Intervisie - eerste trimester 2018

Page 1

informatieblad van de Socialistische Mutualiteiten voor de arts nr. 1 • eerste trimester 2018

Wijkgezondheidscentra onder de loep Forfaitair gefinancierde wijkgezondheidscentra kosten de ziekteverzekering evenveel maar zijn goedkoper voor de patiënt. Bovendien scoren ze op een aantal onderzochte kwaliteitsindicato­ ren beter. Dat blijkt uit een studie van het Inter­ Mutualistisch Agentschap (IMA). Het maakte een vergelijking tussen 2 financieringssystemen voor de eerstelijnszorg: de betaling per prestatie enerzijds en de forfaitaire financiering anderzijds.

Vervolg op pagina

2

Vervolg op pagina

5

E-attest vlot gestart Het e-attest of elektronische getuigschrift ken­ de een vlotte start. In januari nam een 100-tal huisartsen deel aan een pilootfase. Intussen is het systeem beschikbaar voor alle huisartsen die er interesse in hebben.

3D geprinte medische hulpmiddelen

Vervolg op pagina

6

3D printen raakt steeds meer ingeburgerd in ons dagelijkse leven en dus ook in de gezond­ heidszorg. We vatten de recente KCE-studie over het verantwoord gebruik van 3D geprinte medische hulpmiddelen voor je samen.

Slaap- en kalmeermiddelen: andere oplossingen mogelijk Vervolg op pagina

7

13 % van de Belgen ouder dan 15 jaar heeft een slaap- of kalmeermiddel genomen in de 2 voor­ bije weken. Een hoog percentage, dat nog toe­ neemt met de leeftijd. Als arts speel je een cruciale rol in het sensibiliseren, informeren, motiveren en begeleiden van patiënten met slaap-, stress- of angstklachten. 1


Forfaitair gefinancierde wijkgezondheidscentra:

goedkoper voor patiënt, even duur voor ziekteverzekering en minstens even goed Forfaitair gefinancierde wijkgezondheidscentra kosten de ziekteverzekering evenveel maar zijn goedkoper voor de patiënt. Bovendien scoren ze op een aantal onderzochte kwaliteitsindicatoren beter. Dat blijkt niet alleen uit de KPMG-audit, waarvan de regering eind januari de resultaten bekendmaakte. Ook een studie van het InterMutualistisch Agentschap (IMA) kwam in een eerdere studie tot dezelfde conclusie. Het maakte een vergelijking tussen 2 financieringssystemen voor de eerstelijnszorg: de betaling per prestatie enerzijds en de forfaitaire financiering anderzijds.

In België bestaan 2 manieren om de eerstelijns­ zorg, waaronder huisartsen, te financieren. De 1ste manier is de prestatiefinanciering, die ge­ bruikt wordt door het merendeel van de zorg­ verleners. Zij worden per prestatie vergoed. De patiënt wordt vervolgens terugbetaald door het ziekenfonds. Bij het andere systeem, de for­ faitaire financiering, krijgt de zorgverlener van het ziekenfonds een vast bedrag per maand per patiënt, onafhankelijk van het aantal raad­ plegingen. Momenteel is zo’n 3 % van de Bel­ 2

gische bevolking ingeschreven in een forfaitair gefinancierd medisch huis, in Vlaanderen beter bekend als wijkgezondheidscentra. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezond­ heidszorg (KCE) maakte 10 jaar geleden een ver­ gelijking tussen beide systemen inzake kostprijs en kwaliteit. Het IMA actualiseerde deze oefe­ ning op basis van de data van alle ziekenfond­ sen, en onderzocht bovendien de verschillen tussen de wijkgezondheidscentra onderling.

Het IMA analyseerde daartoe 2 steekproe­ ven van telkens 50 000 patiënten met de­ zelfde eigenschappen (leeftijd, geslacht, socio-economisch profiel …). De 1ste groep werd verzorgd in het forfaitaire systeem en de 2de groep in de prestatiefinanciering. Uit de gegevens blijkt dat de mensen die inge­ schreven zijn in een wijkgezondheidscentrum over het algemeen jonger en meer kwetsbaar zijn op socio-economisch vlak dan de gehele Belgische bevolking.


