D I T D O S SI ER WO R DT G EP U BL I C EER D D O O R S M AR T M ED I A EN VALT N I E T O N D ER D E V ER AN T WO O R D EL I J K H EI D VAN D E R ED A C T I E VAN K N A C K
JÜRGEN VANGEYTE
SONJA DE BECKER EEN VERSE KIJK OP LANDBOUW
JULI 2017
Smart farming is meer dan precisielandbouw
Duurzaamheid heeft veel kanten
Korte keten Initiatieven voor boer en consument
Verspilling Voedseloverschotten recuperen als uitdaging
Vleesindustrie Beter vlees op je bord
DOMINIQUE PERSOONE
Lees meer op fokus-online.be #agrienfood
'Volgens een onderzoek bleek dat er maar 18 procent van groenten en fruit zou overblijven zonder bijen. Zonder bestuiving van bijen is alles fucked up.’
All you need is
www.johndeere.be
www.cofabel.be
EDITORIAL SONJA DE BECKER
2
FOKUS-ONLINE.BE Veel leesplezier Ilse Cottentie,
Duurzaamheid heeft veel kanten
Project Manager
De Vlaamse land- en tuinbouw staat voor grote uitdagingen. De productie moet op peil blijven om de groeiende bevolking te voeden maar dat moet gebeuren op een duurzame manier, met respect voor mens, dier en milieu én de landbouwer. Verduurzamen is dus een complexe uitdaging.
COLOFON FOKUS-ONLINE.BE PRODUCTIELEIDER:
TEKST SONJA DE BECKER, VOORZITTER BOERENBOND
Ruben Lancksweerdt hoogseizoen volop piekt. Of ze nu groot zijn of klein, gangbaar of bio produceren, via de korte of langere keten verkopen: overal is het nu ‘volle bak’. Of het een goed of een slecht jaar wordt, weten de meesten pas later op het jaar, als kosten en opbrengsten verrekend worden. HET VOORBIJE WERKJAAR werd onze
Z
omervakantie! Een periode waarin ik meer tijd heb voor de dagelijkse dingen. Meer tijd om wakker te worden en op te staan, om kranten grondiger te lezen en wat langer aan de ontbijttafel te zitten. Ook voor de andere maaltijden neem ik ruim de tijd en geniet ik van al wat het veld voortbrengt.
ALS VOORZITTER VAN de Boerenbond
weet ik als geen ander dat, terwijl de doorsnee Vlaming het in deze periode wat rustiger aandoet, op onze 24.000 zeer diverse Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven het
agenda bepaald door de Vlaamse klimaattop, het (groene) energieverhaal, de discussies rond gewasbescherming, de slepende dreiging van de vogelgriep, diverse dossiers rond dierenwelzijn, de late nachtvorst en de aanhoudende droogte. Veel verschillende dossiers die samen bepalen of het leven als landbouwer vol te houden is. Zowel voor het milieu en de maatschappij, als voor de landbouwer. Dat is wat duurzaamheid wordt genoemd. De landbouwer weet als geen ander dat dit een uitdaging is op diverse vlakken: people, planet en profit. Enerzijds heb je dus
maatschappelijke verwachtingen en het milieu, maar anderzijds ook het inkomen van de boer.
Hoe zal de landbouwer investeringen betalen om milieuvriendelijker te werken, als de consument zich vooral laat leiden door de prijs? ONZE UITDAGING? Kwaliteitsvol
produceren met minder water, minder en milieuvriendelijkere gewasbescherming, en met meer zelfgeproduceerde groene energie. De consument legt de lat hoog en verwacht veel. Wel stel ik vast dat de focus van zijn duurzaamheidsvisie op ecologie ligt, zelden op economie. Daarbij rijst dan de vraag hoe de
landbouwer de vele investeringen – nodig om milieuvriendelijker te werken – zal betalen, als diezelfde veeleisende consument zich in de winkel vooral laat leiden door de goedkoopste prijs? LANDBOUW IS EEN risicovolle branche, waarin de gevolgen van het weer en de druk van plant- of dierziekten maar deels te voorkomen zijn. Een nog groter risico is echter de markt: welke prijs krijgt de landbouwer voor zijn kwaliteitsvolle producten? Dat is een risico dat elke consument mee kan indekken door voor elk product, gangbaar of bio, van elke boer waar ook ter wereld, via elk verkoopskanaal – hoevewinkel of supermarkt – de prijs te betalen die een voldoende marge oplevert, zodat land- en tuinbouwers kunnen blijven inzetten op duurzame voedselproductie. En niet onbelangrijk: zodat wij kunnen genieten van een heerlijke maaltijd, in de vakantie en daarbuiten.
HOOFDREDACTIE: Elke Ramsdonck TEKST: Hermien Vanoost Ellen Van Hoegaerden COVERBEELD: Ian Hermans VORMGEVING: Baïdy Ly DRUKKERIJ: Roularta SMART MEDIA AGENCY BE Leysstraat 27, 2000 Antwerpen Tel +32 3 289 19 40 meerinfo@smartmediaagency.be redactie@smartmediaagency.be
DIT IS SMART MEDIA Smart Media is een topspeler op het gebied van content marketing en native
LEES MEER...
advertising. Onze campagnes worden zowel
04 We blijven hunkeren naar ons lapje vlees
digitaal als in belanghebbende kranten
05 Restjes tot de redding?
verspreid. Onze basisgedachte is een sterke
06 GGO's versus afgeleiden
04
05
focus op het onderwerp. Door creatieve media-oplossingen helpen we u uw merk
08 Profielinterview: Dominique Persoone
versterken en creëren we waarde voor uw
12
doelgroep. Door kwalitatief hoge content
Daar zijn ze: de nieuwe boeren
14 Jürgen Vangeyte: Smart farming is meer dan precisielandbouw
joskin.com/jobs
DE LANDBOUW WERKT IN ÉÉNDRACHT MET ZIJN MILIEU
08
14
zorgen wij ervoor dat uaw klanten, onze lezers, actie ondernemen.
Landbouwers, die gepassioneerd zijn door hun land en vee, gebruiken overal ter wereld onze innoverende technieken om hun producten en dieren te vervoeren en - zoals op deze foto - om de mest (een heel nuttig meststof) op ultra-nauwkeurige, spaarzame en reukloze manier te verspreiden. Onze 800 medewerkers in onze 5 fabrieken in Belgïe, Frankrijk en Polen helpen hen om een gezond product in je bord te zetten en een prachtig landschap onder je ogen te brengen.
ADVERTORIAL
Moeilijke regelgeving makkelijk gemaakt door het FAVV Mag ik glutenvrije koekjes maken thuis om daarna te verkopen? Ik wil kaas maken op basis van graan, moet ik daarvoor speciale regels volgen? Hoe zet ik de samenstelling van mijn biologisch appelsap op het etiket? Hoe blijf ik trouw aan traditionele productiemethoden, zonder de gezondheid van de consument in gevaar te brengen? Ongetwijfeld zijn dit allemaal herkenbare vragen voor verschillende lokale en kleine voedingsproducenten. Ook voor jou?
Het probleem is dat voor kleine producenten van artisanale, lokale voedingsmiddelen de regelgeving niet altijd evident is
Dan contacteer je best de begeleidingscel van het Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid (FAVV). Gegroeid uit de voorlichtingscel, die in 2008 is opgericht, wil de begeleidingscel een partner zijn voor lokale en kleine voedselproducenten en hen ondersteuning en antwoorden bieden op al hun vragen rond wet- en regelgeving over voedselveiligheid. Moeilijke regelgeving “Het probleem is dat voor kleine producenten van artisa-
nale, lokale voedingsmiddelen de regelgeving niet altijd even evident te begrijpen en toe te passen is”, legt Katrien Stragier, woordvoerster van het FAVV, uit. “Vooral Europa legt veel verplichtingen op om de veiligheid van consumenten zo goed mogelijk te garanderen.” Daarom had minister van Landbouw Willy Borsus (MR) de wens geuit voor een begeleidingscel. Oprichting begeleidingscel en website “Je kon als kleine producent altijd al bij ons terecht, maar nadat er toch meer problemen en vragen van hen binnenkwamen, hebben we deze specifieke begeleidingscel uiteindelijk in 2015 opgericht”, aldus Stragier. “Sinds maart dit jaar is ook onze website actief. Daar kan je als kleine producent onder meer terecht om brochures aan te vragen, om je in te schrijven voor verschillende gratis opleidingen en contact op te nemen.” Bovendien is het aantal ondernemingen die voedingsproducten rechtstreeks verkopen aan de consument sterk gestegen. “Vorig jaar waren er in België ongeveer 1.500 hoeveproducenten terwijl dat er in 2010 nog maar 585 waren.” Specifieke onderzoeksprojecten Daarnaast stelt de begeleidingscel regelmatig projecten op wanneer dezelfde vraag of hetzelfde probleem terugkomt. “Zo hebben we op dit moment een onderzoeksproject over drooggerijpt vlees, dat je tegenwoordig vaak in gespecialiseerde slagers of op restaurant ziet”, begint Stragier. Drooggerijpt vlees wordt gedurende drie tot tien weken gerijpt zodat het malser wordt en de smaak intenser. “Het is een delicaat proces. De vraag is dan natuurlijk: hoe doe je dat op een veilige manier?” Optimale productiemethoden onderzocht De begeleidingscel zoekt samen met ondernemingen de optimale omstandigheden om het product en kwaliteit
te behouden. Stragier: “Anderzijds kijken we ook dat de wetgeving gerespecteerd wordt tijdens het hele proces. We gaan uit van de gedachte dat een veilig product ook resulteert in een veilig bedrijf.” Gespecialiseerde opleidingen voor iedereen De voorlichtings- en begeleidingscel werken nauw samen. Voornamelijk voor de opleidingen. Je kunt je via de website inschrijven voor een gratis opleiding voor verschillende thema’s. “Dit najaar organiseren we bijvoorbeeld een opleiding over etikettering”, zegt Stragier. “Wat moet erop staan? Wat zijn de regels om de nutritionele eigenschappen van een product duidelijk te maken? Wat met allergeneninformatie?”
