100% Brussels, editie Molenbeek, Koekelberg, Jette, Ganshoren, Sint-Agatha-Berchem

Page 1

PB- PP

BELGIE(N) - BELGIQUE

Afgiftekantoor 1099 Brussel X Erkenningsnr.: P802053

TRIMESTRIEEL TIJDSCHRIFT • APR/MEI/JUNI AVR/MAI/JUIN 2018 • MOLENBEEK / KOEKELBERG / JETTE / GANSHOREN / SINT-AGATHA-BERCHEM

DAMES IN DE BRES VOOR MOLENBEEK:

'HET LIJKT HIER BERLIJN'

TANIA DEKENS & SALIHA RAISS >3

KINDERBIJSLAG OP MAAT VAN DE BRUSSELSE GEZINNEN HANNELORE GOEMAN >6

DE FANFA KIDS - WALLY EN DE TECHNISCH WERKLOZEN - BEATSFORBEACHES X DHAZED SOUL’ART - LARA HOPE & THE ARK-TONES - MARCV5 - N8N A PRINCE TRIBUTE

© BUSKER

01.05.18 ST-KATELIJNEPLEIN PLACE STE-CATHERINE


2

APRIL•MEI•JUNI 2018 MOLENBEEK•KOEKELBERG•JETTE•GANSHOREN•SINT-AGATHA-BERCHEM

DIRK MOORS

Gemeentelijke speeltuinen van Molenbeek in slechte staat

GEMEENTERAADSLID VOOR SP.A IN SINT-AGATHA-BERCHEM

Slecht rapport voor zes speeltuinen volkte gemeente met weinig groen en plaats om te spelen. De weinige speeltuinen die er zijn, zijn in slechte staat. Dat is nu ook officieel in kaart gebracht. Een externe vzw (OCB, Onafhankelijk Controle Bureel) bezocht alle speeltuinen in opdracht van de gemeente en maakte een rapport op. De bevindingen zijn niet mals. Molenbeek heeft elf speeltuinen op haar grondgebied, waarvan acht worden beheerd door de gemeente. Drie van die acht speeltuinen kregen de code rood. Code rood betekent dat er onmiddellijk gevaar dreigt en de speeltuin dicht moet. Oranje betekent dat de speeltuin niet voldoet aan de normen en dat er aanpassingen nodig zijn (zie kader). De problemen zijn velerlei: doorgesleten touwen aan loopbruggen, het hout van de zitting van veerdiertjes beschadigd, toegangspoortjes zijn kaduuk, vloerbekleding op sportterreintjes gescheurd. In het Muzenpark staat zelfs een verlichtingspaal waarin de elektrische bedrading bloot ligt. Ronduit gevaarlijk. Wie pakt dit aan? Jef Van Damme, gemeenteraadslid voor sp.a: ‘Ik kaartte het voor de eerste keer aan in 2014 en ik kwam er elk jaar op terug. De weinige speelpleintjes in centrum Molenbeek zijn in erbarmelijke staat. In de praktijk is niets veranderd. Dit rapport brengt nu het probleem zakelijk en objectief in kaart. Maar hoe gaat het verder?’ Voor sommige speelterreinen is de gemeente Molenbeek bevoegd. Andere zijn in handen van Leefmilieu Brussel. Het maakt een groot verschil wie de

M

ijn mama, 80 intussen, komt uit een katholiek Limburgs nest van 12 kinderen, waar ze niet alleen een kamer maar ook een bed moesten delen met drie. Ze moest op haar 13 gaan werken ‘bij de nonnen’ in Borgerhout. Een soort leercontract, onbetaald, met lange dagen en nauwelijks vakantie. Toen ze haar beklag maakte over het harde werk en de schaarse vrije tijd, antwoordde haar mama: ‘Kind, de hel is geplaveid met nonnen.’

Code oranje • Speeltuin Park Sint-Remy • Speeltuin Park Hauwaert • Speeltuin Marie-Josée

Code rood • Basketbalterrein Vier Winden • Speeltuintje Pévenage • Speeltuintje en voetbalterrein Muzenpark CC CHRISTOPHE DE GROM

MOLENBEEK n Molenbeek is een dichtbe-

n De speeltuintjes beheerd door het Gewest, zoals dit tuintje in park L28, zijn wel in goede staat. jeugd verantwoordelijk zijn. Alle drie zijn het schepenen voor Ecolo.

De speeltuintjes moeten dringend worden hersteld, het gekibbel van de schepenen is ongepast JEF VAN DAMME GEMEENTERAADSLID VOOR SP.A IN MOLENBEEK speeltuinen beheert. Die van Leefmilieu Brussel zijn allemaal in orde. Die van Molenbeek niet. De bevoegde schepenen uit Molenbeek wijzen naar elkaar. De schepen van openbare ruimte zegt dat de schepenen van netheid en

Vooruit kijken Jef: ‘Molenbekenaars hebben geen boodschap aan die onderlinge twist. Ze willen resultaten zien en ze hebben gelijk. Kinderen moeten ergens kunnen spelen. Dus de speelterreintjes moeten hersteld worden. Terreinen die intens worden gebruikt, verslijten. Dus fatsoenlijk onderhoud is nodig. Tot slot moeten er nog speelterreinen bijkomen. Molenbeek heeft 20.000 inwoners onder de 20 jaar. En de bevolking blijft maar groeien. Gezinnen die klein wonen, snakken naar plekken buiten (dichtbij huis) om even uit te waaien of te ravotten. Dit is belangrijk. Ik blijf er in de gemeenteraad op hameren dat de bestaande speeltuintjes beter moeten onderhouden worden en dat er nog nieuwe nodig zijn.’

Financiële steun voor handelaars Spiegelplein BRUSSEL n Het Brussels gewest heeft

steunmaatregelen uitgewerkt voor handelaars die schade ondervinden bij grote infrastructuurwerken, zoals de handelaars aan het Spiegelplein in Jette. Alleen kleine handelaars, zoals horecazaken en kleinhandel met minder dan 10 werknemers komen in aanmerking voor een vergoeding. Grootwarenhuisketens kunnen dus geen beroep doen op de steun. Vroeger kreeg een handelaar 73,30 euro per sluitingsdag, op voorwaarde dat de winkel gedurende minimum een week dicht bleef. Het ging om veel te kleine vergoedingen onder strikte voorwaarden, ook nog eens gekoppeld aan zware en inefficiënte procedures. Dit leidde terecht tot ontevredenheid bij de handelaars. Daar komt nu verandering in.

