3 minute read

VOER VOOR COACHES

Next Article
COLOFON

COLOFON

COLUMN

Voer voor coaches Voer voor coaches

Cathelijne Wildervanck ken je wellicht nog omdat ze onze vaste columnist was. Ze pakt de draad weer op! Dit keer met het thema Voer voor coaches. Een prikkelende visie op coachen, elke keer aangevuld met een bijbehorende podcast.

Cathelijne schreef diverse psychologieboeken waaronder De Gelukspiramide en ADHD: Hoe haal je het uit je hoofd? Online blogt, vlogt en podcast ze er vlijtig op los. Offline is ze oprichter van De eerste verdieping-opleidingen, waar ze onder andere de coach-opleidingen heeft ontwikkeld en supervisie en masterclasses geeft op het gebied van coachen.

Wat de cliënt zegt boeit me niet

Ergens met schaamte biecht ik op: het boeit me niet zo wat een cliënt zegt. Ik kan niet zo goed lang luisteren naar iemands omschrijving van zijn probleem. Is het ongeduld of ongeïnteresseerdheid? Ik denk van niet. Er zijn verschillende redenen om vrij weinig waarde aan iemands verhaal te hechten:

1. Ons brein wil logica, daar houdt het van.

Tenminste, het talige analytische neo-corticale gedeelte. Dat deel wil causaliteit aanbrengen, en dat doet het met woorden: omdat ik me vanochtend verslapen heb, ben ik al de hele dag gestrest. Door mijn nare jeugd heb ik weinig zelfvertrouwen. We willen dingen volgordelijk en logisch maken, het wordt een verhaal met begin en eind. De client die zijn probleem vertelt, vertelt jou dus zijn (haar) interpretatie van het probleem. En die interpretatie ís het probleem, die vormt de rotonde waar iemand vastzit. Wát de client vertelt, is oud nieuws, en ook nog eens een subjectieve vorm van oud nieuws.

2. Er is een sterke connectie tussen wat we

(onszelf) vertellen en hoe we ons voelen. Neem maar het simpele oefeningetje: ga staan, vertel jezelf dat je heel somber bent en probeer tegelijkertijd energie en vrolijkheid in je lijf te voelen. Dat gaat niet!

Als je client zichzelf het probleem vertelt, reageert het lijf mee. En dan ontstaat er een ‘zie je wel’-situatie. En dat is niet tijdelijk, dat heeft een veel verdergaand effect. Ons brein is namelijk een netwerkorganisatie. De ene gedachte zoekt de andere op die er een beetje op lijkt en dan gaan ze lekker bonden. Oftewel: wat je denkt en doet, versterkt de netwerken in je brein die te maken hebben met wat je denkt en doet. Neuroplasticiteit heet dat.

Wil je je cliënt van zijn rotonde af hebben, dan heeft het weinig zin hem zijn hele verhaal te laten vertellen. Ik probeer coaches daarom te leren om ‘liefdevol maar meedogenloos’ mensen uit hun verhaal en in andere breindelen te krijgen. Het lijf vertelt een ander verhaal, met andere woorden maar dichter bij de oorspronkelijke ervaringen. En het visuele deel van het brein zoekt naar oplossingen en mogelijkheden.

De enige situatie dat ik iemand meer dan tien minuten geef om over zijn probleem te praten, is als ik in al mijn cellen voel: deze persoon heeft zich nooit gehoord gevoeld. Dán is het belangrijk om wél te luisteren, omdat je anders trauma-herhalend bezig bent. En zelfs dan breek ik na een tijdje in en vraag: hoe lang moet ik luisteren voor je je werkelijk gehoord voelt? En dan ontdekken we doorgaans samen dat het nooit genoeg zal zijn. Dat is verdrietig, en ook een erkenning van hoe het was. En dan gooi ik de magische vraag erin: stel dat je je wél helemaal gehoord zou voelen, hoe zou dat dan zijn? En dán komen we van de rotonde af. En vanaf daar kunnen we mooi werk verrichten, samen.

Cathelijne

Meer hierover kun je beluisteren in mijn podcast-kanaal De Bovenkamer, op www.1e-verdieping.nl/podcasts en natuurlijk ook op de gebruikelijke podcastkanalen.

This article is from: