Fokus Innovatie

Page 1

D I T D OSS I E R WO R DT G E P U B L I C E E R D D O O R S M A RT M E D I A E N VA LT N I E T O N D E R D E V E R A N T WO O R D E L I J K H E I D VA N D E R E DACT I E VA N D E STA N DA A R D

AUG ‘21

INNOVATIE

Wim De Wulf Over de drijvende innovatiekracht

Energieconsumptie Inzetten op data en digitalisering

Peter Verhaert De biotechdoorbraken van morgen

Bart Steukers ”Belgische technologiebedrijven zijn voorlopers op het gebied van duurzame energieopwekking.”

Lees meer op Fokus-online.be


2 VOORWOORD

FOKUS-ONLINE.BE

4

6

10

19

LEES MEER. 4

Investeringen in Industrie 4.0 brengen geld op

6 Data en digitalisering essentieel bij energiebesparing 10

Interview: Bart Steukers, Agoria

14

De transformatie naar Factory of the Future

16

Over de toekomst van kern-, winden zonne-energie

17

Wetenschap schiet de landbouw te hulp bij klimaatopwarming

18

Investeren in innovatie is investeren in mensen

19

Peter Verhaert: De biotechnologische doorbraken van morgen

COLOFON. COUNTRY MANAGER

CHRISTIAN NIKUNA PEMBA HOOFDREDACTIE

Wim De Wulf

Technologieneutraliteit als drijvende innovatiekracht

ELLEN VAN HOEGAERDEN EINDREDACTIE

DON VAN DER PUTTEN CREATIVE DIRECTOR

BAÏDY LY

De Green Deal streeft door middel van de ‘Fit for 55’ naar een klimaatneutraal Europa in 2050 en tegen 2030 naar een daling van de CO2-uitstoot met 55 procent ten opzichte van 1990. Om dit te bereiken zal ook de CO2-uitstoot van de transportsector aanzienlijk moeten dalen.

D

e transitie naar een groene en betaalbare mobiliteit zal alleen mogelijk zijn via innovatieve oplossingen. Om dit te bereiken is de inzet vereist van álle duurzame technologieën en brandstoffen. De overheid investeert massaal in de stimulering van de marktpenetratie van elektrische wagens. Het wordt echter alsmaar duidelijker dat de klimaatdoelstellingen niet behaald kunnen worden met slechts één technologie. Alle duurzame innovaties moeten een eerlijke kans krijgen in de energiemix. Koolstofarme en klimaatneutrale vloeibare brandstoffen (biobrandstoffen tweede generatie, synthetische brandstoffen) alsook blauwe/groene waterstof en biogas kunnen het transport concreet helpen vergroenen. Deze worden onmisbaar in de lucht- en scheepvaart en het vrachtwagentransport, waar duurzame alternatieven moeilijker zullen doorbreken. Inzake personenwagens zullen ze naast onder andere elektrische aandrijvingen ook een belangrijke rol spelen om het huidige en toekomstige wagenpark te vergroenen. Elektrische wagens zullen ongetwijfeld een belangrijke plaats innemen in het wagensegment van de toekomst. Deze wagens zijn echter maar net zo CO2-emissievrij als de elektriciteit die zij gebruiken. Enkel inzetten op één technologie creëert een potentiële monopoliesituatie en sluit de deur voor innovatieve oplossingen die nodig zullen zijn om de mobiliteit te vergroenen en betaalbaar te houden. Doordat 85 procent van de wagens op de weg in 2030 waarschijnlijk nog altijd een thermische motor

TEKST

JEROM ROZENDAAL SOPHIE LODEWIJKS

Alle duurzame innovaties moeten een eerlijke kans krijgen in de energiemix.

hebben, zullen vloeibare (koolstofarme) brandstoffen noodzakelijk blijven. Het bestaande wagenpark speelt dus een belangrijke rol in het terugdringen van de CO2-uitstoot. Koolstofarme brandstoffen kunnen onmiddellijk ingezet worden zonder van voertuig te veranderen, waarbij de bestaande distributie-infrastructuur (tankstations) kan worden gebruikt. Geen meerkosten voor de maatschappij en de belastingbetaler. Daarom: ‘don’t change the car, change the fuel!’ De petroleumsector heeft intussen de beweging ingezet om een duurzame partner te worden in deze energietransitie. De bedrijven uit onze sector vormen zich geleidelijk om tot multi-energie-actoren door steeds actiever te zijn in innovatieve processen die koolstof reduceren en alternatieve energievormen – zoals CCS, CCU, duurzame (vloeibare) brandstoffen, elektriciteit, waterstof, biogas… Innovatie als drijvende kracht om klimaatoplossingen aan te reiken kan alleen gedijen in een beleid dat technologieneutraliteit vooropstelt, a fortiori in een vrijemarkteconomie. In de transportsector zijn daarom complementaire duurzame technologieën en brandstoffen nodig om zowel het voertuigenpark te vergroenen, als adequaat in te spelen op de diverse transportbehoeften op een sociale en inclusief maatschappelijke manier. Door Wim De Wulf, secretaris-generaal Belgische Petroleum Federatie

SARAH VAN MEEL ROSALIE VAN HOOF LAYOUT

DEE BERNAERS COVERBEELD

SANDRA MERMANS DRUKKERIJ

COLDSET PRINTING PARTNERS

SMART MEDIA AGENCY. LEYSSTRAAT 27 2000 ANTWERPEN +32 (0)3 289 19 40 REDACTIE@SMARTMEDIAAGENCY.BE FOKUS-ONLINE.BE

Veel leesplezier!

Siemen Van Nuffelen Project Manager


INNOVATIE heeft onze textiel-, hout- en meubelindustrie aan DE WERELDTOP gebracht De transformatie van onze maakindustrie in de jongste decennia is indrukwekkend en de textiel-, hout- en meubelindustrie heeft hier duidelijk aan bijgedragen. Wat het productieproces betreft, valt de zeer hoge graad van automatisering op. Vele bedrijven werken nu al als industrie 4.0, andere zijn op weg er naartoe. Daarnaast werd en wordt sterk ingezet op productontwikkeling en nieuwe producten. In de textielindustrie kunnen we het zogenaamde Technisch Textiel vermelden, zoals medische toepassingen, bv. chirurgenpakken, veiligheidskledij, maar ook textiel bij wegenaanleg, het zogenaamde geotextiel, of agrotextiel om de oogsten te optimaliseren. In de houtindustrie zijn er tal van nieuwe mogelijkheden in de houtbouw, zeker voor renovatietoepassingen. En in de meubelindustrie is bv. ‘de circulaire matras’ een belangrijke innovatie”, zegt Fa Quix, topman van Fedustria, de beroepsorganisatie van de textiel-, hout- en meubelbedrijven in België.

SECTORALE TECHNOLOGIECENTRA ALS AANDRIJVER De ruggengraat van de industrie in België zijn de kmo’s. Zij zijn onze sterkte omdat ze elk in een niche hun toekomst hebben opgebouwd. En die kmo’s zitten in vele hoogwaardige en veeleisende niches. Maar dé uitdaging voor onze bedrijven, kleine en grote, is het permanent blijven innoveren. Innovatie is een moeilijk en vaak duur proces. Maar het is levensnoodzakelijk. Gelukkig kunnen de bedrijven rekenen op sterke sectorale technologiecentra. Voor de textielindustrie is dat Centexbel, met labo’s in Gent, Kortrijk en Grâce-Hollogne. Voor de hout- en meubelindustrie is dat het kenniscentrum WOOD.BE in Anderlecht.

Centexbel

WOOD.BE

Jan Laperre, directeur-generaal van Centexbel: “De textielbedrijven kloppen bij ons aan om uiteenlopende redenen. Om een onderzoeksproject op te stellen en met ons als kennispartner uit te voeren, of om aan te sluiten bij een collectief onderzoeksproject. Zo zijn wij projectcoördinator of partner in verschillende Europese kaderprogrammaprojecten, en projecten met steun van VLAIO in Vlaanderen. Maar ook voor allerhande analyses, patentonderzoek, gebruik van pilootinstallaties of deelname aan een infosessie komen de bedrijven bij ons. Technologiecentra zoals Centexbel en WOOD.BE zijn een onmisbare schakel tussen de knowhow en de bedrijven die die knowhow in hun producten en processen moeten toepassen.”

Zelfde geluid bij Chris De Roock, directeur-generaal van WOOD.BE: “Als kenniscentrum helpen wij om de innovatie-inspanningen van de hout- en meubelbedrijven op een hoger niveau te brengen. Wij bieden ook trendinformatie en begeleiding bij ontwikkeling van nieuwe producten. Wij stellen tevens een groeiende interesse vast in circulaire economie en ecodesign. De technieken voor houtrecyclage gaan alsmaar verder, waardoor er steeds efficiënter wordt omgegaan met de natuurlijke, duurzame en hernieuwbare grondstof hout. WOOD.BE test in zijn labo’s o.m. de duurzaamheid, sterkte en veiligheid van houtproducten en meubelen. En wij doen ook certificering van de zogenaamde ‘chain of custody’, zoals FSC en PEFC.”

‘Hout. De natuurlijke keuze’ “Hout is zowat de meest hernieuwbare grondstof”, zo stelt Filip De Jaeger, adjunct-directeur-generaal van Fedustria. “Hout gewonnen uit duurzaam beheerde bossen zorgt ervoor dat de beschikbaarheid van hout ook in de toekomst wordt gegarandeerd. In het kader van de Europese Green Deal zal hout als grondstof voor houten producten én als bouwmateriaal alleen maar aan belang winnen. Met onze lopende infocampagne ‘Hout, de natuurlijke keuze’ willen we dit nadrukkelijk communiceren.”

Meer weten? www.houtdenatuurlijkekeuze.be

Ook in de textielsector worden de inspanningen om de industrie ‘circulair’ te maken fors opgedreven. Jan Laperre: “Wij zijn actief op zoek naar oplossingen in alle schakels van de kringloop teneinde die te kunnen sluiten. Er zijn nog heel wat technische en technologische hinderpalen die moeten worden overwonnen. Dat kan alleen mits doorgedreven onderzoek in samenwerking met de bedrijven. Wij zijn ook blij met het initiatief van Vlaams minister van Economie en Innovatie Hilde Crevits om 15 miljoen euro vrij te maken voor ondersteuning van projecten van circulariteit in de bedrijven van de maakindustrie.”

Innovatie is een breed spectrum Fa Quix wil toch vermijden dat men innovatie vandaag zou verengen tot alleen ‘circulaire economie’. “Dat is natuurlijk een belangrijk gegeven en het zal zowat overal aanwezig zijn. Maar innovatie draait ook om efficiëntie in de productie, om digitalisering, en om nieuwe producten die aan nieuwe behoeften tegemoetkomen. Zo kan de industrie aan de toenemende vraag naar veiligheid, persoonlijke bescherming en leefmilieubehoud met technische textielproducten een oplossing brengen. En zoals textielgoeroe professor em. Marc Van Parys het uitdrukt: “80 % van het textiel moet nog uitgevonden worden.”