We gaan uit van de gedachte dat een veilig product ook resulteert in een veilig bedrijf
Wegens succes opgesteld De opleidingen van de voorlichtingscel zijn een groot succes, getuige de 338 sessies vorig jaar, met een aantal van 8.500 deelnemers over de verschillende provincies. “In het begin richtten de opleidingen zich voornamelijk op de horeca, grootkeukens, slagers enz. De bedoeling is echter om ze nog meer open te stellen en nog meer mensen te kunnen informeren.”
Heb jij als kleine producent ook een vraag over de regelgeving rond voedselveiligheid voor jouw product? Over begeleiding in de verwerking van voedingsmiddelen? Of over rechtstreekse verkoop van producten aan de consument? Contacteer dan zeker de begeleidingscel van het FAVV via begeleiding@favv.be, bel 02/211.83.02 of neem een kijkje op www.favv.be/vcb.
www.favv.be
TOEKOMST VLEESINDUSTRIE
4
FOKUS-ONLINE.BE
We blijven hunkeren naar ons lapje vlees Ja, we vinden het allemaal fantastisch om aan Dagen Zonder Vlees mee te doen, maar na een maand mag dat lapje vlees toch gauw weer op het bord verschijnen. En liefst voor een niet al te hoge prijs. Begrijpelijk, maar ook wel problematisch. TEKST HERMIEN VANOOST
T
egenwoordig vind je er zelfs gluten- en allergenenvrij eten, maar ooit kon je op de festivals alleen hotdogs, hamburgers en frieten kopen. De evolutie op de wei zegt veel over onze nieuwe houding tegenover voeding. We lijken wel geobsedeerd door alles wat de stempel ‘gezond’ draagt – wat niet betekent dat het ook echt zo is. Niet alleen in de media is de aandacht voor voeding enorm, zelfs onder vrienden en collega’s is het een veel bediscussieerd thema. We wisselen onze lekkerste recepten uit en hebben het ook over de link met gezondheid, de impact op het milieu, de nood aan transparantie, het dierenwelzijn enzovoort. DE TOEGENOMEN AANDACHT voor eten
heeft alvast een deel van de Belgen overtuigd om hun voedingspatroon te veranderen. Kijk maar naar de vleesconsumptie: terwijl we in 2008 nog 35 kilogram vlees aten, is dat in 2016 gezakt naar 29 kilogram. Toch wil het niet zeggen dat er nu meer vegetariërs zijn – hun aandeel
blijft volgens onderzoek van VLAM steken op 5 procent – wel is het zo dat de flexitariërs, die vlees, vis en vegetarisch afwisselen, de voorbije jaren nog meer zijn gaan variëren. De boodschap dat je niet elke dag vlees nodig hebt, is bij die groep duidelijk aangekomen. Eén op vier Belgen geeft trouwens aan zijn vleesconsumptie in de toekomst nog te willen verminderen. VOEDINGSWETENSCHAPPER FRÉDÉRIC LEROY (VUB) ziet voor de komende
jaren nog een andere verschuiving. Hij verwacht dat de vraag naar ‘beter vlees’ zal toenemen, of toch zeker bij een bepaalde groep consumenten: zij die op zoek zijn naar voeding met een aureool van kwaliteit en ‘oorspronkelijkheid’. Bij hen leeft nu al de vraag naar vetter en smakelijker vlees. “Vetten hebben we lange tijd zoveel mogelijk uit onze voeding proberen te weren. Voedingswetenschappers hamerden immers steeds maar weer op die link tussen verzadigde vetten en hart- en vaatziekten. Intussen zijn ze daar
wat van teruggekomen, want het verband blijkt minder uitgesproken dan gedacht.” Het resultaat zie je in de supermarkt. De oude en duurdere rassen zijn terug en er liggen weer steaks met gemarmerd vet in de rekken. Voor de smaak van het vlees is dat zeker een opsteker.
Onbewust gebruiken we voeding om onze identiteit op te bouwen - FRÉDÉRIC LER O Y
WIE OOK BLIJ is met dat ‘terug naar vroeger’-verhaal zijn de marketeers. Zij vertellen maar wat graag welke geschiedenis er achter het vlees uit de winkel schuilt: Waar komt het vandaan? Welk ras was het? Welk voer kreeg het dier tijdens zijn leven? Dat de Iberico-ham op ons broodje afkomstig is van Spaanse varkens die met eikels gevoed werden, vinden
consumenten nu eenmaal nice to know. “Maar niet alleen dat”, zegt Leroy. “Onbewust gebruiken we voeding ook om onze identiteit op te bouwen. Als we ons in die verhalen herkennen, of toch in de waarden die ervan uitgaan, is de kans groter dat we kopen.” “KLOPT, EN TOCH ook weer niet helemaal”, reageert Wim Ballieu van gehaktballenrestaurant Balls&Glory. “Wij posten op Instagram nu en dan foto’s van de boerderij waar onze varkens gekweekt worden. We stellen keer op keer vast dat mensen dat eigenlijk niet graag hebben.” Ballieu noemt het de paradox van de vleeseter. Aan de ene kant wil hij dat het vlees op zijn bord afkomstig is van dieren die een goed leven hebben geleid, aan de andere kant knijpt hij graag een oogje dicht. “Dat zie je bijvoorbeeld in de prijs die consumenten voor vlees willen betalen. Het mag vooral niet té kostelijk zijn. Automatisch betekent dat voor de boer dat hij toegevingen moet doen.”
ZELF IS BALLIEU al enkele jaren op zoek naar en aan het experimenteren met ‘de gulden middenweg’, waarbij varkens weliswaar geen volledig vrije uitloop hebben, maar ook niet op elkaar geperst staan. En waarbij er eisen worden gesteld aan onder meer voer en antibioticagebruik. Op die manier hoopt hij het vlees toch beter te maken en tegelijk de prijzen democratisch te houden. IN NEDERLAND BEDACHTEN ze intussen
een manier om het geweten van de consument aan te spreken. Daar vind je op de vleesverpakkingen in de supermarkten een Beter Leven Keurmerk. Hoe meer sterren, hoe beter het leven van ‘het dier’ dat je eet. “Een prima manier om de consument eraan te herinneren dat er ooit echt leven in zijn vlees zat”, vindt Ballieu. “Dat brengt alleen maar meer respect. Om diezelfde reden ga ik elk jaar samen met mijn medewerkers een varken slachten op de boerderij. Een reality check voor ons allemaal.”
‘t Is
heerlijk om onze
landbouwers te steunen.
FAI1707-ann-food-255x120-NL.indd 4
14/07/17 14:20
VOEDSELVERSPILLING UITDAGING
#AGRIENFOOD
Restjes tot de redding? Verbrassen of verorberen? Logischerwijs gooien we de helft van de inhoud van onze koelkast liever niet weg en toch maken we er ons bijna allemaal schuldig aan. Maar is je voedsel dan echt geen tweede leven beschoren? TEKST ELLEN VAN HOEGAERDEN
O
nder het mom van huishoudelijke taken die ieder van ons op tijd en stond doet, is het verwijderen van eten uit je koelkast misschien wel het meest verlieslatend. Maar is het altijd nodig om alle schappen in je koelkast volledig te strippen van al dat voedsel waarvan je denkt het toch niet meer op te eten?
Joke Schauvliege. 74 procent van 3.485.000 ton aan voedselreststromen zijn onvermijdbare nevenstromen, en een vierde zijn voedselverliezen. “Uitgedrukt in absolute cijfers gaat het om 2.578.000 ton nevenstromen en 907.000 ton voedselverliezen over de hele keten.”
ook supermarkten, die voor ‘slechts’ 5 procent bijdragen tot voedselverspilling, dragen een grote verantwoordelijkheid, volgens Gheeraert. “Zowel wat betreft verspilling bij de consument, zoals overconsumptie bij promo’s bijvoorbeeld, als bij de producent, onder andere door hoge esthetische kwaliteitseisen.”
