Waterrijke Groen Landschappelijke Beplantingsvisie Akersloot - Schermer - Eilandspolder
Colofon Teksten Foto’s 29 Apri 2011
Maki Ryu Google map, Maki Ryu
Inhoud opgave 1. Inleiding
4
2. Analyse
6
3. Beplantings Visie
10
4. Landschapstypen en Beplantings advisies
12
4.1 Oude duinen 4.2 Droogmakerijen 4.3 Veen polders 4.4 Ontginning polders
14 18 24 28
Begrippenlijst Literatuurlijst Bijlage: Beplantings uitwerkingsplan: mini camping
32 33 34
1 Inleiding De regio ten zuid van Alkmaar ligt niet ver van de zee. Door zijn ontstaansgeschiedenis is een uniek landschap gecreĂŤerd. Eerste was er een riviermond aan de zee met strandwallen. Vervolgens ontstonden meren en eilanden in een moerassig gebied. Sinds de 13e eeuw zijn mensen de strijd aangegaan om het land in bezit te nemen en begonnen ze het gebied te ontginnen. Wat we nu kunnen ontdekken is een rustig landbouwgebied met koeien en een mooi waterrijk natuurgebied met aandacht voor vogelbescherming. Door de analyse blijkt dat dit gebied bestaat uit verschillende landschappen door oude duinen, droogmakerijen en veenontginningspolders. Ieder type is heel karakteristiek voor Nederland. Per landschapstypen verschilt het grondgebruik, de natuurwaarde en beheermaatregelen. De gemeenten proberen binnen de historische structuren en in beperkte ruimte gebiedsontwikkelen te laten plaatsvinden, zodat de rest agrarisch of natuurlijk gebied kan blijven. Daarnaast zijn er speciale, aangepaste maatregelen in natuurgebieden ingesteld om bijzonder flora en fauna te beschermen. Dit rapport is bedoeld om bewoners in deze regio te helpen om samen te werken om dit bijzondere landschap te behouden. De kavelvormen behoren tot ĂŠĂŠn van de belangrijkste landschapselementen. Vooral met beplantingsvormen en soorten kunt u aan de slag om meer waarde aan uw eigen omgeving toevoegen. In dit rapport wordt in hoofdstuk 2 de analyse van de ontstaansgeschiedenis behandeld, gevolgd door bodem, water en vegetatie in deze regio. In hoofdstuk 3 van verzamelde gemeentelijke en openbare visies wordt de beplantingsvisie voorgesteld. In hoofdstuk 4 wordt de regio per landschapstype ingedeeld in vier gebieden om de beplantingsvisie verder uit te werken. Elke gebied heeft een unieke geschiedenis, ruimtelijke kenmerken en beplantingstypen. Op basis van deze analyse, samen met eerder genoemde beplantingsvisie worden beplantingadviezen voorgesteld. Als bijlage een beplantingsuitwerkingsplan voor een mini-camping, dat als voorbeeld van een gebiedseigen aanpassing gebruikt kan worden.
Alkmaar
De Schermer Eilandspolder
Akersloot
Topografische kaart 1/25,000, 19C Castricum, 19D Wormerveer), Topografische dienst kadaster, 2006
4
5
2 Analyse BODEM EN WATER Dit gebied ligt tussen IJsselmeer en Noordzee. Daardoor is het sterk beïnvloed door verandering van kustlijn en afzetting. De eerste strandwal ontstond rond 2000 v.Chr. waarop zandgrond van dit gebied aanwezig is. Daarna, tot rond 500 jaar v. Chr. groeide een tweede strandwal aan de kant van de zee en zette Oer-IJ klei af tussen strandwallen. Toen rond 1000 jaar n.Chr. de mond van Oer-IJ gesloten werd en getijden geen invloed meer hadden, kon veen zich ontwikkelen in deze natte gebieden. Sinds die periode begonnen mensen hier te leven en te ontginnen. Ze ontgonnen toen vooral veen. Eerst woonden mensen op hogere terpen en verder bouwden zij dijken die ze met elkaar verbonden. Rond de 12e eeuw steeg een zeespiegel. De bodem was door de ontginning ingeklonken en daardoor was de riviermond soms open. Mensen moesten dus blijven strijden tegen het water en begonnen het gebied in te polderen door dijken aan te leggen. Door deze ontstaansgeschiedenis bestaat dit gebied uit drie hoofddelen. In oost zijn er twee polders; Eilandspolder en de Schermer. In west ligt er een zandgebied ten noord van Akersloot. Eilandspolder werd vanaf de 13e eeuw bedijkt. Toen lag hij nog tussen grote meren in een veengebied. Daardoor is de bodem vrij nat en bestaat het basismateriaal uit veengrond vooral met veenmos. Daarbinnen zijn Noordeilandermeerpolder en Graftermeerpolder van kleinere meren gemaakt. Die polders hebben een ander bodemtype dan de Schemer. De Schemer is een droogmakerij tussen 16331635, die gemaakt werd uit de drooglegging van één van de laatste grote meren naast de Beemster. Omdat het lang een meer geweest was, is veen uitgespoeld. Daardoor bestaat het huidige hoofdmateriaal van de bodem uit moerige eerdgronden. Het ligt veel lager dan Eilandspolder, maar gedeeltelijk blijft het toch droger door de kunstmatige waterhuishouding. In het zandgebied ten noorden van Akersloot loopt een straat op de oude strandwal waarvan de bodemsoort afkomstig is. Het ligt hoog op zandrug en grondwatertrap is laag.
Noordeilandermeerpolder
Schermer Eilandspolder Akersloot Graftermeerpolder
Topograpische positie
Bodem
veen
moerassig
klei
zand
bebouwing
Heiloo
II
IV
II IV
III
III
II
Limmen
II
IV
6
III
II
Akersloot
De Rijp
Grondwatertrap (GTW)
II GHG ( - 40 ) GLG 50 - 80
III
Bron: Bodem kaart van Nederland (1995), blad 19 West Alkmaar, II DLO-Staring Centrum, Waganingen
III - 40 80 - 120
IV 40 - 80 80- 120
III
II
IV
GRONDWATERTRAPPEN
III bron: Bodem kaart van Nederland (1995) blad 19 West Alkmaar DLO-Staring Centrum, Waganingen
0
1km
Gebied Graft - De Rijp tot Limmen Maki Ryu & Inger Schuijff Landschapsanalyse TLD 12LP januari / juni 2010
PNV (Potencieel Natuurlijk Vegetatie) Door een combinatie van bodem en grondwatertrap kan de PNV vastgesteld worden. Voor de voedselrijke en natte bodems (GWT II) wordt de PNV vochtig elzen-essenbos, bijv. natte deel met veen van Eilandspolder en natte deel van de Schermer. De combinatie met drogere en rijke bodem, bijv. het drogere deel van de Schermer, wordt PNV iepenrijke eiken-essenbos voor deel van GWT III of
eiken-haagbeukenbos voor deel van GWT IV. Voor de voedselarme (namelijk zandgebied) en droge deel (GWT III-IV) wordt PNV beuken eikenbos. De PNV (potentieel natuurlijke vegetatie) bestaat uit een vegetatietype die in principe kunnen groeien als er geen mensenlijke ingreep voor hele lange termijn gebeurt.
vochtige elzen-essenbossen iepenrijke eiken-essenbossen eikenhaagbeukenbos beuken-eikenbos bebouwing
PNV vochtige elzen-essenbossen
bodem en water rijk GWT I-II
iepenrijke eiken-essenbossen
rijk GWT III-IV
eikenhaagbeukenbos
rijk GWT IV
boom +++ es ++ zwarte els + zomer eik, zoete kers +++ es ++ iep, zomer eik, beuk, gewoon esdoorn, izoete kers + zwarte els +++ zomer eik, beuk, ++ es, ruwe berk, zoete kers, gewone esdoorn
beuken-eikenbos
arm GWT II-IV
+++ zomer eik, beuk ++ ruwe berk
struik +++ hazelaar, vogelkers ++ vlier +++ vlier, hazelaar, aalbes + vogelkers +++ vlier, hazelaar ++ aalbes + lijsterbes +++ lijsterbes, hulst, vlier ++ vuilboom
7
BEPLANTINGSTYPEN Beplantingstypen kunnen door ruimtelijke kenmerken vastgesteld worden en daar hoort functie ook vaak bij. In dit gebied worden zeven beplantingstypen gedefinieerd. Sommige typen zijn lijnvormige elementen. Boomlaan en boomrij worden langs infrastructuur op grote schaal geplant bijvoorbeeld langs hoofdwegen en dijken. Andere lijnvormige be-
8
planting op kleinere schaal zijn houtsingel en hagen langs kavels van woningen. Daarnaast staan er op een kavel ook solitaire bomen. Buiten kavels zijn er natuurgebieden waarin riet en andere oevervegetaties langs waterkanten of kleine bosjes gevonden worden.
