100% Brussels, editie Evere, Schaarbeek, Sint-Joost

Page 1

PB- PP

BELGIE(N) - BELGIQUE

Afgiftekantoor 1099 Brussel X Erkenningsnr.: P802053

TRIMESTRIEEL TIJDSCHRIFT • APR/MEI/JUNI AVR/MAI/JUIN 2018 • EVERE / SINT-JOOST / SCHAARBEEK

DAMES DUBBEL

‘VROUWEN IN DE POLITIEK MOETEN OP HUN STREPEN STAAN’ TINA MARTENS & KATRIEN DEBEUCKELAERE >3

KINDERBIJSLAG OP MAAT VAN DE BRUSSELSE GEZINNEN HANNELORE GOEMAN >6

DE FANFA KIDS - WALLY EN DE TECHNISCH WERKLOZEN - BEATSFORBEACHES X DHAZED SOUL’ART - LARA HOPE & THE ARK-TONES - MARCV5 - N8N A PRINCE TRIBUTE

© BUSKER

01.05.18 ST-KATELIJNEPLEIN PLACE STE-CATHERINE


2

APRIL•MEI•JUNI 2018 EVERE•SINT-JOOST•SCHAARBEEK

Bernadette Vriamont ziet een patroon in de aanpak Schaarbeekse Haard en OCMW

Sociale woningen in slechte staat SCHAARBEEK n Het patrimonium van de

Foyer Schaarbeekois, de Schaarbeekse sociale huisvestingsmaatschappij, is al jaren in zeer slechte staat. Appartementen zonder toilet, verwarming die niet werkt, grote vochtproblemen en schimmels in huis zijn schering en inslag. Tijd om in te grijpen en vooral ook om op langere termijn te denken, vindt Bernadette Vriamont.

Bernadette Vriamont, gemeenteraadslid sp.a: ‘De feiten spreken voor zich. Uiter­ aard zijn de problemen niet nieuw. Er wordt al 20 jaar lang te weinig geïnves­ teerd in de woningen in de Helmetwijk. Een gebouw waarin geleefd wordt, heeft onderhoud nodig. Nieuwe leefgewoon­ tes vragen ook aanpassingen. Mensen vandaag hebben meer elektriciteit nodig dan tien of twintig jaar geleden. Daarop zijn deze gebouwen niet voorzien.’ Facts and figures De Schaarbeekse Haard plant om 799 wo­ ningen te renoveren tegen 2025. Vandaag voldoen 250 woningen nog steeds niet aan de Wooncode. In 2017 werden 40 wo­ ningen gerenoveerd. In de loop van 2018 staan er 60 woningen op de planning. Bernadette: ‘De problemen in de wonin­ gen hebben zich opgestapeld. Daardoor is renovatie complex en duur. Vandaag wordt pas de inhaaloperatie ingezet. Ik betreur dat daarvoor eerst een dodelijk

KANDIDAAT VOOR SP.A

© REPORTERS

Begin 2017 was er een dodelijke brand in een flat van de sociale huisvestings­ maatschappij in de Séverinstraat. De sociale woningen in de Helmetwijk zijn de oudste woningen in beheer van de Schaarbeekse Haard. Het tragische in­ cident was een wake up call. Sindsdien zijn er rookmelders geplaatst in zo goed als alle woningen. Maar daarmee zijn de problemen niet opgelost. 20% van de wo­ ningen heeft geen badkamer, 28% geen centrale verwarming. De douche staat in de keuken, maar daar is te weinig ver­ luchting. Dat leidt tot vochtproblemen en schimmels. n Douche in de keuken. Schimmel en vocht. Verwarming die niet werkt. 250 woningen van de Foyer Schaarbeekois voldoen niet aan de wooncode. slachtoffer moest vallen. Ik hoop dat er in de toekomst consequent onderhouden wordt en korter op de bal wordt gespeeld, voor problemen escaleren.’

Er wordt al 20 jaar te weinig geïnvesteerd in de sociale wonin­ gen en de bewoners worden aan hun lot overgelaten BERNADETTE VRIAMONT SP.A GEMEENTERAADSLID

Patroon ‘Het gemeentebestuur van Schaarbeek zorgt slecht voor de Schaarbekenaars die het minder goed hebben. Al tien jaar is er sprake van een uniek loket voor alle sociale huisvestingsdiensten. Vandaag is het er nog altijd niet. Ook bij het OCMW zijn dossiers hopeloos versnipperd over verschillende diensten. Twee directeurs die kritiek uitten op het slechte beleid kregen hun ontslag. Deze problemen zijn structureel en worden niet aangepakt. Ik begrijp heel goed dat het gemeentebe­ stuur gegoede bewoners wil aantrekken. Die brengen geld in het laatje. Maar wie het minder goed heeft, heeft ook recht op een faire behandeling.’

Schaerbeek : des habitations sociales en mauvais état Le patrimoine de la Société de logements sociaux schaerbeekoise est en très mauvais état depuis des années. Des appartements sans toilettes, un chauffage qui ne fonctionne pas, de gros problèmes d’humidité et des moisissures sont monnaie courante. Il est temps d’intervenir et surtout aussi de penser à plus long terme, estime la conseillère communale sp.a, Bernadette Vriamont. Des bâtiments utilisés de manière intensive ont besoin d’entretien. La commune de Schaerbeek n’investit pas dans les personnes qui ont des difficultés. C’est ce qui ressort de l’état des habitations sociales, mais aussi de la politique du CPAS.

MATTHIAS VAN WIJNENDAELE

Elk ketje veilig naar school, met een gevulde brooddoos SCHAARBEEK n Matthias Van Wijnendaele

komt binnen voor zijn interview. ‘Ik ben naar hier gefietst via de Poincarélaan,’ zegt hij. En niet zonder trots: ‘Daar ligt het eerste afgescheiden fietspad langs de Kleine Ring.’ Matthias werkt rond fietsbeleid en openbare werken voor Brussels minister Pascal Smet (sp.a). Van Dansaert naar Josaphat Na zijn studies voor ingenieur gebou­ wentechnieken in Leuven verhuisde Matthias (32) bijna tien jaar geleden naar het centrum van Brussel. In 2010 vond hij samen met zijn vrien­ din een huis met tuintje in Schaar­ beek. Het was een coup de foudre. ‘We bezochten het huis twee keer en heb­ ben het meteen gekocht. Ik win tijd door in Brussel te wonen: de school, de crèche en mijn werk liggen op fietsafstand.’

