Surface PROject

Page 1

Uitkomsten Surface PROject


PROjectleiders Surface PROject afgerond

Kennis opdoen met mobiele devices Mobiele apparaten zijn in opmars in het onderwijs. Leerlingen van alle leeftijden leren graag met een tablet of laptop. Waar krijgt een onderwijsinstelling mee te maken als mobiele devices worden geïntroduceerd op hun school? APS IT-diensten en SLBdiensten organiseerden (gesteund door Microsoft Nederland) het Surface PROject om dit in kaart te brengen. Ymke Manders (SLBdiensten) en Dolf Gagestein (APS IT-diensten) waren projectleider.

In totaal werden 850 Surface Pro 2-computers twee jaar lang in bruikleen gegeven aan acht middelbare scholen en negen basisscholen. Deelname aan het project gaf de scholen de kans om mobiele apparaten in het onderwijs uit te proberen, om te werken met zeer goede apparaten tegen geringe kosten, maar ook om hun innovatieplannen te versnellen. Om in aanmerking te komen voor deelname, moest de school een projectplan indienen waarin uiteen werd gezet hoe de Surfaces zouden worden toegepast. Na de zomervakantie van 2014 werd bekend gemaakt welke scholen vijftig computers kregen toegewezen. De scholen werden elk gedurende het project begeleid, onder meer met bijeenkomsten en trainingen op maat. Onderdeel van het project was ook de EBC-reis naar Microsoft (Redmond, VS) ter ondersteuning van visie-ontwikkeling. De scholen konden aan het eind van de bruikleenperiode de apparaten aanschaffen tegen de restwaarde.

Laptop én tablet Surface Pro is een apparaat van Microsoft, het is een laptop en tablet in één. Met een simpele klik wordt de laptop een tablet en vice versa. De apparaten, in capaciteit en kwaliteit oplopend van de versies 2 tot en met 4, bieden de meest geavanceerde technologie. Meerdere poorten, een touchscreen, een speciale Surface-pen, uitmuntende beeldkwaliteit. De Intel Core-processors zijn zeer krachtig.

2

Wat was de aanleiding voor het project? Ymke: ‘Mobiele apparaten komen steeds vaker voor in het onderwijs. Waar loop je als school tegen aan als je met mobile devices gaat werken? We realiseerden ons dat het goed zou zijn als we een paar scholen konden volgen tijdens dat proces. Wat doen deze referentiescholen met de apparaten en hoe passen ze de computers toe in hun onderwijs, maar ook wat ze tegenkomen op het gebied van beveiliging, beheer en verzekering. Met die kennis en ervaring kunnen we andere scholen weer verder helpen.’ Dolf: ‘Het Surface PROject lijkt op het eerste gezicht misschien een hardware-project, maar het project is opgezet vanuit het Vier-in-balans-model van Kennisnet. De visie, de deskundigheids­ bevordering, de content en de hardware moesten met elkaar in evenwicht zijn. Een onafhankelijke commissie, bestaande uit drie onderwijsexperts heeft zorgvuldig naar de eerste plannen gekeken en aan de hand daarvan is aan een aantal scholen gevraagd om de ideeën verder uit te werken in een gedetailleerd plan. Uiteindelijk is een aantal scholen geselecteerd om mee te doen.’

Wat waren jullie verwachtingen en wat zagen jullie als mogelijke knelpunten? Ymke: ‘Het project was nadrukkelijk bedoeld als leertraject. We hebben het initiatief bij de scholen gelegd. Vooraf is wel geëist dat ze met een plan kwamen, er moest een vaste contactpersoon zijn en nog enkele andere criteria, maar inhoudelijk waren de scholen vrij om te kiezen. Er waren geen voorwaarden hoe de docenten gebruik moesten maken van de devices. Het waren allemaal unieke projecten. We hebben er vooraf op gewezen dat het belangrijk was de ouders goed te informeren. Er komen vijftig


‘Middels een netwerk konden de scholen kennis nemen van elkaars oplossingen.’ van het project. Op basis daarvan moest de school nadenken hoe men de apparaten ging inrichten. We hebben wel vooraf de scholen er op gewezen dat als de docenten een eigen apparaat kregen, dat een psychologisch effect geeft. Als ze het apparaat moesten delen met een ander, zou het nooit hun eigen apparaat zijn en zouden de docenten er, naar onze verwachting, ook niet voldoende in investeren.’ Dolf: ‘Scholen moesten in de beginfase een aantal beslissingen nemen. Aan de organisatorische maar ook de technische kant. Voordat de Surfaces in gebruik konden worden genomen, moesten de apparaten technisch worden ingericht. Enkele scholen hebben hun afdeling Systeembeheer ingezet voor het inrichten van de apparaten. Dat heeft een flink leerproces tot gevolg gehad. Het inrichten van met name de Microsoft-accounts bleek niet zo eenvoudig. Een account is eigenlijk privé, het systeem is gebaseerd op het gebruik op een eigen device. En je kunt met één IP-adres maar drie accounts op een dag aanvragen, dat is onpraktisch als je vijftig apparaten hebt.

devices de school binnen, ouders kunnen daar vragen over hebben. Dat hebben de meeste scholen goed opgepakt. De kernvraag was: wie krijgt het device? De leerling of de docent? APS IT-diensten en SLBdiensten konden en wilden daar niets over zeggen. Het “ownership” maakte onderdeel uit

Sommige scholen kozen voor een alternatief, namelijk om gebruik te maken van één Microsoft-account. Echter, alle vijftig machines op één account zetten, leidde tot de nodige verrassingen. Als één leerling op zijn laptop een achtergrond verandert, gebeurt dat op alle andere 49 apparaten ook. Ook het lokaal opslaan van bestanden zorgde voor verrassingen. Dan pakte iemand de volgende dag een machine en was alles weg. Gelukkig is Microsoft deze zomer gekomen met een update van Windows 10 waarbij je meteen kunt inloggen met het school-account. Daarmee zijn de problemen opgelost.’