boomlanen langs hoofdweg
riet en oever vegetatie op waterkant
boomrij met dijk
bosje
houtsingel voor kavel
gebouwen
hagen tussen kavels
bebouwd kom
solitaire bomen in kavel
dijk
beplantingstypen
ruimtelijke kenmerken
soorten
boomlanen
locatie langs hoofdweg
- rechte lijn - langs water - lange bomen (1e groet)
Een soort - essen
boomrij
langs dijk
- hoger geplant - langs wegen - bescherming tegen wind - lange bomen (1e groet)
Een soort - esdoorn - es
houtsingel
omheen kavel
- hoger geplant - langs sloot - bescherming tegen wind - gemengd hoogte
Gemengd - els - es
hagen
tussen kavels
- haaks op weg - rand aanwijzen
Een soort - haagbeuk - beuk
soritair bomen
in kavel
- in voor of achter tuinen - sier soorten
Een soort - es - iep - kers - beuk
riet en oever vegetatie
waterkant
- soms gemengd met andere soort planten -
Een soort - riet - andere soort van oever vegetaties
bosje
waterkant of water omheem
- soms geheel (kleine) eiland - gemengd hoogte
Gemengd - zwarte els - wilgen
9
3 Beplantings visie Volgens bestaande visies, opgesteld door gemeenten uit het gebied worden twee richtingen voorgesteld: om bebouwing binnen een bestaande bebouwde kom te houden en natuurlijke en recreatieve waarden op te hogen. Dit gebied bestaat uit drie hoofd onderdelen; het oude duingebied ten noorden van Akersloot, de droogmakerij Schermer en Eilandspolder. Gemeente Castricum noemt het oude duingebied als “polderlandschap’ in haar welstandsnota. De tweede deel Schermer is ook aangesteld door de beeldkwaliteitsplan van Gemeente Schermer. In beide plannen wordt besloten om het historische landschap te behouden. Dit landschap is vaak door bebouwing gevormd, waarbij de voorzijde gericht is op de weg en bijgebouwen als bedrijfsgebouwen die los aan de achterkant van de hoofdwoningen staan. Het beeldkwaliteitsplan van Schermer stelt verder voor om nieuwe ontwikkelingen in “korrel” te houden, zodat de eigenschap van iedere korrel versterkt kan worden. Daardoor kunt het landschap open blijven. Het derde deel, Eilandspolder, heeft minder gebouwen. Op de oude drop De Rijp en grote delen van west is het gebied eigendom van Landschap NoordHolland. Het oostelijk deel is in beheer bij Staatbosbeheer. Dit gebied heeft hoge natuurlijke waarden, vooral voor weidevogel en wintergasten. Daarvoor wordt dit gebied wordt beschermd door Natura 2000, een netwerk in Europa, voor speciale flora en fauna. Daardoor economische waard veranderde van het landbouw naar natuur- en landschappelijk productie inclusief recreatie waard. Tenslotte kunt de volgende visie voor landschappelijke beplanting voorgesteld worden. Voor eerste twee delen, het oude duingebied en de Schermer, blijven meestal groen landschappelijke elementen als open weide met bomen langs infrastructuur. Bovendien de prive groen ruimte van voortuien en kavel grenzen kunnen beter worden voor beeld kwaliteit. Voor de private groenruimte in de Schermer wordt nieuw gebruik verwacht voor verdere ontwikkeling. De derde deel, Eilandspolder, heeft meer eisen van natuurwaarde op te hogen vooral voor bepaald flora en fauna en een recreatief doel. 10
lintbebouwing
rietkragen
bron: Natuur Dichtbij
Grutto en Kevit
www.weidevogelvereniging.nl
openbare visie Het oude duingebied - historische bebouwingstructuur houden - open landschap
De Schermer - historische bebouwingstructuur houden - open landschap - meer intensief gebruik langs hoofdwegen volgens gemeetenlijke visie
Eilandspolder - historische en natuurlijke waarden verhogen - economische waarde van recreatie en toerism
beplantings visie Het oude duingebied - onderhouden hoofd groen structuur - verbeteren private groen; voortuin en kavelgrens -
De Schermer - onderhouden hoofd groen- structuur - verbeteren privaat groen; voortuin en kavelgrens - nieuwe gebruik voor ontwikkeling
Eilandspolder - versterken bepaalde flora en fauna voor natuurdoeltypen - koppelen groene waarde van recreatie en toerisme 11
4 Landschaptypen en Beplantings visies Uit de analyse zijn vier verschillende landschapstypen gedefineerd. Ze zijn in principe ingedeeld per bodemsoort, maar ook ruimtelijke kenmerken. Ieder type heeft één of meerdere PNV’s en enkele ken-
merkende beplantingstypen. Daarom heeft elk type een eigen karakter, zowel ruimtelijke als begroeiings randwoorwaarden. Daardoor kunnen per landschapstype beplantingsadviezen gegeven worden.
Droogmakerijen
Droogmakerijen
Oude duin Veenpolders Ontginnings polder Droogmakerijen
landschapstypen
ontstaan
Oude duinen - 1000 v. Chr. - strandwal
Droogmakerijen
ruimtelijke
kenmerkende
kenmerken
beplantings
zand GWT III-IV
open, groot schaalig,
- hagen tussen kavel - bosje
- beuken-eikenbos
- 17e eeuw moeras - eikenhaagbeukenbos - door het droomaken eerdgrond - iepenrijke eiken-essenbosGWT II-IV sen - vochtige elzen-essenbossen
open, groot schaa- - boomlaan lig, sterk lijn, - boomrij - houtsingel omheem kavel
Veenpolders - 10e eeuw
- door het ontginnen
veen GWT II
- vochtige elzen-essenbossen
waterrijk,
Ontginnings
-10e eeuw - door het ontginnen
veen GWT II
- vochtige elzen-essenbossen
smalle kavel, waterrijk, opgaande groen
polder 12
bodem PNV en water
- houtsingel omheem kavel - riet en oever vegetaties - bosje - solitaire bomen in kavel - riet en oever vegetaties - bosje
13
4.1 Oude Duinen Dit gebied ligt op de vroegste strandwal van 2000 v.Chr. Daardoor is het basismateriaal zand. Er loopt een hoofdstraat Hoogegeeste langs de lengterichting van de strandwal van noord naar zuid. Daardoor is dit gebied hoger en relatief droog (GWT IV). De PNV is Beuken-eikenbossen waarin essen en eiken dominante soorten zijn. Maar in de huidige situatie bestaat de meeste oppervlakte uit open, agrarisch land en zijn er weining opgaande bomen en struiken. Alleen woningkavels hebben hagen en voortuinen waarin meestvoorkomende soorten beuk of haagbeuk zijn. Ruimtelijke kenmerken van dit gebied zijn open landschap en lintbebouwing. Bebouwing heeft voortuinen langs een hoofdroute. Een kavel is vaak diep en andere gebouwen staan achterkant.