Pistes tot verbetering Het IMA stelt het volgende voor om te komen tot een optimale en efficiënte ontwikkeling van de forfaitaire wijkge­ zondheidscentra: • De wettelijke basis moet verfijnd wor­ den, zodat de continuïteit en de kwa­ liteit van de zorg in elk centrum gega­ randeerd kan worden en risicoselectie zoveel mogelijk vermeden kan worden. • Een verdere optimalisatie van het fi­ nancieringsmodel is nodig, zodat het forfait een zo goed mogelijke weergave vormt van de zorgnood van de patiënt.

Belangrijke vaststellingen De wijkgezondheidscentra en de prestatie­ financiering kosten de ziekteverzekering even­ veel. De wijkgezondheidscentra kosten meer in de 1ste lijn (huisartsgeneeskunde, kinesi­ therapie en verpleegkundige verzorging), maar minder in de 2de lijn (ziekenhuizen, woonzorg­ centra, geneesmiddelen …) (zie tabel 1). De patiënt zelf is goedkoper af bij een wijkge­ zondheidscentrum. De patiënt betaalt er geen remgeld en, aangezien hij minder vaak een be­ roep doet op de 2de lijn, moet hij daarvoor ook minder uit eigen zak betalen. De wijkgezondheidscentra scoren voor een aantal onderzochte kwaliteitsindicatoren beter

Eerstelijnsuitgaven

Meer weten?

• Wijkgezondheidscentra die multidisci­ plinair werken en inzetten op preventie moeten worden gestimuleerd.

Lees een samenvatting of de volledige studie op www.socmut.be/pers. Klik door naar ‘IMA: forfaitair gefinancierde wijkgezondheids­centra’.

• De meerwaarde die het systeem biedt inzake laagdrempelige toegang van de zorg voor een kwetsbaar publiek moet erkend worden.

dan de prestatiefinanciering. Zo ligt de dek­ kingsgraad voor griepvaccinatie bij ouderen en voor borstkanker- en baarmoederhalskanker­ screening bij vrouwen hoger. Artsen schrijven ook zowel minder als betere anti­biotica voor en schrijven ook vaker goedkope varianten van geneesmiddelen voor. Diabetici worden ook beter opgevolgd. Dit neemt niet weg dat er nog ruimte is voor verbetering, rekening houdend met nationale en internationale aanbevelingen.

verschillen tussen de wijkgezondheidscentra, onder meer met betrekking tot de besparin­ gen in de tweedelijnszorg.

De IMA-studie bevestigt dat de wijkgezond­ heidscentra toegankelijk zijn voor patiënten met een kwetsbaar profiel.

Deze studie toont aan dat de forfaitair gefinan­ cierde eerstelijnspraktijken duidelijk hun plaats hebben in de Belgische gezondheidszorg, naast de traditionele praktijken die werken per pres­ tatie. Ze toont aan dat een toegankelijke en multidisciplinaire eerstelijnszorg de kosten kan terugdringen voor de 2de lijn, en dit zonder ten koste te gaan van de kwaliteit. Voor verschil­ lende onderzochte kwaliteitsindicatoren waren de resultaten namelijk beter voor de forfaitaire praktijken dan voor de prestatiefinanciering.

Ten slotte toont de analyse aan dat forfaitaire financiering op zich onvoldoende is om goede resultaten te boeken. Er bestaan belangrijke

Katrien Vervoort

Forfait

Per prestatie - paarsgewijs gestandaardiseerd

€ 413

€ 210

Niet-eerstelijnsuitgaven

€ 1661

€ 1870

Totaal uitgaven

€ 2074

€ 2080

Tabel 1: Vergelijking van de grote categorieën uitgaven (gemiddelde uitgaven per patiënt in 2014). 3


Bednet maakt het verschil

voor langdurig zieke kinderen en jongeren Sinds 2015 heeft elk kind recht op synchroon internetonderwijs. Kinderen en jongeren die langdurig ziek zijn kunnen met Bednet thuis de les volgen via de webcam. De Vlaamse overheid ondersteunt dit initiatief voluit. Toch stelt Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid Jo Vandeurzen dat artsen en zorgverleners nog te weinig op de hoogte zijn van de mogelijkheden van Bednet.

kan je als arts Bednet al aanbevelen”, zegt Els Janssens, directeur van Bednet.

