SoAP Alumni 2015

Page 1

P A o S

SOCIOLOGISCH ANTROPOLOGISCH PERIODIEK

SINDS 1970 JAARGANG 46, NUMMER 3, AUGUSTUS 2015

TOEKOMST


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

2

INHOUD Voorwoord – 3 Column: Toekomst – 4 16 – Column: En hoe nu verder? JACOB DIJKSTRA

BRAM HOGENDOORN

Verslag: Lustrumweek – 6 18 – Het best jaar als wetenschapper

ERDEM BAGIR & YMKE RIEMERSMA

RENÉ VEENSTRA

Studentenbezigheden: Reizen – 8 20 – Interview: Gijs Huitsing ESLI JACOBSZ

YVONNE POST & REIMER VONK

Brief aan mijn toekomstige zelf – 12 26 – It got better! SANNE OVING

REMCO VONK

2020 onderwijs – 14 28 – De Europese geboortecrisis SOFIE WIERSMA

BRAM HOGENDOORN


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

3

Sofie (voorzitter) Reimer (eindredacteur) Lars (secretaris) Yvonne (vormgeving) Esther (penningmeester)

VOORWOORD

TOEKOMST Beste lezer,

Op het moment dat wij dit stuk schreven hadden wij nog geen idee dat u nu, op dit moment en deze plek, dit stuk zou lezen. Vanaf het nu voor ons, terwijl wij dit stuk schrijven, zal dit stuk vele dagen onderweg zijn, tot nu, om door u te worden gelezen. Dit stuk is voor u het nu in heden, voor ons is het slechts toekomst.

Nu verder in het heden en de nabije toekomst, namelijk deze editie van SoAP. In deze editie kunt u lezen over actualiteiten, zoals de legalisering van het homohuwelijk in de Verenigde Staten, gecombineerd met de toekomstdromen van onze eigen SoAP-redactie, waarbij u leest over wie wij zijn, onze motieven om sociologie te gaan doen en wat wij later hopen te bereiken. Voor de alumni onder Toekomst. Dat is het thema van deze speciale edi- u is dit misschien een terugblik naar uw eigen tie van SoAP. Toekomst is natuurlijk een heel breed studietijd, denken over de toekomst is niet combegrip. Denken aan de toekomst kan het bedenken pleet zonder terug te blikken naar het verleden. van het menu van morgen betekenen, maar ook Tijd is immers relatief. Bent u terechtgekomen vooruitblikken op de uiteindelijke warmtedood zoals u verwacht of gehoopt had? Wat hoopt u te van het universum. Denken over de toekomst bereiken? De studenten onder u kunnen misschien wordt door de mens massaal gedaan. Iedereen hun eigen toekomstdromen vergelijken. Wat hoop denkt over de toekomst, u en wij niet uitgezon- je te bereiken in de toekomst? derd, en een behoorlijk aantal mensen verdient zijn brood door het voorspellen van de toekomst. Enfin, genoeg met dat vage gepraat over het heden, Natuurlijk zijn er de toekomstvoorspellers met verleden en toekomst. Op het moment van schrijhun glazen bollen en kaarten in het circus en op ven hopen wij dat u deze SoAP in de toekomst zult TV, die voor een paar euro quasi-ingespannen in ontvangen en lezen, en wij hopen dat u er plezier hun bol kijken en u zeggen dat u ‘ooit misschien aan beleeft. wel eens iets zal bereiken als u het juiste doet, waarschijnlijk.’ Maar ook wij sociologen zijn bezig Wij wensen u een fijne toekomst. met het voorspellen van de toekomst. Het maken en interpreteren van modellen en theorieën wordt ons met de paplepel ingegoten, al is deze manier van de toekomst voorspellen iets minder tastbaar en triviaal dan het staren in een glazen bol.


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

4

Jacob Dijkstra is docent en onderzoeker aan onze vakgroep. Sinds kort schrijft hij columns voor SoAP. Hij houdt zich bezig met speltheorie, ruilnetwerken, collectieve besluitvorming en mathematische sociologie.

Toekomst

‘W

at de toekomst brengen stampen, gelijk de Bulstronk (Matilda is de Heilige Schrift moge, mij geleidt des Hee- van mijn kinderen), of al vragend zelf hun weg laten zoeken? ren hand.’ Daaraan moet ik Moet de nadruk liggen op kennisvergaring of op het aanleren even onmiddellijk als onvermijdelijk van vaardigheden? denken bij het horen of lezen van het woord ‘toekomst’. Ik vond dat als kind Het Franse onderwijs ligt al langere tijd onder vuur. Het zou altijd een mooi gezang en dat is het ook. te zeer en eenzijdig de nadruk leggen op feitenkennis. Dit Wat op mij de meeste indruk maakte was zou de nekslag zijn voor de creativiteit van studenten en hen de derde strofe van het eerste couplet: slecht voorbereiden op een leven in de ‘informatiemaatschap‘Leer mij volgen zonder vragen, Vader pij’. Zoals Andreas Schleicher (Directeur van het directoraat wat Gij doet is goed.’ In mijn opvoeding, Onderwijs van de OECD) vorig jaar in Le Monde zei ‘Le monde thuis en op de lagere school, werd vol- se moque bien de ce que vous savez. Il s’interesse à ce que gzaamheid positief gewaardeerd. ‘Ge- vous en savez faire.’[1] Bon, de Fransen hebben een probleem. loven als een kind’, werd dat genoemd. Een probleem dat zich vooral uit in hun belabberde scores op Maar op dat gebied bestonden er ook internationale vergelijkingslijstjes. Nederland scoort daarop rivaliserende indoorgaans veel beter. terpretaties. Zo schrijft de apos- ‘Le monde se moque bien Maar ook in Nederland gaan er aantel Paulus aan de ce que vous savez. Il houdend stemmen op om het onderde Thessaloni- s’interesse à ce que vous wijs veel meer dan nu te richten op cenzen ‘beproeft het aanleren van twenty first century en savez faire.’ alles en behoudt skills. Wat dat precies zijn weet niehet goede’. En mand geloof ik, maar dat is niet erg. Ze ook ‘geloven als een kind’ werd door zijn namelijk gedefinieerd als de vaardigheden die mensen min of meer progressieve geesten wel in de 21ste eeuw nodig hebben om succesvol te zijn in hun zo uitgelegd: kinderen stellen veel vra- werk en hun leven. Altijd goed dus. Nu wil ik niet bij voorbaat gen, dus ‘je mag vragen stellen’. Voor een iets afschieten omdat het een idiote naam heeft (de meeste eenvoudige Friese jongen nogal verwar- klasgenootjes van mijn kinderen hebben volstrekt belacherend. De wegen van de Heer en mij zijn lijke, zelfverzonnen namen, maar zijn desalniettemin dikreeds lang gescheiden. Ik voed nu mijn wijls lief en soms zelfs slim), maar er zitten aan dit concept eigen kinderen op. En beroepshalve die toch wel de nodige haken en ogen. Zo is onduidelijk waarom van anderen. twenty first century skills nu zouden verschillen van twenty century skills. En wanneer is een leven eigenlijk succesvol? En juist bij die laatste taak, het onderwijzen van jonge mensen, speelt weer Maar het grootste probleem van twenty first century skills diezelfde vraag. Wat moet ik studen- is dat ze berusten op precies dezelfde misvatting als waarop ten leren opdat ze goed voorbereid zijn het oude rijtjesstampen berust, namelijk, dat kennis slechts op de toekomst? Moet ik ze feiten laten nodig is om vragen te beantwoorden. Iedereen die iets van


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

wetenschapsgeschiedenis weet, weet dat dat onwaar is. Kennis is in de eerste plaats nodig om de juiste vragen te stellen en creativiteit is zoeken naar de juiste vragen, niet zoeken naar antwoorden op gegeven vragen. Sta mij toe een kort voorbeeld te geven, gerelateerd aan mijn eigen onderzoeksinteresse.

In ambitieus onderwijs dat jonge mensen ‘voorbereidt op de 21ste eeuw’ moeten studenten feiten leren, heel veel feiten. Ze moeten zich de kennis van eerdere generaties eigen maken en putten uit zoveel mogelijk verschillende feitenbronnen. Die kennis mogen John Nash bewees dat alle ‘eindige spellen’ een evenwicht ze aannemen, zeker. Maar vervolgens hebben. In mijn favoriete speltheorieboek beslaat het be- moeten ze aan de hand van die kennis wijs hiervan één pagina. Het heeft de economische en sociale nieuwe vragen stellen. En het antwoord wetenschappen totaal veranop die vragen derd. Waaruit het bewijs bestaat? Met alleen zoeken via Google moeten ze zoeWel, uit de toepassing van Kaku- zou Nash een berg antwoorden ken door de feittani’s fixed point stelling. Nash en die ze kenkende fixed point stellingen, hij hebben gezien, maar nooit de nen op nieuwe had er in zijn wiskundeoplei- goede vraag hebben gesteld. manieren met elding over gelezen. Hij wist ook kaar te verbindvan bestaande evenwichtsconcepten uit de economie. En en. Dat kan vast goed op een iPad. Mijn toen kwam het, hij zag het, verdraaid, die bestaande even- ervaring is dat het ook prima gaat op wichtsconcepten zijn eigenlijk ‘gewoon’ allemaal fixed points! een velletje papier of een schoolbord. En toen kwam de vraag: ‘onder welke voorwaarden bestaan Leren als een kind. zulke fixed points?’ Wel, dat zegt de stelling van Kakutani! Nash stelde de goede vraag en gaf meteen het antwoord om- [1] De wereld lacht om wat je weet. Ze interessdat hij de juiste kennis had én de creativiteit om die kennis eert zich voor wat je ermee kunt. op een nieuwe manier te combineren! Met alleen zoeken via Google zou Nash een berg antwoorden hebben gezien, maar nooit de goede vraag hebben gesteld.

humanitas

5


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

LUSTRUM

VERSLAG

6

In mei dit jaar hebben we de 25ste verjaardag gevierd van onze studievereniging SociĂŤtas. Dit jaar was het een bijzonder jubileum voor SociĂŤtas, namelijk het vijfde lustrum! De lustrumcommissie is dit jaar opgericht om een week vol met activiteiten te organiseren. Naast inhoudelijke activiteiten moest er natuurlijk ook veel gefeest wordt om deze bijzondere mijlpaal te vieren. Over de hele week zijn er welgeteld 7 activiteiten georganiseerd.