14
Kenmerkende beplantingstype is een haag. Tussen kavels zijn er vaak hagen langs een grens aangeplant. Soorten zijn gevarieerd; voorkomende soorten zijn beuken en haagbeuk, soms ook boomrijen van populier. Ze hebben dezelfde functie, namelijk begrenzing en bescherming. De hoogte varieert; hagen zijn vaak 1 tot 2 meter , de hoogte van een boomrij vaak hoger dan 15 meter. De textuur is ook gevarieerd: van een strak gesnoeide, dichte haag tot een transparante, losse haag. Verder staan er kleine bomen en struiken in voortuinen tussen hagen. Een aangrenzende straat is heel smal en er is niet zoveel verkeer. Daarom plant men vaak geen begrenzing (als haag) dicht tegen de straat en gebruikt men meestal lage, solitaire planten.
losse transprante haag
strake dichte haag
15
VISIE In de gemeentelijke visie voor dit gebied is vastgesteld om een historische bebouwingsstructuur te behouden met open landschap. De straat die in het midden van de lintbebouwing loopt, is een historische straat langs de vroegste strandwal in deze regio. Om de lintstructuur met bebouwing erlangs te versterken kunnen hagen als kavelgrens gebruikt worden.
VERBETERPUNTEN Sommige huidige hagen zijn niet zo goed onderhouden. Vooral het beheer van hagen is vaak niet goed uitgevoerd. Hagen zijn te hoog of slecht gesnoeid. Sommige boomsoorten moeten goed gesloten zijn om een goede haag te vormen, bijvoorbeeld beuk, haagbeuk en veldesdoorn. Vele daarvan hebben gebrek van bladeren aan de oppervlakte. Daarvoor is het gewenst en belangrijk het beheer per soort aan te passen.
16
Haag langs kavel grens
HAAG Een haag is een reeks van bomen of struiken in lijnvorm aangeplant. Vaak moeten ze goed strak gesnoeid worden om dezelfde hoogte en breedte te houden.
Wat te planten? - haagbeuk - beuk - veldesdoorn
Plantwijze De boomafstand hangt af van de soortkeuze en hoogte van de boom. Voor haagbeuk bijvoorbeeld, wordt in de meeste gevallen een dubbele rij beuken aangeplant. Met lage boom (60/80cm) 9 tot 12 stuks per meter, en hoge boom (>100cm) ongeveer 8 stuks per meter.
veldesdoorn
Beheer Snoei in juni (rond de langste dag van het jaar). Om niet verticaal maar horizontaal uitlopen te stimuleren is het belangrijk om de haag de eerste jaren regelmatig in de hoogte in te korten, zodat een haagbeuk niet groeit als boom (met een kale stam en kroon), maar als goed vertakte haag.
haaggeuk
17
4.2 Droogmakerijen Vroeger is dit gebied een meer geweest. In de 17e eeuw hebben mensen dit gebied voor agrarische productie drooggemaakt. In deze droogmakerij Schermer wordt nog altijd water kunstmatige ingelaten of afgevoerd door gemalen. Door deze conditie bestaat het bodemmateriaal vooral uit klei. De grondwatertrap varieert van II tot IV. De PNV is Iepenrijke Eiken-Essenbossen waarin essen, iepen en eiken vaak voorkomen. Op gronden voor agrarische productie zijn er behalve houtsingels toch weinig opgaande vegetaties. Als ĂŠĂŠn van bekendste droogmakerijen heeft dit gebied typische ruimtelijke kenmerken, namelijk: openheid, grootschalige kavels met rooster patroon. Daarin lopen sommige sterke lijnelementen, waaronder zowel dijken als de hoofdroute langs de vaart. De meeste huizen zijn langs de hoofdroute of langs dijken gepositioneerd. Vaak maken een huis en andere extra gebouwen een cluster in een kavel die omsloten wordt door een sloot.