MET DIE CIJFERS in het achterhoofd, is
het gemiddelde huishouden natuurlijk niet de enige schakel in de keten die aansprakelijk is voor voedselverspilling. Schauvliege: “Onderzoek toont aan dat elke schakel in de keten haar verantwoordelijkheid heeft voor voedselverliezen en dus ook een deel van de oplossing kan vormen.” Een groot deel van de verliezen vindt plaats in de productiefase, bij boeren en voedselverwerkende bedrijven. En
DAARNAAST MAKEN SUPERMARKTEN DAT ETEN GAAT gelukkig niet ho-
peloos verloren. 92 procent van alle voedselreststromen wordt gevaloriseerd of benut voor andere doeleinden. Grotendeels als voeder voor dieren (43 procent), anderzijds voor vergisting (21 procent) en bodemversterking (17 procent). “Dat toont aan dat de Vlaamse agrovoedingsketen sterk staat in het valoriseren van voedselreststro-
VOEDSELVERSPILLING VOLTREKT ZICH
echter vaker dan de occasionele koelkast hier en daar. Wereldwijd wordt ongeveer een derde van al het voedsel verspild, 1,3 biljoen ton per jaar. “Groenten en fruit op kop met maar liefst 45 procent”, zegt Helena Gheeraert, oprichter bij Wonky, een Gents bedrijf dat onder andere dips maakt met gerecupereerde groenten. “Voedselverspilling heeft daarbij een immense impact op het klimaat, omdat het resulteert in de verspilling van meer dan 20 procent van het verse water en de bezetting van 30 procent van alle landbouwgrond.” ALS JE KIJKT naar rapporten van de Vlaamse voedingsketen anno 2015, wordt er een verschil gemaakt tussen eetbare voedselverliezen en de meer niet-eetbare nevenstromen. “Voor het eerst beschikken we over cijfers die inzicht geven in de efficiëntie waarmee de hele voedingsketen, van boer tot consument, omgaat met voedselgrondstoffen”, zegt Vlaams minister voor Natuur en Landbouw
men”, aldus Schauvliege. Verder heb je tal van andere initiatieven, zoals bijvoorbeeld de Schenkingsbeurs. “De voedseloverschotten kunnen via de Schenkingsbeurs verdeeld worden. In het eerste jaar werden zo'n 330.000 kg aan voedseloverschotten weggegeven.”
Door voedselverspilling verbruiken we meer dan 20 procent van het verse water en 30 procent van alle landbouwgrond - H E LE N A G H E E R AE R T
steeds vaker gebruik van de dry-mist techniek om hun groenten en fruit langer vers te houden. Daarbij heeft een 100 procent veilig mistdeken een gunstige invloed op de voedingswaarden, het aroma en de smaak van het voedsel. Maar waarom alles overlaten aan de productenten en supermarkten, als je zelf ook kunt meehelpen aan de vermindering van voedseloverschot? Planning is het sleutelwoord. “Maak boodschappenlijstjes, haal verse producten niet te vroeg in huis, organiseer en ken je koelkast”, geeft Schauvliege mee. Gheeraert werkt liever creatief door zoveel mogelijk voedsel op te gebruiken. “Hou elke week een restjesdag, want restjes zijn oh, zo lekker!” RESTJESGEBRUIK EN EEN deftige planning om inkopen te doen, vergen maar een kleine moeite, maar er zijn ook andere manieren, waarbij je er zelf voor zorgt dat het voedsel langer bewaard kan worden. Gheeraert: “Pekelen en fermenteren bijvoorbeeld zijn niet enkel hippe technieken, maar ook een perfecte manier om eten langer te bewaren.” Ook op de blog van Wonkyfood. be vind je tal van tips en tricks die Gheeraert wil delen. En voor nog meer advies kun je ook terecht op de websites voedselverlies.be of koelkastinorde.be. Schauvliege: “Die websites kunnen helpen met tips over invriezen, bewaringsdata en dergelijke meer.”
FOOD WASTE AWARDS
In februari dit jaar werden voor de eerste keer ooit de Food Waste Awards uitgereikt aan initiatieven die voedselverspilling tegengaan. Die werden georganiseerd door FoodWin, de Europese organisatie die stimuleert om voedselverspilling op een innovatieve manier tegen te gaan. De winnaars waren onder andere Gent met Restorestje, waarbij honderd restaurants in de stad overschotten aan hun klanten aanbieden als Restorestje. Daarnaast werd ook Rekub beloond voor hun pop-up restaurants, waar enkel overschotten worden gebruikt om gerechten klaar te maken.
THT VERSUS TGT
Verpakkingsbedrijf Tetra Pak heeft met een onderzoek aangetoond dat één op vier Belgen het verschil niet kent tussen de labels ‘tenminste houdbaar tot' en ‘te gebruiken tot’. Eén op tien denkt dat er geen verschil is. THT staat vooral op producten die lang houdbaar zijn, zoals pasta, conserven of dranken. Na die datum zal de smaak misschien wat minder zijn, maar zeker niet gevaarlijk voor de gezondheid. TGT, daarentegen, betekent dat je dat product na de verstreken datum beter niet opeet.
ADVERTORIAL
POPPIES, DE VERBORGEN PAREL VAN DE BELGISCHE VOEDINGSINDUSTRIE. Poppies International is een van België’s grootste producenten van koekjes en diepvriesgebak. Met een ruim assortiment aan allerlei lekkernijen zoals carré confituurtjes, frangipannes, bladerdeeggebakjes, brownies, soesjes, eclairs, kokoskoekjes, donuts, macarons de paris en nog veel meer lekkers, verovert Poppies het hart van elke lekkerbek. Poppies is en blijſt een familiebedrijf met West-Vlaamse roots dat tegelijkertijd ook zijn mannetje staat op internationaal vlak dankzij 11 productievestigingen op 2 continenten en een verkoop in een 60-tal landen. Waarom is zo’n groot en succesvol bedrijf als Poppies dan zo weinig bekend in het thuisland België?
Hoewel de volledige Belgische distributie beleverd wordt door Poppies, merkt de consument dit niet op in de winkelrekken. De meeste producten die Poppies produceert, komen immers in de winkels te liggen onder een huismerk. Enkel in Delhaize zijn de diepvriessoesjes en –eclairs onder het merk Poppies te vinden. Poppies beseſt dat het voor een middelgrote marktspeler niet vanzelfsprekend is om gestaag te groeien en tegelijkertijd 100% trouw te blijven aan het eigen merk. Zo’n merkstrategie slorpt enorme marketingbudgetten op en is dus enkel weggelegd voor de grootste spelers op de voedingsmarkt. Bovendien zit zowel het belang als het imago van huismerken in de liſt. Terecht, want huismerken ondergaan dezelfde strenge kwaliteitscontroles als merkproducten.
Produceren onder huismerk heeſt Poppies geen windeieren gelegd: een exponentiële groei, zowel organisch als door overnames, heeſt in 2016 voor een omzet van 230 miljoen euro gezorgd. Het familiale karakter van de groep wordt hoog in het vaandel gedragen. Andere stokpaardjes van Poppies zijn operationele efficiëntie, klantenfocus en ondernemingszin. In België is Poppies wellicht het meest bekend dankzij de deur-aandeurverkopen van scholen en verenigingen. Dankzij de verkoop van allerlei lekkers kunnen deze een aardig spaarpotje aanleggen voor het organiseren van tal van activiteiten.
Loopt het water je al in de mond? Surf snel naar: www.poppies.com
5
6
VERDIEPING GEWASMODIFICATIE
GGO’S versus afgeleiden
Genetisch Gemodificeerde Organismen hebben de winkelrekken in Europa vooralsnog niet veroverd. Zelfs wetenschappers geloven niet meer dat dat nog zal gebeuren. Afgeleide technologieën hebben volgens hen meer potentieel. Maar waarover gaat het precies? TEKST HERMIEN VANOOST
ZOETE IN PLAATS van bittere spruiten, druiven zonder pitten, kerstomaten in zwart-geel-rood. Het lijkt hoogtechnologische landbouw, in werkelijkheid is het niets anders dan klassieke veredeling, waarbij je twee verschillende planten kruist en uit de nakomelingen diegenen overhoudt die de gewenste eigenschappen vertonen. Dat proces herhaal je opnieuw en opnieuw, tot nagenoeg alle nakomelingen de interessante kenmerken bevatten. Een nieuw ras is geboren. “NADEEL VAN DIE veredelingsmethode
is dat het jaren duurt voor je resultaat boekt”, vertelt Elisabeth Stes, expert wetenschapscommunicatie bij het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). “In de meeste gevallen moet je de planten tot volle wasdom laten komen voor je weet of ze de interessante kenmerken vertonen.” Sneller gaat het als je de nakomelingen via DNA-analyse selecteert (merkergebaseerde veredeling) of, nog een stap verder, zelf een of meerdere genen toevoegt (genetisch modificatie).
Het zou interessant zijn als je zaden vooraf met goede bacteriën zou kunnen coaten - MAR C D E LO O SE
TERWIJL DIE EERSTE
veredelingsmethode bijna standaard is geworden, is die laatste veel minder populair. Als ze al gebruikt wordt, dan vooral voor gewassen bestemd voor textiel of veevoeders. In Europa vind je alleen voor maïs grootschalige GGO-teelten. En dat heeft veel te maken met het slechte imago dat GGO’s hier hebben. Ook in ons land gaat het in het publieke debat steevast over de risico’s van GGO’s voor mens, natuur en milieu. Denk alleen al maar aan de heftige reacties op het GGOaardappelproefveld in Wetteren enkele jaren geleden. ALS WETENSCHAPPELIJK DIRECTEUR bij het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) begrijpt Marc De Loose de angst bij het grote publiek, al vindt hij ze niet terecht. “Je moet weten dat voor de teelt en de import van GGO’s ontzettend strenge criteria gelden.
Zo mogen de gewassen niet te hard afwijken van de bestaande variëteiten en het wildtype waaruit het GGO ontwikkeld is. Ze komen dus heus niet zomaar op de markt.” DE LOOSE SCHAT dat zo’n 200 à 300
onafhankelijke experten hun licht over een dossier laten schijnen voor het Europese voedselagentschap EFSA over een toelating beslist. De doorlooptijd van de hele procedure bedraagt gemiddeld tien jaar. “Als pakweg een kiwi een even strenge evaluatie zou moeten doorstaan, denk ik niet dat die in de winkel zou liggen. Aardig wat mensen zijn immers allergisch aan kiwi.”
