaans vijf tot zeven weken op zich wachten. In die tijd kunnen ze terugvallen, zeker als ze thuis niet welkom zijn. Sommigen willen een opleiding volgen, maar overal heb je tegenwoordig een ‘Verklaring Omtrent Gedrag’ nodig.’ Hoewel ze als een kloek over ‘haar’ jongens waakt, zijn Karima’s middelen beperkt. ‘Wij kunnen ook geen laatjes opentrekken met
geld of huizen. Van de tien zullen er misschien twee het goed doen. De rest komt later weer in de gevangenis terecht. Ook dan blijven we betrokken. We geven niet op. Dat zou niemand moeten doen. Deze jongens hebben absoluut toekomst – en verdienen die ook.’
Met het project Forsa! werkt Bureau MHR aan een effectieve rehabilitatie en re-integratie van ex-gedetineerde jongeren van niet-westerse afkomst. Het bureau neemt het initiatief tot herstelgesprekken met de direct betrokkenen én slachtoffers. Het zorgt ook dat de ex-gedetineerde jongere een plek krijgt binnen een school of bedrijf, zodat hij aan een toekomst kan werken. Zo draagt Bureau MHR bij aan het oplossen van maatschappelijke problemen als overlast en recidive (terugval in criminaliteit).
k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[13]
DOSSIER
[ 14 ]
k w a rt aalblad van S k a nf ond s
DE EX-GEDETINEERDE
was
‘Ik een stommeling’ Tot ná de pubertijd ging het prima met Rachid (27) uit Utrecht. Daarna belandde hij in de zware criminaliteit. Twee gevangenisstraffen later is hij nu vastbesloten zijn leven te beteren, met hulp van Bureau MHR. ‘Ik kom uit een warm gezin. Maar ik had geld geïnvesteerd en vervolgens verloren. Was in de schulden geraakt. Via verkeerde vrienden kwam ik terecht in de onderwereld. Ik genoot van de spanning, het avontuur, het aanzien, het snelle geld.’ Na een poging tot ontvoering van een dealer belandde Rachid anderhalf jaar in de gevangenis. Hij was toen 23. ‘In de bak steek je veel op, maar weinig goeds. Je leert er vooral veel over het criminele vak. Ik dacht: zodra ik vrij kom, pak ik het slimmer aan. Maar toen het zo ver was, duurde het niet al te lang voordat ik opnieuw gearresteerd werd.’ Ditmaal werd Rachid voor 3,5 jaar veroordeeld. Inkeer ‘Ik was een stommeling, dat besefte ik tijdens die tweede detentie. En ook een hypocriet. Want ik was altijd een gelovig moslim geweest. Hoe kun je jezelf moslim noemen als je een misdadig leven leidt? Ik besloot dat het mooi geweest was. Na de vrijlating zou ik een normaal leven opbouwen. Dat vooruitzicht gaf me rust. Intussen las ik elke week een boek. Criminologie, psychologie, geschiedenis. Ik wilde graag mezelf begrijpen, en de wereld waarin ik me had bewogen.’ ‘Toen ik met een elektronische enkelband thuis mocht zitten, zocht ik contact met Bureau MHR. Het intakegesprek gaf me vertrouwen. Ik merkte de betrokkenheid en oprechte belangstelling voor mijn achtergrond. Het voelde meteen goed. Ook hadden ze een positieve benadering, door te kijken naar mijn talenten en ambities.’ Toekomst ‘Mijn maatje vanuit het project Forsa! was een jonge Marokkaanse vrouw. Zij hielp me met allerlei praktische dingen: mijn curriculum vitae, de belastingdienst en het afbetalen van de schulden. En ze gaf me emotionele steun. Woonruimte was gelukkig geen probleem, zoals bij veel andere ex-gedetineerden, want ik kon bij mijn ouders intrekken. Die zijn me blijven steunen, ondanks het verdriet dat ik hun heb aangedaan.’
‘Sinds een halfjaar ben ik weer helemaal op vrije voeten. Ik werk nu in een bakkerij en ga misschien voor mezelf beginnen als banketbakker. Of ik ga met jongeren werken. Dat doe ik nu ook al via mijn moskee. Ik probeer te voorkomen dat zij radicaliseren of de criminaliteit in gaan. Bij Forsa! zien ze op dat gebied ook potentie in mij. Binnenkort zal ik voor dat project zélf als maatje gaan werken. Met mij is het goed gegaan; nu is het tijd om iets terug te doen voor anderen.’ Wegens privacyredenen is de naam Rachid gefingeerd. Voor de foto is stockbeeld gebruikt.
Wat doet Skanfonds? Iedereen verdient een tweede kans. Vanuit die gedachte steunt Skanfonds het project Forsa! van Bureau MHR. Daarnaast financieren we nog andere programma’s die gericht zijn op re-integratie en resocialisatie van (ex)gedetineerden. Zoals Young in Prison, Stichting Exodus en Stichting DOOR. Zelf doen Woon of werk je in de omgeving van Den Haag en wil je als vrijwillig maatje aan de slag? Bureau MHR is nog op zoek naar enthousiaste vrijwilligers die graag een stadsgenoot verder willen helpen. Kijk op www.bureaumhr.nl
k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[15]
[
delingen
] Plukverse kruiden
Het is weer helemaal terug van weggeweest: zelf groente, fruit en kruiden plukken. Rechtstreeks bij de boer of, in het geval van de kruiden, bij de Rotterdamse Munt. Bij deze sociale onderneming in Rotterdam-Zuid worden door vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt honderd soorten kruiden verbouwd en verkocht. In workshops maken ze belangstellenden vertrouwd met de vele toepassingen van de kruiden. In de tuin is ook een gezellig terras. Op vertoon van deze MEDE kunnen maximaal twee personen genieten van een kop kruidenthee en een stuk taart voor 5 euro. De Rotterdamse Munt, Laan op Zuid. Ingang aan de Brede Hilledijk 2, 3072KG Rotterdam.
Win een Do Goodie Bag!
De Do Goodie Bag slaat veel vliegen in één klap. Hij helpt de daklozen die de tassen verkopen, hij gaat het gebruik van werpwerptassen tegen, waarvan een gemiddeld persoon er 250 gebruikt per jaar. Door dat gebruik tegen te gaan, draagt de tas ook bij aan het terugdringen van de plastic soep tegen die de zee vervuilt en zeedieren bedreigt. En de bonus: hij ziet er prima uit. De door kunstenaars ontworpen tas is oersterk, keer op keer herbruikbaar en op te vouwen tot een klein pakketje zodat hij altijd met je mee kan reizen. Skanfonds geeft maar liefst vijf Do Goodie Bags weg. Wil je er ook één? Stuur dan een bericht via facebook.com/Skanfonds, of naar mede@skanfonds.nl.
Gevangenispoëzie
Een voor de hand liggend combinatie is het niet: poëzie en gedetineerden. Toch weet Stichting Exodus die twee elk jaar met een poëziewedstrijd bij elkaar te brengen. Dit jaar zet de rapper Typhoon het winnende gedicht om in een lied en laat dat tijdens een concert in de jeugdgevangenis van Breda horen.
Een Steekje Los?
Op een speelse manier in gesprek gaan over taboes rond psychische gezondheid. Met dit spel kan het. Niet voor niets is ‘Een Steekje Los?’ inmiddels een groot succes. Zowel thuis als in de hulpverlening en bij opleidingen. [Zie ook pagina 16.] Voor lezers van MEDE hebben we een mooie aanbieding: ontvang gratis
Een compilatie van dat bijzondere
het uitbreidingsset Stigma (t.w.v. € 26,50) bij bestelling van een bordspel
concert is op 4 april te horen tijdens het
of uitbreidingsset naar keuze. Bestellen kan via www.eigenwijsspel.nl. De
radioprogramma Wierook & Pepermunt
actiecode is: MEDE2015. Deze aanbieding is geldig t/m 1 juli 2015.
(NCRV RKK) op Radio 5. Stichting Exodus helpt gemotiveerde gedetineerden om uit de criminaliteit te stappen.
