
16 minute read
Farmacie: De keten achter je medicijn
De keten achter je medicijn
Een pilletje nemen wanneer je ziek bent is heel normaal, maar erachter schuilt een complexe ketting die reikt van onderzoek en ontwikkeling tot het doosje dat uiteindelijk in je medicijnkast terechtkomt. Die keten verandert en digitaliseert nu steeds meer.
Advertisement
R&D
De reis van een medicijn begint bij onderzoek en ontwikkeling, ofwel R&D. Hier ontwikkelen hoogtechnologische bedrijven nieuwe recepten voor geneesmiddelen die ziekten en aandoeningen bestrijden. België is alvast een sterkhouder in die economische niche. In 2019 stelde onze farmaceutische sector meer dan 38.000 mensen tewerk, investeerde ze 3,9 miljard euro in R&D en bracht de export van geneesmiddelen en vaccins 50 miljard euro op, zo'n 12,5 procent van de Belgische export. Digitalisering en innovatie ondersteunen steeds meer de ontwikkeling van geneesmiddelen. Begin 2020 kondigde de Britse start-up Exscientia bijvoorbeeld aan dat ze een eerste medicijn ontdekten via artificiële intelligentie, een concept waarvoor ze al meer dan 100 miljoen dollar aan kapitaal ophaalden.
ROBOT-APOTHEEK
Het medicijn komt meestal via een groothandelaar terecht bij de apotheker. Hier haalt de patiënt, al dan niet met een doktersvoorschrift, het uiteindelijk op. Het bestellen, stockeren en verkopen van medicijnen zijn echter complexe processen. Vaak gaat het gepaard met een papieren administratie en veel zoeken naar medicijnen in kasten. Daarom automatiseren apothekers hun job steeds vaker. Robots en digitale systemen van bedrijven zoals het Belgische MediTech helpen hen hierbij, die indexeren de medicijnen en stockeren ze in een automatisch systeem. Administratie en beheer wordt makkelijker, en apothekers krijgen meer tijd om te adviseren. In de toekomst moet er misschien gewoon op een knopje worden geduwd en er schuift een doosje medicijnen uit de toonbank. REGELGEVING
Medicijnen bestaan in een zeer gereglementeerde omgeving, en alvorens een middel toegang krijgt tot de Belgische markt moet het een reeks procedures doorlopen. Het moet toestemming krijgen van het Europees Geneesmiddelenbureau. Daarna moet hun Belgische tegenhanger de autorisatie naar het lokale niveau vertalen. Een bedrijf moet zo bewijzen dat het product werkt en niet schadelijk is voor patiënten. Tegelijk zijn er een hoop andere instellingen die zich over een geneesmiddel uitspreken. De FOD Economie analyseert bijvoorbeeld de prijs van het middel, en het RIZIV spreekt zich uit over de terugbetaling door de verzekering. Overheden zien geneesmiddelen dus als iets cruciaal en die hevig gereglementeerd moeten worden voordat het bij de patiënt raakt.
E-COMMERCE
Maar wat dan met e-commerce? Zet dat een tussenpersoon zoals de apotheker niet onder druk? Webshops voor medicijnen zoals Farmaline bestaan vandaag al, maar enkel voor voorschriftvrije medicijnen zoals paracetamol. Ook experimenteren steeds meer apothekers met thuisleveringen of automaten met voorschriftvrije medicijnen. Maar niettemin zijn medicijnen anders dan producten die je makkelijk online koopt, zoals boeken of elektronica. Geneesmiddelen zijn mogelijks schadelijk wanneer ze verkeerd gebruikt worden, en de farmaceutische sector blijft hameren op de rol van de apotheker. Die bezit een controlefunctie en heeft daarnaast een adviserende rol. Een apotheker zal vertellen hoe een medicijn te nemen en kent vaak de situatie van de patiënt. Een webshop vervangt dat aspect niet zomaar. PRODUCTIE
Na de ontwikkeling en erkenning begint de productie. In hoogtechnologische fabrieken produceren farmaceutische giganten de middelen, een geglobaliseerd proces. Maar België blijft een belangrijk productiecentrum voor geneesmiddelen. Dat bleek al tijdens de COVID-19-pandemie. De Amerikaanse multinational Pfizer selecteerde zo hun productievestiging in Puurs om mogelijk miljoenen dosissen vaccins tegen de ziekte te produceren, eens die er zijn. Ook bleek de pandemie een aanleiding voor Europese politici om mogelijks de productie van geneesmiddelen terug te halen naar Europa. Een tekort aan mondmaskers en medisch materiaal aan het begin van de pandemie zette hen ertoe aan om productie opnieuw lokaal te maken.
