Fokus Moderne Stad

Page 1

D I T D O SS I E R W O R D T G E P U B L I C E E R D D O O R S M A R T M E D I A E N VA LT N I E T O N D E R D E V E R A N T W O O R D E L I J K H E I D VA N D E R E D AC T I E VA N K N AC K

OKT ‘18

MODERNE STAD

Nic Balthazar Een droom van een stad

Ecologische voetafdruk Hoe minder, hoe beter: de ecologie van de eenvoud

Marc Dillen Vlaamse steden moeten even leefbaar worden als buitengebied

KRISTIAAN BORRET ”Het credo ‘Act first, think later’ belet traagheid en verzanding in discussies. We willen kansen grijpen, klaarstaan, en springen als we een opening zien” Lees meer op Fokus-online.be. #fokusmodernestad


02

EDITORIAL NIC BALTHAZAR

FOKUS-ONLINE.BE

Een droom van een stad Een stad is als een huis. Met hoe meer je erin woont, hoe properder je het moet zien te houden. Nu al leeft meer dan de helft van de wereldbevolking in steden, en tegen 2050 zou dat bijna drie vierde zijn. Het lijkt duidelijk dat we de boel dan maar beter tijdig op orde krijgen.

04

06

08

14

LEES MEER... 04 Hoe minder, hoe beter: de ecologie van de eenvoud 05

Luchtdicht bouwen: nu ook met rolluiken

06 Bewegen of stilstaan in de stad 08

12 Het mini-debat over de tech-stad

N

aar de toekomst kun je op twee manieren kijken. Ofwel vertrek je van de realiteit. Die is vandaag niet altijd fraai, ook onze steden kuchen zich een fijne stoflong, dat probeer je dan stukje bij beetje, boompje bij autovrij pleintje te verbeteren. Ofwel – en voor optie 2 wil ik een lansje breken – doen we wat moedigere stedenbouwers doen: we kijken bijvoorbeeld naar Gent met onder andere zijn boude circulatieplan, we ontwerpen luchtkastelen, en zien dan hoe we daar rustig de fundamenten onder gieten. We vertrekken niet vanuit de betere nachtmerrie, maar vanuit (de stad van) onze dromen, en kijken dan hoe we utopie realiteit kunnen maken. Zonder al te gauw paniekerig te balken dat zoiets toch niet realistisch is, en dat elke middenstander prompt failliet zal gaan. Wie écht realistisch naar de toekomst durft kijken weet allang dat het tijdperk waarin we ons voor 80 procent verplaatsen tot voor de deur, met een walmend gevaarte van een ton onder de verwarmde kont, niet zal blijven duren. Niet enkel omdat we in dit land zo ongeveer collectief komen te stikken en stil te staan, maar omdat de planeet waarvan we jaarlijks 1,7 keer meer lenen dan zij kan ophoesten, een paar plannen lijkt te smeden om ons met boze bottines van haar bol te schoppen. Maar wat een meevaller! De actieplannen die we zullen moeten ontvouwen om drastisch minder te gaan vervuilen en uitstoten, kunnen ons nu net naar een veel fijnere wereld slingeren, eentje met propere

Profielinterview: Kristiaan Borret

Nu is het tijd om te blijven dromen, en in die dromen te gaan leven.

energie, groene steden, performant openbaar vervoer en alle grauwe vierkante meters die we braaf aan koning auto hebben afgestaan, weer teruggewonnen voor bomen en voor ons allemaal. Zeker, ook het circulatieplan heeft nog onvolkomenheden en helaas een paar onfortuinlijke slachtoffers, doch mijn geliefde Gent is echt niet onbereikbaar, en al zeker niet geruïneerd. Integendeel. Het is er nog een flink stuk wijzer geworden, en alle curieuzeneuzen wijzen in de richting van een stad waar je alsmaar vrijer kan ademen, wandelen en fietsen met nu zowaar al een derde minder ongevallen. Wees zeer welkom, en kom voelen wat elke studie weer bewijst: hoeveel blijer en gezonder een mens kan worden van bewegen in wat we opnieuw de vrije lucht zouden kunnen noemen. Want jawel, de belangrijkste wegen zijn onze luchtwegen. Het olijke verkiezingscircus is ondertussen opnieuw het land uit, en dus wordt het nu mooi opletten met elke politicus die het goedkope woord duurzaam in de mond neemt en orakelt dat die duurzame maatregelen te duur zijn. Met elke partij die fluks wappert met de slogan verandering, tot er iets ten gronde moet veranderd worden. Nu is het tijd om te blijven dromen, en in die dromen te gaan leven. TEKST NIC BALTHAZAR IS TELEVISIE- EN FILMMAKER, EN KLIMAATACTIVIST. SAMEN MET BOUWMEESTER LEO VAN BROECK MAAKTE HIJ DE DOCUMENTAIRE ‘PLANNEN VOOR PLAATS’.

ADVERTORIAL

13

Hoe IoT onze wereld transformeert

14

Marc Dillen: Vlaamse steden moeten even leefbaar worden als buitengebied

COLOFON. PRODUCTIELEIDER: Christian Nikuna Pemba HOOFDREDACTIE: Astrid Goossens TEKST: Ellen Van Hoegaerden Marc Van Riel COVERBEELD: Frederik Hamelynck LAYOUT: Baïdy Ly DRUKKERIJ: Roularta

SMART MEDIA AGENCY SMART STUDIO Leysstraat 27, 2000 Antwerpen Tel +32 3 289 19 40 redactie@smartmediaagency.be studio@smartmediaagency.be

Veel leesplezier Sam Geens Project Manager


#FOKUSMODERNESTAD

VMA BRAND REPORT

03

Technologische bakstenen De toekomst van de smart building

De tijden dat gebouwen gewoon een hoopje bakstenen, cement en zorgvuldig uitgekozen vloeren en kleuren waren, lijken stilaan achter ons te liggen. Meer dan ooit vormt een gebouw het kloppend hart van een – al dan niet zakelijke – gemeenschap, een publieke processor voor creatieve ideeën, een onverzadigbare ruimte voor multi-technische installaties.

D

at communiceren belangrijk is in vele onderlinge relaties, wist je misschien al. Op de werkvloer kan een duidelijke communicatie tussen werknemer en werkgever heel wat opleveren, maar tussen gebouw en gebruiker kan evenzeer een interactie ontstaan die werk optimaliseert. Dat is wat een smart building teweegbrengt, en kijk: dat soort gebouwen wordt steeds intelligenter. Daardoor wordt dus ook de mogelijke interactie groter, wat vooral meer energie-efficiëntie en gebruikscomfort oplevert.

Onder dergelijke installaties vallen veel zaken: verwarming, verlichting, temperatuurregeling, camerabewaking, branddetectie, inbraakbeveiliging... We zien dat Internet of Things hierbij

staat prominenter op de agenda, voornamelijk zodat je je gemakkelijker doorheen een gebouw kunt bewegen. “Simpele taken worden door het GBS overgenomen, en hiervoor wordt

De mogelijkheden voor slimme bedrijfsgebouwen zijn quasi eindeloos. Van vergaderzalen die automatisch worden ingepland tot overtollig gebruik van energie beperken, dankzij het afstemmen van datavergelijking en onderhoudsplanning aan een noodzakelijkheid. Maar ook andere nutsgebouwen kunnen zich een slimme laag aanmeten. Ziekenhuizen, voetbalstadia of winkelcentra bevatten allemaal regeltechnische elementen. Kinoo: “Er gaat ongetwijfeld een grote evolutie volgen, al ga je dan toch een zekere scheiding moeten opstellen: tot waar wil je als gebruiker precies gaan?” En dat kan ver. In het Herman Teirlinckgebouw in Brussel vind je bijvoorbeeld een globaal GBS terug. “Alle technische installaties van het gebouw worden op één centraal platform gecentraliseerd. Meer dan 35.000 datapunten worden er beheerd en bijgehouden.”