De hel is geplaveid met socialisten

Tussen 2000 en 2700 euro Voortaan krijgen handelaars een vast bedrag, tussen 2000 en 2700 euro, afhankelijk van het aantal werknemers en de jaarlijkse omzet. Alleen de handelszaken die moeilijk bereikbaar zijn tijdens werken, zoals die aan het Spiegelplein, kunnen een beroep doen op de steunmaatregelen. Alle werven worden ingedeeld in verschillende categorieën van overlast. Het nieuwe systeem is eenvoudiger dan tevoren. De vergoedingen zullen automatisch worden toegekend over heel het Gewest. Handelaars krijgen dus een vergoeding bij alle wegenwerken, ongeacht of het gewest of de gemeente die werken uitvoert. Ook wie de bouwheer is, maakt geen verschil. Enige voorwaarde is dat gedurende 29 dagen het doorrijdend autoverkeer of het openbaar vervoer verstoord is in een rijrichting. De steun kan elke zes maanden hernieuwd worden. De regeling treedt in werking in het najaar van 2018.

Soutien financier pour les commerçants en cas de gros travaux La Région bruxelloise a de nouvelles mesures de soutien pour les commerçants qui subissent des dommages en cas de gros travaux d'infrastructure, comme à la Place du Miroir à Jette. Les commerces ayant moins de 10 salariés entrent en considération pour un soutien financier et reçoivent entre 2000 et 2700 euros, en fonction du nombre de travailleurs et de leur chiffre d'affaires annuel. La seule condition est que la circulation automobile ou des transports publics soit perturbée pendant 29 jours dans un sens de circulation. Le règlement entre en vigueur à l’automne 2018.

Mijn grootvader was toen al ziek. Mijnwerker. Stoflong. Op zijn ziekbed kon de dochter hem nog overtuigen haar naar Luik sturen om daar kinderverzorgster te worden. Ook op leercontract. Ook bij nonnen. Die weigerden ook maar één woord Nederlands te spreken. Maar ze had er wél vrije tijd, leerde er Frans, verdiende wat én werd kinderverzorgster. En was er gelukkig. Er waren in de jaren ’50 van de vorige eeuw schijnbaar al twee democratieën, een met rechts­katholieke nonnen in het Noorden en links-katholieke nonnen in het Zuiden.

Er zijn vormen van omgekeerde herverdeling. De lotto bijvoorbeeld, waar heel veel mensen een klein beetje betalen om één mens heel veel te laten krijgen Socialisme staat voor herverdeling. Er zijn vormen van omgekeerde herverdeling. De lotto bijvoorbeeld, waar heel veel mensen een klein beetje betalen om één mens heel veel te laten krijgen. En er zijn socialisten die hun publiek mandaat, bedoeld voor een eerlijke herverdeling, misbruikt hebben voor een omgekeerde herverdeling, in het eigen voordeel. In de hel, geplaveid met nonnen, liggen dus ook wel wat rode klinkers. Lotto-socialisten. Ze liggen daar op hun plaats, bij die rechts-katholieke nonnen. sp.a staat voor een andere herverdeling: geen gelijke verdeling maar herverdeling, waarbij wie meer heeft, meer geeft en wie niks kan geven, toch genoeg terugkrijgt. Dus veel mensen die (meer dan) genoeg hebben, zorgen voor minder mensen die tekort komen. Een herverdeling van werk, van geld, van tijd, van respect, van geluk. Met die ambitie gaan we in SintAgatha-Berchem naar de gemeenteraadsverkiezingen, mét PS. Samen. Ensemble.


3

AVRIL•MAI•JUIN 2018 MOLENBEEK•KOEKELBERG•JETTE•GANSHOREN•BERCHEM-SAINTE-AGATHE

SALIHA RAISS EN TANIA DEKENS, NIET WEG TE DENKEN UIT MOLENBEEK

TANIA DEKENS • Master in de rechten en Public Management • Woont in Molenbeek sinds 2002 • Administrateur-generaal FAMIFED • Gemeenteraadslid en OCMW-raadslid Molenbeek • Overheidsmanager van het jaar (2018)

• Master in Politieke Wetenschappen • Woont in Molenbeek sinds 1988 • Bestuurslid sp.a Molenbeek • Medewerker Huisvesting, Jeugd & onderwijs, Gelijke Kansen sp.a-fractie Brussels Parlement

‘Het lijkt hier wel Berlijn’ Toen Dewinter en Wilders eind 2017 naar Molenbeek wilden afzakken voor een ‘islamsafari’, organiseerde Saliha Raiss prompt een Molenbeeks buurtfeest. Tania Dekens stond begin 2018 in de schijnwerpers als ‘Overheids­ manager van het jaar’. Waarom zijn ze actief bij sp.a? Vanwaar jullie engagement? Saliha: ‘Toen ik zes was, ging ik naar de Regenboogschool. Ik was verzot op lezen. Maar op een gegeven moment waren alle boeken van de schoolbibliotheek uit. Een Nederlandstalige gemeentelijke bibliotheek was er toen nog niet. Dus – via de school – kreeg ik een interview met de Nederlandstalige schepen en ik zei waar het op stond: ‘Ik wens een bib in Molenbeek’. Ik heb het krantenknipsel nog. Het kriebelde al van jongs af aan. Na mijn middelbare school ben ik politicologie gaan studeren aan de VUB. Ik wilde iets doen waar ik mijn grote mond kon gebruiken (lacht).’ Tania: ‘Ik ben opgevoed door mijn mama en mijn grootouders. Mijn vader kwam om in een verkeersongeval, twee maanden voor mijn geboorte. Thuis was het niet simpel om rond te komen. Een studiebeurs had ik niet. Mijn mama was een lage bediende en verdiende net te veel. Maar dankzij het quasi gratis onderwijs kon ik verder studeren. Als ik in Groot-Brittannië zou geboren zijn, was dat niet waar geweest. Ik ben een product van de kansenmaatschappij. Mijn job vandaag en mijn engagement bij sp.a is mijn manier om iets terug te geven.’ Hoe kwamen jullie in Molenbeek terecht? Saliha: ‘Ik heb het nooit anders geweten. Mijn grootouders kwamen in Molenbeek

wonen, in de Picardstraat. Buiten een kort intermezzo in Sint-Agatha-Berchem – Hoog Molenbeek was aan de andere kant van de straat – heb ik nooit ergens anders gewoond. Ik voel me hier thuis.’ Tania: ‘Ik vond hier een appartement dat ik kon betalen. Veel van mijn buren kochten eveneens een eigendom omwille van de betaalbare prijzen. In die tijd was er ook een prettige dynamiek in de wijk. Dankzij een wijkcontract werden straten heraangelegd, kwam er meer groen en was de verlichting in orde. Nu is het anders. Vorig jaar hadden we twee keer een zinkgat. Sluikstorten is een probleem. Ik hoop dat het Weststation en de heraanleg van de Ninoofsepoort onze wijk nieuw leven inblazen. Mijn wijk is

heel gekleurd en ik ben blij met mijn buren. Een helpende hand (bijvoorbeeld bij boodschappen) is altijd vlakbij.’ Wat is het grootste vraagstuk van Molenbeek? Saliha: ‘Werkloosheid, jeugdwerkloosheid in het bijzonder. Iemand die jong is en niet aan de slag kan, die verveelt zich hier te pletter. ‘Ik kan en ik wil, maar niemand wil mij.’ De frustratie is groot. Een jongere met een strafblad vindt nog moeilijker een job. Eén misstap mag je toekomst toch niet volledig hypothekeren? Er is nood aan coaching. Zodat jongeren een faire kans krijgen op de arbeidsmarkt.’ Tania: ‘Dubbelparkeren en sluikstorten. In mijn wijk is er een sluikstort aan blinde muren. ‘De mentaliteit van: ik zet die zetel op straat, hij wordt toch wel opgehaald.’ Daar moeten we van af. De Sociale Kruidenier haalt op verzoek oude meubels op en geeft ze een nieuwe bestemming. Te weinig mensen weten dat. Meer samenhang en respect voor de buurt zou de levenskwaliteit verbete-