Sinds de opstart van Bednet hebben al 2500 langdurig zieke kinderen uit 1200 Vlaamse scholen synchroon internetonderwijs gevolgd. Zieke kinderen blijven bij met de les en zijn daarom niet veroordeeld tot een jaar zitten­ blijven. Ze houden ook contact met hun klas­ genoten en leerkrachten, wat heel belangrijk is voor het welzijn en voor het genezingsproces van het kind.

Wanneer kan iemand les volgen met Bednet?

Schrijf een beetje Bednet voor “Huisartsen en kinderartsen hebben een be­ langrijke rol in de doorverwijzing naar Bed­ net. Dat gebeurt nog te weinig. De arts is vaak de vertrouwenspersoon van een ouder of een patiënt, en dat maakt zijn rol bij de doorverwijzing belangrijk. Als een kind langer dan 4 weken afwezig zal zijn op school, dan

Ook minister Vandeurzen roept artsen en zorgaanbieders op om alert te zijn bij kinde­ ren die langer afwezig zijn door ziekte. Het is belangrijk dat ook zorgverleners en welzijns­ werkers helemaal mee zijn met de werking van Bednet om op die manier jongeren te stimule­ ren naar interactief onderwijs vanop afstand.

Els Janssens: “Kinderen moeten minstens 5 jaar oud zijn en langdurig of regelmatig afwezig zijn door ziekte. Concreet gaat dit over minstens 4 weken afwezigheid door ziekte tijdens het schooljaar, aansluitend of verdeeld over losse of halve lesdagen. Het kind moet ook fysiek in staat zijn om de les te kunnen volgen. Hun genezing krijgt natuurlijk voorrang. We volgen de kinderen en leerkrachten op van bij de aan­ vraag tot de terugkeer naar school.”

Mobiele computerset voor secundair onderwijs

aangepast aan het secundair onderwijs, waar leerlingen regelmatig van klaslokaal wisselen. De mobiele set is niet meer aan een vaste klaslocatie gebonden en biedt veel meer mo­ gelijkheden.

Veel warmte en solidariteit Al enkele jaren organiseert Bednet de Natio­ nale Pyjamadag in alle Vlaamse scholen. Kinde­ ren volgen dan 1 dag les in pyjama, uit solidari­ teit met zieke kinderen en jongeren. Vorig jaar deden maar liefst 1000 Vlaamse scholen mee. Op 9 maart 2018 trekken kinderen (hopelijk) opnieuw massaal in pyjama naar school.

Hoe aanvragen? Om het even wie kan Bednet aanvragen: kin­ deren en jongeren zelf, ouders, directeurs, leer­ krachten, CLB-medewerkers, artsen ... Je kan het aanvraagformulier invullen op de website www.bednet.be. Bednet is altijd gratis voor het kind en de school.

Meer weten? Vind alle informatie op www.bednet.be.

Nieuw is dat Bednet voortaan met een an­ dere computerset werkt. De set is geheel

Mieke De Smet

Bednet in cijfers

4

• Dit jaar zullen naar schatting 1000 Vlaamse kinderen Bednet gebruiken. • Een leerling maakt gemiddeld 7 maanden gebruik van Bednet. • 70 % van de Bednetters komt uit het secundair onderwijs, 30 % uit het basis­ onderwijs. • Kanker is de meest voorkomende ziekte bij Bednet-leerlingen (20 %). In het basisonderwijs gaat het zelfs om 34 % van de kinderen. In het secundair on­ derwijs neemt het aantal leerlingen met psychologische aandoeningen toe.


E-attest vlot gestart Het e-attest of elektronische getuigschrift kende een vlotte start. In januari nam een 100-tal huisartsen deel aan een pilootfase. Intussen is het systeem beschikbaar voor alle huisartsen die er interesse in hebben.