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

MWEEK D

e week werd afgetrapt op maandag 18 mei met een oud-besturen buffet, alle oud-besturen die geholpen hebben om deze studievereniging te brengen waar het nu staat waren uitgenodigd. Door de oude Sociëtasdocumenten was het mogelijke deze oudbestuurders te achterhalen. Het buffet was een doorslaand succes met veel aanwezige oud-bestuurders en zelfs enkele oprichters. Na een heerlijk buffet werd de avond doorgezet bij de drukke pubquiz in de Drie Gezusters . De oudbestuurders en oprichters voegden zich vrolijk bij alle groepjes aan en de drukbezochte pubquiz kon beginnen. Tijdens de pubquiz deed iedereen zijn of haar best om de lastige vragen te beantwoorden en tijdens de muziekronde werden de liederen gezamenlijk door alle leden en de aanwezige docenten uit hun volle borst meegezongen. Een mooi moment waar de saamhorigheid tussen de Sociëtassers, oud-besturen en docenten maar eens te meer naar voren kwam. Het huidige bestuur kroonde zich als winnaar van de pubquiz, wat natuurlijk voor gefronste wenkbrauwen zorgde bij iedereen.

7

Tekst: Erdem Bagir & Ymke Riemersma

jes te laten horen bij de karaokeborrel. Veel woorden hoeven we hier niet aan vuil te maken, want na overleg met de jury (de vrolijke barman en ondergetekenden) kwamen we tot de conclusie dat, op een Beyoncéfan na, niemand van de aanwezigen echt over een gouden keeltje beschikte.

Na twee topdagen werd het tijd om het tegen elkaar op te nemen tijdens het lasergamen. Er werd gestreden met fanatisme, bloed, zweet en tranen. Vooral het zweetgedeelte nam iedereen vrij serieus. Aan het eind van de dag was iedereen moe gestreden en was het duidelijk wie de gevaarlijkste mannen zijn van Sociëtas (of teveel Call of Duty spelen natuurlijk): Laurens Sembiring, Sil de Vries en Klaas Wilts. Nogmaals gefeliciteerd mannen!

Op de vierde dag was het eindfeest van de lustrumweek aangebroken. Op het eindfeest kon iedereen genieten van onbeperkt alcohol en fris. Dat dit onbeperkt was heeft iedereen heel letterlijk genomen! In de avond zelf transformeerden de altijd zo brave sociologie studenten tot professionele dansers, drinkers en zangers. Gelukkig voor iedereen dansen en zingen ze alleen in beschoten toestand, want of we dat ook op de faculteit willen zien en horen betwijfelen we..

De week kon niet beter worden afgesloten dan met een brakke picknick. Van pastasalades tot pizza’s en stokbroodjes, allerlei lekkernijen waren te vinden bij deze picknick. De Sociëtassers die net iets minder brak waren lieten nog een paar mooie kunstjes zien met een voetbal, anderen hielden zich bezig weerwolven en weer anderen waren gezellig aan Nadat iedereen was bijgekomen van het uitbrakken. Een betere manier om een fantastische week de succesvolle eerste dag was de toon af te sluiten hadden wij als commissie niet kunnen wensen. natuurlijk gezet voor de rest van de week. Dinsdagavond stonden er weer Zoals uit dit stuk blijkt, is het een week vol met gezelligheid, twee activiteiten op het programma. De plezier en bier geweest waar wij als lustrumcommissie met eerste was de ‘lezing’ van Charles Ruf- trots naar terug kunnen kijken. Het succes van deze week folo, of The NetworKing, of Ruff, of the heeft de commissie gemotiveerd om er volgend jaar tijdens OORAH-man. Misschien was de benam- de diës er weer een fantastische dag en nacht van te maken. ing van ‘lezing’ niet goed gekozen, want Voor het succes van de lustrumweek willen we dan ook iederde opkomst viel hier een beetje tegen. een bedanken voor hun komst en hun gezelligheid! Desalniettemin waren de aanwezigen lovend over The Networkking. Na gen- 25 kusjes en knuffels van Ymke Riemersma en Erdem Bagir oten en gelachen te hebben van deze namens de LustrumCie! fantastische spreker en wijze levenslessen te hebben geleerd kon iedereen in één keer door om hun gouden keelt-


8

SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

STUDENTEN BEZIGHEDEN


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

MART VREESWIJK Tekst: Esli Jacobsz

W

aarom ben je op reis gegaan? “Ik wilde eigenlijk al heel lang een reis maken. Toen ik bij de TripCie (excursiecommissie van Sociëtas) zat, raakte ik geïnteresseerd in reizen. Daarnaast heeft de film ‘Into the Wild’ mij heel erg geïnspireerd. Daardoor besefte ik me dat ik ook zo’n reis wilde maken. In eerste instantie wilde ik van Alaska naar Peru reizen, maar dit werd mij sterk afgeraden dus dat heb ik maar niet gedaan. Uiteindelijk heb ik voor de simpele weg gekozen door naar Zuidoost-Azië en Oceanië te gaan.”

Voor elke SoAP interviewt de redactie een student met een bijzondere, unieke of interessante studentenbezigheid. In deze editie is Mart Vreeswijk (22) aan het woord, die in 2010 begon aan zijn bachelor Sociologie en in het jaar 20122013 voorzitter was van de studievereniging Sociëtas. In oktober vorig jaar vertrok hij naar Azië en Oceanië om daar rond te reizen. In zeven maanden heeft hij Thailand, Laos, Cambodja, Taiwan, Australië en Nieuw-Zeeland gezien. gaat wat anders zoeken. Reizen kan dan een alternatief zijn. Ook denk ik dat Facebook en dergelijke een grote rol spelen. Mensen delen maar al te graag hun fantastische ervaringen via sociale media en dit steekt aan. We vergelijken onszelf tenslotte altijd met anderen.”

Hoe vond je het om je Had je een bepaald doel voor jezelf vaststudentenleven tijdelijk gesteld dat je wilde gaan bereiken of wilde je gedag te zeggen? “Op dat moment iets speciaals leren tijdens je reis? “Ik had niet heel prettig. Ik was er wel een beet- specifiek een doel. Wel was ik van plan om in Nieuw-Zeeland je klaar mee en had behoefte aan wat met heel weinig geld te overleven. Dit wilde ik doen door te anders. Mijn hele levliften en WWOOFEN. “Iedereen wordt beïnvloed door en heb ik in Nederland Uiteindelijk heb ik meer gewoond en ik merkte dezelfde dingen en daardoor dan 4000 km gelift, maar dat ik aan verandering van het WOOFEN gaan mensen op elkaar lijken. kwam toe was. Het leven op niet veel terecht. Als alHet maakt steeds minder uit ternatief heb ik veel in reis was heerlijk, pure vakantie. Ik heb een de natuur gekampeerd. waar je bent opgegroeid.” week gewerkt voor mijn Daarnaast was mijn reis verblijf in Nieuw-Zeeland, maar verder een stukje zelfontdekking. Ik wilde mezelf leren kennen in heb ik vooral gerelaxt.” zulke omstandigheden. Van te voren had ik niet precies uitgezocht wat ik allemaal wilde zien. Ik heb wel een paar mensen Reizen is iets dat veel stu- gevraagd wat gaaf is om te zien en te doen, maar als je er zelf denten trekt. Waarom is dit bent, kom je ook weer mensen tegen die jou kunnen vertellen volgens jou? “Ten eerste omdat het wat leuk is. Het was vooral zien wat er op je pad komt.” steeds makkelijker wordt. Vluchten zijn bijvoorbeeld veel goedkoper geworden. Kan je een beschrijving geven van een ‘norDaarnaast zijn er door de crisis niet male dag’ tijdens jouw reis? “In Azië word je veel banen op het moment dus mensen wakker met een hele droge mond van de biertjes van de

9


10

SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

avond ervoor. En met honger, dus ga je de straat op om ergens de schrik kreeg ik niet, want er kwam eten te halen. Vervolgens veel wandelen door een stad, kijken toen nog een rotsblok naar beneden hoe mensen er leven. Wanvallen die m’n rug raakte. neer je weer honger krijgt, “Het was fijn om continu Gelukkig zat mijn waterfles bestel je nog wat van het ertussen, waardoor de klap met je eigen gedachten heerlijke streetfood en ’s minder hard aankwam. Die te zijn.” avonds ga je uit eten als je fles heeft misschien wel daar zin in hebt. Ook zijn mijn leven gered. Dit soort er overal nightmarkets te vinden, waar altijd een fantas- momenten hebben wel indruk op mij tische sfeer heerst. Als ideale afsluiter drink je dan nog een gemaakt. paar biertjes. In Nieuw-Zeeland zag mijn dag er heel anders. Daar word je wakker in een hut midden in de bergen, Wat was het leukste dat je maak je je eigen ontbijt klaar om vervolgens te gaan hiken. hebt meegemaakt? De leukste Het was fijn om continu met je eigen gedachten te zijn ti- dag was in Vang Vieng in Laos, toen ik jdens zo’n wandeltocht van soms wel 30 kilometer. Aan het ging tuben. Hierbij zit je op een opbeind van de dag kom je in de volgende hut terecht, maak je laasband in een rivier waaraan allemaal wat te eten, lees je een boek of ga je een beetje kaarten en kroegjes liggen en word je met behulp daarna slapen om de volgende dag weer op pad te gaan.” van touw en een fles binnengehaald. In de kroeg drink je dan een biertje en vervolgens ga je op je opblaasband naar Was je tijden het reizen veel alleen of met de volgende kroeg. Dat was wel een hele anderen? “Ik was meer alleen dan ik had gedacht. Achteraf gave dag. denk ik dat ik daar behoefte aan had. Ik had wel verwacht dat je meteen mensen tegenkomt waar je samen mee zou kunnen Wat was het minst leuke dat reizen. Vooral in Azië, waar iedereen hetzelfde rondje reist en je hebt meegemaakt? Ik had wel in dezelfde hostels slaapt. Maar van samen reizen is het toch last van heimwee, maar daar was ik heel niet echt gekomen. Ik wilde veel zien, maar in Azië had ik niet blij om. Het was tegen het einde van veel tijd, dus reisde ik liever in mijn eigen tempo. Pas toen ik m’n reis dat ik me besefte dat ik terug in Nieuw-Zeeland was, heb ik voor het eerst met mensen samen gereisd, omdat ik daar toen wel behoefte aan had.” Wat heeft je het meest geraakt? “Ik heb een paar levensbedreigende situaties meegemaakt, waarbij ik wel even moest slikken. In Nieuw-Zeeland was ik met twee anderen bij een gletsjer geweest, wat best een pittige hike was en op de terugweg konden we de route niet meer vinden. Uiteindelijk liepen we op een stuk dat erg gevaarlijk was en rolde er een rotsblok naar beneden rakelings langs mijn hoofd. Tijd om bij te komen van


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

naar huis wilde. Ik heb ook wel anderen gesproken tijdens mijn reis die niet meer naar huis wilden. Die zagen er heel erg tegen op om weg te gaan. Ik vond het juist fijn om weer naar huis te gaan en eenmaal thuis voelde ik me ook heel goed. Eindelijk voelde ik een keer hoe het was om mijn familie en vrienden te missen en daar was ik wel heel blij om.

zien hoe iets loopt.

