8 minute read
Ronald Kielman
from SoAP september 2020
Interview Van onderzoek naar interventie Hoe het antipestprogramma KiVa het belang van wetenschap bij interventies aantoont Bauke van der Kooij en Geertje op de Hoek
Ronald Kielman werkt bij SocioQuest, het aan de vakgroep gelieerde bureau voor onderzoek, advies en kennistoepassing. Hij wordt gekscherend wel eens de vliegende kiep van SocioQuest genoemd, maar ´zo voel ik mijzelf ook wel een beetje´, aldus Ronald. Zo voert hij praktijkgericht sociaalwetenschappelijk opdrachtonderzoek uit, voornamelijk binnen de publieke sector. Daarnaast werkt hij mee aan de ontwikkeling en aan het in de praktijk uitrollen van diverse sociologische interventies, waarvan het bewezen effectieve anti-pestprogramma KiVa landelijk de meeste bekendheid geniet. Wij gaan met hem in gesprek over zijn achtergrond, SocioQuest, KiVa en over het belang van sociologie in de maatschappij.
Advertisement
Ronald heeft de bachelor sociologie gevolgd en vervolgens gekozen voor de sociologiemaster met als route ‘Beleid en Consultancy’. Daarna heeft hij de postmaster Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs voor Maatschappijleer en Maatschappijwetenschappen afgerond. “Tijdens mijn bachelor had ik – net als vele andere sociologiestudenten destijds - een bijbaantje op de vakgroep bij Gamma Data & Consult. Als onderzoeksmedewerker moest ik vooral enquêtes en interviews afnemen. Soms op straat of langs de deuren, maar meestal telefonisch vanuit de kelder van het Boumangebouw. Wij noemden het the dungeons. Een leerzame en vooral ook een erg gezellige tijd!”
Gamma Data verdween rond 2012 en ging over in SocioQuest, dat onder leiding van Theo van der Zee kwam te staan. “Binnen SocioQuest ligt de focus op het in de praktijk brengen van op sociaalwetenschappelijke kennis gestoelde interventies. Er is ontzettend veel kennis en expertise binnen onze vakgroep aanwezig, bijvoorbeeld over sociale netwerken, het onderwijs en pesten. Het is onze kracht dat te vertalen naar succesvolle initiatieven. Initiatieven waar de maatschappij ook echt iets aan heeft. Met het in de praktijk brengen van zulke initiatieven hebben we bij SocioQuest erg veel ervaring. Ik denk dat KiVa daar het bekendste voorbeeld van is; zo’n 400 basisscholen maken gebruik van dit bewezen effectieve anti-pestprogramma. KiVa heeft individueel en maatschappelijk enorm veel impact. Kinderen wordt ernstig leed bespaard en – nu klink ik als een econoom - dat levert ook maatschappelijk een enorme kostenbesparing op. Mooi dat we dat vanuit Groningen teweegbrengen!”
Het is van groot belang te laten zien dat sociaalwetenschappelijke kennis nuttig is voor de maatschappij, geeft Ronald aan. “De sociale wetenschappen hebben een lange tijd moeite gehad met het zichtbaar maken van wat gewone mensen in de maatschappij nou precies hebben aan al die kennisontwikkeling. Het naar de maatschappij en politiek kunnen verantwoorden van het nut van wetenschappelijk onderzoek en kennisontwikkeling is tegenwoordig echter essentieel. Kennisvolarisatie, het benutten van wetenschappelijke kennis in de praktijk, is enorm belangrijk geworden!” SocioQuest kijkt naar de kennis en expertise die er binnen de vakgroep is om vervolgens te bekijken hoe deze kennis van nut kan zijn voor de maatschappij. “De afgelopen jaren hebben we meerdere – je zou kunnen zeggen: sociologische - interventies uitgerold. Daarnaast hebben we aan de wieg gestaan van nieuwe, op sociaalwetenschappelijke kennis gebaseerde bedrijven. ZorgFocuz, een
onderzoeksbureau voor de zorg- en welzijnssector, is daarvan een goed voorbeeld. En achter de schermen zijn we druk bezig nieuwe initiatieven te lanceren en uit te bouwen! Denk aan SterkWerk voor basisscholen of Grip en Glans; een interventie gericht op het versterken van het welbevinden en zelfmanagement van ouderen. Op dit moment besteed ik echter de meeste tijd aan KiVa.”