In een smart building is het iedere dag brengje-data-mee-naar-het-werk-dag. Meerdere technische installaties binnen een gebouw treden in werking met elkaar dankzij de implementatie van een GBS, oftewel gebouwenbeheersysteem. “Een gebouw wordt een ingenieuze fabriek met big data,” zegt Pascal Kinoo, BU manager – Beheer Supervisie Systemen voor Cluster VMA. “Je kunt daarbij het deel elektriciteit en HVAC (heating/ventilation/air conditioning, red.) niet meer van elkaar scheiden. Door beide technieken te combineren deel je niet enkel kennis, maar versterk je het bovenal ook.” Daarom bracht VMA de twee in één cluster samen, zodat de verschillende aanwezige technieken en installaties kunnen interageren met elkaar. “Je moet een bovenliggende laag hebben die met alles kan communiceren.” In vroegere tijden kwam er simpelweg een architect op de proppen die rekening hield met afwerking, lichtinval of wat groen. Een gebouw moest vooral ‘collegiaal’ zijn. “Nu krijgt de gebruiker van dat gebouw ook inspraak”, begint Kinoo. “Dat aspect van inspraak neem je best mee al bij het opstellen van een concept voor de werking van een gebouw. Maak een koppeling tussen verschillende software-apps: hoe ga je informatie tussen installaties uitwisselen of capteren en er een win-win van maken?”.

nog intelligenter: in functie van je geplande werktijd zal je fiets of auto opgeladen kunnen zijn tegen je geplande vertrekuur”, vult Kinoo aan. Daarbovenop kunnen ook draadloze sensoren data uitsturen, die dan bijvoorbeeld de bezetting van een stoel bijhouden, hoe vaak een toiletdeur opengaat en of er ‘file’ in de cafetaria is. Ook je collega’s kun je terugvinden via intelligente camera’s of Lifi – verlichtingsarmatuur, voor als je snel even een onschuldige roddel wil vertellen of als het tijd is om te brainstormen.

belangrijk wordt om zowel onderling geconnecteerd te geraken als met de gebruikers van een gebouw. “Wat je vroeger met een thermostaat kon, gebeurt nu met een app”, gaat Kinoo verder. Ondertussen, met alle razendsnelle technologische veranderingen vandien, verwachten we toch al ietsje meer dan een thermostaat die hier en daar de ruimte regelt. Gebruikerscomfort

ook informatie buiten het gebouw opgehaald. Cloud technologie, artificiële intelligentie, autolearning, blockchain… Je gaat bovendien ook regeltechnisch kijken hoe je iets optimaler kunt maken om energie duurzaam te gebruiken.” Een voorbeeld is het gebruik van apps die klimaatregeling aanpassen aan de weersvoorspellingen, waaraan ook laadstations van voertuigen of fietsen afgestemd kunnen worden. “En

“De sky is the limit, met alles in de cloud,” sluit Kinoo af. “Circulaire gedachten kunnen omgezet worden in concrete technologische verwezenlijkingen die op lange termijn mikken.” Zo omringt het gebouw waarin je wandelt, lacht, soms even ontspant of werkt, je met meer dan enkel beton. Het wordt een slimme plek waarmee je communiceert en waar je elke dag gemakkelijk en snel bijleert. TEKST ELLEN VAN HOEGAERDEN

In samenwerking met... VMA-Cluster heeft 7 vestigingen in België en 4 buitenlandse waaronder de US en UK. Onze kernactiviteiten zijn opgesplitst in Business Units zoals Building Technologies waarbij we HVAC, Sanitair, elektrische installaties en GBS (software voor gebouw beheers systemen) implementeren. BU Infra verzorgt wereldwijd elektro mechanische installaties in tunnels en drinkwaterinstallaties. Verder is de VMA-Cluster actief in Automotive projecten en in de industrie waar we robotisering en productielijnen automatiseren met een specialisatie in MES projecten (Manufacturing excecution systems). VMA telt meer dan 750 personeelsleden waarvan 250 ingenieurs. De omzet van de VMA cluster bedroeg in 2017 meer dan 150 Miljoen Euro.


04

FOCUS ECOLOGISCHE VOETAFDRUK

FOKUS-ONLINE.BE

Hoe minder, hoe beter: de ecologie van de eenvoud Het leven in de stad kan gejaagd zijn. Je bestelt al eens een takeaway, online koop je cadeaus om het de volgende dag nog te krijgen en ’s avonds heb je oorsuizingen in de frequentie van autoclaxons. Wie heeft er nog tijd om aan de ecologische voetafdruk te denken?

W

e willen allemaal veel. En hoe meer, hoe liever. Spullen, liefde en geborgenheid, lekker eten en drinken, genoeg vrije tijd en alle mogelijke premium accounts om die vrije tijd op te vullen. Natuurlijk valt iedereen niet over dezelfde kam te scheren, maar voor velen vraagt leven in een moderne stad, in een immer veranderende wereld om snelle oplossingen om er even van te ontsnappen. Een neveneffect is dat er dan vaak niet bijster veel rekening meer wordt gehouden met je innerlijke ecologische beleid. Wat dan weer invloed heeft op de rest van je leefomgeving. “Onze aanhoudende verslaving aan consumptie en werk is een gevolg van het verdwijnen van een publiek debat over wat het goede leven is of zou kunnen zijn”, zegt Sofie Vanblaere van Netwerk Bewust Verbruiken daarover. Heel wat mensen hebben meer dan eens het gevoel ergens bij te moeten zijn, en dan moet je nog de nieuwste gadgets hebben om mee te zijn. “We moeten op een open manier de vraag stellen wat genoeg en wat te veel is. De 24 uurseconomie die is ontstaan door globalisering en technologische ontwikkelingen zetten druk op mensen. Daardoor is er vaak geen tijd om duurzame of ecologische keuzes te maken. Een eenvoudiger leven kan dan absoluut leiden tot meer duurzaamheid.”

niemand in de ruimte is… Als je dat gaat uitrekenen voor de gemiddelde Belg, kun je meer dan 1.000 euro per jaar besparen door simpelweg te consumeren wat je echt nodig hebt.” Pas als iedereen mee is met dat besef, kan er misschien een nieuwe sociale norm ontstaan: hoe minder, hoe beter. Maar voorlopig zit de gemiddelde Belg nog met een heuse wegwerpmindset. Netwerk

Bewust Verbruiken spoort consuminderen aan, en doet dat aan de hand van de Paraminder, een simpel stappenplan. Vanblaere: “Stel jezelf de vraag of je het product wel écht nodig hebt. Misschien is het een impulsieve ingeving. Ben je er toch van overtuigd dat je leven beter zou zijn met het product? Ga dan op zoek naar alternatieven.” Gebruik eerst wat je al hebt. Misschien is dat wat je zoekt reeds aanwezig in huis. Zo niet, deel of

Mogelijks zullen we evolueren naar een diensteneconomie. Daar zit toekomst in.

ruil dan. Veel spullen worden slechts sporadisch gebruikt. Vergeet niet de tweedehandse toer op te gaan, indien je niet meteen kunt ruilen of delen. Je kunt vervolgens altijd trachten zelf iets te maken. En eventueel ga je als laatste stap over tot aankoop, maar probeer dan een zo duurzaam mogelijke variant te vinden. “Ik denk dat we mogelijks ook zullen evolueren naar een diensteneconomie. Daar zit wel een toekomst in”, voegt Bruers daaraan toe. In plaats van producten, die vaak niet lang meegaan, kun je dan rekenen op diensten van een producent. “We zullen bijvoorbeeld niet langer lampen nodig hebben, maar overgaan tot de aankoop van licht. Dan zijn producenten geneigd om betere lampen te maken die langer meegaan. Anders zijn de bedrijven zelf de dupe, want zij moeten die lampen telkens komen vervangen.” Philips is bijvoorbeeld bezig met experimenteren, en ook enkele wasmachineproducenten testen deze diensteneconomie reeds uit. Omringd door die toekomstmuziek kun je zelf proberen om langzaamaan eenvoudiger te beginnen leven, en zo je ecologische voetafdruk proberen te verkleinen. En dat hoeft echt niet moeilijk te zijn. “Integendeel, een steeds grotere groep mensen ervaart het als niet moeilijk, het zorgt niet voor een vermindering van levenskwaliteit”, aldus Vanblaere. “Vaak is het een kwestie van trial and error, van de juiste informatie vinden en goede adresjes te kennen. Soms moet je er gewoon wat ingroeien.” Groeien in vermindering dus, dat is nog eens een behulpzame paradox om naar te leven.

— STIJN BRUERS, ECOLIFE

Daar is ook Dr. Stijn Bruers van Ecolife het mee eens. Al is eenvoudig leven niet zo eenvoudig klaar te spelen. Er zijn namelijk heel wat ideeën, verbonden aan status, ingebed in onze algemene levenswijze om het zomaar over een andere boeg te gooien. “Een goed begin zou zijn dat we beseffen hoeveel energie we onnodig verbruiken”, begint hij. “Slechte isolatie, voedselverspilling, lampen en televisies die je laat aanstaan terwijl er

TEKST ELLEN VAN HOEGAERDEN

ADVERTORIAL

Samen bouwen aan duurzame steden en gemeenten

Om de klimaatafdruk van onze steden te verlagen en meer slimme en duurzame energiesystemen te integreren in de stadsomgeving, zijn er veel energiepositieve wijken nodig. Buurten die lokaal hun energie duurzaam opwekken, opslaan, verdelen en verbruiken dus. Dat vraagt het engagement van particulieren en politieke of industriële besluitvormers. VITO/EnergyVille ondersteunt hen met verschillende instrumenten om het energieprofiel van gebouwen, wijken en stadsdelen te verduurzamen. CITY PORTAL Wil u meer inzicht in de staat van de gebouwen in uw stad of gemeente? Of wil u doelgericht renovatie-acties plannen en uitrollen? Het City Portal-platform is een interactief platform dat bijzonder interessant is om het renovatiebeleid van steden en gemeenten uit te werken en opportuniteiten voor collectieve renovaties in kaart te brengen.