Of is jouw kijk op de wereld veranderd? Ik heb wel een paar dingen ingezien. Het valt me bijvoorbeeld op dat het er tegenwoordig bijna niet meer uitmaakt waar je vandaan komt. Iedereen wordt beïnvloed door dezelfde dingen en daardoor gaan mensen ook op elkaar lijken. Volgens mij maakt het steeds minder uit waar je bent opgegroeid.

Wat zijn je toekomstplannen? Ik kan nog steeds Heb je een cultuurshock niet ver vooruit kijken, maar ik ga komend jaar in Utrecht ervaren? Dat was onder andere in wonen en beginnen aan de master Cultural Anthropology: Nepal, waar het heel normaal is om te Sustainable Citizenship. Ik had het gevoel dat ik naar Utrecht onderhandelen. Dat zit totaal niet in mij wilde, omdat die stad me heel erg aanspreekt en toen heb en ik vond het ik daar een master bij gezocht. “In zoveel verschillende situaties dan ook heel Deze studie is best wel internalastig in het tionaal dus de kans is ook best leer je voor jezelf zorgen.” begin. Ik was groot dat ik een stage ga doen in namelijk meteen bereid om een goede bijvoorbeeld Zuid-Amerika, maar dat weet ik nog niet zeker. prijs te betalen en vond het vervelend om te onderhandelen. Zou je nog eens een reis willen maken? Ja, Zuid-Amerika wordt sowieso mijn volgende grote reis. Ik Heb je nog contact met de weet nog niet wanneer, maar ik zou wel minstens net zo lang mensen die je hebt ontmoet? daarheen willen als ik in Azië en Oceanië was. Ik heb geleerd Niet echt. Ik had wel afgesproken dat je behoorlijk wat tijd nodig hebt als je een land echt wil om contact te houden met bepaalde leren kennen. Het is zonde om alleen de toeristische plekjes mensen, maar dat is er niet echt van ge- te bezoeken. Ik zou iedereen aanraden een lange reis te makkomen. Elkaar opzoeken komt er vaak en. Je bent je wat meer bewust van de wereld en groeit er als pas van als je toevallig in de buurt bent. persoon ook van. In zoveel verschillende situaties leer je voor Daarnaast kom je ook zoveel mensen te- jezelf zorgen. Daarnaast leer je Nederland meer waarderen gen, waardoor het contact vrij vluchtig en ervaar je hoe bijzonder de directheid is van Nederlanders, is. Ik had ook niet echt de behoefte om heerlijk! goede vrienden te maken, maar gewoon om daar een leuke tijd te hebben met mensen. Ben je veranderd? Ja, ik ben veel relaxter geworden. Ik wilde altijd alles tip top geregeld hebben in Nederland, maar tijdens mijn reis werd die behoefte steeds minder. Ik wilde bijvoorbeeld altijd mijn hele treinreis uitstippelen, weten van welk spoor mijn trein zou vertrekken en aankomen, maar tegenwoordig maakt het me niet meer uit. Ik vind het nu makkelijker om gewoon te

11


ZELF SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

TOEKOMSTIGE

BRIEF AAN MIJN

12

O

zoek gedaan kunnen worden naar eetgewoonten, rituelen, feesten, kleedgedrag, religie, seksualiteit e.d. Uiteindelijk hebben 52.000 Nederlanders meegedaan aan het project. Dit project gaf aanleiding tot een massale hype: het beschrijven van je dag aan je toekomstige zelf, je toekomstdromen, ofwel: contact leggen met je toekomstige zelf. Waar de één een brief onder een boom begraaft op nationale boomplantdag, schrijft de ander een e-mail die over enkele tientallen jaren naar het opgegeven mailadres wordt gestuurd. Op de Het concept “schrijven van website futureme.org zijn enkele brieven aan de toekomst” begon van de bijna 4 miljoen brieven met het in 1998 opgezette pro- openbaar gedeeld. ject “Brieven aan de toekomst”. Dit initiatief kwam van het Ne- Beste toekomstige ik, derlands Centrum voor volkscultuur, het Nederlands openlucht- Hier zit je dan, luisterend naar de museum en het Meertens In- Garden State soundtrack, kijkend stituut. Doel van dit project was naar wat voor waardeloos stuk je het opzetten van een landelijk hebt geschreven voor je opdracht. archief met beschrijvingen van Hier ben je toch juist goed in? de dagbesteding van een groot aantal Nederlanders. Dit archief Ik vraag me af of je al op die leuke zou in de toekomst gebruikt jongen van college afgestapt bent. kunnen worden om onderzoek te doen naar de dagelijk- Heb je nog steeds dezelfde waarse bezigheden van Nederland- deloze baan op de markt? Ben ers in 1988. Hieruit zou onder- je al beter bevriend geraakt met p nationale boomplantdag, jaren geleden, mochten wij als stoere achtstegroepers een brief schrijven aan onszelf in de toekomst. Deze brief werd in een futuristische tube onder de boom geplant, waardoor we de brieven pas over een hele lange tijd, of überhaupt niet, na konden lezen. Ooit zou ik er dus achter komen hoe ik mezelf, als 12-jarige, in de toekomst zag. Het benieuwt me of ik mijzelf als afgestudeerd sociologe zag, of als paardrij-instructrice op mijn eigen manege.

je collega Cassie, of je geweldige baas Bethany? En je huisgenoot Kate? Is ze eindelijk, na al die jaren, een betere vriend geworden, of is ze nog steeds slechts een kennis? Ben je al op bezoek geweest bij Felipe in Barcelona? Ben je überhaupt al verliefd geworden? (...) Want ik op dit moment het meest naar verlang, is geloven dat mijn toekomstige ik: 1: afgestudeerd is, of bijna afgestudeerd is, met de kennis dat je er vreselijk hard voor gewerkt hebt en dat je wel degelijk talent bezit. 2: verliefd is geworden en niet bang is om een relatie te hebben. 3: mijn moeder heeft overtuigd om naar Seattle te verhuizen. 4: De relatie met Emily heeft voortgezet, ook al is het meestal via de telefoon. 5: mijn familie waardeert. 6: De belangrijke dingen in het


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

13

Tekst: Sanne Oving

Hoe toekomstbrieven zich verhouden tot de behoeftetheorie van Maslow

leven heeft begrepen. 7: meer gebruikt heeft gemaakt van de fantastische gift om te reizen. In deze brief hoopt de anonieme briefschrijver onder andere dat zijn toekomstige ik afgestudeerd is, haar liefde heeft gevonden en veel heeft gereisd. De briefschrijver heeft op dit moment verschillende behoeften, waarvan ze hoopt dat deze vervuld zijn als ze brief weer ontvangen wordt.

In dit soort brieven komen veelal de behoeften van een persoon naar voren. Naar deze behoeften is onderzoek gedaan aan de Universiteit van Twente. Het onderzoek, wenkende behoeften uit de toekomst, had als doel het meten hoe toekomstbrieven samenhangen met de behoeftetheorie van Maslow. De auteur van het stuk, H. Kulbatzki, stelt dat er een mogelijke samenhang is tussen deze brieven en de behoeften door de aanname van Maslow, dat stelt dat iemands toekomst dynamisch actief is in het huidige moment en dat deze behoeften zich uiten in het toekomstbeeld. De brieven in dit onderzoek zijn geanalyseerd op hoofdthema’s, die vervolgens in de behoeftetheorie van Maslow zijn geplaatst. Volgens deze behoeftetheorie van Maslow moeten mensen behoeften bevredigen om een gelukkig leven te kunnen leiden. Kulbatzki heeft de verschillende behoeften ingedeeld naar de piramide van Maslow,

en omvatten de fysologische behoeften, veiligheidsbehoeften, liefdesbehoeften, zelfwaarderingsbehoeften, cognitiebehoeften, esthetiekbehoeften, zelfactualisatie en zelftranscendentie. De hoofdthema’s van de brieven, 12 in totaal, worden onderverdeeld onder deze verschillende behoeften. De fysologische behoefte bestaat uit het thema persoonlijke waardering, de veiligheidsbehoefte omvat de thema’s relaties, carrière en land, de liefdesbehoefte omvat het thema bezittingen, de zelfwaarderingsbehoefte bestaat uit vrijetijdsbesteding en natuur. De cognitiebehoeffte omvat de thema’s gezondheid en spiritualiteit, de esthetiekbehoefte omvat de thema’s maatschappij en kennis. Zelfactualisatie omvat het thema esthetiek. De verschillende thema’s in de brieven worden dus gelinkt aan de verschillende behoeften van Maslow. Daarnaast geeft de mate waarin de verschillende thema’s voorkomen aan of er sprake is van behoeftevervulling of dat er sprake is van een verwerkingsproces. Want, wanneer er slechts sprake is van één dominant thema in de toekomstbrief geeft dit een verwerkingsproces weer. De persoon schrijft een gebeurtenis van zich af waarvan hij hoopt dat hij er in de toekomst mee om heeft leren gaan. Toekomstbrieven met meerdere thema’s geven daarentegen aan dat een persoon op dit moment behoeften heeft waarvan hij hoopt dat deze in een later stadia van het leven vervuld

zullen worden. Er blijkt dus dat in deze brieven enerzijds onvervulde behoeften naar voren komen en anderzijds de functie van het schrijven als verwerkingsproces naar voren komt.

Deze brieven aan de toekomstige zelf zijn daarom ook meer dan een hype. De brieven zijn een verwoording van de verschillende behoeften van de mens op een specifiek moment. Naast dat het leuk is om een dergelijke brief op te stellen, heeft het dus ook een reflecterende functie. Het schrijven van een brief aan jezelf in de toekomst geeft je de ruimte om te reflecteren op je eigen behoeften. Dit biedt volgens Kulbatzki ruimte tot het ontwikkelen van nieuwe manieren om onder andere de studiekeuze te bevorderen. De brieven geven aan hoe een kind zichzelf later in het leven ziet, waar een bepaalde studie bij gevonden zou kunnen worden. Dit biedt mogelijkheden bij de studiekeuze op bijvoorbeeld middelbare scholen. Op de basisschool was het schrijven van een toekomstbrief toch echt meer voor de leuk. Op die leeftijd was ik niet erg in staat om te reflecteren op mijn eigen behoeften, en ook mijn beroepskeuze kon er niet uit afgelezen worden. Dat is maar beter ook, want anders had mijn basisschool een boven proportioneel aantal dolfijnentrainsters en paardrij-instructrices afgeleverd aan de maatschappij.