Saliha et Tania, comme chez elles à Molenbeek Saliha Raiss a étudié les sciences politiques à la VUB. « Je voulais faire quelque chose où je pourrais utiliser ma grande bouche ». Mis à part un bref intermède à BerchemSainte-Agathe, elle n’a jamais habité ailleurs qu’à Molenbeek. Tania Dekens a été élevée par sa maman et ses grands-parents. Son père est décédé dans un accident de la route, deux mois avant sa naissance. « Mais grâce à un enseignement quasi-

ment gratuit, j’ai pu poursuivre mes études. Je suis un produit de la société d’opportunité. Mon engagement au sp.a est ma manière de rendre quelque chose à la société. » Quels sont leurs souhaits pour Molenbeek ? Saliha : « Les jeunes sont délaissés. Une personne qui est jeune et qui ne peut pas être active, s’ennuie à mourir. La commune devrait coacher les jeunes dans leur recherche

d'un emploi. » Tania : « Le stationnement en double file et les dépôts clandestins constituent de gros problèmes dans mon quartier. En général, Molenbeek doit attirer de nouvelles personnes. Pour ceux qui y habitent déjà, la vie doit s’améliorer, les habitations sociales doivent être rénovées, il faut s’attaquer aux problèmes des marchands de sommeil et il faut rafraîchir les quartiers et les logements.

ren. Maar daar moet je aan werken. Een papiertje met uitleg in het Nederlands en het Frans in de brievenbus, dat werkt niet. Van deur tot deur aanbellen, informeren, samen opruimacties opzetten voor en door de buurt, dat werkt wel.’ Waar blijven kansen liggen? Saliha: ‘Creativiteit wordt niet aangeboord en jongeren vallen uit de boot. Voor de Mission locale is er dit jaar €50.000 voorzien. Maar er zijn 3.000 werklozen jonger dan 25. Reken daarbij 2.200 leefloners van -25. Per jongere is er dus minder dan €10. Ook de ‘pôle jeunesse’ in de Maritiemwijk is een mager beestje met weinig inhoud. Een tiener die verder wil studeren, kan nergens in Molenbeek terecht voor informatie, maar wijkt uit naar de gemeentelijke dienst van Sint-Gillis of van Etterbeek. Molenbeek heeft ook geen dienst studentenjobs. Andere Brusselse gemeenten wel. Terwijl er zo veel creativiteit is in Molenbeek. Zo veel ideeën dankzij de mix van mensen. Het lijkt wel Berlijn.’ Tania: ‘Molenbeek moet nieuwe mensen aantrekken. Voor wie er al woont moet het leven verbeteren. Onze wijken hebben meer sociale mix nodig: meer sociale woningen in Hoog Molenbeek, de bestaande sociale woningen opknappen, huisjesmelkers aanpakken en onderkomen wijken opfrissen. Dat was een kwaliteit van de vorige burgemeester Moureaux. Hij kon veel middelen van buiten de gemeente aantrekken om projecten te sponsoren. Burgemeester Schepmans heeft dat netwerk niet. Ze staat aan het hoofd van een gemeente met maatschappelijke problemen en 96.000 legale inwoners. Tegelijk is ze ondervoorzitter in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Dat is een onmogelijke combinatie.’

© JURGEN ROGIERS

SALIHA RAISS


4

APRIL•MEI•JUNI 2018 MOLENBEEK•KOEKELBERG•JETTE•GANSHOREN•SINT-AGATHA-BERCHEM

JOHN CROMBEZ

Frans- en Nederlandstalige leerkrachten uitwisselen voor taalles

VOORZITTER SP.A

NIET VOOR ENKELEN, VOOR IEDEREEN W

De technologie verandert razendsnel onze manier van leven. Online bestel je een wasmachine die de dag zelf geleverd wordt. Die vooruitgang is fantastisch. Ze maakt het leven makkelijker. Maar is het fantastisch voor iedereen? Dat er een Deliveroo-fietser ons een maaltijd aan huis bezorgt, is geweldig. Maar als die jonge gast met een auto botst, is die auto beter verzekerd dan hij.

Als je alles zomaar laat gebeuren, staan we elke dag langer in file, ademen onze kinderen elke dag meer vuile lucht in Robotisering en digitalisering zullen bestaande jobs doen verdwijnen en andere doen ontstaan. Maar als het betekent dat rijkdom en macht in nog minder handen dreigen terecht te komen, dan is het aan socialisten ervoor te zorgen dat iedereen wint bij die vooruitgang. Want vanzelf zal het niet gebeuren. Als je alles zomaar laat gebeuren, staan we elke dag langer in file, ademen onze kinderen elke dag meer vuile lucht in. Dan is het tijd om in te grijpen. Een beleid dat extra investeert in openbaar vervoer waardoor iedereen vlot op zijn bestemming geraakt, zonder daarvoor per se een auto te moeten hebben. Zodat iedereen gezonder kan leven. Alle mensen die Vlaanderen en Brussel vormgeven en zorgen voor vooruitgang, hebben nood aan nieuwe zekerheden. Vooruitgang en sociale bescherming gaan samen. Het ene zonder het andere gaat niet. Nieuwe gelijkheid en nieuwe bescherming in nieuwe tijden. Dat is precies wat mensen van socialisten verwachten. Dat is precies wat mijn partij ook gaat doen. Nieuw socialisme.

© REPORTERS

e leven in spannende tijden. Oude zekerheden verdwijnen, nieuwe kansen dienen zich aan. Elke keer dat de geschiedenis alle kanten uit kan, zijn het socialisten die ervoor zorgen dat het de goede kant uit gaat. Niet voor enkelen, maar voor iedereen.

n Film still uit de bekroonde Nederlandse documentaire ‘De kinderen van juf Kiet’ uit 2017.