Echte Brusseleirs en Turkse ketjes Matthias’ twee kinderen zijn echte ketjes. ‘Brussel is hun plek. Ze vin­ den de diversiteit in de klas evident.’ Al blijft het een uitdaging om die ei­ gen gemeenschap te verbreden. ‘Het vraagt extra moeite ook Turkse kind­ jes op het verjaardagsfeestje te krij­ gen, maar het lukt en dat geeft een goed gevoel.’ Veilig naar school Toen Matthias 16 was werd de Mortsel­ se burgemeester uitgeroepen tot slecht­ ste burgemeester van Vlaanderen, als kritiek op de vele werken om veilige fietspaden en oversteekplaatsen aan te leggen. Als kind zelf slachtoffer in het verkeer op weg naar school, schreef Matthias haar in een mail dat ze voor hem en vele anderen de beste burge­ meester was.

Ook in Schaarbeek wil Matthias meer verkeersveiligheid. ‘De regels worden niet gerespecteerd. De politie is wel aanwezig, maar ik heb de indruk dat er niets gebeurt. Automobilisten parkeren bijvoorbeeld nog steeds dubbel op het fietspad, er wordt veel te snel gereden.’ Lege brooddoos ‘Daarnaast is de strijd tegen armoede belangrijk. In Hoog-Schaarbeek woont de middenklasse. Het is er proper en mooi ingericht en dat is goed. Maar ook de arme wijken hebben daar recht op. Net zoals een aanpak van armoede. Het kan niet dat er vandaag kinderen met een lege brooddoos naar school gaan.’ Soms is het improviseren En om zijn gezin, veeleisende job en politiek engagement te kunnen combi­ neren, leeft Matthias zich wekelijks uit

in het improvisatietheater Borrris in De Markten. ‘Dat is mijn uitlaatklep. Als je improviseert, kan je je geen zor­ gen maken over ande­ re dingen. Je moet je focussen op het hier en nu. Beter dan mindful­ ness.’


3

AVRIL•MAI•JUIN 2018 EVERE•SAINT-JOSSE•SCHAERBEEK

KATRIEN DEBEUCKELAERE EN TINA MARTENS SAMEN VOOR EVERE

‘Vrouwen in de politiek moeten meer op hun strepen staan’

K

atrien Debeuckelaere is nu twee jaar OCMW-voorzitter in Evere. Op welke verwezenlij­ kingen is ze trots?

Katrien et Tina, ensemble pour Evere Cela fait deux ans que Katrien Debeuckelaere est président du CPAS à Evere. Lors des élections communales d’octobre, elle se présentera à nouveau pour le sp.a. Le plus important pour elle, est que les gens soient aidés, que leurs dossiers soient traités à temps. Grâce aux bonnes personnes à la bonne place. Katrien cite quelques chiffres : « Evere compte 2.000 chefs de ménage bénéficiant d’un revenu d’intégration sociale. En réalité, il s’agit de davantage de personnes, car un chef de ménage peut avoir plusieurs membres dans son ménage. Tout un ménage doit s’en sortir avec un seule revenu d’intégration sociale. Evere compte également le pourcentage le plus élevé de parents isolés. Il s’agit surtout de femmes. Nous devons les aider. En pourcentage, Evere dispose de relativement beaucoup d’habitations sociales par rapport à d’autres communes bruxelloises. Mais la demande demeure toutefois encore supérieure à l’offre. Tina Martens se présente pour la première fois pour le sp.a à Evere. Elle estime également que les thèmes sociaux sont importants : « Il faut qu’il y ait davantage d’habitations sociales, un restaurant social et une épicerie sociale. Je suis pragmatique. Ne pas jeter des idées mais faire les choses. » En politique, en tant que femme, il faut taper plus fort sur la table, confirment Katrien et Tina : « Il y a encore toujours davantage d’hommes que de femmes en politique et parfois l’on reçoit des remarques déplacées. Nous nous soutenons mutuellement.

Katrien Debeuckelaere: ‘Het be­ langrijkste is dat mensen geholpen worden, dat we hun dossiers op tijd afhandelen. Daarvoor moeten de juiste mensen op de juiste plaats zitten. Als je een sociaal assistent nodig hebt, moet je geen jurist aanwerven en omgekeerd. Daar heb ik aan gewerkt. We hebben ook extra mensen aange­ worven (Tina knikt instemmend). In Evere hebben 2.000 gezinshoofden een leefloon of equivalent. In werke­ lijkheid gaat het om meer mensen, want dat gezinshoofd kan een heel gezin onder zich hebben. Nergens in het gewest leven procentueel meer alleenstaande ouders dan in Evere. Alleenstaande ouders zijn vooral moeders. Voor hen moeten we extra maatregelen nemen. Evere heeft na Watermaal-Bosvoorde procentueel het hoogste aantal sociale woningen van heel Brussel. Toch is de vraag is nog altijd hoger dan het aanbod.‘

© ALESSIO PAPAGNI

Ik ben van het pragmatische type: niet voortdurend ideeën spuien, maar vooral dingen doen TINA MARTENS KANDIDATE SP.A Tina Martens (knikt): ‘Er moeten meer sociale woningen komen. Sociale woningen zijn transitwoningen. Men­ sen blijven er niet heel hun leven. Het is een soort trampoline naar een huis of appartement op de private woning­ markt. Met betere doorstroming en meer aanbod kunnen meer mensen tijdelijk in een sociale woning terecht.’ DICHT BIJ DE MENSEN Tina Martens komt in oktober voor het eerst op in Evere. Het is als terug­ keren naar haar roots. Ze is haar car­ rière hier begonnen, op het gemeen­ tebestuur. Ze wil zich vooral inzetten voor sociale thema’s. Tina: ‘Ik denk aan concrete projecten, zoals een sociale kruidenier openen in combinatie met een schuldbemidde­ lingsparcours. Daarnaast moeten de sociale restaurants verder uitgebouwd worden en leegstaande gebouwen een nieuwe bestemming krijgen.’ Katrien: ‘We hebben nu een klein so­ ciaal restaurant, dat altijd volgeboekt is. Tina heeft gelijk, er moeten er bij komen. Zo’n sociaal restaurant is ook een ontmoetingsplaats. Niet alleen voor mensen in armoede, maar ook