18
boomlaan
voortuin
boom
laan
boom rij
De beplantingstypen maken deze ruimtelijke kenmerken sterker. Bomenrijen horen bij lijnelementen, bijvoorbeeld een boomrij op een dijk en boomlanen langs een hoofdroute. Deze lijnen zijn één van de weinige opgaande elementen in dit gebied. Ze zijn belangrijk om oriëntatie voor mensen te geven. Een kavel met gebouwcomplexen met woningen en andere grote gebouwen wordt vaak aan de randen beplant met houtsingels. Een woning staat meestal aan de voorkant, dicht langs de weg met een voortuin ertussen. Het gehele complex met houtsingels geeft een mooi schaduwbeeld. De weinige boomgaarden met vruchtbomen die nog in het gebied te vinden zijn, staan naast een gebouwencomplex. Het is een van historische elementen die mensen nog wel in de andere droogmakerij Beemster kunnen vinden.
houtsingel
houtsingel
weg
boomgaard
boomgaard
19
VISIE Basis beleid voor de gehele Schermer stelt voor om de historische structuur en het open landschap te behouden. Daarvoor wordt de “korrelstrategie� genoemd om beter en intensiever gebruik te stimuleren. Daarom vereist de beplantingsvisie de volgende drie punten; onderhouden hoofd groenstructuur; boomlanen en boomrij, verbeteren private groen, zowel voortuin als kavelgrens, nieuwe typologie voor ontwikkeling.
VERBETER PUNTEN De huidige situatie met grote groenstructuur is relatief goed. De bomen van de bomenlaan langs hoofdroute en boomrijen in dijken zijn strak en in goede conditie. De kwaliteit van het groen in private kavels is daarentegen niet altijd op het goede niveau. Daar kunnen we aan werken. Bovendien kunnen we ook nieuwe beplanting stimuleren tussen private kavels volgens de gemeente visie, zodat deze intensiever gebruikt worden. Daarom zijn er drie verbeterpunten; herstellen van houtsingels, verbeteren van voortuin en nieuwe aanplant van boomgaarden. Door deze maatregelen krijgt een strip met gebouwen een nieuw gezicht.
20
In private kavels komen de volgende situaties vaak voor. Houtsingels zijn vaak onderbroken of lopen niet door naar de achterzijde van de kavels, zodat alleen het huis beschermd wordt. Voortuinen hebben soms een slordig beeld door het gebrek aan onderhoud of een slechte materiaalkeuze.
houtsingel
voortuin
herstellen houtsingels - goed afsluiten kavels door houtsingels - vooral grote gebouwen rondom ‘verstoppen’ achter houtsingels
achterkant heeft houtsingel gemist
houtsingel kunt helsteld worden
verbetering voortuin - beter onderhouden bomen en struiken - verplaats (metalen) hekken of maak deze minder zichtbaar
even snoeien en kappen...
mooi tuin maar beter zonder hek or met andere hek
21
HOUTSINGEL Een houtsingel is een lijn die door bomen en struiken gevormd worden. Een singel vormt vaak samen met een sloot de grens van een kavel.
Wat te planten? boomlaag: es, zwarte els en iep struiklaag: hazelaar, vlier
Plantwijze Aan de randen bij voorkeur struiken en in de binnenrand naar de kavel boomvormers. Liever niet te veel soorten mengen. Boomafstand van 2 tot 4 meter. Plant in andere rij (op minimaal 3 meter afstand) struiken aan slootzijde met een plantafstand van circa 1 meter.
Beheer Snoei vooral de waterkant. Snoei takken om een te hoge dichtheid te voorkomen.snoei takken.
A Boom: A en A’ kunnen dezelfde soort. Als er ontbleekt ruimte kunt u toevoegen tussen in. B Lage Boom of Struik C Struik 22
BOOMGAARD Een hoogstamboomgaard als boerenboomgaard was een kenmerkend beplantingstype van dit gebied. Boomgaarden stonden vaak op een apart eiland met een houtsingel omheen.
Wat te planten? Liever mengen tussen Appel, Peren, Pruimen, Kersen en Notenboom
Plantwijze Boomafstand van 5 tot 10 meter. (Gevarieerd per boomsoort; appel 10-12 m, peren 8-10 meter, pruime 5-6 meter, zoete kersen 8-10 meter)
Beheer Vruchtbomen moeten twee- tot driejaarlijks worden gesnoeid voor voeldoende licht en lucht voor kroon.
houtsingel
houtsingel
23
4.3 Veen polder Het westelijke deel van Eilandspolder, waarvan grote delen in beheer zijn bij de stichting Landschap Noord Holland is, was een eiland tussen meren. Toen de monding aan de zee gesloten werd groeide veen. Daarna, in de 14e eeuw, werd de polder bedijkt. Hierdoor bestaat de basis van het bodemmateriaal uit veen. De grondwatertrap is niveau twee, dus de bodem is vrij rijk en nat. PNV is Vochtig Elzen-essen bos waarin zwarte els, zomer eik, zoete kers de dominante soorten zijn. Maar in dit gebied kunnen niet zo veel opgaande bodem gevonden worden. Sommige echt natte plaatsen, bijvoorbeeld de randen van meren, hebben ook Elzen broekbossen met hoofdsoort zwarte els en grauwe wilg. Het eerste opvallende, ruimtelijke kenmerk is een waterrijk patroon; een afwisseling met meren en vaarten. Dit patroon is geheel anders dan de regelmatige en smalle watersloten in het oostelijke deel van Eilandspolder. Tussen deze wateren liggen graslanden voor koeien. Het grootste deel van het oppervlakte heeft die functie. Gehele eilanden zijn bedijkt en er staan huizen aan de dijken. Twee geconcenteerde huizen maken kleine dorpen. In deze polder zijn er nog twee droogmakerijen waar meren geweest waren.