Als kiwi’s een even strenge evaluatie zouden moeten doorstaan als GGO’s, zouden ze niet in de winkel liggen - E LI S AB E T H S T E S
GEZIEN DE TIJDROVENDE en dure
procedures verwacht De Loose niet dat Europese bedrijven de komende jaren nog veel nieuwe GGO’s zullen ontwikkelen. Hij gaat er wel van uit dat de kennis die ze dankzij gentechnologie hebben verzameld, cruciaal zal zijn bij toekomstige veredeling. De Loose: “Bedrijven zullen die wetenschap dan bijvoorbeeld gebruiken om via CRISPR/Cas-technologie (waarbij DNA doormidden wordt geknipt, red.) een mutatie op een bepaalde plek in het planten-DNA te genereren.” Recent werd met die techniek al een champignonsoort gekweekt die minder snel bruin wordt en dus langer houdbaar is. VERDER ZIJN ZE bij het VIB ook bezig
met onderzoek naar zogenaamde ‘probiotica voor planten’. Stes: “Sommige micro-organismen die op en rond planten leven, bespoedigen de ontwikkeling van de plant. Ze beschermen bijvoorbeeld tegen ziekmakende bacteriën. Interessant zou zijn als je zaden met die goede bacteriën kunt coaten.” Biologische boeren kennen de kracht van goede bacteriën al langer. Zij gebruiken sinds jaar en dag de bodembacterie Bacillus Thuringiensis om insectenplagen te bestrijden. Afwachten of die denkpiste nu ook in de klassieke landbouw zal doorbreken.
ADVERTORIAL
NUKAMEL: HET POTENTIEEL VAN ELK DIER REALISEREN MET ZUIVELPRODUCTEN Nukamel is een belangrijke internationale producent van voedingsproducten voor jonge dieren op basis van zuivel. Het Belgische bedrijf (met uitvalsbasis in Olen) is aanwezig in zestig landen wereldwijd en maakt nutritionele componenten voor onder meer kalveren, biggen, kuikens en veulens. Dankzij de producten van Nukamel wordt het latente potentieel dat in elk jong dier aanwezig is, optimaal gerealiseerd, zegt algemeen directeur Jan Druyts. “We noemen dat de “epigenetica””, legt Jan Druyts uit. “Kijk, van elk kalf is bijvoorbeeld al genetisch vastgelegd welke hoeveelheid melk het zal leveren of hoe efficiënt het vlees zal aanzetten. Maar omdat potentieel ook tot ontwikkeling te laten komen, is, zeker in de eerste levensweken, de correcte voeding van cruciaal belang. Uit studies van melkvee blijkt bijvoorbeeld dat voor elke honderd gram extra groei die we kunnen realiseren in de eerste twee levensmaanden van het kalf, we later vijfhonderd kilogram extra melk per lactatie mogen verwachten. Dat is enorm. Dat is dan ook onze missie: producten maken die dat eerste potentieel van dieren zoveel mogelijk helpen waar te maken.” Het bepalen van welk dier op welk moment welk soort voedingsingrediënten moet krijgen, is absoluut geen sinecure, legt Jan Druyts uit. “Elk soort dier het hoogst mogelijke niveau te laten halen, is niet eenvoudig. U mag het gerust vergelijken met topsport, hoor (lacht). Welke aminozuren moeten voorzien worden? Welke vetten? Welke energiebronnen? In welke
verhoudingen? Is alles voldoende verteerbaar? Is het snel oplosbaar? Dat zijn vragen waar we elke dag mee geconfronteerd worden. De antwoorden daarop brengen voor de veehouder natuurlijk ook enorme economische consequenties met zich mee.” En bovendien geldt dit voor alle dieren: zowel voor koeien, varkens, paarden, pluimvee,... “Voor pluimvee misschien zelfs nog meer als voor de anderen”, zegt Jan Druyts. “Het is echt geen toeval dat in sommige kippenstallen weegschalen in de vloer zijn geïntegreerd. Voor koeien speelt het iets minder, ook al omdat de genetische verscheidenheid van dieren een stuk groter is dan van kippen. Maar goed, daar ligt dan misschien weer een uitdaging voor ons in de toekomst (lacht).” Zuinig met antibiotica Maar niet alleen het economische potentieel van een dier helpt Nukamel realiseren. Het inzetten van hun producten laat boeren en veehouders ook toe om hun beesten gezonder en met minder antibiotica groot te brengen. “U weet waarschijnlijk wel dat de EU het gebruik van groeibevorderaars al een tijdje heeft verboden”, zegt Jan Druyts. “Voor ons wat dat een uitgelezen kans, een marktopportuniteit die we niet mochten missen. Een dier groot krijgen met zo weinig mogelijk antibiotica kan je op verschillende manieren doen. Je kunt bijvoorbeeld additieven aan de voeding toevoegen met een antibacteriele werking, kokosvetzuur is zo’n bekend voorbeeld. Wij pakken het anders aan en gaan proberen de aangeboren immuniteit van het dier te
versterken. Door bijvoorbeeld elementen in de voeding te doen die de immuunreactie versterken. Op die manier gaan we de antilichamen van het dier stimuleren en het niveau van de bescherming optrekken. Allemaal via de voeding.” Uiteindelijk profiteert de volledige voedselketen van die aanpak, zegt Jan Druyts, niet alleen het dier maar ook de mens. “Dat is zeker zo. Ik wil trouwens ook benadrukken dat het niet onze bedoeling is om antibiotica helemaal te verbannen of zo, zeker niet. Antibiotica heeft zeker zijn plaats, maar het moet de bedoeling zijn dit alleen toe te dienen wanneer het écht nodig is.” Onderzoek en ontwikkeling Wie uit het voorgaande afleidt dat onderzoek en ontwikkeling en fundamenteel wetenschappelijk onderzoek sleutelbegrippen zijn bij Nukamel, kunnen we geruststellen: u heeft het bij het juiste eind. “R&D is echt een sleutelsteen van ons bedrijf”, zegt Jan Druyts. “Zo hebben we ons ook gepositioneerd: wij willen onze klanten doorgaans de mengvoeder bedrijven, premixers en importeurs van deze wereld, de optimale oplossingen aanbieden zodat zij op hun beurt hun klanten zo goed mogelijk kunnen verder helpen. En dat kan alleen door doorgedreven onderzoek. Om een idee te geven: we werken heel nauw samen met universiteiten in binnen- en buitenland en ongeveer één vijfde van ons personeel doet aan research. Ook de bijhorende budgetten die we eraan spenderen zijn substantieel. Die aanpak zijn we aan onszelf verplicht als we onze voorsprong willen behouden.”
www.nukamel.com +31 495 541 165
info@nukamel.com
PROFIELINTERVIEW DOMINIQUE PERSOONE
8
FOKUS-ONLINE.BE
De klant wil avontuur, zelfs in een praline Iedereen kent Dominique Persoone als de man die chocolade en rock-’n-roll samenbracht. Voor deze chocolatier is een vulling niet zomaar een vulling en is standaard ook maar saai. Een man met eindeloze ideeën en… “misschien ook wel een beetje ADHD”. TEKST ELLEN VAN HOEGAERDEN
D
at Dominique Persoone een doorwinterde creatieveling is, merken we al meteen aan de ruimte in The Chocolate Factory in Brugge waar het gesprek met de chocolatier plaatsvindt. Volledig groen, met een zetel in de vorm van een chocoladereep en een kruidenkast die de hele muur bedekt. En buiten op het dak? Daar staat een heuse landingsbaan voor de bijen van Persoone. Want imkeren is maar een van de talloze dingen waar hij zich tegenwoordig mee bezighoudt. “Mijn pa en ik zijn aan imkeren begonnen als een soort hobby voor de mannen van de familie. Gaandeweg leerde ik steeds meer, bijvoorbeeld dat een bij nooit slaapt of dat 99 procent meisjes zijn en dat mannetjes enkel nodig zijn voor de bevruchting en daarna worden afgeslacht door de vrouwtjes. Prachtig hoe de natuur in elkaar zit, hé. Voor mij is imkeren een hobby die ik met passie doe. Vandaar dat ik hier op het dak de Chocolate Airline heb gebouwd, omdat die bijen – die ‘vliegende vrouwtjes’ – mij deden denken aan stewardessen.”
De honing van die stewardessen gebruik je dan in je pralines? “Inderdaad. Samen met een paar wetenschappers proberen we ook het vocht uit honing te halen, zodat we er een soort poeder aan
FOTO IAN HERMANS
overhouden. Mijn lieve madam Fabienne maakt als herboriste ook gebruik van onze bijtjes, door lippenbalsems te maken op basis van bijenwas. Mijn pa zit dan
Je moet openstaan voor dingen. Ik denk dat het belangrijk is dat je uit je kot durft te komen weer vooral aan de drank (lacht), hij maakt honingwijn of mede. Op zich kunnen we leven zonder die honing of bijenwas, maar het allerbelangrijkste is dat bijen voor bestuiving zorgen. Zonder bestuiving is alles fucked up. Een onderzoek wees uit wat er zou overblijven van groenten en fruit zonder de bijen en dat is maar 18 procent. De Vlaamse overheid is bezig mensen te motiveren om te stoppen met sproeien. Langzaam passen ze de wet ook aan, dus dat is positief. Privé zijn ze aan het pushen om geen Roundup meer te verkopen, maar de landbouwers mogen dat nog wel doen (sinds 20 juli is het gebruik van Roundup voor particulieren verboden, red.). Wereldwijd is het echter moeilijk voor de bij omdat we alles kapot sproeien.”