2 0 2 0 14

Tekst: Sofie Wiersma

SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

Het onderwijs in Nederland gaat flink op de schop. We kampen nou eenmaal met wat problemen. Veel leraren op het middelbare onderwijs blijken niet de goede kwalificaties te hebben, de uitval van studenten is te groot, mbo scholen dreigen te sluiten omdat de kwaliteit ver onder de maat is en zo zijn er nog een aantal mankementen. Redenen genoeg voor het kabinet om in te grijpen. In 2011 werd door het kabinet daarom het “Actieplan Leraar 2020” in werking gezet. Dit Actieplan heeft als focus om de kwaliteit in alle vormen van onderwijs te verbeteren. Maar wat houdt dit Actieplan precies in? Op de website van de Rijksoverheid is het Actieplan te vinden. Er staat uitgebreid in beschreven wat er bereikt moet worden in 2020 en hoe dit wordt gedaan. Het kabinet hoopt dat in 2020 het onderwijs er als volgt uit ziet:

1. Werken in het onderwijs is zeer gewild. Laten we eerlijk zijn: docent zijn op bijvoorbeeld de middelbare school is niet het meest prestigieuze beroep in onze samenleving. Door veel hoogopgeleiden wordt het gezien als een “plan B” waar je voor kiest als al je andere carrières falen. Dit zou helemaal niet zo moeten zijn. Leraar worden is een belangrijke keuze, jij bent degene die de toekomstige generaties helpt. In Scandinavische landen is leraar zijn een prestigieus beroep is en het ligt hoog in de salarisschaal. Dit wordt versterkt door het feit dat leraar worden in bijvoorbeeld Finland erg gereguleerd is: je hebt de juiste bevoegdheden nodig om voor de klas te mogen staan. Zo zien mensen het als een uitdaging om leraar te mogen worden, de weg er naar toe is niet de makkelijkste. Dit is waar Nederland ook naar streeft: het leraarschap is gewild en van tekort is nauwelijks meer sprake. Bovendien wil het kabinet dit uitbreiden door leraren voldoende begeleiding en carrièremogelijkheden te bieden.

2. Het opleidingsniveau van leraren is substantieel verhoogd: het liefst tot masterniveau. Het kabinet heeft als grondbeginsel dat beter onderwijs synoniem staat aan betere leraren. Er komt


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

steeds vaker aan het licht dat er onbevoegde leraren voor de klas staan. Dit is vooral het geval bij de bovenbouw van het vwo. Het kabinet heeft dit een lange tijd gedoogd omdat er een schaarste aan leraren was. Maar aangezien vwo leerlingen klaargestoomd worden voor een universitaire opleiding, is het van belang dat ze les krijgen van docenten die hiermee bekend zijn. Vanaf 2017 mogen docenten dan ook alleen hun eigen vak geven, en alleen lesgeven in de bovenbouw van havo en vwo als ze uitgerust zijn met een academische mastergraad. Nederland heeft als ambitie om tot de top van de wereld te behoren wat onderwijs betreft en dit is een stap daar naar toe. Momenteel staat Nederland op nummer zeven wereldwijd, het streven is om weer in de top vijf te komen.

15

Aangezien er strengere eisen worden gesteld voor de leraren, belooft het kabinet ze tijd en geld om de benodigde kwalificaties te halen en onderhouden.

docent niet het vereiste niveau bezit en het vertikt om zich bij te laten scholen? Het gaat waarschijnlijk een brug te ver om deze persoon meteen niet meer als leraar te zien. Toch is deze niet “Waar laten we de persoon degene die je onbevoegde leraar? voor de klas Dumpen we die al- wilt hebben, de is wellemaal in de onder- vraag ke sancties het bouw en het vmbo?” heeft.

4. Scholen maken gebruik van peer reviews. Dit neemt wat werk uit handen van de onderwijsinspectie, en controles van mensen die er het meeste verstand van hebben zijn natuurlijk gewenst. In de praktijk zal het betekenen dat een groep leraren samen met een schoolleider een partnerschool bezoekt. Ze wonen lessen bij en proberen een goed beeld te krijgen van de gang van zaken. Zo kunnen ze goede feedback geven op het betreffende onderwijs van de school, maar tegelijkertijd ook leren van diens manieren.

3. Werknemers gaan zich registreren als bekwame leraar. Het kabinet heeft in 2011 een start Dit toekomstbeeld is een ambigemaakt met een lerarenreg- tieus plan. Vanzelfsprekend dat ister. Het kabinet hoopt dat in velen er dan zijn twijfels over 2018 alle leraren hierin worden hebben. De twijfels gaan vooral opgenomen. Zie het als een over de bevoegdheidskwestie. soort lijst waar alleen kwalitatief Waar laten we de onbevoegde goede en bevoegde leraren in leraren? Dumpen we die allestaan. Leraren maal in de onmoeten blijven derbouw en ”beter onderwijs voldoen aan de het vmbo? De staat synoniem aan oppositie was criteria die het betere leraren” kabinet gesteld ook erg scepheeft om hun tisch over de registratie te behouden. Het ler- plannen. “In 2011 wilden we dat arenregister zou moeten bijdra- iedereen in 2013 bevoegd zou gen aan de positionering van de zijn, nu is het al 2017. Dat schileraar als professional. Hetzelfde et niet op”, klinkt het vanuit D66. gebeurt al met beroepen als ac- Bovendien zijn er vragen over countants, artsen en notarissen. het lerarenregister. Wat als een

Vanzelfsprekend is het Actieplan Leraar 2020 niet volledig waterdicht, kritiek zal er altijd zijn. Het kabinet zal er ook goed aan doen om naar de stem van de leraar zelf te luisteren. Leraarschap is het beste weggelegd voor de docent die betrokken, ambitieus en enthousiast is. Het is afwachten of de plannen hieraan zullen bijdragen. Toch valt niet te ontkennen dat de plannen een stap in de goede richting zijn, en de kans dat het fout afloopt zal hopelijk vele malen kleiner zijn dan de kans op een succesvol einde.

Meer weten over onderwijs in 2020? Ga naar: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ werken-in-het-onderwijs/lerarenagenda-2013-2020


16

SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

Bram Hogendoorn zit in het verre Barcelona en houdt ons voor SoAP op de hoogte van zijn bevindingen in deze miljoenenstad van mooie stranden, brandende zon en enorm veel culturele hoogtepunten.

En hoe nu verder?

D

it had een opiniestuk over Griekenland moeten worden. Maar ten tijde van het lezen van dit artikel weet u waarschijnlijk meer dan ik nu kan voorspellen. Eén vraag kan ik met zekerheid stellen: hoe nu verder?

zicht in de menselijke aard liet Onze Meester al eerder zien, onder dictator Franco: “Kinderen van goede komaf verdienen een beter leven dan de anderen, omdat hun zuivere genen hen superieur maken”, “de ongelijkheid is dus menselijk, en de roep om daar iets aan te doen komt voort uit afgunst”, aldus de huidige minister-president.

In Spanje hebben we nu een geweldige minister-president, genaamd Mariano Rajoy. Sta mij toe u iets meer te vertellen over deze Intelligente en Kundige Heer. Volgens Onze Alwetendheid gaat het hier beter dan ooit. “Wie spreekt er nog van crisis?”, vroeg Hij zich laatst af. Dat de werkloosheid onder Zijn leiding is opgelopen tot 24.5% en de jeugdwerkloosheid tot 53.2%, vergat Hij even. Maar hé, dat laat alleen maar zien hoe menselijk deze Halfgod is. Zijn diepe in-

Te midden van deze onrust bevind ik mijzelf. Erg veel merk ik er niet meer van. Na jarenlang tevergeefs demonstreren neemt de bereidheid tot actie af. Het stadse leven gaat gewoon verder. Toeristen komen en gaan – en veel zijn het er. Dit jaar wordt een recordaantal voorspeld, 9 miljoen toeristen in stad van 1,6 miljoen. Dat is vijf keer zoveel als twintig jaar geleden. En hoewel ik het niet graag zeg, begrijp ik de opkomst van “toerismofobie” maar al te goed. Het is werkelijk onmogelijk om je kont te keren op de Rambla of om überhaupt naar het centrum te gaan als je boodschappen wil doen of kleren wil kopen. Tegelijkertijd beleeft het toerisme een constante groei. Een snelle sociologische analyse? 14%

Toen de president van de Griekse cen- Om Zijne Verhevenheid En Waardigheid en Dienst Partij te trale bank zei dat het land zou degra- bedanken voor het beleid, hebben de Barcelonezen vorige deren van Europees naar Balkan, had maand een feministische burgemeester gekozen. Eentje die hij onmiskenbaar gelijk. Of toch niet? de zeer agressieve politietop in deze stad laat vervangen door De meest recente cijfers geven een al- een pacifistische jurist, die centra tegen vrouwengeweld opgemene werkloosheid van 26.5%, een zet, dienstauto’s uitbant, de homoparade politiek gaat onderjeugdwerkloosheid van 52.4%, een steunen, haar eigen salaris met twee-derde verlaagd, en geen Gini-coëfficiënt van 34.5, een onder- uitvoering geeft aan het advies van het IMF om huisuitzettinschatte S80/S20 gen nóg eenvoudiger te maken dan dat “Kinderen van goede kominkomensratio ze hier al zijn. Voor de komende lanvan 6.5. Zulke delijke verkiezingen wordt voorspeld af verdienen een beter dramatische ci- leven dan de anderen, om- dat links zal winnen en de regerende jfers vind je nerconservatieve partij van premier Radat hun zuivere genen hen gens, zelfs niet in joy zal halveren. Podemos, de zusterde Balkanlandpartij van Syriza, behoort ook tot de superieur maken.” en. Het enige winnaars. De vraag blijft natuurlijk land met vergelijkbare cijfers is het land hoe het dan verder zal gaan en of deze partijen wél iets aan waar ik nu woon: Spanje. de werkloosheid en armoede kunnen doen.


COLUMNS

van de Barcelonese economie bestaat uit toerisme, de werkloosheid is hoog, ongeveer 79% van de Airbnb’s is illegaal, de overheid is zwak, en er zijn drie vliegvelden nabij Barcelona met low-cost vluchten. Voeg deze ingrediënten toe aan een collectieve actieprobleem, waarin iedereen individueel profiteert van appartementenverhuur maar iedereen gezamenlijk de last draagt, en je krijgt een idee van het probleem. We zullen er dus aan moeten wennen.

FOTOGRAFEN ILLUSTRATOREN RUBRIEKEN EINDREDACTIE ACQUISITIE WEBSITE 1979 INTERVIEWEN STUDIEPUNTEN ARTIKELEN ONLINE STRUCTUUR CREATIEVELINGEN

NIEUWE REDACTIELEDEN

ACTUALITEITEN

GEZOCHT SCHRIJVERS VORMGEVING

SOAP.REDACTIE@GMAIL.COM

Zelf speel ik ook maar toeristje. Net afgestudeerd sociaal demograaf, heb ik weinig kans op een baan hier in het zonnige Zuiden. Natuurlijk ga ik een aantal maanden op zoek, want voor de liefde doet een mens alles om hier te blijven. Maar voordat het zover is, ga ik op vakantie. Naar Griekenland.