‘Vrouwen in de politiek moeten meer op hun strepen staan dan mannen’. Het is een boutade, geven Katrien Debeuckelaere, OCMW-voorzitter, en Tina Martens, kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen (sp.a) toe. Tina en Katrien praten over hun ambities, hun plannen voor Evere. En ja, ook over vrouwen in de politiek. voor oudere mensen die gemakkelijk vereenzamen.’ Tina: ‘Ik ben van het pragmatische type. Het heeft geen zin om aan de lopende band ideeën te spuien waar niets van in huis komt. Ik heb liever vijf projecten die draaien. Er komt binnenkort een grote Nederlandsta­ lige school in Evere. Dat is een goede zaak. Maar we moeten er ook voor zorgen dat er budgetten zijn voor de omkadering, nagaan hoe het zit met de inplanting in de omgeving, genoeg personeel aanwerven, eventueel be­ kijken of er ook een crèche moet bij

komen. (komt op dreef) Ik vind de lokale politiek boeiend, omdat je dicht bij de mensen staat. Lokale mandatarissen kunnen ingewikkelde dingen beter uitleggen aan de mensen, ook dingen die op een ander niveau zijn beslist, zoals bijvoorbeeld de pensioenhervor­ ming. Alleen op die manier verklein je de kloof tussen de burger en de politiek.’ VROUWEN IN DE POLITIEK Met twee vrouwen rond de tafel, kunnen we er niet omheen: vrouwen

Nergens in het gewest wonen procentueel meer alleenstaanden dan in Evere. Die mensen moeten we helpen KATRIEN DEBEUCKELAERE OCMW-VOORZITTER in de politiek. Tina: ‘Als vrouw in de politiek moet je meer op je strepen staan dan man­ nen. Er zijn nog altijd meer mannen in de politiek dan vrouwen. Je krijgt ook wel eens ongepaste opmerkingen en dan moet je sterk in je schoenen staan. Je moet assertief zijn, niet agressief. Maar soms heeft het ook voordelen en (ironisch) als geslepen vrouw maken we daar gebruik van.’ (schaterlachen) Katrien: ‘Als Nederlandstalige vrouw moet je dubbel je best doen. Nog har­ der op tafel kloppen. Dat is niet echt mijn stijl. Ik ben meer de rustige on­ derhandelaar. Tina helpt me. Zo van: je kan dat, ga er voor.’ Tina: ‘Het is een mooie vorm van soli­ dariteit. Je kan bij elkaar terecht over dingen die mannen niet altijd begrij­ pen. We zijn een spiegel voor elkaar.’


4

APRIL•MEI•JUNI 2018 EVERE•SINT-JOOST•SCHAARBEEK

JOHN CROMBEZ

Frans- en Nederlandstalige leerkrachten uitwisselen voor taalles

VOORZITTER SP.A

NIET VOOR ENKELEN, VOOR IEDEREEN W

De technologie verandert ra­ zendsnel onze manier van leven. Online bestel je een wasmachine die de dag zelf geleverd wordt. Die vooruitgang is fantastisch. Ze maakt het leven makkelijker. Maar is het fantastisch voor iedereen? Dat er een Deliver­ oo-fietser ons een maaltijd aan huis bezorgt, is geweldig. Maar als die jonge gast met een auto botst, is die auto beter verzekerd dan hij.

Als je alles zomaar laat gebeuren, staan we elke dag langer in file, ademen onze kinderen elke dag meer vuile lucht in Robotisering en digitalisering zullen bestaande jobs doen verdwijnen en andere doen ont­ staan. Maar als het betekent dat rijkdom en macht in nog minder handen dreigen terecht te ko­ men, dan is het aan socialisten ervoor te zorgen dat iedereen wint bij die vooruitgang. Want vanzelf zal het niet gebeuren. Als je alles zomaar laat gebeu­ ren, staan we elke dag langer in file, ademen onze kinderen elke dag meer vuile lucht in. Dan is het tijd om in te grijpen. Een beleid dat extra investeert in openbaar vervoer waardoor ie­ dereen vlot op zijn bestemming geraakt, zonder daarvoor per se een auto te moeten hebben. Zo­ dat iedereen gezonder kan leven. Alle mensen die Vlaanderen en Brussel vormgeven en zorgen voor vooruitgang, hebben nood aan nieuwe zekerheden. Voor­ uitgang en sociale bescherming gaan samen. Het ene zonder het andere gaat niet. Nieuwe gelijkheid en nieuwe bescherming in nieuwe tijden. Dat is precies wat mensen van socialisten verwachten. Dat is precies wat mijn partij ook gaat doen. Nieuw socialisme.

© REPORTERS

e leven in spannende tijden. Oude zekerheden verdwijnen, nieuwe kansen dienen zich aan. Elke keer dat de geschiedenis alle kanten uit kan, zijn het socialisten die ervoor zorgen dat het de goede kant uit gaat. Niet voor enkelen, maar voor iedereen.

n Film still uit de bekroonde Nederlandse documentaire ‘De kinderen van juf Kiet’ uit 2017.