Wat was de betrokkenheid van APS IT-diensten en SLBdiensten gedurende het project? Dolf: ‘We hebben voortdurend ondersteuning gegeven. We hebben ook de mensen onderling met elkaar verbonden middels 3


PROjectleiders

een netwerk, zodat ze kennis konden nemen van elkaars oplossingen en van elkaar konden leren. Door het overleg met elkaar kwamen mensen ook weer een stap verder. Dat is een belangrijk onderdeel van het leerproces geweest. We hebben een aantal workshops gegeven, over de beheerkant van Windows 8 en, later, Windows 10, en tools voor in de klas zoals Classpolicy, OneNote en Intune, om inzicht te geven in de mogelijkheden. Ik heb aan een aantal scholen op locatie een cursus OneNote gegeven. Ymke en ik voerden met regelmaat overleg met elkaar om te kijken hoe we nog extra verdieping konden geven aan het project.’ Ymke: ‘Met het PO en VO tezamen hebben we een kick-off georganiseerd. Daarna heb ik nog een bijeenkomst voor het voortgezet onderwijs apart gedaan, als een soort tweede kick-off. Niet online, maar even om tafel met elkaar. We zijn met name ingegaan op de ontwikkeling van docenten.’

Als een docent niets heeft met ICT en apparaten zoals de Surfaces negeert, worden ze minder ingezet. Over de opleiding van docenten moet je dan ook niet te licht denken. Kennis stimuleert het enthousiasme van docenten en dus hun betrokkenheid.’

Wat zijn voor jullie als projectleiders belangrijke uitkomsten?

Dolf: ‘Voor de duurzaamheid van de devices is het goed wanneer iemand zich eigenaar voelt. Dat geldt voor leerlingen én leerkrachten. Bij een 1 op 1-situatie in de klas, gingen leerlingen de Surfaces vaker gebruiken buiten de lessen om. Het apparaat werd als een algemeen stuk gereedschap dat ze de hele dag door konden gebruiken wanneer ze het nodig hadden. Dat is heel waardevol om te weten. Alle scholen hebben besloten om de Surfaces te houden. Dat zegt eigenlijk alles.’

Ymke: ‘Het is van belang voor een dergelijk project om alle docenten mee te krijgen en dat het niet tot een kleine groep enthousiastelingen beperkt blijft. Dan wordt de basis te smal.

Deelnemende scholen in het VO: CSG Calvijn Meerpaal, Rotterdam Lyceum Oudehoven, Gorichem OSG West-Friesland, Hoorn Waldheim-mavo, Baarn CSG Reggesteyn, Rijssen Open Schoolgemeenschap Bijlmer, Amsterdam Eerste Christelijk Lyceum, Haarlem Lyceum Sancta Maria, Haarlem

Deelnemende scholen in het PO: Daltonbasisschool Sint Jacobus, Eersel Kindcentrum Rivierenwijk, Deventer Basisschool De Vlier, Helmond Basisschool De Borne, Tilburg Heliomare College, Alkmaar Basisschool ’t Slingertouw, Eindhoven PC Basisschool De Librije, Gorredijk PCBS De Kring, Apeldoorn Basisschool Klinkers, Tilburg

4

‘Met de opgedane kennis en ervaring kunnen we andere scholen weer verder helpen.’

Hoe zien jullie nu de toekomst? Ymke: ‘Ik denk dat steeds meer scholen met laptops of devices aan de slag zullen gaan in de klas. Het is daarbij goed om na te denken over de technische aspecten van het device, maar ook wie eigenaar is en welke consequenties dit heeft. En ook nadenken over privacy en security. Met de upgrades van Windows 10 en programma’s zoals Enterprise Mobility & Security (EM&S) en Intune zal het beheer gemakkelijker worden. Maar er moet steeds van tevoren goed worden nagedacht en een plan worden opgezet voor het uitrollen en beschikbaar stellen van de apparaten. In dit project hebben we gezien dat dit een struikelblok kan zijn. Daarnaast is het ook waardevol om te investeren in trainingen en opleidingen voor de docenten en leerlingen, zodat ze de devices op een goede manier kunnen gebruiken. Docenten hebben ook tijd nodig om de overstap naar het digitaal leren te kunnen maken. Er dient een cultuur te worden gecreëerd waarin het onderling delen van kennis door docenten wordt bevorderd. Techniek moet een aanwinst zijn, iets om het leven van de docent en de leerling een stukje makkelijker en leuker te maken. Het moet geen bottleneck worden waarin het zijn doel voorbij schiet en enkel weerstand zal oproepen.’


Ervaringen Wat vonden de scholen?

Een waardevol project Twee scholen uit het voortgezet onderwijs en twee uit het primair onderwijs, delen hun ervaringen met het Surface PROject. De volledige verslagen vindt u op onze websites slbdiensten.nl en apsitdiensten.nl.

