Danny Van Assche
Willy
Bram Verbruggen
Danny Van Assche
Willy
Bram Verbruggen
Iedereen circulair! Dat is de ambitie die we uitdragen naar onze leden, zelfstandigen en kmo’s. Het principe achter circulariteit en duurzaamheid is simpel: reduce, reuse en recycle. Kmo’s zijn bereid om te investeren in duurzaamheid, maar ze botsen nog op barrières en er heerst nog veel onzekerheid. Aan het beleid om dit weg te werken en de transitie volop te ondersteunen!
Door de grondstoffen en energie die we nodig hebben zo beperkt mogelijk te houden (reduce), zoveel mogelijk te hergebruiken en afval te beperken (reuse) en ervoor te zorgen dat het afval dat we dan toch veroorzaken een nieuw leven te geven (recycle) kunnen we onze ecologische voetafdruk een pak verminderen. Iedere ondernemer kan maatschappelijk verantwoord ondernemen toepassen en dankzij de ondernemersdrive en zin voor innovatie de overstap maken naar verduurzaming en circulariteit.
De wil hiervoor is groter dan ooit. Uit het recent jaarrapport van de Nationale Bank van België blijkt dat ondernemingen sterk investeren om het energieverbruik te verminderen of klimaatvriendelijker te maken. De ongeziene prijsstijgingen voor elektriciteit, aardgas en brandstof die we gekend hebben versnelden de energietransitie. De prijzen voor zonnepanelen zijn recent sterk gedaald. Alternatieve, hernieuwbare energiebronnen zijn financieel nu veel interessanter dan voorheen. De terugverdientijd is korter en men wordt minder afhankelijk van de prijsvolatiliteit van fossiele brandstoffen.
Zeer nuttig en noodzakelijk, maar we moeten ook verder kijken dan isolatie, LED-verlichting, zonnepanelen en warmtepompen. Ondernemers worden vaak nog afgeschrikt door de term circulair ondernemen. Het lijkt ook een hele opdracht: anders produceren, recycleren, een afvalproduct omvormen tot grondstof… Een groene transitie is geen ‘walk in the park’. Er zijn nog veel onzekerheden.
Als we ondernemers volop mee op de kar van energietransitie willen krijgen, moeten de investeringen lonen.
Als we ondernemers volop mee op de kar van energietransitie willen krijgen, moeten de investeringen lonen. Investeren in duurzaamheid moet een nobrainer zijn. Toch botsen kmo’s bij nieuwe technologieën nog te vaak op de hoge kosten, vergunningsproblemen of gebrek aan kennis en duidelijkheid. Nu is het aan de beleidsmakers om de barrières weg te halen en de transitie te ondersteunen en te faciliteren.
Hiervoor heeft UNIZO een aantal voorstellen klaar. Ondernemers die een windturbine willen plaatsen, botsen vaak op een jarenlange procedureslag of krijgen geen goedkeuring. De regelgeving verloopt stroef en over de noodzakelijke decreten wordt niet gestemd. Dat kan beter!
In vergelijking met landen als Nederland, Denemarken en Zweden heeft Vlaanderen een grote achterstand wat betreft de aanleg van warmte- en koudenetten. Werk aan de winkel, dus! En sinds 2022 is het in Vlaanderen en Brussel mogelijk om energie te delen, maar helaas zijn er nog te veel obstakels in de praktijk die dit bemoeilijken. Mijn boodschap: pak die aan!
Het Europese Fit for 55-pakket bevat zeer ambitieuze doelstellingen voor de reductie van broeikasgassen tegen 2030. Om die te halen zal de uitstoot de komende jaren véél sneller moeten verlagen dan in de afgelopen jaren. Onze kmo’s zijn klaar om hun rol hierin op te nemen, mits een duidelijk en rendabel kader.
4 “Ultrafast fashion moet aan banden worden gelegd”
8 Van groene vliegtuigbrandstof tot ecohotels: springt de reiziger op de groene trein?
10 De afvalrace naar een circulaire economie
14 Interview • Sacha Buyck
16 Van gemetste muren naar modulair wonen
20 Interview • Dirk Deroose & Willy Naessens
22 Smartlist • Wat zijn de toppers en trends?
26 Expertpanel • “Nood aan technisch onderlegde beleidsmakers met voeling voor de realiteit”
27 Smartlist • Innovaties ten dienste van de werkende mens
28 Bram Verbruggen • Een oorlog op drie fronten
30 Filip Baptist • Welzijn gaat hand in hand met resultaat
32 Artificiële intelligentie, zegen of vloek?
34 Waarom bedrijven een beroep doen op expertise van buitenaf
38 Nawoord • Thierry Geerts
COLOFON
Country manager Christian Nikuna Pemba
Creative director
Baïdy Ly
Content director
Janne Vandevelde
Lay-out
Daphné Van Orshaegen
Tekst
Hannes Dedeurwaerder
Lieven Desmet
Heleen Driesen
Tuly Salumu
Coverbeeld
Tim Vannerom
Drukkerij
Roularta
Smart Media Agency
Leysstraat 27
2000 Antwerpen +32 (0)3 289 19 40 redactie@smartmediaagency.be Fokus-online.be
AD Delhaize Lochristi gebruikt koelinstallaties om producten vers te houden. De motoren van die installaties geven warmte af die gerecupereerd wordt om de winkel te verwarmen. Om het koelproces nog efficiënter te maken, investeert de supermarkt in een gloednieuwe energieterugwinningsunit. Deze unit is goed voor het klimaat en levert de supermarkt een lagere energiefactuur op. VLAIO steunde deze investering met ecologiesteun.
» ENERGIEZUINIGE SUPERMARKT
De zelfstandige Delhaize in Lochristi bestaat sinds 1997. De oorspronkelijke buurtwinkel is vandaag een ruime, moderne supermarkt die sterk inzet op verse producten. Het huidige bedrijfsgebouw vol duurzame innovaties werd in 2019 in gebruik genomen. Zaakvoerder Dany Van Assche: “Toen we kozen voor een nieuwer, groter pand wilden we dat meteen zo energiezuinig mogelijk maken.”
“Onze nieuwe winkel is dubbel zo groot en toch bedraagt onze energiefactuur nog maar de helft.”
– Dany Van Assche, Zaakvoerder AD Delhaize Lochristi
» RESTWARMTE RECUPEREREN
Koeling vergt veel energie. Daarom investeerde de supermarkt in maatregelen om haar energieverbruik te reduceren. De bestaande koelinstallatie op freon werd vervangen door een energiezuinige CO2-installatie. De installatie biedt een koelvermogen van 225 kW waarvan 96 kW warmte gerecupereerd kan worden voor vloerverwarming.
Daarnaast investeerde Dany in een energieterugwinningsunit: “Koelmiddel onder hoge druk bevat veel energie. Deze unit kan die energie deels terugwinnen en doet het energieverbruik beduidend dalen.” AD Delhaize Lochristi kocht twee energierecuperatie-units aan, goed voor een totale netto energiereductie van 68.000 kWh/jaar en een indirecte CO2-reductie van 15 ton per jaar.
» VLAIO STEUN
VLAIO financierde een deel van de energieterugwinningsunits. Die steun vormde een belangrijke motivatie voor Dany: “Ik kan het iedereen aanraden. Zaakvoerders van andere winkels kwamen zelfs kijken hoe wij alles aanpakken.” Omdat deze technologie breed inzetbaar is in supermarkten, staat hij intussen in de technologieënlijst van de ecologiepremie+.
» ENERGIEVERBRUIK DAALT DRASTISCH
AD Delhaize Lochristi neemt ook andere maatregelen. Op het dak van de winkel liggen meer dan 1600 zonnepanelen. Zowel het dak als de vloer werden geïsoleerd. Dany: “We plaatsten meer isolatiemateriaal dan wettelijk verplicht. Bovendien plaatsten we drie grote tanks voor regenwaterrecuperatie. Dat water gebruiken we onder andere als koelwater.”
» WIL JOUW BEDRIJF INVESTEREN IN EEN GROENE TECHNOLOGIE??
Check hoe VLAIO je kan helpen via vlaio.be/ecologiesteun
Al die inspanningen zorgen voor een lagere energiefactuur. Dany: “Sinds we naar onze nieuwe vestiging verhuisden, daalden onze energiekosten drastisch. Vroeger bedroegen onze maandelijkse energiekosten al snel 15.000 euro. Vandaag is de winkel dubbel zo groot. Toch is ons energieverbruik maar de helft.”
» GROENE TOEKOMST
AD Delhaize Lochristi wil blijven inzetten op duurzame innovatie. Dany: “Op zondagnamiddag zijn wij gesloten, maar onze zonnepanelen produceren dan heel wat energie. We bekijken nu of we een batterij-unit kunnen plaatsen die dat energieoverschot bijhoudt, zodat we het op een later tijdstip kunnen gebruiken. Ook het hoofdkantoor van Delhaize voert binnenkort een energieaudit uit in onze winkel. Daaruit zal blijken waar we nog kunnen besparen.”
“Ultrafast fashion moet aan banden worden gelegd”
Achter onze mode schuilt een van de meest vervuilende industrieën ter wereld, maar de voorbije jaren zijn er opvallende stappen gezet naar meer duurzaamheid. Al gooit de ultrafast fashion roet in het eten. “We geloven heel hard in de power van de consument.”
Van biologisch afbreekbare stoffen tot 3D-printing van kledij. In de modesector rijzen duurzame, innovatieve technologieën als paddenstoelen uit de grond. Een groeiende groep consumenten kiest voor kleding die hip én verantwoordelijk is. Dat die twee hand in hand kunnen gaan, bewijst de bekende kinderkledingketen Filou and Friends, die sinds 2019 pioniert met een circulaire shift.
“Kinderen moeten zorgeloos kunnen opgroeien op een gezonde planeet”, zegt CEO en oprichter Rudi Maes. “Daar willen we, samen met onze klanten, ons steentje aan bijdragen. We hebben altijd gestaan voor kwaliteit, voor fashionproof, playproof én futureproof kledij. Sinds enkele jaren zijn we nog een versnelling hoger geschakeld en hebben we ervoor gekozen om ook de volledige waardeketen te sluiten.”
Tweedehands
Het familiebedrijf stopte met wholesale door niet langer B2B te verkopen aan multimerkenwinkels. Voortaan verkoopt het kledingmerk enkel nog via het eigen distributiekanaal. “Dat geeft ons volledige controle: van het ontwerp over de aankoop van de grondstoffen tot de productie, de kwaliteitscontrole en de verkoop”, zegt Maes. “Het enige wat we niet zelf doen, is stikken.”
Om de cirkel rond te maken, neemt het bedrijf ook gedragen kleding terug. “We zijn een systeem aan het uitrollen waarbij de consument stukken in de winkel kan
ruilen voor spaarpunten”, zegt Maes. “Wij verkopen die tweedehandskledij vervolgens aan een zachtere prijs.”
Filou and Friends is een mooi voorbeeld van hoe het anders kan. Ook elders borrelen nieuwe initiatieven op. COSH!, bijvoorbeeld, een groeiend innovatief platform dat duurzaam lifestyle- en kledingadvies geeft binnen ieders budget.
“Bij ons kunnen klanten ontdekken hoe en waar ze duurzamere lokale keuzes kunnen maken”, zegt oprichtster Niki De Schryver. “Ze kunnen filteren naargelang hun eigen stijl en budget en zo duurzamere alternatieven vinden die bij hen passen in hun buurt.”
Dat werkt. “We tellen steeds meer gebruikers”, zegt De Schryver. “Daarnaast zien we dat ook steeds meer professionals bezig zijn met circulaire economie. Ondernemers met roots in het buitenland die aan capacity building doen, bijvoorbeeld. Zij werken voor hun kledingzaak in België samen met lokale ngo’s in hun land van herkomst om er meer werkgelegenheid te creëren en de ambacht in stand te houden. Ook upcycling is in opmars. Steeds meer ondernemers maken met de afvalstromen van kledij nieuwe mode.”
Ultrafast fashion
Toch is de weg nog lang. Ultrafastfashion-ketens gooien immers roet in het eten. Door internationale conflicten shopt de consument dezer dagen minder, maar bij Shein en
Temu wordt door de lage prijzen wel steeds meer gekocht. Dat heeft een impact op de klassieke fastfashion-ketens, die net op de groene trein waren gesprongen. In plaats van te verduurzamen moeten zij plots inzetten op lagere prijzen om in de markt te blijven.
Dat is nefast voor duurzame innovaties als Renewcell in Stockholm. “Dat bedrijf recyclet textielafval tot het duurzame circulose”, zegt De Schryver. “Na algemene beloftes dat de circulaire economie welvaart en jobs in Europa zou brengen, hebben veel grote spelers zoals H&M in dergelijke recyclingtechnologie geïnvesteerd. Maar uiteindelijk heeft onder meer H&M minder afgenomen dan verwacht, met een overstock aan garen tot gevolg. De aandelen van Renewcell zijn ingestort, het faillissement is aangevraagd. Europa moet dringend die ultrafast fashion aan banden leggen.”
Dat betekent niet dat de consument geen verschil kan maken. “Bij COSH! geloven we heel hard in de power van de consument”, zegt De Schryver. “Koop een beperkt aantal duurzame stukken en vul die aan met tweedehands en upcycled fashion. Huur ook eens kledij.”
En wat met e-commerce? “Probeer online te shoppen bij lokale ondernemers, goed uw maat in te schatten en niet terug te sturen”, zegt De Schryver. “Bij veel grote winkelketens is de levering en het terugsturen gratis. Dat is niet koosjer. Een op drie kledingstukken die online zijn gekocht en vervolgens geretourneerd, wordt vernietigd.”
De jeugd is de toekomst, zo luidt het gezegde. Bij de Zuid-Koreaanse elektronicareus Samsung hebben ze dat alvast goed begrepen, want het bedrijf geeft jong talent alle kansen met een heel pakket aan trainings- en ondersteuningsprogramma’s, voor zowel scholieren als young graduates. Erik Lauret, CSR & Sustainability Manager bij Samsung Electronics, geeft een woordje uitleg.
Samsung wil graag jonge mensen helpen om hun volle potentieel te bereiken en zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. “Daarvoor hebben we specifiek vier inspiratie programma’s opgezet”, steekt Lauret van wal. “Het eerste is Talents of the Future, zes masterclasses tussen oktober en mei voor laatstejaarsstudenten van de universiteit. Daarin komen zowel Samsung-experts aan het woord als coaches. De eerste groep behandelt vooral technische onderwerpen, zoals pakweg data analytics, de tweede helpt de studenten met zelfontwikkeling. Als kers op de taart volgen we een flagship event van Samsung. Dit jaar was dat niets minder dan de lancering van de Galaxy S24 smartphone.”
Dit jaar deden zo’n 100 studenten van 8 universiteiten aan Talents of the Future mee, netjes fiftyfifty verdeeld over België en Nederland. “Zes deelnemers maken ook kans op een traineeship of jobaanbieding bij Samsung”, zegt Lauret. “Maar hoe dan ook heb je aan het einde van de rit veel bijgeleerd en komt er een mooie aanvulling op je cv.”
Duurzaamheid
Wil je een kort(er) maar krachtig traject volgen, dan is er Solve for Tomorrow. “Dat is een initiatief dat komt overgewaaid vanuit ons Zuid-Koreaans hoofdkwartier”, vertelt Lauret. “Binnen een vak van de universiteit of hogeschool werken de studenten in groepjes aan een bepaalde case, bijvoorbeeld rond duurzaamheid. Zo gaan ze na hoe ze energie kunnen besparen met geconnecteerde apparatuur in combinatie met dynamische stroomprijzen. Of: hoe kan Samsung consumenten motiveren om producten in te leveren voor recyclage? De
studenten werken er drie maanden aan en geven dan een presentatie over hun oplossing. Hier doen zo’n 50 à 60 studenten mee, ook in België en Nederland.”
Kickbokser
Tot slot zijn er nog twee puur Nederlandse initiatieven: de Samsung Innovation Campus en de Inspiration Academy.
“De Innovation Campus richt zich op scholieren en jongeren die in een moeilijke thuissituatie zitten of uit het schooltraject zijn gestapt. In de H20 Esports Campus leren experts hen programmeren via games. Programma’s zoals Minecraft CodeBuilder en GameMaker zijn hier ideaal voor. Zo wilt Samsung hen opnieuw een toekomstbeeld geven. Daar doen zo’n tachtig jongeren aan mee. De Inspiration Academy is dan weer een online- en offline evenement waar bekende Nederlanders hun verhaal komen
doen en – hopelijk – jongeren inspireren om het te maken in het leven. Kickbokser en acteur Rico Verhoeven is bijvoorbeeld al de revue gepasseerd. Noem het een soort mini-Ted Talk.” (lacht)
Met deze initiatieven wilt Samsung expliciet de brug slaan tussen jonge mensen en het bedrijfsleven, zegt Lauret. “Zij doen onschatbare ervaringen op en leren dingen bij, wij krijgen inzicht in hoe ze denken en het soort oplossingen waarmee zij voor de dag komen. Voor beide partijen is het een win-win.”
‘Ik wilde meer inzicht in de praktische kant van het bedrijfsleven’
Toen Lara Dellaert vorig academiejaar, tijdens haar master communicatiewetenschappen aan de UGent, hoorde over Talents of the Future, schreef ze zich meteen in. “Samsung is een bedrijf dat tot de verbeelding spreekt”, vertelt ze. “Ze werken internationaal en zijn pionier in technologische innovaties. Het jaarprogramma Talents of The Future gaf de mogelijkheid om masterclasses van mensen ‘in het veld’ te volgen. Dat kon ik niet laten liggen: ik had nood aan meer praktische inzichten in het bedrijfsleven. Bovendien wilde ik nieuwe mensen leren kennen en mijn netwerk uitbreiden. Mijn studententijd speelde zich voornamelijk af tijdens de pandemie en dat voelde ik wel.”
Lara kwam terecht in een groep dynamische, internationale studenten die elke taak en opdracht ambitieus aanpakten. “We hebben
zo veel geleerd: creatieve ideeën pitchen, salesstrategieën bedenken, marktonderzoek voeren… Kortom, het was een 360° deepdive in sales, marketing, soft skills en data analytics. We kregen ook heel waardevolle feedback van de trainers, waardoor ik niet alleen de verschillende bedrijfstakken goed leerde begrijpen, maar ook leerde inschatten waar ik zelf energie uit haalde. Data, zo blijkt, zijn echt wel mijn ding.”
Lara kon na haar studies aan de slag bij Samsung als PR trainee. “Ik had honger naar meer.” Ze zou elke student aanraden om deel te nemen aan programma’s als Talents of the Future: “Je verbreedt je basiskennis en je leert ook jezelf als persoon veel beter kennen. Mijn eerste stappen op de arbeidsmarkt waren nog steeds spannend, maar ik was toch goed voorbereid.”
Lara Dellaert (25), Trainee PR & Corporate Communications Samsung Electronics België
Erik Lauret, CSR & Sustainability Manager bij Samsung Electronics ©SamsungPrinten in 3D is geen kinderspel. Van amusant tijdverdrijf groeide 3D-printing uit tot een volwassen productietechnologie, die letterlijk tekent voor de toekomst. Flexibele productiemogelijkheden leveren een kwalitatief en duurzaam antwoord op zowat elk industrieel vraagstuk.
Sinterklaas had de laatste jaren de handen vol met het aanprijzen van 3D-printers op kinderformaat. De bouwpakketten met kleine Pikachu’s of dierenfiguurtjes in 3D rolden vlot van de band. Ongetwijfeld goed voor een fijn avondje knutselen, zegt CCO Michaël Vandezande van 3D-printservicebureau Ziggzagg. Maar tegelijk een beetje sneu, want eigenlijk puur afval.
“Mensen krijgen bovendien een verkeerde indruk van wat 3D-printing vandaag de dag allemaal wel kan en doet”, stelt Vandezande. “Sinds tien jaar zit de toepassing van 3D-printers in een fantastische stroomversnelling. De techniek is geïntegreerd in het productieproces van diverse industrieën – van de automobielsector tot de gezondheidszorg. Ze levert hoogwaardige en duurzame gebruiksproducten af, zowel in kleine als in zeer grote volumes.”
Duurzaam aan de bron
Als leider in innovatieve 3D-printoplossingen wil Ziggzagg het stereotiepe beeld over 3D-printing graag helpen verbreken, beaamt CEO Stijn Paridaens. “De 3D-printindustrie is een miljardenindustrie wereldwijd. Ze brengt bovendien een revolutie teweeg op vlak van milieuvriendelijke productie. Duurzame productie beperkt zich niet tot zonnepanelen op het dak of energiezuinige installaties. Om echt duurzaam te produceren, moeten we veel verder terug in het productieproces: naar een circulaire aanpak op materiaalniveau.”
De voornaamste grondstof van de plastics die we gebruiken in ons dagelijkse leven is petroleum, legt Paridaens uit. De 3D-industrie stelt daar een duurzaam alternatief tegenover. “Voor onze prints maken we gebruik van een grondstof gewonnen uit castorbonen, een honderd procent biologisch materiaal dat nauwelijks afvalstromen genereert. In
onze R&D-afdeling hebben we nu zelfs een innovatieve oplossing ontwikkeld om de laatste resten afvalpoeder om te zetten in een 3D-printeindproduct. Het enige wat wij voor een klimaatneutrale productie nog nodig hebben, is energie. Die wekken we zo groen mogelijk op.”
Lokaal en op afroep
De massaconsumptie blijft helaas de afvalberg voeden, vervolgt Michaël Vandezande. Producten of onderdelen die in het Verre Oosten worden gemaakt, gaan maandenlang de boot op om hier massaal te worden opgeslagen in stockageruimtes. Talloze ongebruikte stuks blijven liggen of gaan ten slotte naar het containerpark. Innovatieve 3D-printing gaat dat verspillingsproces tegen. “Neem bijvoorbeeld een mixer waarvan een bepaald onderdeel stukgaat. Zo’n component kunnen wij op afroep heel flexibel en lokaal vervaardigen. Onze klanten, waaronder grote elektronicafabrikanten, maken gebruik van een catalogus die beschermd op onze server staat. Zij bestellen enkel nog wat nodig is. Minder produceren, betekent ook minder afval.”
Nog een voordeel: eventuele fouten in het ontwerpproces worden met 3D-printing snel onderschept. “Fabrikanten werken doorgaans samen met productontwikkelingsbureaus, die elk onderdeel van een apparaat uitvoerig prototypen en testen. Pas als het product volledig op punt staat, kan het in massaproductie gaan. Dat testproces neemt vaak maanden in beslag en is zeer duur. 3D-printing laat toe om kleine aantallen onderdelen te produceren, te keuren en mogelijke gebreken meteen op te lossen. Zo kunnen leveranciers veel sneller de markt op met hun product.”
Geopolitieke noodzaak
Lokale flexibele productie biedt daarnaast een antwoord op de globale events die ons leven
de laatste jaren hebben doorkruist, zegt Stijn Paridaens. “Een pandemie, fysieke oorlogen, een onzichtbare economische oorlog, schepen die gegijzeld worden… Het heeft onze zelfredzaamheid flink in vraag gesteld. Grote spelers beseffen dat het van vitaal belang is om de maakindustrie minstens ten dele terug naar Europa te brengen. Als er elders in de wereld iets fout loopt, biedt 3D-printing de mogelijkheid om lokaal en dynamisch te handelen. De technologie kan tijdelijke tekorten snel en effectief overbruggen. Zo krijgt de traditionele industrie de tijd om een oplossing uit te werken voor de lange termijn.”
De wetgeving volgt traag maar gestaag in die overtuiging, stelt de ondernemer vast. In België treedt vanaf 2026, als tweede land in Europa, de Reparability Index in voege. Die kent elektrische apparaten een score van 0 tot 10 toe op basis van hun repareerbaarheid en levensduur. “Met de index wil Europa producenten belonen en stimuleren om kwalitatieve producten te maken. Onze markt is jarenlang overstelpt met producten uit de Aziatische markt die juist ontworpen zijn om niet lang mee te gaan. Straks worden goedkope motoren en bedradingen, vastgelijmde onderdelen of slechte handleidingen echter bestraft. Een product met een score van 1 op 10 zal voor veel klanten taboe zijn. De consument wordt bovendien gestimuleerd om onderdelen zelf op eenvoudige wijze te bestellen en vervangen.”
