
9 minute read
Zorgpersoneel: Van stethoscoop naar algoritme
Elektronisch Medisch Dossier De transitie van papier naar digitaal loopt niet altijd van een leien dakje, dat geldt ook voor de gezondheidszorg. Toch groeide het belang van het Elektronisch Medisch Dossier de laatste jaren sterk. Met dit systeem zien behandelende dokters onmiddellijk het medisch dossier van patiënten en worden ook zaken zoals voorschriften digitaal gemaakt. In de toekomst gebruiken we het misschien zelfs om op grote schaal data anoniem op te volgen, om zo medisch beleid te kunnen vormgeven.
Dokter robot AI maakt vandaag steeds vaker medische diagnoses. Het UZA kocht in 2018 bijvoorbeeld nog een AI-oplossing die hen helpt om problemen op te sporen in CT-scans. Omdat deze systemen zich baseren op gigantische hoeveelheden data, sporen ze mogelijk beter dan dokters ziekten op. Maar er bestaat ook controverse rond, want ze werken niet altijd even goed in de praktijk en een menselijke dokter blijft steeds nodig om de uiteindelijke beslissing te nemen.
Advertisement
BRAND REPORT ERGOTRICS
Van stethoscoop naar algoritme
De coronacrisis zette delen van ons zorgpersoneel de voorbije maanden nog meer in de vuurlinie. Maar op de achtergrond verandert hun beroep ook. Technologie maakt dat hun jobs op het punt staan te verschuiven.
Het coronavirus en de pandemische gevolgen ervan kwamen bovenop de druk die de zorgsector al ondervond omwille van een vergrijzende bevolking en een toename in chronische ziekten. Technologietrends haken daarop in. “Er komen drie trends op ons af: connected, integrated en value-based healthcare”, begint Pascal Verdonck, CEO van MedTech Flanders en professor medische technologie bij de UGent. We gaan volgens hem naar een zorg die vaker buiten de muren van het ziekenhuis plaatsvindt, want iemand in een ziekenhuis behandelen kost de maatschappij veel geld. Om dat te realiseren moet technologie de zorgmedewerker met de patiënt verbinden. Wat op zijn beurt een geïntegreerde zorg verwacht waarbij instellingen makkelijk data delen, zoals bijvoorbeeld de medicatie die een patiënt neemt. Ten slotte moeten de twee bovenstaande elementen ook een goede beleving garanderen voor de patiënt.
Gezondheidszorg draait steeds minder rond pure genezing en meer rond continue, geïntegreerde zorg die op preventie inzet. “Dat realiseren we enkel met nieuwe technologie”, stelt Verdonck. “Zo moeten we bepaalde zaken automatiseren, om de druk op zorgpersoneel te verlagen. Maar er is ook mHealth, of mobiele gezondheid, die ons toelaat patiënten te volgen. Neem bijvoorbeeld moveUP, een app die een patiënt na een knie- of decennia geleden nam het aantal mensen met chronische aandoeningen sterk toe”, stelt Bert Vaes,
— BERT VAES, KU LEUVEN
heupoperatie thuis oefeningen laat doen, en die nu erkend is door de Federale Overheid voor terugbetaling. De kinesist en chirurg volgen de oefeningen vanop afstand op, en het is daarbovenop goedkoper voor de samenleving, want de patiënt moet niet altijd afzakken naar het ziekenhuis.”
Dat beïnvloedt op zijn beurt het werk van zorgmedewerkers. “Iedereen, van paramedici en verpleegkundigen tot chirurgen en apothekers, moet leren omgaan met technologische verandering”, stelt Verdonck. “Vroeger bleef je werk decennia lang hetzelfde. Nu moeten we mensen opleiden om met die verandering om te gaan, een uitdaging voor onderwijs én human ressources.”
Iets dat eveneens doordringt tot bij de huisartsen. “Vergeleken met twee huisarts en tegelijk onderzoeker aan de KU Leuven, waar hij de impact van data op huisartsen onderzoekt. “Dat confronteert ons met een complexere groep patiënten. Twintig jaar geleden behandelden we vaker acute aandoeningen, terwijl we nu meer de gezondheid van oudere, chronische patiënten managen, die vaak nog eens verschillende geneesmiddelen tegelijkertijd nemen.”