URBAN ENERGY PATHFINDER De Urban Energy Pathfinder vertelt welke mix van maatregelen het doeltreffendst is om het energiesysteem van een gebouw, straat, wijk of stad te verduurzamen en houdt daarbij rekening met de lokale situatie van de gebouwinfrastructuur, gecombineerd met technische en financiële gegevens.

EBECS De EnergyVille Building Energy Calculation Service (EBECS) bundelt diverse rekenalgoritmes en biedt energieadvies op maat van uw woning. EBECS berekent de beste opties om energie te besparen en hernieuwbare energie te produceren, inclusief de terugverdientijd van uw investering.

Alle info: www.energyville.be/onderzoek/gebouwen-en-districten of mail naar info@energyville.be EnergyVille is een samenwerking tussen VITO, KU Leuven, imec en UHasselt voor onderzoek naar duurzame energie en intelligente energiesystemen.


#FOKUSMODERNESTAD

WILMS BRAND REPORT

05

Luchtdicht bouwen: nu ook met rolluiken Door luchtdicht te bouwen komt er aan de binnenzijde van de woning een luchtdichte, ononderbroken schil. Zo verdwijnen de spleten en kieren waarlangs in een ‘ademend huis’ liefst 25% van de warmte ontsnapt. “In een luchtdichte woning blijft die warmte binnen, wat verwarmingskosten bespaart”, zegt Ronny Tiri, marketingmanager van Wilms. “Je kunt ook zelf perfect bepalen hoeveel verse lucht binnen- en buitengaat, via doordachte ventilatie.”

L

uchtdicht bouwen is ook goed voor het S-peil, dat het K-peil en de netto-energiebehoefte vervangt en alle kwaliteiten van de gebouwschil evalueert. “Door dit S-peil wordt voortaan meer de nadruk gelegd op energiezuinige, luchtdichte toepassingen”, aldus Tiri. “Luchtdicht bouwen is iets duurder, maar vermijdt achteraf extra kosten.”

Dankzij nieuwe ontwikkelingen kunnen rolluiken nu – net zoals zonweringen – in de spouwmuur worden weggewerkt zonder aan de binnenmuur te raken. Een geïsoleerd

composietprofiel, ter hoogte van de kast, herstelt de verloren isolatiewaarde. Het rolluik wordt volledig onzichtbaar weggewerkt. Tiri: “De combinatie rolluiken en zonwering geeft

steeds een aangenaam binnenklimaat, zéker bij een luchtdichte woning. Een rolluik of zonwering is trouwens altijd aan te raden, vooral bij grote glaspartijen, anders krijg je in warmere periodes een serregevoel. Je vermijdt dus oververhitting van je woning zonder een dure, energieverslindende airco. Rolluiken houden ook nog eens de warmte makkelijker binnen in de winter.” Keuzevrijheid Volgens een onafhankelijk studiebureau kan het S-peil tot gemiddeld drie punten verbeteren met de nieuwe generatie rolluiken en zonwering. Je bespaart dus energie en draagt bij aan de strijd tegen klimaatopwarming. “Tegelijkertijd krijg je evenveel keuzevrijheid qua woninginrichting”, besluit Tiri. “Met de nieuwe ontwikkelingen blijven rolluiken mogelijk. Dit geeft de (toekomstige) bewoners en de architect veel meer mogelijkheden.”

Spouwmuur Luchtdicht bouwen en klassieke rolluiken (hoewel ze perfect koude én overtollige warmte kunnen buitenhouden) lijkt een onmogelijke combinatie. “Open rolluiken met een houten omkasting boven het raam en je ziet meteen de spouwmuur”, zegt Tiri. “Energetisch is zo’n kast hopeloos: warmte kan gemakkelijk ontsnappen. In een luchtdichte woning zijn traditionele rolluikkasten dus ongeschikt.”

In samenwerking met... Sinds meer dan 40 jaar staat Wilms op de kaart als dé specialist in rolluiken en zonwering. Dankzij onze constante drang naar duurzame innovatie blijven we een trendsetter in de markt. Wilms is op en top Belgisch en streeft producten van topkwaliteit na. Een team van 160 medewerkers staat hier elke dag garant voor. Stilstaan is achteruitgaan, daar zijn we heilig van overtuigd. Onze interne R&D-afdeling is dan ook continu in de weer om bestaande producten nóg beter te maken of om volledig nieuwe concepten te bedenken. Duurzaamheid staat daarbij steeds centraal.

ADVERTORIAL

Het smart building platform als basis voor de slimme wijk Betaalbaar Open source hardware en software platform Dynamische comfort functies voor verlichting, verwarming, sferen … Toegang van overal tot je installaties Geavanceerd energie en nutsbeheer voor jezelf als voor de wijk Uitbreidbaarheid via de marketplace

Meer info: www.openmotics.com of info@openmotics.com


06

UITGELICHT MOBILITEIT

FOKUS-ONLINE.BE

3 VRAGEN AAN...

STEVEN CONDERAERTS BUSINESS DEVELOPMENT MANAGER SMARTNODES

Wat is smart lighting? “Smart lighting betekent op de juiste manier, op het juiste tijdstip de juiste hoeveelheid licht brengen op de openbare weg. Het is gebaseerd op sensortechnologie die weggebruikers detecteert en op basis daarvan het verlichtingsniveau aanpast. Naast een energiebesparing tot 70 procent tegenover een nieuwe led-installatie heeft ‘light on demand’ ook een veiligheidsvoordeel. Iedereen heeft namelijk te allen tijde recht op het juiste lichtniveau tijdens het rijden.” Wat zijn de voordelen van edge computing? “Door te werken met edge computing (lokale dataverwerking) gaan sensoren zelf beslissen welk verlichtingsniveau ze geven. Het is een lokale beslissing van de sensortechnologie, een industrieel computertje op elke verlichtingspaal. Het voordeel is dat het veel sneller gaat dan bijvoorbeeld cloud computing, waarbij gegevens worden verwerkt in een centrale database. Zo kunnen we inhaken op reële wegomstandigheden.” Wat is de impact? “Naast energiebesparing, betekent deze technologie ook een lagere CO2-uitstoot en verminderde lichtpollutie. Zo wordt de fauna en flora beter beschermd. Naast de implementatie van een edge computing-netwerk in de openbare verlichtingsinfrastructuur, kan dit gebruikt worden voor andere sensoroplossingen zoals geluid-, milieu- en parkeersensoren. Perfect voor een moderne stad.”

Bewegen of stilstaan in de stad Mensen gaan terug in de stad wonen. De stad Gent, steeds op zoek naar een sociaalecologisch en duurzaam profiel, dweept zelfs met de slagzin ‘De stad kan de wereld redden’. Klinkt goed, indien we daar maar veilig, gezond, en snel van A naar B kunnen.

D

e participatieve progressieve stad krijgt vorm. Lokale besturen staan meer open voor burgervriendelijke initiatieven die de mobiliteit en het leefklimaat verbeteren. Het oplossen van complexe vraagstukken is vaak een kwestie van politieke wil. Los daarvan biedt de stad voordelen. Er zijn overal winkels, restaurants, cultuurtempels in de buurt en het sociaal contact is er intenser. Woningen verliezen minder warmte, zodat je minder energie verbruikt. En je kunt bijna alles zonder auto doen. De mentaliteit van de burger is aan verandering toe. Hij ondervindt dagelijks dat de slogan ‘Mijn auto, mijn vrijheid’ totaal achterhaald is. De filerecordjaren volgen elkaar op en parkeren in de stad wordt onmogelijk. “De gemiddelde pendeltijd blijft stijgen. Volgens een studie van SD Worx kost een afstand van 5 tot 9 km, 4 op de 10 werknemers tot 90 minuten. Werknemers die door files te laat op het werk arriveren, wegen op de organisatie. Wie langer dan 90 minuten onderweg is per dag, blijkt actiever op zoek naar een andere werkgever. Zo dreigen werkgevers goede krachten te verliezen”, zegt Veerle Michiels van SD Worx. 80% van de Waalse werknemers, 62% van de Vlaamse en 36% van de Brusselse

werknemers gebruiken de eigen auto voor woon-werkverkeer. Voeg daarbij het gebruik van bedrijfswagens van 14%, 19%, 25% in respectievelijk Wallonië, Vlaanderen, Brussel. “De bedrijfswagen is stevig ingeburgerd als extralegaal voordeel met een gunstig fiscaal statuut. Daaraan raken is niet evident”, aldus Michiels. Op zoek naar alternatieven. De fiets, in volle opgang. Minstens 15% van de Vlamingen kiest ervoor. De ande-

Hij wijst op de systemen om een stad autoluw te maken: lussenplannen en zonetoegangsbeperkingen, met camera’s, codes of scans van de toegangspas bij verdwijnpalen. “Samen met het parkeerbeleid zijn ze een belangrijk instrument voor mobiliteitsmanagement. Die maatregelen leiden tot een reductie van 20 à 30% van het autoverkeer. Dat men ook het vrachtverkeer afscheidt en in tijd of ruimte beperkt, spreekt voor zich.”