Leen eens een taalleerkracht BRUSSEL n Onlangs trok een aan-

tal Brusselse schepenen voor het Franstalig onderwijs aan de alarmbel: Franstalige scholen vinden geen leraars Nederlands. Ook in het Nederlandstalig onderwijs is er een probleem met het Frans. Afgestudeerde Nederlandstalige leraren kennen niet genoeg Frans om er les in te geven. De tijd is rijp voor uitwisseling zodat Franstalige leerkrachten les geven in de Nederlandstalige school uit de buurt en omgekeerd. Zo krijgt iedereen les van een ‘native speaker’. Tien jaar geleden probeerde Jef Van Damme dit systeem in te voeren in de Nederlandstalige gemeentescholen in Molenbeek, toen hij er schepen was. Maar het had geen succes. Er was te weinig interesse langs Franstalige kant. Nu is het probleem nijpend. Waarom vinden zowel Frans- als Ne­ derlandstalige scholen zo moeilijk leerkrachten om de andere taal te on­ derwijzen? Er zijn toch genoeg native speakers? Zo simpel is het niet. Veel hangt af van de onderwijsreglemente­ ring. Bijvoorbeeld: leerkrachten Frans in Nederlandstalige scholen moeten voldoende Nederlands kunnen om te worden aangeworven. Een Neder­ landstalige school mag niet zomaar een Franstalige aanwerven. Maar uit­ wisseling kan wel. De tijd is rijp om dat systematisch te doen. Het voordeel van Brussel Jef Van Damme: ‘Veel Brusselse Neder­ landstalige scholen hebben een Fransta­ lige buur die dezelfde site deelt of vlak naast de school ligt. Dat voordeel heeft alleen Brussel en het is praktisch. Juf Annemie en meester Olivier (*) hebben dat al lang begrepen. Zij is lerares in het derde leerjaar van de

Vier Winden, een Nederlandstalige Brusselse basisschool. Hij geeft les in de vlakbijgelegen Franstalige school Sainte Ursule. De twee scholen liggen vlakbij elkaar, de leerlingen gebrui­ ken dezelfde ingang. En toch spraken

scholen? De leerkrachten van de ene school geven dan (taal)les in de andere school. Het voordeel is dat de leerlin­ gen les krijgen van ‘native speakers’ en dat de leerkrachten toch in hun ei­ gen school en taalnet blijven werken.

Nederlandstalige scholen hebben vaak een Franstalige buur vlakbij. Praktisch als je leerkrachten gaat uitwisselen JEF VAN DAMME BRUSSELS PARLEMENTSLID VOOR SP.A ze elkaars taal niet meer. Annemie en Olivier hebben een uniek uitwisse­ lingsproject opgestart, met de steun van hun directies. Elke week gaat Annemie in de klas van Olivier Neder­ lands geven. Ondertussen geeft Oli­ vier Franse les aan de leerlingen van Annemie. Quick win Waarom het voorbeeld van Juf Anne­ mie en meester Olivier niet volgen met uitwisselingen tussen Franstalige en Nederlandstalige zuster- en broeder­

Een quick win. Er zijn geen admini­ stratieve obstakels. Iedereen wint er bij. En zeker de kinderen. We moeten blijven inzetten op twee- of meertaligheid. Het is een must voor kinderen die opgroeien in deze stad. Als je een job zoekt, is één van de eer­ ste voorwaarden dat je tweetalig bent. Maar er is meer. Als je elkaars taal spreekt, begrijp je elkaar beter en kan je je beter inleven in de andere. (*) Annemie en Olivier zijn fictieve namen.

Échange de professeurs de langue Les écoles francophones bruxelloises ne trouvent pas de professeurs de néerlandais. Il y a également un problème pour trouver des professeurs de français dans l’enseignement néerlandophone. Le moment est venu de procéder à un échange de professeurs, estime Jef Van Damme, député bruxellois pour le sp.a. Afin que des professeurs francophones donnent cours dans les écoles néerlandophones du quartier et vice-versa. Ainsi, tout le monde peut suivre les cours d’un « native speaker ». Jef : « Il y a dix ans, j’ai essayé d’instaurer ce système lorsque j’étais échevin à Molenbeek. Mais

il y avait trop peu d'intérêt du côté francophone. Les choses ont changé et le problème est devenu aigu. De nombreuses écoles néerlandophones ont une école francophone voisine qui partage le même site ou qui se trouve juste à côté, un atout qui existe uniquement à Bruxelles. C’est pratique. L’avantage est que les élèves reçoivent un enseignement de « native speakers » et que les professeurs continuent, malgré tout, continuer à travailler dans leur propre école et réseau linguistique. Un quick win. Il n’y a aucun obstacle administratif. Tout le monde y gagne. Surtout les enfants. »


5

AVRIL•MAI•JUIN 2018 EVERE•SAINT-JOSSE•SCHAERBEEK

LYDIA DEVEEN (88): INSPIRERENDE VROUW, POLITICA, FEMINISTE, BRUSSELAAR

W

e ontmoeten Lydia in haar appartement in Elsene. Vol­ gestouwd met boeken, kran­ ten en kunstwerken. Het is Equal Pay Day. Ook in 2018 verdienen vrouwen nog altijd minder dan mannen voor hetzelfde werk. En daar protesteert de vrouwenbeweging Zij-kant tegen. Lydia Deveen: ‘Vroeger ging ik ook al­ tijd naar die acties, maar ze staan al om acht uur aan het centraal station. Dat is te vroeg voor mij. Ik heb mijn slaap nodig. Maar ik sta natuurlijk achter de acties: eigenlijk zou het feminisme niet mogen bestaan. Het feit dat het bestaat, betekent dat we er nog altijd niet zijn.’

Lydia Deveen (88) : Femme inspirante, politicienne, féministe, Bruxelloise

MIJN BRUSSEL Lydia Deveen: ‘Ja ik ben Vlaming. Brusselse Vlaming. Ook al heb ik het liever over Nederlandstalige Brusselaar. Het woord Vlaming heeft in sommige Franstalige kringen een nationalisti­ sche bijklank, doet te veel denken aan het nationalistische discours van N-VA en Vlaams Belang.’

Het Frans van mijn ouders en grootouders was beter dan hun Nederlands, omdat ze in het Frans naar school waren gegaan Lydia Deveen heeft een hevige afkeer van nationalisme. Ze weet waar dat toe geleid heeft. Als kind maakte ze van dichtbij de Tweede Wereldoorlog mee. De honger, maar ook het verzet van haar vader. Hij was verantwoordelijk voor de geallieerde pers in Brabant. Af en toe mocht de jonge Lydia ook een illegaal pamflet smokkelen. Naar school bijvoor­ beeld. Dan gaf ze haar schrift met een pamflet erin verstopt aan haar lerares. Toen ze het schrift terug kreeg, was het pamflet er uit. ‘Dat was goed terecht gekomen’, glimlacht ze. Als ze over haar Brussel begint, is ze niet te stuiten en maakt ze zich boos op Vlamingen die Brussel de rug toekeren. ‘Ik vind het fantastisch dat ik in het Kaaitheater Frans, Engels, Duits en

© JURGEN ROGIERS

Het feminisme heeft ze met de paplepel ingegoten gekregen. Lydia Deveen: ‘Mijn vader had twee oudere zussen. In die tijd mochten meisjes alleen maar voor onderwijzeres studeren, niet meer. En dus mocht mijn vader ook niet verder studeren. Iedereen gelijk voor de wet, vonden mijn grootouders. Mijn ouders waren trouwens blij dat ik een meisje was – ik ben enig kind. We woon­ den in Schaarbeek vlakbij een halte van tramlijn 94, die toen al naar de univer­ siteit reed. Mijn moeder was blij dat we daar woonden, zo kon ik later gemakke­ lijk met de tram naar de universiteit. Ik was een jaar.’