4 AUTOMATISERING

FOKUS-ONLINE.BE

Investeringen in Industrie 4.0 brengen geld op Investeringen in technologie en engineers om het productieproces te automatiseren worden vaak gezien als een kostenpost. Maar in de praktijk levert het juist geld op.

E

en bedrijf dat naar de toekomst kijkt, dat is er eentje die bezig is met Industrie 4.0. Dat stelt John Spronck, voorzitter van Vlamef, de belangenvertegenwoordiging van metaalverwerkende bedrijven in Vlaanderen. Hij is tevens zaakvoerder van metaalverwerkingsbedrijf Esma in Maasmechelen en investeerde de laatste jaren volop in machine monitoring. “Nu zie ik meteen hoeveel stuks gemaakt zijn op een machine en wat de conditie van de machine is. Door realtime informatie te hebben, kan ik veel sneller schakelen en informatie doorgeven aan klanten en leveranciers.” Industrie 4.0 gaat over Internet of Things, artificiële intelligentie en smart learning, maar het gaat ook over realtime monitoring van het productieproces, aldus Walter Auwers, Business Unit Manager Advanced Manufacturing van de technologische kennisinstelling Sirris. “Het is niet alleen een revolutie, ook een evolutie waarbij de digitale transformatie in kleine stappen gemaakt kan worden.” Vooroordelen over de complexiteit weerhoudt volgens hem een derde van de Belgische maakbedrijven om zich bezig te houden met Industrie 4.0. Vaak zien bedrijven waar het goed loopt ook geen aanleiding. “Daarnaast denkt een derde van de Belgische maakbedrijven na over investeringen in digitalisering en automatisering, terwijl een ander derde reeds toepassingen heeft geïmplementeerd.” Vooral grote bedrijven zijn voorlopers op het gebied van Industrie 4.0. “Zij kunnen de kosten beter dragen en focussen meer op strategische langetermijnplannen”, aldus Auwers. Afgezien van investeringen in machines en technologie, vergt het proces van digitalisering en automatisering ook forse investeringen in het personeelsbestand. Dit ondervond ook de Vandemoortele Groep die vanaf 2016 een digitalisering van

Bedrijven moeten erover waken dat ze nog over voldoende knowhow beschikken om met gespecialiseerde IT-bedrijven samen te werken. het productieproces in haar margarinefabriek in Izegem doorvoerde. Noemenswaardige investeringen in het machinepark waren daarvoor niet nodig, vertelt sitemanager Nele Union. “Onze machines genereerden al veel informatie, maar daar werd niets mee gedaan. Er werd hoogstens naar gekeken als er iets kapotging.”

In de huidige situatie heeft datacaptatie en -analyse tot doel om de slijtage en mogelijke breakdown van een machine te voorspellen. Op het gebied van personeelsmanagement en human resources werden er eveneens behoorlijke investeringen gedaan. Om de data-analyse toe te passen, werd er een data-analist aangenomen. Die verdiende

zichzelf kort na zijn indiensttreding weer terug. Union: “Op basis van data-analyse van de machine merkte hij dat er wat aan de hand was, en het bleek dat de machine sneller aan het slijten was. Hierdoor hebben we eerder kunnen ingrijpen en de schade aan de machine kunnen beperken en productie-uitval kunnen voorkomen.” Ook van het technische personeel en de engineers worden andere skills gevraagd. “In plaats van mechanische kennis zijn er steeds meer vaardigheden op het gebied van elektronica en IT nodig”, aldus Union. Ook de automatisering van het productieproces heeft haar vruchten afgeworpen bij de Vandemoortele Groep. “Voorheen verliep de overgang (de wisseling tussen twee productrecepten, nvdr) handmatig. Dat proces hebben we geautomatiseerd. Het gevolg hiervan is dat we veel minder productuitval hebben en dus kosten uitsparen. Om verder te ontwikkelen biedt Industrie 4.0 enorm veel kansen.” Walter Auwers is ook overtuigd van het nut van investeringen in Industrie 4.0. Sterker nog: “Om aan te haken zullen veel bedrijven wel moeten digitaliseren en automatiseren.” Hierdoor kan ook de Belgische loonhandicap gecompenseerd worden, ons land behoort qua arbeidskosten immers tot de koplopers van Europa. Door automatisering kan er met minder werknemers meer geproduceerd worden. Hij voorspelt dat de transformatie er wel toe kan leiden dat bepaalde kennis verdwijnt bij maakbedrijven. “Grote bedrijven zullen hun eigen engineers in dienst hebben om productieprocessen uit te tekenen. Voor kleinere bedrijven is dat vaak niet nodig en zal er veel gewerkt worden met externe, gespecialiseerde IT-bedrijven. Bedrijven moeten erover waken dat ze nog over voldoende knowhow beschikken om ook met deze gespecialiseerde IT-bedrijven samen te werken.” Door Jerom Rozendaal


Staal heeft altijd centraal gestaan in de menselijke vooruitgang. En staal zal ook in de toekomst belangrijk blijven omdat het sterk, duurzaam, flexibel en eindeloos herbruikbaar is - perfect dus voor een circulaire economie. ArcelorMittal wil een voortrekkersrol opnemen in de ontwikkeling van technologieën die een wereldwijde overgang naar een koolstofarme economie moeten ondersteunen en mogelijk maken. Slimmer staal maken voor een betere wereld dus. Daarom zoeken wij klimaatgeeks die ‘state of the art’-projecten ontwikkelen om onze doelstelling te realiseren.

Meer info: belgium.arcelormittal.com/green-engineer

CONTINENTAL AUTOMOTIVE MECHELEN : KLAAR VOOR HET VOLGENDE HOOFDSTUK Het Duitse concern Continental AG (vooral bekend van zijn autobanden) bevindt zich op een kruispunt. Het maakt zich op voor een stevige digitaliseringsgolf, die het bedrijf zal klaarmaken voor de komende decennia. Personeelsdirecteur Mireille De Beleyr legt uit wat dat allemaal meebrengt.

Continental mag bij het grote publiek dan vooral bekend zijn van de autobanden, het productenpallet gaat véél breder. Het bedrijf is een van de grootste toeleveranciers van de autoindustrie en bouwt zowel zetelbekleding als airbags als alle mogelijke elektronische systemen. In Mechelen produceren een 400-tal mensen wielsensoren, elektronische remsystemen en aanverwante onderdelen. “Het is geen geheim dat de automobielsector momenteel door een lastige periode gaat”, steekt Mireille van wal. “Niet alleen daalt het aantal verkochte wagens, veel mensen twijfelen of ze al een hybride of elektrische wagen moeten kopen of dat ze aan car sharing moeten gaan doen. Er is dus veel onzekerheid in de markt. Tel daarbij fenomenen als de Brexit, de zeer strenge emissienormen en de Chinese markt waar de heropleving na corona weer aan het stagneren is en je begrijpt: wij moeten ons als bedrijf aanpassen aan een nieuwe omgeving.”

Momenteel gaat Continental door een herstructurering waarbij ook gedwongen ontslagen zijn gevallen. “Afscheid moeten nemen van goede mensen is een zeer spijtige zaak, maar we kunnen niet anders”, zegt Mireille. “We moeten competitief blijven, ook intern. Mechelen is maar een van de vele Continental-vestigingen en als we in de toekomst nieuwe producten en opdrachten willen binnenhalen, moeten we laten zien dat we een snelle, flexibele en wendbare plant zijn en blijven.” De snelste weg om die doelen te bereiken gaan via automatisering en digitalisering. “De recentste technologieën inzetten, onze innovatieve kracht aanscherpen, continu blijven verbeteren, maar tegelijk ook een duurzaam beleid voeren, zijn de sleutelwoorden”, zegt Mireille. “En ondanks de lastige periode die we doorgaan, willen we ook blijvend een omgeving creëren waar het aangenaam (samen)werken is en waar onze mensen zich kunnen blijven ontwikkelen. Mensen die al bij ons werken, maar allicht ook nieuwe profielen. Dit

is dus zeker niet het begin van het einde, integendeel. Binnenkort willen we er opnieuw staan, klaar voor een mooie toekomst.” Digitalisering en automatisatie zijn inderdaad erg belangrijk, maar het personeel blijft allicht de belangrijkste asset van Continental, zegt Mireille. “De bedrijfscultuur van Continental is no nonsense en resultaatgericht. Wij zijn een multinational, zeker, maar zijn fier op het kleinschalige en familiale gevoel dat in elke vestiging heerst. Iedereen kent iedereen hier. Heel veel mensen hebben meer dan twintig jaar anciënniteit. Ik ook bijna, ik ben bij geen enkele andere werkgever langer gebleven dan bij Continental (lacht).” Op die manier zou het best kunnen dat Continental dan opnieuw een “Factory of the Future”-award van Agoria en Sirris wint. “Dat zou dan onze vierde keer zijn”, lacht Mireille. “Het zou een mooie manier zijn om dit tijdperk af te sluiten en ons op te maken voor een nieuwe era.”


6 ENERGIECONSUMPTIE

Meer energie-efficiëntie dankzij volautomatische fabriek Soudal, de Kempische specialist in siliconen, lijmen en PU-schuimen, is gestart met de bouw van een volautomatische fabriek nabij het hoofdkwartier in Turnhout. Met de nieuwbouw is een investering van 40 miljoen euro gemoeid. Dit hoopt de wereldspeler onder andere terug te verdienen met het drukken van de energierekening. Door gebruik van data, digitalisering en automatisering wil het bedrijf energiezuiniger en met minder afval produceren.

Chipsoven van PepsiCo verwarmt woningen De PepsiCo-fabriek in Veurne zal de nieuwe wijk ‘Suikerpark’ verwarmen met restwarmte van haar chipsoven. In de wijk ligt een netwerk van goed geïsoleerde ondergrondse leidingen, waardoor warm water tot in de woningen wordt gebracht. Een warmtewisselaar brengt de warmte over aan leidingen die naar de verwarming of de keuken en badkamer lopen. Het betreft het eerste warmtenet in ons land dat volledig draait op restwarmte van een voedingsbedrijf.

FOKUS-ONLINE.BE

Data en digitalisering essentieel bij energiebesparing Fossiele brandstoffen raken uitgeput en dragen bij aan de opwarming van de aarde. De energietransitie staat inmiddels hoog op de agenda bij bedrijven. Door data-analyse en digitalisatie kan de energie-efficiëntie opgevoerd worden en kan ook groene energie optimaal benut worden.