Een stad is slechts fietsvriendelijk als ze autoluw is. Het autoverkeer in leefbuurten moet zeker beperkt worden. — PROF. DIRK LAUWERS re Belgen blijven achter. “Een stad is slechts fietsvriendelijk als ze autoluw is. Het autoverkeer in leefbuurten moet zeker beperkt worden. Een maximale snelheid van 30 km/u en stapvoets verkeer in de woonstraten is een belangrijke randvoorwaarde. In de hoofdstraten moet men voldoende brede fietspaden voorzien.” Dat is de overtuiging van prof. Dirk Lauwers.

Het openbaar vervoer kan troost brengen. Maar daarvan maken slechts 6% van de Vlaamse en Waalse werknemers gebruik. Zou het kunnen dat het Brusselse cijfer van 36% wijst op een vlottere en efficiëntere organisatie? De overheid kan in oplossingen investeren, net zoals in baanbrekende projecten en de planning van het wegennet. “Maar

ook bedrijven hebben de hefbomen in handen om verplaatsingen te beperken of alternatieven te stimuleren. Zo kunnen ze telewerk en flexibele werktijden mogelijk maken, en gebruikmaken van systemen als cash for car of het mobiliteitsbudget”, verklaart Veerle Michiels. Privé-initiatieven voor het delen van auto’s, fietsen en scooters schieten als paddenstoelen uit de grond. Misschien zijn de elektrische step, de eenwieler of het hoverboard wel iets voor jou. Of je kiest voor multimodaliteit en combineert meerdere transportmiddelen. De bal wordt inderdaad vaak gelegd in het kamp van de weggebruiker, van wie men verwacht dat zijn ecologisch bewustzijn leidt tot gedragsverandering. “Die kan echter pas, indien het alternatief ‘makkelijk, vlot, snel, comfortabel, veilig’ is en weinig moeite kost. Dat kader moet dus wel gecreëerd worden”, volgens Prof. Dirk Lauwers. “Indien bijvoorbeeld de reistijdverhouding en de routes gunstig zijn voor de alternatieven en ongunstig voor de auto, zal de keuze voor de reiziger in de stad voor de hand liggen.” Daarvoor hoef je niet eens in een smart city te wonen. Gewoon gezond verstand is voldoende. TEKST MARC VAN RIEL

ADVERTORIAL

Bij Dynniq leggen we ons toe op het implementeren van slimme mobiliteitsoplossingen die bijdragen aan een veiligere en duurzame verkeerssituatie. Zo levert Dynniq de zogenaamde supercomputer die de 370 kruispunten in de agglomeratie Antwerpen beheert, aanstuurt en bewaakt. Openbaar vervoer en zwakke weggebruikers krijgen voorrang aan kruispunten, wat leidt tot een veilige en vlotte verkeerssituatie die de leefbaarheid ten goede komt. In Brussel heeft Dynniq het grootste deel van de verkeersregelaars in beheer. Daarnaast kunnen bedrijven bij ons terecht voor het uitrusten van hun bedrijfsterreinen met (slimme) verkeerslichten. In alle Dynniq projecten is het van groot belang dat de informatie-overdracht tussen de verschillende systemen feilloos gebeurt. Zo zet Dynniq mee zijn schouders onder de implementatie van Coöpera-

tieve ITS technologie. Met deze technologie is het de bedoeling dat auto’s, vrachtwagens, openbaar vervoer, fietsen, hulpdiensten, communiceren met elkaar en met verkeerslichten en andere bakens. Hierdoor krijgen automobilisten in real-time informatie over vertragingen en ongevallen, en krijgen ze advies over rijstrookkeuze. Ook weten kruispunten precies hoeveel verkeer er op elk tijdstip aankomt. Verkeerslichten kunnen dan langer op groen blijven bij grote verkeersdrukte en sneller op rood springen bij verkeersluwte en deze informatie doorsturen naar de weggebruiker. In dit kader faciliteert Dynniq voor de Vlaamse Overheid het C-Roads project Intercor. Voor Dynniq draait het allemaal om de vlotte doorstroom van het verkeer. We vragen ons voortdurend af hoe we onze technologie kunnen inzetten om de efficiëntie te vergroten voor bewoners en weggebruikers. Nieuwsgierig geworden naar onze dienstverlening? Contacteer ons via Mobility@Dynniq.be.



08

INTERVIEW KRISTIAAN BORRET

FOKUS-ONLINE.BE

Kristiaan Borret, de bouwmeester die Brussel ruimtelijk beheert Niet ver van het Koninklijk Paleis werkt Kristiaan Borret in opdracht van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als Bouwmeester Maître Architecte. Verwacht niet dat hij zich enkel over de tekentafel buigt. De bouwmeester is coördinator, klankbord, adviseur, en bruggenbouwer. TEKST MARC VAN RIEL

BEELD FREDERIK HAMELYNCK

M

et een curriculum dat reikt tot Barcelona draagt hij sinds 2015 de verantwoordelijkheid van Brussels bouwmeester. Bij dat middeleeuwse begrip denk je aan de ontwerper-manager van imposante publieke gebouwen maar die taak behoort tot het verleden. Om het met de woorden van Bob Van Reeth, de eerste Vlaamse bouwmeester te zeggen: “De bouwmeester bouwt niet”. Hoe omschrijft u uw taak dan? “Een bouwmeester heeft een aanjaagfunctie: als coach, gespreksleider, onafhankelijk adviseur. De politici, opdrachtgevers en ontwerpers moeten stimuleren en prikkelen. In politiek en administratie is autonomie dan ook essentieel. Ze leidt tot verbindend en transversaal werken. In Brussel willen we de schaal van wijk of gemeente vergroten en pakken we grote strategische gebieden aan, zoals de Kanaalzone. De 19 Brusselse gemeenten en een portie ‘oude cultuur’ zorgden al te lang voor institutionele lasagne. Nu kan ik vaak rekenen op een ‘coalition of the willing’.”

De tijd van stedelijke expansie is voorbij. New Towns en buitenwijken worden niet meer gebouwd. Wie consulteert u bij een project? “De bewoners. Mondige burgers spreken mij aan. De stad wordt niet enkel gemaakt door professionals, maar ook door hen. Dankzij de bewonersverenigingen zijn er al projecten gerealiseerd, zoals de voetgangerszone. Ik heb met diverse groepen een gestructureerd contact. De bouwpromotoren vormen een aparte groep. Die hadden in Brussel bijna vrijspel, zonder veel kwaliteit te leveren. Al snel moest ik toenadering zoeken en samenwerking. Na wat spierballengerol, organiseren we ADVERTORIAL

Smart Building Automation Comfort Ontdek de voordelen van een slimme thuis of werkomgeving door verschillende systemen met elkaar te laten communiceren. Verlichting, muziek, beveiliging, zonnewering, ventilatie, verwarming, ... Alles kan op elkaar afgestemd worden ter verbetering van uw comfort. Kwaliteit Wij helpen onze klanten bij de keuze voor de juiste merken en producten. Er gaan uitvoerige tests vooraf aan de selectie van producten met de beste prijs-kwaliteitverhouding. Maatwerk Instapdomotica of full option. Wij bieden een oplossing voor iedereen.

Ontwerp Ieder project is uniek. Samen combineren we uw wensen in één concept.

Installatie Een professionele en kwaliteitsvolle installatie. Wij zijn uw partner!

Programmatie U kan rekenen op onze 10 jaar lange ervaring in het ontwikkelen van gebruiksvriendelijke interfaces.

Get in touch w w w. d o m a t i o n . b e info@domation.be +32 15 645 691


#FOKUSMODERNESTAD nu architectuurwedstrijden met private ontwikkelaars. Er is dus een kentering: de markt is nu verbreed en opener. Ook zij hebben aandacht voor kwaliteit en vinden het interessant om met ons samen te werken. Ik ben ook Keizer Nero niet die wikt en weegt, kiest en verwerpt. Mooi en lelijk bestaat trouwens niet. Het gaat over contextuele, ruimtelijke kwaliteit en over maatschappelijke relevantie, duurzaamheid, efficiëntie… In de kwaliteitskamer voeren we een gesprek over kwaliteit, integer en beargumenteerd zonder machtsspelletjes. We gaan samen op zoek, zodat de goede projecten bovendrijven.” Een complex beroep toch. Ook omdat u nooit ‘tabula rasa’ werkt, maar rekening moet houden met het lappendeken van buurten, gebouwen, parken, wegen, historische sites… “Tabula rasa is te gemakkelijk. We moeten de complexiteit niet schuwen. Net omwille van de diversiteit is een meerlagige Europese stad als Brussel voor mij boeiend. Zo’n potpourri vind ik interessanter dan een landschap of het platteland. ‘Mixiteit’ is de basis. De tijd van de expansie is voorbij. New Towns en buitenwijken worden niet meer gebouwd. We zijn toe aan ‘transformatie’, hetzelfde anders en slimmer doen. Werken met het bestaande, het opwaarderen en afstemmen. Voorzichtig, respectvol en ontvankelijk, en niet beuken. Zo kunnen we overal betrokken bij geraken en dan onze standpunten ingang doen vinden.” U kreeg de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Architectuur en Vormgeving in de periode van 8 jaar dat u Antwerps bouwmeester was. Kunt u Antwerpen en Brussel even vergelijken? “Antwerpen beschikte over veel cultuur op het vlak van ruimtelijk kwaliteitsbeleid, maar was te lang gefocust op de renovatie van de binnenstad. De stadsvernieuwing in de voorstad werd verwaarloosd. In Brussel, waar de bewustwording wat achterloopt, is dé vraag: hoe kun je slim ‘verdichten’? Hoe vang je binnen dezelfde oppervlakte een Europese stad op met een jaarlijkse demografische groei van 15.000 bewoners? Simpelweg torens bouwen vind ik een verkeerde keuze en er is een spreiding van de verdichting nodig in de randwijken. Door de krimpende

KRISTIAAN BORRET INTERVIEW 3 VRAGEN AAN...