24
Beplantingstypen Huizen aan de dijk hebben houtsingels om een kavel heen, net als huizen in droogmakerijen. Soms komen knotwilgen voor, maar niet zo vaak. De meest herkenbare beplantingstypen zijn brede rietkragen, te vinden aan de waterkant van meren en brede vaarten. Deze hebben een ecologische waarde en om deze te behouden is speciaal beheer noodzakelijk. Langs de meren zijn er vaak broekbossen met elzen en wilgen te vinden naast de rietkragen, maar ze zijn beperkt ter bescherming van weidevogels. In 2010 is Landschap Noord Holland begonnen met het omvormen van een aantal bosje langs de Knie, een van meren van dit gebied.
Informatie van Landschap Noord Holland
rietkragen en vogels
broekbos langs het Arismeer
25
VISIE Als eerder genoemd is Eilandspolder een deel van zogenaamd Natura 2000, een netwerk van beschermde gebieden in Europa. Daarom zijn de natuurlijke en ecologische waarden hier de belangrijkste factoren. Daarvoor moeten bepaalde flora en fauna die belangrijk zijn voor de ecologische waarde goed beheerd worden. Ook kunnen beplanting bijdragen aan de verhoging van recreatieve waarden.
Houtsingel omheen een huis aan de dijk
voortuin
VERBETER PUNTEN De grootste deel van de waterkant wordt door Landschap Noord Holland beheerd, maar u kunt ook bijdragen aan de volgende punten. Soms zijn houtsingel van solitaire huizen langs de dijk niet goed onderhouden. Daaraan kunt u bijdragen. Voor meer informatie over dit punt kunt u op de pagina over Droogmakerij. (p. 21-22) Daarnaast kunt u voor uw private deel van dewaterkant het beheer aanpassen om de natuurlijke waarde van bepaalde soorten, vooral voor weidevogels, te versterken.
26
Normaal oever naar natuurlijke oever
RIETKRAGEN Om de ecologische waarde te verhogen, vooral om weidevogels te beschermen, spelen rietkragen een belangrijke rol om nestplaatsen te bieden.
Maai na half juni: groei oevervegetaties
Wat te groeien? - langs vaart; rietvegetaties en vaartbegroeiing, als rietorchis, breedbladige orchis, veenheitjes - aan de kant van meren; moerasvaren, gele lis en engelwortel
Ruikte beperken groei van broekbos
Beheer Na half juni maaien, zodat riet en andere oevervegetatie goed kan groeien. Niet te veel bemesten, zodat water helder blijft. Niet te veel bomen en struiken laten groeien en voorkomen dat een bosje groter wordt. Een bosje is vooral geschikt voor grotere dieren. Een weidevogel komt zal daar niet komen om te nesten.
waterscheerling
gele lis
wilde hyacint
27
4.4 Ontginning polder Het oostelijk deel van Eilandspolder is eigendom van Staatsbosbeheer. Vroeger is het een eiland geweest dat vanaf de 14e eeuw door mensen is bedijkt, waarna begonnen is het veen te ontginnen. Daardoor ligt in dit gebied veen met het kenmerkende veenontginningspatroon met veel oppervlaktewater. Het gebied is vrij nat (GWT II). Op deze natte, rijke bodem is PNV vochtig Elzenessen bos waarin zwart els / zomereik / zoete kers dominante soorten zijn. Dit gebied is zogenaande Natuur 2000, een beschermd netwerk in Europa. Daarvoor worden speciale beheermaatregelen toegepast. Door de ontstaansgeschiedenis is er een karakteristiek patroon van veenweidevaarpolder met lange, smalle kavels ontstaan. In dit waterrijke gebied staan kleine bosjes verspreid op een eilandje. Dit opgaande groen geven dit gebied een speciaal uitzicht. Twee dorpen, Graft en De Rijp naast elkaar en Noordeinde maken een lintbebouwing aan de rand van de polder. In de gemeentelijke visie wordt de historische waarde van deze dorpen hoog gewaardeerd en moeten ze verbeterd worden voor recreatie en toerisme.
28
Beplantingstypen In de lintbebouwing staan bomen verspreidt in private ruimtes. Vaak worden mooie en grote solitaire bomen in voortuinen gevonden. Het zijn belangrijke kenmerken van historische dorpen. Langs de watersloot zijn er rietkragen die weidevogels kunnen gebruiken, maar minder dan het westelijke deel van Eilandspolder. Er is weinig massa van opgaande beplanting in dit gebied, maar wel kleine bosjes die op eilandjes in het water staan. Dit heette vroeger pestbosjes voor dode bomen maar ook voor hakhout gebruikt werden.
solitaire bomen in een voortuin pestbosje
solitaire bomen in een voortuin
pestbosje in landschap
29
VISIE Gemeetelijke visie en beheerbeleid van Staatbosbeheer vereisen om historische en natuurlijke waard op te hogen en daarvan economische waard creeren van recreatie en toerism. Daarvoor voosteldt de bepalntingsvisie om bepaald flora en fauna te beschermen en om groen waard van recreatie en toerism te koppelen.