Jos Montulet, leerkracht met directietaken Basisschool Klinkers

Surface als katalysator Basisschool Klinkers te Tilburg loopt voorop met technologie in het onderwijs. De school is een Microsoft Mentor School en, sinds 2014, een Showcaseschool. De school wilde deelnemen aan het Surface PROject om de behoefte aan gepersonaliseerd leren (1:1) te faciliteren. Het Surface PROject was gericht op de leerlingen uit unit 3 en 4. Naast de vijftig Surfaces Pro die vanuit het project werden verstrekt, schafte de school zelf nog twintig Surfaces RT aan. In het tweede jaar werden er ook nog acht Acer-laptops aangeschaft vanwege de groei van het aantal leerlingen. De doelstelling om het gepersonaliseerd leren verder uit te bouwen, kende verschillende sub-doelstellingen. De educatieve doelen zoals betekenisvol en effectief werken aan het leerarrangement en het flexibeler en adaptiever maken van het onderwijs, evenals het bevorderen van een onderzoekende houding, werden vertaald naar concrete ICT-doelen. Als hoofddoel werd het vormgeven van een digitaal portfolio in OneNote voor de kinderen benoemd, met als subdoelen het ontwikkelen van een digitaal leerplan, het opzetten van een digitaal persbureau en een syllabus binnen OneNote. De leerkrachten beschikken over een eigen Surface Pro 3. ‘Dat is een belangrijke stap geweest in het eigen maken van Windows en de Office 365-omgeving’, zegt Jos. De school ziet het als een belangrijke randvoorwaarde dat leerkrachten en leerlingen over hetzelfde apparaat beschikken. ‘Ook de Office 365-omgeving werkt prettig voor de kinderen, is de opgedane ervaring. Met name het delen van documenten en het gelijktijdig werken verloopt prima.’

Het viel Jos op hoe snel de kinderen gewend waren aan de apparaten. Jos: ‘Een nieuw apparaat en een nieuwe omgeving, maar ze konden er meteen mee uit de voeten. Sommige kinderen kunnen er van nature goed mee overweg, andere kinderen vragen gewoon heel veel. Dat is`een andere houding dan volwassenen. Zij gaan het vaak in hun eentje proberen, zijn bang om vragen te stellen of om op knopjes te drukken. Als je iets een keer voordoet aan kinderen, onthouden ze het gewoon. Ze gebruiken het apparaat ook elke dag. De leercurve van sommige kinderen is sneller dan van sommige volwassenen.’ Naar aanleiding van de ervaringen in het eerste jaar werden er in het daaropvolgende jaar aanpassingen gedaan. De leerlingen uit unit 3 werken met een gedeeld apparaat (2:1). De leerlingen uit unit 4 werken met een eigen device. Ze beschikken over een Office 365-account in een Windows 10-omgeving. De leerlingen van unit 3 hebben nog één gezamenlijk Microsoft-account. Jos vertelt: ‘De jongere leerlingen werken niet altijd al met een digitale leeromgeving. Ook zijn ze niet allemaal tegelijkertijd bezig met zelfstandig werken. Dan is een 2:1-situatie prima, of een variant daarop, twintig laptops voor circa dertig leerlingen. De leerlingen van groep 8 zijn een stuk verder, ze hebben andere behoeften en een hogere typevaardigheid. Ze kunnen makkelijker teksten lezen en ze zijn verder met Engels. Dat is belangrijk, want veel software is in het Engels. Voor hen is 1:1 een katalysator om ze verder te helpen. Voor jongere kinderen kun je er veel tijd voor nodig hebben om ze alles uit te leggen, terwijl ze het een jaar later bijna uit zichzelf kunnen.’

Helpende handen De infrastructuur van de school was al op orde voor het project. De school beschikt over een snel Wi-Fi-netwerk met voldoende 5


Ervaringen

capaciteit. Tijdens het Surface PROject kreeg de school extra ondersteuning in de vorm van extra medewerkers. ‘Zij waren onmisbaar’, stelt Jos. ‘We kregen een bovenschools ICT’er tot onze beschikking voor het technische aspect, zoals het aanmaken van e-mailadressen, het aanvragen van permissies en het regelen van privacy en rechten. Ook de toegevoegde administratief medewerker bracht veel kennis in. Dat was voor ons echt essentieel.’ Jos memoreert dat er zich op beheerniveau twee keer een lastige situatie heeft voorgedaan binnen het gehele project. ‘De eerste keer was bij het toewijzen van e-mailadressen. Binnen het bestuur hadden we de infrastructuur nog niet helemaal uitgedacht. De vraag rees of alle kinderen allemaal een persoonlijk e-mailadres kregen, inclusief een persoonlijk account. Aanvankelijk kregen we daar geen toestemming voor, maar dat bleek in de praktijk niet goed te werken. We hebben een jaar gewerkt met een zogenaamd tussenadres, als een provisorische oplossing. Maar het mailen van externen door kinderen is een gemis. Het is een keuze van de stichting Xpect waarvan onze school onderdeel uitmaakt, maar het belemmert de kinderen om echt de wereld in te gaan.’ Bij de migratie van Windows 8 naar een nieuw image met Windows 10 zijn er lokale documenten verloren gegaan. ‘We hebben vervolgens een stappenplan gemaakt, zodat kinderen het overzetten ook zelf konden. De kinderen waren gelukkig gauw over hun teleurstelling heen, de voordelen die Windows 10 biedt ten opzichte van Windows 8 wogen zwaarder in hun beleving.’

Inspirerende studiereis Met de Surface Pro 3 is erg veel mogelijk, stelt Jos. ‘We hebben nu ongeveer de helft ontdekt van wat we er mee kunnen.

Microsoft Mentor School en Showcaseschool Een Microsoft Mentor School en een Microsoft Showcaseschool zijn benamingen voor scholen die met hun innovaties op het gebied van ICT wereldwijd een voorbeeld zijn voor andere scholen en deel uit maken van een internationaal netwerk. De leerlingen op basisschool De Klinkers zijn verdeeld in groepen die units worden genoemd: unit 1 (4-6 jaar), unit 2 (6-8 jaar), unit 3 (8-10 jaar) en unit 4 (10-12 jaar).