THOMAS VANHOVE CEO TENGU.IO

We zijn toe aan ‘transformatie’, hetzelfde anders en slimmer doen, werken met het bestaande, het opwaarderen en afstemmen. woningoppervlakte, hebben we open ruimte en parken nodig. Kijk naar de Kanaalzone, het grootste stadsontwikkelingsgebied. Het gebied rond die duurzame as heeft nog veel ruimte en kan verdeeldheid en sociale breuklijnen wegwerken. Er komen nieuwe woningen, maar ook bedrijfjes, logistiek die thuishoren in een stad. Bij stadsvernieuwing moet men ook bijvoorbeeld een betoncentrale of een containerpark inpassen. Ook productieve economie hoort in de stad.” Staat de auto de gezonde vernieuwing in de weg? “ ‘Minder auto’ is beter. De basis van de mobiliteit is voor mij het openbaar vervoer. Dat is inclusief en daarop moet de verdichting gebaseerd worden. In Brussel wordt de druk van auto’s vooral door pendelaars veroorzaakt. Enkel een fiscale ingreep kan die auto weren uit de stad. Nu wordt autogebruik aangemoedigd. Salariswagens zijn het grootste obstakel voor een betere stedelijke leefkwaliteit. Er is dus nood aan een politieke keuze. Pas dan zal dat ons de volledige vrijheid geven om de straten anders in te richten.” Met welke taken wordt een dag van een bouwmeester nog ingevuld? “Ik heb een prettige job vol afwisseling. Soms discussieer ik superconcreet over een baksteenkleur. Soms hyperabstract en lange termijn. Ik vergader met bewoners, politici, ontwerpers. Ik overleg met mijn team of

spreek voor een grote zaal. Vrijblijvend en stressloos is het nooit, door ambities, deadlines, en temeer omdat we snel willen schakelen. We willen kansen grijpen, klaarstaan, en springen als we een opening zien. Het credo ‘Act first, think later’ belet traagheid en verzanding in discussies. Ons team ontwikkelde ook een eigen werkwijze: ‘Research by Design’. Vergaderingen moeten met kaart en tekeningen erbij. Tabellen bekijken, praten en rekenen volstaat niet. We moeten ontwerpmatig nadenken.”

SMART FACT. Als u geen bouwmeester was geworden, dan… “Moeilijke vraag. In die verbindingsfunctie tussen ontwerp en publiek engagement vond ik mijn ideale beroep. Die twee componenten en hun onderlinge relatie zijn voor mij onmisbaar. Ik ben ook geen ontwerper pur sang of een projectmanager. Creativiteit en politiek bewustzijn horen voor mij samen. Dus, indien ik geen bouwmeester was… koos ik misschien voor het beroep van kok. Koken ontspant me. Op een relaxte manier kun je uit verscheidenheid, samenhang halen. Lood in goud veranderen…”

Hoe kunnen we de druk op de stad verlichten? “Het smart city-concept is cruciaal. Het probleem is echter dat er veel goede ideeën zijn, maar dat ook de technologische voedingsbodem vaak ontbreekt. Veel steden ontwikkelen ook eigen concepten, wat eigenlijk geen steek houdt in een klein gebied als Vlaanderen. Meer nog: zelfs binnen steden worden aparte projecten opgezet, als kleine eilandjes die niet met elkaar verbonden zijn. Er moet één centraal platform komen om alle gegenereerde data zo goed mogelijk te benutten.” Hoe kan automatisatie hier een rol spelen? “Besturen, zeker in kleine steden, hebben hiervoor vaak niet de middelen noch de mensen. Een doorgedreven automatisatie waar software de technische rompslomp op zich neemt, is zeker nodig. Zo kunnen zij zich concentreren op de belangrijke zaken en de data maximaal inzetten voor zowel bewoners, bezoekers, als bedrijven.” Wat zijn de uitdagingen? “Het zijn vaak heel complexe systemen met veel databronnen. Je moet de juiste data bij de juiste mensen krijgen. In de sector zijn ook veel fabrikanten actief, elk met hun eigen protocollen en standaarden. Steden moeten zoveel mogelijk vendor-neutraal werken, waarbij hun centraal platform als het ware een leidingensysteem is waar heel veel verschillende data over kunnen lopen.”

ADVERTORIAL

ESAS: De mens als sluitstuk in het IoT-verhaal Het beheren en installeren van slimme, connected apparaten, dat is de core business van ESAS. Wat zijn de uitdagingen voor het bedrijf nu het aantal van dit soort apparaten enorm gaat stijgen? ESAS is een Antwerpse onafhankelijke service provider voor slimme apparaten voor thuis en kantoor. Denk aan thermostaten, energiemeters, deurbellen, camera’s en alle soorten sensoren. Op de klantenlijst staan bedrijven als Vodafone, Proximus, Telenet, Engie en Verisure. “Het aantal connected devices gaat exploderen”, zegt ESAS-CEO Robert Decant. “Daardoor zal ook het aantal interventies enorm stijgen. Waar nu elk toestel zijn “eigen” technicus heeft, zullen we moeten groeien naar breed opgeleide mensen die verschillende apparaten kunnen servicen. Daar zijn onze eigen opleidingen ook op gericht.”

www.esas.eu

In dat proces zal automatisatie steeds belangrijker worden, maar ook de soft skills van de technicus. “Customer care, hoe je met de klant omgaat, blijft primordiaal”, zegt ESAS-CCO Daniel Van Hove. “Hij staat fysisch in contact met de eindklant en is dus het uithangbord. Ik denk ook dat succesvolle bedrijven slechts succesvol blijven als ze het voor de klant zo gemakkelijk en frictieloos mogelijk maken.” Toch nog even een blik in de toekomst. Hoe ziet over tien jaar een interventie van ESAS eruit? Decant: “Dan zijn onze junior technici bij de klant uitgerust met een VR-bril of smartphone waarlangs een senior medewerker meekijkt. Samen lossen ze het probleem op: eentje on site, de andere op kantoor. Kan de klant zelf een onderdeel installeren? Dan zal dat aangeleverd worden met een zelfrijdende elektrische wagen. Het klinkt ver weg, maar dat is het niet.”

09


ADVERTORIAL

VASCO ZORGT VOOR UW SLIM BINNENKLIMAAT We brengen met z’n allen beduidend meer tijd door in onze woning. En we proberen het binnenshuis zo knus mogelijk te houden. Een aangename comforttemperatuur speelt daarbij een belangrijke rol. Maar net door verregaande isolatie-inspanningen worden hedendaagsewoningen nagenoeg luchtdicht. Om daar een mouw aan te passen, is een degelijke ventilatie essentieel. Want de gehele toestand van het binnenklimaat bepaalt in grote mate je welzijn, comfort en gezondheid. De meeste leveranciers zijn gespecialiseerd in slechts één aspect van dat binnenklimaat. Vasco is echter een totaalleverancier, die de oplossing aanreikt voor zowel radiatoren, ventilatie, vloerverwarming als koeling.

Design & Innovatie

Lange tijd was pure functionaliteit de norm als productontwikkelaars zich over de tekentafels bogen om een nieuwe radiator te ontwerpen. Gevolg: hij werd weggemoffeld onder de vensterbank of zelfs een houten ombouw. Qua design zijn radiatoren er de laatste 10 jaar enorm op vooruit gegaan. Vasco speelt hier al decennialang een trendsettende rol in. Een designradiator is een eyecatcher geworden in diverse leefruimtes. Het recentste voorbeeld daarvan zijn de nieuwe Beams Mono & Bryce Mono aluminium radiatoren. Ontwerper Wim Segers trok hiervoor de kaart van het ultra-minimalisme. Hij slaagde erin om alle technische elementen te verbergen achter een verticaal profiel van amper 150 mm breed. Strakker dan strak en het toppunt van eenvoud. Omdat elk profiel individueel aan de muur kan gemonteerd worden, kan je zelf naar hartenlust combineren met kleuren en maten, tot het verwarmingsplaatje in jouw interieur volledig klopt. Design mag echter geen doel op

zichzelf zijn. Functionaliteit moet voorop blijven staan.