Ik zie alleen maar voordelen. Het is gemakkelijk, de software werkt zo goed als perfect en de patiënten vinden het ook fijn. – Dr. Patrick Coursier, Huisartsencentrum Millegem

Na enkele basiscontroles – die hooguit enke­ le seconden in beslag nemen – krijg je beves­ tiging en kan je een bewijs afdrukken voor je patiënt. Daarop staat onder andere hoeveel de patiënt heeft betaald, maar ook een uniek nummer waarmee hij de terugbetaling van zijn e-attest kan opvolgen. Voor je patiënt is het e-attest erg gemakke­ lijk: hij moet zijn doktersbriefjes niet meer naar het ziekenfonds brengen en kan ze dus ook niet meer vergeten of verliezen. De te­ rugbetaling verloopt ook sneller. Leden van Bond Moyson en De Voorzorg kunnen hun e-attesten bovendien opvolgen via ons inter­ netloket e-Mut en de e-Mut app.

Geslaagde pilootfase Digitalisering Efficiënte digitalisering is een van de grote uit­ dagingen voor artsen en ziekenfondsen. Met het e-attest wordt na het eGMD en eFact al­ weer een belangrijke stap voorwaarts gezet.

In januari 2018 ging een 100-tal artsen van start met het e-attest bij wijze van pilootfase. Sinds begin februari kan elke huisartspraktijk ermee aan de slag. Het systeem is vooralsnog vrijwillig: als huisarts kies je zelf of je instapt of niet.

Het e-attest vervangt het papieren getuig­ schrift. Met je huidige softwarepakket stuur je het digitale getuigschrift meteen naar het ziekenfonds waarbij je patiënt is aangesloten.

Dr. Patrick Coursier van het Huisartsencen­ trum Millegem in Mol is een van de artsen die al van in de pilootfase betrokken is. “Wij investeren al sinds de jaren 80 in geïnformati­

seerde dossiers. Hoe minder papier, hoe be­ ter”, vertelt hij. Dr. Coursier en zijn collega’s wilden er dan ook absoluut bij zijn in de pi­ lootfase. En die is goed verlopen, vindt hij. “Ik zie alleen maar voordelen. Het is gemakkelijk, de software werkt zo goed als perfect en de patiënten vinden het ook fijn.” Dr. Coursier en zijn collega’s gebruiken het e-attest nu voor al hun patiënten die niet onder de derdebe­ talersregeling vallen. “Ik zou het e-attest aan iedere arts aanbevelen.”

E-attest in jouw praktijk? • Lees meer over de voordelen en de werking van het e-attest op www.socmut.be/zorgverleners. Klik door naar ‘E-attest’. Je vindt er ook een antwoord op enkele veelvoorkomende vragen. • Wil je graag afstappen van papieren doktersbriefjes? Informeer je dan bij je softwareleverancier om de module e-attest te activeren in je vertrouw­ de softwarepakket. Je vindt de lijst van erkende softwarepakketten op www.mycarenet.be. Dimitri Neyt 5


Slaap- en kalmeermiddelen: andere oplossingen mogelijk Elke dag worden 1 260 034 DDD (daily defined doses) slaap- en kalmeermiddelen afgeleverd in de Belgische apotheken. Dat is een zeer hoog cijfer.

vallen, sufheid tijdens de dag, gewenning en zelfs afhankelijkheid.

Volgens de Gezondheidsenquête 2013 van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezond­ heid heeft 13 % van de bevolking ouder dan 15 jaar een slaap- of kalmeermiddel genomen in de 2 weken voorafgaand aan het interview. Dat percentage stijgt nog met de leeftijd. Zo gaat het in de leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder om ongeveer 40 % van de vrouwen en 26 % van de mannen.

Het is hoog tijd om hier iets aan te doen. Als arts of apotheker speel je een cruciale rol in het sen­ sibiliseren, informeren, motiveren en begeleiden van patiënten met slaap-, stress- of angstklach­ ten. De overheid lanceert daarom een nieuwe campagne over slaap- en kalmeermiddelen.

De meeste slaap- en kalmeermiddelen zijn benzodiazepines. Deze medicijnen kunnen noodzakelijk zijn in bepaalde gevallen, in mi­ nimale dosis en tijdens een korte periode. Toch maken veel patiënten die lijden aan angst, stress of slaapproblemen hier langdu­ rig gebruik van. Benzodiazepines hebben tal­ rijke bijwerkingen en vormen risico’s voor de gezondheid: cognitieve problemen, risico op

• een digitaal hulpmiddelenboek voor artsen en apothekers met adviezen en praktische tools voor het correct gebruik van slaap- en kalmeermiddelen en manieren om te ont­ wennen bij verslavingsverschijnselen • een e-learningmodule • sensibiliseringsmateriaal, zoals een praktische fiche met richtlijnen voor artsen en affiches en brochures voor in de wachtkamer of apotheek.