Om daarop in te spelen is opnieuw technologie nodig. Apps volgen patiënten in de toekomst misschien continu op, complexe AI-algoritmen maken zelf diagnoses en een huisarts bezit morgen mogelijks een dossier vol gezondheidsdata van jou. Maar dat brengt op zijn beurt risico’s met zich mee. “We moeten dit goed beheren”, stelt Vaes. “Zoniet krijgen huisartsen een data-lawine over zich heen. Dan zullen ze zich terugplooien op wat ze al weten: het contact met de patiënt, hun stethoscoop en hun bloeddrukmeter.”
Ook in ziekenhuizen moet een technologische kloof voorkomen worden. “Als technologie jobs vervangt en ze complexer maakt, dan bevooroordeelt dat de beter opgeleiden”, stelt Pascal Verdonck. “We moeten iedereen goed opleiden, van de chirurg tot de ziekenhuislogistieker. In sommige ziekenhuizen werkt zelfs de poetshulp met een tablet. Er zal een opwaardering van alle jobs optreden, en sommigen zullen het daar moeilijk mee hebben.”
Moeten zorgmedewerkers dan voor hun positie vrezen? “Je kunt een arts nooit vervangen door een robot of algoritme”, stelt Vaes. “Iemand moet altijd het advies naar de patiënt vertalen, en dat verwacht een mens. Dat kun je niet wegcijferen. Het persoonlijk contact met de patiënt is cruciaal. Huisartsen kiezen ervoor om mensen op lange termijn bij te staan. Als huisarts word je als het ware oud met hen. Je begint als jonge arts met veel jonge patiënten en je evolueert met hen mee. Wij begrijpen de context, en dat vervang je nooit door technologie.”
TEKST TOM CASSAUWERS
XL-oplossing buikligging tot 180kg
De beelden van patiënten die beademd moeten worden tijdens deze COVID-pandemie staan op ons netvlies gebrand. Bijkomende moeilijkheid is dat in veel gevallen de patiënten zwaarlijvig zijn en daardoor moeilijk gepositioneerd kunnen worden voor een operatie of een beademing.
Ergotrics, het Medtech-bedrijf dat gespecialiseerd is in het positioneren en verplaatsen van patiënten met perslucht, heeft nu een XL-kussen ontworpen dat gemaakt is op basis van de morfologie van obese patiënten tot 180 kilo. “De extra grote operatiekussens zijn optimaal ontworpen om de ribbenkast en het bekken te ondersteunen, terwijl het zachte weefsel en de buik vrij hangt”, vertelt neurochirurg Dr. Paul Depauw. “Het uiteindelijke doel is om elke patiënt te positioneren op zijn ‘persoonlijk opblaasbare skelet’. Hierdoor kunnen we de buikdruk optimaal verlagen en dat is belangrijk om een operatie technisch goed te kunnen uitvoeren. Door de optimale positionering denken we dat er minder veneuze stuwing zal zijn, minder bloedverlies en een duidelijker beeld van het operatiegebied.”
Niet alleen voor operaties biedt het innovatieve kussen een oplossing, ook tijdens deze coronapandemie werd het bedrijf zelfs vermeld in het VN-rapport als succesvolle innovatie in deze crisis. CEO Inge Bruynooghe legt uit: “Het biedt een ideale oplossing voor beademing in buikligging. De Ergotrics-kussens heffen de patiënten in een optimale positie voor de beademing, waarbij de buik vrij komt te hangen en er meer longblaasjes gebruikt kunnen worden voor het ademen. Dat kan zorgen voor een verbetering van de zuurstofopname in het bloed van de patiënt, nu dus ook voor coronapatiënten tot 180 kilogram.” Wereldwijd kan het kussen op bijval rekenen. “Het realiseren van deze innovatie was een belangrijke mijlpaal voor de Amerikaanse markt, waar het aantal zwaarlijvige patiënten hoger ligt en toeneemt", besluit Bruynooghe.
Dr. Paul Depauw Neurochirurg
In samenwerking met...
‘We moeten het samen doen’: COVID-19 met solidariteit bekampen

De eerste COVID-piek ligt definitief achter ons. Maar nu zitten we middenin de volgende fase, waarin we opnieuw met het virus moeten leren omgaan. Die pieken en dalen maakten ze onder andere bij Kliniek Sint-Jan in Brussel van dichtbij mee. Volgens CEO Hadewig De Corte moeten we solidair blijven om door deze crisis te raken.