SoAP


18

SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

HET BESTE JAAR ALS

WETENSCHAPPER “Miljoenen voor topwetenschappers.” Onder die kop berichtte het Dagblad van het Noorden op 14 februari 2015 over VICI-beurzen toegekend aan vijf Groningse hoogleraren. De VICI-beurs is bedoeld voor excellente onderzoekers met een vernieuwende onderzoekers. Binnen de Faculteit Gedragen Maatschappijwetenschappen ben ik de allereerste die een VICI heeft gekregen. In het volgende zal ik het kort schetsen waaraan ik de komende vijf jaar de anderhalf miljoen ga besteden. Bestaande benaderingen van pesten Uit onderzoek blijkt dat pesten een groot probleem is met langdurige negatieve gevolgen. Lange tijd werd het probleem echter weggewuifd als iets dat kinderen onderling maar moeten oplossen. Pas in de jaren tachtig kwamen de eerste antipestprogramma’s. Die richtten zich op het weerbaar maken van het slachtoffers of het aanpakken van de pester. Midden jaren negentig kwam er een belangrijke doorbraak doordat de Finse onderzoekster Christina Salmivalli als eerste ging kijken naar de rol van de groep. Uit dat onderzoek bleek dat pesters bij hun acties vaak assistenten hebben en dat ze worden aangemoedigd door versterkers. Deze meelopers geven de pesters een sterke positie in de groep. Voor de slachtoffers is het juist van belang dat er verdedigers zijn. Tot slot zijn er ook buitenstaanders. Kinderen die geïsoleerd zijn. Dit model met de pestrollen bevat positieve en negatieve relaties. Een soort netwerk maar met statistische pestrollen. Noodzaak om dynamiek bij pesten te begrijpen De beste antipestprogramma’s focussen op pesten als groepsproces. Uit het Nederlandse onderzoek naar KiVa (waarvoor ik een heel team met onderzoekers, trainers en dataverzamelaar heb opgezet) blijkt dat het programma bij 10.000 kinderen een succes is. Het

pesten nam bij KiVa-scholen sterker af dan bij controlescholen. Maar ongelofelijk (ondanks training, compleet lessenpakket, tussentijdse evaluaties): 1 op de 8 leerlingen op de KiVa-scholen wordt na twee jaar nog steeds gepest. Om dat hardnekkige pesten aan te pakken moeten we voorbij de pestrollen door de dynamiek in het netwerk te begrijpen en te beïnvloeden. Er gaat qua sociale-netwerkanalyse wereldwijd niets boven onze onderzoeksgroep in Groningen. Daar ga ik met mijn onderzoeksteam een belangrijke bijdrage aan leveren. Vertrekpunt daarbij is: • dat leerlingen pesten doelgericht gedrag is, bijvoorbeeld om op te vallen; • dat pesten een groepsprobleem is maar dat de oplossing ook vanuit de groep kan komen; • dat een netwerkperspectief inzicht kan geven in groepsprocessen.

Beïnvloeding van dynamiek bij pesten via netwerkinterventies Voor drie actoren (pester, slachtoffer en leerkracht) stel ik interventies gericht op de middenlaag. Dus als preventie niet werkt. Te testen met Randomized Control Trials en met metingen op korte en lange termijn: • Meaningful Roles. Met als verwachting dat het pesten afneemt door pesters die populair zijn in het netwerk een aantrekkelijk alternatief te bieden (verrichten van opvallende prosociale taken). • Steungroepaanpak. Met als verwachting dat het pesten afneemt door via netwerkinformatie chronische slachtoffers te identificeren en een steungroep te formeren. • Leerkracht als steun van de groep. Met als verwachting dat het pesten afneemt door leerkrachten waar steeds volop wordt gepest te coachen (leren reflecteren op eigen functioneren, met netwerkinformatie leren kijken naar de groep).


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

Wat levert dit op? Allereerst een reductie van hardnekkig pesten door interventies op maat. Ten tweede het beter begrijpen van groepsprocessen bij pesten en de condities waaronder de groep faalt bij het stoppen van pesten. De grote stap is daarbij de komende jaren de ontwikkeling van netwerkinterventies, waarbij het groepsproces wordt beïnvloed. Daarmee hoop ik dat mijn VICI de basis legt voor een hele nieuwe onderzoekslijn van network science 3.0.

Door mijn VICI is 2015 een topjaar, maar ook bijzonder is mijn nominatie voor de Huibregtsenprijs, een prijs voor wetenschappelijk vernieuwend onderzoek dat maatschappelijk ook relevant is. Ik ben na Linda Steg en Siegwart Lindenberg (die samen genomineerd waren) de tweede onderzoeker van de Rijksuniversiteit Groningen die finalist is bij deze prijs. De prijs wordt jaarlijks in oktober uitgereikt in de Ridderzaal. Deze nominatie is een erkenning voor mijn bijdrage aan het begrijpen en tegengaan van pesten. Maatschappelijk hoop ik te bereiken dat scholen meer zicht krijgen op de dynamiek in de groep. Een diagnose van hoe een leerling er wat taal of rekenen betreft voorstaat, wordt veel gemaakt in het onderwijs, maar hoe de groep er als geheel voorstaat is veelal onbekend. Dat moet volgens mij anders en met mijn onderzoeksteam heb ik de kans om dat de komende jaren te doen veranderen. Als grap zeg ik wel eens, in het onderwijs heb je de schoolpsycholoog maar een schoolsocioloog is ook nodig. Tekst: René Veenstra

I

k ben sociologie gaan studeren omdat ik erg geïnteresseerd ben in de maatschappij. Het fijne aan sociologie is dat het dicht bij je staat. Sociologie is overal om je heen. Op de middelbare school vond ik vakken zoals maatschappijleer en maatschappijwetenschappen erg leuk. Na de meeloopdag sociologie wist ik het zeker: deze studie is geschikt voor mij! Ik zou later graag expert of adviseur willen worden bij conflictgebieden. Ook ben ik geïnteresseerd in complexe besluitvorming. Ik denk dat ik een research master sociologie ga volgen en daarna promoveren. Werken bij het Clingendael Instituut of ergens in het buitenland bij een ambassade lijkt me fantastisch. Tegelijkertijd wil ik wel verbonden blijven aan de Rijksuniversiteit Groningen. - Lars Padmos, tweedejaars student

I

k wilde geneeskunde doen met als toekomstdroom om huisarts te worden. Ik was al begonnen met leren voor de decentrale selectie voor Geneeskunde, toen ik op aandringen van mijn moeder (bedankt mam) besloot om toch te kijken naar andere studies. Eerst heb ik bij geneeskunde gekeken, in een grote, moderne zaal met zo’n 400 mensen, en ging toen naar Sociologie , niet wetende wat dit echt inhield. Ik kwam in een kleine, oude zaal (de Gadourekzaal) met zo’n 20 mensen. Na de introductie kwam er een docent met halflang haar de zaal binnenlopen, die vervolgens gepassioneerd college begon te geven, waardoor ik gegrepen werd, en ik was verkocht (bedankt Jacob Dijkstra). Uiteindelijk ben ik Sociologie gaan studeren, en ik heb er nog geen moment spijt van gehad. Ik heb nog niet een concreet idee wat ik in de toekomst wil bereiken. Ik heb inmiddels geleerd dat toekomstdromen (bijvoorbeeld huisarts worden) altijd kunnen veranderen als er iets op je pad komt wat veel mooier en idealer is dan wat je voor ogen hebt. Met Sociologie kun je heel veel kanten op, en ik hou alle opties open. Ik focus me nu op de studie, muziek maken en het studentenleven, de rest komt later wel. - Reimer Vonk, eerstejaars student

W

at me aansprak aan sociologie was dat deze studie heel breed is. Ik wist twee jaar geleden nog niet precies wat ik wilde worden, maar was altijd al geïnteresseerd in de samenleving en haar bijbehorende spanningen en conflicten. Sociologie leek me daarom wel een goede keuze. Als er iets is in mijn leven dat ik zeker weet, is het dat ik journalist wil worden. Ik volg nu de minor Media en Journalistieke Cultuur en hoop volgend jaar toegelaten te worden tot de master Journalistiek. Wat ik precies zou willen doen weet ik nog niet. Schrijven vind ik erg leuk, maar documentaires maken lijkt me ook heel gaaf. - Esli Jacobsz, tweedejaars student

19


GH 20

SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

In deze editie interviewden wij Gijs Huitsing, onderzoeker en docent bij sociologie. Gijs werd al eens eerder geïnterviewd door SoAP in april 2006, omdat hij een van de eerste studenten was die deel mocht nemen aan het honneurstraject. SoAP blikte met hem terug op toen en vroeg naar zijn carrière van nu.

Tekst: Reimer Vonk & Yvonne Post


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

H

Kun je jezelf in een paar woorden omschrijven? Ik vind het belangrijk om bij mijn werk voor kwaliteit te gaan, om het werk zo goed mogelijk te doen. Daar vloeit dan uit voort dat je je best doet om dat voor elkaar te krijgen. Op bepaalde momenten moet je dat wel loslaten, want als je alles aan de hoogste standaarden wil laten voldoen kom je nooit meer ergens vanaf. Ik vind het belangrijk om bij te dragen aan het team. Ook bij het onderzoek dat we doen, functioneren we ook echt als team. Uiteindelijk kies ik vaak voor wat belangrijk is voor het collectieve goed.

En je carrière tot nu toe? In het dankwoord van mijn proefschrift schreef ik de zin van John Lennon: “Life is what happens to you while you’re busy making other plans.” Als je mijn carrière zo bekijkt, dan lijkt dat allemaal heel erg uitgestippeld: eerst sociologie studeren, dan het honneurstraject, dan de research master, dan aio worden, en daarna postdoc worden. Daarbij ook nog publiceren, college geven, meewerken aan de grootschalige implementatie van de KiVa-interventie. Toch is het gewoon veel toeval. Er komen steeds nieuwe dingen op mijn pad die ik volg. Momenteel ben ik bijvoorbeeld bezig met een subsidieaanvraag om KiVa in het voortgezet onderwijs te kunnen invoeren. Als dat doorgaat, dan ben ik daar de komende vier jaar mee bezig. Dat is dan weer een logische stap in mijn carrière, maar als die subsidieronde er

niet was geweest, dan was het misschien wel helemaal niet gebeurd.