Hulpmiddelen voor artsen

Er zijn verschillende instrumenten ontwikkeld voor zorgverleners:

Rol van de patiënt Ook de patiënten spelen een cruciale rol. Zij moeten bereid zijn om voldoende tijd en energie te investeren in een niet-medicamen­ teuze aanpak van slaap-, stress- of angstklach­ ten en minder snel om geneesmiddelen vragen. In veel gevallen kunnen de problemen aangepakt worden zonder geneesmiddelen: gezonde voe­ ding, zich laten bijstaan, ontspannen, bewegen, enzovoort. Deze aanpak kan ook op lange ter­ mijn heel efficiënt zijn. Niet-medicamenteuze al­ ternatieven moeten dus de 1ste keuze zijn. Waar mogelijk, moet een ontwenning overwogen worden. De patiënt moet zich dus ook engage­ ren, en samen met de arts of de apotheker kijken of andere oplossingen mogelijk zijn. Kortom, ie­ dereen zal zijn steentje moeten bijdragen. Meer weten? Surf naar www.slaapenkalmeermiddelen.be. Bart Demyttenaere

6


KCE in het kort

Verantwoord gebruik van hoog-risico medische hulpmiddelen Het voorbeeld van 3D geprinte medische hulpmiddelen 3D printen kent een gestage opmars. Het raakt steeds meer ingeburgerd in ons dagelijkse leven en dus ook in de gezondheidszorg. Deze KCE-studie analyseert het gebruik van 3D printing bij het vervaardigen van medische hulpmiddelen, meer specifiek implantaten zoals heupen knieprothesen.

ingreep met 3D geprinte medische hulpmid­ delen doeltreffender of veiliger is dan een ‘klassieke’ ingreep. In de aangehaalde studies werden trouwens weinig relevante eindpunten gemeten (bijvoorbeeld de vervanging van het implantaat). Is het gebruik van 3d geprinte medische hulpmiddelen kosteneffectief?

De medische sector en 3D printen 3D printen is een productietechniek waarbij een digitaal bestand omgezet wordt naar een tastbaar object. Dit object wordt laagje per laagje opgebouwd door de 3D printer. In de medische sector, vooral de orthopedische en tandheelkundige, kent 3D printen de laatste jaren een toenemende groei en belangstelling. De medische sector is vandaag, na de industrie en de luchtvaart, de grootste gebruiker van deze techniek geworden. Enerzijds wordt 3D printen gebruikt voor prothesen en implanta­ ten, anderzijds ook als model van bijvoorbeeld een gewricht of een orgaan op basis van 3D CT- of NMR-beelden. Deze KCE-studie gaat vooral over ‘hoog-risico’ medische hulpmiddelen. Hoog-risico medische hulpmiddelen omvatten onder andere implanta­ ten, die vaak blijvend in het lichaam worden in­ geplant, of hulpmiddelen die in aanraking komen met hart of hersenen. Voorbeelden zijn heup­ prothesen, pacemakers, stents of hartkleppen. Is het gebruik van 3d geprinte medische hulpmiddelen veilig en doeltreffend? In het algemeen zijn er momenteel geen overtuigende gegevens die aantonen dat een

is, kan men niet achterhalen hoeveel voor welke items wordt aangerekend. Het enige argument voor een extra vergoeding zou kunnen zijn dat de prestaties in de preope­ ratieve fase een aantoonbare meerwaarde bieden ten opzichte van de alternatieve be­ nadering. Dit werd echter (nog) niet overtui­ gend aangetoond. • Het IDEAL-model (Idea, Development, Exploration, Assessment and Long-term study) beschrijft de te volgen stappen bij de ontwikkeling en de beoordeling van nieuwe invasieve technieken en procedures1. • De meeste 3D geprinte medische hulpmid­ delen zullen in de toekomst een UDI (Unique Device Identifier) hebben. Op basis van het Centrale Traceringsregister voor Implantaten zal kunnen worden achterhaald welke im­ plantaten (UDI-DI) bij welke patiënt werden gebruikt. Een koppeling van de gegevens uit het Centrale Traceringsregister met de gege­ vens uit de administratieve databanken (op basis van het INSZ-nummer) zou dus een ideale oplossing zijn om bestaande patiënten procesuitkomsten te kunnen exploiteren. Aanbevelingen