B

elgië onderschrijft de Europese klimaatdoelstellingen en streeft naar een emissieloze samenleving in 2050. Om deze doelen te bereiken, is een belangrijke rol weggelegd voor de Belgische industrie, die volgens Energy Key Data van het ministerie van Economie 25 procent van de totale Belgische energieconsumptie voor haar rekening neemt. Minder energie verbruiken is essentieel bij het halen van de energiedoelstellingen, aldus Dirk Torfs, CEO van kennisinstelling Flanders Make. Volgens hem kan deze energie-efficiëntie verbeterd worden met technologische innovatie en digitalisatie. Hij noemt het voorbeeld van de huidige generatie van vraaggestuurde moderne elektromotoren die uitgerust zijn met variabele snelheidomvormers, die een efficiëntiewinst kunnen boeken tot 40 procent afhankelijk van de status van de initiële installatie. “Ze hebben geen constante output, maar leveren het vermogen dat gevraagd wordt. Hierdoor is er minder energie nodig om dezelfde output te bereiken zodat het hele proces veel efficiënter is qua energieverbruik.”

Torfs ziet een belangrijke rol weggelegd voor Industrie 4.0. Dit is het proces van automatisering en digitalisering van de maakindustrie waarbij de productie digitaal aangestuurd en bijgestuurd wordt op basis van data en data-analyse. “Er zijn steeds meer data beschikbaar en die kunnen met artificiële intelligentie gebruikt worden om het productieproces in te richten. Een optimalisatie van de productie betekent ook een optimalisatie van het energieverbruik.” Ook energiesoftware en consultancy-specialist Condugo benadrukt het belang van data. Het bedrijf adviseert grote energieverslinders – farmaceutische en chemische multinationals – bij het verhogen van de energie-efficiëntie. Hoe groot deze multinationals ook zijn, hun energieverbruik is allesbehalve op orde. “Door een efficiëntere inrichting van de productie kan op korte termijn 2 tot 10 procent aan energie-efficiëntie gewonnen worden”, vertelt CEO Xavier De Moor. Condugo inventariseert de beschikbare energiedata van de grote concerns. “Bedrijven hebben

tegenwoordig veel data op het gebied van energiegebruik, maar het ontbreekt aan softwaresystemen om deze data te capteren en te bewerken. Er wordt veelal nog gewerkt met simpele Excel-systemen om data te registeren”, vertelt De Moor. Door artificiële intelligentie op data los te laten kan Condugo aangeven welke parameters invloed hebben op het energiegebruik in verhouding tot de productie. “Hieruit kan bijvoorbeeld blijken dat het opvoeren van de temperatuur of druk een positieve invloed heeft op het energiegebruik per eenheid product.” Volgens De Moor worden bedrijven steeds meer gedwongen om hun energiehuishouding op orde te hebben. “De wetgever eist steeds meer gedetailleerde rapportage over het energieverbruik in verhouding tot de productie, terwijl ook de aandeelhouders en de consumenten steeds meer openheid eisen.” Dirk Torfs sluit zich daarbij aan. “Energieverbruik is niet meer alleen een kostenpost, maar ook een onderdeel van sociaal-maat-

schappelijk ondernemen, waardoor energietransitie hoog op de agenda van bedrijven staat. Voor producten die met minder energie vervaardigd zijn, kun je ook meer geld vragen. Duurzaamheid is een verkoopargument geworden.” Volgens de experts is energie-optimalisatie niet sluitend, maar moet er sprake zijn van een combinatie van maatregelen om een energieverduurzaming te realiseren. Naast een reductie of optimalisatie van energieconsumptie en de implementatie van groene energie, biedt ook een circulaire huishouding uitkomsten. Digitalisatie en automatisatie kunnen er ook voor zorgen dat groene energie, die beschikbaar is als de zon schijnt of de wind waait, beter benut wordt. “Je kunt bijvoorbeeld denken aan een datagedreven, flexibel productieproces dat inspeelt op het aanbod van wind- en zonne-energie. Is er veel energie beschikbaar, dan kunnen energie-intensieve operaties uitgevoerd worden en bij minder aanbod verschuiven de accenten naar andere activiteiten”, besluit Torfs.

Door Jerom Rozendaal

Festo maakt bedrijven klaar voor energiezuinige productie Festo Energy Saving Services en energiebesparende producten verminderen de CO2-uitstoot Het toenemende bewustzijn van klimaatbescherming, maar ook de hoge energieprijzen maken energie-efficiëntie tot een kerntaak van de onderneming. Bovendien wordt milieuvriendelijk en CO2neutraal produceren steeds meer een concurrentiefactor. Persluchtbewaking op basis van AI Nieuw is een bewakingssysteem dat de volledige installatie continu bewaakt. De meetwaarden worden geregistreerd, verwerkt en voor de gebruiker gevisualiseerd in een door Festo ontwikkelde softwareoplossing op basis van AI. Zo beschikt de klant over een permanente conditiebewaking van zijn installatie. Technologieneutraal ontwerp Festo biedt een compleet pneumatisch en een elektrisch portfolio aan. Dankzij onze pneumatische, elektrische en gecombineerde

4838907_Q-FESTO_Inlassing255x130_FOKUS-Innovatie-BLG.indd 1

aandrijfoplossingen kunnen wij de beste en meest duurzame oplossing voor onze klanten selecteren met energie/kosten vergelijkende berekeningen. Dat is wat Festo onderscheidt! Intelligente producten besparen energie Digitalisering is een belangrijke enabler om de industriële productie klimaatneutraal te transformeren. Door pneumatiek intelligent te maken verhogen we de efficiëntie voor de klant. Bijvoorbeeld met de digitale ventielterminal VTEM waarop functionele apps zijn te installeren om bijvoorbeeld bewegings- of energiefuncties toe te voegen. Of de C2M energie-efficiëntiemodule, die het persluchtverbruik bewaakt, aan- of uitschakelt en alles rapporteert in de cloud. www.festo.be/FESS

20-07-2021 14:55


Groene en circulaire chemie of géén chemie Hoe zet je afval om in grondstoffen? Hoe optimaliseer je je chemische proces of maak je het groener? Op dit soort vragen zoekt het expertisecentrum Duurzame Chemie van Karel de Grote Hogeschool samen met het bedrijfsleven antwoorden. Het expertisecentrum doet al meer dan 15 jaar praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek om de resultaten vervolgens in te zetten in de chemische industrie. De focus ligt daarbij op de valorisatie van nevenstromen, afval dus, en op het gebruik van artificiële intelligentie voor de optimalisatie van chemische producten en processen. Afvalstromen uit de landbouw en de voedingsindustrie worden door de onderzoekers bijvoorbeeld omgezet in natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen, antioxidanten en kleurstoffen. Spuislib, een afvalstroom uit de waterzuivering, wordt ingezet in beton- en lijmapplicaties. “Bedrijven komen met hun vragen bij ons en wij zetten onze onderzoeksexpertise in om een duurzame oplossing aan te bieden die ze direct kunnen toepassen in hun bedrijf”, vertelt Jeroen Geuens, hoofd van het expertisecentrum. ‘Daarin verschilt onderzoek aan hogescholen van onderzoek aan universiteiten. De onderzoeksvragen die we behandelen zijn rechtstreeks afkomstig van het werkveld’, vertelt Geuens. ‘We hebben een zeer nauwe band met het chemisch werkveld. Als we merken dat meerdere bedrijven met hetzelfde probleem zitten, starten we een collectief onderzoeksproject rond dit probleem. We betrekken in deze projecten steeds de hele waardeketen, dit wil zeggen bedrijven die met een bepaalde nevenstroom zitten, bedrijven die over de installaties beschikken om deze nevenstroom te verwerken en bedrijven die de chemische componenten die uit deze nevenstroom gebruiken in hun eindproducten. Als we een zeer specifieke nood capteren bij één bedrijf, starten we een zogenaamd dienstverleningsproject op, één-op-één met dat bedrijf.’ In het project Biocolor (2020-2022) worden afvalstromen uit de landbouw en uit de voedingsindustrie verwerkt tot natuurlijke kleurstoffen. Het Vlaamse Inagro en het Nederlandse Delphy, beide onderzoekscentra voor land- en tuinbouw, zorgen voor de aanlevering van de grondstoffen. Het bedrijf Add Essens uit Lokeren kan op industriële schaal extracties van kleurstoffen uitvoeren en zorgt dus voor de opschaling binnen het project. Wat betreft de toepassing van de natuurlijke kleurstoffen worden er 2 opties

verkend: textiel en voeding. Voor de toepassing in textiel zijn 3 projectpartners betrokken, namelijk Masureel, Centexbel en het Fashion and Textiles Innovation Lab van HoGent. Food Pilot, onderdeel van ILVO, voert testen uit op het kleuren van yoghurt. ‘We gaan steeds op zoek naar de meest geschikte projectpartners’, zegt Geuens. ‘We beperken ons daarbij niet tot de landsgrenzen of tot de grenzen van universitaire associaties, we staan open voor samenwerking met iedereen die relevante expertise heeft en zijn schouders mee onder het project wil zetten en we werken bij voorkeur interdisciplinair, dat is enorm verrijkend.’ Annelore Wens, onderzoeker op het Biocolor project, vertelt: ‘De focus van het project ligt op duurzame technologieën om de kleurstoffen uit de afvalstromen te extraheren. We gebruiken bijvoorbeeld geen organische oplosmiddelen maar gewoon water als solvent. De resultaten zijn soms verrassend, zo geeft het extract van afval uit rode kool alles behalve een rode of paarse kleur. De eerste testen op textiel zijn veelbelovend. Momenteel wordt bij de projectpartners de kleurvastheid bestudeerd terwijl wij verder werken aan de toepassing in voeding namelijk het kleuren van yoghurt.’ Op de vraag op welke nevenstromen ze al gewerkt heeft antwoordt Wens: ‘Dat zijn er verschillende,

bijvoorbeeld ajuinschillen, snoeiafval van liguster, walnoten, afval van avocado’s en mango’s, perskoek uit de fruitsapindustrie zoals van frambozen. We werken ook rechtstreeks op de planten zelf, zo hebben we bijvoorbeeld al experimenten uitgevoerd op tijm, brandnetel, meekrap, wouw en wede.’ ‘Het is soms leuk te zien dat één bepaalde nevenstroom kan ingezet worden in verschillende toepassingen’, vult Geuens aan. ‘Zo kunnen we uit dezelfde nevenstroom met water een kleurstof extraheren terwijl we met superkritische CO2 componenten extraheren die als antioxidans kunnen dienen.’ ‘Dit is de toekomst’, zegt Geuens, ‘het volledig benutten van een nevenstroom, er alle waardevolle componenten uithalen. Belangrijk punt hierbij is dat naast de duurzaamheid van de grondstof ook de duurzaamheid van het hele proces niet uit het oog verloren wordt. Een proces kan immers pas duurzaam zijn als het ook economisch duurzaam is. We hebben ons de afgelopen jaren daarom gespecialiseerd in de optimalisatie van extractieprocessen. Hiervoor gebruiken we klassieke, statistische tools maar ook meer geavanceerde technieken zoals algoritmes uit de artificiële intelligentie. Een proces dat optimaal verloopt heeft een lager grondstofverbruik, kost minder energie, heeft dus een kleinere carbon footprint en kost vooral ook minder geld. Dan pas wordt het interessant en industrieel relevant.’

kdg.be


INNOVERENDE MACHINES OP MAAT VAN DE KLANT Steeds meer bedrijven erkennen de meerwaarde van maatwerk voor hun machinebouw, automatisatie,engineering en constructiewerken. Sander Mollet, CEO van machinebouwer SMO, legt uit hoe dit bedrijf innovatieve oplossingen aanreikt bij specifieke uitdagingen, zowel groot als klein.