Het zal een mentale klik vergen, bevestigt Paridaens. “Onze generatie is het niet meer gewend dat producten levenslang meegaan. Heel wat grootouders hebben wel nog apparaten uit de jaren 70 in huis die onverwoestbaar lijken. Naar die tijd en mentaliteit keren we terug. Europa wil opnieuw een shift maken naar degelijke bedrijven die kwalitatief en duurzaam produceren. Dat kunnen we alleen maar toejuichen.”
Michaël Vandezande CCO Stijn Paridaens CEO‘ Wie voortdurend met nieuwe uitdagingen wordt geconfronteerd, heeft een sterke verzekeringspartner
Elly De Bruyn Quality by Design
C’est avec le même goût de l’excellence que nous assurons l‘activité de vos clients
met de juiste verzekeringspartner.
Bij Quality by Design kennen we alles van begeleiding. Onze missie: farmaceutische bedrijven helpen om hun producten op een veilige en kwalitatieve manier in de markt te zetten. Dat herinnert ons elke dag aan het belang van een goede partner.
Le Plan PME de Baloise regroupe des assurances spécialement adaptées à la profession de vos clients.
Voor Quality by Design zijn dat Baloise en de makelaar — responsief, e ciënt en oplossingsgericht. Zo kunnen wij ons voor 100 % richten op de uitdagingen waarmee we elke dag worden geconfronteerd.
Neem contact op met je makelaar.
Parce qu’un café ou un restaurant n’est pas une boutique de vêtements, nous avons développé des produits spécifiques parfaitement adaptés à l’activité de vos clients. Et avec le Plan PME, vos clients combinent gratuitement leurs différentes assurances. C’est non seulement très pratique, mais cela leur donne aussi d’autres avantages en tant que chef d’entreprise, comme l’étalement de leurs paiements sur toute l’année. En outre, ils peuvent obtenir un remboursement allant jusqu’à 15 % de leur prime.
Wij verzekeren zoals jij onderneemt.
Vande Moortel & Co Bedrijfsrevisoren heeft 2024 positief ingeluid met tal van veranderingen. Vooreerst heten wij vanaf heden “Audit & Consult - Bedrijfsrevisoren” of “A & C - Bedrijfsrevisoren”. Die nieuwe naam past in de toekomstvisie van het kantoor en de verdere dienstverlening. Naast expertise op het gebied van audit, bieden wij ook diensten aan zoals consultancy (juridisch, waardebepaling, etc.), wettelijke en eenmalige opdrachten (fusies, vereffeningen, inbreng in natura, etc.)... Daarnaast hebben wij uitgebreidere expertise aangeworven zodat we u nog beter van dienst kunnen zijn. In de zomer van 2024 nemen we ook onze intrek in onze nieuwe kantoren te Kruisem.
Wij zijn dringend op zoek naar een senior auditor.
Hoe ziet uw job eruit?
U maakt deel uit van ons bruisende auditteam en verleent auditdiensten en adviezen aan talrijke klanten.
In de functie van senior auditor hebt u vanzelfsprekend veel klantencontact en bespreekt u uw dossiers op een constructieve en servicegerichte wijze.
Een van de grootste uitdagingen op klimaatgebied is de reisindustrie. Is SAF, de nieuwe groenere vliegtuigbrandstof, dé gouden oplossing om de sector te vergroenen?
De toeristische sector is verantwoordelijk voor vier à acht procent van de wereldwijde CO2uitstoot. Reizen, en al zeker met het vliegtuig, is dus heel vervuilend, maar wie er omwille van klimaatredenen volledig de brui aan wil geven, denkt best twee keer na. De industrie genereert immers ook veel jobs, namelijk tien procent van de werkgelegenheid wereldwijd.
Thuisblijven heeft dus geen zin, zeker niet nu de sector steeds meer inspanningen levert om te verduurzamen. Daarbij wordt vooral gekeken naar de grootste boosdoener: het vliegtuig. Veel wordt verwacht van SAF, sustainable aviation fuel, duurzamere vliegtuigbrandstof die gemaakt wordt van afval en reststoffen.
“Wij investeren momenteel fors in het compenseren van de CO2 -uitstoot van onze reizigers”, zegt Maarten Raes, CEO van reisorganisatie Nordic, dat reizen organiseert naar Scandinavië. “Hiervoor werken we samen met TraveLife, een Nederlandse organisatie die berekent hoeveel CO2 klanten verbruiken en welk bedrag daar tegenover staat. We bekijken momenteel met Brussels Airlines of we CO2 kunnen reduceren door in SAF te investeren. Jammer genoeg zijn de prijzen nog gigantisch.”
Op cruise
Omdat SAF nog niet in grote hoeveelheden beschikbaar is, kost het drie tot vier keer
meer dan kerosine. Er wordt nog maar heel weinig op gevlogen. In afwachting van een bredere uitrol kunnen reizigers op andere manieren hun impact verkleinen.
“Door minder, maar langer op vakantie te gaan”, zegt Britta Baeke, reisjournaliste en expert bij Travel Like a Pro & Travel Express Benelux. “Of door te reizen met de trein of elektrische wagen. Momenteel kiest zeven procent voor een reis per trein, bijna een verdubbeling tegenover vijf jaar geleden. Slow travel is hip. En wie op cruise wil, kan kiezen voor een schip dat vaart op duurzamere LNG-brandstof (gemaakt uit vloeibaar aardgas, nvdr.) Zo zijn er steeds meer.”
Ook hotels verduurzamen. “Ze investeren in eigen kruiden- en moestuinen en in een grotere samenwerking met de bevolking”, zegt Baeke. “Plastic flessen worden ingeruild voor herbruikbare alternatieven en handdoeken worden niet meer standaard elke dag gewassen, enkel als de klant het vraagt. Hotelgroepen zoals RIU Hotels & Resorts steunen dan weer lokale projecten.”
In die slipstream volgen de touroperators. Een van hen is Nordic, die eerder dit jaar de TraveLife Certified Award voor duurzaamheid kreeg. “Het gaat over meer dan transport alleen”, zegt Raes. “Zo werken wij liever samen met lokale hotels die worden uitgebaat door plaatselijke families dan met de grote commerciële
mastodonten. We investeren fors in ons HR-team, om onze mensen met respect te behandelen. En we doen aan ‘giving back’. We steunen acht lokale projecten, en garanderen dat het geld zeker bij de mensen ter plaatse terechtkomt.”
Kan er meer gebeuren? Raes vindt van wel. “Duurzaamheid is een modewoord”, zegt hij. “Er is veel greenwashing. Touroperators beweren duurzaam te zijn, terwijl ze met stokoude expeditieschepen rondvaren. Wij geven veel geld uit aan duurzaamheid, maar de consument gaat enkel akkoord als hij niet moet bijbetalen. Voor de duurzame brandstof zouden we per ticket 150 euro extra moeten rekenen. Weinig klanten willen dat geven.”
Dat beaamt Baeke. “Bij zakenreizen raakt het steeds meer ingeburgerd”, zegt ze. “Maar de toeristische reiziger is er nog niet klaar voor. Kijk naar Joker, een touroperator bij wie u uw CO2 -uitstoot kan compenseren door bijvoorbeeld de aanleg van bossen te steunen. Mensen die deelnemen aan groepsreizen doen dat spontaan, maar individuele reizigers meestal niet.”
Raes pleit ervoor om de verantwoordelijkheid niet alleen in de schoenen van de touroperators te schuiven. “Eigenlijk is groener transport een taak van de overheid”, zegt hij. “Als zij vliegtickets duurder maken, zal er minder worden gevlogen. Het is niet logisch dat we voor vijftig euro naar Barcelona vliegen.”
CO2 compenseren
Wie het vliegtuig neemt naar zijn vakantiebestemming, kan zijn reis verduurzamen door de CO2-uitstoot van zijn vlucht te compenseren. Koolstofdioxide is immers een broeikasgas dat de warmte van de zon vasthoudt en dus een belangrijke rol speelt in de opwarming van de aarde. Zo staat een korte vlucht naar Barcelona al gelijk aan 0,39 ton CO2 per persoon (193 douches van 10 minuten).
Hoe gaat u te werk? In ons land zijn er steeds meer organisaties die zich bekommeren om dergelijke vluchtcompensaties.
Zo lanceerde BOS+ onlangs Treecological. Via dit platform kan u de CO2-uitstoot van uw vlucht (maar ook van uw bus-, trein- of autoreis) berekenen aan de hand van een overzichtelijke tool. Vervolgens kan u de milieuschade compenseren door de organisatie financieel te steunen bij het planten van bomen. Of u kan investeren in alternatieven voor vervuilende energie zoals de bouw van een windmolenpark.
Telenet lanceert met Blossom slimme laadoplossingen voor thuis
Elektrificatie palmt meer en meer de automotive markt in, en dat is een goede zaak met het oog op een duurzame toekomst. Ook Telenet ziet opportuniteiten in die energietransitie en richtte
Blossom op om de digitale dienstverlening rond elektrisch opladen te vergemakkelijken. In eerste instantie zal Blossom focussen op de installatie en activatie van slimme laadpalen voor werknemers van bedrijven, in een later stadium volgt ook een oplossing voor zelfstandigen en consumenten.
Met Blossom brengt Telenet een innovatieve all-in-one digitale oplossing op de markt voor laadpaalinstallatie én slim opladen van elektrische wagens – een welkome oplossing aangezien de energietransitie zich razendsnel voltrekt. Alleen brengt de elektrificatie naast opportuniteiten ook veel vragen met zich mee, vooral naar gezinnen toe die de overstap overwegen of al aan het voorbereiden zijn: waar moet ik een laadpaal bestellen? Hoe gaat de werkgever mij vergoeden voor elektriciteit die ik zelf lever? Moet ik een nieuw laadstation installeren als ik van werkgever verander? Hoe kan mijn partner ook gebruikmaken van mijn laadpaal? Enzovoort.
Vreemde situatie
“Eigenlijk moeten vooral twee grote onduidelijkheden of ‘struikelblokken’ worden weggewerkt”, aldus Dann Rogge, general manager van Blossom. “De eerste daarvan is het feit dat de markt vandaag heel fleet-gericht is: in 2030 zullen er in België naar schatting 1,7 miljoen elektrische wagens rondrijden, maar vandaag situeert de elektrificatie zich vooral bij de bedrijfswagens. Logisch: werkgevers moedigen hun medewerkers aan om een elektrische bedrijfswagen aan te schaffen omdat die fiscaal gestimuleerd worden door de overheid. Op zich niets mis mee, maar zo komen we in de vreemde situatie te zitten dat bedrijven laadpalen kopen en die bij hun
medewerkers thuis tegen de muur hangen. Met alle mogelijke moeilijkheden van dien.”
Teruggedraaid
Rogge illustreert met een voorbeeld: stel dat bedrijf A een laadpaal van merk X bij een medewerker laat installeren. Maar de partner van die medewerker heeft ook een elektrische wagen, alleen kan die niet aan de paal worden opgeladen omdat die aan bedrijf A toebehoort. Als de medewerker bovendien besluit om van werk te veranderen of te verhuizen: wat dan? Dat brengt ons bij het tweede struikelblok: dat het voor particulieren zo heel lastig wordt om de nodige en vooral juiste laadinfrastructuur op te zetten. Zeker omdat laadstress een belangrijke barrière is in de adoptie van elektrische wagens, is die mogelijkheid om thuis te laden echter cruciaal.
Een en ander werd bovendien complex gemaakt door het feit dat het tot voor kort fiscaal een vereiste was dat een werkgever een laadpaal ter beschikking stelde om de laadbeurten aan de werknemer te kunnen terugbetalen, duidt de general manager. “Gelukkig is dat alvast teruggedraaid dankzij een interventie van minister Van Peteghem.”
Videocassettes te laat
Blossom pleit nu voor een helder antwoord. “Waar wij naartoe willen is een model waarbij een open standaard de vereiste is. Als medewerker kiest u uw laadpaal zelf, en als die werkt met bepaalde open standaarden, kan u daar een service aan koppelen: vlotte terugbetaling, laadbeurten die slim afgesteld worden op uw energieverbruik in de woning – piektarief, zomerproductie, enzovoort. Op die manier bent u als eindverbruiker volledig in control.
“Open standaarden bieden verschillende voordelen. Zo hebt u als eindgebruiker de keuze
tussen verschillende types thuisladers, kunnen andere gezinsleden hun wagen probleemloos opladen aan hetzelfde laadstation en is ook het energiemanagementsysteem volledig onafhankelijk van het type laadpaal. U behoudt hierdoor alle functionaliteit als u uw laadpaal vervangt. Maximale flexibiliteit dus.”
“Blossom hebben wij ontwikkeld vanuit de frustratie bij onze eigen medewerkers. En zoals u weet is heel veel goede en nieuwe business voortgekomen uit eigen frustraties. Denk maar aan Reed Hastings van Netflix, die ooit met streaming gestart is omdat hij een boete kreeg voor het te laat terugbrengen van videocassettes. Wij op onze beurt wilden als werkgever onze werknemers een vlotte mobiliteitservaring aanbieden, met een volledige digitale klantenervaring, geoptimaliseerd voor zowel fleet manager als werknemer.”
Zelf provider kiezen
Rogge vergelijkt het laadpalensysteem met dat van de telefonie. “Een smartphone met Simkaart die u van uw werkgever krijgt als deel van uw package werkt, omdat het om een één-op-éénrelatie gaat tussen werknemer en werkgever. Maar bij vast internet werkt dat model niet meer, omdat het door het ganse gezin wordt gebruikt. Bijgevolg kreeg u daar een model waarbij u als werkgever een vergoeding kan geven aan uw werknemer voor dat thuisinternet, waarbij de gebruiker vrij is om te kiezen voor Telenet of een andere provider. Eigenlijk willen we het model rond laadpalen daaraan spiegelen. Onze vraag richting beleid is om dat model mee vorm te helpen geven. Zodat wij een bondgenoot kunnen worden van klanten in de energietransitie, met innovatieve en simpele thuisoplossingen.”
Bedrijven en fleet managers die geïnteresseerd zijn in de oplossing van Blossom, zijn altijd welkom voor een verhelderend gesprek.
De afvalrace naar een circulaire economie
Van afval naar grondstof, of liever nog: van afval naar helemaal geen afval. Onze regio is koploper op het gebied van afvalinzameling, innovatieve afvalverwerkingsmethoden en recyclage. Maar een werkelijk circulaire economie is nog niet in zicht.
Volgens de moderne benadering is ‘afval’ een waardevolle hulpbron in plaats van wegwerpmateriaal. In een gesloten kringloopsysteem worden materialen voortdurend hergebruikt, gerecycled of geüpcycled tot waardevolle grondstoffen of producten. “Deze paradigmaverschuiving helpt niet alleen om de milieueffecten van afval te verminderen, maar biedt ook nieuwe economische kansen en bevordert duurzame praktijken”, zegt Ewald Van den Auwelant, onderzoeker duurzaamheidstransformatie aan de Antwerp Management School.
Over ‘afval’ spreken we in dit perspectief pas als een materie niet meer bruikbaar is. “‘Afval bestaat niet’ is een mooie leuze”, haalt Van den Auwelant een bekende afvalverwerker aan. “Helaas zijn we nog niet zo ver.” De circulariteit van onze wereldeconomie daalde van 9,1% in 2018 naar 7,2% in 2023. Dit komt simpelweg omdat we nog meer grondstoffen onttrekken dan dat er ‘afval’ terugvloeit naar onze economie.”
Sorteertechnologieën voor kunststoffen, minerale bouwstoffen, staal, non-ferro en edelmetalen zijn state-ofthe art in België.
— DIRK NELEN
Globaal gezien is België bij de betere leerlingen van de klas. Bijna twee derde van het huishoudelijk afval in Vlaanderen gaat naar materiaalrecuperatie. “In 2022 werd ongeveer 60% van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval gerecupereerd: 40% werd gerecycleerd en 20% gecomposteerd of vergist. Daarnaast werd 37% verbrand en 1,5% gestort.” De kanttekening is dat we in Vlaanderen gemiddeld meer afval produceren dan in andere landen. “Geavanceerde economieën consumeren onevenredig meer goederen en produceren meer afval. Deze landen vertegenwoordigen 16% van de wereldbevolking, maar genereren 34% van het afval in de wereld. Het is dus maar logisch dat we een extra steentje bijdragen.”
Beter inzamelen, beter recycleren
België is hoe dan ook een koploper wat betreft afvalinzameling en -verwerking, zegt Dirk Nelen van VITO, Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek. “Dat komt vooral door onze grote en vanzelfsprekende bereidheid om te betalen voor afvalophaling, thuis afval te sorteren of zelf naar het recyclagepark te gaan.” Gescheiden inzameling is een onmisbare pijler, benadrukt Nelen. “Het is een illusie om te denken dat we uit restafval even kwalitatieve en kostenefficiënte kunststoffen kunnen halen als de kunststoffen die we sorteren uit bijvoorbeeld de Belgische PMD-zak. Hoe minder vervuiling, hoe lager de recyclagekost, hoe hoger de recyclagegraad en hoe beter de kwaliteit van het recyclaat.”
België heeft een lange traditie in metallurgische technieken voor metaalrecyclage, zoals voor (roestvrij) staal, koper en edelmetalen, zink, nikkel, tin en lood. Ook sorteertechnologieën voor kunststoffen, minerale bouwstoffen, staal, nonferro en edelmetalen zijn state-of-the art in België, weet de VITO-onderzoeker. “Chemische en fysische recyclagetechnologieën voor kunststoffen zijn volop in ontwikkeling, net als in onze buurlanden. Deze technologieën maken het mogelijk om kunststoffen te reinigen die ongewenste additieven of te hoge
We onttrekken nog altijd meer grondstoffen dan dat er ‘afval’ terugvloeit naar onze economie.
— EWALD VAN DEN AUWELANT ANTWERP MANAGEMENT SCHOOL
concentraties van onzuiverheden bevatten. Ze hoeven dan niet verbrand te worden, maar kunnen ofwel gezuiverd worden, of afgebroken tot monomeren –zeer eenvoudige moleculen – of zelfs terug tot olie omgevormd. De petrochemische cluster in de haven van Antwerpen biedt bijvoorbeeld interessante afzetmogelijkheden voor verschillende soorten recyclaten van kunststoffen.”
Altijd naar de basis
‘Urban mining’, nodig om van afval grondstoffen te maken, brengt echter tal van uitdagingen mee, tekent Nelen aan. “De diffuse oorsprong en de vele behandelingen die afval moet ondergaan, maakt de hele operatie ‘van afval tot grondstof’ erg duur. Iemand, of het nu de consument is, de producent of de overheid, moet de meerprijs van recyclaat ten opzichte van primaire grondstoffen dragen. Als die bereidheid wegvalt, zal circulariteit een utopisch ideaal blijken.”
“Afvalverwerkingsmethodes zijn nuttig en nodig”, treedt Van den Auwelant bij, “maar ze zijn nooit 100% duurzaam. We mogen ook minder ‘technologische’ methodes niet uit het oog verliezen: statiegeld, minder en bewuster consumeren, repareren, composteren, hergebruiken of delen”, besluit hij.
Carbstone: de eerste betonblok die CO2 opzuigt
Eerlijk is eerlijk: het fabriceren van betonblokken is niet echt een milieuvriendelijke activiteit. Dat komt vooral omdat bij de productie van cement (een van de hoofdbestanddelen) veel CO2 vrijkomt. “Valt daar nu niks aan te doen?”, dachten ze bij de Maasmechelse betonfabrikant Gubbels. En plots had het bedrijf een wereldprimeur in handen.
Die wereldprimeur is de Carbstone, het eerste betonblok ter wereld dat geen cement gebruikt als bindmiddel, maar… CO2 zelf. Dat is dubbele winst: niet alleen wordt er geen CO2-intensieve cement ingezet, de CO2 wordt ook actief als ingrediënt gebruikt. “De ontwikkeling van de Carbstone begon al in 2004”, vertelt directeur Bjorn Gubbels. “Het basisidee komt van het Genkse bedrijf Orbix. Zij ontdekten dat gemalen en gezuiverde staalslakken, een restproduct uit de staalproductie, verharden als ze in contact komen met CO2 uit de atmosfeer. Daaruit groeide het idee om die staalslakken in te zetten als vervanger van cement in de betonproductie.”
Dat idee is op zich vrij simpel. “In onze ‘curing’-kamer worden de blokken van zand, grind en staalslakresten blootgesteld aan CO2 en zo nemen ze het broeikasgas op”, legt Gubbels uit. “De CO2 laat het blok verharden, al na 24 uur heeft hij zijn eindsterkte bereikt en kan hij gebruikt worden. Elke blok bevat zo’n twee kilo CO2. Die CO2 halen we op bij de Nederlandse chemiecluster
Chemelot, vlak over de Belgische grens. Voor hen is dat ook een ongewenst bijproduct dat nu nuttig ingezet wordt. Idem voor de staalindustrie: ook staalslakken worden beschouwd als afval, maar nu kunnen we ze dus hergebruiken.”
Werk van lange adem
De uitleg mag dan eenvoudig zijn, bij de concrete uitwerking kwam heel veel trial and error kijken. “Alles bij mekaar hebben we er bijna twintig jaar aan gewerkt”, zegt Gubbels. “We hebben in het grootste geheim een traditionele droogkamer omgebouwd tot curing-kamer en dat was een pak lastiger dan gedacht, echt pionierswerk. Ik had ingeschat dat het ons zowat 300.000 euro zou kosten, het tienvoudige van wat een gewone droogkamer kost. Maar uiteindelijk hebben we er 1,2 miljoen ingestoken. Nu goed, dat is leergeld, want nu weten we perfect hoe zo’n kamer van de eerste keer goed gebouwd kan worden, tegen een redelijke kostprijs.”
De Carbstone ziet er exact hetzelfde uit als een ‘gewone’ betonblok, is net zo sterk en kan net zoveel gewicht dragen. Hij is ook volledig recycleer- en herbruikbaar. Qua vorstbestendigheid scoort hij zelfs iets beter dan zijn traditionele broertje. “Ook de prijs is precies dezelfde”, zegt Gubbels. “Voor architecten en bouwheren die circulair willen bouwen, en dat zijn er almaar meer, is de keuze dus snel gemaakt. Voor de werfarbeiders is er ook
totaal geen leercurve aan verbonden. Ook het feit dat hij op 24 uur klaar is, is een enorm voordeel. Een gewoon betonblok heeft ongeveer 28 dagen nodig om volledig uit te drogen vooraleer hij naar de werf kan. Dat maakt dat we veel flexibeler kunnen produceren en veel beter op de vraag van de markt kunnen inspelen.”
Voorlopig stelt dat probleem zich echter nog lang niet. De eerste curingkamer in Maasmechelen draait 24 uur op 24, maar de vraag naar het groene betonblok is vele malen groter dan wat de fabriek momenteel kan produceren. Gubbels: “Momenteel bestaat ongeveer 15% van de productie uit CO2-negatieve Carbstones, maar het is absoluut de bedoeling om dat op termijn naar 100% op te trekken. De plannen daarvoor liggen klaar.”
Wordt cement een luxeproduct?
Gubbels noemt de Carbstone dan ook onomwonden “het pad naar de toekomst” voor “zijn” betonfabriek. “Door de gestegen energiekosten en alle kosten die CO2 meebrengt, zal cement in de toekomst onbetaalbaar worden. Dat wordt een luxeproduct. Quasi alle andere betonproducenten zijn nu nog maar begonnen met na te denken hoe ze daarmee moeten omgaan. In Canada en Japan zijn er een paar experimenten bezig met dezelfde technologie als de onze. Maar die mensen staan vandaag waar wij tien jaar geleden stonden.”
Tegelijk wil Gubbels zijn product ook niet al te veel afschermen. “Op wereldvlak zijn wij al bij al maar een kleine garnaal”, zegt hij. “De vraagcurve van dit product gaat enorm stijgen, ik kan daar niet alleen aan voldoen. Als andere fabrikanten willen samenwerken, staan wij daar zeker voor open. Dat zal de markt in zijn geheel alleen maar doen groeien.”