Elektrische radiatoren

Door een blower-unit – met een aantal energiebesparende functies uitgerust – te integreren in de badkamerradiatoren, speelde Vasco handig in op de nieuwe EcoDesign 2018-normen voor elektrische toestellen, die gelden vanaf begin dit jaar. En nu wordt de duurzame innovatiereeks verder gezet met de E-Volve-regeling. Die bevat onder meer een weekprogrammering en openraamdetectie. Desgewenst kan je het geheel aansturen met een afstandsbediening. Dezelfde functies vind je voortaan ook terug op het complete E-Panel assortiment. Het verticale gamma van de elektrische paneelradiatoren werd trouwens uitgebreid met 4 extra vermogens. Ook in 2019 zal Vasco haar gamma elektrische radiatoren verder uitbreiden met 2 varianten: Oni-EL en Beams Mono-EL.

Regel slim je binnenklimaat met Vasco Climate Control

Met Vasco Climate Control creëer je het ideale binnenklimaat en snoei je tegelijk in je energiefactuur door radiatoren, vloerverwarming en ventilatie zo efficiënt

Vasco Beams & Bryce Mono

mogelijk aan te sturen. Vasco Climate Control houdt niet alleen rekening met de weersomstandigheden, maar ook met eerdere metingen en instellingen. Het systeem bevat 4 standaard scenario’s (opstaan, weg, thuis, slapen) die je naar wens kan aanpassen en zelfs uitbreiden. Resultaat: een comfortabel en energiezuinig binnenklimaat op maat! Geschikt voor zowel nieuwe als bestaande installaties, ook voor de meeste reeds geïnstalleerde niet-Vasco-producten. Moet je alles combineren? Zeker niet. Vasco Climate Control koppelt de aanwezige productgroepen (radiatoren, vloerverwarming, ventilatie) aan elkaar, maar werkt ook met elke productgroep afzonderlijk. Zo kan je bijvoorbeeld enkel de radiatoren afstemmen op het gewenste leefpatroon van jouw gezin. Met de Vasco Gateway maak je draadloos de koppeling met het internet. De rest van de installatie bouw je naar wens op met verschillende componenten en modules. Vasco Climate Control is nu ook beschikbaar in een handig starterspakket! Dit pakket bevat standaard: 1 Vasco Gateway en 3 digitale RF-thermostaatknoppen voor radiatoren. www.vasco.eu

Vasco Climate Control starterspakket

ADVERTORIAL

Urbanisatie & gezondheid: Goede akoestiek binnen elke ruimte is cruciaal. In deze urbaniserende samenleving wordt het controleren van geluid, specifiek het minimaliseren van geluidsoverlast, een belangrijke uitdaging voor architecten, facility managers en bouwprofessionals. We leven helaas al lang niet meer in een stille wereld. Lawaai heeft een grote impact op de omgeving, maar ook op uw gezondheid (zie nieuwe richtlijnen rond geluid van Wereldgezondheidsorganisatie – okt 2018). Lawaaibestrijding is met andere woorden geen luxe, maar een noodzaak.

ABSORPTIE OF ISOLATIE VAN GELUID?

Een akoestisch probleem kan zowel gericht zijn op een te veel aan nagalm in een ruimte als op geluidsoverlast doorheen verschillende ruimtes. Er bestaan nog altijd veel misvattingen omtrent geluidsabsorptie en geluidsisolatie. Het is belangrijk om te weten welke akoestische producten wanneer worden gebruikt.

GOEDE AKOESTIEK VOOR EEN AANGENAME WERKPLEK

Rinkelende telefoons, pratende collega’s, lawaaierige printers, luid getyp op toetsenborden: het kan er op een werkvloer soms behoorlijk lawaaierig aan toe gaan. En dat leidt bij werknemers vaak tot afleiding, stress en een verminderde productiviteit. Uiteraard wilt u dat uw werknemers in een veilige en gezonde omgeving hun job kunnen uitvoeren. Een doordachte aanpak van akoestiek en lawaaibestrijding komt niet alleen hun gezondheid, maar ook uw bedrijf ten goede. Door de oorzaak van het lawaai aan te pakken, voorkomt u klachten en draagt u bij aan het welzijn in het hele bedrijf. Goede akoestiek verhoogt tevens de motivatie en prestaties van werknemers. Ook in andere sectoren is het belang van een goede akoestiek niet te onderschatten. Denk aan zorginstellingen, horecazaken, scholen, sportzalen, productiehallen, etc. Akoestisch comfort is onlosmakelijk verbonden met een gezond binnenklimaat.

Absorbeer de geluidsgolven met poreus materiaal om de nagalmtijd in een ruimte te reduceren. Geluidsisolatie pakt het geluid aan tussen de ruimtes. Maak een onderscheid tussen contactgeluid en luchtgeluid: • Contactgeluid is het geluid dat zich verspreidt via contact tussen/met de bouwmaterialen. Door ontkoppeling van bouwstructuren voorkomt men dat geluidsgolven zich via contact kunnen verplaatsen. • Luchtgeluid daarentegen benoemt geluid dat zich via de lucht verplaatst en afstraalt naar de omgeving. Door het gebruik van zeer dense materialen kunt u de afstraling van het geluid voorkomen. BEPERK OMGEVINGSLAWAAI

Ook rondom uw bedrijf is aandacht voor lawaai noodzakelijk. Eerst en vooral zijn er de VLAREM-normen, maar los daarvan wilt u natuurlijk ook klachten van buren of omwonenden vermijden. Ook daarvoor kan DOX u de juiste akoestische oplossingen aanbieden, met specialisatie in: • • •

klimatisatietechnieken industriële processen motoren

• •

deuren audiometrie cabines

DOX Acoustics. is dankzij haar vakkennis en jarenlange ervaring in de akoestische sector uitgegroeid tot dé specialist in het aanbieden van oplossingen op maat voor zeer diverse akoestische toepassingen.

SOUNDS LIKE SILENCE.

T +32 3 309 14 22 T +32 2 503 07 14

www.doxacoustics.be info@doxacoustics.be

AKOESTIEK AKOEST AKOES EK VERBETEREN? REN? Vraag uw advies op maat aan


THINK GREEN. BUILD BLUE. Bouwprojecten met visie.

www.knauf-blue.be

www.alinel.be www.windox.be

www.terrax.be

www.roundal.be


012

EXPERTPANEL TECHNOLOGIE

FOKUS-ONLINE.BE

Het mini-debat over de tech-stad Het aandeel van technologie in de smart city

Je hoort het vaak als het over smart cities gaat: ze worden bijna altijd in één adem genoemd met het gegeven technologie. Maar in hoeverre is dat correct, en maakt dat een stad effectief leefbaarder? Wat is bovendien onze rol nog middenin die smart innovations?

PETER VANDEURZEN. business development manager Tomorrowlab

WIETSE VAN RANSBEECK. CEO Citizenlab

INGRID REYNAERT. business group leader smart cities bij Agoria

Wat is het aandeel van technologie in een smart city? “De term ‘smart city’ ontstaat mee door het gebruik van technologie. Maar een stad is niet ‘dom’ als er geen technologische oplossingen voorhanden zijn. Smart citytoepassingen zijn ontstaan in de allergrootste steden, zoals bijvoorbeeld Shanghai. Die kwamen voor gigantische uitdagingen te staan op het gebied van pakweg milieu. Dat ‘smart’-gebruik is nu afgezakt naar Europa, naar steden als Berlijn, Kopenhagen, maar ook centrumsteden zoals Antwerpen of Gent. Zelfs regio’s zoals Limburg met het project s-Lim organiseren zich. Uiteindelijk wil Vlaanderen één slimme regio worden. Technologie is dus een tool om een gerichter en efficiënter beleid te voeren.”

“Het concept ‘smart city’ komt niet tot stand zonder de implementatie van nieuwe technologieën. De inzet van technologie is een voorwaarde, maar is zeker niet voldoende. Het is eerder een instrument om een groter doel te bereiken, dat oplossingen biedt voor dagelijkse problemen die in de stad worden ervaren. Dit toont zich ook in de evolutie van de slimme steden. In een eerste generatie werden de implementaties bepaald door wat de grote technologie-leveranciers – zoals een IBM, Cisco of Siemens – te bieden hadden. Vandaag zijn ’s werelds meest vooruitstrevende steden zij die het verstandigste weten in te spelen op de noden van haar burgers.”