Elke stap in het proces in eigen beheer “Als innovatief machinebouwer ontwerpen we industriële machines, constructies en automatisaties helemaal op maat van de specifieke behoeften van de klant. Onder het motto “Alles kan” kunnen wij in bepaalde gevallen ver gaan. Alles gebeurd in-house bij SMO. We beheersen elke tussenstap van het proces: Van concept, 3D ontwerp, sterkteberekening, laswerken, verspaning, montage, programmatie, … tot dienst na verkoop. Uiteraard kunnen we u deze diensten ook afzonderlijk aanbieden. De service van SMO loopt nog verder na de installatie van het project. Klanten kunnen ook bij ons terecht voor fine-tuning, herstellingen en opleidingen. Met een team van 20 ingenieurs en in totaal bijna 50 werknemers staan we klaar om elk project tot een goed eind te brengen.”

kan er ook een testopstelling gebouwd worden om de verdere uitwerking bij te sturen. Daarnaast zijn er ook 3D-simulaties mogelijk om de klant een beter inzicht te geven in het eindresultaat. SMO heeft reeds veel ervaring met het bouwen en optimaliseren van prototypes. We blijven optimaliseren totdat zowel wij als de klant tevreden zijn over de machine op maat.

4.0 verhaal. Vroeger was een robot niet flexibel in het uitvoeren van taken, tegenwoordig lossen we dit op met beeldverwerking en beeldanalyse. Camera’s in de machine voorzien de robots van informatie, die informatie wordt dan in real-time begrepen door de artificiële intelligentie. De positie herkennen van een product op een transportband en het opnemen en verplaatsen, de groei van planten analyseren en automatisch irrigeren, kwaliteitscontrole, … de mogelijkheden van robotica met beeldanalyse en beeldverwerking zijn eindeloos.”

Indien het prototype goedgekeurd is, kan SMO ook verder gaan. Als machinebouwer beschikken wij over al het nodige om een project volledig intern te realiseren. Onze ateliers zijn zodanig ingericht dat we nagenoeg alles zelf kunnen maken. Zo kunnen wij een korte doorlooptijd van uw project garanderen. Daarnaast beschikken we ook over de ruimte en capaciteiten om de machines op maat in ons eigen atelier op te bouwen en in orde te stellen.

Veelzijdigheid als troef

Automatiseren met slimme robots “Met SMO specialiseren we ons op het vlak van verregaande automatisaties met robots en visiesystemen. Industriële automatisaties zorgen voor hogere efficiëntie of productiviteit en lagere arbeidskosten voor de klant. Bedrijfsautomatiseringen zijn doorgaans verbeteringen tijdens het productieproces die bekomen worden door standaard mechanische bewegingen in combinatie met sensoren en een sturing via PLC. Laat ons zeggen dat we helemaal mee zijn in het Industrie

SMO.BE

“Onze sterkte is onze veelzijdigheid. Van ruwe industriële machines tot spitstechnologie, of van automatische transportsystemen tot professionele laswerken. De veelzijdigheid komt ook terug in de sectoren waarvoor we reeds projecten hebben gerealiseerd. Tussen onze referenties staan onder andere multinationals als Coca-Cola, Hilti en Philips maar ook Kmo’s en startups zijn meer dan welkom met hun projecten. Alles start bij de engineering. Elk project krijgt zijn eigen verantwoordelijke toegewezen uit ons ingenieursteam. Hierbij start een nauwe samenwerking van de eerste schetsen tot aan de installatie van de machine. Het idee wordt samen met de klant uitgewerkt tot een realistisch concept. Om de theorie met de praktijk te staven

Innovatie blijft de rode draad. We maken dan ook gebruik van de nieuwste software, hardware en technieken. Daarom zijn we zeer geïnteresseerd in mensen met problemen waarvoor nog geen oplossingen bestaan. Voor dit soort klanten creëren wij systemen en machines die dit probleem van de baan helpen met vernieuwende en efficiënte oplossingen. Het spreekt voor zich dat het aangaan van zulke uitdagingen een gezonde portie lef vereist. Trial and error maken deel uit van dit proces en dragen net bij tot onze verregaande expertise. Het innovatief karakter van SMO werd ook al meermaals beloond met een award.”


#FOKUSINNOVATIE

SIEMENS • BRAND REPORT 9

Het onvermijdelijke pad naar automatisatie en digitalisatie loopt via samenwerking Ongeveer elke sector en bedrijfstak in ons land gaat momenteel door een stevige digitaliseringsen automatiseringsgolf. Waar komt die noodzaak vandaan? Welke rol spelen technologieën als de cloud en big data? En hoe zal dit allemaal evolueren?

D

at onze vaderlandse industrieën extra veel moeite steken in het automatiseren van hun processen heeft een eenvoudige reden, volgens Geert De Coninck, Business Unit Manager Factory Automation bij Siemens: “Het moet een antwoord bieden op de vraag die elke CEO vandaag wakker houdt: hoe zorg ik ervoor dat mijn bedrijf competitief blijft in deze razendsnel veranderende wereld? Een eerste manier is door de productiviteit te verhogen: je verhoogt de output van je installaties, maar je doet dat met minder mensen en minder engineeringuren. Je kunt ook de time-to-market versnellen, zodat je geïnvesteerde kapitaal sneller rendeert. En tot slot kun je flexibeler worden, zodat je op dezelfde productielijnen snel tussen verschillende producten kunt switchen of kosteneffectief series in kleine oplages kunt maken. Bij al die oplossingen is automatisering de hefboom die dit allemaal mogelijk maakt.” Daarnaast brengt digitalisatie en automatisatie nog andere voordelen mee, zoals zo energie-efficiënt en milieubewust mogelijk produceren, of het concept van de ‘digital twin’. “Een digital twin is een soort digitale kopie van een product, productielijn of zelfs productieproces dat we virtueel bouwen voor we de ‘echte’, reële versie ervan installeren”, legt De Coninck uit. “Door die bouw – bijvoorbeeld van een machine – minutieus voor te bereiden, kunnen we dat sneller en goedkoper doen, maar we kunnen dan op voorhand allerlei zaken uittesten op elektrisch en mechanisch niveau. Aan de hand van simulaties op de digital twin kunnen we nagaan wat er kan gebeuren als we de machine onder een te zware belasting laten draaien. Wat als er te hoge temperaturen voorkomen? Hoe sneller een eventuele fout in het proces ontdekt wordt, hoe meer we de meerkosten kunnen drukken.” In de echte machines zelf worden ook meer en meer sensoren ingebouwd die bijvoorbeeld bepalen wanneer er onderhoud moet gebeuren. “We kunnen bijvoorbeeld de slijtage van een

Tegenwoordig wordt software minstens even belangrijk, want het is de software die de toegevoegde waarde geeft bij de hardware. motor bepalen op basis van de geluidsfrequenties die hij produceert. Of op basis van de viscositeit van de olie in de motor”, zegt De Coninck. “Door dat in de gaten te houden, moet er pas onderhoud gedaan worden precies op het moment dat het nodig is.” Al die sensoren en machines genereren ook een machtige hoeveelheid data. Die wordt tegenwoordig ook ingezet als ‘grondstof ’. “Vroeger werden de data wel opgeslagen, maar tegenwoordig zullen we die ook gebruiken en analyseren, bijvoorbeeld om er trends in te ontdekken of om voorspellingen te doen”, aldus De Coninck. “Tot voor kort stuurde men alles naar de cloud, maar de laatste jaren wordt bij veel data ook al een soort pre-analyse gedaan op de machine zelf. En pas dan worden de gefilterde data naar de cloud gestuurd. Of die data worden direct gebruikt op een zogenaamde ‘edge-applicatie’ binnen de installatie. De reden daarvoor is simpel: er is op die manier minder opslag in de cloud nodig, maar ook de rekenkracht van onze toestellen is zo hoog geworden dat die dat gemakkelijk zelf aankunnen. De meeste PLC’s (programmeerbare controllers) zijn nu uitgerust met vier cores of rekenkernen. Momenteel worden er daar vaak maar twee van gebruikt. Maar in de toe-

Het Duitse technologieconcern Siemens heeft een geschiedenis die meer dan 170 jaar teruggaat. Het bedrijf is actief in een hele resem sectoren, van industriële installaties over energienetwerken en transportsystemen tot gebouwenbeheer. Wereldwijd heeft Siemens zo’n 293.000 mensen op de loonlijst staan en draait het een omzet van meer dan 57 miljard euro. Bijna 41.000 mensen werken bij Siemens in R&D, zij beschikken over een jaarbudget van 4,6 miljard euro.

komst zullen we die alle vier gaan inzetten, om die analyses al zo veel mogelijk lokaal af te handelen.” Heel die evolutie heeft ook zo haar invloed op technologische bedrijven, zoals Siemens zelf, zegt De Coninck. “Vroeger bestond het grootste deel van onze omzet uit hardware. Tegenwoordig wordt software minstens even belangrijk, want het is de software die de toegevoegde waarde geeft bij de hardware. En die software moet op maat van de klant gemaakt worden, want een chemisch bedrijf verwacht iets heel anders dan een glasfabriek, en die willen weer iets heel anders dan een farmabedrijf.” Voor zowel Siemens als de industrie betekent dit dat ze zich voortdurend moeten aanpassen en zich nieuwe methodieken eigen moeten maken. Ecosystemen en samenwerkingen zijn daarop het antwoord, niet alleen om business te genereren, maar ook kennis, bijvoorbeeld bij opleidingen. De Coninck: “Drie jaar geleden hebben we samen met de KU Leuven een netwerk rond opleidingen en nieuwe technologieën opgestart: de Siemens Industry Academy. Ondertussen is ook de UGent aangesloten. Samen met 43 industriële bedrijven, zoals Puratos, Volvo en Wienerberger, stellen we lespakketten samen en stellen we de meest recente technologie ter beschikking. Dat is een van de redenen waarom we van Agoria het label ‘Employer Ready for the Future of Work’ hebben gekregen.”