Die eerste samenwerkingen zijn zelfs al redelijk concreet. “We hebben bijvoorbeeld al een project lopen met de Belgische baksteenfabrikant Vandersanden. Zij maken een CO2-negatieve voorgevel, wij een CO2-negatieve binnengevel. Voeg daar nog een milieuvriendelijke isolatie aan toe en u hebt een perfect circulair prefabproduct. Dat is ook het mooie aan de Carbstone. Ik zie veel kleine start-ups met goede ideeën rond milieuvriendelijkheid en circulariteit, maar vaak blijven die kleinschalig, omdat het zo lastig opschalen is. De Carbstone kan onmiddellijk op industriële schaal gefabriceerd worden, voor maximale impact.”
We leven in een maatschappij waarin duurzaamheid steeds belangrijker wordt. Dat is zeker ook het geval in de bouwsector, van oudsher een van de sectoren met de grootste CO2-voetafdruk.
Materialen die gebruikt worden in de infrastructuursector, hebben vaak een grote ecologische voetafdruk. “De bouwsector werkt er hard aan om zelf duurzamer te worden”, zegt Kim De Jonghe, Sustainability Manager bij COPRO. “Dat uit zich zowel in de productieprocessen, maar ook in de logistiek en de gebruikte grondstoffen.”
Kwaliteitscontrole van product, proces én uitvoering
Om na te gaan of producenten, aannemers en bouwheren doorheen de volledige flow wel kwaliteitsconform werken, worden certificatieorganismes in de toekomst steeds belangrijker. Elke actie dient stuk voor stuk gecontroleerd, getraceerd, gemeten en gekwantificeerd te worden.
“Alle bouwproducten moeten gecertificeerd zijn. Onpartijdige organisaties coördineren deze kwaliteitscontroles”, vertrouwt De Jonghe ons toe. “De aanbestedende overheid is namelijk wettelijk verplicht om te
controleren of alle producten die op een bouwplaats worden verwerkt, voldoen aan de voorwaarden van het bestek.”
Maar kwalitatieve producten zijn niet voldoende, bouwbedrijven moeten er ook correct mee omspringen. Teerhoudend asfalt, bijvoorbeeld, moet correct worden afgevoerd. Een andere stof die men uiterst voorzichtig moet behandelen, is asbest. Als u een woning wilt verkopen die gebouwd is voor 2001, dan hebt u een attest nodig dat zegt dat de woning veilig is. Zo’n asbestattest kan u enkel verkrijgen bij een instelling die erkend is door afvalbeheerder OVAM.
Ook op de CO2 -uitstoot wordt streng toegekeken. “De systeemcertificatie ‘CO2 -prestatieladder’ stimuleert bedrijven om hun CO2 -uitstoot structureel te verminderen, zowel binnen het eigen bedrijf als in projecten en de ruimere toeleveringsketen”, legt Bernard Cornet, Business Development Engineer bij COPRO, uit. “Op Belgisch niveau is dit systeem getest door de aanbestedende diensten in Vlaanderen en Wallonië, waarop men in Vlaanderen besloot om het op grote schaal toe te passen in haar overheidsopdrachten. “Dit CO2 -bewust certificaat kan het bouwbedrijf een gunningsvoordeel bij overheidsopdrachten
B Lab heeft als wereldwijde non-profit organisatie een uitgesproken missie: op naar een economie die niet alleen ten dienste staat van omzet en winst, maar ook van de planeet en de mensen die erop leven. Als leider op het gebied van economische systeemverandering creëert B Lab wereldwijd standaarden, beleid, tools en programma's voor bedrijven. B Lab certificeert bedrijven, ook wel B Corps genoemd, die het voortouw nemen.
Om als bedrijf te weten hoe je als B Corp (meer) duurzame impact kan maken, is het belangrijk te weten waar je verbeterpunten liggen. Om dat helder te krijgen creëerde B Lab het B Impact Assessment, een gratis online tool waarmee je kan berekenen hoe je scoort. “Kom je aan een minimumscore van 80 van de maximaal 200 punten, dan kan je bij ons aankloppen voor de verificatie”, legt Tessa Van Soest, Executive Director B Lab Benelux, uit. “Hieruit komt een actieplan om je positieve impact te vergroten.”
Publiek toegankelijke database
Vervolgens moet het bedrijf in zijn statuten juridisch vastleggen dat het als missie heeft om naast financiële waarde voor de maatschappij en het milieu na te streven
en een duurzaam imago opleveren”, zo vervolgt Bernard Cornet.
Duurzame allianties
Een duurzame wegenbouw- en infrastructuursector bestaat niet zonder samenwerking. Daarom zijn er verschillende duurzame initiatieven op poten gezet. De Belgian Alliance for Sustainable Construction (BA4SC) wil toekomstgericht en klimaatbestendig duurzaam bouwen stimuleren. Het referentiesysteem Green BENOR brengt dan weer verschillende organismen samen om – naast de productkwaliteit – ook de ecologische duurzaamheid van producten op te volgen. De nationale werkgroep opgericht voor de ontwikkeling van een Belgische PCR (Product Category Rules) voor asfalt zal op haar beurt de richtlijnen beschrijven voor de opmaak van een LCA (Life Cycle Analysis) en geeft aan wat moet overwogen worden om een EPD (Environmental Product Declaration) voor asfalt te maken. Het VOKA Charter voor Duurzaam Ondernemen (VCDO), ten slotte, stimuleert het certificatieorganisme zelf om steeds verdere stappen te zetten. Deze allianties zijn slechts een greep uit de vele initiatieven die er steeds naar streven om de bouwsector te vergroenen.
COPRO is een onpartijdige organisatie die zich al 40 jaar toelegt op het certificeren en testen van bouwproducten, maar ook uitvoeringen (zoals de afvoer van teerhoudend asfalt), managementsystemen (zoals de CO2 -prestatieladder), en personen (asbestinventarisatie). COPRO telt momenteel een zestigtal medewerkers en neemt actief zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid voor het behoud van onze planeet en haar biodiversiteit.” www.copro.eu
BERNARD
KIM
– het zogenaamde stakeholder governance principe. De gegevens van zo’n bedrijf worden geüpload in een publiek toegankelijke database, zodat men er elke B Corp kan in opzoeken en kijken welke inspanning die levert inzake de topics Governance, Maatschappij, Workers, Environment en Suppliers.
“De B Corp certificering moet om de drie jaar hernieuwd worden”, gaat Van Soest verder. “Het is met andere woorden geen eenmalig, maar een blijvend engagement.”
Netwerk van gelijkgestemden
Het grote voordeel van B Corp is niet alleen je aantoonbare en expliciete engagement, maar ook dat het netwerk van gelijkgestemden waar je in terechtkomt. “Allemaal ondernemers die dezelfde taal spreken als het over bedrijfsvoering en impact gaat”, legt Van Soest uit. “We zien daar heel mooie initiatieven uit ontstaan: concrete business partnerships, maar evengoed collective action en collective learning: zo is er een internationale coalitie van partijen uit de schoonheidsindustrie ontstaan die samen probeert de standaarden in de sector rond verpakkingen en microplastics nog strikter toe te passen.”
Voetbalclub Union ook B Corp
Dat netwerk is er trouwens eentje om ‘u’ tegen te zeggen, want vandaag zijn er wereldwijd zo’n 8.300 B Corps, waarvan 81 in België en 275 in Nederland. “Zowel kleine als grote bedrijven, en in heel uiteenlopende sectoren: we hebben advocatenkantoren, koffieproducenten, spelers uit de fashion industry, finance, energie, voeding, toerisme… Wist je dat zelfs eersteklassevoetbalclub Union recent is gecertificeerd tot B Corp?”
Duurzame impact is belangrijk om je als werkgever te profileren. “Hoe je omgaat met leveranciers, medewerkers, milieu…: vooral jongeren – maar evengoed investeerders – zijn daar heel gevoelig voor. Duurzame bedrijven kennen ook minder verloop, omdat medewerkers trots zijn om deel uit te maken van een organisatie met een uitgesproken purpose.”
Hoewel plastic kampt met een negatief imago, is het niet weg te denken uit onze leefwereld. Sterker nog, de steeds strengere Europese regels voor voedselverpakkingen zullen de komende jaren een sterke groei-impuls geven aan recycleerbare plastics. Kuraray, wereldwijd marktleider voor de productie en ontwikkeling van EVOH, kijkt dan ook vol optimisme naar de toekomst.
“Nagenoeg iedereen komt dagelijks in aanraking met ons product, en toch weet bijna niemand wat het is”, opent Wout Luyten, Technical Service Director bij Kuraray in Antwerpen. “Wij produceren etheenvinylalcohol (EVOH), dat verkocht wordt onder de merknaam EVAL™ en wordt gebruikt in heel wat verpakkingen, voornamelijk in de voedingswereld. Omdat een erg dun laagje EVAL™ genoeg is om een barrière te vormen tegen zuurstof, bewijst het daar iedere dag zijn enorme meerwaarde. De facto zorgt EVAL™ er met andere woorden voor dat voedselverpakkingen in staat zijn om de levensduur van een voedselproduct gevoelig te verlengen.”
In poleposition voor de toekomst
In tijden waarin verduurzaming het leidmotief van de voedselindustrie is en er dus massaal gezocht wordt naar manieren om voedselverspilling tegen te gaan, is EVAL™ relevanter dan ooit. Dat blijkt ook uit de groeicijfers die Kuraray kan voorleggen. Het bedrijf beschikt over drie productiesites wereldwijd. “Naast een vestiging Japan en de VS opereren we ook vanuit Antwerpen. Op die Belgische site alleen al realiseren we een jaarlijkse productiecapaciteit van zo’n 35.000 ton. Als je weet dat het eindproduct typisch verwerkt wordt in laagjes van 5 micron, wat niet zichtbaar is met het blote oog, besef je dat het gaat om enorme hoeveelheden.”
Bovendien ligt EVOH onmiskenbaar in poleposition met het oog op de toekomst. Europa wil de komende jaren namelijk maximaal inzetten op het verduurzamen van voedselverpakkingen. Zo wil men via de Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR), die moet begrepen worden als een concrete vertaalslag van de Green Deal, afdwingen dat alle voedselverpakkingen in de EU tegen 2030 herbruikbaar of recycleerbaar zijn. “Op het terrein betekent dit dat volop gekeken wordt naar de materialen die deze doelstelling kunnen realiseren. En dan kom je automatisch uit bij EVAL™. In vergelijking met andere chemische polymeren zijn we immers uiterst geschikt voor mechanische recyclage, zonder dat kwaliteitsverlies optreedt. De voedselveiligheid blijft dus gegarandeerd”, legt Luyten uit.
Het volledige productieproces heeft daarnaast ook een veel lagere ecologische voedselafdruk dan vele alternatieve bouwstenen van verpakkingsproducten. Deze realiteit verklaart meteen ook dat de toepassingsgebieden van EVOH duidelijk in de lift zitten. “Denk bijvoorbeeld aan tandpastatubes. Traditioneel bestaan die uit een combinatie van polyethyleen en aluminium. En hoewel dat laatste perfect recycleerbaar is, heeft het als product een zeer hoge ecologische voetafdruk, waardoor steeds meer fabrikanten kiezen om het aluminium te vervangen door EVAL™”, klinkt het bij Luyten.
Verhaal meer in de verf zetten
Het staat met andere woorden in de sterren geschreven dat EVAL™ de komende jaren een hoge vlucht zal nemen. De site in Antwerpen, die de markten in zowel Europa, Afrika en het Midden-Oosten bedient, vormt een essentieel puzzelstuk in dit groeiverhaal. “Bijgevolg worden
ook wij geconfronteerd met de economische moeilijkheden waar de petrochemische cluster, en bij uitbreiding de volledige industriële sector in ons land, momenteel mee te maken heeft. Daar mogen we allerminst blind voor zijn”, pikt Marijke Tavernier, HR Manager bij Kuraray in Antwerpen, hierop in. “Toch is de balans voor onze Antwerpse site nog steeds zeer positief”, gaat Tavernier verder. “Ons groeipad staat of valt in feite bij het kunnen aantrekken van het juiste talent. Dat is een grote uitdaging, omdat we qua personeel moeten concurreren met bekende chemiebedrijven als BASF en Ineos.”
“Dat we die uitdaging met succes kunnen aangaan, heeft te maken met de ontegensprekelijke kracht van ons product en de context die daarrond is gebouwd. “Wie bij ons aan de slag is, bouwt letterlijk mee aan de betere wereld van morgen. Daarnaast kunnen onze mensen rekenen op hoogtechnologische stateof-the-art infrastructuur, een familiale werksfeer en wordt er maximaal ruimte gegeven aan persoonlijke groei en ontwikkeling, ondernemerschap en samenwerking. Dat verhaal slaat aan. Zo simpel is het”, gaat ze verder.
Kuraray wil de komende jaren daarom nog meer gaan focussen op het kenbaar maken van dit ijzersterke verhaal. “Plastic heeft vandaag een negatief imago. Maar in de praktijk is een wereld zonder plastic simpelweg ondenkbaar en gaat hier een hele wereld van innovatie achter schuil. Algemeen zijn we ons als samenleving veel te weinig bewust van de grote voordelen die innovatieve plastics bieden. Als bedrijf moeten we daarom onze maatschappelijke meerwaarde actief in de verf zetten. Dat zal bepalend zijn voor het welslagen van de groeiversnelling die we de komende jaren willen doormaken”, besluit Luyten.
Sacha Buyck
“Een koerier die plezier beleeft aan zijn levering, maakt ook klanten blij. Dat is het beste medicijn tegen vereenzaming”
Grote spelers in de (online) retail accelereren richting de deeleconomie. Willen we de leefbaarheid van onze steden en dorpen vrijwaren, dan is er geen weg terug, zegt Sacha Buyck van Shopopop. De voedingssector pioniert alvast in groenere logistieke concepten.
Wie werkelijk een duurzame impact wil maken op het mobiliteitsdebat, focust beter op de laatste meters, opent Sacha Buyck het gesprek. De countrymanager van crowdshippingplatform Shopopop maakt het plaatje meteen bevattelijk: “Vervoer duizend pakjes in één vrachtwagen naar een centraal magazijn en u hebt een relatief goedkope oplossing. Schakel vervolgens honderd camionettes en evenveel chauffeurs in om die pakjes thuis te leveren, dan worden die laatste kilometers een kostelijke zaak.”
Tot 53% van de totale bezorgkosten van onze pakjes zit in de fameuze ‘last mile’, preciseert Buyck. Bovendien is 30% van alle CO2 -uitstoot in een stad te wijten aan last-mile-levering. “De te boeken winst aan het einde van het traject is gigantisch”, vat de manager samen. “Als men daarop kan ingrijpen, maakt men niet alleen economisch een groot verschil, maar vermindert men ook aanzienlijk de uitstoot, verkeersoverlast en druk op de woonwijken.”
Het lijkt vandaag vanzelfsprekend, maar hoe belanden de meeste pakketjes tegenwoordig aan onze voordeur?
“Enerzijds zijn er de pakjes die vanuit de grote webwinkels en e-tailers in non-food, elektronica en fashion tot bij de consument komen. Hun thuisleveringen gebeuren meestal vanuit een gecentraliseerd magazijn, via postverdeling of een eigen vervoerdienst. De thuislevermarkt van deze bedrijven is intussen behoorlijk matuur. Online non-foodspelers kunnen dan ook volop investeren in logistiek en thuislevering, omdat hun vaste kostenbasis relatief laag ligt. Een heel andere sector in opmars is de foodthuislevering. Lokale supermarkten en voedingswinkels zijn nog volop aan het experimenteren met hoe ze hun producten het best bij de klant krijgen: via een centrale opslagplaats, vanuit kleinere magazijnen of toch via een click & collectsysteem in de winkel. We zien daar heel veel nieuwe modellen ontstaan.”
Welke duurzame oplossingen zijn er inmiddels voorhanden?
“E-commercebedrijven en verdelers hebben stappen gezet in de elektrificatie van hun wagenpark en in het optimaliseren van routes. Verder is er al wel wat uitgetest met lockers en postpunten, of met buurtbewoners die pakjes in ontvangst nemen voor de hele wijk. Geen enkel concept is echter al helemaal doorgebroken. Een mogelijke oplossing ligt in de collaboratieve logistiek, waarbij meerdere bedrijven bestelwagens en routes delen. Volgens onderzoek zou dit systeem de bezorgkosten tot 40% kunnen verlagen en de uitstoot van broeikasgassen tot 55% verminderen. Het concept van crowdshipping is dan weer goed toepasbaar op de nabijheidseconomie van foodwinkels. Door hun fijnmazige spreiding is hun potentiële impact op de laatste mijl groot.”
Kunt u dat concept van ‘crowdshipping’ even verduidelijken?
“Elke dag zit een Belg gemiddeld een uur in de wagen, en vaak zit hij daar alleen. Om boodschappen thuis te bezorgen, maakt crowdshipping gebruik van de vrije ruimte in wagens die toch al op de baan zijn. Onderweg naar huis of naar het werk pikken particuliere bezorgers bestellingen op en leveren ze die voor een vergoeding af bij de klant. Die bezorgwijze bespaart niet alleen zes keer de CO2 -uitstoot van een vrachtwagen, ze is ook sociaal duurzaam. Een koerier die niet rondrijdt voor het geld en zelf plezier beleeft aan zijn levering, maakt ook klanten blij. Laatst hoorde ik bij Shopopop het verhaal van een gepensioneerde postbode die in zijn vrije tijd pakjes bezorgt. Hij glom van trots en plezier toen hij vertelde over zijn ontmoetingen met mensen thuis. Voor alle partijen het beste medicijn tegen de vereenzaming, denk ik dan.”
Moet de menselijke factor terugkeren in e-commerce?
“Voor mij is dat essentieel. Technologische platformen hebben van e-commerce een heel schaalbaar en rendabel model gemaakt. Globalisatie is zoveel eenvoudiger geworden. Dagelijks worden alleen al vanuit China duizenden tonnen goederen verhandeld. Door snel en goedkoop te willen consumeren, maken we anderen rijk, helaas niet altijd op de meest ethische manier. De mens wordt een gebruiksmiddel van de technologie, terwijl het omgekeerde wenselijk is: technologie moet de menselijke interactie bevorderen. We gaan naar een wereld waarin de consument zijn eigen duurzame keuzes zal moeten maken: waar wil hij bestellen? Hoe wil hij zijn aankopen laten bezorgen? En wat wil hij daarvoor betalen?”
Zijn de geesten al rijp voor een sociale en solidaire deeleconomie?
“De evolutie van de deeleconomie zit niet enkel in de overtuiging van mensen, maar ook in noodzaak en efficiëntie. Iedereen een eigen auto in de stad? Zet het uit je hoofd,
dat is niet haalbaar meer. Willen we onze omgeving leefbaar houden, dan moeten we collectief beginnen denken. Waarom zouden we allemaal een eigen wagen, wasmachine of boorapparaat aanschaffen? Het is een mentale klik die tijd nodig heeft, maar stilaan wordt hij wel gemaakt. In mijn jeugdjaren stond bezit gelijk aan status. Nu ontstaat er toch een andere beweging. Wie weet komt er ooit een moment waarop mensen verbaasd zeggen: ‘Hoezo, je bent naar de winkel geweest en je hebt niets voor je buur meegenomen?’”
Wat zijn volgens u de eerste stappen naar een duurzame mobiliteit?
“Allereerst moeten we alles wat nu bestaat in vraag stellen: is dit wel de beste oplossing voor de toekomst? Overweeg bij nieuwe oplossingen of we al dan niet gebruik kunnen maken van wat er al is. Soms volstaan de huidige middelen, soms moeten we extra technologie of menselijk kapitaal creëren. Blijf ten slotte niet hangen in economisch, ecologisch of sociaal hokjesdenken. De drie componenten van een duurzaam ecosysteem zijn verenigbaar. Meer nog: wat samen niet werkt, zal apart ook niet blijven bestaan.”
Hoe is uw passie voor duurzame mobiliteit ontstaan?
“In 2015 zag ik in India een letterlijk en figuurlijk hartverwarmend concept: werknemers die in verschillende shifts werkten, namen van thuis een warme lunch mee voor elkaar. Ik bedacht me hoe fantastisch het zou zijn mocht technologie daar een handje kunnen toesteken. Beweging en vervoer uitsparen en daar iemand anders een groot plezier mee doen, dat is toch driedubbele winst?”
Europa verstrengt regels rond duurzaamheid
Vorig jaar trad de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) in werking. Deze nieuwe richtlijn moderniseert en versterkt de rapportageregels rond duurzaamheid en klimaatimpact. Niet alleen grote bedrijven met meer dan 500 werknemers maar ook kleinere bedrijven zullen, direct of indirect, rapporten moeten voorleggen rond onder andere de uitstoot van broeikasgassen, luchtverontreiniging en gezondheid. Dat is één van de maatregelen in het kader van de Europese Green Deal.
B Corp certificeert duurzame bedrijven
B Corp staat voor Benefit Corporation. Het label B Corp certificeert profitbedrijven volgens hun impact op socialeen milieuaspecten. Om een B Corp te worden, moeten bedrijven een uitdagend beoordelingsproces doorlopen. De oorsprong van B Corp ligt in de Verenigde Staten. Sinds 2007 maakte de beweging een explosieve groei door, met in totaal bijna 8.000 deelnemende bedrijven in 93 landen. Ook in België behaalden enkele bedrijven het certificaat.
Door Tuly Salumu
Torenhoge prijzen, plaatsgebrek en een zware ecologische voetafdruk bewijzen dat onze manier van bouwen niet duurzaam is. Er zullen moeilijke keuzes moeten worden gemaakt, en snel.
De bouwsector is verantwoordelijk voor veertig procent van de CO2 -uitstoot wereldwijd. Die enorme impact is te wijten aan de energie die nodig is om onze woningen te verwarmen en te koelen, maar ook aan de materialen die we gebruiken om ze te maken en te transporteren. Zo is de helft van de uitstoot van een nieuwbouw al gebeurd tijdens het bouwproces.
“De bouwsector is vrij conservatief”, zegt Rob Cornelissen, inhoudelijk manager bij Kamp C, het centrum voor innovatie en duurzaamheid in de bouwsector van de Provincie Antwerpen.
“We zijn al vijftig jaar lang beton aan het draaien en muren aan het metselen. Niet milieuvriendelijk, en het transport van al die materialen ook niet.”
Het moet dus anders. Maar hoe?
Losse tegels
Stap één is het gebruik van duurzame bouwmaterialen zoals isolatie uit nagroeibare materialen en hout. “Op ons innovatiecentrum staat het eerste circulaire kantoorgebouw in de Benelux”, zegt Cornelissen. “Het is volledig uit hout gemaakt en is CO2 -neutraal. Meer zelfs, het slaat zelfs een beetje CO2 op.”
De volgende stap is ervoor zorgen dat alle onderdelen ook kunnen worden hergebruikt. “Nu worden heel veel materialen verlijmd”, aldus Cornelissen. “Maar als men ze vastschroeft of klikt, zijn ze gemakkelijker te demonteren. Zo is het hout in ons kantoor
verbonden met een soort knexsysteem. En de tegels liggen los, we kunnen ze zo oppakken. Hierdoor kunnen we makkelijk renoveren en aanpassen zonder afval.”
Die circulaire en modulaire bouwmethode is niet alleen milieuvriendelijker, ze kan ons ook geld besparen. “Stel u voor dat u met uw gezin in een demonteerbaar huis woont met drie slaapkamers”, zegt Cornelissen. “Eens de kinderen het huis uit zijn, kan u hun slaapkamers uit elkaar halen, verkopen en tienduizenden euro’s terugverdienen. Of uw woning eenvoudig opsplitsen om te verhuren.”
Ook energie is een belangrijk aspect.
“Quick wins zoals zonnepanelen zijn al goed ingeburgerd”, zegt Jurgen Naets, expert duurzaam bouwen bij Ecobouwers. “Maar er is nog veel meer ruimte voor warmtepompen. Die halen het grootste deel van hun energie uit de omgeving, zoals de lucht en bodem, maar verbruiken ook elektriciteit, wat in ons land jammer genoeg nog te veel wordt belast. Gevolg: de installateurs staan klaar, maar de vraag is klein door het hoge prijskaartje. Elektriciteit moet goedkoper worden in verhouding tot gas, en de overheid heeft daarvoor alle hefbomen in handen.”