PAPIER
Voor eindklanten betekent een medicijn kopen nog heel wat frictie: eerst naar de dokter, om daar een papieren voorschrift te halen. Daarmee gaan ze naar de apotheek om hun medicijn te kopen. Vervolgens is het zelf opvolgen hoeveel pilletjes per dag. Dat proces zal misschien klantvriendelijker worden. Het elektronisch voorschrift voor medicijnen wordt stilaan een realiteit. In de toekomst moet je dus geen briefje in doktershandschrift meer meenemen naar de apotheker. En zelfs verpakkingen staan te veranderen. Start-ups zoals het Amerikaanse PillPack, in 2019 overgenomen door Amazon, steekt pilletjes in transparante zakjes met daarop de dag waarop je het moet innemen. In plaats van onhandige doosjes krijg je in de toekomst dus zakjes op maat van je aandoening.
MEDISCHE DESINFECTIE Van labo tot restaurant
Winter is coming. En middenin een pandemie betekent dat slecht nieuws. Tot voor kort konden we elkaar ontmoeten in de buitenlucht, met voldoende verluchting.
Terrassen namen zelfs parkeerplaatsen over in grootsteden zoals Brussel en Antwerpen. Maar al snel zal het Belgische weer ons terug naar binnen dringen, en afgesloten restaurants en bars zijn mogelijke broeihaarden voor het virus. Daarom duiken nu steeds meer nieuwe hygiëne en ventilatie-oplossingen op, sommigen die van steriele labo’s naar de horeca gaan.
“We zien absoluut een verschuiving”, stelt Filip Hendrickx, CEO van Analis Development, dat zich onder andere specialiseert in desinfectie-oplossingen voor healthcare. “Voordien werkten we in de werelden van de labo’s en de ziekenhuizen. Dat blijft onze focus. Maar nu komen de vragen plots van overal.” Hun Novaerus toestellen zuigen lucht aan waarna de gepatenteerde technologie in actie treedt. “De toestellen crëeren een elektromagnetisch veld”, stelt Hendrickx. “Je legt een spanningsveld aan, en de microorganismen die erdoor passeren worden vernietigd. Hun DNA of RNA en de proteïnen worden uitgeschakeld. Zo verminder je de verspreiding van de micro-organismen zoals pakweg een virus of bacterie.” Doorgaans werden die desinfectie-apparaten vooral gebruikt in de gezondheidszorg. Denk maar aan patiëntenkamers en wachtruimtes, plaatsen waar mensen met een zwakkere gezondheid verblijven zoals woonzorgcentra. Het Belgische bedrijf krijgt nu vragen van restaurants, hotels, industrie, apotheken tot zelfs individuen. “Het risico verhoogt naarmate mensen dichter bij elkaar zijn”, stelt Hendrickx. “Cafés en restaurants doen alle moeite om de nodige afstand te verzekeren. De economische druk is er ook, terwijl de terrassen stilaan dichtgaan. Virologen volgen met argusogen de genomen maatregelen op. Toestellen zoals Novaerus verminderen drastisch het risico op besmetting op deze plaatsen.”