6

‘Het Surface PROject heeft eraan bijgedragen dat we nu de voorkeur geven aan werken met één type device, verstrekt vanuit de school.’ De omgeving is zo krachtig, je kunt er zulke mooie dingen mee doen.’ Wat er allemaal mee kan, werd hem duidelijk tijdens de EBC-studiereis naar Microsoft in Redmond, VS. ‘Heel gaaf, wat er allemaal in het verschiet ligt.’ Kenmerkend vond hij dat het BYOD-concept opnieuw tegen het licht wordt gehouden op veel scholen. Dat sluit aan bij de bevindingen op de Klinkers. ‘Als elke leerling en leerkracht een eigen apparaat meebrengt, betekent dat in de praktijk dat er veel verschillende devices en verschillende besturingsystemen zijn, met alle problemen van dien. Er kunnen ook moeilijkheden zijn op het gebied van aansprakelijkheid’, somt hij enkele van de bezwaren op. ‘Het Surface PROject heeft eraan bijgedragen dat de school de voorkeur heeft ontwikkeld voor werken met één type device verstrekt vanuit de school, dus meer in de vorm van Choose Your Own Device.’ Het contact met andere scholen, zowel uit het primair als het voortgezet onderwijs, werd door de Klinkers als een pluspunt ervaren. ‘We vonden het heel prettig om met de andere scholen op te trekken’, zegt Jos. ‘Het onderlinge contact levert ideeën op, maar zet ook aan tot een kritische bespiegeling. De implementatie van ICT en het loslaten van leerlijnen, daarbij kun je echt van elkaar leren.’ Het project is afgelopen, maar Jos zou graag een vervolg geven aan het schooloverstijgend delen van kennis en ervaring. ‘Van ons uit bestaat er behoefte aan een digitaal platform, zoiets als Yammer, of een website of via Facebook bijvoorbeeld, voor het delen van kennis, lesideeën en leeromgevingen.’


Joop van der Velde, leerkracht groep 8 PCBS De Librije

Flexibel zijn in het onderwijs Basisschool De Librije uit Gorredijk wilde met deelname aan het project een nieuwe stap zetten op het gebied van ICT binnen het onderwijs. De school stond voor een belangrijke keuze: de bestaande netbooks moesten worden vervangen, maar door een laptop of een tablet? De Surface Pro, als combinatie van laptop en tablet, zou daarin belangrijke inzichten aan het licht kunnen brengen. De innovatie binnen het onderwijs zelf lag op het (door) ontwikkelen van een positieve attitude van de leerlingen ten aanzien van ICT, wat betreft de technische kant (coderen en programmeren), maar ook het efficiënt samenwerken in de cloud. De Librije past helemaal in het profiel van een basisschool die koploper is met ICT, beaamt Joop van der Velde. ‘We zijn op De Librije vrij ver met ICT. Al in de jaren ‘90 waren wij als voorhoedeschool bezig met ICT. We waren bijvoorbeeld één van de eerste bekabelde scholen, voor het gebruik van internet, in Nederland. We zijn ook vrij snel een draadloos netwerk gaan gebruiken. We zijn in die zin beslist pioniers. We zijn ons blijven ontwikkelen. Van de eerste stand alone-computers in een apart computerlokaal naar de laptop. We willen graag flexibel zijn in het onderwijs en niet vastzitten aan een lokaal, de computers moeten juist ook mobiel zijn. Daarom zijn we al jaren geleden overgegaan tot de aankoop van laptops.’ Het uitgangspunt daarbij is helder: het onderwijs is leidend, niet de techniek. Joop: ‘ICT is wat ons betreft een hulpmiddel bij het onderwijsproces. We willen ICT zo effectief mogelijk inzetten. Dat doen we al vanaf groep 1.’ Toeval of niet: ‘In een tijd van krimp zien wij dat onze school groeit’, zegt Joop. ‘Dat is frappant. Of er extra aantrekkingskracht is door de ICT, daar hebben we niet de directe bewijzen voor, maar het kan best één van de factoren zijn.’ De Librije is gevestigd in een tamelijk oud gebouw, uit 1968. Maar de modernisering is ver doorgevoerd. ‘In elk lokaal staat een laptop op het bureau’, vertelt Joop. ‘Er zijn voldoende aansluitpunten voor het netwerk, in elk lokaal 25. We stellen hoge eisen en lopen soms tegen grenzen aan. Het gebouw is op zich dus geen remmende factor, maar er moet wel vernieuwd worden. De bekabeling met name. Het netwerk kan het soms niet

allemaal trekken als mijn collega’s en ik met een aantal groepen tegelijkertijd draadloos zijn. Het gaat om grote aantallen, denk aan 100 tot 120 actieve gebruikers. Dan moet het netwerk goed op orde zijn. De eerstvolgende verbouwing staat er aan te komen, we proberen bij te blijven en innovaties mee te nemen. Na de vernieuw­ bouw mogen er geen storingen meer voorkomen. Voor het beheer maken we gebruik van een gespecialiseerd bedrijf. We kunnen veel zelf oplossen, maar bepaalde kennis is toch wat te specialistisch.’ De Librije werkte al met Office 365. ‘De collega’s waren al bekend met deze cloudoplossing. Dat maakte het gemakkelijker om met de Surfaces te gaan werken.’