Ecobouwers is een platform van de Bond Beter Leefmilieu waar mensen die duurzaam willen bouwen kennis kunnen opdoen bij ervaren bouwers. “Ecologisch bouwen wordt stilaan
normaal”, zegt Naets. “Vroeger isoleerden we niet, nu neemt isolatie dertig procent van het volume van de woning in beslag. Er worden heel grote stappen gezet.”
De sector staat dus op een kantelpunt. Broodnodig, want de klassieke manier van (ver)bouwen wordt stilaan onbetaalbaar. “Circulair bouwen is goedkoper op termijn”, zegt Naets. “Al is er wel nog werk aan de winkel om de hele keten performant te krijgen. De afstemming tussen leverancier, aannemer en architect kan nog beter.”
Intussen borrelen overal nieuwe initiatieven op. “Er zijn nu al firma’s die een volledig huis in een fabriekshal maken met robots”, zegt Cornelissen. “De bouwsector staat aan de vooravond van een complete verandering. Klassieke bouwbedrijven zullen zich moeten omscholen. Bij Kamp C ontwikkelen we alvast nieuwe opleidingsinfrastructuur.”
Tegelijk moeten er ook op het vlak van ruimtelijke ordening dringend keuzes worden gemaakt. “Waar willen we als samenleving naartoe?”, vraagt Cornelissen. “Door de renovatieplicht wordt het voor kansarme groepen en eenoudergezinnen steeds moeilijker om een huis te kopen of huren. De overheid moet oplossingen vinden voor die groeiende ongelijkheid. Anderzijds zullen mensen meer in kernen moeten gaan wonen, want we kunnen de openbare ruimte niet blijven volbouwen. Een modulaire woning midden in een groen veld is ook niet duurzaam.”
Veilig en milieuvriendelijk asbest verwijderen
Asbest is verboden wegens kankerverwekkend, maar omdat het lang populair was als grondstof, is het nog in veel gebouwen aanwezig. Het sterke materiaal werd onder meer gebruikt voor leien, golfplaten, isolatiegips en tegels. Zolang het in goede staat is, kan het blijven zitten en eventueel afgeschermd of ingekapseld worden met speciale verf. Asbest verwijderen is immers een gevaarlijke klus. Maar bij renovatie- of afbraakwerken hebt u vaak geen andere keuze.
Hoe gaat u te werk? Als het om veel en broos materiaal gaat, moet u voor de verwijdering eerst aangifte doen of een milieuvergunning aanvragen. Gaat het om een kleine hoeveelheid asbest in sterke materialen zoals leien of golfplaten die u kan verwijderen zonder te beschadigen, kan u zelf aan de slag. Neem wel voorzorgen. Trek een beschermend pak en een FFP3-masker aan. Maak het materiaal eerst vochtig en verpak het verwijderde afval hermetisch.
In een tijd waarin duurzaamheid steeds belangrijker wordt, is het geen verrassing dat deze aanpak ook in de bouwsector wordt omarmd. Als een van de grootste gebruikers van natuurlijke hulpbronnen is het cruciaal dat de bouwsector milieuvriendelijke praktijken omarmt. Enkele innovatieve ontwikkelingen op dit gebied zijn recyclage, het gebruik van biogebaseerde materialen, groenblauwe werven en het elektrificeren van bouwactiviteiten.
Embuild Vlaanderen, vroeger bekend als de Vlaamse Confederatie Bouw, vertegenwoordigt meer dan 10.000 bouwbedrijven, klein en groot. Actief in alle activiteiten en technieken van de brede bouwsector. Embuild Vlaanderen is hun stem en partner. Embuild Vlaanderen verzorgt dienstverlening voor zijn leden en neemt standpunten in rond allerlei thema’s die de bouw aanbelangen: van sociale, juridische en Europese zaken tot ruimtelijke ordening, milieu, klimaat… Ook bouwen ze aan een duurzame toekomst. Hoe doen ze dat?
Recyclage en circulair bouwen
De eerste stap richting duurzaam bouwen begint bij het slopen van oude infrastructuren. “Dat doen we al ettelijke decennia, maar dankzij nieuwe initiatieven zoals Tracimat, een vzw die zich richt op het beheren van bouw- en sloopafval, kunnen we nu het sloopproces beter controleren en de kwaliteit van gerecycleerde materialen verbeteren”, vertelt directeurgeneraal bij Embuild Vlaanderen Marc Dillen. “Door gevaarlijke stoffen zoals asbest te identificeren en te scheiden minimaliseren we niet alleen het risico op vervuiling, maar verzekeren we ook dat meer dan 90 procent van het vrijgekomen bouw- en sloopafval wordt gerecycleerd op een gecontroleerde en kwalitatieve manier. Wanneer het gevaarlijke afval tussen het puin verzeild geraakt is het heel
moeilijk, zelfs onmogelijk, om dat er nog uit te halen.” Vandaar het belang eerst de gevaarlijke stoffen eruit te halen, en dan pas echt starten aan het sloopwerk. Hierdoor wordt de kwaliteit beter bewaakt.
In totaal slaagt de bouwsector erin om meer dan 90 procent van het bouw- en slooppuin dat in Vlaanderen vrijkomt te recycleren op gecontroleerde wijze. “Naar de toekomst toe willen we de niet-steenachtige fractie ook recycleren. Dat is moeilijker. Ik geef een voorbeeld: wanneer je oude PVC-ramen eruit haalt moet het de juiste PVC zijn die naar de juiste verwerker gaat, want niet elk PVC-raam kan door elke recyclage-instelling verwerkt worden”, legt Dillen uit.
Biogebaseerde en innovatieve bouwmaterialen
Een andere veelbelovende ontwikkeling is het gebruik van biogebaseerde materialen zoals kalkhennep, die lokaal kunnen worden geproduceerd en gebruikt worden voor isolatie. “Door samen te werken met de landbouwsector streven we ernaar om meer biobased materialen te verwerken in onze bouwprojecten, met aandacht voor zowel isolatiewaarde als bouwtechnische eigenschappen. Met één hectare hennep kunnen we per jaar ongeveer twee huizen isoleren. Het zorgt voor een stabiel binnenklimaat en goede isolatie, wat bijdraagt aan een comfortabele leef- en werkomgeving.” Dit opent de deur naar een toekomst waarin een aanzienlijk percentage van onze bouwmaterialen afkomstig is van hernieuwbare bronnen.
Het gebruik van biogebaseerde materialen biedt verschillende voordelen en wordt steeds meer toegepast. Maar dit proces verloopt stap voor stap. “We moeten niet alleen meer productie bij boeren stimuleren, maar ook zorgen voor de verwerking van deze materialen
tot bruikbare bouwmaterialen. Dit betekent dat er een industrie moet worden opgezet die kan voldoen aan de vraag. Uiteindelijk wordt deze vraag steeds meer gestuurd door de klant, dus architecten zouden het gebruik van biogebaseerde materialen meer moeten aanbevelen, zowel voor nieuwe als gerenoveerde gebouwen”, pleit Dillen.
Biodiversiteit dankzij groenblauwe werven
“We werken aan twee belangrijke initiatieven. Allereerst hebben we in samenwerking met andere partijen Vlario en Departement Omgeving het groenblauwpeil ontwikkeld. Dit is een meetinstrument om te zien hoe groen en waterzuinig gebouwen zijn. Met het groenblauwpeil kunnen we aangeven hoe duurzaam men bezig is, en particulieren kunnen het gebruiken voor hun eigen woningen. Veel gezinnen in Vlaanderen deden dit al.”
Het tweede initiatief is verbonden aan het Klimaatdak. Dit is een charter dat Embuild Vlaanderen lanceerde in samenwerking met verschillende partijen, waarin ze streven naar groene daken die ook energie opwekken en regenwater opvangen. “Het Klimaatdak draagt bij aan minder uitstoot van broeikasgassen en minder energieverbruik. Het maakt steden aangenamer, vooral bij verdichtingsprojecten, en zorgt ervoor dat regenwater wordt hergebruikt binnen hetzelfde project”, vertelt Dillen.
Ten slotte richten ze zich bij Embuild Vlaanderen op de elektrificatie van bouwactiviteiten om tijdens de bouwfase de uitstoot te verminderen. “Door werven aan te sturen met elektriciteit in plaats van fossiele brandstoffen, verminderen we de klimaatimpact van bouwprojecten en dragen we bij aan een schonere toekomst.”
“Iedereen krijgt een antwoord, we sturen niemand van onze leden wandelen”
Ondernemerslijn
De UNIZO Ondernemerslijn, waar ondernemers met al hun vragen en problemen terechtkunnen, bestaat ruim vijftien jaar. Wie belt naar het nummer 02 21 22 678, krijgt een UNIZO-medewerker van vlees en bloed aan de lijn – géén computerstem die je eindeloos doorverwijst. Lien Put stond mee aan de wieg van de Ondernemerslijn en kan er dus alles over vertellen.
“Eigenlijk willen we het ondernemers zo eenvoudig mogelijk maken als ze met een probleem zitten: één Ondernemerslijn die alle vragen capteert en – dankzij het rechtstreekse contact van de medewerker met de experts van onze UNIZO Studiedienst – zo snel mogelijk een antwoord formuleert. Die vragen kunnen gaan over fiscaliteit, mogelijke hinder van een staking, maar ook over mogelijke vormingen en coachingtrajecten. Ook een doorverwijzing naar de juiste instantie zien wij als een antwoord, net als een second opinion, omdat een ondernemer bepaald advies bijvoorbeeld nog even wil voorleggen aan een neutrale partij.”
Bottomline van de Ondernemerslijn: ondernemers in elke fase van het ondernemerschap kunnen meepakken en begeleiden, op een heel laagdrempelige manier omdat die ondernemers altijd meteen iemand aan de lijn krijgen, die bovendien voeling heeft met ondernemerschap.
Kwesties in de media
De topics van de vragen die binnenkomen bij de Ondernemerslijn – toch zo’n 30.000 per jaar –hangen doorgaans af van de actualiteit van de dag. “Stel dat Reprobel (het beheervennootschap rond auteursrechten en wettelijke vergoedingsrechten) zijn uitnodigingen uitstuurt, dan zullen we daar enorm veel vragen rond krijgen. Ging het in de media over overbruggingsrecht en de
terugvordering ervan? Dan zal het vaak daarover gaan. Laatst was bijvoorbeeld veel te doen rond check-in at work, dat extra administratieve verplichtingen met zich meebrengt. Dus daar kwamen veel vragen over binnen.
“Daarnaast zijn er natuurlijk een aantal evergreens, zoals alles wat met contractengeschillen, personeelszaken en fiscaliteit te maken heeft. In feite kan je de vragen wel in twee grote groepen opdelen: service-vragen over UNIZO-activiteiten of -trajectbegeleidingen, en daarnaast adviesvragen.”
90 procent binnen 24 uur
Hoe zo’n Ondernemerslijn dan concreet werkt, gelet op die enorme variatie in vragen? “Als medewerkers van de Ondernemerslijn zijn wij generalisten: onze specialiteit is mensen te woord staan. Komt er dan een vraag binnen rond gespecialiseerde materie als huurfiscaliteit of internationaal ondernemen, dan gaan wij te rade bij een UNIZO-expert. Het engagement naar onze leden toe is het feit dat wij negentig procent van de vragen binnen de 24 uur afgehandeld hebben, en honderd procent binnen de 72 uur. Daar slagen we niet altijd in, bijvoorbeeld omdat we externe input van een externe partij nodig hebben, maar dat communiceren we wel heel duidelijk aan de vraagsteller: zodra we feedback van die externe partij hebben, komen we onmiddellijk bij u terug.”
Vraag over trouwjurk
De UNIZO Ondernemerslijn gaat er ook prat op zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen. “Zo hebben we tijdens corona besloten ook niet-leden van UNIZO te adviseren. Dat heeft ertoe geleid dat we collega's van andere diensten moesten inschakelen om de toevloed
aan vragen via mail, telefoon of chat te verwerken. Maar we vonden dat onze plicht. Sowieso krijgt iedereen die ons contacteert een antwoord, we sturen letterlijk niemand wandelen. Zo herinner ik me een vrouw die op trouwen stond: ze wilde haar trouwjurk afhalen voor de grote dag, maar de bruidswinkel bleek met jaarlijks verlof. Ook die dame heb ik geadviseerd – ga eens horen bij andere winkels in die winkelstraat of ze geen contactgegevens hebben – hoewel dat niet echt een ondernemersvraag was. En ik heb ze niet meer terug gehoord, dus ik ga ervan uit dat het huwelijk is kunnen doorgaan.” (lacht)
To the point
Lien stond vijftien jaar geleden mee aan de wieg van de UNIZO Ondernemerslijn. Wat heeft ze zien veranderen in die tijd? “Ondernemers zijn misschien mondiger geworden, maar ook een stuk diverser: van beoefenaars van een vrij beroep tot vakmensen. Maar de kern blijft dezelfde: mensen helpen met een correct, begrijpelijk antwoord dat to the point is. Zoals ik al zei moeten we daarbij soms doorverwijzen, maar ook een goede doorverwijzing kan een deel van de oplossing zijn. Bovenal willen we een luisterend oor bieden, omdat we vaststellen dat daardoor soms ook onderliggende problematieken of bijkomende vragen naar boven komen die we op hun beurt proberen te beantwoorden.”
Je vindt alle info en de contactgegevens van de UNIZO Ondernemerslijn op www.unizo.be/ondernemerslijn Meer weten over het begeleidings- en opleidingsaanbod van UNIZO? Kijk op www.unizo.be/begeleidingen
Lien Put van de UNIZODe kracht van externe expertise: zeven oplossingen voor bedrijfsgroei in uitdagende tijden
In een periode waarin de arbeidsmarkt voortdurend evolueert is externe expertise van cruciaal belang voor organisaties die willen blijven floreren. We benoemen graag zeven redenen waarom succesvolle bedrijven vertrouwen op extern talent.
1. Haal de juiste expertise in huis Als CEO bent u verantwoordelijk voor alle aspecten van de bedrijfsvoering en vaak belanden lastige kwesties en schijnbaar onoplosbare uitdagingen op uw bureau. Extern talent staat u graag bij met hun netwerk en diensten die vaak intern binnen het bedrijf niet aanwezig zijn. Vertrouw op professionals met actuele kennis, ervaring en vaardigheden om complexe vraagstukken aan te pakken en strategische doelen te bereiken.
2. Investeer in het vinden, behouden en binden van medewerkers
De roep om geschikt personeel klinkt luider dan ooit tevoren, waarbij de ‘War on Talent’ zich in elke sector laat voelen. HR-afdelingen spannen zich in om jobbeurzen te organiseren en een positief werkgeversimago op te bouwen. Het vinden, behouden en binden van medewerkers is dan ook een van de voornaamste uitdagingen van vandaag. Externe HR-consultants kunnen structuur brengen en plannen uitwerken om deze vraagstukken aan te pakken. Met een uitgebreide toolbox aan methodieken kunnen zij effectief navigeren binnen het domein van talentmanagement. Hierdoor vormen zij de ideale oplossing voor organisaties die op zoek zijn naar een betrouwbare partner voor tijdelijke projecten.
3. Coach interne talenten met steun van de overheid
Als erkende dienstverlener van de Vlaamse overheid bieden wij training en coaching aan voor medewerkers. We voorzien in competentieversterkende opleidingen en maken gebruik van de voordelen die de overheid biedt om uw personeelsdienst te ondersteunen. Medewerkers die behoefte hebben aan een herziening van hun loopbaan kunnen rekenen op interne loopbaanbegeleiding met loopbaancheques. Met een netwerk dat zich uitstrekt over heel Vlaanderen is Experts@ YourWork een geschikte partner op het gebied van loopbaanbegeleiding en personeelsontwikkeling.
4. Blijf relevant in de snel veranderende markt
In een tijd van voortdurende transformatie is het van essentieel belang voor bedrijven om relevant te blijven en te kunnen concurreren met nieuwe spelers. Nieuwe technologieën kunnen soms de bedrijfsstructuur ontwrichten, maar het is cruciaal om hun potentiële meerwaarde te omarmen en te implementeren.
Bij Experts@YourBusiness hebben we deskundigen aan boord die mogelijke toekomstscenario’s kunnen vertalen naar haalbare opties voor uw bedrijf. Door innovatie proactief te benaderen, kan u streven naar operationele uitmuntendheid. Om de evolutie van uw bedrijf gelijke tred te laten houden met de markt, kunnen tijdelijke experts een verstandige zet zijn.
5. Maximaliseer internationale handel met ons uitgebreide wereldwijde netwerk
Hoewel we in een verenigd Europa leven, blijven regelgeving en handhaving nog steeds obstakels voor bedrijven die internationaal opereren. Onze samenwerking met IXPA, een wereldwijd netwerk, biedt lokale kennis en expertise in 29 landen verspreid over 5 continenten. Belgische bedrijven met vestigingen in het buitenland kunnen op ons rekenen voor internationale samenwerkingen, terwijl internationale bedrijven met vestigingen in België profiteren van onze lokale kennis en ervaring. Deze samenwerking biedt niet alleen een uitgebreid netwerk, maar ook een schat aan ervaring en kennis.
“What you got here, won’t get you there”
- Marshall Goldsmith
6. Zet in op professionele en persoonlijke groei dankzij een leiderschapscoach
Leiderschap op het hoogste niveau kan een solitaire reis zijn, gekenmerkt door voortdurende druk en scherpte. Op dergelijke momenten kan een extern klankbord verhelderend werken. Als topmanager, directielid, bestuurder of CEO vervul je een voortrekkersrol. Je geeft richting, schept ruimte en wordt bewonderd als alles goed gaat. Maar wanneer de druk toeneemt, kan het voelen alsof je alleen aan de top staat. In deze uitdagende tijden groeit de behoefte aan externe begeleiding, iemand die zowel kritisch kan kijken naar persoonlijke als zakelijke aspecten. Een executive coach kan dan van onschatbare waarde zijn omdat bedrijfscultuur, communicatie en de kwaliteitsvolle samenwerkingen ingrediënten zijn voor het bedrijfssucces.
7. Ga voor succes op lange termijn
Hoewel opdrachtgevers vaak onder tijdsdruk staan en geneigd zijn om snel te handelen, is het van vitaal belang om voldoende tijd te nemen voor de definitie van de opdracht.
Daarom benadrukken we het belang van een grondig vooronderzoek dat zowel de zichtbare als de onzichtbare aspecten omvat. Dit omvat niet alleen expliciete selectiecriteria, maar ook subjectieve elementen zoals managementstijl, visie op de zaak en plan van aanpak.
Onze slogan 'Uw partner voor Executive Solutions' richt zich op succes op lange termijn. Zo kunnen we niet alleen valkuilen vermijden, maar ook een solide basis leggen voor een vruchtbare samenwerking.
Wanneer we terugkijken op de uitdagingen waarmee moderne bedrijven worden geconfronteerd, wordt het duidelijk dat het omarmen van extern talent van cruciaal belang is om te navigeren door deze voortdurend veranderende landschappen.
Uiteindelijk draait het namelijk allemaal om investeren in uzelf en uw team. Door voortdurend te streven naar professionele en persoonlijke ontwikkeling en door samen te werken met deskundigen die u kunnen begeleiden op uw reis, kan u niet alleen uw bedrijfsdoelstellingen bereiken, maar ook uw potentieel maximaliseren en een blijvende impact maken.
“Zolang ik leef, gaan we niet naar de beurs, maar gaat elke euro winst terug naar het bedrijf”
We ontmoeten Willy Naessens daags na zijn 85e verjaardag, samen met bestuurder-partner Dirk Deroose. Alle werknemers hebben als cadeau een verzorgingspakket ontvangen, zelf heeft Naessens genoten van een etentje met de familie. Professioneel op zijn lauweren rusten zit er echter niet in. “Wat zou ik thuis alleen zitten doen?”
Het bedrijf heeft er een boerenjaar op zitten: Willy Naessens Group werd vorig jaar uitgeroepen tot Onderneming van het Jaar, telt vandaag 52 vennootschappen en 2.200 werknemers, en draaide in 2023 één miljard euro omzet. Heel veel verdienste heeft de founding father daar zelf niet meer aan, aangezien hij de operationele dagelijkse leiding al enige tijd heeft overgedragen. Maar toch is hij nog elke dag in een van de bedrijven van de groep te vinden.
Willy Naessens ( foto rechts): “Dat doe ik gewoon om op te volgen, onder het genot van een potje koffie. Zo was ik gisteren in Brugge en Oostende. Ik vang dan zaken op, bijvoorbeeld het feit dat een plantmanager aan één verkoper niet genoeg heeft. Zelf besturen doe ik al een tijdje niet meer. Iedereen is hier vervangbaar, dus ik ook. Waar ik het meest op focus? Overnames, dat is en blijft mijn ding, net als controle op de portemonnee. Let op, ik heb het geprobeerd hoor, met pensioen gaan, maar het probleem is mijn vrouw Marie-Jeanne. (lacht) Die is twaalf jaar jonger en komt nog elke dag werken. Dus wat zou ik dan alleen thuis zitten doen? Nee, dit hier is mijn lang leven.”
Zorgen voor naamsbekendheid lijkt me anders ook een van uw kerntaken…
Naessens: “O ja, ik ga naar recepties, ik geef toespraken en natuurlijk was er mijn deelname aan ‘The Sky is the Limit’. Maar ik heb zelf niet naar die aandacht gehengeld. Nu profiteer ik er wel van: we hebben zo tot twee miljoen euro marketingkosten kunnen besparen. Onze zwembadverkoop is er bovendien met 18 procent door gestegen, en de omzet van industriële bouwwerken zelfs met bijna 25 procent.”
Dat Willy Naessens een familiebedrijf is en blijft, vindt u heel belangrijk…
Naessens: “Zolang ik leef, gaan we niet naar de beurs, maar gaat elke euro winst terug naar het bedrijf. We zijn en blijven een familiale onderneming. Letterlijk: de kinderen werken mee en ook het eerste kleinkind is nu begonnen. Volgens ons familiecharter hebben alle kleinkinderen de kans in te stappen, op voorwaarde dat ze eerst drie jaar elders werken, omdat daar ook veel te leren valt. We zitten dus met een eerste, tweede én derde generatie in het bedrijf: dat is uniek. Wij zijn trouwens ook nog altijd een kmo, omdat we zoveel kleine bedrijven hebben. Dat laat onze plantmanagers ook toe zelfstandig beslissingen te nemen, wat een van onze kernwaarden is.”
Dirk Deroose (bestuurder-partner Willy Naessens Group, links): “Als familiebedrijf willen wij maatschappelijk verantwoord ondernemen met aandacht voor de mensen. Dat klinkt als een slogan, maar wij brengen het effectief in de praktijk, wat zich vertaalt in onze uitstekende retentiecijfers. Kijk naar mezelf: Willy Naessens was mijn eerste werkgever, ik ben hier al 32 jaar aan de slag.” (lacht)
“Let wel, er geldt hier een stevige structuur, omdat er natuurlijk ook beslissingen moeten genomen worden. Dat is ook de reden waarom we, onder meer met het oog op een ESG-kader (Environmental, Social & Governance, nvdr.), besloten hebben om het operationele en strategische management te scheiden. Bijgevolg staan aan het hoofd van onze vijf afdelingen – bouw, vastgoed, investeringen, zwembaden en food – operationele mensen. En met het strategisch management overzien we dat geheel.”
Loopt u dan niet het risico om als een lastige schoonmoeder te worden gezien die over de schouder meekijkt?
Naessens: “Als ze een vraag hebben, mogen ze die altijd stellen. En als ze niets met mijn antwoord of mening doen, dan is dat maar zo. Ik zal het bestuur zelfs steunen als ze iets anders beslissen. Noem mij maar gewoon een klankbord of sparringpartner. Er is nog nooit ruzie geweest over een beslissing.”
U nam de term ‘ESG’ in de mond. Kunt u enkele voorbeelden van duurzame maatregelen geven?