Een huis vol geschiedenis Lydia Deveen wordt in juni 89, maar dat is haar niet aan te zien. ‘Ja, ik vergeet al wel eens wat’, geeft ze toe ‘en in januari lag ik in het UZ. Gevallen hier in mijn keuken. Evenwichtsproblemen, zei de dokter, maar dat is geen ziekte hé. Ik voel me goed.’ zelfs Italiaans hoor. Dat wij onze Vlaam­ se cultuur uitdragen. Als Vlamingen mij dan zeggen: ‘Ons geld moet niet dienen voor anderstaligen, dan word ik zo boos. Hier worden meer dan 200 verschillende talen gesproken. Ik hoop dat Brussel die veelzijdigheid blijft om­ armen. Brusselaars zijn ruimdenkend, sommigen toch. Ik hoop dat dat zo blijft, want dat is een ongelooflijke rijkdom.’ FRANS EN NEDERLANDS ‘Ik ben tot het tweede studiejaar in het Frans naar school gegaan. Ik tel nog altijd in het Frans. Mijn ouders en grootouders waren bewuste Vlamingen, maar ze spraken beter Frans dan Ne­ derlands, omdat ze al hun studies in het Frans deden. Dat kan je je nu niet meer voorstellen hé.’

En dan komt ze in Oostende, wil ze een koffie drinken op de dijk, vraagt de kelner: “Vous ne parlez pas Français”? “Probablement mieux que vous”, ant­ woordt ze. RODE LEEUWEN Kater Quinto komt op de schoot van Ly­ dia liggen. Symbolischer kan dit beeld niet zijn. Deveen is medeoprichter van de Rode Leeuwen, de Brusselse Vlaamse afscheiding van de toen nog unitaristi­ sche BSP. Altijd in stijlvol rood gekleed. Met op haar schoot een weliswaar grijze kater die iets weg heeft van een leeuw. ‘Ik was vrij bescheiden vroeger, durf­ de mijn mond niet zo open te trekken als nu. Maar op een vergadering werd het mij echt te veel: mijn Franstalige

L’ancienne Secrétaire d’État et sénatrice pour le sp.a, Lydia Deveen habite à Ixelles, dans une maison qui respire l’art et la culture. Ce n’est pas étonnant, car elle fut également, pendant longtemps, professeure de l’histoire de l’Art à la VUB. Le féminisme, elle l’a appris dès son plus jeune âge. Lydia : « Mon père avait deux sœurs plus âgées. À cette époque, les filles pouvaient uniquement faire des études pour devenir enseignantes. Et mon père n’a pas pu non plus poursuivre ses études. Tout le monde est égal devant la loi, estimait mes grands-parents. Heureusement, une génération plus tard, j’ai peu faire des études. Mes parents habitaient à Schaerbeek, tout près de la ligne de tram 94, qui, à l’époque, circulait déjà vers l’université. Je suis une Bruxelloise flamande, mais je préfère dire une Bruxelloise néerlandophone. Mes parents et grands-parents étaient de véritables flamands, mais ils parlaient mieux français que néerlandais, car ils avaient été à l’école en français. Je suis fière des maisons de la culture flamandes à Bruxelles, mais j’ai un dégoût du nationalisme. Je sais où cela peut mener. En tant qu’enfant, j’ai vécu la deuxième Guerre mondiale de près. Aujourd’hui, on parle plus de 200 langues différentes à Bruxelles. J’espère que Bruxelles continuera à soutenir la diversité. C’est une richesse. »

collega’s hadden zoveel commentaar op de Vlamingen dat ik het woord vroeg. Ik heb toen de Vlamingen in het Frans verdedigd. Nadien kwam Marc Galle me verwijten dat ik geen Nederlands ge­ sproken had. “Ja”, heb ik geantwoord, “maar jij hebt helemaal niets gezegd. Ik wilde dat ze me zouden verstaan” (schaterlacht).’ We schrijven maart 1968. Lydia Deveen krijgt tegen alle verwachtingen in de eerste plaats op de lijst van De Rode Leeuwen – wat was de vrouw van de ge­ doodverfde kandidaat boos op haar – en begint haar politieke carrière. Ze wordt later staatssecretaris in de regering Martens I en senator. Dat combineert ze met haar job als professor kunstgeschie­ denis aan de VUB. KUNST Het huis van Lydia Deveen ademt kunst en cultuur. Overal hangen schilderijen. ‘Mijn vader was kunstschilder. Ik teken zelf ook, schetsen. Van haar zoon en dochter (‘die is ondertussen met pensi­ oen’, lacht ze) mag ze geen kunstwerken en boeken meer kopen. ‘Voor mijn boe­ kenkast staan kartonnen dozen die niet meer in de kast kunnen. Maar ik kan het niet laten. Onlangs heb ik nog een boek van Tom Lanoye gekocht. Ik vind dat een heel goede schrijver. Er wordt de laatste tijd veel over Claus gesproken omdat hij dit jaar tien jaar dood is – hij was van mijn jaar – maar ik hou niet zo van zijn proza. Te barok. Ik hou veel meer van zijn gedichten.’