In het algemeen zijn er momenteel geen overtuigende gegevens die aantonen dat het gebruik van 3D printen meer kosteneffectief of zelfs kostenbesparend is dan de huidige behandeling. Dit is, gezien de vaststellingen in het medische luik, niet verrassend. Terugbetaling van 3D geprinte hulpmiddelen

• een IDEAL-systeem opzetten • een register uitwerken, in samenwerking met alle betrokken partijen • als er een volwaardig alternatief is, dat alter­ natief verkiezen • enkel hogere prijs als de meerwaarde is aan­ getoond • patiënt voldoende en uitgebreid informeren

Het KCE doet volgende voorstellen voor terug­betaling: • Als er voldoende garanties zijn voor de vei­ ligheid van de patiënt, zou een 3D geprint hulpmiddel waarvan de toegevoegde waar­ de niet is aangetoond, dezelfde vergoeding moeten krijgen als een bestaand alternatief. • Om patiënten optimaal te beschermen, zou de zorgverlener expliciet aan de patiënt moeten meedelen dat de patiënt de kos­ ten zal betalen van een niet-terugbetaald (3D geprint) product waarvoor nog geen voldoende toegevoegde waarde is aange­ toond, terwijl er (mogelijk) een terugbetaald alternatief bestaat. • Mogelijk worden de kosten voor de preope­ ratieve fase momenteel door de firma’s doorgerekend in de prijs van het 3D geprin­ te medisch hulpmiddel. Aangezien de kos­ tenstructuur momenteel niet transparant

1. McCulloch, P., Cook, J. A., Altman, D. G., Heneghan, C., & Diener, M. K. (2013). IDEAL framework for surgical innovation 1: the idea and development stages. BMJ, 346, f3012.

Meer weten? Lees de volledige studie op www.kce.be. Bart Demyttenaere

7


Zorg dat antibiotica blijven werken

Antibiotica zijn levensreddende geneesmiddelen. Maar als we ze verkeerd gebruiken, treedt er resistentie op en verliezen ze hun kracht. Om de resistentie afVraag te remmen, het onnodig gebruik van antibiotica drastisch verminderen. BAPCOC, de Belgische Commissie nietmoet meteen naar antibiotica voor de Coördinatie van het Antibioticabeleid, roept iedereen op om een belofte van slim antibioticagebruik te tekenen. Antibiotica zijn levensreddende geneesmiddelen. Maar als we ze verkeerd gebruiken - tegen griep of verkoudheid bijvoorbeeld - treedt er resistentie Als arts beloof je:op en verliezen ze hun kracht. Zorg dat antibiotica blijven werken en word Word ook Antibiotic Guardian Antibiotic Guardian. • zelfzorg en voorzorgsmaatregelen aan te raden wanneer antibiotica niet Zorg dat antibiotica blijven werken. Leg een belofte van slim antibio­ nodig zijn Leg jouw belofte af op www.socmut.be/antibiotica. ticagebruik af als arts en word een van de vele Antibiotic Guardians. • het uitgesteld voorschrift te gebruiken als dat mogelijk is • je voorschrijfgedrag te vergelijken met dat van andere artsen, op basis Ontdek wat jij kan doen op http://antibioticguardian.com/dutch. van de beschikbare gegevens. 432479-Soc. Mut Antibiotica ADV A4.indd 1

Colofon InterVisie is een informatieblad van de Socialistische Mutualiteiten voor de arts, uitgegeven door het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten. Redactieadres: InterVisie • Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel • T 02 515 04 61 • F 02 515 06 52 •

16-01-18 10:34:07

E intervisie@socmut.be Hoofdredactie: Dr. Bart Demyttenaere Aan dit nummer werkten mee: Mieke De Smet, Bart Demyttenaere, Kim Isenborghs, Gwen Muylaert, Dimitri Neyt, Evi Verstraete, Katrien Vervoort Lay-out: Inge Raemaekers

Druk: All-in-Media Verantwoordelijke uitgever: Paul Callewaert, Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel Afgiftekantoor: Brussel X, driemaandelijks tijd­schrift, eerste trimester 2018


Bijlage bij Intervisie - eerste trimester 2018

Ziek of een ongeval in het buitenland? Wereldwijd verzekerd dankzij Mutas Als je onverwacht medische zorg nodig hebt in het buitenland, kunnen de kosten hoog oplopen. Dankzij de reisbijstand van Bond Moyson en De Voorzorg zijn onze leden wereldwijd verzekerd tegen medische kosten. De bijstand is inbegrepen in de ziekenfondsbijdrage, waardoor leden geen extra premie betalen.