Deroose: “In 2019 hebben wij een studiebureau overgenomen, waarin iemand werkte die enorm bezig was met duurzaamheid en ESG, nog voor dat écht leefde in de bedrijfswereld. Maar het intrigeerde ons, zeker omdat beton en bouw een zeer traditionele sector is. Dus toen corona kwam, hebben we besloten om snelheid te maken en in 2021 kwam het besluit om met de hele groep CO2 -neutraal te worden en niet te wachten tot 2030. We hebben toen 68 punten uiteengezet waarop we onze CO2 -uitstoot met zo’n vijf à zes procent per jaar wilden verminderen om naar die neutraliteit te kunnen gaan. Intussen hebben we alle klassiekers gedaan: zonnepanelen, windmolens, geothermie… Nu zijn we ook bezig met warmtepompen te integreren. Vandaag hebben we een departement sustainability, met drie mensen die over alle bedrijven heen niets anders doen dan duurzame initiatieven zoeken en implementeren. Op vlak van circulariteit, duurzaamheid, maar ook sociaal. En dat is weer het voordeel van een familiebedrijf: we hebben die governance zelf zo kunnen inrichten.”
Naessens: “Dirks hobby is echt sustainability. (lacht) Hij geeft ook toespraken rond duurzaamheid in verschillende bedrijven. Hij doet dat goed.”
Deroose: “We hebben nu ook een energiecentrale ontwikkeld, die we een eerste keer gaan inzetten voor ons eigen kantoor, waar we dus volledig CO2 -neutraal in onze energiebehoefte zullen kunnen voorzien, met onder meer eigen ontwikkelde battery packs die we patenteren.”
Zelfs jullie bouwconcept leent zich tot duurzaamheid.
Deroose: “Klopt. Iedereen verwijt ons al jaren dat wij Lego-blokkenbouwers zijn, dus hebben we gezegd: ‘Ok, dan gaan we dat ook waarmaken’. We geven klanten een pakket van zogenaamde Lego-blokken, waarmee ze zelf hun gebouw kunnen ontwerpen. En dat gebouw zullen ze binnen twintig jaar volledig kunnen demonteren en de blokken hergebruiken: zeventig procent circulair in re-use, de andere dertig circulair in recyclage. Want iedereen spreekt maar over circulariteit, maar vergeet erbij te vermelden dat daar enorme
waarde-destructie mee gepaard gaat. Dat Lego-blokkenproject, waar we nu toch drie jaar aan gewerkt hebben en gepatenteerd is, heet The Circle. Dat project is trouwens ook extern gecertificeerd bij Madaster, om te bewijzen dat we niet alleen zelfverklaard circulair zijn. Want het is makkelijk om dat over onszelf te zeggen.”
Sinds corona is het mentaal welzijn van werknemers heel belangrijk is. Welke maatregelen nemen jullie?
Naessens: “Ik was onlangs jarig, en naar jaarlijkse traditie kregen alle medewerkers een cadeau: een verzorgingspakket – een kleine herinnering om soms eens wat gas terug te nemen. Onze mensen appreciëren dat, net als een schouderklopje of compliment. Wij zijn, zoals u weet, Onderneming van het Jaar geworden. Daarom hebben we onze medewerkers dit jaar een extra verlofdag gegund. We noemen het een Chilly Willy Day. (lacht) Zonder goede medewerkers was ons dat nooit gelukt. Als die mensen bij ons willen komen werken, moeten we hen daar dankbaar voor zijn. Het is een cliché, maar het grootste kapitaal in bedrijven zijn niet de machines, niet de gebouwen, maar de mensen. En als we die kunnen motiveren, en als het daar goed zit, dan worden dat supporters.”
Als ik niet werk, dan … Naessens: “Ik verzamel paardenkoetsen en heb zelfs een van de mooiste collecties van Europa. Regelmatig trek ik daarmee op uit, maar op onze Vlaamse wegen is dat niet altijd evident. Het liefste dat ik daarom eigenlijk doe, is met de auto rijden en intussen naar buiten kijken. Onlangs reed ik met de auto in Limburg, en daar heb ik mijn ogen de kost gegeven. Geloof me, ik heb op die manier al heel wat gezien.”
De tien geboden van Willy Naessens
Vorig jaar verscheen het boek ‘Mijn tien geboden’, waarin Willy Naessens op zijn kenmerkende no-nonsense manier toelicht waar goed ondernemerschap volgens hem voor staat. Dat gaat van de concurrentie volgen over innovatief zijn tot de medewerkers soigneren. Maar het belangrijkste gebod volgens Naessens is gezond blijven. De man heeft recht van spreken, want hij overwon tot viermaal toe kanker, maar is op zijn 85 nog steeds een springlevende captain of industry
Kiplekker
Willy Naessens begon zijn carrière als kippenkweker en bouwde zijn eerste kippenstal in 1964. Toen in 1972 kippenpest uitbrak, werd hij handelaar in veevoeder en reed hij op zondag met zijn luidsprekerwagen rond om reclame te maken. Toen op een dag een landbouwer hem vroeg of hij een stal voor hem kon bouwen, ging de bal aan het rollen: Naessens besefte dat er geld zat in prefab hokken en stallen. Hij bouwde zijn kippenstal om tot productiehal, en de rest is geschiedenis.
Van kleine reactoren over getijden tot spotgoedkope zonnepanelen. Het energielandschap in ons land is in ijltempo aan het vergroenen. Maar volstaat wind en zon om ook in de winter het licht te doen branden? En wat zijn de nieuwe trends?
Door Tuly Salumu
Zonnepanelen hebben in ijltempo het landschap veroverd. Er ligt in Vlaanderen intussen meer dan 3.000 megawatt aan zonnepanelen verspreid over de daken van ruim 750.000 woningen. Daarmee is zonne-energie de grootste bron van groene stroom. Addertje onder het gras: een half jaar geleden waarschuwde de Vlaamse overheid dat de subsidies en het gunstige btw-tarief voor zonnepanelen vanaf 2024 zouden verdwijnen. Dat veroorzaakte een stormloop op zonnepanelen, met ellenlange wachttijden. Maar inmiddels is de markt helemaal gekelderd. Door een overschot aan zonnepanelen in China zijn ze ook bij ons spotgoedkoop geworden. Maar de vraag zit op een dieptepunt.
Dat België twee grote kerncentrales tien jaar langer zal openhouden, leidde al tot heel veel politieke discussie. Maar het wordt nodig geacht omdat er momenteel te weinig wind- en zonne-energie wordt opgewekt om in onze elektriciteitsbehoefte te voorzien. Intussen wordt geëxperimenteerd met kleine nucleaire reactoren, SMR’s (small modular reactors) genaamd. Deze beloftevolle kernreactoren worden beschouwd als dé oplossing voor de gebreken van hun grote broers. Niet alleen zijn ze veel kleiner, flexibeler en kanten-klaar, ze zijn ook veiliger. Bovendien werken de meest geavanceerde SMR’s niet met water maar met vloeibaar metaal, gesmolten zout of heliumgas als koelstof, met als voordeel dat de nucleaire brandstof veel efficiënter kan worden gebruikt en dat ze leidt tot minder kernafval.
Ze zijn een van de bekendste alternatieve energiebronnen: windmolens. Ze staan ter zee en ter land. De draaiende wieken van de molens zetten wind om in elektriciteit. Eén turbine kan jaarlijks meer dan tweeduizend gezinnen van groene stroom voorzien. Maar de beschikbare ruimte voor windturbines wordt alsmaar kleiner, en door het geluid en de slagschaduw botsen ze in steden en gemeenten ook op veel tegenstand. Kleine windmolens daarentegen hebben steeds meer succes, al zijn zij vooral rendabel op het platteland. Ook vliegende windmolens winnen aan populariteit. Dat zijn een soort van vliegtuigjes die windenergie opwekken.
Getijdenenergie is energie die uit het verschil tussen eb en vloed wordt gegenereerd. Dat gebeurt in een getijdencentrale, een complex van verschillende turbines die in het water worden geplaatst en volledig onzichtbaar zijn. Deze vernieuwende vorm van energieopwekking spreekt niet alleen tot de verbeelding, ze is ook duurzaam en betrouwbaar: ze kan 24 uur per dag energie produceren en we weten exact hoeveel, aangezien we weten wanneer het eb wordt en wanneer vloed. Dat is anders bij turbines die afhankelijk zijn van de grillige wind. Getijdenenergie is het meest interessant op plekken waar het verschil tussen hoog en laag water groot is of waar het water hevig stroomt.
De nieuwste vorm van groene energie wordt gegenereerd uit waterstof. Dat gas kan omgezet worden in energie, maar op aarde komt het zelden in zuivere vorm voor. In tegenstelling tot aardgas kan het dus niet onmiddellijk ontgonnen worden. Het moet eerst gedistilleerd worden, uit methaan bijvoorbeeld, al is dat niet zo milieuvriendelijk. Het is beter om water onder stroom te zetten: zo splitst men waterstofdeeltjes op een groene manier af. Waterstof kan worden gebruikt om resten van wind- en zonne-energie op te slaan, we kunnen onze huizen ermee verwarmen en in de industrie kan het steenkool vervangen. Toch is het gebruik voorlopig nog beperkt omdat de productie, opslag en het transport van watersport verre van eenvoudig is.
Verschillende internationale onderzoeken wijzen uit dat ook op basis van regen energie kan worden opgewekt. In een vallende druppel zit immers bewegingsenergie, die kan worden opgevangen door panelen of generatoren. Hoe harder het regent, hoe meer de druppels zich verspreiden en lading verplaatsen. Hierdoor ontstaat elektriciteit. Het gaat weliswaar om kleine ladingen die ook snel weer verloren gaan. Dat is meteen ook de reden waarom er nog geen plannen zijn om deze technologie op de markt te brengen. Onderzoekers maken zich wel sterk dat die mogelijkheid er in de nabije toekomst komt.
Met een erfgoed van meer dan 150 jaar als internationale producent van zink, lood en andere essentiële mineralen en metalen, zet Nyrstar zich in voor veilige, verantwoorde en duurzame ontginning en verwerking op haar sites in Europa, de Verenigde Staten en Australië.
Nyrstar streeft naar duurzaamheid, met speciale aandacht voor initiatieven op het gebied van energietransitie en de productie van kritieke materialen voor een groene toekomst. "Nyrstar gelooft sterk in de energietransitie. We moeten die stap zetten. Het klimaat verandert, dus er is geen keuze. Maar het is geen eenvoudige weg. Niemand heeft de perfecte oplossing, daarom is samenwerking essentieel”, vertelt energiemanager bij Nyrstar Philip Eyckmans.
Zink speelt een essentiële rol in de klimaatdoelstellingen van Europa. Het helpt de levensduur van staal significant te verlengen in belangrijke toepassingen zoals auto's, windturbines en zonneparken. Daarnaast geeft de productie van zink toegang tot kritieke materialen zoals germanium en gallium, die worden gebruikt in halfgeleiders, infraroodoptica en geavanceerde zonnepanelen voor satellieten. Bedrijven kunnen groene energie kopen of zelf investeren in groene stroom. Nyrstar gebruikt in België 50 procent groene stroom, deels opgewekt via zonneparken en windmolens op de eigen site. Maar de bestaande wind- en zonneparken zijn niet genoeg. De uitdaging is om in de toekomst genoeg elektriciteit te genereren zonder CO2-uitstoot en tegen goede prijzen om zo het productieproces te verduurzamen en rendabel te blijven.
Ook recyclage is belangrijk. Zink dat vrijkomt bij de recyclage van verzinkt staal, zogenaamde onzuivere zinkoxides, wordt door Nyrstar verwerkt tot nieuw zink van dezelfde kwaliteit als zink afkomstig uit ertsen. Toch blijven we zinkertsen nog een tijdje nodig hebben. Verzinkt staal gaat gemakkelijk meer dan 50 jaar mee, dus het zink dat Nyrstar vandaag recycleert, is vaak al meer dan 50 jaar oud. In die 50 jaar is de vraag naar zink natuurlijk sterk gestegen en met de energietransitie zal ze nog verder stijgen. De hoeveelheid zinkoxides die verkregen wordt uit recyclage is dus niet voldoende.
Bovendien bevatten zinkertsen meer dan zink alleen. Ze bevatten ook kritieke mineralen en metalen die essentieel zijn voor een koolstofneutrale toekomst, hightechtoepassingen en onze regionale veiligheid. Met mijnen en productiefaciliteiten in Europa, de Verenigde Staten en Australië is Nyrstar goed geplaatst om bij te dragen aan de vermindering van afhankelijkheid van potentieel minder vriendelijke regio’s voor kritieke materialen. Eyckmans benadrukt: "Onze inzet voor duurzaamheid beperkt zich niet tot energie. We onderzoeken mogelijkheden om kritieke materialen zoals germanium en gallium uit onze bestaande grondstoffen te halen, waardoor we minder afhankelijk worden van externe bronnen."
Nyrstar waardeert het investeringsklimaat dat wordt bevorderd door de Belgische overheid, omdat het hierdoor kan blijven investeren in duurzame en - al sinds de jaren 70 - grotendeels geëlektrificeerde activiteiten. Maar Nyrstar wordt als energie-intensieve industrie geconfronteerd met uitdagingen door energiekosten, die een impact hebben op de productie. “Sinds de energiecrisis in 2021 zijn we gedwongen te produceren op basis van de fluctuerende elektriciteitsprijzen.”
Daarom wil Nyrstar overcapaciteit creëren in hun elektrolyse, de derde stap in het zinkproductieproces. Deze uitbreiding beschouwt het bedrijf als een ‘virtuele batterij’: die stelt hen in staat om hun zinkproductie flexibel aan te passen aan de schommelingen in vraag en aanbod van elektriciteit. Meer produceren bij veel aanbod van wind- en zonne-energie en minder wanneer dit niet het geval is. Dit verbetert de efficiëntie, ondersteunt de stabiliteit van het elektriciteitsnet en zorgt ervoor dat de productie rendabel blijft. Nyrstars virtuele batterij is één van de meest veelbelovende industriële flexconcepten in België. Nyrstar is dan ook heel actief in gesprek met de verschillende stakeholders om de business case voor deze investering rond te krijgen.
De vooruitgang van de Europese industrie hangt af van betaalbare toegang tot elektriciteit, hernieuwbare energie, grondstoffen en recyclagemogelijkheden. Hij moet voordelig zijn voor zowel milieu als industrie, klinkt het. Als investeringen elders plaatsvinden, heeft dit een negatieve impact op beide partijen: we importeren immers uit regio's met een grotere ecologische impact. Een sterk Europees industriebeleid en gelijke voorwaarden in Europa zijn nodig om de industrie te ondersteunen en hier te houden.
Daarom is het ook belangrijk om te benadrukken dat duurzaamheid niet alleen een verantwoordelijkheid is van bedrijven, maar van alle belanghebbenden. Samenwerking tussen industrie, overheid en andere actoren is cruciaal om de transitie naar een groenere economie te versnellen. “De competitiviteit in de sector moet in de gaten gehouden worden, dat is geen vanzelfsprekendheid. Dat groene beleid, de ‘Green Deal’, gaat samen met een industrieel beleid, dus een ‘Industrial Deal’. Dat is een mindset die we de volgende 25 jaar nodig zullen hebben. Over 25 jaar moeten we immers klimaatneutraal zijn, maar dan willen we de industrie nog altijd aan boord hebben”, sluit Eyckmans af.
© Marco Mertens © NyrstarGrote energie-investeringen staan vaak gelijk aan slapeloze nachten. Zal de investering het gewenste effect bekomen? Internationale gebeurtenissen kunnen vervolgens een grote impact hebben op de energiemarkt. Energie consultancy bedrijf Pulsar Power beschikt gelukkig over de expertise om die slapeloze nachten om te toveren tot een zalige droom.
We zijn de laatste jaren helaas niet gespaard gebleven van verschillende impactvolle internationale gebeurtenissen. Bankencrisissen, oorlogen, natuurrampen, pandemieën en diplomatische geschillen. Meer dan wat de gemiddelde mens kan verdragen. Op een zelfde manier worden ook bedrijven getroffen door internationale strubbelingen. Zo kan een oorlog bijvoorbeeld buiten het menselijk leed ook zorgen voor energieprijzen die de pan uit vliegen. We hebben natuurlijk geen glazen bol, maar hoe moeten bedrijven zich dan voorbereiden op zulke drastische schommelingen? Een glazen bol hebben we misschien niet, al komt energie consultancy bedrijf Pulsar Power wel dicht in de buurt.
Jong maar daadkrachtig
Het in Antwerpen Berchem gevestigde Pulsar Power mag dan maar in 2021 opgericht zijn, aan expertise hebben ze zeker geen gebrek. Alle medewerkers hebben gemiddeld meer dan 15 jaar ervaring omtrent hernieuwbare energieintegratie. Naast België heeft Pulsar Power ook een tweede hoofdkantoor in Griekenland. Daar stopt het internationale verhaal nog niet. Zo is Pulsar Power goed vertegenwoordigd over heel Europa met verschillende lopende projecten. Sommige projecten reiken zelfs tot West-Afrika. Pulsar Power is gespecialiseerd in het lokaliseren
van mogelijke risico’s die je energie-investering zouden kunnen kelderen. De volgende tools zijn daar het perfecte voorbeeld van.
GridHive
De tool GridHive is een samensmelting van technical & financial engineering. “Voor GridHive hebben we zelf een eigen software ontwikkeld omdat er hiervoor op de markt nog geen geschikte versie voor bestond”, zegt CEO en founder Guy Vandendungen. “We analyseren het business plan van de klant en stellen dan vast wat de mogelijke opportuniteiten, risico’s en bedreigingen kunnen zijn. Met onze software hebben we de mogelijkheid ons de vraag te stellen: “Wat als?” Wat is de impact van een volgende lockdown op je investering? Met onze tool kunnen we gedetailleerd weergeven wat de gevolgen van bepaalde onverwachte schommelingen kunnen zijn, en vooral hoe we hierop kunnen inspelen zodat de investering nog steeds het gewenste doel bereikt.”
De samenwerking met Pulsar Power gaat verder dan een eenmalige analyse. Zo gaan ze voor langdurige klantenrelaties waarbij de klant steeds kan rekenen op de toekomstgerichte blik van Pulsar Power. “Bijna elke zes maanden komen er wel nieuwe producten op de energiemarkt. Als bedrijf kan je onmogelijk al deze innovaties blijven volgen, maar dat doen wij met plezier voor jou. We onderscheiden wat de moeite kan zijn voor een investering en wat beter achterwege gelaten kan worden. Wat wel sowieso onderlijnd kan worden is dat elektrificatie nu eenmaal de ingeslagen weg is.” Systemen die nog functioneren op gas en olie zullen het via strengere wetgeving en fluctuerende prijzen steeds moeilijker krijgen om competitief te blijven. Voor die overgang is er gelukkig ook een tool voorzien.
Deze tool is de digitale weergave van het elektriciteitsnetwerk in je bedrijf. Via dit model kan gekeken worden hoe je de elektrificatieovergang van je bedrijf het beste plant, waar eventuele pijnpunten zitten en hoe deze kostenefficiënt op te lossen. “Op basis van het digitale model kunnen we exact weergeven wat de impact van de energieovergang is op je huidige netwerk. Het huidige netwerk mag natuurlijk niet overbelast worden. Bijvoorbeeld: wat is het effect van het weghalen van een gasmotor? Het effect op het energiecontract? De grootte van de batterijen die de motor vervangen? Allemaal logische vragen die wij met Digital Twins makkelijk kunnen beantwoorden”, zegt Guy Vandendungen.
Grote investeringen blijven altijd spannend maar de tools van Pulsar Power maken het toch wat dagdagelijkser en vooral inzichtelijk. Zowel GridHive als Digital Twins brengen alle mogelijke risico’s zo gedetailleerd in kaart dat geen enkele onverwachte situatie het bedrijf in kwestie nog uit balans kan krijgen. Guy Vandendungen besluit: “Wanneer je de controle hebt over je energievoorziening neem je het heft terug in eigen handen. Wij zorgen ervoor dat elk bedrijf terug veerkrachtig wordt want derisking your investment is niet voor niets onze slogan.”
sales@pulsarpower.eu www.pulsarpower.eu
Guy Vandendungen CEOGenoeg theorie… tijd voor actie!
Duurzaam ondernemen is een hot topic, en gelukkig maar! Het vertalen van theorie naar praktijk blijkt echter vaak een uitdaging. "We moeten ook nog een bedrijf draaiende houden”, is een veelgehoorde reactie, waardoor plannen al snel onder het stof belanden. Maar waarom zouden duurzaamheid en bedrijfsvoering elkaar moeten uitsluiten? Wat als de adoptie van digitalisering en duurzaamheid juist een hefboom kan zijn voor uw bedrijf?
Klinkt allemaal mooi in theorie, bij Vlegel Technology voegen ze de daad bij het woord.
Vlegel Technology pioniert in een digitale en groene industrie
In een tijd waarin de digitale en duurzame transitie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, staat Vlegel Technology aan het roer van wat experts de 'Twin Transitie' noemen. Deze unieke benadering ziet technologie niet alleen als een middel tot efficiëntieverbetering en kostenverlaging in de productieprocessen, maar ook als een cruciale drijfveer voor duurzame ontwikkelingen.
Het Limburgse ingenieursbureau biedt softwareoplossingen op maat, die fabrieken helpen hun energieverbruik drastisch te verlagen en tegelijkertijd hun productiviteit en efficiëntie te verhogen. "Het is een win-win", zegt Stef Van Looveren, CEO van Vlegel Technology. "Onze klanten besparen niet alleen, maar dragen ook bij aan een beter milieu. Zo laten we zien dat economische groei hand in hand kan gaan met ecologische verantwoordelijkheid."
Totaaloplossingen van strategie tot IoT
Vlegel Technology onderscheidt zich door zijn unieke vermogen om klanten te begeleiden van begin tot eind, van de initiële analyse en de opmaak van een doordachte strategie, tot de volledige implementatie van de hard- en softwareoplossingen. "Wij zijn meer dan alleen een softwarebedrijf dat een product of dienst verkoopt; wij zijn partners in de transitie naar een duurzame groei”, benadrukt de CEO.
Daarbij is het ook noodzakelijk om connectiviteit en inzichten te bieden doorheen alle lagen van een organisatie, en dat op een veilige manier. Van de integratie met ERP-systemen zoals SAP, het linken van planningstools met productiedata tot het installeren van IoT-sensoren in de productie. “We zijn niet gebonden aan bepaalde merken of softwaretools, waardoor we in principe met alles en iedereen kunnen
communiceren zonder dat we afhankelijk zijn van derden”, verduidelijkt Van Looveren. “De oplossingen moeten daarbij gedragen worden door de volledige organisatie, een transitie maak je niet op je eentje. Daarbij is het ook van cruciaal belang om goed te luisteren naar de noden van de klant, en daarop te anticiperen.”
Een praktijkvoorbeeld: de transformatie van Aperam
Het succesverhaal van Aperam dient als een krachtig bewijs van de effectiviteit van Vlegel zijn benadering. Dankzij de implementatie van een procesmonitoring en optimalisatie op de staalpannen, heeft Aperam zijn aardgasverbruik tot wel 18% kunnen reduceren, met een enorme kostenbesparing en CO₂-reductie tot gevolg. “Daarnaast weet de klant nu ook exact hoeveel aardgas nodig is om een bepaald product te maken, en kan men sneller reageren op storingen of afwijking door deze realtime te melden,” verduidelijkt Yannic Vanherck, COO bij Vlegel Technology.
Klanttevredenheid en innovatie: de sleutels tot succes
Naast duurzaamheid en efficiëntie, is klanttevredenheid een kernprioriteit voor Vlegel Technology. Elke oplossing die ze bouwen is ontworpen met het oog op maximale efficiëntie en gebruiksgemak. "Dat is een van de vele voordelen van onze maatoplossingen, ze worden volledig ontworpen samen met onze klanten, met het oog op de gebruiker en de toepassing”, legt Vanherck uit. De nadruk op klanttevredenheid en toegankelijkheid is een belangrijke pijler voor het succes van Vlegel.
Een blik vooruit
Met tal van succesvolle projecten en een veelbelovende toekomst in het zicht, is Vlegel Technology klaar om zijn invloed uit te breiden. De focus ligt op het doorzetten van de Twin Transitie, met een sterke nadruk op het bevorderen van de energietransitie.