“Je spreekt van een smart city als er gebruikt wordt gemaakt van geïntegreerde data van verschillende beleidsdomeinen. Daarop worden slimme analyses uitgevoerd om tot een oplossing te komen voor de noden van zowel burger als stad. Duurzaamheid, comfort en meer veiligheid vormen daarbij streefdoelen. Je start altijd met een strategie en visie, en treedt hiervoor uit de huidige siloaanpak. Bij de implementatie speelt technologie een ondersteunende rol. Quick wins zijn niet voldoende. Het is belangrijk te blijven inzetten op een bepaalde strategie om resultaten te bereiken. Zo zet Kopenhagen al 8 jaar in op fietsinfrastructuur, met succes.”

Hoe vergroot technologie de leefbaarheid van een stad? “Technologie helpt bij het genereren van big data die met elkaar gecorreleerd worden en waarop analyses gebeuren. Data worden slim gemaakt, waardoor je gerichter aan de slag kunt, onder andere op het vlak van milieu, veiligheid, of mobiliteit. Het is een kwestie van inzichten genereren door data te capteren, en dat kan zowel historisch, statistisch als in real time. Neem Barcelona, een enorm toeristische stad. Dankzij data-technologie meten ze op ieder moment van de dag in termen van mobiliteit en kunnen ze lichten aansturen op drukke momenten. De stad maakt dynamische wijzigingen in hun mobiliteitsbeleid om de stad leefbaarder en mobieler te maken.”

“Technologie zorgt ervoor dat stadsdiensten goedkoper of efficiënter worden aangeboden. Veel toepassingen die vraag en aanbod vereisen worden beter gereguleerd aan de hand van real time datastromen. Denk aan op elkaar afgestemde verkeerslichten of slimme, energiebesparendere straatlampen. Maar technologie dicht ook de kloof tussen burger en overheid, en activeert de collectieve intelligentie in stedelijke gebieden, wat leidt tot een responsievere overheid. Burgers signaleren problemen via een mobiele app en participeren online in het stadsbeleid door hun voorstellen te delen. De rol van de burger verandert van ‘consumer’ naar zogenaamde ‘prosumer’.”

“Technologie kan onder andere ingezet worden voor veiligheid. Technologische oplossingen, zoals drones, passantentellingen via mobiele toestellen of aangepaste verlichting, kunnen bijhouden hoeveel volk er waar is en de veiligheid verhogen. Voor mobiliteit zijn er nog veel uitdagingen, zoals het bevorderen van verkeersdoorstroming, waarbij hulpdiensten, bussen of fietsers effectief prioriteit krijgen. Automatisatie zorgt ook voor meer comfort. Denk aan vuilnisbakken die enkel geledigd worden indien nodig. Ook luchtkwaliteit, waterdebieten in rioleringen en energieverbruik van gebouwen kunnen gemonitord worden zodat je als stad proactief beleid kunt voeren.”

Is privacy nog gegarandeerd? “Privacy en technologische evoluties zullen altijd hand in hand gaan. Hoe meer technologische evoluties, hoe vaker de confrontatie met mogelijke privacy-uitdagingen. Maar dan zal er ook altijd een nieuw systeem ontwikkeld worden. Als je praat over smart cities, zijn dat massaal geconnecteerde devices die enorm veel data van het ene punt naar het andere transporteren. Het moet duidelijk zijn voor de burger waarvoor die data worden gecapteerd. Want als het te maken heeft met veiligheid of milieu, gaat het sowieso plaatsvinden. Gelukkig maken we deel uit van een groter platform, namelijk Europa, dat ook bezorgd is over privacy. Vandaar het ontstaan van de GDPR-regel.”

“Privacy-inbreuk is een terechte zorg van de wakkere burger in een smart city. We worden blootgesteld aan een toenemend aantal geconnecteerde technologieën en soms indringende dataverzameling. De overheid moet helpen aan de bewustwording rond smart city-vraagstukken, zoals “Welke data sta ik af ? Met wie worden mijn data gedeeld?”, enzoverder. Wat we soms vergeten is dat de smart city meer een politiek dan een technologisch vraagstuk is. Onze bestaande wetgevende kaders dienen minstens even snel geüpdatet te worden als de technologie zelf om een tijdig antwoord te kunnen bieden aan de burgers. De Europese GDPR-wet is alleszins een eerste stap in de goede richting.”

“De privacywetgeving is een belangrijk element van een slimme stad, en moet gerespecteerd worden. Zowel aan de publieke als industriezijde. Maar context is belangrijk, want op sommige dingen heeft de stad nu eenmaal geen grip. Burgers die bijvoorbeeld sociale media hanteren, beslissen zelf hoeveel informatie er ter beschikking wordt gesteld. Het bewustmaken van wat er met data gebeurt, is belangrijk. De stad kan wel een weloverwogen databeveiligingsplan uitwerken, waarin aangegeven wordt welke data wat voor beveiligingsniveau krijgt. De verwachtingen rond beveiliging van data en digitale systemen zoals camera’s en sensoren, worden best ingeschreven in het lastenboek.” TEKST ELLEN VAN HOEGAERDEN

Smart technologie voor de stad van morgen : adaptieve openbare verlichting, mobiliteit-, veiligheid-, milieu- en parkeeroplossingen. www.smartnodes.be


#FOKUSMODERNESTAD

TELENET BRAND REPORT

013

Hoe IoT onze wereld transformeert Met het tempo waarin technologie evolueert, beeld je eens in waar we over pakweg 20 jaar staan. Steeds meer toestellen en bijbehorende applicaties volgen elkaar razendsnel op. We komen steeds dichter bij een ideale wereld, eentje waar bijna geen tekorten meer zullen gelden.

E

minder files en dodelijke ongevallen,” geeft Schellekens aan. “Gevaarlijke situaties met ambulances of politiewagens worden vermeden dankzij slimme verkeerslichten. Ook parkings kunnen slim worden, waardoor een plekje zoeken niet langer een probleem is.”

r wordt voorspeld dat we over 20 jaar dagelijks omgeven zullen worden door 3.000 à 5.000 toestellen. Het wordt wel een uitdaging om tegen dan over de kunde te beschikken om dagelijks duizenden toestellen te beheren. Uiteraard is dat niet zomaar even haalbaar, dat hoef je jezelf niet wijs te maken. Maar gelukkig is er artificiële intelligentie om bij te springen, zegt Sam Schellekens, business development manager bij Telenet. “Dankzij artificiële intelligentie geef je misschien een deel van de controle uit handen, maar je krijgt er veel voor in de plaats. We kunnen onze grondstoffen en middelen beter delen. Misschien is dit wel het begin van een Utopia. Met een leven ingebed in een zogenaamde technocratie, vol voordelen.”

Met IoT is een continue meting mogelijk, hetgeen andere inzichten met zich mee kan brengen.

Dat geldt zeker voor zij die de grote stad verkiezen. Tegen 2050 zou meer dan 60 procent van de bevolking in steden wonen, wat veel aspecten uiteraard niet zal vergemakkelijken. Zoals verkeer, bijvoorbeeld. “IoT-toepassingen helpen vervoer vlotter te regelen, wat leidt tot

Een goed geregeld verkeer draagt al bij tot meer veiligheid, net zoals slimme toepassingen op het vlak van verlichting en aspecten inzake luchtvervuiling en geluidsoverlast. Zo kunnen lichtpalen, ophaaldiensten of camera’s efficiënter ingezet

worden… en ook jijzelf. Schellekens: “Als iedere burger over de nodige app beschikt, kan ongewenst afval worden aangeduid en opgeruimd als een soort van ‘Afvalverwerking as a Service’.” Ook sterk luchtvervuilde buurten kunnen dan ontweken worden door mensen met medische condities zoals astma. Het zijn maar enkele voorbeelden waarbij fysieke veiligheid en een bewust gezondheidsbeleid een technologische injectie krijgen.

Voor de ziekenzorg is het niet veel anders. “Momenteel is de klassieke vorm van geneeskunde hoofdzakelijk gebaseerd op een momentopname. Met IoT is een continue meting mogelijk, hetgeen andere inzichten met zich mee kan brengen,” zegt Schellekens. In bredere zin kan het zelfs een kwalitatiever leven schenken aan onze ouder wordende bevolking. Denk maar aan ouderen die langer thuis kunnen wonen dankzij het voortdurende monitoren van de gezondheidstoestand.

Ook buiten de stad gelden problemen die een dringende IoT-oplossing vereisen. “IoT kan een aanzienlijke meerwaarde betekenen voor de agricultuur,” vervolgt Schellekens. “Ieder jaar wordt zo’n 1,4 miljard ton voedsel verloren of verspild op weg naar de consumentenketen.” Slimme applicaties, in de vorm van onder andere temperatuursensoren, vocht- of bladmetingen, verzamelen data waardoor landbouwers sneller kunnen inspelen op een mogelijk probleem, waardoor verspilling en vervuiling worden teruggedrongen.

Leefbaarder leven: daar zorgt Internet of Things uiteindelijk voor. Niet enkel zijn de dingen geconnecteerd met elkaar, ook connecties onder elkaar worden sterker, sneller, socialer.