Net zoals de meeste ziekenhuizen ondervond Kliniek Sint-Jan een scherpe impact van de aanvankelijke piek van de pandemie en de bijhorende lockdown. "In eerste instantie moesten we onze infrastructuur verschillende keren aanpassen", vertelt De Corte. "Dat ging over logistiek, COVID-specifieke eenheden opzetten, patiënten op een andere manier ontvangen conform de maatregelen, maar ook artsen en medewerkers continu opleiden en up-todate informatie geven. Tegelijk bleven we inzetten op de patiëntenervaring, waarbij we de patiënt als mens zien in zijn eigen context: diens ziekte uiteraard, maar ook de persoon, zijn of haar familie en de zorgverleners. Diezelfde processen activeerden we enkele weken geleden opnieuw."
Maar COVID-19 was niet enkel een medisch verhaal. Een ziekenhuis is ingebed in een bredere gemeenschap. En solidariteit binnen die gemeenschap is cruciaal bij het omgaan met deze pandemie. "We moeten het samen doen, zowel privé als professioneel", stelt De Corte. "Dat reikt tot aan de thuissituatie. Tijdens de eerste golf moesten we enorm focussen op COVID-19, maar tegelijkertijd ben ik ook moeder van drie kleine kinderen. Ik heb hen bij vrienden en familie ondergebracht, zodat ik me kon richten op de Kliniek en ons team." Maar het ging ook over kleinere dingen. "Op zekere momenten werden we overrompeld met giften zoals chocolade, pralines, fruit en drankjes", stelt De Corte. "Allemaal tekenen van solidariteit, van mensen die ons een hart onder de riem wilden steken. Op die energie willen we zeker verderbouwen."
“Die solidariteit zagen we ook bij onze professionele partners en buren. We zijn onderdeel van het sociale weefsel in Brussel”, vervolgt De Corte. “Tijdens de eerste fase was het duidelijk dat we er voor elkaar zijn tijdens deze moment of truth. Zo kregen
we bijvoorbeeld een leegstaand gebouw ter beschikking om er een testcentrum te openen. We kennen elkaar en springen voor elkaar in de bres. Partners en buren steunen ons op teveel manieren om op te noemen."
Nu we voorbij die eerste fase zitten blijft solidariteit belangrijk.“Het blijft cruciaal – en dit is een oproep – dat we met zijn allen de COVID-maatregelen blijven opvolgen”, stelt De Corte. “We zagen de voorbije weken opnieuw een sterke piek in het aantal besmettingen en zieken, en die fluctuatie zal de komende maanden blijven. We moeten zorg dragen voor iedereen, zowel de mensen met COVID-19 als alle andere zieken. In de eerste golf werden we op een bepaald moment gedwongen activiteiten op te schorten en merkten we dat sommige mensen behandelingen uitstelden of met klachten bleven zitten. Dat moeten we absoluut proberen te vermijden.”
COVID zal ooit voorbijgaan. Maar de lessen die Sint-Jan leerde tijdens deze periode blijven alvast hangen volgens De Corte. “Voor de crisis was er al een ambitieus plan voor ons ziekenhuis”, stelt de CEO. “Daar zijn we ook tijdens de pandemie aan blijven voortwerken. De crisisaanpak en onze transformatie combineren blijft voor ons belangrijk. De pandemie legde ook pijnpunten bloot in het Belgisch gezondheidssysteem. We moeten dit momentum behouden om er de nodige lessen uit te trekken en het systeem te hervormen zodat we het in de toekomst samen beter kunnen doen.”
Hadewig De Corte CEO
In samenwerking met...
Kliniek Sint-Jan is een algemeen ziekenhuis met drie locaties, allemaal in het hartje van Brussel. De kliniek beschikt over 584 bedden, en telt 1.400 medewerkers, 260 artsen en daarbovenop nog eens 150 vrijwilligers. Kliniek Sint-Jan biedt alle mogelijke zorgen aan, van preventieve tot curatieve geneeskunde en van begeleiding en revalidatie tot psychische gezondheidszorg. Daarbij leggen ze de nadruk op patiëntenervaring.