VERBETER PUNTEN Kenmerkende beplantingstypen zijn solitaire bomen in dorpen en kleine bsje eiland omgesloten water. Deze elementen kunnen goed integreren worden in de visie. Kleine bosjes die ooit pestbossen waren zijn nu unieke ruimtelijke element in dit gebied. Veel bootjes en kanoe varen tussenin. Het is belangrijk voor vogels om opgaande groen groei in een eilandsje te beperken zodat andere groter dieren niet komen. Andere beplantingtype solitaire bomen maken mooie accent in de drop gezicht. Maar ook niet te dicht aangeplant worden om niet historishche facades te verstopppen. Dus is het belangrijk in toekomst niet te veel bomen en struiken in voortuin neer te leggen.
pestbosje als ge誰soleerde eiland
beperken bomen groei in een eiland
Boom: wilg, zwarte els Struik: haazelaar, aalbes
30
bomen op een ge誰soleerde eiland
SOLITAIRE BOMEN Een paar solitaire bomen in een voortuin van lintbebouwing. Een lintbegouwing in De Rijp is te dicht en woningen zijn vlakbij aan een straat. Dus geen plaats voor bomen in voortuinen. Andere twee dropen, Graft en Noordeind zijn er genoeg ruimte en al meestal woningen hebben mooie bomen.
Wat te plant - iep, es, zoete kers - bomen met sier waarde: Japanse kersen, kasntanje
Plant wijze - neem grote plantafstand; min 4-8 meter - verspreid in losse positie; max 2 -3 per woning
Beheer - niet te veel struik of lage begroeing zodat bomen faรงade van woning niet verborgen
min 4-8 meter
houtsingel kunt helsteld worden
min 4-8 meter
faรงade van woning: niet verborgen
solitaire boom met sier waarde
straat beeld met solitaire bomen
31
begrippenlijst boomlaan bomen op meestal twee rijnen langs infrastructuur bijvoorbeeld weg of sloot boomrij bomen op een rij waarin de afstand tussen bomen zijn ongeveer gelijk is eerdgrond grond met een bovenlaag van zeer donkere aarde (ophoging van verteerde plantenresten of stalmest) GWT (grondwatertrap) het niveau van grondwater houtsingel een stroke met bomen en struiken vaak langs sloot aangelpant korrel de samengangende eenheid van gebouw en buitenruimte: huizen met hun tuinen, goederijen met hun erven PNV (potentiale natuurlijke vegetatie) gekozen planten soorten van bomen en struiken door bodem materiaal en grondwater niveau. Deze planten zou groeien als mensen geen ingreep doen. soritaire boom een boom staan niet in een groep of in een rij, vaak zonder ondergroei
32
literatuurlijst B. Bijker en G. de Beer, Bosplantsoen, bomen en struiken in bos en landschap (2010) IPC Groene Ruimte M. Bruin et al, IdeeĂŤnboek beplanting, ontwerp en aanleg van landschappelijke beplanting op basis van ecologische uitgangspunten (1994) Landinrichtingsdienst (LD-mededeling nr. 202, Werkdocument IKC natuurhebeer nr. 62) Bureau Ecologie, Provinciale Waterstaat NoordHolland, Wilde plantein in noord-holland (1987) Provinciale Waterstaat J. Kluiters en F. van Daalen, Natuurgids Het noordhollands landschap (1991) Schuyt & Co uitgever De Landschappen, Natuur dichtbij Noord-Holland, Noordhollands Landschap H. Schmitz, Lijnen in het landschap, houtwallen, singels, heggen en andere lijnvormige houtopstanden (1993) Landschapsbeheer Nederland
33
referentie studie Ruimtelijke kenmernken: - lijn element, langs rand van een kavel (op drie kanten, omheen), scherm achtig, - relatieve smalle breedte > half transparent (vooral zonder bladeren in winter),
Functie: - begrenzing, afscherming, bescherming tegen wind
Ruimtelijke opbouw: 4 lagen in hoogte, (A, A’, B, C) - Twee hoogte lagen bestaan uit van dezelfde boomsoort maar andere hoogte (A, A’) en daaronder struiken voor twee hoogte (B, C).
Beheer: - struiken worden op een waterkant gesnoied, - laten struiken tussen bomen ook niet te veel en te hoog te groien, dus soms snoeien.
Toekomstverwachting: - Andere kavels in deze gebied hebben dezelfd soort van houtsingels omheen. Maar sommige singels grote deel van single ontbreekt of bomen en struiken niet mooi gesnoeid worden en daardoor minder mooi zijn. Dus zo’n houtsingels kunnen ook streven naar deze conditie.
Datum: 21 Nov. 2010 Locaite: Heiloo (N-Holland) Omgeving: rondom een solitair huis in een platte open agrarische land
Bijlage: Beplantingsplan Mini Camping In bijlage wordt een beplantingsplan voor een mini camping voorgesteld als voorbeeld van beplantings advisie. Een locatie wordt in droogmakerij gekozen waarvoor concrete planten en aangeplant wijze vastgesteld zijn. Eerste in deze bijlage wordt een weergave van context van de locatie gegeven. Ten tweede door analyse worden eisen en daarvan selectie criteria voor planten vastgesteld. Tenslotte worden planten met aanpelant wijzen op basis van criteria voorgesteld met bestellijst.