Je hebt niet enkel bijenkorf hier in Brugge, maar ook een plantage in Mexico. Vanwaar dat idee? “Ik ga veel op expeditie en tijdens een van die expedities vond ik een soort supercacaoboon, de Criollo Carmelo. Pure witte bonen, heel zachte chocolade. Ik kocht die bonen bij een boer die kort erop stierf, waardoor zijn haciënda er niet veel later vervallen bij lag. Geen bonen meer dus. Nu, na een paar shotjes tequila als inspiratiebron, kwamen we op het geweldige idee om gewoon zelf een plantage te beginnen (lacht). Zo gezegd, zo gedaan. De opbrengst van de cacao op onze plantage is wel niet genoeg om een batch te maken. Dus ik koop kleine batches op bij bevriende boeren zodat ik van bean to bar kan werken, van boon tot reep. We werken ook van tree to bar, van boom tot reep, en dat komt wel van onze eigen plantage. We gebruiken daarvoor artisanale machines in onze winkels in Brugge, heel leuk.”
Maar je plantage bevat meer dan enkel bonen, want je blijkt ook een hart voor dieren te hebben. Vertel. “We moesten schaduw creëren op onze plantage, want een cacaoboon verbrandt enorm snel door de zon. We kweekten daarom zo’n 3.600 bananenbomen, want die hebben heel grote bladeren. Na enige tijd zaten we natuurlijk met heel wat bananen. Dus wat
gingen we daarmee doen? Per toeval kwamen we in contact met een dierenorganisatie die wilde dieren wilt beschermen, die zijn weggenomen uit huizen en circussen. Allemaal goed en wel, maar eigenlijk kunnen ze al die dieren nergens plaatsen en is er ook geen budget om hen eten te geven. Daarom schenken wij hen om de drie weken onze bananen. En omdat mijn madam dieren liever ziet dan mensen, en omdat er een plekje op onze plantage was waar niets kon groeien,
had ze het leuke idee om ook een adoptiecentrum op te starten. Dus nu hebben we een plek op onze plantage waar we zo’n tiental lieve spinaapjes verzorgen.”
Jouw madam heeft heel wat te zeggen, lijkt me. “Oh ja, zij is de baas. Als ik de zaak alleen zou hebben opgestart, was ik al driehonderd keer failliet gegaan. Ik geef alles af en dat werkt perfect. Zondag om elf uur krijg ik mijn drinkgeld voor de week (lacht).
ADVERTORIAL
Professionele praktijkopleidingen voor duurzame en gezonde landbouw Net als de aarde zelf, blijft de landbouw in constante evolutie. En daar moeten we op anticiperen. Zowel op het gebied van gewasbescherming, mechanisatie als op het vlak van bedrijfsbeheer. Er verschijnen dagelijks innovaties en nieuwe technieken voor een duurzamere landbouw. Niet altijd makkelijk dus om up-to-date te blijven.
NIEUW OPLEIDING ‘TECHNIEKER LANDBOUWMECHANISATIE’ Specifieke opleiding voor techniekers die nog weinig ervaring hebben in landbouwmechanisatie, zoals garagepersoneel voor landbouwmachines, loonwerkers en landbouwbedrijven. PERIODE: NOVEMBER TOT MAART, 40 DAGEN OVER 2 JAAR.
Tem jij het beest ? NIEUWE PRAKTIJKOPLEIDING
meer info op www.pclt.be
Het Praktijkcentrum voor Landbouw en Tuinbouw of PCLT VZW uit Roeselare organiseert daarom in het kader van life long learning, doorheen het jaar professionele opleidingen voor de para-agrarische sector, met een sterke focus op hun specialisatie in landbouwmechanisatie.
“De hoofdgedachte van de vzw was om technische praktijkopleidingen aan te bieden waarvoor niet iedereen de tijd of middelen heeft om te investeren in de juiste infrastructuur”, zegt Geert Chys, directeur van PCLT. “We beschikken zelf over een praktijkhal, hydraulicalokaal, labo’s… en doen beroep op echte professionals om hun kennis door te geven, zoals voor het behalen van een fytolicentie of de startercursussen ‘landbouwer worden’.” Naast het open aanbod waar je je kunt inschrijven als individu, biedt PCLT ook opleidingen aan op maat voor groepen. Alles voor de landbouwer en aanverwante industrieën, alles voor een duurzame en gezonde agricultuur.
Schrijf je vandaag nog in via pclt.be voor een van onze meer dan 160 opleidingen of kom naar een van onze studiedagen.
www.pclt.be
DOMINIQUE PERSOONE PROFIELINTERVIEW
#AGRIENFOOD
9
Mijn madam is de baas. Moest ik de zaak alleen hebben gedaan, was ik al driehonderd keer failliet gegaan
VERWILDERDE WEGBERMEN VOOR DE BIJ
Blumenthal of fotograaf Spencer Tunick, die vooral naakte mensen fotografeert. Welke ‘aparte’ samenwerkingen zou je nog zien zitten in de toekomst? “Als Quentin Tarantino Charlie & The Chocolate Factory zou verfilmen, wil ik graag meedoen. Ik krijg ook dagelijks talloze aanvragen. Een van de laatste kwam uit Dubai. Een of andere sjeik wilde een chocoladen pretpark bouwen. Ik zou het nooit doen voor het financiële plaatje, écht niet, maar ik zou me wel volledig kunnen laten gaan. Er zijn nog zoveel dingen die ik wil doen. Chocoladen postkantoren bijvoorbeeld, dat moet de max zijn.”
Had je dat allemaal durven dromen tijdens je beginjaren?
Geen financiële stress, gewoon m’n ding doen. Maar ik werk veel hé, voor alle duidelijkheid. Ik geef veel presentaties, doe veel demo’s en daardoor reis ik heel veel. In Oostenrijk heb ik een tijdje geleden nog een demo gedaan in lederhosen, het publiek lag plat van het lachen. En samen met de Braziliaanse chef Alex Atala heb ik tijdens een presentatie ‘giftige kikkers’ gemaakt, nadat we ergens in de amazone wat backpackers zagen likken aan een soort kikkers waar je twee dagen
high van wordt. We maakten zelf kikkertjes van chocolade, gevuld met koriander, limoen en chili, maar ook met lidocaïne. Je mond wordt dus een aantal minuten verdoofd (lacht). Door zulke zotte dingen te doen, krijg je in de foodwereld wel wat kansen om met anderen samen te werken. En dan laat je als Belgische chocolatier ook zien dat België wel degelijk een beetje rock-’n-roll is.”
Je hebt onder andere al samengewerkt met chef Heston
“Ik ben kok van opleiding, dus toen ik begon als chocolatier lachten ze me allemaal uit. Pralines met tomaten, met chili… Dat was 25 jaar geleden not done. Maar het was vooral door de waardering van de Belgische superchefs dat ik de kans kreeg om presentaties te doen in de wereld en daar ben ik echt trots op. Dat ik toch een andere schwung kan geven aan de chocoladewereld. De klant van vandaag wil ook avontuur, zelfs in een praline. Je moet wel eerlijk zijn, ook tegenover jezelf. Lekker is lekker en slecht is slecht. Je moet niet speciaal doen om speciaal te doen.”
AL 175 JAAR STAAN WE OP HET VELD EN LEGGEN WE DE LAT STEEDS HOGER.
Zou je jezelf zelf eerder uitvinder of kunstenaar noemen dan chocolatier? “Mezelf kunstenaar noemen zou wat pretentieus zijn, maar ik amuseer me wel enorm. Je moet vooral openstaan voor dingen. Ik denk dat het belangrijk is dat je uit je kot durft te komen.”
Humor is precies ook wel een belangrijk onderdeel van jouw brand? “Natuurlijk. Als je ziet dat iets aanslaat, dan weet je dat je na verloop van tijd heel veel zotte dingen kunt doen. Maar eigenlijk is de mens te bang. Ik ben misschien te weinig bang, op dat vlak dan. Gelukkig zorgt mijn madam voor een beetje evenwicht. Maar plezier is belangrijk, nietwaar?”
Zeker weten.
SMART FACT Als Dominique Persoone geen chocolatier was geworden, dan was hij? “Ik heb een zwak voor de geur van hout. Als kind droomde ik ervan om met een zaagje en wat nagels te werken. De vloer van mijn huis heb ik zelf gedaan en die geur vond ik zalig. En het lijkt me ook heel tof en spannend om iets met foto’s te doen. Ik ken er niks van, ik probeer soms maar wat met mijn camera thuis, maar ik vind het zalig.”
Er zijn in België 335 soorten bijen, die alleen leven en samen met hommels ‘wilde bijen’ worden genoemd. In 2013 lag de bijensterfte in Europa echter nergens zo hoog als in België, voornamelijk door het verdwijnen van hun leefgebied. Daarom zie je steeds meer verwilderde bermen langs de wegen, die niet worden bemest en waar geen pesticiden voor worden gebruikt. Die bermen zijn namelijk goed voor meer dan de helft van de inheemse plantensoorten en dieren, waaronder de wilde bijen. Ga dus zeker niet zelf aan de slag met je grasmachine of onkruidverdelger.
SPROEIEN MET FYTOLICENTIE
Voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door een professionele gebruiker, distributeur of voorlichter bestaan er strenge regels. Je mag niet zomaar een product gebruiken voor eender welke teelt. Op fytoweb.be vind je onder andere een lijst van toegelaten producten en van producten waarvoor je een fytolicentie moet aanvragen. Die licentie kun je enkel aanvragen als je een officiële opleiding hebt gevolgd. Check fytoweb.be om te zien waar er opleidingsmogelijkheden zijn.