Leen eens een taalleerkracht BRUSSEL n Onlangs trok een aan-

tal Brusselse schepenen voor het Franstalig onderwijs aan de alarmbel: Franstalige scholen vinden geen leraars Nederlands. Ook in het Nederlandstalig onderwijs is er een probleem met het Frans. Afgestudeerde Nederlandstalige leraren kennen niet genoeg Frans om er les in te geven. De tijd is rijp voor uitwisseling zodat Franstalige leerkrachten les geven in de Nederlandstalige school uit de buurt en omgekeerd. Zo krijgt iedereen les van een ‘native speaker’. Tien jaar geleden probeerde Jef Van Damme dit systeem in te voeren in de Nederlandstalige gemeentescholen in Molenbeek, toen hij er schepen was. Maar het had geen succes. Er was te weinig interesse langs Franstalige kant. Nu is het probleem nijpend. Waarom vinden zowel Frans- als Nederlandstalige scholen zo moeilijk leerkrachten om de andere taal te onderwijzen? Er zijn toch genoeg native speakers? Zo simpel is het niet. Veel hangt af van de onderwijsreglementering. Bijvoorbeeld: leerkrachten Frans in Nederlandstalige scholen moeten voldoende Nederlands kunnen om te worden aangeworven. Een Nederlandstalige school mag niet zomaar een Franstalige aanwerven. Maar uitwisseling kan wel. De tijd is rijp om dat systematisch te doen. Het voordeel van Brussel Jef Van Damme: ‘Veel Brusselse Nederlandstalige scholen hebben een Franstalige buur die dezelfde site deelt of vlak naast de school ligt. Dat voordeel heeft alleen Brussel en het is praktisch. Juf Annemie en meester Olivier (*) hebben dat al lang begrepen. Zij is lerares in het derde leerjaar van de

Vier Winden, een Nederlandstalige Brusselse basisschool. Hij geeft les in de vlakbijgelegen Franstalige school Sainte Ursule. De twee scholen liggen vlakbij elkaar, de leerlingen gebruiken dezelfde ingang. En toch spraken

scholen? De leerkrachten van de ene school geven dan (taal)les in de andere school. Het voordeel is dat de leerlingen les krijgen van ‘native speakers’ en dat de leerkrachten toch in hun eigen school en taalnet blijven werken.

Nederlandstalige scholen hebben vaak een Franstalige buur vlakbij. Praktisch als je leerkrachten gaat uitwisselen JEF VAN DAMME BRUSSELS PARLEMENTSLID VOOR SP.A ze elkaars taal niet meer. Annemie en Olivier hebben een uniek uitwisselingsproject opgestart, met de steun van hun directies. Elke week gaat Annemie in de klas van Olivier Nederlands geven. Ondertussen geeft Olivier Franse les aan de leerlingen van Annemie. Quick win Waarom het voorbeeld van Juf Annemie en meester Olivier niet volgen met uitwisselingen tussen Franstalige en Nederlandstalige zuster- en broeder-

Een quick win. Er zijn geen admini­ stratieve obstakels. Iedereen wint er bij. En zeker de kinderen. We moeten blijven inzetten op twee- of meertaligheid. Het is een must voor kinderen die opgroeien in deze stad. Als je een job zoekt, is één van de eerste voorwaarden dat je tweetalig bent. Maar er is meer. Als je elkaars taal spreekt, begrijp je elkaar beter en kan je je beter inleven in de andere. (*) Annemie en Olivier zijn fictieve namen.

Échange de professeurs de langue Les écoles francophones bruxelloises ne trouvent pas de professeurs de néerlandais. Il y a également un problème pour trouver des professeurs de français dans l’enseignement néerlandophone. Le moment est venu de procéder à un échange de professeurs, estime Jef Van Damme, député bruxellois pour le sp.a. Afin que des professeurs francophones donnent cours dans les écoles néerlandophones du quartier et vice-versa. Ainsi, tout le monde peut suivre les cours d’un « native speaker ». Jef : « Il y a dix ans, j’ai essayé d’instaurer ce système lorsque j’étais échevin à Molenbeek. Mais

il y avait trop peu d'intérêt du côté francophone. Les choses ont changé et le problème est devenu aigu. De nombreuses écoles néerlandophones ont une école francophone voisine qui partage le même site ou qui se trouve juste à côté, un atout qui existe uniquement à Bruxelles. C’est pratique. L’avantage est que les élèves reçoivent un enseignement de « native speakers » et que les professeurs continuent, malgré tout, continuer à travailler dans leur propre école et réseau linguistique. Un quick win. Il n’y a aucun obstacle administratif. Tout le monde y gagne. Surtout les enfants. »


5

AVRIL•MAI•JUIN 2018 MOLENBEEK•KOEKELBERG•JETTE•GANSHOREN•BERCHEM-SAINTE-AGATHE

LYDIA DEVEEN (88): INSPIRERENDE VROUW, POLITICA, FEMINISTE, BRUSSELAAR

W

e ontmoeten Lydia in haar appartement in Elsene. Volgestouwd met boeken, kranten en kunstwerken. Het is Equal Pay Day. Ook in 2018 verdienen vrouwen nog altijd minder dan mannen voor hetzelfde werk. En daar protesteert de vrouwenbeweging Zij-kant tegen. Lydia Deveen: ‘Vroeger ging ik ook altijd naar die acties, maar ze staan al om acht uur aan het centraal station. Dat is te vroeg voor mij. Ik heb mijn slaap nodig. Maar ik sta natuurlijk achter de acties: eigenlijk zou het feminisme niet mogen bestaan. Het feit dat het bestaat, betekent dat we er nog altijd niet zijn.’

Lydia Deveen (88) : Femme inspirante, politicienne, féministe, Bruxelloise

MIJN BRUSSEL Lydia Deveen: ‘Ja ik ben Vlaming. Brusselse Vlaming. Ook al heb ik het liever over Nederlandstalige Brusselaar. Het woord Vlaming heeft in sommige Franstalige kringen een nationalistische bijklank, doet te veel denken aan het nationalistische discours van N-VA en Vlaams Belang.’