Waarom heb je destijds voor de opleiding sociologie gekozen? Wat waren je alternatieven? Ik koos niet meteen voor sociologie, maar heb eerst een jaar economie gestudeerd. Ik ging economie studeren omdat ik altijd al een bepaalde politieke interesse heb gehad, zonder dat ik per se de politiek in wilde. Ik vind het interessant om te zien hoe beslissingen over een samenleving genomen worden, en veel politici hebben een economische achtergrond. Bovendien wist ik als middelbare scholier ook niet hoe ik een studie moest kiezen. Op de middelbare was ik wel goed in economie, dus ging ik dat maar studeren. Dat werd uiteindelijk een drama, want ik had heel weinig punten behaald. Ik had bijvoorbeeld keihard gestudeerd voor het vak accountancy, waarbij ik alsnog een drie haalde. Toen dacht ik bij mezelf, dit is vast een interessante studie, maar niet voor mij. Vervolgens ging ik nadenken over wat ik wel wilde en wist dat ik in de studiegids moest kijken om een goede indruk van een studie te krijgen. Van te voren had ik namelijk helemaal niet gekeken hoe zo’n curriculum eruit zag. Voor sociologie kwam ik bij een college van Jacques van Nieuwstadt en hij had me in één college al om. De studentenpopulatie bij sociologie was ook heel divers, er liep van alles rond. Heel anders dan bij economie.

21

Daar waren veel meer studenten die de studie vooral zagen als een opstapje naar een baan met een hoog salaris.

Hoe zag de studie er destijds uit qua docenten, vakken en studielast? In hoofdlijnen zag de studie er net zo uit als nu. De studie leunde in het begin sterk op het OMOP-model en specialisaties zoals onderwijs, arbeid, medisch en criminaliteit. Van deze specialisaties heb ik ze alle vier gedaan in m’n vrije ruimte. Ik zag geen reden om die vrije ruimte buiten sociologie te gaan doen. Ook het statistiekonderwijs was er toen al, maar nu is dat veel meer geïntensiveerd met een duidelijkere lijn. De projecten als Geld en Geluk, Gemeente en haar burgers etc. waren er toen ook al en daar heb ik ook goede herinneringen aan. Wat dacht je toen je een brief ontving met een uitnodiging voor een intake gesprek voor het Honours College? Het was toentertijd niet duidelijk dat er een honneursprogramma zou komen, dus toen ik die brief thuis kreeg waarin stond dat ze met een honneurstraject begonnen en dat ik daarvoor in aanmerking kwam, dacht ik wel wauw. Dat vond ik wel echt te gek. Ik was er heel blij mee.

Hoe waren je studieresultaten in de eerste jaren? Die waren goed, anders had ik geen uitnodiging ontvangen van het honneurstraject. Ik


22

SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

heb zelfs een paar tienen gehaald. Er was bijvoorbeeld zo’n vak dat Jacques van Nieuwstadt toen gaf. Hij zei toen dat als je voor dit vak slaagt en daar echt een goed cijfer op haalt, dan maak je het ook in de wetenschap. En toen dacht ik, dan ga ik hier ook heel hard voor werken en daar haalde ik dus uiteindelijk een tien op.

gie georganiseerd. Ook ben ik veel student-assistent geweest bij verschillende projecten. Bijvoorbeeld voor het onderzoek naar etnische segregatie op basisscholen in Arnhem van Tobias Stark. Met papier, pen en vragenlijsten in m’n rugtas ben ik toen naar Arnhem gegaan. Daar wilde ik niet in de bus al die scholen bij langs gaan, dus ik had een Welke vakken vond je fiets geregeld in het hotel. Toen het leukste? Wat me het bleek dat Arnhem best wel heumeeste aansprak van alle vakken velachtig is, dus moest ik met waren de specialisaties, met al die vragenlijsten achterop de name onderwijssociologie en scholen bij langs. arbeidssociologie. Verder zijn de projecten ook blijven hangen, Blonk je op de middeldaar kijk ik met plezier op ter- bare school ook al uit ug. Van de eerstejaarsprojecten in cijfers en activiteivond ik Gemeente en haar bur- ten? Nou, dat viel eigenlijk gers het leukst. Met dat project wel mee. Ik denk dat ik wel een gingen we een leefbaarheids- goede scholier was, maar niet onderzoek doen voor de ge- overdreven goed. Mijn cijferlijst meente Groningen in de Indi- bestond vooral uit zevens en een sche buurt in de Korrewegwijk. paar achten en een onvoldoende We moesten allemaal in duo’s op Engels want daar was ik echt tien mensen interviewen. Het is heel slecht in. Nederlands vond een unieke kans om bij mensen ik daarentegen wel een heel leuk achter de voordeur te kijken. De vak. Ik hield ook wel erg van liteerste persoon bij wie wij aan- eratuur in die tijd, dus daar had belden was een beetje een junk- ik dan weer een goed cijfer op. type waarbij de jointluchten ons Ik denk dat ik wel bij de top 10 tegemoet kwamen. Ik dacht dat of top 20 van de klas hoorde, het beter was om niet bij deze maar ik was niet zo’n wonderpersoon naar binnen te gaan, scholier die nu overal voor zou maar die man had toch alle tijd worden uitgenodigd. Jammer? en nodigde ons toch uit om naar Ach, prestatiedruk komt later binnen te komen. Uiteindelijk is wel. Als je gewoon de middeldat wel goed gekomen. bare school doorloopt en dan in aanraking komt met een studie Wat deed je naast stu- die je echt leuk vindt en dan bederen qua sport, com- gint het vuurtje te branden, dan missies en dergelijke? is het ook prima. Ik heb altijd geschaatst. Bij de vakgroep heb ik de eerste en tweede nacht van de sociolo-

Je hebt tijdens je research master een half jaar in Finland gestudeerd. Wat heb je daar zoal gedaan? Ik heb daar stage gelopen en mijn scriptie geschreven. Mijn scriptie, die nu ook gepubliceerd is in Social Networks, heb ik daar geschreven. Ik kwam daar via via terecht. Toen ik aan de research master begon werd ik aan een onderzoeksgroep gekoppeld en zo kwam ik bij René Veenstra terecht. Voor een literatuurstudie kwam ik in aanraking met de rolbenadering van pesten van Christina Salmivalli, die inmiddels meer dan 200 keer geciteerd is, kon bestuderen. Het doel was om te kijken wat dit onderzoek heeft opgebracht. Ik vond dit een mooi onderwerp en ik zag de mogelijkheid om deze rollen te onderzoeken met netwerkanalyse. In 2007 was zij ook in Groningen, en toen was het contact snel gelegd.. Dit is ook een voorbeeld van iets wat lijkt op een vanzelfsprekend uitgestippeld plan, maar het is eigenlijk gewoon toeval. Wat spreekt jou aan in onderzoek doen? Het leuke van onderzoek vind ik dat je iets kan betekenen voor de mensen. Ik denk dat als je sociologie gaat studeren je wel ergens in je achterhoofd hebt dat je op de een of andere manier de wereld wilt verbeteren. Natuurlijk weet je dat dit een naïef idee is, maar ik denk wel dat ik met het onderzoek dat ik doe iets kan bijdragen. Ik heb aan het begin van het project gedacht dat we tevreden


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

I

zouden moeten zijn als we één kind van het pesten af konden helpen. Nu hebben we inmiddels duizenden kinderen geholpen. Het is geweldig om daar aan bij te kunnen dragen. Het leuke aan onderzoek doen op zich vind ik het steeds weer nieuwe dingen te weten komen en dat je denkt van ‘zou het nou zo werken?’. Dat ga je dan onderzoeken en dan blijkt het toch net iets anders te werken. Zo blijft het maar doorgaan. Hoe ben je zo in pestonderzoek terecht geraakt? Ik kwam daar dus mee in aanraking via René Veenstra en Christina Salmivalli. Toen ik in 2008 in Finland was, draaide KiVa net op de scholen daar, dus toen ik er was kwamen net de eerste resultaten binnen. Ik heb daar op dat moment verder niet zo veel mee gedaan, er was ook nog helemaal niet het idee dat KiVa zo groot zou kunnen worden. Inmiddels heeft het de wereld veroverd, er zijn veel landen die er aan mee doen. In Nederland werken al meer dan 200 scholen met het programma. Waarom heeft u ervoor gekozen om te gaan promoveren? Ja, dat was ook weer zo’n toeval. Ik was met de research master bezig, en NWO had research talent grants Toen besloot ik om ook maar eens een onderzoeksvoorstel te schrijven en zo stond ik in Den Haag mijn voorstel te verdedigen. Ik heb er hard voor gewerkt, maar ik heb ook wel veel geluk gehad. Zonder geluk ben je nergens.

k ben sociologie gaan studeren omdat ik de wereld om me heen beter wil leren begrijpen. Dankzij deze studie kijk je meteen met andere ogen naar gebeurtenissen in de wereld: dat vind ik ontzettend leuk. Bovendien spreekt het me erg aan dat je met deze studie breed opgeleid wordt, en nog alle kanten op kan gaan. Wat ik mezelf in de toekomst zie doen? Eerlijk gezegd weet ik dat zelf nog niet goed. Ik hoop wel op een succesvolle carrière en doe nu mijn best om mijn kansen daarop te vergroten. Aangezien ik van kinds af aan al dol ben op Mini Coopers, is mijn toekomstdroom (materialistisch gezien) om er één in mijn bezit te hebben. Maar als ik een fijn plekje om te wonen, lieve mensen om me heen en een zeer aaibare kat heb ben ik ook al een gelukkig mens. - Sofie Wiersma, eerstejaars student

A

l jaren meld ik aan vriend en vijand dat ik later journalist wil worden. Ik wilde echter per se een opleiding aan de universiteit volgen. Sociologie leek mij een interessante studie, en daarbij is het ook een goede weg naar de master journalistiek die ik wens te volgen. Heel erg cheesy: maar mijn toekomstdroom is gelukkig worden. Ik zie mezelf als journalist de hele wereld over reizen en bijzondere mensen ontmoeten en andere culturen ontdekken. Daarnaast hoop ik de Foo Fighters ooit nog te kunnen zien, want hoewel we daar afgelopen Pinkpop erg dichtbij waren, waren de festivalgoden ons blijkbaar niet goedgezind. - Sanne Oving, eerstejaars sociologiestudent

D

it is mijn tweede studie, hiervoor heb ik journalistiek gestudeerd. Tijdens deze studie heb ik ook het vak sociologie gevolgd. Ik vond dit vak zo interessant dat ik heb besloten om hier in Groningen sociologie te studeren. Mijn toekomstdroom dat ik sociologie kan combineren met journalistiek. Het lijkt mij geweldig om prachtige documentaires te maken over de maatschappij waarin wij leven. - Rosa Boers, schakelstudent