Sinds 1842 zijn we voortdurend aan het innoveren. Gedreven door de wil om u te helpen het laatste graantje productiviteit te halen uit elke hectare die u bewerkt. Na elke doorbraak - van de eerste roterende maaidorser tot ons prototype van de zelfrijdende tractor - zetten we ons opnieuw volop in om onze producten nog beter te maken. Nog efficiënter. Nog productiever voor u. Dat is waarom we ook de volgende 175 jaar blijven doen wat we iedere dag doen. De productiviteit herbekijken.
We vieren het verleden en kijken naar de toekomst.
10 OVERZICHT VOEDINGSLABELS
Welke voedingslabels zijn betrouwbaar? Naast een wildgroei van verkeersborden, lijkt België soms ook een jungle van voedingslabels. Dikwijls zijn ze een extra duwtje om een product te kopen, maar zijn ze ook allemaal even betrouwbaar? En wat willen ze eigenlijk zeggen? Test-Aankoop onderzocht en ondervond. Een samenvatting. TEKST ELKE RAMSDONCK
Gezonde varkens maken lekker vlees
Geen bullshit bio
Als je goed en veilig varkensvlees wilt kopen, kun je kijken naar het Certus-label, dat ook wijst op respect voor dierenwelzijn. De vzw Belpork beheert het label en kijkt toe dat tijdens elke schakel in de productieketen streng wordt gecontroleerd op voeder, dierenwelzijn, hygiëne en gezondheid. Het label is geïnitieerd door de industrie zelf en vooral bedoeld voor de marketing, maar is toch een erg betrouwbaar labeldanzkij de strenge regulering, controles en een traceerbaarheid.
Een product met het Biogarantie-label is geproduceerd met aandacht voor ecologische, sociale en economische duurzaamheid, waarbij het gebruik van water, energie, verpakking en afval beperkt wordt. Bioforum in Vlaanderen en UNAB en Probila-Unitrab in Wallonië beheren het label voor biolandbouw, voeding, textiel en cosmetica. Enkel onafhankelijke en erkende controleorganisaties mogen het label controleren, dat bovendien verankerd is in de Europese wetgeving en dus zeer betrouwbaar is.
No animals were harmed
Dol fijne visvangst
Het Vegan-label staat op producten staan die geen dierlijke ingrediënten bevatten, ook geen zuivel of eieren. Het wordt toegekend door Vegan Society, de initiatiefnemer, op basis van de ingrediëntenlijst. Maar verdere info over de controleprocedure of het beheer van het label is niet bekend. Daarom is het label volgens sommigen niet heel betrouwbaar, maar het is in ieder geval wel een handig hulpmiddel voor veganisten.
Het label ‘Dolfijnvriendelijk gevangen’ dat je dikwijls op tonijn in blik ziet, zou garanderen dat dolfijnen geen gevolgen dragen van de tonijnvangst. Ze zouden namelijk verstrikt raken in de netten om de tonijn te vangen. De focus ligt echter niet op andere bedreigde diersoorten, die ook vaak slachtoffer worden van visvangst. Verschillende tonijnsoorten die in blik worden verkocht, leven vaak niet in gebeiden waar dolfijnen voorkomen en er is geen controle, waardoor het keurmerk onduidelijk is.
Genoeg vissen in de zee…
Streekproducten van overal
Als je een MSC-label ziet, weet je dat de vis is gevangen op een duurzame manier, die overbevissing vermijdt, ecosystemen respecteert en de wet navolgt. Het is de tegenhanger van het ASC-label, dat zich richt op aquacultuur. De Marine Stewardship Council (MSC) is transparant over zijn criteria, die zijn opgeschreven in het lastenboek. En de controles gebeuren door onafhankelijke instanties. Daardoor is het een erg betrouwbaar label voor duurzame visvangst.
Het label ‘Beschermde Geografische Aanduiding’ is een van de oudste en meest betrouwbare labels voor streekproducten op de markt, want onder meer voorzien van een wettelijk kader. De Europese commissie geeft het label aan producten waarvan minstens één fase tijdens de productie, verwerking of bereiding gelinkt is aan de geografische oorsprong. Ook het Vlaamse label ‘Streekproduct.be’ van de VLAM is betrouwbaar, omdat het gecontroleerd wordt door onafhankelijke instanties en het lastenboek openbaar is.
Your customers are your best marketers Want to know more? Request a demo at getflowbox.com
The UGC Marketing Platform
12 EXPERTPANEL KORTE KETEN
FOKUS-ONLINE.BE
Daar zijn ze: de nieuwe boeren
Traditionele landbouwers moeten ontzettend zwaar investeren en houden op het einde van de rit vaak weinig centen voor zichzelf over. Velen in ons land haken om die reden af… of experimenteren met nieuwe economische modellen. Schuift dat een beetje? TEKST HERMIEN VANOOST
OLIVIER MARESCAUX COÖRDINATOR STADSBOERDERIJ KORTRIJK
NOÉMIE BENOIT PRODUCT MARKETING MANAGER DAKBOERDERIJ BIGH
BRECHT GOUSSEY EEN VAN DE DRIE OPRICHTERS VAN BOERENCOMPAGNIE
Waarom is jullie aanpak beter voor de boer?
“In de winkel van de Stadsboerderij Kortrijk brengen we producten van verschillende, lokale boeren en producenten samen. Ons uitgangspunt: we willen dat boeren voor hun producten en kennis een eerlijke prijs krijgen. Daarom marchanderen we niet. De boer bepaalt de prijs van alles wat hier ligt. Voor dagverse producten zoals groenten en fruit werken we samen met zes bioboeren uit de regio. En verder vullen we de winkel aan met fairtrade- en bioproducten uit heel Vlaanderen en waar nodig uit het buitenland. De Stadsboerderij is een cvba, een coöperatieve van zo’n 130 vennoten die sinds de start in 2014 allemaal één of meerdere aandelen hebben gekocht. Die organisatiestructuur maakt dat we niet afhankelijk zijn van subsidies. De voorbije twee jaren is onze omzet met 250 à 300 procent gestegen. Over een half jaar hopen we winst te maken.”
“We zijn recent gestart met de bouw van de grootste dakboerderij van Europa. Op het dak van de Foodmet, de overdekte markt bij het Abattoir in Anderlecht, zullen we groeten, fruit, kruiden én vissen kweken. We zetten dus in op verschillende producten en daarmee onderscheiden we ons van de klassieke, ultragespecialiseerde landbouw. Door het risico te spreiden, maken we de job weer leefbaar voor de boeren. We hanteren het principe van de korte keten. Onze afzetmarkt blijft dus erg lokaal. Financiering zoeken we bij publieke en private investeerders, maar de ambitie is wel om de boerderij van bij de start zelfbedruipend te maken. Omdat we CO2, restwarmte en regenwater recupereren, kunnen we ook voor het gebouw onder ons een meerwaarde creëren. Dat kan voor de boer mogelijk voor een extra en vaste inkomst zorgen. Alweer een manier om het risico te spreiden.”
“Tot 2016 hadden Tom, Michel en ik elk ons eigen landbouwbedrijf, in het Leuvense. Alle drie werkten we volgens het CSA-model, Community Supported Agriculture. Dat betekent dat we samen met een lokale gemeenschap de verantwoordelijkheid voor onze voedselproductie opnemen. Aan het begin van het seizoen tekenen buurtbewoners bij ons in, waarna ze elke week of enkele keren per jaar hun aandeel in de oogst komen halen. Op die manier delen wij, de boeren, het oogstrisico met onze oogsters, wat in de klassieke landbouw niet het geval is. Is de oogst goed, dan krijgt de oogster een groot aandeel. Is die kleiner, dan krijgt hij minder. Omdat we de krachten hebben gebundeld, kunnen we uitgroeien tot een gemengd bedrijf, met een divers aanbod aan producten. Dit landbouwmodel geeft ons, als boeren, een grotere inkomenszekerheid.”
Wat zijn de voordelen voor de consument?
“De groenten, fruit en melkwaren zijn hier dagvers én biologisch. Wie hier komt winkelen, weet dat de boer een correcte prijs krijgt. Wij voeren geen prijzenoorlog zoals je die bij supermarkten ziet. Bij alle producten die hier liggen, kunnen we ook het achterliggende verhaal vertellen. Je kunt als het ware een gezicht op de producten plakken. Onze marketing is dan ook heel eerlijk. Verder proberen we bij alles wat we doen zo duurzaam mogelijk te werken. Zoveel mogelijk zonder verpakkingen en met zo weinig mogelijk transport.”
“Door de boerderij naar de stad te brengen, krijgt de consument weer voeling met de producten. Hij kan met eigen ogen zien waar het eten op zijn bord vandaan komt en kan bij ons demonstraties volgen om vervolgens in zijn eigen moestuin de handen uit de mouwen te steken. Verder mag hij van ons vooral heel smakelijke producten verwachten, recht van de akker en niet behandeld met pesticiden. Bijzonder is ook dat we op onze daken vissen zullen kweken, via aquaponics-technologie. De vissen leveren de voedingsstoffen voor de plantengroei, de plantenwortels filteren het water voor de vissen. Op die manier garanderen we een unieke smaak én een mooi gesloten kringloop.”