Het Frans van mijn ouders en grootouders was beter dan hun Nederlands, omdat ze in het Frans naar school waren gegaan Lydia Deveen heeft een hevige afkeer van nationalisme. Ze weet waar dat toe geleid heeft. Als kind maakte ze van dichtbij de Tweede Wereldoorlog mee. De honger, maar ook het verzet van haar vader. Hij was verantwoordelijk voor de geallieerde pers in Brabant. Af en toe mocht de jonge Lydia ook een illegaal pamflet smokkelen. Naar school bijvoorbeeld. Dan gaf ze haar schrift met een pamflet erin verstopt aan haar lerares. Toen ze het schrift terug kreeg, was het pamflet er uit. ‘Dat was goed terecht gekomen’, glimlacht ze. Als ze over haar Brussel begint, is ze niet te stuiten en maakt ze zich boos op Vlamingen die Brussel de rug toekeren. ‘Ik vind het fantastisch dat ik in het Kaaitheater Frans, Engels, Duits en

© JURGEN ROGIERS

Het feminisme heeft ze met de paplepel ingegoten gekregen. Lydia Deveen: ‘Mijn vader had twee oudere zussen. In die tijd mochten meisjes alleen maar voor onderwijzeres studeren, niet meer. En dus mocht mijn vader ook niet verder studeren. Iedereen gelijk voor de wet, vonden mijn grootouders. Mijn ouders waren trouwens blij dat ik een meisje was – ik ben enig kind. We woonden in Schaarbeek vlakbij een halte van tramlijn 94, die toen al naar de universiteit reed. Mijn moeder was blij dat we daar woonden, zo kon ik later gemakkelijk met de tram naar de universiteit. Ik was een jaar.’

Een huis vol geschiedenis Lydia Deveen wordt in juni 89, maar dat is haar niet aan te zien. ‘Ja, ik vergeet al wel eens wat’, geeft ze toe ‘en in januari lag ik in het UZ. Gevallen hier in mijn keuken. Evenwichtsproblemen, zei de dokter, maar dat is geen ziekte hé. Ik voel me goed.’ zelfs Italiaans hoor. Dat wij onze Vlaamse cultuur uitdragen. Als Vlamingen mij dan zeggen: ‘Ons geld moet niet dienen voor anderstaligen, dan word ik zo boos. Hier worden meer dan 200 verschillende talen gesproken. Ik hoop dat Brussel die veelzijdigheid blijft omarmen. Brusselaars zijn ruimdenkend, sommigen toch. Ik hoop dat dat zo blijft, want dat is een ongelooflijke rijkdom.’ FRANS EN NEDERLANDS ‘Ik ben tot het tweede studiejaar in het Frans naar school gegaan. Ik tel nog altijd in het Frans. Mijn ouders en grootouders waren bewuste Vlamingen, maar ze spraken beter Frans dan Nederlands, omdat ze al hun studies in het Frans deden. Dat kan je je nu niet meer voorstellen hé.’

En dan komt ze in Oostende, wil ze een koffie drinken op de dijk, vraagt de kelner: “Vous ne parlez pas Français”? “Probablement mieux que vous”, antwoordt ze. RODE LEEUWEN Kater Quinto komt op de schoot van Lydia liggen. Symbolischer kan dit beeld niet zijn. Deveen is medeoprichter van de Rode Leeuwen, de Brusselse Vlaamse afscheiding van de toen nog unitaristische BSP. Altijd in stijlvol rood gekleed. Met op haar schoot een weliswaar grijze kater die iets weg heeft van een leeuw. ‘Ik was vrij bescheiden vroeger, durfde mijn mond niet zo open te trekken als nu. Maar op een vergadering werd het mij echt te veel: mijn Franstalige

L’ancienne Secrétaire d’État et sénatrice pour le sp.a, Lydia Deveen habite à Ixelles, dans une maison qui respire l’art et la culture. Ce n’est pas étonnant, car elle fut également, pendant longtemps, professeure de l’histoire de l’Art à la VUB. Le féminisme, elle l’a appris dès son plus jeune âge. Lydia : « Mon père avait deux sœurs plus âgées. À cette époque, les filles pouvaient uniquement faire des études pour devenir enseignantes. Et mon père n’a pas pu non plus poursuivre ses études. Tout le monde est égal devant la loi, estimait mes grands-parents. Heureusement, une génération plus tard, j’ai peu faire des études. Mes parents habitaient à Schaerbeek, tout près de la ligne de tram 94, qui, à l’époque, circulait déjà vers l’université. Je suis une Bruxelloise flamande, mais je préfère dire une Bruxelloise néerlandophone. Mes parents et grands-parents étaient de véritables flamands, mais ils parlaient mieux français que néerlandais, car ils avaient été à l’école en français. Je suis fière des maisons de la culture flamandes à Bruxelles, mais j’ai un dégoût du nationalisme. Je sais où cela peut mener. En tant qu’enfant, j’ai vécu la deuxième Guerre mondiale de près. Aujourd’hui, on parle plus de 200 langues différentes à Bruxelles. J’espère que Bruxelles continuera à soutenir la diversité. C’est une richesse. »

collega’s hadden zoveel commentaar op de Vlamingen dat ik het woord vroeg. Ik heb toen de Vlamingen in het Frans verdedigd. Nadien kwam Marc Galle me verwijten dat ik geen Nederlands gesproken had. “Ja”, heb ik geantwoord, “maar jij hebt helemaal niets gezegd. Ik wilde dat ze me zouden verstaan” (schaterlacht).’ We schrijven maart 1968. Lydia Deveen krijgt tegen alle verwachtingen in de eerste plaats op de lijst van De Rode Leeuwen – wat was de vrouw van de gedoodverfde kandidaat boos op haar – en begint haar politieke carrière. Ze wordt later staatssecretaris in de regering Martens I en senator. Dat combineert ze met haar job als professor kunstgeschiedenis aan de VUB. KUNST Het huis van Lydia Deveen ademt kunst en cultuur. Overal hangen schilderijen. ‘Mijn vader was kunstschilder. Ik teken zelf ook, schetsen. Van haar zoon en dochter (‘die is ondertussen met pensioen’, lacht ze) mag ze geen kunstwerken en boeken meer kopen. ‘Voor mijn boekenkast staan kartonnen dozen die niet meer in de kast kunnen. Maar ik kan het niet laten. Onlangs heb ik nog een boek van Tom Lanoye gekocht. Ik vind dat een heel goede schrijver. Er wordt de laatste tijd veel over Claus gesproken omdat hij dit jaar tien jaar dood is – hij was van mijn jaar – maar ik hou niet zo van zijn proza. Te barok. Ik hou veel meer van zijn gedichten.’