Keuzes maken Al in 1998 koos de school voor de aanschaf van laptops. En in 2003 introduceerde de school voor de leerkrachten een Bring Your Own Device-policy. Met het verstrekken van de Surface Pro is de school overgestapt op een vorm van Choose Your Own Device. Joop: ‘De leerkrachten hadden elk een eigen laptop. Om een technisch probleem te kunnen oplossen, moesten we dus kennis hebben van de Acer, de Toshiba, Chromebook en noem maar op. Dat ging te ver. En de diversiteit aan apparaten was een probleem voor het gebruik van de beamers die we in elk lokaal hebben.’ Het bestuur deed de leerkrachten een voorstel: geen jaarlijkse vergoeding voor een eigen device meer, maar een eigen Surface Pro 4 in bruikleen. ‘Het bestuur heeft de tablets dus voorgefinancierd’, zegt Joop. ‘De apparaten hebben al een flink geheugen en we hebben er nog een extra geheugenkaart bij gedaan, daar hebben we niet op bezuinigd. We gaan de apparaten wel langer gebruiken dan drie jaar.’ Nu hebben alle leerkrachten hetzelfde apparaat dat op dezelfde manier is ingericht. ‘Dan is elkaar hulp bieden en ondersteunen heel eenvoudig’, stelt Joop. ‘De layout van het apparaat is voor iedereen hetzelfde. Dat zijn ook argumenten die hebben meegespeeld bij de keuze voor CYOD.’ Aan de hand van de ervaringen in het eerste jaar van het project, werd de aanpak enigszins bijgesteld in het tweede jaar. ‘Conform het oorspronkelijke plan werden de apparaten aan de leerlingen en leerkrachten ter beschikking gesteld in een min of meer gelijke verdeling. Als gevolg daarvan moesten de leerkrachten hun 7


Ervaringen

apparaten met elkaar delen en dat was praktisch gezien erg onhandig. Het gebruik van de apparaten door de leerkrachten kwam daardoor minder goed van de grond.’ En dus werd er voor een andere benadering gekozen. De leerkrachten konden in het tweede jaar allemaal exclusief over een Surface Pro beschikken. ‘Voor de leerkrachten werd de Surface Pro 4 aangeschaft en de leerlingen werkten op een Surface Pro 2. Er zijn er nog twee bijgekocht omdat de groepen wat groeiden. Daarnaast beschikken we nog over 35 HP mini’s voor andere groepen.’

Kostenbesparing De Librije wilde met de invoering van de Surfaces ook een kostenbesparing realiseren. Joop: ‘We wilden van al dat drukwerk af. Iedereen printte altijd al zijn vergaderstukken uit, dat werd bij elkaar een enorme stapel papier. Nu staan er in een vergadering allemaal tablets op tafel. Alles zit onder de knop, de documenten kunnen zo opgeroepen worden. Dat heeft een fikse kosten­ besparing opgeleverd.’ En ook het stroomverbruik heeft de school weten terug te brengen. ‘Voor stand alone-machines is nogal wat vermogen nodig’, zegt Joop. ‘Voor het opladen van de laptops verbruiken we natuurlijk ook elektriciteit, maar we laden ‘s nacht op en gebruiken dus een goedkoper tarief. En ook dat scheelt in de

‘De Librije heeft ook kostenbesparingen gerealiseerd.’ kosten.’ Het opladen gebeurt met behulp van een bestaande laptopkar. Later in het project werd nog een extra kar aangeschaft. Ook werd er een extra elektragroep aangebracht.

Peer to peer De kinderen maken veel gebruik van PowerPoint en vooral Minecraft. ‘De kinderen vinden het werken met de Surfaces gewéldig’, zegt hij. ‘We hebben, als pilot, Minecraft for Education gebruikt. Ze waren dolenthousiast. Groep 8 heeft een hele stad gebouwd, met wegenaanleg, bouwen in en op het water, ondergrondse gangen. Fantastisch. Dat was zeer beslist coöperatief leren. Ze maken ook prachtige presentaties met Sway en PowerPoint, daar worden we met elkaar heel vrolijk van.’

Michael Idema, ICT-coördinator OSG West-Friesland

Het project was heel waardevol voor ons Een op handen zijnde verbouwing was voor OSG West-Friesland uit Hoorn het uitgelezen moment om ook de ICT een nieuwe impuls te geven. Michael Idema vertelt: ‘De doelstelling is om medio 2018 Bring Your Own Device op school in te voeren. De infrastructuur wordt hiervoor gemoderniseerd. De actualisering van de ICT moet ertoe bijdragen dat de leerlingen nog beter gaan presteren in het onderwijs. De deelname aan het Surface PROject moest een aantal zaken aan het licht brengen, zoals welk apparaat het beste zou passen binnen het onderwijs en binnen welke randvoorwaarden, en hoe de infrastructuur moest worden aangepast.’ 8

De school is voortdurend bezig om het ICT-beleid op school te ­actualiseren en te verbeteren. ‘Iedere keer zoeken we daarbij naar een moment, als een stip aan de horizon om naar toe te werken’, zegt Michael. ‘Een verbouwing is zo’n moment, het is als een nieuwe start, een beetje symbolisch.’ Door de verbouwing wordt een aantal innovaties in het onderwijs mogelijk. ‘We stappen af van enkel de traditionele lokalen, maar creëren meer werkplekken voor leerlingen en meer plekken voor werkgroepen. De omgeving en de ICT-infrastructuur worden aangepast aan een andere wijze van leren en werken.’ Het uitgangspunt voor het gebruik van de Surfaces Pro was dat het gebruik een olievlekwerking zou hebben. De apparaten werden


uitgereikt aan de Scheikunde-leerlingen en -docenten. Het vak Scheikunde maakt gebruik van een digitale leermethode via de elektronische leeromgeving van de school. Michael: ‘Veertig scheikunde-leerlingen, de leerlingen die vorig jaar in havo 4 zaten, kregen de Surfaces Pro tot hun beschikking. Hun docenten ook. We hielden een aantal apparaten in reserve. We gingen er vanuit dat de leerlingen de apparaten ook in de andere lessen, denk aan Frans en Natuurkunde, zouden gaan gebruiken. Omdat ze meer digitaal zouden gaan werken. Dan zouden de docenten op hun beurt de uitdaging ervan inzien en constateren: “Hier moeten we wat mee” en erop inhaken.’