6

APRIL•MEI•JUNI 2018 EVERE•SINT-JOOST•SCHAARBEEK

HANNELORE GOEMAN BRUSSELS PARLEMENTSLID VOOR SP.A

BRUSSEL KLEURT KINDERBIJSLAG SOCIALER D

e Brusselse Regering keurde op 28 maart haar eigen systeem voor de nieuwe kinderbijslag goed. Het systeem voorziet een basisbedrag van 150 euro per maand voor elk kind geboren na 1 januari 2020. Dat is een lager basisbe­ drag dan in Vlaanderen en Wallonië, omdat Brussel er resoluut voor kiest méér te investeren in sociale toeslagen. Daarmee lossen we de ambitie in die mijn partij – met Pascal Smet als be­ voegd minister – zich van bij het begin van de onderhandelingen had gesteld: een kinderbijslag uitwerken op maat van de Brusselse realiteit die vooral ge­ zinnen die het moeilijk hebben een extra duw in de rug zou geven. En dat is nodig. Zo heeft 47% van de Brusselse gezinnen met twee kinderen een inkomen van minder dan € 31.000 bruto per jaar. Voor éénoudergezinnen liggen de percentages nog hoger: maar liefst 78% van de alleenstaande ouders met twee kinderen heeft een inkomen van minder dan € 31.000 bruto. De armoede in Brussel is breder en dieper dan in de rest van het land. sp.a heeft altijd gepleit voor een kinderbij­ slag die daarop inspeelt. Met extra aan­ dacht voor gezinnen in armoede, voor alleenstaande ouders, maar ook voor de groeiende groep werkende armen in onze stad die met hun loon steeds vaker moeilijk rondkomen op het einde van de maand. Voor gezinnen met een laag inkomen betekenen de sociale toeslagen

BASISBEDRAG VAN

EXTRA TOELAGE TOT

EEN VERHOGING VOOR

maandelijks voor elk Brussels kind geboren na 1 januari 2020

per kind voor gezinnen met een bruto inkomen lager dan €31.000 per jaar

van de Brusselse gezinnen. De overige 25% behouden wat ze hebben

€150 €120 75% die wij voorzien in de kinderbijslag een wereld van verschil. Koken kost geld, maar kinderen opvoeden kost nog meer.

Alle gezinnen met een lager inkomen en alleenstaande ouders gaan er met onze kinderbijslag op vooruit Uit onderzoek blijkt dat deze mensen de kinderbijslag écht nodig hebben om hun kinderen op te voeden: voor een deftige maaltijd aan het begin en het einde van de dag, een warm onderkomen, mate­ riaal om naar school te gaan, buiten­ schoolse activiteiten om hun aandacht te prikkelen en hun taalvaardigheid te ont­ wikkelen. Kortom, om kinderen kansen

in het leven, op de arbeidsmarkt en in onze samenleving te geven. Deze sociale toeslagen zijn dan ook een investering in de strijd tegen generatiearmoede, in kinderen en in onze gedeelde toekomst in onze stad. Herverdeling Daarom vinden wij dat de nieuwe, Brusselse kinderbijslag de juiste accenten legt: niet alleen gaat 75% van de Brusselse gezinnen er met dit systeem van kinderbijslag op vooruit, 25% houdt wat ze hebben, maar vooral – en dat is voor ons cruciaal – álle gezinnen met een inkomen onder de €31.000 per jaar en álle éénouderge­ zinnen. Alle simulaties op langere termijn tonen het: alle gezinnen met een lager inkomen en alleenstaanden gaan er met onze kinderbijslag op vooruit. Het zijn de rijkste gezinnen met drie of meer kinderen die een beetje verliezen.

En dat is natuurlijk een duidelijke, politieke keuze. Een keuze voor meer so­ lidariteit. sp.a heeft altijd gezegd de kin­ derbijslag te willen inzetten in de strijd tegen kinderarmoede en het beschikbare budget dus beter te herverdelen: meer voor arme gezinnen, minder voor de rij­ ke. En dus kan ik alleen maar conclude­ ren: Brussel doet beter. Want alle mooie beloften van de Vlaamse regering ten spijt, schiet het nieuwe Vlaamse kinder­ bijslagsysteem volledig tekort in de strijd tegen armoede. Misschien hoeft dat niet verbazen, aangezien de ploeg van Geert Bourgeois ook op alle andere fronten de strijd tegen armoede lijkt te staken. Hier in Brussel kiezen we wél voor een kinderbijslag die het verschil maakt voor mensen die vandaag amper rond­ komen en die dat extra geld écht nodig hebben om hun kinderen deftig te kun­ nen opvoeden. En dat is ook de schuld van de sossen.

ONDERNEMERS UIT DE DIVERSITEIT IN HET BRUSSELS PARLEMENT n Op 14 maart ontving Fouad Ahidar, Brussels Parlementslid voor sp.a, ondernemers van buitenlandse origine in het parlement. Eerder ontving hij een grote groep handelaars uit de Pakistaanse gemeenschap. Wat zijn de dagelijkse moeilijkheden van Brusselse ondernemers? Hoe kan het Brussels gewest ondernemers helpen? Fouad Ahidar (sp.a) : ‘Elke dag ontmoet ik zelfstandigen die me aanspreken over hun onderneming. Deze handelaars weten meestal heel goed hoe ze hun klanten moeten be­dienen, maar niet waar ze zelf terecht kunnen voor steun voor hun zaak. Daarom organiseer ik deze bijeenkomsten in het Brussels Parlement. Ik wil een antwoord bieden op zoveel mogelijk vragen en vooral naar de mensen luisteren.’

©

n Le 14 mars, Fouad Ahidar, député bruxellois pour le sp.a, a reçu des entrepreneurs d’origine étrangère au Parlement. Précédemment, il avait reçu un grand groupe de commerçants de la communauté pakistanaise. Quelles sont les difficultés quotidiennes rencontrées par les entrepreneurs bruxellois ? Comment la Région bruxelloise peut-elle aider les entrepreneurs ? Fouad Ahidar (sp.a) : « Tous les jours, je rencontre des indépendants qui m’interpellent à propos de leur entreprise. La plupart du temps, ces commerçants savent très bien comment servir leurs clients, mais pas à qui ils peuvent s’adresser pour obtenir un soutien pour leur affaire. C’est pourquoi j’organise ces rencontres au Parlement bruxellois. Je veux apporter une réponse à un maximum de questions et surtout être à l’écoute des gens. »


7

AVRIL•MAI•JUIN 2018 EVERE•SAINT-JOSSE•SCHAERBEEK

Overstapparkings om autodruk te verlagen en overstap naar openbaar vervoer aan te moedigen