Ron Roobroeck, International Marketing and Sales Manager bij Analis, ziet de verschuiving ook gebeuren. “Iedereen met een publieke functie, van hotels tot kantoren, moet zich voorbereiden op de nabije toekomst”, stelt hij. “Ze moeten extra maatregelen treffen om het risico op besmetting tot een absoluut minimum te herleiden." Desinfectie van de lucht is echter onvoldoende. Huidige maatregelen, zoals afstandhouden en handhygiëne blijven prioritair. “Wij spreken over closing the loop”, stelt Hendrickx. “Handhygiëne, desinfectie van oppervlakken en desinfectie van de lucht moeten samengaan. Het is onvoldoende om frequent je handen te wassen als er iemand in dezelfde kamer hoest. Desinfectie van de lucht is complementair met de andere preventieve maatregelen. Het is een en-en-verhaal. We moeten verschillende maatregelen optimaal combineren om een effectieve preventie te garanderen.
Filip Hendrickx CEO
Ron Roobroeck International Marketing & Sales Manager
In samenwerking met...
De Belgische firma Analis werkt al meer dan 90 jaar in de wereld van de laboratoria. Daar biedt ze een breed portfolio aan van hoogtechnologische apparatuur dat toepassingen ondersteunt in de medische setting. Met 150 mensen zijn ze actief in de Benelux. Hun eigen desinfectiegamma wordt wereldwijd geëxporteerd via lokale distributeurs.
VAN VIJF JAAR NAAR ACHTTIEN MAANDEN: DE RACE NAAR HET CORONAVACCIN IS INGEZET
Hoe moeilijk is het om een vaccin tegen een virus te maken? Wat zijn de verschillende fases in het ontwikkelingsproces? En hoe werkt zo’n vaccin eigenlijk? Brecht Vanneste, Managing Director bij MSD gunt ons een blik in de interne keuken van de vaccinontwikkelaar.
Ongeveer de hele wereld is naarstig op zoek naar een vaccin tegen SARS-Cov2, het virus verantwoordelijk voor Covid-19. Als één van de grootste farmabedrijven ter wereld heeft uiteraard ook MSD (Merck & Co. in de US) haar verantwoordelijkheid opgenomen. “MSD is een bedrijf dat al 125 jaar geneesmiddelen en vaccins ontwikkelt en dat maakt dat we heel wat ervaring hebben in het ontwikkelen van vaccins”, zegt Brecht. “Onder meer vaccins tegen mazelen, bof, rubella, ebola, HPV en hepatitis A & B hebben we al ontwikkeld. Meer zelfs: In de afgelopen kwarteeuw werden er slechts 7 echt nieuwe vaccins ontwikkeld, d.w.z. vaccins die werkzaam zijn tegen een pathogeen waarvoor er daarvoor tot op dat moment nog geen vaccin bestond. Van deze 7 vaccins, werden er 4 ontwikkeld door MSD.”
Nu ons sociaal en economisch leven door Covid-19 sterk beïnvloed wordt, is het de bedoeling om het virus zo snel mogelijk onder de knoet te krijgen. “Stel dat we op pakweg 18 maanden een veilig en efficiënt vaccin zouden hebben, dan zou dat een absoluut snelheidsrecord zijn”, legt Brecht uit. “Om een referentie te geven: MSD heeft het vaccin tegen ebola in ongeveer 5 jaar ontwikkeld in samenwerking met globale partners. Een vaccin op minder dan twee jaar maken, zou dus echt wel een ongelooflijk huzarenstuk zijn.”
Vooraleer een vaccin op de markt komt, heeft het altijd drie testfases ondergaan. Voor het onderzoeksvaccin aan mensen wordt toegediend, gebeurt er preklinisch onderzoek, dat zich volledig in het labo afspeelt (inclusief dierenproeven) en waarbij gekeken wordt naar de veiligheid en de immuunrespons. Daarna volgt de eerste fase van het klinisch onderzoek bij de mens, Brecht: “Hier bekijken we bij gezonde vrijwilligers of het vaccin kan werken, of het een immuunrespons van het lichaam opwekt en natuurlijk of het veilig is. Voor een vaccin is dat nog belangrijker dan voor een geneesmiddel, omdat we gezonde mensen vaccineren en op termijn waarschijnlijk bijna de ganse wereldbevolking proberen te bereiken.”