‘Er moet ook vanuit thuis een stimulans zijn dat leerlingen de apparaten gebruiken.’

Meer scholing docenten

Mee naar huis

Dat effect heeft het project echter niet gesorteerd. ‘De verwachtingen die we daaromtrent hadden zijn niet gehaald’, zegt Michael. ‘Er was geen werking bottom-up. Opmerkelijk. Eerder gebeurde het tegenovergestelde, namelijk dat studenten op een dag dat ze geen Scheikunde hadden, het apparaat ook liever niet mee namen naar school, uit angst voor beschadiging. Aanvankelijk dachten we dat het misschien aan de deskundigheid van de docenten zou liggen. Daarom hebben we het aanbod van scholing geïntensiveerd. We hebben de mogelijkheden van de elektronische leeromgeving uitgelegd en hoe je met eenvoudige middelen de lessen kunt digitaliseren. Hoe je met digitaal leermateriaal kunt differentiëren en op een hoger en lager niveau lesstof kunt aanbieden, hoe je tijdens de les kunt testen met apps en wat de leerlingen begrijpen en wat niet. Kortom, hoe kan een docent ICT een plaats geven in de les. Maar vervolgens gebeurde daar ook niet veel mee. De docenten gingen niet uit enthousiasme uit zichzelf over tot bijscholingen, dat had ik wel verwacht. Alles was op basis van vrijwilligheid en onze conclusie is eigenlijk dat we er meer sturing aan moeten geven. We gaan scholing meer bewust inzetten. Het moet echt een onderdeel worden van de persoonlijke ontwikkeling van een docent, als onderdeel van het activiteitenplan. Dan is bijscholing meer ingebed en is het vrijblijvende element eraf. We zetten daarom binnenkort een ICTcoach in, een functionaris die daadwerkelijk helpt om samen met de docent een lesprogramma van ICT te voorzien en die de docent zo nodig ondersteund in de les. Zo hopen we dat de drempel om ICT te gebruiken wordt verlaagd.

Aanvankelijk zouden de leerlingen de apparaten op school houden, maar na verloop van tijd namen ze de Surfaces Pro steeds vaker mee naar huis. ‘Dat was een interessante ontwikkeling voor de school’, zegt Michael. ‘We konden kijken hoe BYOD ons zou bevallen. Nemen ze de apparaten weer opgeladen mee naar school? Zijn ze er zuiniger op als het hun eigen apparaat is? Zorgen ze voor updates, voor beveiliging? We hebben daaropvolgend zelfs een stap uit het proces overgeslagen. De logistiek van het in- en uitleveren van de apparaten hebben we gelaten voor wat het is, maar zijn meteen overgestapt naar BYOD. De uitkomsten waren positief, de manier waarop de leerlingen met de apparaten omgingen vonden we vrij succesvol. We hebben het beheerdersaccount eraf gehaald, de leerlingen konden er alles mee doen. Ze wisten dat ze het apparaat mochten overnemen.’

De doelstellingen zoals vooraf geformuleerd zijn niet gehaald, maar desalniettemin is de deelname aan het project heel waardevol voor ons geweest. We hebben er heel veel aan kennis en ervaring uitgehaald, we weten nu in elk geval wat we anders moeten aanpakken en dat is ons veel waard.’

Naar aanleiding van het project gaat de school in het najaar 2016 beginnen met Office 365. ‘Dat zal de ICT een impuls geven, mits we het goed begeleiden. Het management is betrokken en ondersteunt ICT-innovatie. We moeten een goed doortimmerd plan gaan maken. We weten nu dat als we Office 365 gaan invoeren, we ervoor moeten zorgen dat iedereen het ook daadwerkelijk gaat gebruiken.’

Driehoek ‘Naar aanleiding van de testfase hebben we ook geconstateerd dat het heel verstandig is om de ouders van de leerlingen actief te betrekken bij de ICT op school. Er moet ook vanuit huis een stimulans zijn dat leerlingen de apparaten gebruiken. Er is nu een Werkgroep Ouders en met hen praat ik over de bevindingen en conclusies. En leerlingen moeten zelf ook ideeën kunnen spuien over hoe zij vinden dat ze de apparaten kunnen gebruiken en inzetten, wat zij zien als de meerwaarde. Daarom is er nu ook overleg met de leerlingenvertegenwoordiging, de leerlingenraad. In een driehoekoverleg van school, leerlingen en ouders willen we de wensen en behoeften zo goed mogelijk inventariseren en op elkaar afstemmen.’ 9