Geert De Coninck Business Unit Manager Factory Automation


10 INTERVIEW

FOKUS-ONLINE.BE

Bart Steukers

‘Wij verwachten niet dat België in zijn eigen groeneenergiebehoefte kan voorzien’

Energietransitie staat hoog op de agenda van nationale overheden en bedrijven. Om de klimaatdoelstellingen te behalen – een emissieloze samenleving in 2050 – moeten er flinke stappen gezet worden. Bart Steukers, CEO van technologiefederatie Agoria, meent dat het mogelijk is. Volgens hem liggen er zelfs veel opportuniteiten voor Belgische technologiebedrijven bij de overstap naar groene energie. Door Jerom Rozendaal Beeld Sandra Mermans


#FOKUSINNOVATIE

INTERVIEW 11

K

un je het belang van groene energie schetsen onder jullie leden?

“Bij de Belgische technologiebedrijven spelen op dit moment drie belangrijke onderwerpen. Dat zijn de schaarste op de arbeidsmarkt, de digitale transformatie en de groene transitie. Van de totale energiebehoefte in België wordt 10 procent ingevuld met groene energie. De rest bestaat uit kernenergie en fossiele energiebronnen zoals gas en olie. Als we kijken naar elektriciteit, dan bestaat 26 procent uit groene elektriciteit die opgewekt wordt uit zonne- en/of windenergie.”

Wij denken 30 procent energie-efficiëntie te kunnen winnen door digitalisering.

Van 10 procent naar 100 procent in minder dan dertig jaar? Is dat realistisch?

“Wij als Agoria denken absoluut dat dit gerealiseerd kan worden. Wij vertegenwoordigen de Belgische technologiebedrijven en constateren dat er de laatste jaren al behoorlijke stappen gemaakt zijn. Sinds 2014 is er een energiebesparing van 4,5 procent gerealiseerd door de industrie, terwijl ook de industriële productie bleef stijgen, en we schatten dat er tegen 2022 nog eens 3 procent besparing mogelijk is.” Hoe kunnen we de stap zetten naar een emissieloze samenleving in 2050?

“Enerzijds zien we nog ruimte in energiebesparing en het efficiënter omgaan met energie. De tweede stap zal zijn om fossiele energiebronnen te vervangen door duurzame energiebronnen. Hierdoor zal elektriciteit de komende jaren een steeds belangrijker aandeel gaan krijgen, omdat die opgewekt kan worden uit wind- en zonne-energie. Hierdoor voorspellen wij ook een proces van rigoureuze elektrificatie. Dat is al zichtbaar in de auto-industrie, maar zal zich ook in andere sectoren openbaren.”

energiegemeenschappen. Dat zijn clusters van bijvoorbeeld bedrijven en huishoudens die de beschikbare hernieuwbare energie verdelen in functie van de beschikbaarheid en behoefte.”

Door de groene-

Is België potentieel zelfvoorzienend op het gebied van groene energie?

energietransitie zal het belang van elektriciteit toenemen, hierdoor zul je een rigoureus proces van elektrificatie zien, net zoals momenteel al gaande is in de autoindustrie. Is energiebesparing niet altijd een thema geweest voor bedrijven? Waar zie je nog meer ruimte en hoeveel?

“Vroeger werd er energie bespaard uit kostenoverwegingen, nu zijn daar de facetten van duurzaamheid en sociaal-maatschappelijk ondernemen bij gekomen. Ik ben van mening dat met het gebruik van big data en digitalisering nog enorme sprongen te maken zijn. Duitsland denkt ongeveer 40 procent van zijn emissiereductie tegen 2030 te behalen door in te zetten op digitalisering, ik denk dat wij in België dan toch ook 30 procent moeten kunnen behalen.” Kun je daar een voorbeeld van geven?

“Door data te verzamelen, combineren en analyseren kun je vaststellen waar en op welk moment welke energiebehoefte bestaat en kun je hierop gaan sturen. Neem het voorbeeld van een huishouden waarbij je wilt komen tot een systeem waarbij de wasmachine automatisch aanspringt als de zonnepanelen energie opwekken. Ditzelfde geldt voor bedrijven en dit principe kun je zelfs extrapoleren naar

“Nee, wij verwachten niet dat België in zijn eigen groene-energiebehoefte kan voorzien. Op het gebied van waterstof en diepe geothermie kan bijkomende winst behaald worden in situaties waar elektrificatie moeilijker is, maar ook dat zal de vraag niet kunnen dekken. Er zal zeker nood zijn aan import vanuit het buitenland, zowel op het gebied van groene elektriciteit als van groene waterstof. Het is daarom noodzakelijk dat België blijft investeren in het uitbouwen van de interconnectiecapaciteit met onze buurlanden. We kunnen daarbij onder andere gebruikmaken van het nieuwe Europese Renewable Energy Financing Mechanism: investeringen die België doet in bijvoorbeeld Franse windparken, kunnen zo gedeeltelijk mee opgenomen worden in de Belgische nationale klimaatdoelstellingen.” Investeren in groene-energieopwekking in het buitenland. Dat doet de Belgische economie toch geen goed?

“Integendeel. Behalve een verduurzaming van de Europese energieproductie, kunnen Belgische technologie en knowhow geëxporteerd worden. Belgische technologiebedrijven zijn voorlopers op het gebied van duurzame energieopwekking. Zo hebben we tal van bedrijven die tot de wereldtop behoren op het gebied van windmolentechnologie. Ook zijn onze bedrijven vooruitstrevend op het gebied van waterstoftechnologie. De energietransitie die overal in Europa en ook mondiaal gaande is, biedt enorm veel mogelijkheden voor Belgische technologiebedrijven.” Zo is een blok aan het been verworden tot een opportuniteit?

“Absoluut. Toen Al Gore vanaf 2006 actief werd in het klimaatdenken en hij de opwarming van de aarde koppelde aan menselijk handelen, heerste er lange tijd scepsis. Er was aanvankelijk sprake van doemdenken waarbij

de gedachte domineerde dat de wereld zou vergaan. Sinds enkele jaren wordt er positiever gedacht en worden juist ook de opportuniteiten gezien. Deze opportuniteiten voor Belgische technologiebedrijven zijn immens. Kijk maar naar de automotive. Wie had er tien jaar geleden gedacht dat er nog autoproductie zou plaatsvinden in ons land? Inmiddels produceren Volvo en Audi hun elektrische wagens in ons land, maar we hebben ook topspelers zoals Umicore in de ontwikkeling van de batterijen van morgen. Ook bussenbouwers Van Hool en VDL, pioniers in de ontwikkeling van waterstofbussen, exporteren over de hele wereld. Daar mogen we best fier op zijn.” Welke rol zie je overigens weggelegd voor de overheid?

“Om de energietransitie te maken, zal er een groenetaxshift moeten gebeuren. Ik spreek niet over een belastingverhoging, maar over een verschuiving van accenten. Er moeten prikkels ingebouwd worden om de energietransitie aantrekkelijk te maken. Het bouwen van een klimaatneutraal huis kost meer dan de energiebesparing die het oplevert. Hierdoor zijn mensen niet geneigd aanpassingen te doen. Op dit moment is elektriciteit vijf keer zo duur als gas. In Nederland is dit slechts een factor twee. Als je wilt dat mensen van een gasketel overstappen naar een warmtepomp moet je wat doen aan deze verhoudingen. Ook de investeringen in groene energie en energieopwekking zijn enorm. Wat dat betreft zijn wij tevreden dat de Belgische en Europese relanceplannen van de overheid volop inzetten op een duurzame toekomst.”

Smart Fact. Hoe ziet jouw persoonlijke groene-­ energietransitie eruit? “Ik heb recent een elektrische auto aangeschaft. Dat bevalt me zeer goed en ik zou niet meer anders willen. Door een beperktere reikwijdte heb ik wat comfort moeten inleveren, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door het rijplezier.”

Drie grootste Belgische windmolens op land Staalproducent ArcelorMittal heeft de bouw van drie grote windmolens op zijn site in Gent aangekondigd. De grootste Belgische windmolens op land worden gebouwd zonder subsidie en produceren gezamenlijk 45.000 MWh aan elektriciteit. Dat komt overeen met het gezamenlijke jaarlijkse verbruik van 13.000 gezinnen. Eerder dit jaar nam ArcelorMittal al een nieuwe hoogoven in gebruik die veel energie-efficiënter werkt dan standaard hoogovens.

Nederlandse windenergie voor BASF De Duitse chemiereus BASF koopt een belang van net geen 50 procent in een nieuw windmolenpark voor de kust van Nederland. De turbines, die in 2023 operationeel moeten zijn, zullen de grote Antwerpse site van BASF van stroom voorzien. BASF streeft naar een reductie van 25 procent van de broeikasgasemissies tegen 2030 en een netto nulemissie tegen 2050. Een belangrijke hefboom om dit te bereiken is de vervanging van fossiele elektriciteit door fossielvrije elektriciteit.


INVESTEREN IN MENSEN EN MACHINES Wil je Factory of de Future worden, dan moet je gelijkopgaand investeren in méns en machine. En wel in die volgorde. Als je alle gewicht in één van beide schalen legt, geraak je in onbalans en ga je aan het zwalpen. Voorafgaand aan de investeringen, moet je natuurlijk weten waar je naartoe wil met je fabriek. Wat zijn de pijnpunten die je wil opgelost zien? Wat zijn de marktrends waarop je een antwoord wil bieden de komende jaren? Wat zijn je sterktes en hoe wil je deze nog versterken? Eens je deze kent, maak je een plan op. Dit is eenvoudig: gewoon de opgestelde lijst prioritiseren en er een timing op kleven. Jaar na jaar herevalueer je dit plan en stuur je bij waar nodig, zodat het een dynamisch gegeven is. Bij de investeringen betrekken wij steeds de mensen. De tijd dat de ingenieur op zijn eentje een nieuwe lijn zet, is voorbij. Van bij het begin wordt het hele productieteam mee betrokken bij het project. Niet enkel de productieleiding, ook een meestergast, een operator en een technieker. Deze kunnen zelfs meegaan tot bij de leverancier voor de afname van de machine. Dit creëert niet enkel betrokkenheid, het zorgt er gewoonweg voor dat er met een veel ruimere bril naar het project gekeken wordt. Op deze manier komt niet enkel het technische aspect aan bod, maar ook veiligheid, kwaliteit, opleiding, bedieningsgemak en ergonomie. Daarnaast is ook teamwerking belangrijker dan ooit. Elke mens heeft zijn sterktes en zwaktes. Door hen samen te laten werken in een team, kan iedereen ingezet worden in zijn sterktes, zodat er minder hinder is van de zwaktes. Men werkt samen volgens individuele voorkeuren. Alles is natuurlijk wel omkaderd. Dit is geen ‘vrijheid, blijheid’ verhaal, maar vraagt duidelijke afspraken en strikte regels. Om het samenwerken te versterken, kan iedereen ook deelnemen aan een persoonlijkheidsworkshop. Zo leren we elkaar en onszelf beter kennen en dit bevordert de onderlinge samenwerking.