“Consumenten krijgen weer voeling met de landbouw, met de meevallers en de tegenvallers en begrijpen weer wat er bij landbouw komt kijken. Door in te schrijven, neem je aandeel in de werkingskost van het bedrijf. We vragen onze coöperanten ook om een handje toe te steken tijdens meewerkdagen, maar je kunt ook op andere vlakken, zoals bij de administratie of communicatie, helpen. Minstens één keer per jaar brengen we onze achterban samen om de werking van het bedrijf te bespreken. We zetten daarnaast zwaar in op landbouweducatie voor onze leden en scholen uit de omgeving en op gemeenschaps- en solidariteitsontwikkeling. We organiseren nu en dan een feestje. Behalve lekkere groenten kun je hier dus ook nieuwe vrienden vinden.”
Welke uitdagingen zie je voor de verdere uitbouw van het concept?
“Toegegeven, met alleen een winkel is dit concept moeilijk leefbaar. Onze inkomsten halen we vooral uit de workshops, catering en fruit-op-hetwerkpakketten die we aan bedrijven leveren, met andere woorden, uit hetgeen we zelf doen met de producten van de boeren. Het is een uitdaging om telkens nieuwe dingen te vinden, waarmee we de rendabiliteit van onze onderneming kunnen verhogen. Idealiter kunnen we in de toekomst een aantal – misschien eigen – producten aanbieden, waarop we een hogere winstmarge hebben.”
“De investeringen voor een daklandbouwer zijn niet min. Het is zeker een uitdaging om het financiële plaaatje rond krijgen. We moeten bovendien met veel meer dan alleen de moestuin bezig zijn. Ons team is multidisciplinair, met behalve ‘echte boeren’ ook ingenieurs, business developers en architecten. Daar komt nog bij dat we in vergelijking met de klassieke landbouwers op een kleine oppervlakte werken, met sowieso een lagere opbrengst. Het is duidelijk dat we daar slim mee moeten omgaan en bijvoorbeeld kiezen voor gewassen die voor ‘een grote boer’ niet interessant zijn om te telen.”
“Ondertussen hebben zo’n duizend buurtbewoners zich aangesloten bij de BoerEnCompagnie. Dat is behoorlijk, maar het mogen er zeker nog meer worden. De voorwaarde om van een CSA-bedrijf een succes te maken, is dat je voldoende afzet hebt. Wij moeten onze markt zelf maken. Op dit moment lukt dat goed, maar we weten natuurlijk niet of het enthousiasme voor deze aanpak zal blijven. Niemand geeft ons de garantie op slagen, al speelt de stedelijke context in ons voordeel. Verder zijn de investeringen natuurlijk aanzienlijk. Zotte dingen moeten we zeker niet doen.”
ADVERTORIAL
Stilstaan is achteruitgaan, duurzaam is vooruitgaan Wie denkt dat landbouw nog steeds het simpele ploegen en zaaien inhoudt, kan er niet verder naast zitten. Duurzame landbouw maakt al een tijdje zijn opmars en dat heeft met veel meer te maken dan enkel een biologische teelt of het aspect milieu. IN PRINCIPE HEBBEN landbouwers altijd al zo duurzaam mo-
gelijk proberen werken. Het was voornamelijk in de periode na de oorlog, door het tekort aan voedsel en de plattelandsvlucht, dat duurzaamheidsprincipes wat meer op de achtergrond kwamen te staan. Maar dat is niet langer zo, volgens Marc Sneyders, hoofd Sustainable Operations bij Bayer. “De maatschappij is steeds meer vragende partij naar een duurzame productie en mensen willen informatie over waar hun voedsel vandaan komt en hoe het werd geproduceerd.”
levensbelang. Landbouwers weten dit en doen er alles aan om hun grond goed te verzorgen, omdat dit de basis is voor nu en de toekomst. “Landbouwers hebben nood aan betere zaden, betere bemesting en gewasbescherming, maar ook aan meer kennis om op het beperkte areaal een optimale voedselproductie te realiseren en dit alles met een minimale impact op het milieu.” BIJ BAYER STEKEN ze een helpend handje toe op verschil-
lende manieren. Enerzijds werken ze via klassieke vermeerdering, maar ook via gene editing -het uitwerken van nieuwe kruisingstechnieken-, aan nieuwe variëteiten voor groenten en landbouwgewassen, die meer resistent zijn aan bepaalde schimmels of verbeterde voedingseigenschappen hebben.
ervoor te zorgen dat we in de toekomst voldoende voedsel kunnen blijven produceren en tegelijkertijd de druk op ons milieu verminderen,” gaat Sneyders verder. “Tegen 2050 moeten we 70% meer voedsel produceren, vanwege de groeiende wereldbevolking en de veranderende consumptiepatronen.” Daarom is een goed onderhoud van onze schaarse grond van
“EEN LAATSTE ONDERZOEKDOMEIN dat zeer sterk in
ontwikkeling is en daartoe bijdraagt,” begint Sneyders, “is de precisielandbouw. Dankzij precisielandbouw en digitalisering kunnen we veel meer data verzamelen over de toestand van de grond en de planten en op die basis de beste beslissingen nemen.” Met andere woorden: op het juiste ogenblik, op de juiste plaats, het meeste geschikte middel gebruiken aan de optimale dosis. LANDBOUW IS EEN snel evoluerende en sterk innoverende
ANDERZIJDS HEB JE de bescherming van de gewassen zelf. “EÉN VAN DE grootste uitdagingen voor de landbouw is
ten,,…) en waarbij enkel wordt ingegrepen wanneer nodig (via schadedrempels) met het meest geschikte middel, biologisch of chemisch, aan de dosis die afgestemd is op de omstandigheden op het veld zelf.
Sneyders: “Gewasbeschermingsmiddelen zijn de medicijnen van de planten. We zoeken daarbij naar zowel chemische als biologische oplossingen geïnspireerd op wat we in de natuur zelf vinden.” Het principe van de moderne gewasbescherming is een en/en verhaal waarbij er geprobeerd wordt te voorkomen (hygiëne, teeltrotatie, …), te zorgen voor een continue opvolging van de gewassen (aanwezigheid van plagen, ziek-
sector waarbij techniek en natuur samenkomen. Het ene hoeft daarbij zeker niet ten nadele van het andere te zijn.
Marc Sneyders
Hoofd Sustainable Operations, Bayer
www.cropscience.bayer.be ADVERTORIAL
BioForum verenigt en ondersteunt de hele keten van de biologische voedselproductie. Dat maakt ons uniek en geeft ons troeven voor een krachtige ketenwerking en heldere informatie voor het publiek.
de biologische markt. BioForum werkt uitsluitend voor de biologische landbouw en voedingssector en kiest daarbij resoluut voor een voedselsysteem dat streeft naar verdere verduurzaming. Via samenwerking met onderzoeksinstellingen maken we dat waar.
BioForum Vlaanderen is de sectororganisatie van de biologische landbouw en voedingssector en verenigt en ondersteunt de hele keten. BioForum beschikt over een breed netwerk en brengt ondernemers bij elkaar. Wij geven advies en organiseren studiedagen voor professionals uit de biosector. Via marktstudies en ketenwerking stimuleren en ondersteunen we de ontwikkeling van
BioForum informeert het brede publiek over wat biologisch precies is, hoe je een bioproduct herkent, wat de controle op bio inhoudt en waarin de meerwaarde van bio schuilt. Via het netwerk Voedsel Anders promoot BioForum een duurzaam agro-ecologisch landbouwmodel, hier en elders, voor nu en later.
Aan de slag met bio? www.bioforumvlaanderen.be Meer weten over bio? www.biomijnnatuur.be
14 CHRONICLE JÜRGEN VANGEYTE
FOKUS-ONLINE.BE
Smart farming is meer dan precisielandbouw Willen we over 33 jaar de voorspelde 10 miljard mensen kunnen voeden – we zijn nu met z’n 7,3 miljard – dan moeten we naar ‘smart farming’. De technologie daarvoor komt vrij snel binnen handbereik. Maar er zijn nog een paar harde niet-technologische issues. TEKST JÜRGEN VANGEYTE IS WETENSCHAPPELIJK DIRECTEUR VAN DE GROEP ‘AGROTECHNIEK’ BIJ ILVO, HET INSTITUUT VOOR LANDBOUW-, VISSERIJ- EN VOEDINGSONDERZOEK.
S
mart farming is van cruciaal belang om in de toekomst meer mensen te kunnen voeden. Maar het begrip ‘smart farming’ gaat een stap verder dan precisielandbouw. Bij precisielandbouw voert de boer juiste actie uit op de juiste plaats en het juiste moment, op een zo klein mogelijke schaal. Een camera op je spuittoestel detecteert bijvoorbeeld heel precies de positie van onkruid en behandelt dan die specifieke plek. Of een sensor meet de toestand van je gewas en doseert exact de nodige bemesting. Dit zijn weliswaar hoogtechnologische oplossingen die de landbouwproductiviteit zullen verhogen, zónder meer land aan te snijden of meer inputs te vergen. Maar het zijn geïsoleerde acties. ECHT DRASTISCH MEER duurzaamheid
en productiviteit krijg je in de agrofoodsector pas met smart farming, een systeem dat drie componenten bevat: connectiviteit, grote hoeveelheden data en slimme algoritmen, met als ultieme game changer het Internet of Things. IOT, WAARBIJ NIET alleen wij, mensen, maar ook voorwerpen online zijn, laat alle machines op de boerderij met elkaar ‘praten’. De ploeg vertelt aan de oogstmachine dat een bepaalde plaats in het veld minder opbrengstpotentieel heeft door een slechte bodemconditie. Als de oogstmachine inderdaad
minder opbrengst meet, wordt op basis van die informatie gevraagd aan de kunstmeststrooier om het bemestingsniveau aan te passen. En dat is maar één van de mogelijkheden. De noden van de hele agrovoedingsketen en informatiebehoefte van de eindgebruiker worden heen en weer en continu gekoppeld met de processen op de boerderij. ALLEEN, WE ZIJN er nog lang niet… De adoptie van smart farming zou wel eens kunnen sputteren zolang het kosten-batenplaatje voor de boer onduidelijk blijft. Boeren hebben het gevoel dat zij vooral moeten investeren en dat de meerwaarde van de technologie elders in de keten wordt gerealiseerd. Daarnaast is er ook werk aan de winkel om algoritmes nog slimmer te maken en de massale hoeveelheden data ontginbaar te maken voor en in de ganse keten. Tot slot zijn vertrouwen en transparante afspraken rond eigenaarschap, toegang tot data en controle daarvan erg nodig. IK BEN DUS voorzichtig optimistisch. Als we erin slagen om een slim digitaal ecosysteem op te bouwen van boeren, loonwerkers adviseurs, toeleveranciers, machinefabrikanten, verwerkers, retail en consumenten, wordt het mogelijk om een paradigmaverschuiving te veroorzaken in de manier waarop voedsel wordt geproduceerd in Europa, van het veld tot op het bord.