Sam Schellekens business development manager, Telenet

In samenwerking met... Telenet Tinx voor kmo’s en grote bedrijven: Om efficiëntie te verhogen, kijken bedrijven steeds vaker naar het Internet of Things. Telenet biedt kant-en-klare bouwstenen op het IoT-platform wat maakt dat bedrijven in een mum van tijd aan de slag kunnen. Indien er specifieke noden zijn, dan ontwikkelen wij samen met de klant en onze partners een IoT-oplossing op maat.

BlueCon,

sleutelloze toegang dankzij je smartphone

Schüco BlueCon, het intelligente deurslot. Je hebt geen gewone sleutel meer nodig, want het slot wordt via de app bediend. De verbinding tussen het slot en de smartphone is met Bluetooth in een paar seconden voor elkaar. www.schueco.be/bluecon

1/4 125 xRamen. 180 Deuren. Gevels.

Knack | Le Vif | Krant van West-Vlaanderen


014

CHRONICLE MARC DILLEN

FOKUS-ONLINE.BE

Vlaamse steden moeten even leefbaar worden als buitengebied Bouwbedrijven peilen systematisch naar de woonwensen van de Vlamingen. Uit hun enquêtes is gebleken dat een groot deel van de Vlamingen op het platteland wil wonen en slechts een kleine minderheid in de stad. Vandaar dat de Vlamingen en dan vooral de -35-jarigen die nog geen woonstek hebben gevonden, nu ongerust zijn over de zogenaamde ‘betonstop’ in het buitengebied.

D

e kloof tussen de woonwensen van de Vlamingen, en de plannen van de Vlaamse en lokale overheden is de laatste jaren groter geworden. De oproep tot stedelijk wonen wordt niet gevolgd. Gezinnen met kinderen blijven de steden ontvluchten. Intussen zijn er al heel wat studies gemaakt over de extra kosten van een verspreid levende bevolking maar nog niet over de kosten om de steden dezelfde graad van leefbaarheid en dezelfde woonkwaliteit te bezorgen als op het platteland. Dit vergt massaal investeringen in extra fietsverbindingen, frequent bediende tram- en busnetten, extra groene plekken als antwoord op het hitte-eilandeffect, meer ruimte om water te bufferen... Na de eerste golf van stads- en dorpskernvernieuwingsprojecten is de komende jaren dringend een nieuwe golf vereist. Voor de komende jaren pleiten wij voor de Vlaamse en federale regering, en de gemeenten samen voor een investeringsnorm van 5 procent van het bbp (bruto binnenlands product). Op basis van de berekeningen van ministerpresident Bourgeois komt dit neer op ongeveer de helft meer dan nu. Tegen 2030 zullen tien gemeenten (Antwerpen, Gent, Mechelen, Aalst, Vilvoorde, Hasselt, Roeselare, Geel, Sint-Niklaas en Heistop-den-Berg) een kwart van de Vlaamse bevolkingsgroei opvan-

Overheden moeten meer focussen op een positief beeld van hoe we in de toekomst samen zullen wonen en werken.

gen. Vooral die gemeenten moeten extra Vlaamse middelen krijgen om voor de bijkomende gezinnen in een kwaliteitsvolle woonomgeving te voorzien. Wij zijn beducht voor de intentie om kost wat kost al tegen 2040 naar nul extra ruimtebeslag in het buitengebied te streven, tien jaar vooraleer dit bij een ongewijzigd beleid zal gebeuren. We hebben immers nog geen zicht op de realisatie van de noodzakelijk grootschalige stads- en dorpsvernieuwingsoperaties. Op die manier dreigt schaarste, en voor velen onbetaalbaar wonen. Om een draagvlak te creëren voor hun verdichtingsbeleid moeten de overheden ook veel meer dan nu focussen op een positief beeld van hoe we in de toekomst samen zullen wonen en werken. Denk bijvoorbeeld aan het onzinnige idee om de bijkomende woon- en werkplaatsen te concentreren binnen een zone van 1 kilometer rond de stations. Zo’n versmachtende concentratie werd in Nederland al helemaal verlaten. Daar gaat men voor de verdere ontwikkeling uit van ruime netwerken van fiets-, tram- en busverbindingen rond de stations. TEKST MARC DILLEN, DIRECTEUR-GENERAAL VAN DE VLAAMSE CONFEDERATIE BOUW

quares.be ANTWERPEN • BRUSSEL • MECHELEN • SINT-NIKLAAS • AMSTERDAM • LUXEMBURG


ADVERTORIAL

— De oplossing bij stroomuitval REACT 2 een netgebonden omvormer met batterijopslag De nieuwe energie-opslagoplossing REACT 2 kan gedurende stroomuitval voorzien in uw energiebehoefte. De huidige omvormer van 3,6kW of 5kW kan eenvoudig vervangen worden door de REACT 2 oplossing. Met de REACT 2 wordt de opgeslagen zonne-energie gebruikt als back-up. Met de ingebouwde belastingmanager wordt de opgeslagen energie vervolgens gebruikt tijdens perioden met hogere energiebehoeften of een black-out. Dit kan tot een capaciteit van 12kWh, dit is vergelijkbaar met het normale elektrische verbruik van een gemiddeld gezin (24 uur) en de basisbehoefte van een klein of middelgrote onderneming. Met de installatie-app is de REACT 2 snel en eenvoudig te installeren. Hij werkt plug & play! Kortom, de REACT 2 is dé oplossing voor energieopslag, voor nu én later. abb.com/react

ADVERTORIAL

PAVATEX, de nieuwe houtvezelisolatie van SOPREMA Houtsnippers als grondstof voor isolatiemateriaal: PAVATEX maakt het waar Als totaalaanbieder voor de hele bouwschil brengt SOPREMA, expert in waterdichting en isolatie, kwaliteitsvolle en innovatieve producten op de markt met vijf sterke merken: SOPREMA (bitumineuze waterdichting), ALSAN (vloeibare waterdichting), FLAG (synthetische waterdichting), EFYOS (thermische isolatie) en sinds 2017 ook PAVATEX (natuurlijke isolatie). Ja hoor, tegenwoordig kunt u zelfs met houtvezels isoleren. PAVATEX, het natuurlijke isolatieassortiment van SOPREMA, omvat namelijk innovatieve isolatiematerialen op basis van houtvezels. Net als hout hebben zij een van nature hoge isolatiewaarde (lambdawaarden 0,036 w/mK tot 0,047 w/mK). Een isolatie-oplossing die dus zeker het overwegen waard is: in de winter gaat uw energiefactuur fors naar omlaag. Het PAVATEX gamma is onder meer geschikt voor het isoleren van daken, tussenverdiepingen en binnenwanden. Circulair bouwen: geen utopie Met het oog op de klimaatproblematiek, zijn milieuvriendelijke isolatiematerialen geen overbodige luxe. Daarom gaan steeds meer mensen op zoek naar manieren om bouwmaterialen te ontwikkelen volgens het principe van de circulaire economie. Dat wil zeggen dat er van het ontwikkelde product niets verloren gaat. PAVATEX is volledig rond dat principe opgebouwd: snijafval van houtzagerijen wordt opgewaardeerd tot isolatiepanelen. Voor onze isolatie hoeven er dus geen extra bomen te sneuvelen. De grondstof van het isolatiemateriaal – houtsnippers – vormt een extra CO2-buffer waardoor uw keuze voor PAVATEX de CO2-balans helpt te verbeteren.

Houtvezelisolatie voor een gezonde en rustige leefomgeving Houtvezelisolatie beschikt over alle kwaliteiten om een aangename woonomgeving mogelijk te maken. De damp-open en vochtregulerende structuur zorgt voor een aangenaam binnenklimaat in huis of op kantoor. Daarnaast beschikt PAVATEX over uitstekende akoestische prestaties, waardoor u minder last hebt van storende omgevingsgeluiden en u kunt thuiskomen in een oase van rust. Tenslotte ondervindt u dankzij de houtvezels minder last van temperatuurschommelingen: in de zomer verandert uw woning niet in een sauna, terwijl de warmte in de winter lekker binnen blijft. Zo geniet u van het hoogste comfort én profiteert u van een lagere energiefactuur. Niet alleen de consument wint, ook de plaatser ondervindt enkele voordelen. De PAVATEX-producten zijn stuk voor stuk makkelijk te verzagen, eenvoudig te monteren en irritatievrij. Brandstabiel Wie hout zegt vreest meteen voor brandgevaar maar toch kunt u met houtvezelisolatieplaten brandstabiele constructies maken. Hiervoor zorgt de bijzondere opbouw en structuur van het materiaal waardoor zich bij brand aan de buitenzijde een aslaag vormt die zuurstof tegenhoudt en dus de brand remt. Dankzij de hoge warmte-opslagcapaciteit van houtvezelisolatie duurt het ook langer voor het vuur overslaat naar aangrenzende bouwdelen. Meer info nodig? Contacteer onze experts! www.soprema.be info@soprema.be


* exclusief BTW, registratie- en notariskosten


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.