Ervaringen

Mirjam van Veelen, directeur Waldheim-mavo

Nieuwsgierigheid is een kracht om te leren Van de scholen uit het voortgezet onderwijs die meededen, is de Waldheim-mavo uit Baarn de kleinste. ‘Klein maar fijn’, stelt Mirjam van Veelen. ‘Dat is onze kracht.’ De school kenmerkt zich door een ambitieuze en leergierige cultuur. De bestaande ICT-voorzieningen sloten niet langer aan bij de ambitie van de school om het onderwijs te ontwikkelen. ‘We hebben behoorlijke ambities om het onderwijs echt te gaan veranderen en zijn bereid om radicale keuzes te maken. In de nabije toekomst willen we ons onderwijs meer personaliseren, daarbij passen meer flexibele ICT-mogelijkheden voor de leerlingen. BYOD zal daarbij onderzocht worden.’ Het Surface PROject was een ideale gelegenheid om een aantal zaken in de praktijk te testen. Mirjam: ‘Met behulp van ICT brengen we veranderingen aan in het onderwijs. Zo stappen we geleidelijk aan af van het werken volgens methodes. Dergelijke veranderingen raken ook de schoolcultuur, maar we zien tegelijkertijd toch kans om ICT goed in te passen. Een cultuurelement is bijvoorbeeld dat docenten elkaar opzoeken en over dingen praten, ook over de technische kanten en uitdagingen van ICT. De docent Aardrijkskunde die de lessen aanbiedt via de Surface Pro met OneNote als medium, zocht heel nadrukkelijk de verbinding met collega’s die andere vakken geven. Dat is een voordeel van een kleine school, dan kun je makkelijker de dialoog aangaan met collega’s. Ik heb gemerkt dat als een paar mensen ermee aan de slag gingen, dat de anderen nieuwsgierig werden. Ik en de collega Aardrijkskunde hebben OneNote Class Notebook vrij veel gebruikt en dan kwamen mensen vragen of ik wilde laten zien hoe het werkt. Nieuwsgierigheid is een kracht om te gaan leren. Technisch is het allemaal niet zo heel erg moeilijk, zeker niet voor wie een beetje digivaardig is. Het is meer het prikkelen van de nieuwsgierigheid.’

Office 365 ‘We hadden al Office 365 op school, maar we zijn het meer gaan gebruiken. We gaan de e-mailadressen van leerlingen eraan koppelen. Docenten gebruikten Office 365 niet zo veel, 10

maar daar is een verschuiving in. Het gebruik van OneNote is in een stroomversnelling geraakt door het project. OneNote is een goed platform om lesmateriaal aan te bieden, maar je moet er wel mee leren werken. We maken ook meer gebruik van OneDrive. Class Notebook is zonder meer een nuttige tool.’ Leerlingen kregen de apparaten niet in eigen beheer. ‘De apparaten staan in de personeelskamer, de docent die ze nodig had, mocht ze pakken’, vertelt Mirjam. ‘En dan ook niet met dertig tegelijk, want dan kun je ook naar het computerplein gaan. Maar groepjes van tien, twaalf leerlingen ermee laten werken. Ze worden goed gebruikt.’ Daarbij stelt ze wel dat de Surface Pro een surplus aan technische mogelijkheden biedt die niet allemaal worden gebruikt in het onderwijs. ‘Ik zelf vond het werken met OneNote leuk en lastig, allebei’, erkent ze. ‘Leuk, want het biedt heel veel voordelen, dat de leerlingen het materiaal altijd tot hun beschikking hebben en dat je door hun “schrift” kunt bladeren. Maar ook lastig omdat je als docent moet leren om het materiaal zo aan te bieden dat het voor de leerlingen makkelijk terug te vinden is. Daar heb ik echt mee geworsteld. Hoe presenteer je het lesmateriaal? Hoe organiseer ik het? Hoe zorg ik ervoor dat zij snappen wat er waar staat? Ik had een boek, ik geef maar een paar uur in de week les, en ik moest nu al het lesmateriaal weer op internet opzoeken. Het was lang geleden dat ik dat gedaan had. Het was even veel werk, maar het was goed om te doen. Daarmee verhoog je de kwaliteit van de les en het materiaal.’ Mirjam had binnen het project graag nog meer samenwerking met de andere scholen gewild. Interactie met de andere partners is erg leerzaam’, zegt ze. ‘Op de studiereis bijvoorbeeld was heel veel contact.’ Al met al kijkt ze onverdeeld positief terug. ‘We hebben het heel leuk gevonden om aan het project mee te doen en het heeft de school echt in beweging gebracht. We gaan ermee door, dat zegt genoeg. We willen de opgedane ervaringen inpassen in de keuzes waar we voor staan. Bij ons is vooral de onderwijskundige discussie op gang gebracht, dat staat los van het device dat je gebruikt. We weten nu veel beter waarvoor we de apparaten gaan gebruiken.’


Samenvatting Terugblik op het Surface PROject

Leren van elkaar Wat heeft het Surface PROject opgeleverd? De referentiescholen hebben elk een verslag gemaakt van hun ervaringen. Deze verslagen vindt u op de websites slbdiensten.nl en apsitdiensten.nl. Scholen in een vergelijkbare situatie of met vergelijkbare doelstellingen, kunnen zichzelf herkennen en lering trekken uit de opgedane ervaringen.

Waarom deelnemen? De onderwijsinstellingen namen om diverse redenen deel aan het project:  oriëntatie op technologie  ervaring opdoen met digitale didactische werkvormen  de leerprestaties verbeteren  het leerproces efficiënter inrichten  Bring Your Own Device (BYOD) invoeren  Choose Your Own Device (CYOD) onderzoeken  invoeren van gedifferentieerd en gepersonaliseerd leren  de aanschaf van nieuwe apparaten was nodig.

wat minder. Hoe kleiner de afstand tussen gebruiker en apparaat, hoe hoger het gebruik en hoe zorgvuldiger het beheer. Docenten met een eigen Surface gebruikten het apparaat het meest. Met een eigen apparaat was het ook eenvoudiger om lessen voor te bereiden. Voordelen die docenten en leerkrachten noemden:  leerresultaten zijn sneller bekend  sneller feedback krijgen  makkelijker en sneller kennis testen.