[ 16 ]
k w a rt aalblad van S k a nf ond s
Speel ook eens gratis het online spel en maak kans om het bordspel te winnen: www.eigenwijsspelonline.nl
Column
Armoede, eenzaamheid, schulden, opvoedproblemen. Ik zag het allemaal voorbijkomen. Toen ik in de jaren negentig wethouder Sociale Zaken was in Maastricht, hield ik regelmatig een ‘sociaal spreekuur’. Iedereen met een prangende vraag of onoplosbaar probleem kon daar z’n situatie voorleggen. Van die ervaringen zijn me twee belangrijke zaken bijgebleven. Iedereen kan in een hulpbehoevende situatie terechtkomen. En niet elk probleem is via de reguliere kanalen op te lossen. Om met dat laatste te beginnen: ik ben een groot voorstander van de ‘hardheidsclausule’. Die houdt in dat er ruimte moet zijn voor creatieve oplossingen buiten de gebaande paden. Bij hulpverlening hoort de mens centraal te staan, niet de regels en structuren. De officiële hulp en ondersteuning heeft z’n grenzen. Daaromheen ligt het domein van de liefdadigheid, vrijwilligers, fondsen. Die zijn een onmisbare aanvulling op wat de overheid te bieden heeft. Verder kan iedereen in een situatie komen waaruit hij zich zonder hulp niet kan redden. Natuurlijk, er is ook een eigen verantwoordelijkheid. Maar vergis je niet: er kan een hoop misgaan in het leven. Scheiding, ontslag, ongeval, ziekte, schuld. Dat kan iedereen overkomen. En daarom vind ik dat je elk hulpbehoevend mens met begrip moet benaderen. En zonder vooroordelen. De grens tussen succes en kwetsbaarheid kan heel smal zijn. Als gouverneur van Limburg ontmoet ik vooral mensen aan de positieve kant van die grens. Ze hebben iets bijzonders verricht, een prijs gewonnen, een onderscheiding gekregen. Succesvolle, geslaagde mensen. Maar daarmee mis ik een groot deel van de maatschappij. De mensen die op of onder de armoedegrens zitten. De sociaal geïsoleerden. En die zijn mij éven lief. Daarom ben ik deze mensen vorig jaar gaan opzoeken. Vaak incognito bezocht ik allerlei projecten en hulpverlenende instanties in heel Limburg. Zo kreeg ik de ‘zijkant’ van de samenleving weer in beeld. Net als toen ik wethouder was. Nu viel me vooral op hoe belangrijk het ondersteunende netwerk van mensen is. Zonder hulp uit de omgeving kan er veel misgaan als iemand uit evenwicht raakt. In de ideale maatschappij zien mensen daarom echt naar elkaar om. Activiteiten organiseren voor eenzamen is essentieel, maar zorg óók dat zij erheen gaan. Nodig hen uit, haal ze van de bank af, zorg dat ze gezien worden. Stop niet alleen geld in de collectebus, maar besteed tijd en energie aan medemensen die dat nodig hebben. Zodat we niet langs elkaar heen maar samen leven. Theo Bovens is sinds februari 2015 voorzitter van Skanfonds. Hij is CDA-politicus en gouverneur (commissaris van de Koning) van de provincie Limburg.
De smalle grens [
leven
]
Van aalmoes tot ziekenbezoek Het ‘katholiek sociaal denken’ is de bril waarmee Skanfonds naar de samenleving kijkt. Het is een manier van denken maar vooral van doen - om problemen in de maatschappij vanuit menselijk perspectief op te lossen. Respectvol, van onderaf, en uitgaande van mogelijkheden in plaats van beperkingen. Op deze pagina vertellen mensen hoe zij dit gedachtengoed in de praktijk brengen.
Meer lezen over katholiek sociaal denken? Bestel dan bij Skanfonds het boek ‘Proeven van goed samenleven’ van Thijs Caspers. Stuur een e-mail o.v.v. ‘Proeven van goed samenleven’ naar mede@skanfonds.nl en vermeld daarin uw naam, adresgegevens en IBANbankrekeningnummer. Prijs: € 19,50 inclusief verzending.
k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[17]
missie
“
Taboes spelenderwijs bespreekbaar maken Een Steekje Los?