“We hebben een prachtig team waar ik enorm trots op ben, ieder heeft zijn deel bijgedragen om te kunnen staan waar we nu staan”, vertelt Van Looveren enthousiast. “We hebben vandaag alle kennis en kunde in huis om onze impact nog verder uit te breiden. Om die groei te realiseren zoeken we steeds naar de juiste mensen met het Vlegel-DNA. Mocht u iemand kennen die hiervoor in aanmerking komt mag u die altijd op de koffie sturen.”
Speciale aanbieding: gratis energiescan Als blijk van haar toewijding aan een duurzamere toekomst, biedt Vlegel Technology nu tijdelijk een gratis energiescan aan. Deze scan is een unieke kans voor bedrijven om heel laagdrempelig een inzicht te krijgen in hun energieverbruik en -gebruik, en duidt punten voor verbetering en verduurzaming aan. “Dankzij deze gratis scan kunnen bedrijven een eerste stap zetten richting een efficiëntere en groenere operatie”, legt Van Looveren uit. “Op basis van deze inzichten kunnen we vervolgens samen een actieplan opzetten en de inzichten omzetten naar acties.”
Daarbij nodigt Vlegel Technology bedrijven uit om deel te nemen aan deze essentiële transitie. Samen kunnen we een verschil maken en bouwen aan een duurzame toekomst, met behoud van de lokale bedrijvigheid op lange termijn. Contactgegevens:
www.vlegel.technology
+32 89 39 35 46
stef@vlegel.technology
“We hebben nood aan technisch onderlegde beleidsmakers met voeling voor de realiteit”
Als we mogen afgaan op de boerenprotesten van de voorbije maanden, gaan onze Belgische landbouw en visserij door zwaar weer. Duurzame innovatie is een gedeelde zorg van overheid en sector. Maar de regelgeving voelt soms onsamenhangend en een onevenwichtige invulling van de economische, sociale en ecologische noden frustreert.
Door Heleen Driesen
Ronnie Perneel
Bedrijfsleider
Melkveebedrijf Vrenhove, Assenede
Sander Meyns
Adjunct-directeur Rederscentrale
Hoe is het gesteld met de duurzaamheid van onze landbouw en visserij op dit moment?
“Duurzaamheid in de landbouw is een zeer breed thema. Economisch zit de landbouwer in de minst sterke positie. Hij staat continu onder tijdsdruk, omdat hij zijn groenten, melk en vee vers of slachtrijp wil afleveren. Alle partijen weten dat. Landbouwers zijn daardoor veelal de prijsnemers, niet de prijsmakers. Sociaal botst de landbouwer soms op de balans tussen gezin, bedrijf en samenleving. Het juridische moeras is er een van steeds wijzigende regelgevingen. Tot slot zijn landbouwers elke dag in de weer om aan de ecologische voorwaarden te voldoen: geen land- en tuinbouw zonder vruchtbare bodem, geen veeteelt zonder goede zorg voor de dieren. Vooral de samenhang tussen al deze pijlers is van belang.”
“De Belgische zeevisserij is in Europa een van de voortrekkers op vlak van duurzaamheid. De voorbije jaren werden schepen massaal vernieuwd, met vaartuigen die standaard zijn uitgerust met energiezuinige motoren en milieuvriendelijkere vistechnieken. Daarnaast zet de sector in op het project Visserij Verduurzaamt, waarbij vaartuigen op vlak van elf indicatoren gescreend worden, zoals bodemimpact, rentabiliteit of comfort van de bemanning. Zowel de economische, ecologische als sociale aspecten van duurzaamheid komen aan bod. Op basis van een globaal goede score behalen rederijen een duurzaamheidserkenning. Samen met de reders doorlopen we dit traject, dat uniek is in Europa.”
Patricia De Clercq Administrateur-generaal Agentschap Landbouw en Zeevisserij
“De gemiddelde omzet per Vlaams landbouwbedrijf behoort tot de Europese top. Toch lag het gemiddelde inkomen het voorbije decennium meer dan 15% lager dan dat van een gemiddelde loontrekkende. Ook op sociaal vlak is de druk hoog. De ecologische parameters tonen dat de omgevingsimpact is gedaald, maar emissies blijven een lastige uitdaging. Bedrijven kunnen moeilijk op alle vlakken optimaal duurzaam presteren. In de toekomst zullen zowel landbouwers als beleid prioritaire keuzes moeten maken. Klimaat en milieu leven ook als thema bij onze vissers. De laatste jaren werd hard ingezet op energieverbruik en bodemimpact. Op de weg naar zuiniger en duurzamer vissen investeert de sector verder in innovaties.”
Welke innovatieve technologieën hebben een belangrijke impact op duurzaamheid en het behoud van biodiversiteit?
“Door middel van DNA-testen werken we van voor de geboorte van het kalf aan een gezondere levensloop en een hogere productie-efficiëntie van de dieren. We investeren in voldoende lig- en loopruimte, koematrassen, koeborstels, diepstrooiselboxen en weidegang op de huiskavel. Via digitale herkenning volgen we het melkvee individueel op, op vlak van gedrag, kauwactiviteit en samenstelling en hoeveelheid van geproduceerde melk. Met onze zelfgewonnen ruwvoeders zetten we optimaal in om de aankoop van krachtvoeders te minimaliseren. We hanteren teeltrotatie en dienen dierlijke mest op emissiearme wijze toe. Op vlak van energie investeren we onder meer in frequentiegestuurde pompen, warmtewisselaars, voorkoelers en zonnepanelen.”
“Steeds meer vaartuigen maken gebruik van VISTools, een dataplatform waarmee we gaandeweg precisievisserij implementeren. De technologie laat toe om data te verzamelen over onder andere visbestanden en gevoelige gebieden, maar bijvoorbeeld ook brandstofverbruik. Samen met het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) willen we zelfs nog verder gaan en de ecologische toestand van watersystemen monitoren via eDNA of ‘environmental DNA’. Daarnaast ontplooien we dit jaar ook het VISIM project, waarbij we vangsten gaan analyseren op basis van AI. Op de sorteerband analyseert de camera hoeveel vissen van welke soort er gevangen zijn. Van daaruit kan de schipper de meest duurzame visgronden detecteren.”
Ligt de focus van het huidige beleid op de juiste plaats?
“Het grootste probleem van het huidige landbouwbeleid is een gebrek aan langetermijnvisie en samenhang. Innovatiekansen zijn er nochtans genoeg. Gerichte mestscheiding kan het gebruik van energievretende kunstmeststoffen omlaag brengen. Er zit nog winst in de inzet van GPS-gestuurde landbouwmachines of in een actief waterbeheer met goede afwatering en peilgestuurde drainage. We hebben nood aan technisch onderlegde beleidsmakers, bedreven in het systeemdenken en met voeling voor de realiteit. Een robuust wettelijk kader voor de komende 20 jaar moet landbouwers niet in een keurslijf dwingen, maar ruimte laten voor de landbouw in al zijn variaties.”
“De visserij is een kleine, maar zeer complexe sector. Het uitvoeren van een beroep op zee gaat gepaard met strikte veiligheidsnormen, controles op zee, bemanningsvoorschriften en quota. Voor de schipper, die al een zeer brede operationele verantwoordelijkheid heeft, is het haast onwerkbaar geworden om alle regelgeving bij te houden. Die groeit almaar aan en komt bovendien zowel vanuit Europese kant als uit Vlaamse, federale of zelfs lokale hoek. De regelgevers hebben te vaak onvoldoende kennis over de praktijk. Als Rederscentrale vragen we meer vertrouwen en slagkracht om zelf het beleid mee te bepalen. De echte expertise zit immers bij de reders en de vissers die dag in dag uit op zee zijn.”
“Op vlak van technologische verduurzaming zal de landbouw de volgende jaren nog grote stappen vooruit zetten. Bij precisielandbouw krijgen planten of dieren met behulp van technologie heel nauwkeurig de behandeling die ze nodig hebben. Hiervoor worden technologieën ingezet als GPS, sensortechnologie, ICT en robotisering. In plaats van de volledige akker te behandelen met kunstmest of gewasbescherming, zal de nieuwe technologie met camera’s en AI de akker pleksgewijs bemesten of onkruidvrij houden. Ook in de visserijsector wordt meer en meer precisievisserij toegepast, zodat we de hoeveelheid vis in de zeeën beter kunnen monitoren en ongewenste bijvangst zoveel mogelijk beperken.”
“Het Europese visserijbeleid focust zich op de uitdagingen van de toekomst en sluit zich aan bij de doelstellingen van de Green Deal. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid bestaat sinds 1962 en slaagde er de voorbije decennia behoorlijk goed in zijn doel te bereiken, met name betaalbaar en kwalitatief voedsel voor iedereen. Maar de uitdagingen en verwachtingen nemen toe. De voedselstrategie die Vlaanderen heeft uitgewerkt, ambieert een veranderproces op een keten-, sector- en disciplineoverschrijdende manier. De aanbodzijde kan de complexe taakstelling onmogelijk alleen aan, ook de consument moet betrokken worden. Alleen zo verzekeren we een duurzame toekomst voor het Vlaamse voedselsysteem.”
De omgeving waarin we opgroeien, wonen, werken, sporten, slapen en ontspannen, beïnvloedt onze gezondheid. Tal van innovaties kunnen zorgen voor een gezondere (werk)omgeving: van eenvoudige oplossingen voor een beter binnenklimaat, of monitoring van de luchtkwaliteit vanuit de ruimte, tot exoskeletten om zware arbeid te verlichten.
Door Hannes Dedeurwaerder
De nieuwe Proeftuin Industrie 4.0 ‘Technologie voor Werkbaar Werk’ wil in drie jaar tijd 750 bedrijven bereiken om innovatieve technologieën toe te passen die de werknemers ten goede komen. Het gaat onder meer om cobots, digitale werkinstructies en pakken die het lichaam ondersteunen bij fysiek zwaar werk, zogenaamde exoskeletten. Het project loopt tot het einde van dit jaar en wordt uitgevoerd door de onderzoeksinstellingen Flanders Make, imec, Sirris en HIVA (KU LEUVEN).
Dergelijke toepassingen worden vandaag al gebruikt bij werknemers van Swissport Cyprus Ltd die handmatig bagage, vracht en post laden en lossen. Zij lopen het risico op aandoeningen, zoals rugklachten. Het bedrijf testte, ontwikkelde en kocht een state of the art draagbaar exoskeletpak om de handmatige bediening op de internationale luchthavens van Larnaca en Paphos te verbeteren. Uit laboratoriumresultaten blijkt dat de krachtsinspanning voor de werknemer met de liftsuit met maar liefst 30% afneemt. De exoskeletten verlichten de fysieke belasting bij het in- en uitladen van bagage en bieden een betere ondersteuning bij het staan en hurken. Swissport Cyprus Ltd is dankzij dit project een van de winnaars van de vijftiende Healthy Workplaces Good Practice Awards, uitgereikt door EU-OSHA – het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk.
De Nederlandse Innovatiewerkplaats Healthy Workplace is een samenwerkingsverband van de Hanzehogeschool en praktijkpartners, waarbij praktijk, onderzoek en onderwijs samenkomen. Student-onderzoekers vormen hierbij de verbinding tussen praktijk en onderwijs. Zo werkte Laureen Westenbrink van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen aan de Hanzehogeschool Groningen aan ontwerpen voor een gezondere leef- en werkomgeving. De basisopdracht luidde het ontwerpen van een product dat gezond werken of gezond gedrag stimuleert of een gezondere omgeving realiseert in kantoorruimtes. Dit werd ingevuld door een groene wand die bijdraagt aan een gezonde werkomgeving in kantoorruimtes. Het doel is om in de groene wand planten en industriële hennep te verwerken.
Uit recent onderzoek van Wageningen University & Research blijkt dat planten in een werkruimte verschillende voordelen met zich meebrengen: de werkplek wordt aantrekkelijker, werknemers melden zich minder vaak ziek en de luchtvochtigheid is gemiddeld hoger in een ruimte met planten dan zonder. Daarnaast is het de bedoeling dat er een samenwerking plaatsvindt met de Hemp Design Factory, waarbij industriële hennep in verschillende producten verwerkt wordt. Industriële hennep is een multitalent, waarbij de voordelen ten opzichte van andere gewassen eindeloos zijn. Zo wordt de plant gebruikt in isolerend materiaal, farmaceutische producten, voedingsmiddelen en bouwmaterialen.
Vlaanderen telt duizenden maakbedrijven in sectoren als textiel, chemie, farma, automotive, bouw, materialen, machinebouw en voeding. Die Vlaamse maakindustrie biedt een stevige basis voor innovaties. Dankzij de shift naar industrie 4.0 en uiteenlopende digitale technologieën, zoals geavanceerde sensoren, AI en robotica, kunnen ze nog slimmer en efficiënter produceren. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) schreef een rapport met beloftevolle toepassingen. Zo werkt het textielbedrijf Veranneman uit Ardooie met AI en verzamelt het data. Slimme camera’s, software en sensoren monitoren constant de productie, en schatten in of eventuele afwijkingen binnen de normen vallen.
Het hele systeem van mensen en machines wordt er gezien als een lerende organisatie. Het bedrijf kan rekenen op een heel divers personeelsbestand van verschillende nationaliteiten, wat al eens leidde tot communicatieproblemen. Met de invoering van de COQLBOX is dat verleden tijd. Die communicatieruimte telt drie schermen: een die in realtime overzicht geeft van de productietoestand, op een tweede scherm kan elk individu de eigen planning bekijken en aanpassen, terwijl het derde flexibele scherm extra communicatie meegeeft. Belangrijk daarbij is dat ieder alle informatie in realtime in zijn eigen taal leest. Tegelijk is het energieverbruik beter onder controle, terwijl het afvalpercentage is gereduceerd.
Sentinel-5 Precursor/TROPOMI is de eerste missie van het Europese Copernicus-programma dat zich richt op het monitoren van de samenstelling van de atmosfeer. Het instrument scant vanuit de ruimte de troposfeer (de onderste laag van de atmosfeer) op vervuilende stoffen. Dat doet het door het licht dat door de atmosfeer verstrooid wordt te vergelijken met direct zonlicht. Zo kan het elke dag zien hoe hoog de concentraties vervuilende stoffen in de lucht zijn.
Het belang daarvan wordt toegelicht in een rapport van het Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO). De wereldwijde NO2-metingen van TROPOMI tonen duidelijk de overheersende rol van de vervuilende uitstoot in Europa, het Midden-Oosten, het zuiden van Afrika, China en het oosten van de Verenigde Staten. Onder meer de rol van stikstofdioxide (NO) – een gas dat betrokken is bij de vorming van ozon en fijn stof – is een signaal van de menselijke activiteit in dichtbevolkte en geïndustrialiseerde gebieden.
De exclusieve bijdrage van TROPOMI is echter nog duidelijker op regionale schaal: de ruimtelijke resolutie van het instrument identificeert voor het eerst vanuit de ruimte lokale bronnen van vervuiling, zoals in stedelijke gebieden als Brussel, Gent of Antwerpen. Het instrument maakt het mogelijk om beter te voorspellen waar luchtvervuiling zal optreden en of klimaatwetten het gewenste resultaat geven.
Nemen we de klimaatverandering maar beter bloedserieus? Als we over enkele decennia nog een leefbare wereld willen: absoluut. Maar dat het twee voor twaalf is, betekent zeker niet dat we de oorlog al bij voorbaat verloren hebben.
Ik zie drie grote fronten (of voor de pacifisten onder ons: hefbomen) waarmee we de klimaatverandering nog een halt kunnen toeroepen. De eerste noem ik de ‘wettelijke pijler’. Overheden zijn namelijk verantwoordelijk voor het sturen van de bevolking in de richting van meer klimaatvriendelijk gedrag. Dat gaat van graag geziene subsidies (bijvoorbeeld financiële steun voor het installeren van zonnepanelen en warmtepompen) tot minder leuke restricties, zoals de stelselmatige verstrenging van de isolatienormen van woningen. Die sturende rol moet uitgevoerd worden door overheden van alle niveaus: van VN-klimaatconferenties tot lokale overheden. Op gemeentelijk vlak zien we trouwens nog grote individuele verschillen opduiken. Sommige steden en gemeenten nemen het voortouw en schakelen massaal over op zonnepanelen, LEDverlichting, onverharde parkings en groene energie. Anderen… not so much. Daar ligt dus best nog wel wat laaghangend fruit.
Een tweede pijler zijn de ‘individuele’ initiatieven. Elk van ons kan een heleboel kleine maatregelen nemen die allemaal het klimaat een beetje vooruit helpen: minder vlees eten, meer fietsen of met de trein op reis gaan in plaats van met het vliegtuig. Elk op zich zullen die kleine inspanningen de balans allicht niet laten overhellen, maar hier speelt wel de macht van het getal. We zijn met een paar miljard mensen op deze planeet, als iedereen
een bijdrage doet, kunnen we toch een paar keien in de rivier verleggen. Helaas is het bewustzijn in grote delen van de wereld nog veel te laag en gelden er in vele landen andere prioriteiten.
Toch moeten we ook eerlijk zijn: dé grote oplossing zullen we met deze eerste twee pijlers allicht niet forceren. Die kan er volgens mij wél komen met de derde pijler: ‘technologie’. Technologie is zonder twijfel onze grootste hoop om de klimaatverandering aan te pakken. Dat gaat niet alleen over het ontwikkelen van nieuwe, performantere zonnepanelen of nog grotere windmolens. Wetenschappers gaan nog fundamenteel verder en zijn bijvoorbeeld al volop aan het nadenken over systemen die CO2 kunnen capteren. Of over manieren om de zee te bemesten, zodat er meer fytoplankton in het water komt. Via fotosynthese kunnen die ook enorme hoeveelheden CO2 uit de lucht halen. Of denk aan alle inspanningen rond alternatieve biobrandstoffen die op termijn aardolie overbodig kunnen maken. Het goede nieuws voor ons is dat België op technologisch vlak trouwens zeer goed meedoet met de groten der aarde. Voor ons is dit een opportuniteit.
Als we al deze pijlers combineren en rigoureus toepassen, ben ik optimistisch. Dan hebben we alles in handen om de wereld ook voor onze kleinkinderen leefbaar te houden.
Technologie is zonder twijfel onze grootste hoop om de klimaatverandering aan te pakken.
In een snel veranderende wereld, die op het vlak van energie in een transitiefase zit, blijft e-power® natuurlijk niet bij de pakken zitten. Bij e-power® zetten we volop in op onze duurzame energieoplossingen om zo de impact op het milieu te verminderen. We zijn trots op deze duurzame oplossingen, op deze manier kunnen we er mee voor zorgen dat we onze uitstoot beperken en dat we onze afhankelijkheid van niet-hernieuwbare energiebronnen kunnen verminderen.
e-power® is de grootste producent in de Benelux van kleine en middelgrote stroomgeneratoren van 1 tot 600 kVA voor diverse toepassingen, waaronder industrie, vrije tijd, landbouw, bouw, lassen, mobiele voertuigen, verhuur, back-up, enz.
Onze stroomoplossingen worden ontwikkeld en geproduceerd in België, in het hart van Europa. Ze worden wereldwijd verkocht via dealers met wie e-power® langdurige relaties onderhoudt.
“We blijven streven naar duurzaamheid en innovatie om onze klanten milieuvriendelijke energieoplossingen te kunnen bieden. Samen bouwen we aan een schonere planeet waar hernieuwbare energie de norm is. Onze toewijding aan duurzaamheid drijft ons om voortdurend te innoveren en de overgang naar hernieuwbare energiebronnen te versnellen”, aldus Jens Fets, Sustainable Solutions Manager e-power® International.
“Investeren in duurzame oplossingen, is investeren in de toekomst!”
Naast de traditionele generatoren op diesel en benzine introduceren we innovatieve alternatieven. Bijvoorbeeld onze waterstofgeneratoren, onze hybride
generatoren in combinatie met batterijen, onze dual fuel-generatoren waarvan de verbrandingsmotor zowel op waterstof als op diesel werkt, onze batterijpacks, enz. Deze technologieën verminderen de uitstoot en dragen bij aan een groenere toekomst.
Onze hybrideoplossing, de zogenaamde P-Grid, is een stroomgroep waarbij we een combinatie tussen een generator en batterijen voorzien. Deze geavanceerde oplossing combineert de technologieën van batterijen en een hybride diesel generator, waardoor het brandstofverbruik tot 90% daalt.
Het energiebeheersysteem optimaliseert de stroomlevering, waarbij de accu de piekbelastingen overneemt en de generator bijspringt om de accu efficiënt op te laden wanneer nodig. De P-Grid past zich aan zwakke netaansluitingen aan, verbruikt minimale energie en maakt van de accu een buffer voor zware energiebelastingen.
De voordelen van een batterijpakket met de betrouwbaarheid van een generator
Met de Dual Fuel-generator introduceren we een stroomoplossing met een verbrandingsmotor die zowel diesel als waterstof kan gebruiken als brandstof, waardoor we zowel duurzaamheid als betrouwbaarheid bieden. Wanneer de stroomgroep draait op waterstof kan het dieselverbruik verminderd worden tot 80%, waardoor de CO₂-uitstoot op haar beurt ook daalt. Deze hybride oplossing stelt ons in staat om de eerste stappen te zetten richting de waterstoftechnologie, terwijl we tegelijkertijd een back-up hebben in de vorm van diesel voor het geval er geen waterstof beschikbaar is.
Dual Fuel: de eerste stappen naar 100% emissievrije energie
De Dual Fuel-technologie op basis van twee brandstoffen, in dit geval waterstof en diesel, is een pragmatische en haalbare tussenstap op weg naar 100% emmisievrije energieopwekking. “Betrouwbaar, niet-vervuilend en emissievrij. Waterstof wordt de nummer één brandstof van morgen; we kunnen niet ontkennen dat het een zeer belangrijke speler zal zijn bij het bouwen aan een betere toekomst”, weet Fets.
100% op basis van waterstoftechnologieën
Bij onze waterstofgenerator vertrouwen we op de gekende en betrouwbare technologie van de verbrandingsmotor. Door onze set te baseren op deze technologie, kunnen we deze sets betaalbaar houden. Met een paar ingrepen op de motor kunnen we deze verbrandingsmotor op 100% waterstof laten werken. Zelfs de zuiverheid van de waterstof mag een heel stuk lager liggen dan diegene die nodig is bij fuel cells.
Concurrentieel en productief blijven in de arbeidsmarkt van morgen kan alleen door te investeren in welzijn. Duurzame bedrijfsresultaten steunen op competente, geëngageerde medewerkers die zich fysiek en mentaal gezond voelen.
Onze werkloosheidscijfers zijn historisch laag, de Belgische vacaturegraad behoort tot de hoogste van Europa en in Vlaanderen is nagenoeg iedereen die wil werken effectief aan het werk. Bedrijven hebben dan ook de grootste moeite om openstaande vacatures in te vullen, want het nog beschikbare talent wordt schaarser, duurder en is vaak ook moeilijk om te scholen.
De demografische vooruitzichten doen die schaarste verder toenemen. Zo komen er voor elke tien werkenden die onze arbeidsmarkt verlaten maar acht in de plaats. We moeten tegen wil en dank leren om het werk met minder mensen te doen, want ondertussen klinkt de roep om meer productiviteit steeds luider. Enerzijds om de kosten (energie, grondstoffen, lonen…) onder controle te houden en de rentabiliteit te waarborgen; anderzijds om onze welvaart en onze sociale voorzieningen te kunnen blijven bekostigen.
Gelukkig is meer werk met minder mensen mogelijk door een recept met drie ingrediënten: onze arbeidsorganisatie herdenken, slimme technologie omarmen en consequent aandacht hebben voor het welzijn van de actief werkenden. De inzet van artificiële intelligentie en collaboratieve robots zijn daarbij pistes die vandaag nog onvoldoende verkend zijn. Ze bieden ongetwijfeld mogelijkheden
Hoe kan investeren in welzijn van personeel bijdragen aan de productiviteit?— FILIP BAPTIST CEO VAN SECUREX
om het werk in de toekomst behapbaarder én tegelijk productiever te maken. Het is essentieel dat werknemers aan de slag blijven en liefst zo lang mogelijk. De negatieve evoluties van de ervaren werkdruk en de scores over werkstressklachten in de Vlaamse werkbaarheidsmonitor moeten ons alvast alert houden.