6

APRIL•MEI•JUNI 2018 MOLENBEEK•KOEKELBERG•JETTE•GANSHOREN•SINT-AGATHA-BERCHEM

HANNELORE GOEMAN BRUSSELS PARLEMENTSLID VOOR SP.A

BRUSSEL KLEURT KINDERBIJSLAG SOCIALER D

e Brusselse Regering keurde op 28 maart haar eigen systeem voor de nieuwe kinderbijslag goed. Het systeem voorziet een basisbedrag van 150 euro per maand voor elk kind geboren na 1 januari 2020. Dat is een lager basisbedrag dan in Vlaanderen en Wallonië, omdat Brussel er resoluut voor kiest méér te investeren in sociale toeslagen. Daarmee lossen we de ambitie in die mijn partij – met Pascal Smet als bevoegd minister – zich van bij het begin van de onderhandelingen had gesteld: een kinderbijslag uitwerken op maat van de Brusselse realiteit die vooral gezinnen die het moeilijk hebben een extra duw in de rug zou geven. En dat is nodig. Zo heeft 47% van de Brusselse gezinnen met twee kinderen een inkomen van minder dan € 31.000 bruto per jaar. Voor éénoudergezinnen liggen de percentages nog hoger: maar liefst 78% van de alleenstaande ouders met twee kinderen heeft een inkomen van minder dan € 31.000 bruto. De armoede in Brussel is breder en dieper dan in de rest van het land. sp.a heeft altijd gepleit voor een kinderbijslag die daarop inspeelt. Met extra aandacht voor gezinnen in armoede, voor alleenstaande ouders, maar ook voor de groeiende groep werkende armen in onze stad die met hun loon steeds vaker moeilijk rondkomen op het einde van de maand. Voor gezinnen met een laag inkomen betekenen de sociale toeslagen

BASISBEDRAG VAN

EXTRA TOELAGE TOT

EEN VERHOGING VOOR

maandelijks voor elk Brussels kind geboren na 1 januari 2020

per kind voor gezinnen met een bruto inkomen lager dan €31.000 per jaar

van de Brusselse gezinnen. De overige 25% behouden wat ze hebben

€150 €120 75% die wij voorzien in de kinderbijslag een wereld van verschil. Koken kost geld, maar kinderen opvoeden kost nog meer.

Alle gezinnen met een lager inkomen en alleenstaande ouders gaan er met onze kinderbijslag op vooruit Uit onderzoek blijkt dat deze mensen de kinderbijslag écht nodig hebben om hun kinderen op te voeden: voor een deftige maaltijd aan het begin en het einde van de dag, een warm onderkomen, materiaal om naar school te gaan, buitenschoolse activiteiten om hun aandacht te prikkelen en hun taalvaardigheid te ontwikkelen. Kortom, om kinderen kansen

in het leven, op de arbeidsmarkt en in onze samenleving te geven. Deze sociale toeslagen zijn dan ook een investering in de strijd tegen generatiearmoede, in kinderen en in onze gedeelde toekomst in onze stad. Herverdeling Daarom vinden wij dat de nieuwe, Brusselse kinderbijslag de juiste accenten legt: niet alleen gaat 75% van de Brusselse gezinnen er met dit systeem van kinderbijslag op vooruit, 25% houdt wat ze hebben, maar vooral – en dat is voor ons cruciaal – álle gezinnen met een inkomen onder de €31.000 per jaar en álle éénoudergezinnen. Alle simulaties op langere termijn tonen het: alle gezinnen met een lager inkomen en alleenstaanden gaan er met onze kinderbijslag op vooruit. Het zijn de rijkste gezinnen met drie of meer kinderen die een beetje verliezen.

En dat is natuurlijk een duidelijke, politieke keuze. Een keuze voor meer solidariteit. sp.a heeft altijd gezegd de kinderbijslag te willen inzetten in de strijd tegen kinderarmoede en het beschikbare budget dus beter te herverdelen: meer voor arme gezinnen, minder voor de rijke. En dus kan ik alleen maar concluderen: Brussel doet beter. Want alle mooie beloften van de Vlaamse regering ten spijt, schiet het nieuwe Vlaamse kinderbijslagsysteem volledig tekort in de strijd tegen armoede. Misschien hoeft dat niet verbazen, aangezien de ploeg van Geert Bourgeois ook op alle andere fronten de strijd tegen armoede lijkt te staken. Hier in Brussel kiezen we wél voor een kinderbijslag die het verschil maakt voor mensen die vandaag amper rondkomen en die dat extra geld écht nodig hebben om hun kinderen deftig te kunnen opvoeden. En dat is ook de schuld van de sossen.

ONDERNEMERS UIT DE DIVERSITEIT IN HET BRUSSELS PARLEMENT n Op 14 maart ontving Fouad Ahidar, Brussels Parlementslid voor sp.a, ondernemers van buitenlandse origine in het parlement. Eerder ontving hij een grote groep handelaars uit de Pakistaanse gemeenschap. Wat zijn de dagelijkse moeilijkheden van Brusselse ondernemers? Hoe kan het Brussels gewest ondernemers helpen? Fouad Ahidar (sp.a) : ‘Elke dag ontmoet ik zelfstandigen die me aanspreken over hun onderneming. Deze handelaars weten meestal heel goed hoe ze hun klanten moeten be­dienen, maar niet waar ze zelf terecht kunnen voor steun voor hun zaak. Daarom organiseer ik deze bijeenkomsten in het Brussels Parlement. Ik wil een antwoord bieden op zoveel mogelijk vragen en vooral naar de mensen luisteren.’

©

n Le 14 mars, Fouad Ahidar, député bruxellois pour le sp.a, a reçu des entrepreneurs d’origine étrangère au Parlement. Précédemment, il avait reçu un grand groupe de commerçants de la communauté pakistanaise. Quelles sont les difficultés quotidiennes rencontrées par les entrepreneurs bruxellois ? Comment la Région bruxelloise peut-elle aider les entrepreneurs ? Fouad Ahidar (sp.a) : « Tous les jours, je rencontre des indépendants qui m’interpellent à propos de leur entreprise. La plupart du temps, ces commerçants savent très bien comment servir leurs clients, mais pas à qui ils peuvent s’adresser pour obtenir un soutien pour leur affaire. C’est pourquoi j’organise ces rencontres au Parlement bruxellois. Je veux apporter une réponse à un maximum de questions et surtout être à l’écoute des gens. »


7

AVRIL•MAI•JUIN 2018 MOLENBEEK•KOEKELBERG•JETTE•GANSHOREN•BERCHEM-SAINTE-AGATHE

Overstapparkings om autodruk te verlagen en overstap naar openbaar vervoer aan te moedigen

Park & Ride CERIA/COOVI werken aan de nieuwe overstapparking CERIA/COOVI in Anderlecht. Dankzij de overstapparking zullen Brusselaars en pendelaars makkelijk hun auto kunnen achterlaten en overstappen op het openbaar vervoer. Pascal Smet, Brussels Minister van Mobiliteit en Openbare Werken (sp.a): ‘Je moet mensen een alternatief bieden als je wil vermijden dat ze met hun wagen in het centrum van de stad rijden. Er rijden gewoon te veel auto’s rond in de stad. Met overstapparkings in de rand haal je de autodrukte in de stad naar beneden. In het buitenland heeft deze aanpak zijn nut al bewezen.’ Vlotte connectie Voor een succesvolle overstapparking is een vlotte connectie met het metro- of tramnetwerk cruciaal. Dat is in Anderlecht in orde want metrostation Coovi is vlakbij. Daarenboven krijgt de omgeving van de parking een volledig nieuw gezicht. De Park & Ride in Anderlecht zal plaats bieden aan 1.200 wagens, 150 deelvoertuigen en 270 fietsen. Eind 2018 zal ze klaar zijn. Stad voor mensen Pascal Smet: ‘De overstapparking zal de mobiliteit en de luchtkwaliteit in heel Brussel verbeteren. Het aantal wagens in het gewest moet gewoon naar beneden. De overstapparkings zijn een deel van de oplossing. Maar ook in centrum Brussel zijn we aan de slag. Daar wordt 12 kilometer afgescheiden fietspad aan-

gelegd over de hele lengte van de Kleine Ring. Van een stad voor auto’s naar een stad voor mensen. De tijd waarin stadplanners de auto vrij baan gaven, is voorbij.’