Vandemoortele Izegem won the Factory of the Future award in 2020. Vandemoortele Izegem maakt deel uit van de groep Vandemoortele. Vandemoortele is een Belgisch familiebedrijf met hoofdzetel in Gent. “Goede smaak en genieten” zijn onze passie, al sinds 1899. Vandemoortele heeft twee business lines; een in bakkerijproducten en de andere in margarines, culinaire oliën en vetten. Beide business lines zijn Europees marktleider binnen hun segment. Vandemoortele Izegem is de belangrijkste fabriek binnen deze laatst genoemde Business line. Er werken 250 medewerkers. vandemoortele.com

Ontdek meer op

Fokus-online.be #fokusinnovatie


TE CONNECTIVITY OOSTKAMP IS VOORBEELDFABRIEK VOOR WERELDWIJDE GROEP Het aantal connectoren in een moderne wagen is de afgelopen decennia significant gestegen. Wereldspeler TE Connectivity, met pijler in Oostkamp, maakt deze kleine maar belangrijke onderdelen voor klanten overal ter wereld. Het bedrijf gaat elke dag de uitdagingen en opportuniteiten uit de automotive sector aan en verzoent daarbij op innovatieve wijze productdesign en productie. “Toekomstgericht denken, als onderdeel van een multinationale groep, is zorgen dat je unieke competenties hebt” vertelt Plant Director Luk Hiltrop.

“Electrische ramen, brandstofinjectiesystemen, sensoren, verwarming, ABS modules, camerasystemen, zetelverwarming, … voor al deze applicaties is in een modern uitgeruste wagen een connector nodig. Deze connectoren produceren we hier in onze fabriek. Omdat het aantal functies in onze wagens voortdurend stijgt, zitten we in een duidelijk groeiende markt. Naast de productie van deze onderdelen zijn we tevens ook verantwoordelijk voor de productontwikkeling, alsook voor het uitwerken van het volledige productieproces. Van onze ongeveer 80.000 werknemers wereldwijd zijn circa 10% ingenieurs, waarvan een 100-tal in Oostkamp”, vertelt Hiltrop. “Onze competente en creatieve medewerkers spannen zich elke dag in om in multidisciplinaire teams vorm te geven aan een duurzame en innovatieve toekomst in de regio”, aldus nog Hiltrop. Tom Demedts, verantwoordelijk voor Continuous Improvement, legt uit: “Wij zijn voornamelijk een Tier2 leverancier voor de automobielindustrie, wat betekent dat we onze onderdelen produceren voor toeleveranciers van de autoproducenten. Wij maken bijvoorbeeld de kunststof componenten en contacten die een kabelboomfabrikant vervolgens inzet in zijn eindproduct. Een ander voorbeeld is een module die we leveren aan een grote leverancier, die er vervolgens de elektronica en de hydraulica op

voorziet waardoor een afgewerkte ABS-module geleverd wordt aan de autoproducenten. Tot slot zijn we ook actief in de alsmaar groeiende sector van de electromobiliteit, waarbij wij sterk inzetten op sensoren voor elektrische motoren.“ TE Connectivity heeft het complete waarde-creërend proces in eigen handen, van design tot afgewerkt product. Demedts vervolgt: “We kunnen de kunststof delen zelf spuitgieten, kunnen de elektrische contacten stansen en het geheel ook assembleren tot een afgewerkt eindproduct. De productiemiddelen zoals matrijzen of automaten ontwikkelen en bouwen we zelf. Die integrale benadering is voor veel klanten een belangrijke meerwaarde.”

goedgekeurd om extra ruimte te creëren via een nieuwe aanbouw, waardoor de productiecapaciteit verder kan groeien.”

Investeren in de toekomst

Ander goed nieuws is dat TE Connectivity Oostkamp ook investeert in innovatieve, nieuwe technologie. “Wij werden uitgekozen om de procesontwikkeling te doen van een volledig nieuw procedé voor oppervlaktebehandeling. Ook de productie zal hier gebeuren. Dit zal in de komende jaren worden uitgerold. We zijn heel trots dat we hier in de streek toptechnologie kunnen aanbieden en meer dan 700 mensen tewerkstellen. Momenteel hebben we een 50-tal vacatures, vooral voor technische profielen. Onder het motto “GIT – Goesting In Techniek” Groei Hiltrop: “Vorig jaar hebben we sterke stijgingen in willen we talent aantrekken. Daarom investeren we productiehoeveelheden ervaren. De groei van elek- zelf in een Learning & Development Academy. Onze trische voertuigen speelt een grote rol hierin.” De eigen medewerkers brengen hun kennis over aan Covid-19 pandemie had onder de streep weinig im- collega’s omtrent pneumatica, snij- en spuittechniepact op de site in Oostkamp, integendeel. “Op het ken en automatisering. Zo willen we de technische gebied van productie kennen we niet enkel een kennis van onze medewerkers op een hoger niveau sterke groei ten opzichte van het jaar 2020, maar tillen. We zetten verder in op doorgedreven samenook in vergelijking met 2019. Het geloof van onze werking met middelbare scholen en hogescholen. Europese leiding uit zich ook in de investeringen. Er De maakindustrie verder verankeren in Vlaanderen wordt sterk geïnvesteerd in uitbreiding van de pro- is onze ambitie. Met hoogstwaarschijnlijk minstens ductie en in infrastructuur (zoals in dakrenovatie en 1 connector van het grote TE Connectivity in élke LED verlichting in onze productiehallen, en in een wagen ter wereld, zijn we bovendien zo goed als onnieuw inkomgebouw). Recent werden de plannen misbaar in de voertuigen van vandaag én morgen.”

“TE Connectivity, TE, TE connectivity (logo) and EVERY CONNECTION COUNTS are trademarks owned or licensed by the TE Connectivity Ltd. family of companies”


14 FABRIEK VAN DE TOEKOMST

FOKUS-ONLINE.BE

De transformatie naar Factory of the Future In 2013 werd het actieplan Made Different in het leven geroepen, een samenwerking tussen de Vlaamse regering, technologiefederatie Agoria en onderzoekscentrum Sirris. Zij willen, met steun van VLAIO, ervoor zorgen dat onze Vlaamse maakindustrie koploper wordt binnen het grote industriële landschap, en zetten zich volop in om van bedrijven rasechte Factories of The Future te maken.

Wat is een Fabriek van de Toekomst?

Een Fabriek van de Toekomst of Factory of the Future (FoF) is een bedrijf dat de vele uitdagingen van de vierde industriële revolutie onder de loep legt en op eigen wijze tegemoetkomt. Een productiebedrijf is futureproof wanneer ze niet enkel producten met een hoge toegevoegde waarde levert, maar zich ook flexibel opstelt om de snel veranderende marktvraag op te vangen. Daardoor kan een FoF een duurzame rol innemen door op wereldwijde schaal te blijven produceren. Slimme processen en het digitaliseren van de productieprocessen zijn daarbij essentieel. Ondertussen zijn er al heel wat moderne technologieën en innovaties die bedrijven kunnen inzetten om producties vlotter te doen verlopen. Die staan dan ook prominent op het lijstje van prioriteiten, naast duurzaam omspringen met energie en materialen. Ook sociale innovatie staat hoog op de agenda. In een FoF zijn betrokkenheid, creativiteit en autonomie van de werknemers onmisbaar.

De 7 transformatiedomeinen (1 – 2 – 3 – 4).

De zeven domeinen waar productiebedrijven op moeten inzetten om gewapend te zijn voor de toekomst? Die zijn: advanced manufacturing technologies (werken met de meest moderne state-of-the-art productietoestellen); integrated engineering (De producten en diensten die toekomstgerichte bedrijven maken worden in functie van de volledige waardeketen geproduceerd. Dit betekent dat alle processen op elkaar afgestemd dienen te worden en dat er niet enkel gefocust mag worden op één deelaspect); digital factory (Het productieproces van een duurzaam bedrijf dient gedigitaliseerd te zijn, alle facetten van het proces zijn onderling verbonden via het internet); human centered organisation (in tijden van doorgedreven digitalisering blijft de mens altijd centraal staan. Het is belangrijk dat iedere werknemer betrokken is in de organisatie en haar toekomstige ontwikkelingen). Inspiratiebron: Made Different, www.madedifferent.be

De Factory of the Future Awards.

Sinds 2015 reikt Made Different ieder jaar de Factory of the Future Awards uit aan de meest toekomstgerichte bedrijven. Dat is een prijs die aan maakbedrijven wordt uitgereikt die dankzij een aantal strategische transformaties de strafste doorbraakresultaten hebben verkregen. Die stappen moeten duidelijk aangetoond worden in het licht van zeven specifieke transformatiedomeinen. In ons land zijn er momenteel 42 FoFs, met vier nieuwe aanwinsten in 2021: Cargill (Izegem), Danone (Rotselaar), Delhez Tôlerie (Thimister-Clermont) en L’Oréal (Libramont). Zij mogen zich de komende drie jaar het Factory of the Future-label aanmeten. Wil je zelf graag weten welke stappen je nog moet zetten om het FoF-label te veroveren? Agoria en Sirris ontwikkelden een ‘Fabriek-van-de-Toekomst-Scan’ op scan.madedifferent.be. Dit is een webtool die het toelaat om bedrijven aan te tonen welke stappen ze al kunnen zetten en om een eerste inschatting te maken van de verschillende transformaties en de belangrijkheid van je bedrijf.

De 7 transformatiedomeinen (5 – 6 – 7).