O

p de middelbare school vond ik maatschappijwetenschappen een heel leuk vak. Toen heb ik me meer verdiept in studies die daar het verlengde van zijn en kwam ik bij sociologie. Ik deed een meeloopdag en was meteen om. Wat ik fijn vind aan sociologie is dat je breder kijkt dan alleen op individueel niveau. Ik vind het leuk om bezig te zijn met de maatschappij. Naast gelukkig worden denk ik op dit moment dat ik later de research master ga doen en wil promoveren, maar ik ben nog aan het ontdekken of dit bij mij past en welke kant ik op zou willen. Het college van Miranda Visser bij organisaties waarin ze vertelde over haar rol als onderzoeker bij het College voor de Rechten van de Mens sprak me heel erg aan. Later hoop ik ook zoiets te doen. - Yvonne Post, eerstejaars student

23


24

SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

Hoe was uw promotietijd? Ik vond het een hele mooie tijd, ik heb van begin tot einde ontzettend veel gedaan. Het is frustrerend als er eens iets vast loopt, maar dat overkomt iedereen die promoveert. Mijn promotie ging over netwerkanalyses van pesten. Het promoveren doe je in een onderzoeksgroep, dus het was zeker geen eenzame tijd. Wat wilt u nog graag bereiken? Wat ik nu graag zou willen is een goed antipestprogramma voor het voortgezet onderwijs ontwikkelen. Dit is een mooie uitdaging, aangezien de antipestprogramma’s tot nu toe daar niet succesvol waren. Over 10 jaar hoop ik dat KiVa

op basisscholen goed draait, en dat we een interventie hebben ontwikkeld voor middelbare scholen. Daarnaast denk ik dat het belangrijk is dat we de methodes blijven ontwikkelen, en dat we dit kunnen voeden met ons onderzoek..

bij onderzoek zijn altijd wel mensen nodig. Maak je interesse kenbaar, en allicht kun je iets bijdragen. Volg je interesses, en met een beetje geluk kom je er waarschijnlijk vanzelf wel. Geluk heb je wel altijd nodig. Siegwart Lindenberg zei ooit dat je een stapel sollicitatiebrieven van de Tot slot: wat is uw ad- trap kunt gooien, en de brieven vies voor studenten die die niet onderaan de trap eindiook willen promoveren? gen kunt uitsluiten van solliciIk denk dat het allereerst belan- tatie, omdat een groot deel toch grijk is om je interesses te volgen. afhankelijk is van geluk. Maar Ergens terecht willen komen om geluk kun je ook afdwingen. Tehet terecht komen gaat denk genslagen horen er ook bij, en ik niet werken. Je moet vanuit dan is het ook maar net hoe je er jezelf gemotiveerd zijn. Doe zo mee om gaat. veel mogelijk nuttige, leuke en relevante dingen, bijvoorbeeld meewerken met onderzoek.. Dat kun je gewoon aangeven, want

Wat doe jij na de zomer? Kom onze redactie versterken!

Mail naar: soap.redactie@gmail.com

25


IT GOT

26

SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

BETTER! Tekst: Remco Vonk

It got better! Eindelijk is het zo ver in het land dat al vanaf het ontstaan claimt het land van de mogelijkheden te zijn. Waar alles kan en ‘all men are created equal’, zoals zo trots in de Declaration of Independence staat geschreven. Dat die ‘unalienable Rights’ toch iets minder definitief zijn in Amerika dan vaak wordt gehoopt, is in de geschiedenis van de Verenigde Staten wel gebleken, onder andere in de scheiding tussen zwarten en blanken. Het wordt beter! Op vrijdag 26 juni 2015 verklaarde het Hooggerechtshof het ongrondwettig als mensen van hetzelfde geslacht het huwelijk werd ontzegd. Voorzitter van het Hof Kennedy benadrukte ook dat het ging om gelijke rechten, niet om speciale rechten. “No union is more profound than marriage, for it embodies the highest ideals of love, fidelity, devotion, sacrifice, and family. (…) Their [dat zijn de homoseksuele eisers in deze zaak, red.] hope is not to be condemned to live in loneliness, excluded from one of civilization’s oldest institutions. They ask for equal dignity in the eyes of the law. The Constitution grants them that right.” – Anthony M. Kennedy[1]

ik regenboog afbeeldingen langskomen en aan het eind van het weekend was mijn vriendenlijst gevuld met regenboog profielfoto’s. Het is een grote stap dat nu eindelijk dit land waar maakt waar het al zo lang voor staat: vrijheid en gelijkheid. Volkomen terecht dat de hele (gay) wereld hier dan zo gelukkig mee is.

Zoals ik hierboven al zeg was het homohuwelijk in 13 staten nog niet mogelijk voor 26 juni. Wel werd een homohuwelijk dat in het buitenland gesloten was al erkend in sommige staten, of waren er vormen van geregistreerd partnerschap voor mensen van hetzelfde geslacht. In 13 staten, echter, bestond nog geen enkele vorm van homohuwelijk en zijn soms zelfs nog wetten actief die discrimMet die woorden werd in één inatie op grond van seksuele klap het homohuwelijk ingevo- geaardheid mogelijk maken. Een erd in 13 staten en daarmee zijn bakker mag bijvoorbeeld weigde VS het 18e land waar mensen eren een bruidstaart te leveren van gelijk gender kunnen trouw- aan twee vrouwen die trouwen, en. of een bloemist mag weigeren bloemstukken te maken voor Binnen een paar uur nadat het twee huwende mannen. Daar nieuws bekend werd, stond mijn komt nog bij dat er in veel staten Facebook op zijn kop. Overal zag een golf aan weigerambtenaren


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

zal opstaan. In North Carolina hebben trouwambtenaren hiervoor al een vrijbrief ontvangen.[2] Wat dat betreft is er dus nog een lange weg te gaan voordat LGBT’ers ook daadwerkelijk geaccepteerd worden, overal in de VS.

Onlangs was ik met de studiereis in Ierland. Dit was in het heetst van de campagne richting een referendum over het homohuwelijk aldaar. In Ierland bestond al het geregistreerd partnerschap voor mensen van gelijk geslacht, maar dat was aan veel beperkingen gebonden. Zo mochten mensen van gelijk geslacht geen kinderen adopteren en was draagmoederschap verboden voor homostellen (een hetero koppel kon wel gebruik maken van een draagmoeder).

Dat het referendum is gewonnen in faveure van het homohuwelijk, werd veel minder uitbundig en groots gevierd op de sociale media. Toch was ook dit voor een overwegend streng katholiek land een grote overwinning. Toen ik in Ierland was heb ik met verscheidene mensen gesproken over de campagne. Zij gaven aan dat ze bang waren dat hetero voorstanders niet zouden komen stemmen. Dit vanuit de sociologen wel bekende gedachte van kosten en baten. Immers stemmen kost hetero’s wel tijd, maar levert ze in principe niks op. Tegenstanders, daarentegen, zullen wel willen stemmen om koste wat kost hun land niet in heidens verval te laten

geraken.

zo?” Ik heb daar geen boodschap aan. Schelden met ‘homo’ of iets Er is nog een keerzijde. We zijn bestempelen als ‘gay’ mag dan uit allemaal heel blij dat het huweli- jouw optiek niet zo bedoeld zijn, jk in inmiddels 18 landen ook een toevallige hoorder kent jouw door tussen mensen van hetzelf- intentie niet en hoort slechts een de geslacht gesloten kan worden. woord met een negatieve lading. Bovendien komen er dit jaar nog Telkens weer een boodschap sowieso twee landen bij (Ierland voor jonge (en oude) homoseken Slovenië) en in een aantal an- suelen dat homoseksualiteit iets dere landen loopt nog een proce- verkeerds is, iets negatiefs. Dat is dure. Daartegenover staat echter niet wat we moeten willen. wel dat voor elk land waar het homoseksuelen kunnen trouw- Hierbij wil ik iedereen oproepen, er ten minste vier landen zijn en om te laten zien dat wij in waar homoseksuele handelingen Nederland meer kunnen dan alverboden zijn. In ruim 75 landen leen gelijke rechten in formele bestaan anti-homo wetten met wetgeving. We kunnen de gelistraffen van zweep- of stoksla- jke rechten toepassen. Stop dus gen tot gevangenisstraf die soms met schelden met ‘homo’ en alle levenslang kan zijn, of zelfs de andere menselijkheden die niet te veranderen zijn. Je doet er doodstraf (in zeven landen).[3] mensen pijn mee, je doet mij er We zijn dan ook nog lang niet pijn mee. klaar. Aan de ene kant lijkt het beter, maar we kunnen ons al- [1] The Washington Post, 28 juni 2015 lemaal de ontwikkelingen in bi- [2] Gay.nl, 29 juni 2015 [3] 76crimes.com jvoorbeeld Rusland en Oeganda [4] Metro Nieuws, 17 september 2014 voor de geest halen. Voor elk ho- (http://www.metronieuws.nl/binmohuwelijk dat gesloten wordt, nenland/2014/09/homo-meest-geworden elders homoseksuelen bruikte-scheldwoord-op-scholen) in elkaar geslagen en vernederd, soms zelfs door de overheid zelf. Maar niet alleen in het buitenland valt nog veel te bereiken. Ook in Nederland zijn we nog steeds niet klaar met de emancipatie van LGBT’ers. Ik ervaar dat bijna dagelijks bij mijn werk bij het COC. Nog steeds is ‘homo’ het meest gebruikte scheldwoord op Nederlandse scholen.[4] En docenten doen er niks aan. Telkens weer hoor ik docenten zeggen: “maar ze bedoelen het toch niet

27


28

SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

DE EUROPESE GE DALENDE FERTILIT

Crisis. Op dit moment bevindt Europa zich waarschijnlijk in een stuk of tien crises. Een financiële crisis, een schuldencrisis, een klimaatcrisis, een migratiecrisis, een legitimiteitscrisis... Gek genoeg ontbreekt de aandacht voor een probleem dat ons op de lange termijn allemaal raakt, en bovendien min of meer voorspelbaar is. Europa bevindt zich in een geboortecrisis. Aan het einde van de jaren zestig begon in sommige Europese landen het vruchtbaarheidscijfer flink te dalen. Dan heb ik het niet over het lichamelijk vermogen om kinderen te krijgen, maar over de fertiliteit. Met andere woorden, het gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw gedurende haar “reproductieve periode” zou krijgen, nam sterk af. Deze daling verspreidde zich snel over Europa, om rond de eeuwwisseling te stabiliseren. In het laatste jaar voor de financiële crisis, 2007, hadden alle Europese landen behalve IJsland en Ierland een vruchtbaarheidscijfer zo laag, dat zonder immigratie de bevolking zou krimpen.