Wat was de (leer)winst?  de

kinderen leren om zelfstandig te werken apparaten dragen bij aan het probleemoplossend handelen van de leerlingen  de leerlingen zien meer mogelijkheden voor het binnenhalen van informatie om opdrachten te verwerken en leerdoelen te behalen.  ze kunnen makkelijker kennis vergaren en overdragen.  de belangstelling van meisjes voor technologie nam toe (op de scholen waar dit specifiek gevolgd en gemeten is).  de leerling kreeg een actievere rol in de les  meer keuze, meer inbreng in de eigen leerweg.

In de doelstellingen was geen wezenlijk verschil tussen het primair en het voortgezet onderwijs. Tussen de deelnemers onderling waren vaak grote verschillen, in type onderwijs, in schaalgrootte en in de doelstellingen. Voor alle deelnemers bleken deze factoren belangrijk:  de betrokkenheid van de directie  de kennis van de medewerkers van de afdeling systeembeheer  de attitude van de docenten ten opzichte van technologie  de beschikbaarheid van digitaal lesmateriaal.

 mobiele

Wie werkt waarmee – en wanneer?

‘Leerplezier’ is moeilijk meetbaar, maar voor een leerkracht of docent goed merkbaar resultaat. De leerlingen waren enorm enthousiast en sommige zeiden dat ze zich nauwelijks konden voorstellen dat ze ooit zonder het apparaat hebben geleerd.

Er werden door de scholen verschillende keuzes gemaakt: elke leerling een eigen Surface (1:1), een duo leerlingen (2:1) per apparaat, een groep of klas met 20 tot 30 apparaten continu tot hun beschikking, of een aantal apparaten dat op verschillende momenten door verschillende leerlingen kon worden gebruikt (n:1). De (leer)winst in een situatie van 1:1 lijkt het grootst. Deze leerlingen maakten veelvuldig gebruik van het apparaat en gingen er zeer zorgvuldig mee om. Voor de jongere kinderen bleek 2:1 prima te werken, omdat de focus in het onderwijs (nog) op andere leervormen ligt. Op kleinere scholen bleek het werken per les met de apparaten goed uit te pakken, op grotere scholen

Microsoft-producten Scholen waar men al vertrouwd was met het werken in de Office 365-omgeving en met Windows hadden een stap voor. Voor de andere scholen was het gebruik van de Surfaces directe aanleiding om alsnog over te stappen. Het delen van documenten en samen werken in een document kreeg een extra dimensie door het gebruik van OneNote en OneDrive. Vooral OneNote sprong er uit, omdat docenten er eenvoudig digitale lessen mee konden maken. Docenten benadrukten de noodzaak van Class Notebook. Leerlingen 11


Samenvatting

maakten met veel enthousiasme presentaties in PowerPoint en met Sway. Minecraft werd in het primair onderwijs door de kinderen met gejuich ontvangen.

Studiereis De studiereis naar het hoofdkantoor van Microsoft in Amerika bleek voor alle deelnemers een oogopener voor de kansen van ICT in het onderwijs. Men was unaniem enthousiast en extra geïnspireerd om de mogelijkheden van de Surface Pro te onderzoeken als middel om het onderwijs anders in te richten.

Tot slot Dankzij het project konden de deelnemers tegen zeer lage kosten kennis vergaren, ervaringen opdoen en een leerproces doorlopen. De Surface Pro 2 gaf scholen de mogelijkheid innovaties zoals touchscreens, pennen en zeer actuele software in de praktijk te toetsen. Elke school maakte gebruik van de mogelijkheid om de devices definitief aan te schaffen. Daarmee heeft het project de waarde van mobiele apparaten in het onderwijs in het algemeen, aangetoond. Een Windows 10-apparaat met pen en touchscreen biedt de scholen de meeste mogelijkheden.

Lessons learned

SLBdiensten

Ook voor APS IT-diensten en SLBdiensten was het Surface PROject een leerproject. Wat hebben wij opgestoken van het project?

 Veel

APS IT-diensten APS IT-diensten heeft goed meegekeken met de scholen om het eigen aanbod nog actueler te maken:  Beleidsmakers moeten de overstap naar ‘de cloud’, mobieler werken en BYOD/CYOD in goede banen leiden. Wat werkt en wat is veilig?  Voor beheerders zijn er cursussen Office 365, ondersteuning bij de inrichting en tools als Intune in het licentiefonds.  Voor leerkrachten zijn er trainingen Office 365, OneNote en Class Policy op locatie.  De opgedane kennis wordt ook in het BIC-netwerk gedeeld.

geleerd van het onderling contact tussen en met de deelnemende scholen. Mede op basis van deze ervaringen heeft SLBdiensten de Kenniskring ICT & Onderwijs gelanceerd waarmee wij primair kennis met elkaar willen delen.  Vanuit het onderwijs bereikte ons gedurende dit project veel vragen over hardware. Inmiddels zijn wij een aantal samen­ werkingsverbanden aangegaan met hardwareleveranciers als Infotheek en Prowise.  Inzicht gekregen in het belang van trainingen aan docenten, op basis van de opgedane ervaring heeft SLBdiensten een aantal nieuwe trainingen gelanceerd.  Dit project is vooral succesvol gebleken omdat er eigenaarschap van de devices was.  Het project heeft ons veel inzicht in BYOD en CYOD gegeven. Hier gaan wij verder mee aan de slag.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.