“Hierna wordt een grootschalige studie opgestart, waarbij het vaccin in een heel grote groep mensen wordt getest waarbij er wordt gekeken naar de doeltreffendheid, met name bescherming tegen COVID-19 infecties, en natuurlijk de veiligheid. Een bijkomende moeilijkheid daarbij is wel dat er een voldoende hoge besmettingskans moet zijn om het vaccin te testen. Die studies moet je dus kunnen doen op plekken in de wereld waar het virus nog woedt.”
Er zijn heel wat verschillende manieren om een vaccin te ontwikkelen. MSD maakt in zijn corona-onderzoek gebruik van een zogenaamd vectorvaccin. “Dat vaccin is een soort taxi die een onschuldig maar heel herkenbaar stukje van het coronavirus, het “spike” eiwit, in het lichaam brengt en het lichaam zo aanzet om antilichamen aan te maken en immuniteit op te wekken tegen dat virus”. Na succesvolle proeven in het labo worden nu in 3 Belgische ziekenhuizen vrijwilligers met het eerste (mazelenplatform) MSD COVID-19 vaccin gevaccineerd. Daarmee is de fase 1 studie van het onderzoek officieel van start gegaan.
Eén van de grote voordelen van de vectorvaccins van MSD is dat er al ervaring bestaat met deze vaccintechnologie. Desondanks gaat MSD er zelf al vanuit dat het allicht niet het allereerste bedrijf zal zijn dat een werkend vaccin op de markt kan brengen. “De bedoeling voor MSD is niet om als eerste een COVID-vaccin te ontwikkelen en er zullen sowieso verschillende veilige en doeltreffende vaccins nodig zijn gezien de grote vraag. Veiligheid is zeer belangrijk, gezien de toediening aan mogelijk miljarden mensen wereldwijd. MSD hecht ook veel belang aan een brede, rechtvaardige en betaalbare toegang voor zijn vaccins. Dit betekent dat iedereen, waar ook ter wereld, toegang moet hebben tot een vaccin, omdat het een wereldwijde pandemie is. Laat ons hopen dat alle vaccinontwikkelaars met hun gezamenlijke inspanningen adequate oplossingen zullen kunnen bieden om dit waar te maken om zodoende één van de grootste gezondheidscrisissen van de afgelopen decenia te overwinnen. Alleen door goede samenwerking tussen alle betrokkenen zal dit mogelijk zijn. Niemand is veilig totdat we allemaal veilig zijn.”
BE-NON-00610. Date of last revision: 10/2020
In het zog van de zorgverlener

Zorgverleners waren al onmisbaar vóór de coronapandemie en zijn nog méér onmisbaar geworden, doorheen de verschillende pieken van het virus en de nodige maatregelen van deze afgelopen periode. En laat het ondertussen wel duidelijk zijn dat zorg voorkomt in alle maten en vormen: van vrijwilligerswerk tot nieuwe technologieën en een diverse patiëntenervaring. De onzichtbare gevolgen van corona horen eveneens tegen het licht worden gehouden, want een pandemie dringt harder door in onze maatschappij dan je op het eerste zicht zou denken. Enkele getuigenissen van zorgdragers.

Leslie Delcarte.
Uroloog Kliniek Sint-Jan in Brussel
“Als Brusselaar was het voor mij een evidente keuze om voor een ziekenhuis in het centrum van de stad te gaan werken. Ik hou van Brussel omwille van de diversiteit van de stad, die je ook terugvindt bij onze collega’s én patiënten. Wij zijn er voor iedereen en dat was een van de redenen waarom ik een jaar geleden voor Kliniek Sint-Jan koos. Urologie is een zeer divers vakgebied waarin we zowel kinderen, mannen als vrouwen behandelen en begeleiden in hun volledig traject als patiënt. Van de diagnose, behandeling of ingreep tot de opvolging. Zo bouw je ook een vertrouwensrelatie op met je patiënt. Ik haal energie uit het engagement en de dynamiek die ik bij mijn collega’s terugzie. Als team blijven we continu investeren in nieuwe technologieën en nieuwe behandelingen in het belang van onze patiënten. Daarvoor krijgen we de volle steun van de kliniek.”