Park & Ride CERIA/COOVI werken aan de nieuwe overstapparking CERIA/COOVI in Anderlecht. Dankzij de overstapparking zullen Brusselaars en pendelaars makkelijk hun auto kunnen achterlaten en overstappen op het openbaar vervoer. Pascal Smet, Brussels Minister van Mo­ biliteit en Openbare Werken (sp.a): ‘Je moet mensen een alternatief bieden als je wil vermijden dat ze met hun wagen in het centrum van de stad rijden. Er rijden gewoon te veel auto’s rond in de stad. Met overstapparkings in de rand haal je de autodrukte in de stad naar beneden. In het buitenland heeft deze aanpak zijn nut al bewezen.’ Vlotte connectie Voor een succesvolle overstapparking is een vlotte connectie met het metro- of tramnetwerk cruciaal. Dat is in Ander­ lecht in orde want metrostation Coovi is vlakbij. Daarenboven krijgt de omge­ ving van de parking een volledig nieuw gezicht. De Park & Ride in Anderlecht zal plaats bieden aan 1.200 wagens, 150 deelvoertuigen en 270 fietsen. Eind 2018 zal ze klaar zijn. Stad voor mensen Pascal Smet: ‘De overstapparking zal de mobiliteit en de luchtkwaliteit in heel Brussel verbeteren. Het aantal wagens in het gewest moet gewoon naar bene­ den. De overstapparkings zijn een deel van de oplossing. Maar ook in centrum Brussel zijn we aan de slag. Daar wordt 12 kilometer afgescheiden fietspad aan­

gelegd over de hele lengte van de Klei­ ne Ring. Van een stad voor auto’s naar een stad voor mensen. De tijd waarin stadplanners de auto vrij baan gaven, is voorbij.’

De overstapparking zal de mobiliteit en de luchtkwaliteit in heel Brussel verbeteren PASCAL SMET BRUSSELS MINISTER VAN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN In concreto Op termijn wil de Brusselse regering 8.000 parkeerplaatsen creëren op over­ stapparkings in de rand van de stad. Zo worden er bijvoorbeeld ook nog par­ kings gepland in Kraainem, Stalle en aan Esplanade. De overstapparking Ceria/Coovi zal worden beheerd door het gewestelijk parkeeragentschap Parking.Brussels, met een voordelig tarief voor wie par­ keren en openbaar vervoer combineert. parkandride.brussels

© DDS+DIDIER

ANDERLECHT n Eind januari begonnen de

n De overstapparking wordt een nieuwe en aantrekkelijke toegangspoort voor de stad.

Sint-Gillis start kringloopcentrum in de Zuidwijk BRUSSEL n Er komt een kringloopcentrum

kringloopcentrum open voor het grote publiek.

in de Zuidwijk. De gemeenteraad van Sint-Gillis sloot daarover eind 2017 een overeenkomst met Leefmilieu Brussel. De voorbereidende fasen zijn momenteel bezig. In 2019 opent het centrum zijn deuren voor het grote publiek.

De gemeente Sint-Gillis investeert in in­ frastructuur en personeel, met financiële steun van Leefmilieu Brussel.

De gemeente Sint-Gillis kocht in okto­ ber 2017 een oud industrieel gebouw (de voormalige horecawinkel VDS Food) in de Belgradostraat, op de grens met de gemeente Vorst. Het gebouw heeft een oppervlakte van 20 are en krijgt een ge­ mengde functie, met naast nieuwe huis­ vesting ook het kringloopcentrum.

Mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt, zullen hier werkervaring opdoen

Het kringloopcentrum verzamelt lokaal afgedankte voorwerpen en brengt ze op­ nieuw op de markt via de tweedehands­ winkel.

SCHEPEN VOOR SP.A IN SINT-GILLIS

Een kringloopcentrum doet in de eerste plaats aan afvalbeperking. Veel voorwer­ pen die we als afval beschouwen zijn per­ fect herbruikbaar. Dat is het uitgangpunt van de kringloopeconomie, een econo­ misch systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen maxima­ liseert en waardevernietiging minimali­ seert. Kansen grijpen Willem Stevens (sp.a), schepen van Duur­ zame Ontwikkeling: ‘Groupe One, een

WILLEM STEVENS Brusselse Franstalige organisatie die zich toelegt op duurzaam ondernemen, voerde in opdracht van de gemeente de haalbaarheidsstudie uit. Met goed ge­ volg. Het kringloopcentrum midden in de dichtbevolkte Zuidwijk heeft groot po­ tentieel. Het was een kans om te grijpen. Onze gemeente ging in op een project­ oproep van Leefmilieu Brussel en sleepte subsidies in de wacht.’ Nu, begin 2018 loopt de eerste fase. Tus­ sen januari en augustus 2018 wordt het gebouw ingericht, de opstart voorbereid en begint ook het opleidingsluik. Vanaf midden 2018 gaat de operationele testfa­ se van start. Vanaf januari 2019 gaat het

Werkervaring Er komt heel wat kunde kijken bij het runnen van een kringloopcentrum: som­ mige producten kunnen niet meteen de winkel in maar moeten eerst hersteld worden. Er moet een prijs worden be­ paald, de producten gepresenteerd in de winkel, het aanbod afgestemd op het sei­ zoen en wie bemant de kassa? De taken zijn divers. Vandaar dat een kringloop­ centrum ook een leerplek is op vele vlak­ ken. Mensen die moeilijk een job vinden op de reguliere arbeidsmarkt zullen in kringloopcentrum Zuidwijk werkerva­ ring kunnen opdoen. Willem Stevens: ‘Het project slaat vele vlie­ gen in één klap: het zorgt voor minder afval, het stimuleert hergebruik en er is een belangrijke sociale dimensie als oplei­ dings- en werkgelegenheidsproject. Deze buurt kan sociale cohesie goed gebruiken. Mensen die het moeilijk hebben op de ar­ beidsmarkt krijgen nieuwe kansen. En wie gebruiksvoorwerpen nodig heeft, kan ze in de winkel voor een prikje op de kop tikken.’ www.circulareconomy.brussels