De overstapparking zal de mobiliteit en de luchtkwaliteit in heel Brussel verbeteren PASCAL SMET BRUSSELS MINISTER VAN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN In concreto Op termijn wil de Brusselse regering 8.000 parkeerplaatsen creëren op overstapparkings in de rand van de stad. Zo worden er bijvoorbeeld ook nog parkings gepland in Kraainem, Stalle en aan Esplanade. De overstapparking Ceria/Coovi zal worden beheerd door het gewestelijk parkeeragentschap Parking.Brussels, met een voordelig tarief voor wie parkeren en openbaar vervoer combineert. parkandride.brussels

© DDS+DIDIER

ANDERLECHT n Eind januari begonnen de

n De overstapparking wordt een nieuwe en aantrekkelijke toegangspoort voor de stad.

Sint-Gillis start kringloopcentrum in de Zuidwijk BRUSSEL n Er komt een kringloopcentrum

kringloopcentrum open voor het grote publiek.

in de Zuidwijk. De gemeenteraad van Sint-Gillis sloot daarover eind 2017 een overeenkomst met Leefmilieu Brussel. De voorbereidende fasen zijn momenteel bezig. In 2019 opent het centrum zijn deuren voor het grote publiek.

De gemeente Sint-Gillis investeert in infrastructuur en personeel, met financiële steun van Leefmilieu Brussel.

De gemeente Sint-Gillis kocht in oktober 2017 een oud industrieel gebouw (de voormalige horecawinkel VDS Food) in de Belgradostraat, op de grens met de gemeente Vorst. Het gebouw heeft een oppervlakte van 20 are en krijgt een gemengde functie, met naast nieuwe huisvesting ook het kringloopcentrum.

Mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt, zullen hier werkervaring opdoen

Het kringloopcentrum verzamelt lokaal afgedankte voorwerpen en brengt ze opnieuw op de markt via de tweedehandswinkel.

SCHEPEN VOOR SP.A IN SINT-GILLIS

Een kringloopcentrum doet in de eerste plaats aan afvalbeperking. Veel voorwerpen die we als afval beschouwen zijn perfect herbruikbaar. Dat is het uitgangpunt van de kringloopeconomie, een economisch systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen maximaliseert en waardevernietiging minimaliseert. Kansen grijpen Willem Stevens (sp.a), schepen van Duurzame Ontwikkeling: ‘Groupe One, een

WILLEM STEVENS Brusselse Franstalige organisatie die zich toelegt op duurzaam ondernemen, voerde in opdracht van de gemeente de haalbaarheidsstudie uit. Met goed gevolg. Het kringloopcentrum midden in de dichtbevolkte Zuidwijk heeft groot potentieel. Het was een kans om te grijpen. Onze gemeente ging in op een project­ oproep van Leefmilieu Brussel en sleepte subsidies in de wacht.’ Nu, begin 2018 loopt de eerste fase. Tussen januari en augustus 2018 wordt het gebouw ingericht, de opstart voorbereid en begint ook het opleidingsluik. Vanaf midden 2018 gaat de operationele testfase van start. Vanaf januari 2019 gaat het

Werkervaring Er komt heel wat kunde kijken bij het runnen van een kringloopcentrum: sommige producten kunnen niet meteen de winkel in maar moeten eerst hersteld worden. Er moet een prijs worden bepaald, de producten gepresenteerd in de winkel, het aanbod afgestemd op het seizoen en wie bemant de kassa? De taken zijn divers. Vandaar dat een kringloopcentrum ook een leerplek is op vele vlakken. Mensen die moeilijk een job vinden op de reguliere arbeidsmarkt zullen in kringloopcentrum Zuidwijk werkervaring kunnen opdoen. Willem Stevens: ‘Het project slaat vele vliegen in één klap: het zorgt voor minder afval, het stimuleert hergebruik en er is een belangrijke sociale dimensie als opleidings- en werkgelegenheidsproject. Deze buurt kan sociale cohesie goed gebruiken. Mensen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt krijgen nieuwe kansen. En wie gebruiksvoorwerpen nodig heeft, kan ze in de winkel voor een prikje op de kop tikken.’ www.circulareconomy.brussels

Centre de recyclage du quartier Midi Un centre de recyclage verra le jour dans le quartier Midi. En octobre 2017, la commune de Saint-Gilles a acheté un ancien bâtiment industriel et a reçu des subventions de Bruxelles Environnement. Le centre ouvrira ses portes au grand public en 2019. Le centre de recyclage collecte les objets mis au rebut localement et les remet sur le marché via un magasin de seconde main. Un centre de recyclage limite tout d’abord les déchets. De nombreux objets que nous considérons comme des déchets peuvent encore parfaitement être utilisés. Willem Stevens, échevin du Développement Durable à Saint-Gilles pour le sp.a : « Le projet fait d’une pierre deux coups : il permet moins de déchets, stimule la réutilisation et a une dimension sociale importante comme projet de formation et d’emploi. Les personnes qui éprouvent des difficultés sur le marché de l’emploi bénéficient de nouvelles opportunités. Et ceux qui veulent des objets d’occasion, peuvent les acheter à petit prix dans le magasin. »


8

APRIL•MEI•JUNI 2018 MOLENBEEK•KOEKELBERG•JETTE•GANSHOREN•SINT-AGATHA-BERCHEM

AGENDA

100%  BRUSSELEIR

30.04.18 BEURSSCHOUWBURG

FILIP FRANSEN

VOLTA – NACHT VAN DE TOEKOMST Tiende editie van het multidisciplinair urban arts-evenement met muziekoptredens van Sons of Kemet, De Beren Gieren en SCHNTZL. De solo danseperformance ‘From Molenbeek with love’ van Yassin Mrabtifi, faalverhalen door Lisette Ma Neza, Nele Van den Broeck, Dirk Draulans en Hannelore Goeman. In de voetgangerszone staat het podium van 100% talent, wedstrijd voor Brussel ‘Urban Talent’. Inkom zilveren zaal (muziek): 12 euro Inkom gouden zaal (dans): 12 euro Organisatie: Curieus Brussel 19 uur