Valerie Florentz.
Apotheek Florentz uit Meise
“In het begin van de coronapandemie schafte ik voor de apotheekruimte het Novaerus luchtdesinfectiesysteem van Analis aan. Op dat moment droegen we zelf nog geen masker en hadden we ook nog geen plexiglas geplaatst. Het toestel van Analis gaf zowel ons als de patiënten een gevoel van veiligheid in die moeilijke en onzekere tijden. Naast de vele gebruikelijke maatregelen en het verluchten en ontsmetten van de verschillende oppervlakten, vervolledigde het systeem de totale bescherming van de officina. Het toestel is zonder enige twijfel onze bondgenoot geworden in de verdere strijd tegen het corona- en griepvirus, maar eveneens tegen de pollen in het voorjaar.”
Vera.

Vrijwilliger bij Samana
“Ik zag in een blaadje een advertentie over de vrijwilligerswerking van Samana, en ik dacht: als er werkelijk zoveel mensen eenzaam zijn, waarom zou ik dan geen plaatsje voor hen kunnen vrijmaken in mijn hectische leven? Ik kon daarbij ook op een mooie manier mijn eigen talenten benutten. Ik ben wel een empathisch persoon, een eigenschap die zeker van pas komt in de buddywerking waarvoor ik me inzet, maar bijvoorbeeld ook in de mantelzorgtrajecten of vakantiebegeleiding die Samana organiseert. De ondersteuning die ik krijg vanuit de vrijwilligerswerking is uitgebreid: ik kan deelnemen aan allerhande seminaries, cursussen en activiteiten. Maar uiteindelijk ben je als vrijwilliger geen dokter. Je moet gewoon proberen om een vriend te zijn voor de ander. Om er echt te zijn voor die persoon. Voor mij voelt die opdracht alleszins enorm zinvol aan.”
Innoveren rondom klinisch onderzoek

Het opzetten van klinische studies vraagt heel wat (labo)-infrastructuur en een uitgebreide logistieke keten. Lang niet alle farmabedrijven beschikken daarover of hebben de kennis in huis om deze op te zetten. Hoe pakken ze dat probleem aan?
Farmaceutische bedrijven hebben misschien wel testcapaciteit, maar klinische studies en medicijnenresearch omvatten meestal ook een intensief logistiek proces, met bergen data die verzameld, verwerkt en geanalyseerd moeten worden. In veel gevallen behoort dat niet tot de corebusiness van de farmagroepen.
Om die leemte te vullen, zijn er verschillende gespecialiseerde leveranciers van labodiensten actief in ons land. Cerba Research uit Gent is er een van. “Hoe kun je bijvoorbeeld snel, efficiënt en zonder problemen kits voor een staalafname verdelen?”, stelt CIO Peter Vermeylen de vraag. “Dat is bijvoorbeeld een zaak die wij voor onze rekening kunnen nemen. Wij prepareren onder andere alle materialen om de stalen af te nemen en leveren die netjes in kits aan. Ook het papierwerk met patiëntengegevens bereiden we voor en verwerken we. Als alle data binnen is, bestellen wij labotesten, in ons eigen labo of bij een partner. De resultaten worden daarna aan de onderzoekers ter beschikking gesteld via pdf’s, maar evengoed via een elektronisch portaal waarop ze kunnen inloggen.”