KiVa
KiVa is een preventief, schoolbreed programma gericht op het versterken van de sociale veiligheid en het tegengaan van pesten op basisscholen. Ronald vertelt dat de manier waarop we tegen pesten aankijken de afgelopen decennia erg is veranderd. “Vroeger werd pesten vooral vanuit de psychologie benaderd. Als er überhaupt aandacht voor pesten was op school, dan werd er vooral naar individuen gekeken: naar de pester en het slachtoffer. Kort samengevat kwam het erop neer dat pesters werden gestraft en slachtoffers werd verteld dat ze meer voor zichzelf moesten opkomen, of ze werden op een weerbaarheidstraining gestuurd. Deze werkwijze werd jaren toegepast, met goede intenties. Maar het werkt niet, zo blijkt uit onderzoek. De pesters vervallen na een tijdje gewoon weer in hun oude pestgedrag en de slachtoffers blijven gepest worden.”
Vanuit KiVa wordt pesten benaderd als een groepsproces. De focus ligt bij KiVa dus niet op het slachtoffer of op de pester, maar op de hele groep. Er zijn namelijk nog veel meer rollen bij pesten, zo is inmiddels bekend. Er zijn ‘versterkers’ en ‘assistenten’. Zij staan aan de kant van de pester. Ook kunnen er kinderen zijn die voor het slachtoffer opkomen, de ‘verdedigers’. En er zijn nog ‘buitenstaanders’. Zij weten wel dat er wordt gepest, maar bemoeien zich er niet mee. Het preventieve aspect van KiVa richt zich vooral op deze groep. “Buitenstaanders zijn de grootste groep en daarom hebben zij veel invloed op de norm in de groep.”
Om dat te snappen moeten we eerst even terug naar de theorie: waarom pesten kinderen eigenlijk? “Kinderen pesten voornamelijk om status en aanzien te verkrijgen in de groep. Ze willen in hun groep zo hoog mogelijk op de spreekwoordelijke apenrots zitten. Zolang pestgedrag meer status en aanzien oplevert, zullen er altijd kinderen blijven pesten. Daarom werkt straffen ook niet; in sommige groepen werkt het juist statusverhogend als je wordt gestraft. Daarom zet KiVa – en dat maakt het sociologisch - in op het veranderen van de groepsnorm. Op zo’n manier dat positief gedrag, zoals elkaar helpen, status oplevert en negatief gedrag, zoals pesten, collectief wordt afgekeurd. Het ‘nut’ om te pesten verdwijnt op die manier. Het mooie is dat dat terug te zien is in de cijfers: KiVa zorgt voor een afname van 80% van het aantal pestslachtoffers! Vergeleken met andere anti-pestprogramma’s is dat enorm.”
Ronald vertelt dat KiVa grofweg bestaat uit drie aspecten. Allereerst de professionalisering van de leerkrachten. Het volledige team van de school wordt getraind voordat met KiVa wordt gestart. Dat is belangrijk omdat zij een rolmodel zijn voor hun kinderen en omdat ze moeten weten hoe ze KiVa moeten implementeren. Ten tweede zijn er de KiVa-lessen; lessen die de leerkracht in de groep geeft. KiVa behandelt gedurende een schooljaar tien thema’s die in elke groep gelijktijdig maar op eigen niveau worden behandeld. Binnen die thema’s doen leerlingen kennis en vaardigheden op. Ze leren bijvoorbeeld hoe ze een fijne groep kunnen zijn en hoe ze pesten kunnen tegengaan. Ten derde zet KiVa sterk in op monitoring. Leerlingen op KiVa-scholen vullen aan het begin en aan het einde van het schooljaar vragenlijsten in over o.a. hun welbevinden, hun sociale relaties in de groep en over pesten. Leerkrachten krijgen vervolgens een rapport van hun groep, inclusief sociogrammen. Leerlingen die speciale aandacht behoeven, bijvoorbeeld als ze een laag welbevinden hebben of worden gepest, worden er uitgelicht. Ook wordt duidelijk welke leerlingen populair zijn en veel status in de groep genieten. Met die uitkomsten kan de leerkracht doelgericht aan de slag.