Verdere transformatiedomeinen waarop bedrijven moeten inzetten om duurzaam en futureproof te worden zijn: networked factory (Een duurzaam bedrijf is geen eiland en bedrijven evolueren steeds meer naar genetwerkte organisaties. Door samen te werken en te netwerken, worden de risico’s en het kapitaal verspreid. Ook netwerken met toeleverancierers en partners zorgt voor een vlot samenwerkingsverband.); eco factory (duurzaamheid is een kernelement. Een duurzaam productiesysteem heeft aandacht voor elke fase van de levenscyclus van een product. Doordat de materialenkringloop gesloten wordt, gaat er ook geen materiaal en energie verloren); en ten slotte smart manufacturing (slimme productie houdt in dat er flexibel wordt ingespeeld op de marktvraag en steeds openstaat voor nieuwe ontwikkelingen.) Door Sarah Van Meel


Bij Schneider Electric willen we iedereen in staat stellen het meeste uit onze energie en natuurlijke bronnen te halen en zowel vooruitgang als duurzaamheid hoog in het vaandel te dragen. We noemen dit Life Is On. Onze missie is om uw digitale partner te zijn voor duurzaamheid en efficiëntie. www.se.com/be

Schneider Electric nv/sa - T +32 (0)2 37 37 502 - customer-service.be@schneider-electric.com


16 EXPERTPANEL • ENERGIE

FOKUS-ONLINE.BE

Over de toekomst van kern-, wind- en zonne-energie Kerncentrales stoten geen broeikasgassen uit en, ondanks het radioactief afval, zou het een van de zuiverste energievormen zijn. Is de kernuitstap voor 2025 haalbaar? Wat zijn de alternatieven en hoe helpen die de energievraag te compenseren?

Gilbert Eggermont

Ilyeass El Khattouti

VUB Kernenergie

Jef Poortmans

Aggreko Benelux Windenergie

IMEC Zonne-energie

Hoe ver staan we met dit soort energie in België? “We hebben de grootste nucleaire concentratie ter wereld met twintig kernreactoren binnen 40 kilometer van de Belgische grenzen. Een beetje te veel van het goede, met soms dreigende schaarste en het laatste jaar regelmatig een groot overschot aan nucleaire elektriciteit. De reactoren staan op dichtbevolkte kwetsbare locaties zoals Doel en nabij Duinkerke en hebben sterk verschillende voorzieningen voor veiligheid. Dit maakt ons kwetsbaar voor een groot nucleair ongeval met radioactieve besmetting van de omgeving. Noodplanning en verzekering zijn daarbij op Europees vlak onvoldoende geregeld. Kernenergie kan het klimaat niet redden, maar ze kan vooral in Azië een bijdrage leveren.”

“Windenergie zette de laatste jaren flink wat stappen, met name door het installeren van grote offshore-projecten. Maar wanneer we kijken naar de gewenste hoeveelheid geïnstalleerde capaciteit, zien we dat we er nog lang niet zijn. Eind januari 2021 beschikte België over 2262 megawatt aan geïnstalleerde windcapaciteit, de gewenste geïnstalleerde capaciteit voor 2027 ligt op 4000 megawatt. Daarom ondersteunen wij grote spelers in de windenergie met slimme stroomoplossingen. Denk hierbij aan de bouw van windparken, het testen en in bedrijf stellen van turbines, maar ook aan gedurende onderhoud van de windturbines. Al deze oplossingen kunnen zowel on- als offshore ingezet worden.”

“Het straatbeeld bewijst het: zonne-energie brak de laatste jaren door in Vlaanderen. Na de afbouw van de steunmaatregelen in 2012, heeft de sector moeilijke jaren gekend. Maar vanaf 2018 kwamen we, dankzij de ambitieuze EU-objectieven, terug in een stroomversnelling terecht. Het is duidelijk dat zonne-energie wereldwijd een cruciale rol zal spelen. In het laatste decennium is deze industrie in tienvoud gegroeid en een bijkomende groei in vijf- tot tienvoud in het volgende is erg waarschijnlijk. Momenteel is PV wereldwijd goed voor bijna 800 gigawatt piekvermogen en – uitgaande van de huidige groei – groeit dat naar meer dan 1 terawatt tegen 2022 en mogelijk zelfs tientallen terawatt in 2050.”

Wat maakt het zo noodzakelijk? “De voorziening van basisvermogen voor grootverbruik maakte kernenergie nodig. De Antwerpse petrochemie en de staalsector, de grootste CO2-vervuilers, zijn vragende partijen. Bij de opwekking van kernenergie komt nagenoeg geen broeikasgas vrij en bij normale werking ook weinig radioactiviteit in lucht en rivier, maar het afvalprobleem blijft. Duurzame ontwikkeling draait om meer dan een lage CO2-uitstoot en daar scoort kernenergie ondermaats, volgens onze VUB SEPIA-studie. Uranium is ruim beschikbaar maar rond de mijnen is er langdurige vervuiling en afval. Dat geldt overigens voor de ganse splijtstofindustrie, die geen vertrouwen krijgt om langlevend afval te bergen.”

“Het spreekt voor zich dat windenergie een erg duurzaam alternatief is voor fossiele energieopwekking en grijze energie zoals kernenergie. Met de huidige nadruk op de verduurzaming van de energiemarkt, maakt windenergie mede het verschil. Om de klimaatdoelstellingen te kunnen behalen en de totale uitstoot van broeikasgassen te verminderen, is deze vorm van energie essentieel om in 2030 40 procent minder uitstoot te garanderen en op die manier de opwarming van de aarde te beperken. Ook wij hebben een langetermijnstrategie opgesteld om tegen 2050 volledig net zero te zijn, we innoveren dan ook continu om groenere, duurzamere oplossingen te bieden.”

“Onze CO2-uitstoot moet omlaag en hier is zonne-energie cruciaal. Het Internationaal Energieagentschap (IEA) noemt zonne-energie niet zomaar de ‘nieuwe koning in de energiesector’. Het produceren van een zonnepaneel brengt ook CO2-uitstoot met zich mee, maar dit betaalt zichzelf terug binnen één tot anderhalf jaar. En als we deze zonnepanelen lokaal produceren, verkleint onze voetprint nog harder. Zonnepanelen met fotovoltaïsche cellen, ook wel PV-cellen genoemd, zijn veelal de goedkoopste vorm van elektriciteit en kunnen in de omgeving geïntegreerd worden. PV zal een steeds belangrijkere vorm van energieopwekking worden, en, hoe zuidelijker je op de wereldkaart kijkt, hoe groter dat aandeel.”

Hoe ziet de toekomst van dit soort energie eruit? “Niet rooskleurig. Grote nieuwe reactoren mislukten en hernieuwbare energie breekt door aan lage prijs. Onze twee oudste reactoren zijn overbodig maar de twee jongste en veiligste kerncentrales kunnen tot 2035 draaien. Dat vereist minder gascentrales. Ze stoten weinig CO2 uit omdat ze energieefficiënter zijn (62 procent) tegenover sterk waterverbruikende kerncentrales (35 procent). We moeten zorgen dat onze kWhfondsen voor nucleair afval vanuit Suez naar België terugkomen zodat we het afval kunnen bergen, liefst in Europees verband. Nucleaire toekomst zit misschien in kleine modulaire reactoren als die inspelen op de energietransitie en naast elektriciteit ook industriële proceswarmte kunnen produceren.”

“Met de uitdagende klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 wordt er verwacht dat de rol van windenergie steeds groter wordt. En, in tegenstelling tot fossiele brandstoffen, geraakt wind nooit op. Dankzij voortdurende inzet op innovatie groeit de hoeveelheid opgewekte energie per turbine snel. Er lopen continu onderzoeken om de technieken te optimaliseren en betere materialen te gebruiken, wat er uiteindelijk voor zorgt dat het steeds goedkoper en dus efficiënter wordt om windparken te bouwen en windenergie op te wekken. Wat wel gezegd moet worden, is dat windenergie momenteel nog afhankelijk is van subsidies vanuit de overheid.”

“Als je ziet dat zonne-energie nu 5 gigawatt aan stroom levert en de cijfers een schatting van 20 gigawatt beloven in 2030, met zelfs een mogelijke doorgroei naar 24 tot 60 gigawatt in 2050, zie je dat het hard gaat. Het aantal PV-panelen zou dan verantwoordelijk zijn voor 40 tot 50 procent van de elektriciteitsgeneratie. Praktisch gezien zal dat er voor een deel hetzelfde uitzien als nu, met zonnepanelen op daken en zonneparken, zoals bijvoorbeeld Kristalpark in Limburg. Maar we gaan ook steeds meer naadloos geïntegreerde PV-installaties zien in onze onmiddellijke omgeving. Zo maken ze deel uit van façades van gebouwen, autodaken, maar ook van infrastructuur zoals voetpaden en wegen.” Door Sophie Lodewijks


#FOKUSINNOVATIE

WATERVOORRAAD 17

Wetenschap schiet de landbouw te hulp bij klimaatopwarming Hete, droge zomers en vooral weersextremen: de klimaatopwarming heeft desastreuze gevolgen voor de Belgische landbouwer. Het bufferen van water staat steeds hoger op de agenda, terwijl ook de technologie te hulp schiet.

D

e Belgische druiventeelt voor wijnproductie zit de laatste jaren sterk in de lift. Het Belgische areaal wordt geschat op een kleine 600 hectare, waarvan ruim 300 hectare in Vlaanderen. Dat is tien keer zo veel als tien jaar geleden. Door de klimaatopwarming en oplopende temperaturen aarden de druivenplanten steeds beter in onze streken. Volgens Diane Schoonhoven, expert klimaatadaptatie bij Boerenbond, moet het disruptieve effect van klimaatopwarming niet overdreven worden. “Andere quote graag: De nieuwe weersomstandigheden zijn erg onvoorspelbaar waardoor boeren hun risico’s niet kunnen inschatten. Dat is misschien wel het grootste probleem.” (zelfde expert)” Droogte is een van de gevolgen van de klimaatopwarming, terwijl ook hitte en extreme regenval steeds vaker voorkomen. “Boeren zijn gewend aan veranderende weersomstandigheden en kunnen daar goed op inspelen”, begint de Boerenbondspecialist haar verhaal, om er vervolgens aan toe te voegen: “De nieuwe weersomstandigheden zijn anders. Het is erg onvoorspelbaar waardoor boeren hun risico’s niet kunnen inschatten. Dat is misschien wel het grootste probleem.” Door verschillende periodes van hitte en droogte achter elkaar, is het volgens Schoonhoven inmiddels bij de boerenstand binnengedrongen dat er extra stappen gezet moeten worden. “Er wordt steeds meer nagedacht over hoe men nog meer water kan bufferen om droge periodes zo goed mogelijk te kunnen overbruggen”, geeft zij als voorbeeld. Een van die bedrijven die bezig is met het vergroten van zijn waterbuffer is D&V Plant uit Menen. Het serrebedrijf, dat eetbare

kruiden en sierheesters produceert, moest de afgelopen drie jaar water inkopen dat met vrachtwagens werd aangeleverd. Om deze afhankelijkheid van derden te verminderen, wil men de opvangcapaciteit op het bedrijf vergroten om zo meer regenwater te kunnen

vasthouden. “Sleutelen aan de aanbodzijde van water is een van de oplossingen om langere periodes van droogte het hoofd te bieden”, vertelt Els Lemeire, coördinator bij het Expertisecentrum Landbouw en Klimaat van de Vlaamse onderzoeksinstelling