Naast puur administratief werk levert Cerba Research ook wetenschappelijke expertise aan, zegt Lab Manager Joachim Vandroemme. “Bij de opzet van de studies werken we nauw samen met onze klanten. Hoe gaan we de test definiëren? Hoe zetten we die op? Welke markers gaan we opsporen? Ook daarin spelen we onze rol.” De omvang van dit soort studies is in de loop der jaren almaar complexer geworden, zegt Vermeylen. “Vijf jaar geleden kregen alle patiënten in een studie dezelfde tests. Doordat we almaar vaker richting ‘personalised medicine’ evolueren, zijn dat bijna honderd individuele parcoursen geworden. Op basis van de resultaten worden de tests continu bijgestuurd. Dat maakt de uitdaging natuurlijk een stuk groter.” “De interactie tussen de labotests en de behandeling is ook toegenomen”, pikt Vandroemme in. “Daar is nu bijna directe feedback aanwezig. ‘De patiënt’ was voor de farmaindustrie vroeger een homogene groep. Tegenwoordig is dat anders. Neem nu de COVID-testen, daar wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende subpopulaties. Niet alleen naar geslacht, maar ook bijvoorbeeld of
iemand diabetes heeft.” De rol van Cerba Research zelf is trouwens ook aan het veranderen, stelt Vermeylen. “Afhankelijk van welke technologie er nodig is, zullen wij studies met tests aan verschillende partijen uitbesteden. Waarmee we een soort ‘broker’ van data worden. Net zoals in veel andere industrieën nam ook in de farma het belang van data en dataverwerking een enorme vlucht. Omdat wij met patiënten werken is die data per definitie zeer gevoelig. Het is dus van het allergrootste belang dat er voorzichtig mee wordt omgesprongen. Respect voor privacy mag dus absoluut geen loos begrip zijn.”
Door de enorme hoeveelheid data die tegenwoordig ontsloten kan worden, ontstaan er nieuwe mogelijke toepassingen waar vroeger alleen maar over gedroomd kon worden. En dan komen er al snel begrippen als ‘artificiële intelligentie’ en ‘machine learning’ op de proppen. “Klopt”, zegt Peter, “dat heeft een enorme revolutie veroorzaakt. In ons Franse lab in Montpellier wordt bijvoorbeeld heel veel met medische beeldvorming gewerkt. Tot een paar jaar geleden werden weefselstalen nog letterlijk bekeken op glazen lamellen. Tegenwoordig wordt dat allemaal volledig digitaal verwerkt. Dat betekent meteen ook dat je daar algoritmes op kunt loslaten die helpen bij diagnoses.”
Maar ondanks de enorme sprongen die binnen IT en AI worden genomen, is de rol van de mens in het labo nog lang niet uitgespeeld, maakt Joachim zich sterk. “Natuurlijk zal technologie almaar prominenter worden, maar in de eerste plaats vooral om de medicus te ondersteunen. De rol van de arts blijft cruciaal om data en gegevens te interpreteren. Je zult als patiënt maar eens de uitzondering op de regel zijn die niet precies in de plooien van het algoritme past. Dat kan zeer ongewenste gevolgen hebben. Daarom zal menselijke verificatie nog heel lang de norm blijven. Al zal het labo van de toekomst er natuurlijk heel anders uitzien dan nu. Denk bijvoorbeeld aan alle ontwikkelingen in labtesten op chips of in Point-of-Care-testing, waarbij artsen vaker zelf test zullen uitvoeren. Tot slot zie ik ook een explosie aan biomarkers in de toekomst, bovenop alle klassiekers die we nu al kennen. Wat betekent dat ik me, als labospecialist, nog lang niet bedreigd voel (lacht).”
In samenwerking met...
Cerba Research levert de hoogste kwaliteit in gespecialiseerde laboratoria en diagnostische oplossingen en wil een hefboom zijn voor de klinische studies van morgen. Dat dankzij het ter beschikking stellen van patient data en innovatieve wetenschappelijke inzichten. Dankzij hun globale verankering en toegang tot vermaarde labs, data, patiënten, technologie, ondersteunt Cerba Research op wereldschaal bedrijven in de biotechnologie, farma en IVD-organisaties, om het leven van alle patiënten te verbeteren.