Ons land telt nu al meer dan een half miljoen werknemers die langer dan een jaar afwezig zijn door ziekte. En de groeiende groep van zij die tussen een maand en een jaar out zijn kondigt een nog verdere toename van het langdurig ziektecijfer aan, want vanaf zes maanden ziekteafwezigheid zijn de terugkeerkansen pover. Bovendien blijft re-integratie nadien een heikel verhaal.
Proactief en blijvend aandacht schenken aan welzijn op het werk is daarom cruciaal. Niet alleen om zoveel mogelijk talent effectief op de werkvloer te houden, maar omdat investeren in welzijn (inbouwen van deconnectie, gezond eten, meer bewegen, minder zitten…) garant staat voor duurzame bedrijfsresultaten.
Want enkel met competente, geëngageerde medewerkers die zich boven alles fysiek en mentaal gezond voelen blijven we concurrentieel en productief in de wereld van morgen.
Voor een doelmatig werkende schoonmaakorganisatie is Alpheios al 65 jaar een professionele partner. Wilt u strategische doelstellingen op het vlak van duurzaamheid behalen? Werk dan samen met alle partijen in de supplychain, want alleen samen verwezenlijkt u ‘positieve gevolgen’ voor mens en milieu.
Circulaire supplychain
Zoals Heracles in de Griekse mythologie het idee had om de ‘Alpheios’ rivier af te buigen, en zo de stallen van koning Augias te reinigen, zo wil het Alpheios van vandaag eenzelfde drijvende, innovatieve kracht zijn voor de professionele schoonmaakmarkt. Net zoals hygiëne, efficiëntie, of vitaliteit belangrijk zijn, draagt Alpheios ook duurzaamheid hoog in het vaandel.
“Alpheios beoogt een circulaire keten waarin producten op hoogwaardig niveau zo lang mogelijk worden gebruikt”, zegt Birgitte Engelen, manager innovatie & propositie. “De klant is niet het eindpunt, maar een schakel in de hele keten.” Meten is weten en staat centraal bij Alpheios, dat zijn eigen werking eveneens onder de loep neemt. “Uit onze CO₂-analyse bleek dat er nog beterschap mogelijk was bij onze inkoop. Daarom selecteren we onze leveranciers niet enkel op vlak van hun innovaties, ze worden tevens gestimuleerd om te verduurzamen, zoals het herontwikkelen van machines of het beter recyclebaar maken van materialen”, aldus Birgitte Engelen.
Transparantie over duurzaamheid
Weten waar men staat en hoe groot de ecologische footprint nú is, zorgt ervoor dat men daadwerkelijk duurzame stappen vooruit zet. Alpheios bevordert transparantie over haar impact door het gebruik van productpaspoorten. In een productpaspoort staat informatie over de gebruikte materialen en de ecologische voetafdruk van een product over de hele levenscyclus. Hierdoor ziet Alpheios of de nieuwe ingeslagen richtingen beter zijn voor het milieu dan voorheen.
De klantbelofte van Alpheios is: voortdurend streven naar het beste, duurzame assortiment én duurzaamheid als fundament gebruiken voor innovaties in mens, methoden en materialen. Om deze belofte waar te kunnen maken, werkt het innovatieteam elke dag samen met leveranciers en klanten aan duurzame innovaties. Birgitte Engelen: “Recente onderzoeken, waaronder een Life Cycle Analyse, hebben bijvoorbeeld geleid tot duurzamere flacons met minimale milieu-impact. Het nieuwe ontwerp van de flacon bestaat uit minder plastic, bevat meer gerecycled materiaal én zorgt voor maximale efficiëntie in transport.”
Het gaat over proberen, leren en doen. Ontwikkelingen volgen zich ontzettend snel op, daarom is Alpheios niet bang om dingen uit te proberen. “Alleen zo zetten we stappen vooruit in de duurzaamheidsreis en blijven we samen met alle partners in de keten zorgen voor vitale schoonmakers en een gezonde planeet”, besluit Birgitte Engelen.
Meer weten?
Alpheios is al meer dan 65 jaar dé partner op het gebied van schoonmaakperformance, met aanwezigheid in Nederland, België, Zwitserland en Duitsland. Alpheios stuwt mensen en organisaties vooruit door middel van hoogwaardige totaalconcepten, opleidingen, methodes én middelen en materialen. Alpheios is actief in diverse sectoren zoals de gezondheidszorg, overheden & besturen, Leisure en kantoren.
Benieuwd naar de Alpheios Methode of heeft u hulp nodig bij uw schoonmaakperformance?
Neem contact op met Alpheios:
+32 (0) 3 828 48 48 info@alpheios.be
Alpheios Belgium BV
Gaston Fabrélaan 50 2610 Wilrijk
We mogen de kansen van generatieve AI-systemen – zoals ChatGPT – niet miskennen. Maar er is ook een schaduwzijde, zoals jobverlies. En dan hebben we het nog niet gehad over het eigendomsrecht, transparantie in het creatieproces, of duurzaamheid.
Zowat iedereen heeft een mening over artificiële intelligentie, en die lopen uiteen van doemdenken tot vooruitgangsoptimisme. Voor de een is een AI-systeem als ChatGPT een ethisch onverantwoord experiment, voor de ander wegen de opportuniteiten van AI door. “Met AI doen we gewoon beter werk met minder kosten”, oordeelt David Martens. Martens is verbonden aan de Universiteit Antwerpen als Specialist Datamining en Responsible AI (Faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie). “Als universiteit moeten we AI volledig omarmen. Het is onder meer onze rol om ervoor te zorgen dat de economie en maatschappij beter worden door deze technologie, en het is onze plicht om de huidige studenten in het verantwoord gebruik ervan op te leiden.”
Toch zijn er veel vragen, zoals: wat zijn de aannames bij ChatGPT? Welke bronnen worden gebruikt, wie kan het eigenaarschap claimen in het creatieproces? En hoever kunnen we gaan in het antropomorfiseren van AI: de technologie menselijke eigenschappen toedichten. Zo is er al een AI-implementatie in Snapchat voor jongeren. Er wordt stelselmatig nadruk gelegd op scenario’s waarin AI-technologie de mens voorbijstreeft, waardoor we de controle zouden verliezen en er levensgevaarlijke scenario’s ontstaan.
“Omarmen maar kritisch reflecteren”
David Martens is heus niet blind voor de mogelijke gevaren, hij schreef er zelfs een boek over. ‘Data Science Ethics: Concepts, Techniques, and Cautionary Tales’, uitgegeven in 2022 bij Oxford University Press, wordt inmiddels als standaard
Het is onder meer onze rol om ervoor te zorgen dat de economie en maatschappij beter worden door deze technologie.
— DAVID MARTENS SPECIALIST DATAMINING EN RESPONSIBLE AI UNIVERSITEIT ANTWERPEN
gebruikt bij verscheidene universiteiten. “We moeten weten welke beveiligingen het systeem kent, hoe de modellen getraind worden en wie er allemaal toegang tot de data en de modellen heeft. Het is tevens onbegrijpelijk dat er AI-experimenten op kinderen uitgevoerd worden. Dat is onaanvaardbaar en daar moeten we een duidelijk standpunt over innemen. Maar het omarmen van AI en een kritische reflectie erop kunnen voor mij perfect samengaan.”
In de Europese AI-wetgeving staat dat de OpenAI-platformen moeten aangeven waar hun ‘copyrighted data’ vandaan komen. Martens legt uit: “Nog een van de risico’s is de kans op ‘biases’. Als een algoritme getraind wordt met niet-representatieve informatie, dan zal de ongelijkheid tussen bevolkingsgroepen toenemen. En een erg groot risico is de zogenaamde ‘concentration of power’: nu leiden een aantal grote Amerikaanse techspelers zoals OpenAI, Microsoft, Meta en Google de discussies over dit thema en hebben we er zelf geen controle over. Daarom is het des te belangrijker dat Europa krijtlijnen uitzet die moeten gevolgd worden”, benadrukt hij.
‘FDA-model’
Maar ook in de thuisbasis van die dominante techspelers gaan er stemmen op tot het reguleren van AI-onderzoeken. De
discussie over de gevaren van artificiële intelligentie wordt nu te vaak gekaapt door de ontwikkelaars van deze technologie en bedrijven die daarvan financieel profiteren. Een idee dat aan kracht wint is het bouwen van een nieuwe regelgevende instantie die zich toelegt op AI-governance. Zo wordt door het AI Now Institute, een Amerikaans onderzoeksinstituut voor de maatschappelijke implicaties van kunstmatige intelligentie, het model van de FDA naar voor geschoven.
De Food and Drug Administration (FDA) is de regelgevende instantie die verantwoordelijk is voor het waarborgen van de veiligheid van de voedsel-, biologische- en medische producten. “AI Now onderzoekt hoe we via zo’n model duidelijke beleidsrichtlijnen kunnen ontwikkelen om het reguleren van AI robuuster te maken”, zegt Sarah Myers West, directeur van AI Now Institute. “Deze sterke basis zal de sleutel zijn tot onafhankelijk bestuur.” ChatGPT en andere generatieve AI-systemen zijn zo complex dat niemand meer begrijpt hoe ze werken en hoe fouten ontstaan. “Gezien het groeiende momentum is dit een kans om lessen te trekken uit regelgevend bestuur”, klinkt het bij Myers West, die onder meer adviseur is van het Witte Huis, de Europese Commissie, en lid is van de AI Futures Working Group van de OESO.
AI in nieuwe smartphones
Artificiële intelligentie maakt zijn opmars bij de smartphones. Nadat Google al uitpakte met AI-technologie op zijn Pixeltelefoons volgen ook andere spelers. Samsung lanceert zijn Galaxy S24-reeks waarbij AI centraal staat. Zo kan die onder meer telefoongesprekken live vertalen, of gesproken conversaties in tekst omzetten. Ook bij Apple staan AI-toepassingen in de steigers bij de iPhone, terwijl de VR-headset ‘Vision Pro’ ondanks een stevig prijskaartje succesvol werd gelanceerd.
Techbedrijven vrezen invloed AI op verkiezingen
Techbedrijven maken zich zorgen over de mate waarin kunstmatige intelligentie (AI) dit jaar belangrijke nationale verkiezingen kan beïnvloeden. Onder meer OpenAI-topman Sam Altman toonde zijn bezorgdheid op het World Economic Forum (WEF) in het Zwitserse Davos. OpenAI is het moederbedrijf van het populaire ChatGPT. Ook Microsoft-topman Satya Nadella waarschuwde voor desinformatie en inmenging tijdens verkiezingen.
Tsunami aan douanewijzigingen
De tweede jaarhelft van 2024 wordt een erg uitdagende periode voor eenieder die met douaneformaliteiten in aanraking komt. De basisaangiftesystemen verdwijnen, of krijgen allerminst een fikse update. Stream Software zit als marktleider in douaneapplicaties op de eerste rij om alle wijzigingen tijdig te ontwikkelen.
Aan de basis ligt de implementatie van de UCC (Union Customs Code). Om te kunnen voldoen aan de voorwaarden van deze UCC, dient een nieuw datamodel – het zogenaamde EUCDM (EU Customs Data Model) – als basis gebruikt te worden voor alle douaneprocedures. In België gaat hierdoor PLDA op de schop. PLDA wordt uitgefaseerd en wordt vervangen door IDMS en AES (Import Declaration Management System & Automated Export System). Ook NCTS krijgt een grondige upgrade naar de zogenaamde Phase 5, dewelke eveneens een impact zal hebben op de dagelijkse werking van menig gebruiker.
De tweede jaarhelft van 2024 wordt allerminst uitdagend. Naar ons aanvoelen en de huidige vooruitgang in testen, verwachten we dat de transitie van quasi alle nieuwe douanesystemen zal verschuiven naar het derde en vierde kwartaal 2024.
Stream Software
Stream Software specialiseert zich reeds meer dan 25 jaar in het ontwikkelen van applicaties binnen douane en logistiek. De Customs Streamliner is hét Customs Management System (CMS) dat enorme toegevoegde waarde biedt aan eenieder die te maken heeft met douaneformaliteiten. Binnen de Customs Streamliner ondersteunt Stream Software quasi alle douaneprocedures voor België, Nederland en Luxemburg, met een lokale ondersteuning door experten met operationele douane-ervaring.
Stream Software ondersteunt niet enkel alle standaard aangiftesystemen (IDMS, AES, NCTS, EMCS…), maar ook het automatiseren van bijzondere
In een voortdurend veranderend cybersecuritylandschap
heeft Thales, wereldleider op dit domein, Excellium Services Belgium, een belangrijke speler in België, geïntegreerd. Deze stap vormt een significante vooruitgang voor België in de toenemende strijd tegen geavanceerde cyberdreigingen.
Thales wordt ook Belgische expert in cybersecuritysector
De overname van Excellium door Thales, afgerond in oktober 2022, maakt deel uit van een bredere strategie om de wereldwijde aanwezigheid van Thales uit te breiden en zijn positie op internationale markten te versterken. Deze integratie gaat verder dan louter commerciële uitbreiding en stelt Thales in staat om zijn volledige portfolio van cybersecurityoplossingen in België aan te bieden. Het biedt Excellium ook de kans om zijn expertise op internationaal niveau verder te ontwikkelen.
Geoffrey Lucas, Country Manager voor de particuliere cybersecurityactiviteiten van Thales in België, benadrukt dat deze overname bewijst dat het bedrijf vertrouwen heeft in de vaardigheden van de Belgische teams van Excellium, waarvan sommige medewerkers nu internationale rollen binnen Thales vervullen om de cyberactiviteiten van de groep te ondersteunen. Door de expertise in dataverwerking en -beveiliging aanzienlijk te versterken, maakt deze integratie het
voor Thales mogelijk om te profiteren van een unieke synergie tussen de deskundigheid van Excellium in op maat gemaakte beveiligingsoplossingen en de internationale reikwijdte van Thales.
De wendbaarheid van een middelgroot bedrijf met de voordelen van een internationale groep
Thales, erkend als een vooraanstaande speler in de industrie, is voornamelijk actief in drie sectoren: ruimtevaart en luchtvaart, defensie en veiligheid, en digitale identiteit en beveiliging. Deze diversiteit geeft het bedrijf een strategische positie om het hoofd te kunnen bieden aan de veiligheids- en defensieuitdagingen van vandaag de dag.
In een context van wereldwijde conflicten die de cyberspace beïnvloeden, concentreert Thales zich op de bescherming van netwerken en informatiesystemen voor zowel overheden als bedrijven. De toename van aanvallen, zowel in aantal als in complexiteit, benadrukt het belang van soevereiniteits- en nationale veiligheidskwesties, prioriteiten voor Thales volgens Geoffrey Lucas. Het bedrijf speelt een sleutelrol in het beveiligen van militaire en industriële technologieën. Door de wendbaarheid van een middelgroot bedrijf te combineren met de middelen van een internationale groep, bekleedt Thales de ideale positie om te voldoen aan de beveiligingsbehoeften van bedrijven en overheden.
regelingen. Deze complexe administraties worden allen beheerd binnen het Customs Dossier, het hart van de applicatie en intelligente laag boven alle douaneprocedures heen.
De absolute basis wordt dus geraakt. We raden iedereen die met douaneformaliteiten in aanraking komt aan zich danig te informeren. De impact is niet gering. Stream Software zorgt ervoor dat alle wettelijke wijzigingen tijdig in de applicaties opgenomen worden, zodat al onze gebruikers compliant kunnen verder werken en er geen invloed is op de operaties. Daarenboven blijven de generieke interfaces naar Customs Dossier onveranderd, zelfs mits de introductie van een nieuw datamodel.
We begrijpen dat veel economische operatoren met vragen zitten rond de nieuwe ontwikkelingen. Stream Software tracht zo goed als mogelijk eenieder te informeren via verscheidene kanalen. Contacteer ons indien u meer wenst te weten over onze mogelijkheden.
Weerbaarheid en innovatie centraal
Hoewel ze nu deel uitmaken van een internationale groep, zullen de Belgische cybersecurityteams zich blijven richten op de specifieke behoeften van hun lokale klanten. Thales verbindt zich ertoe deze klanten te begeleiden in overeenstemming met de nieuwe nalevingsnormen om zich voor te bereiden op nakende dreigingen, in het bijzonder in strategische sectoren. En dit door middel van een innovatieve aanpak die optimale beveiliging garandeert.
Door de uitdagingen die kunstmatige intelligentie en de evolutie van het digitale met zich meebrengen, is de weerbaarheid van informatiesystemen van cruciaal belang. Thales in België, met een strategische uitvalsbasis in het hart van Europa, beschikt over een uitgebreide expertise in cybersecurity, die onmisbaar geworden is om bedrijven, maar ook naties, te beschermen.
Geoffrey Lucas Country ManagerWaarom bedrijven een beroep doen op expertise van buitenafDoor Hannes Dedeurwaerder
Een bedrijf dat snelheid wil maken doet een acquisitie, trekt investeringen aan, haalt nieuw talent binnen… Maar ook outsourcing is een hefboom: door bedrijfsactiviteiten uit te besteden aan een externe partij kan men zich focussen op de corebusiness.
Een eerste vaststelling is dat zowat elk bedrijfstype een beroep doet op outsourcing. “Zowel start-ups, kleinere bedrijven, middelgrote bedrijven, corporates en internationale bedrijven maken er gebruik van”, aldus Caroline De Baets, Head of Outsourcing Solutions bij hr-dienstverlener Securex. “De voornaamste reden? Vooral omdat er behoefte is aan externe expertise, zeker als het een niche betreft. Stel dat er binnen het bedrijf een project in de steigers staat, of men wil strategische oefeningen doen: dan kan een consultancy-expert die meedenkt, adviseert, plannen uittekent… van goudwaarde zijn.”
“Bij outsourcing wordt die expertise bovendien te allen tijde up-to-date gehouden, wat compliance verzekert”, vult Yanick Coesens, Manager Sourcing & Outsourcing bij Attentia, aan. “Omdat consultants continu worden opgeleid en bijgeschoold, blijven de processen van de klant up-to-date.”
Match met de uitdaging
Outsourcing kan ook minder fundamenteel zijn, bijvoorbeeld wanneer een bedrijf extra handen zoekt. Dat kan het geval zijn wanneer een vaste medewerker uitvalt en vervangen moet worden, of wanneer een project extra werk vraagt. Kortom: outsourcing om lopende zaken draaiende te houden en de continuïteit te bewaren.
“Dat laatste is bijvoorbeeld het geval bij tijdelijke werkloosheid, loopbaanonderbrekingen,
educatief verlof, enzovoort”, duidt Coesens. “Wanneer bedrijven echter kiezen voor volledige uitbesteding, is dat omdat ze ofwel (nog) geen eigen payrollafdeling hebben, of er bewust voor kiezen die uit te besteden omdat dit buiten hun kennisdomein valt en ze er zich van willen verzekeren dat ze steeds competitief zijn.”
In elk geval moet er sprake zijn van een nood, die zo goed mogelijk in kaart moet worden gebracht. “Op basis van dergelijke behoefteanalyse kan dan worden gezocht naar een oplossing op maat”, duidt De Baets. “Voorwaarde is dat het kristalhelder moet zijn wat inhoudelijk dient te gebeuren, omdat u de consultant wil uitsturen wiens skillset, ervaring, beschikbaarheid het best matcht met de uitdaging. Bovendien moet er absoluut een persoonlijke match zijn met de cultuur van de organisatie. Als outsourcing-specialist is het dan ook uw taak en verantwoordelijkheid de klant en uw eigen consultants goed te kennen. Zo kan u het risico op een mismatch minimaliseren. Niet uitschakelen, want u werkt met mensen, en dat is nooit exacte wetenschap.”
Of er vandaag meer dan wel minder gebruik wordt gemaakt van outsourcing, willen we weten. “We zitten vandaag in een realiteit van war for talent en een wereld die sneller dan ooit verandert”, duidt De Baets. “We leven niet meer alleen in België, maar ook in Europa en zelfs op de hele wereldbol: de bereikbaarheid is opengetrokken tot het maximale, zodat we vaak niet anders meer kunnen dan externe expertise aantrekken om dingen gedaan te krijgen en continuïteit te garanderen.
“Er bestaat ook veel verloop binnen payrollen hr-afdelingen”, vult Coesens aan. “In
De bereikbaarheid is opengetrokken tot het maximale, zodat we vaak niet anders meer kunnen dan externe expertise aan te trekken.— CAROLINE DE BAETS SECUREX
combinatie met de moeilijk te vinden payrollprofielen en het feit dat lonen een precair proces vormen binnen organisaties, zien we de tendens dat meer en meer bedrijven het risico van continuïteit binnen hun payrollafdeling willen uitbesteden.”
Met open vizier aan tafel
Betekent dit dan ook dat de soms negatieve mindset rond werken met contractors is veranderd? “Ja, outsourcing blijft een investering”, bevestigt De Baets, “maar in het licht van de lange zoektocht naar talent om vast in dienst te nemen valt die goed mee. Een andere negatieve assumptie is het feit dat een externe kracht minder engagement en betrokkenheid zou tonen ten opzichte van de organisatie. Maar dat engagement is er sowieso, want anders zal de consultant nooit voldoen aan de opdrachten en taken die worden toegewezen.”
Outsourcing van payroll
Outsourcing, met name wat payroll betreft, zit over heel Europa in de lift. Uit cijfers van hr-dienstenleverancier SD Worx blijkt bovendien dat België koploper is, met bijna een derde van de bedrijven die de loonverwerking uitbesteedt – deels, dan wel van A tot Z. Een van de redenen is dat de wet- en regelgeving rond loonadministratie alleen maar complexer wordt en dat externe expertise meer en meer een must wordt voor bedrijven.
Verschil met co-sourcing?
Outsourcing wordt al eens verward met co-sourcing, maar er is een subtiel verschil. Bij outsourcing wordt een project of dienst volledig uitbesteed aan een extern bedrijf of leverancier, die bijgevolg ook de verantwoordelijkheid draagt. Bij co-sourcing staat de nauwe samenwerking tussen de partijen veel meer centraal. Dat is bij outsourcing ook steeds meer het geval, maar met co-sourcing werd er een ‘nieuwe’ term op geplakt.
Een relaxerende massage heelt, revitaliseert en geeft vernieuwde energie, ook aan uw personeel. Popcorn Massages geeft bruisende massages bij u op kantoor, zodat uw werknemers als herboren op de werkvloer verschijnen. Want eens de druk van de ketel is, popt het werkgeluk en de productiviteit als vanzelf weer op!
Popcorn Massages is het geesteskind van de Antwerpse goedlachse Anne Rasquin. Na haar opleiding tot bioingenieur volgde ze massagecursussen en de vierjarige opleiding Chinese geneeswijzen, in samenwerking met de Karel de Grote Hogeschool. Vier jaar geleden toverde Anne haar hobby om tot haar beroep. Sindsdien is ze fulltime als massagetherapeute aan de slag, en richt ze haar pijlen op bedrijven. “We combineren massages met drukpunttherapie waardoor het meer wordt dan enkel ontspanning”, vertelt ze. “Op die manier kan je echt fysieke klachten oplossen, van tennisellebogen over frozen shoulders tot zelfs verteringsproblemen, stress of menstruatiepijn.”
Anne heeft vroeger zelf in verschillende bedrijven gewerkt. “Ik besef goed dat werknemers onder druk staan en dat er van hen veel verwacht wordt. Een massage is enerzijds een perfect en welgekomen rustmoment en tegelijk is het ook een mooie manier van het management om hun appreciatie voor hun personeel te laten zien. Regelmatig preventief een half uur diepe ontspanning gunnen aan uw werknemers, kan trouwens wel degelijk hét verschil maken.”
Popcorn Massages kwam al langs bij uiteenlopende ondernemingen: advocatenbureaus, staalbedrijven en HR-kantoren. Het effect op de werkvloer is onmiddellijk merkbaar, valt Anne elke keer opnieuw op. “Soms wordt er eerst een beetje lacherig gedaan, maar de mensen die een sessie achter de rug hebben, reageren altijd super enthousiast”, glimlacht ze. Ze zijn weer volledig rustig en zen, waardoor ze hun job met volle creativiteit kunnen uitvoeren, want het vermindert stress, maakt de spieren los en versoepelt het lichaam. Vaak zijn mensen zich ook niet bewust van hun kwalen en pijnen. Met mijn therapie help ik hun bewustzijn te vergroten, zodat ze zelf actie kunnen ondernemen.”