Locatie in Droogmakerij Droogmakerij wordt gekozen van vier landschapstypen als locatie voor een voobeeld omdat de gemeente de visie hebt waarin bestaande bebouwd kom verder intensief gebruiken. Een plan van mini camping kunt goed met deze richting aangepast worden. Eerder in dit rappot is een beplantingsvisie voor droogmakerij voorgesteld (zie p.18-21) PNV is gemengd maar voor deze voorbeeld wordt deel met eiken haagbeukenbos gekozen met moerige (morassige) eerdgrond of klei grond en GTW III. Huidige kenmerkende beplantingstypen hier zijn een houtsingel, boomlaan die goed aangesluiten worden in voorgesteld plan. Ook in beplantingsadvisies wordt boomgaard gebruikt als locale bepantingstype van geschedenis.
Mogelijke lociatie voor ee mini camping De gemeente wilt lege kavels tussen bestaande bebouw complex langs een hoofdroute ontwikkelen.
boomgaard naast woning: sommige kavels hebben dezelfde structuur met een plan
36
Analyse
aangegevende plan
De aangegeven plan wordt geanalyseerd in functie en doelgroep, verder i.v.m. schaduw. Een eigenaar gebruikt west zijde met zijn woning, werkruimte en erf en noorde en ooste delen worden meestal door gasten voor verblijf functie als camping of bezoek gebruikt. Twee boomgaarden krijgen recreatieve functie maar de weste boomgaard is meer rustig en ooste deel is voor een groeter feest of gezamelijke gebeutenis. Van deze randvoorwaarden moeten de bosjes als buffer tussen private en gasten ruimte zodat twee ruimten goed gescheiden worden. Op groter schaal ligt deze kavel in weide en waaschijnlijk tussen andere woningen langs een hoofdroute. Daarvoor zijn afscherming van buiten en buurt nodig en houtsingels en hagen werken als afscherming. Analyse i.v.m. schaduw kunt vertaald worden naar volgende eisen. Hoogte van hagen in de gast ruimte maakt stukje van schaduw in hun verblijfs ruimte. Boomgaarden krijgen in princiep schaduw van eigen bomen. Verder schaduw van bosje komt op loop route dus maak niet zo veel uit.
ochtend middag
functie
schaduw 37
noordzijde aanzicht
1e groot 2e groot bladverliezend 2e groot winterhard struik
vruchten boom houtsingel haag(dicht) haag(licht)
38
m
Selectie criteria Van analyse worden selectie criteria voor elke beplantingstypen gekozen. Afscherming zijn gevarieerd door hoogte en textuur. Voor hagen langs voorkant, achterkant en op grens tussen prive en gast ruimte worden dichte en winterhard soorten gekozen om ruimte goed fysieke af te schermen. Tegelijkertijd blijf hoogte laag om landschap en groen daarachter te genieten. Hagen in eigen terrein als afscherming tussen gastruimte zijn iets hoger om niet in te kijken maar textuur is transparant zodat ruimte niet te veel versnippeerd worden. Voor bomen soorten van groete oppervlakte als bosje en houtsingels worden soorten die streven naar PNV gekozen om locale imago versterken.
Uitzondering worden gemaakt voor boomgaarden waarin vruchten bomen voor sier en recreatieve waarde gebruikt worden. Ook voor solitaire bomen worden voor sier waarde gekozen waarvoor mooie habitus belangrijk criteria zijn zodat het zonder andere begroeing wel alleen mooi staan. Boomlaan langs wegen voorkant worden overeenkomste soorten van hudige gebruikt voor locale context. Wat betreft met prijs kunnen bomen binnen eigen terrein gebruikt met sier of recreatieve waarde kosten iets duurder zijn. Voor goedkoper deel moeten sommige bomen snel groeier zodat zij eerste met klein maat kunnen beginnen.
beplantingstypen
eisen
functie
hoogte textuur menging prijs
houtsingel
overeenkomst met locale kenmerkende bomen kiezen van soort PNV vruchten bomen hoogstam
afscherming van buiten wind-bescherming
1e
transpar- Gemengd ant
+
recreatie productie (voor plezier)
max 2e
los
Gemengd
++
winterhard buiten kijken (niet te hoog) hoog (niet inkijken)
afscherming van buiten
120cm
dicht
Een soort
+
afscherming
150cm
transpar- Een soort ant
streef naar PNV dicht gemengd met winterhard streef naar PNV gemengd met winterhard
afscherming 2e gemengd Gemengd buffering tussen privĂŠ en gast struik ruimten accent 1e gemengd Gemengd 2e struik accent 1e of 2e landmark
+
orientatie
+
boomgaard haag-dicht haag-licht bosje boomgroep solitaire boom boomlaan
sier waard mooi habitus overeenkomst met locale kenmerkende bomen strake stam
1e
Een soort
++
+ +++
39