De alarmcentrale Mutas verleent administratieve bijstand, medische bijstand en financiële bijstand. Ze stuurt bijvoorbeeld documenten op naar de buitenlandse zorgverstrekker, overlegt met de behandelende geneesheer in het buitenland, regelt de betaling van de kosten van de ziekenhuisopname …

Voor welke kosten ben je verzekerd met Mutas? • een dringende en niet geplande ziekenhuisopname • een dringende raadpleging bij een zorgverstrekker • de aankoop van geneesmiddelen, voorgeschreven door een buitenlandse arts • vervoer met een ambulance • een repatriëring (georganiseerd door Mutas) • een repatriëring bij een overlijden of een begrafenis ter plaatse (met akkoord van Mutas). In bepaalde situaties komt Mutas niet tussen in de kosten. Bijvoorbeeld als je reist naar landen met een negatief reisadvies, als je zonder toestemming in een eenpersoonskamer verblijft …

Medische zorg nodig in het buitenland. Wat nu?

Mutas is:

Leden van ons ziekenfonds die medische verzorging nodig hebben in het buitenland kunnen met 1 telefoontje naar Mutas hulp en advies inschakelen. De alarmcentrale is dag en nacht bereikbaar op het nummer 0032 2 272 08 80.

✔ Wereldwijde medische bijstand ✔ Zonder zorgen de wereld rondreizen ✔ Onmiddellijk hulp en advies met 1 telefoontje ✔ Geen extra premie, inbegrepen in de leden­bijdrage

Wat je moet doen, is afhankelijk van je situatie. • Reis je binnen Europa? Toon dan je Europese ziekteverzekeringskaart (EZVK). Hiermee worden de kosten geregeld met een plaatselijk ziekenfonds. De kaart is geldig in bijna alle Europese landen. Geen EZVK? Contacteer Mutas. • Een opname in het ziekenhuis? Verwittig Mutas altijd binnen 48 uur. • Is enkel ambulante zorg nodig? Betaal de kosten aan de zorgverstrekker en regel de facturen met een plaatselijk ziekenfonds of, bij terugkeer in België, met je eigen ziekenfonds.

Meer informatie over onze reis­ bijstand Mutas? Surf naar www.socmut.be/mutas.


Nieuw: mobiel personenalarm Wie een dagje ouder wordt of een zorgbehoefte heeft, durft niet altijd alleen op pad te gaan. Of mag het vaak niet meer van bezorgde familieleden of vrienden. Stel dat er iets gebeurt en er niemand in de buurt is? Ons ziekenfonds biedt voortaan een nieuwe oplossing om zorgeloos te blijven genieten van uitstap­ jes: het mobiel personenalarm.

Hoe werkt het? • Het personenalarm beperkt zich niet tot de thuisomgeving. Waar in Vlaanderen of Brussel iemand ook is, met 1 druk op de knop kan hij op elk moment van de dag en 7 dagen op 7 hulp inroepen. • Onze zorgcentrale Z-plus vangt het alarmsignaal meteen op en maakt contact met de persoon via de luidspreker in het toestel. • Is hulp nodig, dan contacteren we de mantelzorgers of een andere contactpersoon. Indien nodig, schakelen we een professionele interventie in. Via het personenalarm weten we exact waar iemand zich bevindt.

Een mobiel personenalarm is de betaalbare oplossing om zorgeloos op stap te blijven gaan. Het is verkrijgbaar vanaf 25 euro bij Bond Moyson Oost-Vlaanderen, Bond Moyson West-Vlaanderen en De VoorZorg Antwerpen, voor leden en niet-leden. Ontdek alles over het mobiel personenalarm op www.socmut.be/zorgcentrale.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.