Anne werkt met abonnementen, omdat eenmalige sessies vaak een te weinig duurzaam effect hebben. “Ik heb bijvoorbeeld het “Behoud Energie”-pack waar we bij de eerste sessies alles losmaken en ons daarna concentreren op het behoud van een goede gezondheid en een fit lichaam. Maar
“FAMILY OFFICES, VOLWAARDIG ALTERNATIEVE KOPERS VAN (FAMILIE)BEDRIJVEN”
DaVinci Corporate Finance is een onafhankelijk en gespecialiseerd Vlaams corporate finance huis dat ondernemers begeleidt en adviseert bij de opvolging en overdracht van het (familie)bedrijf. Een geslaagde overdracht draait om veel meer dan cijfers alleen, weten Bart Vingerhoedt en Kris Van Deun, Founders & Managing Partners.
De stichtende partners van DaVinci combineren samen meer dan 35 jaar ervaring in Mergers & Acquisitions (M&A) en kunnen sterke referenties voorleggen. “Elke onderneming en familie is uniek en draagt een geschiedenis met zich mee. Maatwerk en gepersonaliseerd advies is dan ook een absolute must”, zegt Bart Vingerhoedt. DaVinci heeft door zijn jarenlange ervaring op de M&A markt een uitgebreid netwerk van family offices en buy-in kandidaten die actief zijn op de kmo-investeringsmarkt. “Het is belangrijk om een onafhankelijke dealmaker onder de arm te nemen die u bij de verkoop van uw bedrijf kan gidsen tussen de diverse kopende partijen.”
De markt is de voorbije jaren sterk geëvolueerd, met de steile opkomst van family offices. Dat zijn professioneel gerunde investeringsvehikels die het beheer op zich nemen van het familiale vermogen van rijke (ondernemers) families. Meer en meer ondernemers die hun bedrijf verkocht hebben of reeds vermogend waren vanuit familieverband zetten dergelijke structuren op. Zij investeren vaak gedeeltelijk in private equity, een ruim begrip voor nietbeursgenoteerde beleggingen.
“Discretie
Vingerhoedt: “Daarbij zien we dat deze families steeds meer directe investeringen in kmo’s ambieren. Daarbij stellen zij vaak een gespecialiseerd team samen met ervaren investeringsmanagers en M&A-professionals om hun kapitaal aan het werk te zetten in de reële economie.” Dit zorgt ervoor dat dit type koper zich almaar meer laat zien. Gezien het familiale karakter van deze family offices investeren zij vaak in buy-outs van kmo’s en wordt er ook op langere termijn gedacht. In tegenstelling tot private equityfondsen hanteren ze een langere investeringshorizon. Door hun ondernemersspirit is er sneller een klik met de verkoper van een familiebedrijf. “Zeker als het family office dan ook nog eens extra toegevoegde waarde biedt, zoals een nuttig en relevant netwerk of een extra klankbordfunctie voor de ondernemer in kwestie”, weet Vingerhoedt.
Waar u vroeger als verkoper van uw bedrijf ofwel veelal verkocht aan strategische kopers zoals een concurrent of sectorgenoot of aan een private equityfonds, zijn talrijke family offices een volwaardig alternatief. “Voordeel is ook dat u geen gevoelige bedrijfsinformatie moet prijsgeven aan een strategische koper zoals een concurrent”, benadrukt Vingerhoedt. “Niet onbelangrijk indien de overname alsnog zou afspringen. Naast meer discretie en privacy bij de verkoop van uw bedrijf, zijn family offices vaak ook meer gericht op het duurzaam laten groeien van bedrijven. Dat kan via de ondersteuning van een actieve buyand-buildstrategie, of het investeren in nieuwe producten of geografische afzetmarkten.”
ook op éénmalige evenementen zoals teambuildings, events, beurzen,…. maken wij iedereen blij!”
Wanneer een bedrijf Anne boekt voor tweemaandelijkse sessies (zesmaal per jaar) rekent POPCORN massages daar 95 euro per uur voor aan, of 570 euro per sessie, voor 8 personen. “Goed om weten”, vult Anne nog aan: “Het bedrijf zelf moet, buiten een lokaal, helemaal niets voorzien. Een massagestoel, oliën, tijgerbalsem… daar zorgen we allemaal zelf voor. En ook niet onbelangrijk: alle massages worden op de kleding gegeven, mensen hoeven zich dus niet uit te kleden.”
• verhoogde productiviteit
• meer creativiteit
• relaxte bedrijfssfeer
• gezonde werknemers
Meer info?
www.popcornmassages.be/bedrijven
Meer weten?
DaVinci, met vestigingen in Antwerpen, Oud-Turnhout en Oudenaarde, is geregistreerd bij het Vlaams Gewest als erkend dienstverlener inzake bedrijfsoverdracht (KMO-Portefeuille).
Op onze website www.davinci-cf.be kan u een greep uit onze succesvolle realisaties terugvinden.
Op tijd nadenken over later is, zeker voor zelfstandige ondernemers zoals u, geen zorg voor later! Er valt immers heel wat ruim op voorhand te regelen en dit op fiscaal, juridisch, economisch, sociaal en financieel vlak. Zowel zakelijk als privé. Op de Adviesmarkten - Denk vroeger aan laterkunt u individueel en discreet uw vragen voorleggen aan diverse experten over + 13 thema’s waaronder:
• Pensioenregeling voor zelfstandigen
• Overlaten, verkopen of stopzetten van uw zaak
• Subsidies
• Begeleiding bij waardebepaling en overdracht
• Successieplanning en financiële toekomstplanning
• Vastgoed en eigendom (zakelijk en privé)
• En meer!
Bekijk het volledige aanbod individuele adviesgesprekken en schrijf nu in!
www.denkvroegeraanlater.be
“Pasklare informatie en persoonlijk advies op één avond! Bedankt voor de ontvangst.”
“De drempel om de stap te zetten was vooraf hoog, achteraf was het een lage dorpel die een nieuwe inkijk gaf naar onze toekomst!”
“Inspirerend en professioneel. Alles was goed georganiseerd, een hoge opkomst, goede diversiteit van het aanbod.”
Laten we eerlijk zijn: als u een zelfstandige bent of een KMO runt, voelt elke dag waarschijnlijk aan als een acrobatische act waarbij u probeert om niet te veel borden te laten vallen. Hoewel u misschien denkt dat u de Superman of Wonder Woman van het multi-tasken bent, er is een punt waarop zelfs superhelden een sidekick nodig hebben. Enter Freelance Office - uw back-up in de wereld van ondersteuning, zodat u zich kunt focussen op wat echt belangrijk is: uw bedrijf laten groeien en bloeien.
Flexibiliteit zonder nadelen
Schaalbaarheid is niet zomaar een fancy woord voor bedrijven die willen groeien; het is een noodzaak om te overleven en te floreren. Met Freelance Office kunt u uw bedrijf moeiteloos uitbreiden. Freelance Office laat u immers toe om snel extra hulp in te schakelen tijdens drukke periodes zonder gebonden te zijn aan langdurige arbeidscontracten. Dat is wat we noemen flexibiliteit op zijn best. Bovendien kan Freelance Office ook worden ingezet tijdens afwezigheden door ziekte, moederschapsverlof of om een plots vertrek van een medewerker te overbruggen, zodat de continuïteit van uw bedrijfsactiviteiten gewaarborgd blijft. Wij hebben hoogopgeleide
profielen die zich snel inwerken. Kortom, op alle vlakken, van administratie, HR tot marketing, kan Freelance Office ondernemers bijstaan en dat vanaf 1 uur per week en volledig op maat. Dit businessmodel is super interessant voor ondernemers aangezien zij dit volledig in de kosten van hun bedrijf kunnen opnemen. Bovendien betaalt u enkel voor het effectief geleverde werk.
Van koffiezetten tot rechterhand van de CEO
Bestaat uw dagelijkse to-dolijst vooral uit administratieve beslommeringen? Laat Freelance Office u kennismaken met een wereld waarin u uw kostbare tijd kunt besteden aan wat écht belangrijk is. Stel u voor dat uw administratie efficiënt wordt beheerd zonder dat u er persoonlijk naar om hoeft te kijken.
Natuurlijk heeft niet elke ondernemer dezelfde administratieve noden. Daarom biedt Freelance Office een brede waaier aan administratieve hulp zowel voor KMO’s en kleinere zelfstandigen. Hebt u bijvoorbeeld tijdelijk een office manager of een managementassistent nodig? Zoekt u een persoonlijke assistent of hebt u salesondersteuning nodig? Geen probleem, we hebben de juiste expertise in huis om u te ontzorgen.
Taken zoals post- en mailboxbeheer, afspraken inplannen, klassement en digitalisering worden moeiteloos afgehandeld. We maken alles klaar voor de boekhouder en zorgen dat uw administratie volledig in orde is, met de puntjes op de i, zodat u zich volledig kan focussen op uw passie. Het resultaat? Een efficiëntere versie van uzelf en een bedrijf dat op alle vlakken flexibel wordt ontzorgd.
HR-diensten op maat: uw sleutel tot een sterk team
Bij Freelance Office nemen we de complexiteit van HR-beheer uit handen. U kan bij ons terecht voor een brede waaier aan diensten, waaronder het rekruteren van nieuw talent, personeelsadministratie, het ontwikkelen van opleidingstrajecten en zelfs het beheren van de loonadministratie. Verlicht uw workload door deze
essentiële maar tijdrovende taken uit te besteden aan ons gespecialiseerd team.
Marketing: maak van uw merk een rockster
Omdat we meer willen doen dan alleen uw administratieve- en personeelslasten verlichten, duiken we ook in de wondere wereld van marketing. Of het nu gaat om social media, het creëren of aanpassen van een aantrekkelijke website of het verzenden van regelmatige nieuwsbrieven, deze activiteiten kunnen behoorlijk tijdrovend zijn. Maar wat als u die zorgen aan iemand anders kon overlaten? Freelance Office heeft de expertise om uw merk te laten schitteren, zonder dat u er extra grijze haren van krijgt.
Kortom, een partner in groei
Bij Freelance Office geloven we in de meerwaarde van sterke partnerschappen. Wij zijn meer dan een dienstverlener; wij zijn uw strategische partner in bedrijfsoptimalisatie. Ons team kan vanaf slechts één uur ingezet worden, flexibel afgestemd op uw noden.
Freelance Office is dé superkracht voor ondernemers en KMO's die streven naar groei, verbeterde efficiëntie en hun merk naar een hoger niveau willen tillen. Beschouw ons als uw krachtig team achter de schermen, waardoor u zich kunt concentreren op het veroveren van de wereld (of op zijn minst uw stukje ervan). Laten we samen aan de slag gaan!
Onze deuren staan altijd open en de koffie staat klaar. Daarnaast vindt u op onze website uitgebreidere informatie over alles wat we te bieden hebben variërend van administratieve ondersteuning en HR-oplossingen tot een krachtige digitale marketingstrategie.
Saartje Buvé
0496 44 08 96 saartje@freelanceoffice.be
Meer info vindt u op www.freelanceoffice.be
We ontkomen er niet meer aan: AI is overal. Toch kijken bedrijven de kat uit de boom. Nochtans kan deze baanbrekende technologie organisaties helpen hun werklast te verminderen en de efficiëntie te verbeteren.
Ondanks de bekendheid van artificiële intelligentie (AI) en de steeds snellere introductie ervan in ons dagelijkse leven aarzelen veel professionele organisaties nog steeds. Slechts 7% van de Belgen gebruikt nu al AI-tools in de werkomgeving, blijkt uit een internationaal marktonderzoek van Deloitte.
Thuis komen we echter veel vaker in aanraking met AI zonder het zelf te beseffen. Zo gebruikt Google Maps AI om de snelste route aan te bieden en worden contextuele vertalingen via Google Translate steeds beter. Denk ook aan spraakgestuurde AI-assistenten, robotica en auto’s zonder bestuurder.
Bedrijven kunnen dan weer wat meer aanmoediging gebruiken: ze stellen zich voorlopig terughoudend op. Nochtans verwachten klanten een steeds efficiëntere en snellere dienstverlening en willen werknemers dat hun werkgever hen voorziet van tools die de productiviteit verhogen. Ligt daar dan geen rol weggelegd voor AI? AI heeft namelijk alles in huis om zowel individuele werknemers als bedrijven te ondersteunen. Deze tool maakt immers informatie
toegankelijk voor een breed publiek, boost de creativiteit en stimuleert innovatie.
Gedurende mijn carrière bij Google heb ik bedrijven van elke omvang geholpen digitaal te groeien. Ik zat op de eerste rij bij elke technologische evolutie. En elke keer stellen bedrijfsleiders de vraag: “Hoe kan ik de juiste klanten vinden en behouden en mijn bedrijf helpen groeien in een altijd veranderende wereld met meetbare resultaten?”
De mogelijkheden zijn legio. AI-gestuurde chatbots bieden tijdig antwoorden, behandelen routinevragen en schenken klanten een positieve ervaring. Dit verhoogt niet alleen de efficiëntie, maar leidt ook tot meer tevreden klanten, wat cruciaal is voor bedrijven die duurzame relaties en een sterke reputatie willen opbouwen.
Daarnaast hebben bedrijven de mogelijkheid om onbekende gebieden aan te boren. AI-gestuurde analyses kunnen bijvoorbeeld helpen trends en consumentengedrag te voorspellen en beslissingen over voorraden en aankoop te begeleiden. Machine learning-algoritmen kunnen historische gegevens
— THIERRY GEERTS COUNTRY DIRECTOR BELUX BIJ GOOGLE
analyseren om prijsstrategieën te optimaliseren, zodat bedrijven hun producten niet te laag of te hoog prijzen.
Ten slotte vormt AI ook een grote hulp bij gepersonaliseerde marketing. Door individuele klantvoorkeuren en aankoopgeschiedenis te bestuderen, kunnen bedrijven marketingcampagnes op maat maken, waardoor de klantbetrokkenheid en conversiepercentages worden verbeterd. Dit niveau van personalisatie was ooit een voorrecht van grote bedrijven, maar is nu eveneens haalbaar voor kleine bedrijven.
De mogelijkheden van AI breiden zich dus in sneltempo uit. De kansen liggen voor het grijpen voor bedrijven die AI omarmen, blijven vooroplopen en werknemers empoweren om zich aan te passen. Kortom, AI biedt enorme kansen voor organisaties om te slagen… en om te bloeien.
Artificiële intelligentie voor de uitzendkracht van morgen
Hoewel het aantal arbeidsongevallen van uitzendkrachten in de voorbije 25 jaar spectaculair is gedaald, gebeuren er nog veel arbeidsongevallen op de werkvloer. Té veel.
Kan artificiële intelligentie hier een sluitende oplossing bieden? Marijke Bruyninckx, directeur bij Preventie en Interim, nuanceert.
“Preventie en Interim (PI) is in 1998 opgericht als Centrale Preventiedienst voor de uitzendkrachten. Samen met onze leden uitzendkantoren waken we erover dat uitzendkrachten hun opdracht bij de klant-gebruiker veilig en met respect voor hun gezondheid kunnen uitvoeren. In de voorbije 25 jaar, sinds de oprichting van PI, is de werkplek voor werknemers en uitzendkrachten gaandeweg veranderd. Toepassingen van artificiële intelligentie (AI), bekend sinds de jaren vijftig, hebben al verschillende jaren hun intrede op de werkplek gedaan en zullen zich nog versterken in de toekomst.”
Wat betekent dat concreet voor de werknemers en meer bepaald de uitzendkracht en de uitzendsector?
“Preventie en Interim organiseerde ter gelegenheid van haar 25ste verjaardag het event ‘Artificiële intelligentie voor de uitzendkracht van morgen’. Jaarlijks worden in België meer dan 700.000 uitzendkrachten ingezet bij telkens een andere werkpost en een andere gebruiker (werkgever). Er wordt dus heel wat flexibiliteit gevraagd van een uitzendkracht om zijn opdracht bij de klant-gebruiker naar behoren uit te voeren. Uitzendarbeid is sterk gereglementeerd in België: klant-gebruikers van uitzendkrachten moeten instaan voor een veilige en gezonde werkplek voor hun werknemers en bij uitbreiding de uitzendkrachten.”
“Hoewel het aantal arbeidsongevallen van uitzendkrachten in de voorbije 25 jaar spectaculair is gedaald, gebeuren er nog veel arbeidsongevallen op de werkvloer. Té veel. In 2022 hadden 8.377
uitzendkrachten een arbeidsongeval, waarvan 891 keer met blijvend letsel. Meer dan 90% hiervan waren arbeidsongevallen bij handarbeideruitzendkrachten. Er zijn hiervoor verschillende redenen: een gebrekkig taakspecifiek onthaal van uitzendkrachten op hun eerste werkdag, werkgevers die preventie en bescherming op de werkplek niet verzekeren aan de hand van concrete instructies/ opleidingen of jonge mensen met een te beperkte ervaring om te werken aan bepaalde werkposten.”
Zullen arbeidsongevallen en gezondheidsschade van uitzendkrachten en werknemers verminderen bij AI-gestuurde werkplekken?
“Waarschijnlijk, maar welbepaalde risico’s zullen net meer op de voorgrond treden, zoals het ervaren van tijdsdruk bij de uitvoering van taken, een mogelijk gevolg van de concurrentie met AI-gestuurde technologie. Het tijdig (h)erkennen van mogelijke problemen bij het invoeren van AI op de werkplek is een must om deze risico’s weg te houden. In bedrijven is het verplicht om bij elke invoering van nieuwe technologie op de werkplek de werknemers voorafgaand te informeren en te betrekken. Dat principe vinden we ook terug in de ‘Welzijnswet Werknemers’ van 1996 bij de werking van de comités voor Preventie en Bescherming op het werk. Ook in AI-tijden blijven veiligheid en gezondheid op de werkplek immers primeren voor werknemers, zoals ook voor onze
uitzendkrachten. Er is hierbij niet zozeer nood aan extra regelgeving, maar wel aan aangepaste invulling in functie van de ontwikkelde AI-tools.”
Welke uitdagingen zijn nog naar voor gekomen tijdens jullie event?
“AI op de werkplek is natuurlijk niet nieuw en betekent zeker geen revolutie op de werkplek. Tijdens ons event werd evenwel duidelijk dat deze innovatieve technologie zich vandaag disruptief gedraagt. Het duurt niet lang meer voordat een werkplek volledig technologisch gestuurd wordt. Vandaag is bij meer dan de helft van de jobs de taakinhoud voor 30% vervangbaar door AI. Zeker 5% van de jobs zullen in de toekomst vervangen worden door AI. In de serreteelt bijvoorbeeld kunnen AI-gestuurde machines alle taken van de mens overnemen, van het planten van stekjes tot het verwijderen van geïnfecteerde bladeren, zonder moe te worden en fouten te maken.”
“Technologieën worden vandaag het sterkst ingezet ter vervanging van repetitieve jobs. Het menselijke aspect, waaronder het nemen van beslissingen, blijft een cruciale rol spelen. Dat houdt echter ook het verdwijnen van eenvoudige jobs richting hogere competentiejobs in. Het is aannemelijk dat bepaalde werknemers, waaronder uitzendkrachten, moeilijker inzetbaar zijn op de werkplek. Vandaar een oproep om nu al te starten met aangepaste opleidingen voor alle werknemers en uitzendkrachten als voorbereiding op AI-gestuurde werkplekken. Voor uitzendkantoren is het van belang dat ze die evolutie van dichtbij opvolgen. Uitzendconsulenten moeten immers snel en accuraat kunnen inschatten welke competentie van de uitzendkracht inzetbaar is op welke hoogtechnologische werkomgevingen.”
Marijke Bruyninckx Directeur P&IRecycleren en produceren op dezelfde locatie, een voorbeeld van circulariteit Als wereldwijde fabrikant van waterdichting en isolatie zet Soprema volop in op circulariteit. Na de bouw van een productie- en recyclagefabriek voor XPS-isolatie in Tongeren, bouwt Soprema nu in Grobbendonk de ZLOOP, een recyclagefabriek voor bitumen, beter bekend als roofing.
Lokale impact
Op deze manier bouwt Soprema verder aan haar circulair verhaal in Grobbendonk. Dat is niet alleen de hoofdzetel voor Noord-Europa, maar ook de locatie waar Soprema bitumen dakrollen voor de Belux markt maakt.
De ZLOOP is een nieuwe generatie recyclageinstallatie voor bitumen. Deze levert een hoogwaardige grondstof op voor de productie van nieuwe bitumineuze waterdichtingsmembranen. Het is een bewuste keuze om op dezelfde locatie te recycleren en te produceren, zo is de output van het recyclageproces meteen de input voor het productieproces en kan de cirkel lokaal gesloten worden. In Grobbendonk maakt Soprema van uw oud dak een nieuw dak. Volledig circulair en lokaal.
Maximale circulariteit
Het door ZLOOP gerecycleerde bitumen komt terug in de productie van roofing als hoogwaardige grondstof, zonder kwaliteitsverlies. Een klein percentage afvalstoffen kan niet als nieuwe grondstof voor roofing gebruikt worden, maar vindt een nieuw leven in andere toepassingen. De innovatieve technologie van ZLOOP, kort voor Zero Waste Loop, zorgt ervoor dat ook het kleine restpercentage afvalstoffen wordt ingezet in functie van maximale circulariteit. Net zoals Soprema in Tongeren circulaire XPSisolatie maakt uit de recyclage van EPS-afval (piepschuim) volgens hetzelfde principe. De nieuwe recyclagefabriek ZLOOP zal resulteren in een output van 6000 ton recyclaat per jaar, de doelstelling is om met deze installatie volledig operationeel te zijn tegen 2025.
Samen sterk
Soprema trekt aan de circulaire kar maar doet dit niet alleen. De Belux organisatie kan rekenen op steun van een grote wereldwijde groep met 12.000 collega’s in 90 landen, maar de kans op slagen in de toekomst wordt veel groter door goed samen te werken met het lokale ecosysteem en de steun van duurzame initiatieven. Zowel met collega fabrikanten als met overheden, sectorfederaties, aannemers… Samenwerking met en tussen alle actoren in de keten is onontbeerlijk om circulariteit op lange termijn te garanderen.
Eén van die gezamenlijke inspanningen is de oprichting van BRN (Bitumen Recycling Netwerk), een initiatief van alle fabrikanten van bitumineuze dakbedekking om het snijafval van de werven gezamenlijk in te zamelen. Een mooi voorbeeld van een gedeelde inspanning en verantwoordelijkheid. Bovendien verhogen efficiëntie en rendabiliteit door samen te werken. Ook in de bouw van nieuwe projecten en renovatie wordt naar de toekomst gekeken, met circulaire systemen en ontmantelbaarheid voor hergebruik en recyclage. Onlangs tekende Soprema nog het klimaatdak protocol, een initiatief van Embuild Vlaanderen en Buildwise.
Volledige lifecycle
Soprema investeert in duurzame productontwikkeling en recyclage, maar ook de stappen tussen ontwerp en einde leven van het product zijn cruciaal. De wijze van installatie, het gebruik en de sloop hebben een grote impact om hergebruik en recycleerbaarheid te kunnen realiseren. Daarom zet Soprema hard in op educatie en informatie. Soprema is vandaag een kenniscentrum en wil dat ook blijven. Het betrekken van de ontwerper, gebouweigenaar, aannemer, sloper, … is elementair om de impact van deze duurzame inspanningen te vergroten.
De ambitie van Soprema reikt dan ook veel verder dan de productie en verkoop van waterdichting en isolatie. Soprema wil als producent van bouwmaterialen een hub blijven voor kennisdeling over duurzame en circulaire oplossingen. Dat alles met het oog op maximale recyclage en service over de volledige lifecycle van producten en bouwsystemen.
Let’s Go to Zero
Verduurzamen is niet langer een optie, maar een noodzaak. Bij Soprema focussen we al decennialang op belangrijke thema’s zoals klimaatverandering en energievoorziening. In ons duurzaamheidsverslag bundelen we onze inspanningen en innovatieve oplossingen voor een groenere bouwsector. Daarbij hoort ook een aangename werkomgeving in onze productiesites en recyclagefabrieken, dicht bij onze klanten en hun bouwprojecten. Op www.gotozero.be nemen we u graag mee in deze wereld van duurzaam en circulair bouwen.