In 2018 werd het grootschalige onderzoek Wat werkt tegen pesten? gepubliceerd, waarin de bekendste anti-pestprogramma’s voor basisscholen empirisch zijn onderzocht. Landelijk bleken er slechts drie effectief: KiVa, PRIMA en (voor groep 3,4 en 5) Taakspel. Deze programma’s hebben gemeen dat ze gericht zijn op de groep, doen aan professionalisering van de leerkrachten en expliciet aandacht besteden aan pesten. Opvallend is dat door scholen veel gebruikte programma’s zoals de Kanjertraining en PBS niet bleken te werken. Hoewel het nu dus duidelijk is welke anti-pestprogramma’s effectief zijn, worden programma’s die niet werken toch nog gebruikt door veel scholen. Marc Dullaert, voormalig kinderombudsman, wees erop dat kinderen geweld wordt aangedaan wanneer een scholen met niet werkende programma’s werken (AVROTROS, 2020). Ronald sluit zich bij hem aan: “We weten eindelijk welke programma’s werken en welke niet. We hebben daar als samenleving enorm veel onderzoeksgeld in gestoken. Dan begrijp ik het niet dat scholen alsnog mogen kiezen voor programma’s waarvan is vastgesteld dat ze niet werken of zelfs averechtse effecten hebben. Het gaat om de veiligheid van leerlingen! Scholen mogen toch ook niet kiezen voor een afgekeurde brandblusser?”
Daarom, zo zegt Ronald, is de link tussen de wetenschap en de praktijk zo belangrijk. “Alles aan KiVa is gebaseerd op sociaalwetenschappelijke kennis. Daardoor weten we zeker dat het werkt. Zo testen we ook nieuwe modules of aanpassingen aan KiVa. Als uit onderzoek blijkt dat een module werkt en we zien dat terug in wat leerlingen antwoorden, pas dan nemen we het op in KiVa. Dat is ook meteen het bewijs dat er aan onze vakgroep zeer relevant en bruikbaar onderzoek wordt uitgevoerd. En dat sociologie, in tegenstelling tot wat wel eens werd gedacht, een groot bestaansrecht heeft!”
Bronvermelding
Stax&Toine, AVROTROS. (2020, 27 februari).Oudkinderombudsman: ‘Je doet kinderen geweld aan als je geen getest anti-pestprogramma gebruikt’. NPO Radio 1. Geraadpleegd van https://www.nporadio1.nl/binnenland/21951- oud-kinderombudsmanje-doet-kinderen-geweld-aan-als-je-geen-getestanti-pestprogramma-gebruikt
Kader
Over KiVa:
Het anti-pestprogramma KiVa, dat in 2007 werd ontwikkeld in Finland, is tussen 2012 tot 2014 onder leiding van prof. dr. René Veenstra empirisch onderzocht in een grootschalige Randomized Controlled Trial (met een interventiegroep en een controlegroep) op 99 basisscholen. KiVa bleek effectief in het aanpakken van pesten en had veel andere positieve effecten. Inmiddels wordt KiVa succesvol toegepast op ongeveer 400 Nederlandse basisscholen. Steeds meer scholen kiezen voor de aanpak en ook in veel andere landen blijkt het te werken.
KiVa is vooral preventief en gericht op het versterken van de sociale veiligheid en het tegengaan van pesten op basisscholen. KiVa zet in op positieve groepsvorming en stimuleert de sociale vaardigheden en de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen. De nadruk ligt op de groep als geheel en de groepsnormen, en dus niet op specifieke individuen zoals de pester en het slachtoffer.