ADVERTORIAL
“BIJ ONS GAAT HET OM KWALITEIT”
Quinoa, een ideaal antwoord op toekomstige klimaatuitdagingen
Onze producten zijn verkrijgbaar bij Delhaize en/of bij de betere slager in uw buurt. Grega Vleeswaren Maalderijstraat 40 • B-9255 Buggenhout +32 (0)52/ 33 49 42 • info@grega.be
Boeren hebben het gevoel dat zij moeten investeren en dat de meerwaarde van de technologie elders in de keten wordt gerealiseerd
Volg ons op Facebook
We vinden zijn oorsprong in Zuid-Amerika, maar sinds 2015 wordt quinoa ook geteeld in België, volgens de filosofie van duurzame landbouw, en neemt een hoge vlucht onder het label Gilbel. Via dat label maakt België, samen met vijf andere landen, deel uit van een modern Europees netwerk rond het peudo-graan. Zijn bestendigheid tegen elk klimaat, zijn positieve milieu-eigenschappen en zelfs zijn culinaire kwaliteiten, laten toe om de activiteiten van ons, landbouwers, uit te breiden en te diversifiëren. François Gilbert de Cauwer info@gilbel.com • 04/285.91.05 GILBEL SPRL • WWW.QUINOBEL.BE
ADVERTORIAL
Een nieuwe groene (r)evolutie? F E E D I N G
T H E
F U T U R E
Klimaatverandering, lucht- en waterkwaliteit, natuurbehoud en een alsmaar groeiende wereldbevolking: aan landbouw doen is geen klein bier. Een efficiëntere maar vooral ook duurzamere landbouw is een echte noodzaak geworden. De landbouwers van nu zijn op weg naar een nieuwe groene (r)evolutie met één doel: feeding the future. ‘Duurzaam’ klinkt vaag en ingewikkeld tegelijk. In moderne landbouw moet een juiste balans worden gevonden tussen het bekomen van een eerlijk inkomen, hoge opbrengsten en het milieu. Met andere woorden: landbouwgewassen steeds beter verzorgen met een zo gering mogelijke belasting van het milieu. Internationale ontwikkelingen op het gebied van climate smart farming -oftewel duurzame intensificatie- richten zich onder meer op bodemkwaliteit en het slimmer gebruik van kunstmest en gewasbescherming. Zo kan de maximale potentie van een landbouwperceel benut worden, en kan hopelijk worden voorkomen dat alle natuur wordt omgezet in landbouwgrond. WERELD VOEDEN Volgens de VN heeft de helft van de wereldbevolking te eten dankzij kunstmest. Kunstmest bestaat simpelweg uit natuurlijke voedingstoffen die iedere plant nodig heeft, aangeboden in geconcentreerde vorm. Overmatig en ondeskundig gebruik moet natuurlijk voorkomen worden in het belang van landbouw én milieu. Ook de West-Europese kunstmestproducenten nemen hun verantwoordelijkheid om het vrijkomen van broeikasgassen tot een minimum te beperken. Yara springt wereldwijd volledig mee op die kar. Op allerlei gebieden wordt onderzoek gedaan en hulpmiddelen ontwikkeld om landbouwers te ondersteunen. De eerste nodige stappen richting een ‘groene evolutie’ worden hiermee gezet, maar het zijn zeker de laatste nog niet.
Stap voor stap werken richting een duurzamere landbouw begint bij precisielandbouw. Want ieder jaar en ieder perceel is anders, net zoals iedere landbouwer individueel anders te werk gaat. Er is dus niet één ideale teeltwijze, maar maatwerk is vereist. Er komen steeds meer hulpmiddelen beschikbaar, te beginnen met apps. Dankzij in veldproeven geteste apps kan op iedere plek in een perceel advies worden gegeven. De landbouwer vergroot op die manier zijn kennis over eigen grond en kan vooral ook sneller en efficiënter te werk kan gaan, simpelweg met zijn/ haar smartphone. APPS IN LANDBOUW De Yara ImageIT app is een voorbeeld hoe
een smartphone kan veranderen in een hightech-meetapparaat voor stikstof. De landbouwer maakt foto’s in het veld en krijgt direct te zien of en hoeveel kunstmest het gewas nog nodig heeft. Zo simpel kan het zijn. Naast diverse apps, biedt Yara ook geavanceerde sensoren aan die de stikstofbehoefte van het gewas bepalen: de Yara N-Tester® en de N-Sensor. De N-Tester is een mobiel instrument dat het bladgroen- oftewel chlorofylgehalte meet, zodat in het veld direct de kunstmestgift bepaald kan worden. Zoals eerder aangehaald is ieder veld of perceel anders, waardoor ook de behoefte aan voedingstoffen verschilt van jaar tot jaar en van plaats tot plaats. Hier biedt de N-Sensor hulp. Deze sensor ligt op het dak van de trekker en meet iedere seconde hoe het gewas erbij staat. Daar waar het gewas beter of slechter groeit, wordt de afgifte van kunstmeststrooier of spuit direct aangepast. Zo groeit het gewas optimaal en zijn de verliezen naar het milieu minimaal. BETER VOOR BOER EN MILIEU Het groeiende bewustzijn om steeds duurzamer aan landbouw te doen gaat hand in hand met een resem aan technologische toepassingen die het mogelijk maken ecologischer en doelmatiger te werken. Het noeste werk van de landbouwer kan met deze geavanceerde hulpmiddelen snel vergemakkelijkt worden. En waarom ook niet als er daarmee dan ook nog eens een iets groenere toekomst gecreëerd kan worden?
Voor meer informatie over Yara’s bijdrage aan het verduurzamen van de landbouw, bezoek de website www.yara.be/nl/pure of kijk naar de vele voorbeelden op YouTube. Knowledge grows
www.nacvzw.be
Agrarische opleidingen Vaak is men nogal kritisch of zelfs negatief over de landbouwstiel. Nog te veel mensen denken dat een landbouwer op zijn velden er maar op los gooit met sproeistoffen en mest. Dit is allesbehalve zo. Het Nationaal Agrarisch Centrum (NAC) vzw, een door de Vlaamse Overheid erkend centrum voor agrarische opleidingen, ontvangt in haar cursussen recent meer en meer cursisten zonder landbouwvoorkennis die hun eigen groenten, bessen en dieren willen kweken. Een goede evolutie voor het imago van de landbouw in de zin dat deze trend bewijst dat de consument kritischer is geworden wat de landbouwer als producent scherp houdt, en dat de consument bereid is zich te infomeren waardoor men meer inzicht en respect krijgt voor de landbouwstiel. Overweeg je om professioneel te starten in de land- of tuinbouw, dan kan u zich best eerst komen informeren bij het NAC. Het NAC organiseert sinds 1978 startersopleidingen bedrijfsleiding- en overname in de land- en tuinbouw. Deze opleiding is een combinatie van een cursus bedrijfsbeheer (type A) met specifieke aandacht voor landbouwwetgeving en –administratie; en de specialisatiecursus (type B) over technische kennis specifiek per sector. Wie een landbouwbedrijf wil starten of overnemen kan zich langs deze weg uitstekend voorbereiden en kan zo zijn kennis van bedrijfsbeheer aantonen. Elk onderwerp wordt door een vakspecialist uitgelegd. De landbouwstiel is niet zo rooskleurig als die lijkt, de administratieve last naast het effectieve werk is vandaag de dag niet te onderschatten. Dit is duidelijk te merken in de opleidingen van het NAC. Cursisten zonder landbouwvoorkennis krijgen in de cursus al snel een heel andere visie over de sector en kunnen dankzij de opgedane kennis realistische toekomstplannen waarmaken. Naast begeleiding van goede adviseurs, is het belangrijk ook uzelf eerst goed te informeren zodat je niet blindelings afgaat op extern advies. Er is ook mogelijkheid om stage te volgen om je technische vaardigheden aan te scherpen. Ook voor praktijkopleidingen kan je bij het NAC terecht. Zo zijn er opleidingen klauwverzorging voor het welzijn van het rundvee, roomijs- en kaasbereiding voor eigen melkverwerking, computerlessen om de landbouwer te helpen bij de bedrijfsadministratie en nog veel meer. Meer info, zie www.nacvzw.be
Alle startdata & locaties: info@nacvzw.be 051/26 08 30 0477/37 16 42