Iets meer over de wiskunde van vruchtbaarheid. Het vruchtbaarheidscijfer is een projectie, die ervan uit gaat dat de actuele geboortecijfers van elke leeftijdscategorie constant blijven in de toekomst. Dit is problematisch wanneer een groot aantal vrouwen het krijgen van kinderen uitstelt tot latere leeftijd. Er ontstaat dan namelijk een “gat” in de geboortecijfers van een leeftijdsgroep, terwijl een latere leeftijdsgroep die niet uitstelde, al kinderen heeft gehad, en dus ook

lage fertiliteit heeft. Het cijfer weerspiegelt de werkelijkheid dan niet goed en is “kunstmatig” laag, om een aantal jaren later ineens spectaculair toenemen. Een tweede aspect van vruchtbaarheid is dat zij niet hetzelfde is als het geboortecijfer, oftewel het aantal geboren kinderen per jaar als percentage van de totale bevolking. Twee landen met

dezelfde vruchtbaarheid kunnen verschillende geboortecijfers hebben, als land één een relatief jonge populatie heeft die nog kinderen moet krijgen, en land twee een wat oudere populatie waar de meeste mensen al kinderen hebben. De fertiliteit heeft dus betrekking op de lange termijn.

Ondanks deze problemen, laten de cijfers duidelijk zien dat mensen steeds minder kinderen krijgen. Dit patroon is overal in Europa waarneembaar, alhoewel er grote verschillen zijn tussen landen (figuur 1). Tezamen met technische vooruitgang in de gezondheidszorg en een babyboom-effect, leidt dit tot

FIGUUR 1: Europese fertiliteitscijfers in 2007


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

EBOORTECRISIS TEIT IN EUROPA drie ontwikkelingen. Ten eerste zijn er steeds meer ouderen. Ten tweede worden deze steeds ouder. En ten derde wordt deze groep ouderen niet opgevangen door een grote groep kleuters in de startblokken. Deze “dubbele vergrijzing” en ontgroening gaan grote gevolgen hebben voor de pensioenen. In alle Europese landen betaalt de jongere generatie op de een of andere manier voor de oudere generatie. Zeker zogeheten “staatspensioenen” zijn erg vatbaar voor vergrijzing en ontgroening. Maar ook een “kapitaaldekkingsstelsel”, waarbij pensioenfondsen van te voren betaalde premies beheren, zijn hier vatbaar voor. Geen enkel land berust alleen op een individueel spaarstelsel, dat minder lijdt onder ontgroening, vanwege andere nadelige effecten die zo’n stelsel heeft. De gevolgen zijn het meest zichtbaar in de afhankelijkheidsratio tussen bejaarde en beroepsbevolking, oftewel het aantal ouderen als percentage van het aantal potentiele werknemer dat hen ondersteunt (figuur 2). Ontgroening is bovendien een groter probleem dan vergrijzing. Gegeven ons huidige pensioenstelsel is de enige situatie waarin een laag vruchtbaarheidscijfer niet problematisch is, die waarin de levensverwachting gestaag afneemt. Het spreekt voor zich dat dit niet tot de beleidsmogelijkheden behoort. Soms wordt voorgesteld om meer migranten toe te laten. Die zijn namelijk jonger dan de autochtone popu-

Tekst: Bram Hogendoorn

FIGUUR 2: Geprojecteerde afhankelijkheidsratio’s in vijf Europese landen

latie en krijgen ook meer kinderen, een effect dat nog zo’n twee generaties aanhoudt. Simulaties laten echter zien dat dit geen reële optie is, omdat extreem veel extra migranten nodig zijn, wat politiek niet haalbaar is. Een derde alternatief is aanpassing van het pensioenstelsel. Politici geven het beeld dat hieraan gewerkt wordt. In werkelijkheid gaat dit echter veel te traag. Bovendien moet daar een kanttekening bij worden gemaakt. De meeste pensioenhervormingen hebben namelijk meer economische onzekerheid tot gevolg, wat het vruchtbaarheidscijfer nog verder omlaag brengt. Of zoals econome Nancy Folbre opmerkt: “maatregelen die voortkomen uit een geboortetekort, leiden ironisch genoeg tot nog minder kinderen”.

en. De vraag is dan, welke factoren beïnvloeden de fertiliteit? Een aantal kandidaten komt tevoorschijn uit de literatuur. De neoklassieke verklaring van Gary Becker, onder sterk traditionele assumpties van wat een “gezin” inhoudt, gaat ervan uit dat man en vrouw hun comparatieve productievoordelen benutten, en zich specialiseren in ofwel betaald werk ofwel huishoudelijk werk. Het toenemende aantal vrouwen met hoger onderwijs leidt volgens Becker tot huwelijksinstabiliteit en daarmee tot minder kinderen. De data laten echter zien dat hoger opgeleide vrouwen meer kinderen krijgen. Speltheoretische modellen, waarbij man en vrouw hun inkomenspotentieel meenemen naar de onderhandelingstafel om uiteindelijk een deal te sluiten over wie wat gaat doen, zijn De enige haalbare oplossing ook inaccuraat. Volgens de culvoor de pensioenproblematiek turele verklaring, geassocieerd is het krijgen van meer kinder- met het Vlaams-Nederlandse

29


SoAP / JAARGANG 46 / NUMMER 3 / AUGUSTUS 2015

30

duo Lesthaeghe en Van de Kaa, hechten mensen steeds meer aan zelfrealisatie en een goede relatie. Kinderen maken daar niet per definitie deel van uit. Het bewijs laat echter zien dat de “twee-kinderwens” zeer stabiel en wijdverbreid is. Een derde verklaring voor dalende fertiliteit is de toenemende onzekerheid op de arbeidsmarkt, onder meer uitgewerkt door onze eigen Melinda Mills. Deze onzekerheid werkt door in beslissingen over lenen in plaats van kopen, en over samenwonen in plaats van trouwen. Dit, tezamen met onzekerheid over een vast inkomen, verlamt de beslissing om kinderen te nemen, en van uitstel komt afstel. Een veelbelovende laatste benadering is institutioneel van aard en bouwt voort op de eerdere verklaringen. Het idee is dat vrouwen leiden onder een rollenconflict als ze worden geacht huishoudelijk werk te doen, maar tegelijkertijd ambities hebben op de arbeidsmarkt. Peter McDonald stelt daarom dat instituties coherent moeten zijn, en vrouwen ofwel als individu ofwel als familielid moeten behandelen, om hoge fertiliteit te bewerkstelligen. Esping-Andersen en Billari stellen dat het rollenconflict kan worden opgelost door het aanbieden van goede en alomvattende kinderopvang. Daarnaast stellen zij dat dit beleid moet worden ondersteunt door duidelijke gendernormen, die gedragen moeten worden door zowel mannen als vrouw-

en. Andersom heeft het beleid rondom ouderschapsverlof en kinderopvang weer een invloed op diezelfde waarden. Landen in transitie van traditionele naar moderne normen, zijn volgens hen in “verwarring”. Het gebrek aan overeenstemming in deze landen maakt kinderopvangbeleid moeilijk, als ook de beslissing over kinderen binnen koppels.

deropvang impliceren dat veel vrouwen hun carrièrepotentieel niet kunnen realiseren. Zij die dat toch willen, zien af van kinderen. Deze scheiding tussen zij die het Nederlandse model accepteren en zij die dat niet doen, is pijnlijk zichtbaar. Zij die wel kinderen krijgen, krijgen er vaak twee of drie, maar daartegenover staat een relatief groot deel dat kinderloos blijft. Dit patroon is nergens anders in Europa zo Puur kijkend naar de gender- sterk. Als we daadwerkelijk een normen, lijken deze redelijk in toekomst willen waarin iedereen staat om de hoge van lage fer- een pensioen ontvangt, wordt tiliteit te onderscheiden. In de het tijd om daar iets aan te gaan Noordse landen, Frankrijk, het doen. Verenigd Koninkrijk en de Benelux lijkt er overeenstemming te bestaan onder vrijwel de gehele bevolking dat vrouwen evenveel recht op werk hebben als mannen. In de Duitssprekende, Mediterraanse en voormalig Oostblok-landen zien we het tegengestelde patroon. De enige uitschieters zijn Ierland en Estland die, ondanks het gebrek aan een duidelijke norm, toch hoge fertiliteit hebben. Ondanks dat Nederland het relatief goed doet, ligt het vruchtbaarheidscijfer ver onder de 2.1, met als gevolg ernstig stijgende afhankelijkheidsratio’s. Het Nederlandse anderhalve-broodwinnermodel, waarbij de man in voltijd en de vrouw in deeltijd werkt, is dus niet succesvol, misschien omdat het in werkelijkheid niet zo gender-gelijk is. De slechtste ouderschapsverlofregelingen in heel Europa en de onderfinanciering van kin-


COLOFON REDACTIE Jeroen de Boer, Djamila Boulil, Bram Hogendoorn, Esli Jacobsz, Sanne Oving, Lars Padmos, Yvonne Post, Ymke Riemersma, Merel Sluiter, Esther Talsma, Nienke Tebbens, Reimer Vonk, Remco Vonk, Tsiona Wassenaar, Sofie Wiersma, Martine Zeevaart LAY-OUT & ONTWERP Yasmin Portz COVER Folkert de Graaf SOAP-LOGO Thomas Bos DRUKKERIJ Drukwerklab.nl Oplage: 1800 VERZENDING Rijksuniversiteit Groningen REDACTIE-ADRES Vakgroep Sociologie t.a.v. ‘SoAP’, Grote Rozenstraat 31, 9712 TG Groningen CONTACT soap.redactie@gmail.com www.soapgroningen.nl of volg ons

@SoAP_Groningen facebook.com/SoAP-Groningen


S St. Jansstraat 2C w www.intraaval.nl in nfo@intraaval.nl 050 31344052 INTRA AVAL is e een onafhaankelijk bu ureau vooor en advies.. sociaaal wetenscchappelijk onderzoek o INTRA AVAL heefft bijna 30 0 jaar ervaaring op dee werk kterreinen lleefbaarheiid, verslav ving, jeugdd en weelzijn. Onzee medewerrkers zijn sociologen s , psycholo-gen, criminologen en soociaal geo ografen diee vrijw wel allemaaal aan de Rijksu universiteiit Gron ningen zijn afgestudeeerd.

P PRODUC CTEN

MEER WETEN N?

Ons onderzoekk en adviess wordt uittgevoerd inn opdraacht vann diversse opdraachtgeverss, waaro onder miniisteries, prrovincies, gemeenten g n, kenniisinstitutenn, maar ook onderwijso -, opvan ng-, hulpvverlenings- en zorgin nstellingenn. van de vraagstelli Afhankelijk v ng en dee behoeefte van de oppdrachtgeveer, leverrt INTRA AVAL verschillende producten, p namelijk:

Mocht M u meeer willen w weten over INTRAVA AL of wat w wij voo or u kunneen beteken nen, neem dan co ontact met ons op.

Evaaluaties Moonitoren Invventarisatiies Qu uick scans vies • Adv

• • • •

Wij W zijn graaag bereidd u geheel vrijblijvennd te in nformeren over de verschillende mogeelijkheden.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.