”
Luchtig, laagdrempelig en afwisselend. Het spel ‘Een Steekje Los?’ biedt speelse handvatten om te praten over taboes en moeilijke onderwerpen rond psychische gezondheid. ‘Ik heb zelf ervaring als patiënt in de psychiatrie’, zegt Ellen Spanjers, bedenker van het spel en projectleider bij Zorgbelang Gelderland. ‘Dus ik weet hoe lastig het kan zijn om te praten over je psychische aandoening. Zowel voor patiënten als voor mensen in hun omgeving. Je stelt snel de verkeerde vragen. En de gesprekken zijn vaak zwaar en beladen, ook in de hulpverlening. Zo kwam ik ertoe dit spel te ontwikkelen, met hulp van veel ervaringsdeskundigen en professionals.’ ‘Een Steekje Los? Een eigenwijs spel’ is een bordspel met honderden (quiz)vragen, stellingen en opdrachten op het gebied van diverse thema’s. Deelnemers beantwoorden niet alleen vragen, maar kunnen ook tekenen, uitbeelden, woorden raden en
[ 18 ]
k w a rt aalblad van S k a nf ond s
foto’s bespreken. ‘Die afwisseling maakt het leuk’, aldus Ellen. ‘En omdat er geen juiste antwoorden zijn en iedereen verschillend is, pakt elk spel weer anders uit.’ Al vijf jaar lang is het spel een doorslaand succes. ‘Het wordt heel breed gebruikt: thuis, in buurthuizen, bij behandelcentra en opleidingen. Intussen hebben we ook uitbreidingssets voor specifieke aandoeningen, zoals autisme, depressie en verslaving. Het spel voorziet duidelijk in een behoefte aan begrip en inzicht in elkaars problemen, vooroordelen en ervaringen.’ Meer info: www.eigenwijsspel.nl Zie ook de aanbieding op pagina 18!
[
mens
]
‘Behalve mijn opa en oma ken ik geen ouderen. Ik dacht dat het lesgeven saai en eentonig zou zijn. Maar het is best leuk. Ik bouw toch wel een band op met de ouderen. En ik kom erachter dat ze nog minder kunnen dan ik dacht. Er was een mevrouw die de ‘aan’-knop van de computer niet kon vinden. En soms moet ik eerst uitleggen hoe een muis werkt. De meeste cursisten willen simpele dingen leren. Een foto mailen. Recepten uitprinten. Ik doe eerst alles voor, zo langzaam mogelijk. Want ik merk dat ze minder snel dingen oppikken dan jonge mensen. Daarom herhaal ik ook veel. Vervolgens gaan ze zelf aan de slag. En dan maar hopen dat ze thuis oefenen. Zodat het blijft hangen. Het is leuk als ze de volgende les laten zien wat ze onthouden hebben. Die ene mevrouw kan nu niet alleen zelf de computer aanzetten, ze typt ook al een beetje met twee handen. Dat ik daaraan heb bijgedragen, geeft me wel energie.’ Brian Smith (22), ROC-student
Samen Online Nederland Senioren krijgen een computercursus van ICT-studenten aan het ROC. Ruim 1.600 ouderen hebben sinds 2010 zo hun eerste digitale stappen gezet, dankzij de hulp van circa 1.000 jongeren. Jong en oud leert niet alleen lesgeven en computeren, maar krijgt ook meer begrip voor elkaar.
‘Mijn vrouw moest altijd alles voor me doen op de computer. Ik was bang om dat ding aan te raken. Om me heen zag ik iedereen computeren. Werd het niet eens tijd dat ik het zélf ging doen? De advertentie van Samen Online Nederland trok me over de streep. En daar ben ik blij om. De leraar nam echt de tijd om alles goed en langzaam uit te leggen. Hij deed het voor. En nog een keer. Net zolang tot het me zelf ook lukte. Ik had van tevoren een paar doelen gesteld: ik wilde weten hoe ik een e-mail kan sturen en ontvangen. En ik wilde leren googelen en YouTuben. Ik kan het nu allemaal.’ André van Poppel (69) ‘De eerste les is er vaak nog ongemak tussen de jongere en de oudere. Maar gaandeweg leren ze elkaar beter kennen. De helft van de cursisten en docenten heeft na afloop een positiever beeld van de ander. “Goh, zo’n allochtone jongen lijkt net een gewone Nederlandse jongen”, hoorde ik laatst iemand zeggen. Ik vind het vooral bijzonder om de jongeren te zien veranderen. Dit zijn vaak jongens met een ‘rugzak’. Ze kampen met problemen thuis, met schooluitval. Ineens ontdekken ze dat ze iets voor een ander kunnen betekenen. Ze zijn oprecht trots op zichzelf. Sommigen komen ineens in pak naar de cursus toe. We voeren dit project uit in opdracht van Skanfonds en Stichting DOEN. Inmiddels bieden we Samen Online Nederland aan in vijftien steden. En bijna overal is een wachtlijst. We voldoen dus echt aan een behoefte.’ Christina Mercken, projectbureau Xina
k wa r ta a lbla d va n S k a n f o n d s
[19]
‘Soms moet ik eerst uitleggen hoe een muis werkt’ ROC-student Brian Smith (22) geeft computerles aan André van Poppel (69) tijdens de cursus van Samen Online Nederland. zie pa gin a
[19]