Landbouwers die overstappen op druiventeelt zijn een absolute uitzondering. De meeste bedrijven houden zich bij hun traditionele stiel en ruilen dat na drie droge zomers niet zomaar in voor iets heel anders. —Diane Schoonhoven, Boerenbond

ILVO. “Steeds meer akkerbouwers zoeken naar manieren om water te bufferen en te capteren voor periodes van droogte. Daarbij is het belangrijk om water vooral in het landschap te bufferen, zodat onze natuurlijke watervoorraad, het grondwater, aangevuld wordt. Ook zorgen voor de bodem is essentieel, zodat die het water maximaal kan vasthouden en beschikbaar kan stellen voor de planten.” Tegenover de klassieke methoden om regenwater langer beschikbaar te houden, kunnen ook steeds meer hoogtechnologische methoden toegepast worden om water zo efficiënt mogelijk in te zetten. Denk bijvoorbeeld aan drones die met behulp van artificiële intelligentie vanuit de lucht de waterbehoefte van individuele planten kunnen vaststellen en zo de beregening op de grond kunnen finetunen. In het Europese Potential-project zijn onderzoekers erin geslaagd om op die manier waterstress op te sporen in aardappelvelden. In een volgende fase gaan ze proberen om de watergift van een precisiesprinkler hier ruimtelijk op af te stemmen. Dit zou een waterbesparing van zeker 10 procent kunnen realiseren, aldus ILVO. Tegenover de aanbodzijde, kan er volgens Lemeire ook gesleuteld worden aan de vraagzijde. “Je kunt gewassen gaan telen die beter tegen de droogte kunnen.” ILVO steekt veel tijd in de veredeling van klassieke landbouwgewassen zodat deze beter tegen droogte kunnen. Ook de overstap naar nieuwe, droogtetolerantere landbouwgewassen als quinoa en kikkererwten behoren tot de mogelijkheden. Al blijven ook deze gewassen, net zoals de wijndruiven, vooralsnog eerder uitzondering dan regel. Door Jerom Rozendaal


18 LOGISTIEK

FOKUS-ONLINE.BE

Investeren in innovatie is investeren in mensen Tijdens de coronacrisis waren we het bijna vergeten, ondertussen is het alweer dagelijkse kost: die ellenlange files in ons land. Mobiliteit blijft de achilleshiel van de Belgische industrie. De digitalisering van de logistiek komt dit ten goede, maar wat betekent dat voor de medewerker?

D

e Nationale Veiligheidsraad erkent de logistieke sector als cruciaal om de productieketen draaiende te houden. Logistiek als de motor van de industrie, want supply chain strekt zich uit over alle sectoren heen. Een studie van de Nationale Bank van België van 2017 geeft aan dat de sector indirect goed is voor 7,6 procent van de Belgische werkgelegenheid. De variëteit aan activiteiten en diensten is groot. Zo is het verwerken van metaalproducten niet vergelijkbaar met de levering van afhaalmaaltijden. Mobiliteit blijft echter een kink in de kabel. Hier moet de grootschalige automatisering en digitalisering soelaas bieden. “Technologie maakt onze supply chain duurzamer, sneller en goedkoper”, zegt Ann Vereecke, professor in Operations & Supply Chain Management aan Vlerick Business School en UGent. “Bedrijven zien het landschap veranderen met slimme stockagesystemen, geautomatiseerde warehouses, forecasting tools, maar ook met meer onderlinge samenwerking dankzij data-uitwisseling, gedeelde infrastructuur en investeringen in deze nieuwe technologieën.” Automatisering is een verhaal waarbij iedereen de vruchten plukt, inclusief de werknemer. “Repetitief werk zal verdwijnen. Data-input bijvoorbeeld, een routinematige job, zal gerobotiseerd worden.” Puur uitvoerend werk wordt overgenomen door geavanceerde technologie. Dit type jobs krijgt een nieuwe invulling en dat verhoogt de vraag naar technische profielen. Er is nood aan mensen met een sterk analytisch inzicht, merken ze bij hr-bedrijf Hays. In het rapport ‘Baan van de Toekomst’ brengt Hays de gevolgen van de digitalisering

Technologie werkt ondersteunend en neemt repetitieve taken over, maar schakelt de mens niet uit. —Liesbeth Geysels, VIL

voor het personeelsbeleid in de Nederlandse logistieke sector in kaart. De logistieke medewerker van de toekomst is een efficiënte professional die analytisch kan nadenken. “De wil om zich te laten bijscholen wordt voor logistieke werknemers in de toekomst van groot belang”, zegt Dries Serré, voormalig Business Unit Manager Experts Zaventem,

sinds kort Business Manager bij TriFinance. “We zien een verschuiving in de markt. De toename van beschikbare data zorgt voor een gestegen vraag naar supplychainanalisten, efficiënte professionals die de massale hoeveelheid data kunnen analyseren en omzetten in bruikbare informatie voor directies en het management.” Ook andere

jobs, zoals die van logistiek ingenieur, zijn duidelijk veelgevraagd. Maar vallen laaggeschoolde profielen dan uit de boot? “Nee”, luidt het klaar en duidelijk bij VIL, het Vlaamse innovatieplatform voor de logistieke sector. Met innovatieve onderzoeksprojecten houden zij de vinger aan de pols. “Doemdenken dat robots alles zullen overnemen, klopt niet”, zegt algemeen directeur Liesbeth Geysels. Zelfrijdende trucks zijn nog niet voor morgen en in de e-commerce blijven mensen altijd onvervangbaar. “Technologie werkt ondersteunend en neemt repetitieve taken over, maar het schakelt de mens niet uit.” Vacatures voor een knelpuntberoep zoals vrachtwagenchauffeur raken niet ingevuld omdat het een onaantrekkelijke job is. “Dat heeft niets te maken met een gebrek aan vaardigheden of de toenemende automatisering”, benadrukt Geysels. Investeren in innovatie betekent investeren in werknemers. “In tijden van automatisering moet de werkgever ondersteuning bieden bij het levenslange leren”, weten ze bij Hays. Dat kan via de traditionele kanalen van bijscholing, zoals workshops en tutorials. “Methoden zoals reverse-mentoring of het klassieke peter-meterschap hebben hun nut al bewezen. Op die manier trekken junior werknemers de seniorprofielen mee in het verhaal van digitalisering.” Aan opleidingen is er in Vlaanderen geen gebrek, al benadrukt Serré dat het hier gaat om een tweerichtingsverkeer: “Openstaan voor zelfontwikkeling en trainingen zijn essentieel voor werknemers. Werkgevers moeten hen dan weer het gevoel geven dat ze hierin ondersteund worden.” Door Rosalie Van Hoof


#FOKUSINNOVATIE

NAWOORD 19

Peter Verhaert

De biotechnologische doorbraken van morgen Als CEO van biotechbedrijf ProteoFormiX heb ook ik het voorbije jaar gefascineerd de vooruitgang in onze industrie gevolgd. Maar de evoluties die de meeste aandacht krijgen, liggen niet altijd binnen de domeinen waar er het meest geïnnoveerd wordt.

H

et juninummer van het toonaangevende vakblad Nature Biotechnology publiceerde de toekomstvisie op de gezondheidssector van een selecte groep biotechleaders. Termen als precisiegeneeskunde, big data-analyse en artificiële intelligentie werden daarbij gretig in de mond genomen. De technologieën waarnaar men refereerde focussen voornamelijk op het menselijk genoom (DNA) en het daarvan afgeschreven RNA. De analyse van deze biomoleculen is de laatste jaren immers spectaculair veel sneller, nauwkeuriger en goedkoper geworden, wat tal van nieuwe toepassingen mogelijk maakt. De biotechnologie dankt dit in wezen aan een uitvinding uit 1983: de (sinds de coronatesten bij de brede bevolking bekende) PCR-methode om minuscule hoeveelheden DNA exponentieel te amplificeren. Biologie is evenwel meer dan de kennis van genen. De meeste ziektes zijn bovendien vrijwel nooit het rechtstreekse gevolg van enkel DNA. Of we al dan niet gezond functioneren wordt bepaald door de afgewerkte genproducten, met name de eiwitten. Zij vormen ontelbaar veel biologische nanomachientjes in ons lichaam die maken dat we infecties kunnen bestrijden, dat onze hersenen kunnen denken, onze ogen licht kunnen detecteren, ons bloed zuurstof kan transporteren, en dat ons eten tot goede, bruikbare nutriënten kan worden omgezet. De precieze structuur van een eiwit – in het vakjargon ook wel ‘proteoform’ genoemd – hangt af van het complexe samenspel van genetische én omgevingsfactoren.

Meer focus op moderne analytische technieken om specifieke proteoforms in stalen van individuele patiënten te identificeren, zal helpen om tot nog toe onvoldoende begrepen ziektes te doorgronden tot op het klinischrelevante moleculaire niveau. Daarbij onderzoeken we welke specifieke eiwitstructuren ziektebepalend zijn. Dit zal direct leiden tot de ontwikkeling van de nieuwe geneesmiddelen en vroege diagnostica waarnaar in neurodegeneratieve ziektes en hardnekkige kankers al zolang wordt gezocht.

Er dienen alternatieve innovatieve businessmodellen ontwikkeld te worden die volop de moderne netwerkcultuur benutten.

Ik ben het bovendien volkomen eens met de collega’s biotech start-upoprichters in Nature Biotechnology die voorspelden dat alternatieve innovatieve businessmodellen dienen ontwikkeld te worden die volop de moderne netwerkcultuur benutten. Businessmodellen waarin open science wordt gekoesterd, met ruimte voor samenwerkingen binnen de industrie en daarbuiten. De tijdens het coronajaar ontwikkelde en dit voorjaar gelanceerde oproepen voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, lijken er alvast op te wijzen dat de Europese Innovation Council (EIC) en het Europees Instituut voor Innovatie en Technologie (EIT) hebben begrepen dat de wetenschappelijke doorbraken van morgen, en bijgevolg ook onze samenleving, hiervan zullen profiteren. Door Peter Verhaert, oprichter en CEO ProteoFormiX


Het leven van Viviane Konvi veranderde drastisch. Ze hoeft niet langer om 5u op te staan en kilometers te stappen om water te halen, want sinds kort is er een waterpomp vlak bij haar woning. Haar gezin is niet meer om de haverklap ziek. Er is schoon water om te drinken, te koken en haar kleine baby te verzorgen. “Water is leven,” vertelt Viviane Konvi. “Water was lang een grote zorg, maar die tijd is gelukkig voorbij.”

Doe een gift U geeft een gezin van 5 personen drinkbaar water voor slechts 50 euro. Voor giften vanaf 40 euro ontvangt u een fiscaal attest. BE22 5230 8036 1747 (mededeling “JFW9”) www.joinforwater.ngo


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.