© JURGEN ROGIERS

01.05.18 SINT-KATELIJNEPLEIN

Besparen op voedselkilometers valt in de smaak Filip Fransen, kwajongen uit de Kempen, begon schoolmoe aan een klassieke koksopleiding en studeerde daarna milieumanagement. Vandaag combineert hij beide vaardigheden in zijn duurzaam cateringberijf Witlov. De liefde bracht hem elf jaar geleden naar Brussel. Hij woont sinds 2017 in Jette. Filip: ‘Ik studeerde in Antwerpen maar zakte vaak af naar Brussel om uit te gaan. Ik kom nog altijd graag in de bruine kroegen van het centrum, zoals Café Central of de Daringman. Al blijft er niet veel tijd over

als je in de horeca werkt. Mijn collega’s en ik verzorgen catering voor evenementen, ambachtelijk, met ingrediënten van het seizoen. Neem nu bladerdeeg, dat is erg arbeidsinitensief. Je kunt deeg klaargemaakt kopen en afbakken. Maar wij doen alles zelf. Van a tot z. En bovendien van het veld tot op het bord. We koken seizoensgebonden. Dat betekent dan ook een beperkt menu, zelfs als het gaat om een buffet voor een trouwfeest. Maar het valt in de smaak. Voedsel legt heel wat kilometers af voor het op

je bord komt. Om op die kilometers te besparen, kopen we verse producten uit de nabije omgeving. Voor groenten en vlees

Nergens is het eetaanbod zo lekker, verscheiden en voordelig als in Brussel doen we beroep op land- en tuinbouwbedrijven uit de Vlaamse Rand. Want landbouwers heb je niet in Brussel. Er zijn geen akkers. Er wordt wel volop gebrouwen. Die Brusselse biertjes zijn erg lekker.

Brussel heeft de beste eetcultuur van het land. Een bijzonder en vernieuwend restaurant, dat wordt in Gent of Antwerpen snel een hype. Maar het kan niet tippen aan het rijke aanbod van Brussel. Hier gebeurt zo veel tegelijk. Vernieuwende keuken, toffe concepten, sjieke restaurants tot klassieke brasserieën, Brussel heeft het allemaal. Nergens is het aanbod zo lekker en verscheiden. Hier krijg je waar voor je geld. Omdat Brussel congresstad is met veel grote evenementen is er altijd veel werk voor cateraars. Mij krijg je hier niet meer weg.’

I LOVE MAY Feest van de arbeid, met brunch en stadsfestival. Ontbijt van sp.a en Curieus Evere in Everna, Sint-Vincentiusstraat 30, 8:30 tot 11 uur. Prijs: 10 euro (7 euro voor kinderen jonger dan 12). Brunch en speeches, Randstad, Hoveniersstraat in Molenbeek vanaf 11 uur. Vanaf 14 uur optredens met De Fanfa kids, Wally en de technisch werklozen, Beats for Beaches X Dhazed, Soul’Art, Lare Hope, Marcus, N8N a Prince tribute

13.06.18 ZUIDSTRAAT 111 OVER UW PENSIOEN Avond rond pensioenen, organisatie: sp.a Stad Brussel, Molenbeek, Elsene en Schaarbeek op initiatief van parlementslid Hannelore Goeman. Gastsprekers: Karin Temmerman (sp.a kamerlid ), Miranda Ulens (ABVV, Nederlandstalige opvolgster Rudy De Leeuw) en Estelle Ceulemans (ABVV– Brussel). Socialistische mutualiteit, Zuidstraat 111, Brussel 19:30 uur

100% BRUSSELS

WHAT’S IN A NAME? H

et oostelijk ringspoor, dat het Noordstation via de vallei van de Maalbeek met het toenmalige station Leopoldswijk (nu Brussel-Luxemburg) en verder met Namen en Luxemburg verbindt, werd in 1902 oostwaarts verschoven. Daarnaast besloot de gemeente Schaarbeek de spoorlijn te overwelven. Op deze overwelving werd in 1919 een nieuwe residentiële laan aangelegd, die de kromming van de spoorwegbocht volgt. En deze nieuwe laan ontleende haar naam aan een

STRAATNAMEN WORDEN NIET LUKRAAK GEKOZEN. VAAK ZIT ER EEN HELE GESCHIEDENIS ACHTER. GRAAG LICHTEN WE DE BETEKENIS VAN EEN BRUSSELSE STRAATNAAM TOE.

nieuw fenomeen in 1919: het algemeen stemrecht.

de ontluikende socialistische beweging uit het parlement en de gemeenteraden te België kende bij de onafhouden. De Belgische Werkhankelijkheid liedenpartij in 1830 een ijverde echter AVENUE DU cijnskiesrecht. steeds meer SUFFRAGE UNIVERSEL met Enkel wie nakracht voor ALGEMEEN STEMRECHT een algemeen tionale belasLAAN tingen betaalde enkelvoudig mocht stemmen. stemrecht. In de In 1893 werd dit systeem nasleep van Wereldoorlog I en vervangen door een algemeen uit schrik voor het revolutiomeervoudig stemrecht, waarnaire klimaat dat in Rusland bij vermogenden meer stemen Duitsland was ontstaan, men kregen. De bedoeling van werd deze eis in 1918 ingeliberalen en katholieken was willigd.

Echt ‘algemeen’ was het stemrecht waarnaar de Algemeen Stemrechtlaan was genoemd, overigens nog niet. Pas in 1948 mochten ook vrouwen hun stem uitbrengen. Voor niet-Belgen was het wachten tot 2006 om mee te mogen stemmen over het beleid van hun gemeenten. Voor het Brussels Gewest mogen zij niet mee stemmen, hoewel er steeds meer stemmen opgaan om ook voor de gewestverkiezingen een echt algemeen stemrecht in te voeren.

is een trimestriële uitgave van sp.a Brussel une édition trimestriëlle de sp.a Bruxelles Verantwoordelijke uitgever - Editeur responsable sp.a Brussel - Suzy Bleys, Grasmarkt 105/37 1000 Brussel Werkten mee aan dit nummer - Collaborateurs Ans Persoons, Bart De Troy, Bert Anciaux, Christophe De Grom, Dirk Moors, Fahim De Leener, Jan Schaerlaekens, Jurgen Rogiers, Kate Degeyter, Katelijne Goris, Lander Piccart, Matson Driesen, Mieke Van Dessel, Stéphane Matten, Valérie Mertens, e.a. Contact Wil u reageren op een artikel uit deze publicatie? Wil u deze uitgave niet meer ontvangen? Of wil u lid worden van sp.a? Voulez-vous réagir à cet article? Vous ne voulez plus recevoir cette édition? Ou voulez-vous devenir membre du sp.a? sp.a Brussel Grasmarkt 105/37 1000 Brussel 100procentbrussels@s-p-a.be 02 549 66 55

www.s-p-a.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.