De moord op Lucia Vyvens door Charles Taelman (1855) (door Serge Ronsse) Lucia Vyvens Lucia Vyvens was de dochter van Engelbertus Martinus Vyvens en Amelia Vanderstraeten. Ze was ongehuwd en 1 woonde in bij haar oom, de heer Van der Straeten, van wie het huis (vermoedelijk het “Hof ter Plaetse” ) zich naast de kerk van Huise bevond, tussen twee anderen huizen, waarvan er één een zeer druk bezochte herberg was. Lucia Vyvens bleef meestal thuis terwijl haar oom en haar andere familieleden naar de hoogmis gingen. Sinds een boerin uit Leupegem tijdens de hoogmis vermoord werd door een thuis gebleven knecht, stond Lucia er op dat er niemand bij haar achterbleef. Ze zei: “Ik ben geruster wanneer ik alleen ben; ik sluit al de deuren wel toe, 2 en dat er al klinke die wil, ik doe niet open.”
De moord … De moordenaar van Lucia, Charles Taelman, was vroeger knecht geweest op de pachthoeve van de heer Van der Straeten en moet de gewoonten van Lucia goed gekend hebben. Reeds op zaterdagavond was hij naar de 3 pachthoeve getrokken en had zich er verstopt onder een hangdak , waarvan hij wist dat er op zondag niemand kwam. Tijdens de hoogmis, op zondag 24 juni 1855, verliet Taelman zijn schuilplaats. Om Lucia naar buiten te lokken, trok hij naar de stal en maakte er de paarden los. Door het rumoer verliet Lucia nietsvermoedend de woning om naar de paarden te gaan kijken. Taelman stond haar echter op te wachten, trok haar de kamer van de koewachter in en sloeg haar vervolgens dood. Naar verluid had Lucia op het ogenblik van haar dood haar rozenkrans in de hand. Men trof haar lichaam aan in 4 een grote plas bloed, haar rozenkrans nog tussen de vingers gesnoerd. Naast haar lag een zwaar stuk hout. Onderzoeksrechter Joos, zijn substituut Grandjean en zijn griffier Broëta kwamen nog dezelfde dag ter plaatse om het gerechtelijk onderzoek op te starten. ’s Anderdaags, vroeg in de morgen, brachten zij een arts en twee chirurgen ter plaatse voor de lijkschouwing. De dader had, zo stelden ze vast, de schedel van Lucia op gruwelijke 5 wijze vermorzeld.
… en de diefstal Na de moord op Lucia drong Taelman het huis van Van der Straeten binnen. Hij brak er eerst een meubel open. De dader maakte twee kistjes buit. Het ene kistje bevatte 3.000 frank, verdeeld over twee zakjes van elk 1.500 6 frank, en wat zilverwerk. Het tweede kistje bevatte 5 à 6.000 frank. De onderpastoor, die zich op dat moment van de kerk naar een zieke begaf voor de toediening van het heilig sacrament, zou lawaai gehoord hebben in de 7 woning maar gaf er verder geen acht aan.
De vlucht van Charles Taelman Charles Taelman vreesde dat het zou opvallen dat de woning van Van der Straeten gesloten bleef tijdens het voorbij trekken van het heilig sacrament en sloeg dan ook snel op de vlucht met zijn buit. Hij vluchtte weg doorheen een graan- of roggeveld waar later het zilverwerk en de twee koffertjes werden teruggevonden. Een van de koffertjes was nog ongeschonden, het andere was open gebroken en leeg.
1
Volgens gegevens verstrekt door André Leyten. Gazette van het Land van Waes, staet- en letterkundige nieuwsblad, 15 juli 1855, ed. Sint-Niklaas, jg. 14, nr. 28, p. 2. 3 Volgens anderen had hij zich verstopt onder het bed van de koewachter. 4 Gazette van het Land van Waes, staet- en letterkundige nieuwsblad, idem. 5 Den Denderbode, 1 juli 1855, jg. 9, p. 2. 6 idem. 7 Gazette van het Land van Waes, staet- en letterkundige nieuwsblad, idem. 2