Centre de recyclage du quartier Midi Un centre de recyclage verra le jour dans le quartier Midi. En octobre 2017, la commune de Saint-Gilles a acheté un ancien bâtiment industriel et a reçu des subventions de Bruxelles Environnement. Le centre ouvrira ses portes au grand public en 2019. Le centre de recyclage collecte les objets mis au rebut localement et les remet sur le marché via un magasin de seconde main. Un centre de recyclage limite tout d’abord les déchets. De nombreux objets que nous considérons comme des déchets peuvent encore parfaitement être utilisés. Willem Stevens, échevin du Développement Durable à Saint-Gilles pour le sp.a : « Le projet fait d’une pierre deux coups : il permet moins de déchets, stimule la réutilisation et a une dimension sociale importante comme projet de formation et d’emploi. Les personnes qui éprouvent des difficultés sur le marché de l’emploi bénéficient de nouvelles opportunités. Et ceux qui veulent des objets d’occasion, peuvent les acheter à petit prix dans le magasin. »


8

APRIL•MEI•JUNI 2018 EVERE•SINT-JOOST•SCHAARBEEK

AGENDA

100%  BRUSSELEIR

30.04.18 BEURSSCHOUWBURG

FILIP FRANSEN

VOLTA – NACHT VAN DE TOEKOMST Tiende editie van het multidisciplinair urban arts-evenement met muziekoptredens van Sons of Kemet, De Beren Gieren en SCHNTZL. De solo danseperformance ‘From Molenbeek with love’ van Yassin Mrabtifi, faalverhalen door Lisette Ma Neza, Nele Van den Broeck, Dirk Draulans en Hannelore Goeman. In de voetgangerszone staat het podium van 100% talent, wedstrijd voor Brussel ‘Urban Talent’. Inkom zilveren zaal (muziek): 12 euro Inkom gouden zaal (dans): 12 euro Organisatie: Curieus Brussel 19 uur

© JURGEN ROGIERS

01.05.18 SINT-KATELIJNEPLEIN

Besparen op voedselkilometers valt in de smaak Filip Fransen, kwajongen uit de Kempen, begon schoolmoe aan een klas­ sieke koksopleiding en studeerde daarna milieu­ management. Vandaag combineert hij beide vaar­ digheden in zijn duurzaam cateringberijf Witlov. De liefde bracht hem elf jaar geleden naar Brussel. Hij woont sinds 2017 in Jette. Filip: ‘Ik studeerde in Ant­ werpen maar zakte vaak af naar Brussel om uit te gaan. Ik kom nog altijd graag in de bruine kroegen van het centrum, zoals Café Central of de Daringman. Al blijft er niet veel tijd over

als je in de horeca werkt. Mijn collega’s en ik verzor­ gen catering voor evene­ menten, ambachtelijk, met ingrediënten van het sei­ zoen. Neem nu bladerdeeg, dat is erg arbeidsinitensief. Je kunt deeg klaargemaakt kopen en afbakken. Maar wij doen alles zelf. Van a tot z. En bovendien van het veld tot op het bord. We koken seizoensgebonden. Dat betekent dan ook een beperkt menu, zelfs als het gaat om een buffet voor een trouwfeest. Maar het valt in de smaak. Voedsel legt heel wat kilometers af voor het op

je bord komt. Om op die kilometers te besparen, kopen we verse producten uit de nabije omgeving. Voor groenten en vlees

Nergens is het eetaanbod zo lek­ ker, verscheiden en voordelig als in Brussel doen we beroep op land- en tuinbouwbedrijven uit de Vlaamse Rand. Want land­ bouwers heb je niet in Brus­ sel. Er zijn geen akkers. Er wordt wel volop gebrouwen. Die Brusselse biertjes zijn erg lekker.

Brussel heeft de beste eet­ cultuur van het land. Een bijzonder en vernieuwend restaurant, dat wordt in Gent of Antwerpen snel een hype. Maar het kan niet tippen aan het rijke aanbod van Brussel. Hier gebeurt zo veel tegelijk. Vernieu­ wende keuken, toffe concep­ ten, sjieke restaurants tot klassieke brasserieën, Brussel heeft het allemaal. Nergens is het aanbod zo lekker en verscheiden. Hier krijg je waar voor je geld. Omdat Brussel congresstad is met veel grote evenemen­ ten is er altijd veel werk voor cateraars. Mij krijg je hier niet meer weg.’

I LOVE MAY Feest van de arbeid, met brunch en stadsfestival. Ontbijt van sp.a en Curieus Evere in Everna, Sint-Vincentiusstraat 30, 8:30 tot 11 uur. Prijs: 10 euro (7 euro voor kinderen jonger dan 12). Brunch en speeches, Randstad, Hoveniersstraat in Molenbeek vanaf 11 uur. Vanaf 14 uur optredens met De Fanfa kids, Wally en de technisch werklozen, Beats for Beaches X Dhazed, Soul’Art, Lare Hope, Marcus, N8N a Prince tribute

13.06.18 ZUIDSTRAAT 111 OVER UW PENSIOEN Avond rond pensioenen, organisatie: sp.a Stad Brussel, Molenbeek, Elsene en Schaarbeek op initiatief van parlementslid Hannelore Goeman. Gastsprekers: Karin Temmerman (sp.a kamerlid ), Miranda Ulens (ABVV, Nederlandstalige opvolgster Rudy De Leeuw) en Estelle Ceulemans (ABVV– Brussel). Socialistische mutualiteit, Zuidstraat 111, Brussel 19:30 uur

100% BRUSSELS

WHAT’S IN A NAME? H

et oostelijk ringspoor, dat het Noordstation via de vallei van de Maalbeek met het toenmalige station Leo­ poldswijk (nu Brussel-Luxem­ burg) en verder met Namen en Luxemburg verbindt, werd in 1902 oostwaarts verscho­ ven. Daarnaast besloot de gemeente Schaarbeek de spoorlijn te overwelven. Op deze overwelving werd in 1919 een nieuwe residentiële laan aangelegd, die de krom­ ming van de spoorwegbocht volgt. En deze nieuwe laan ontleende haar naam aan een

STRAATNAMEN WORDEN NIET LUKRAAK GEKOZEN. VAAK ZIT ER EEN HELE GESCHIEDENIS ACHTER. GRAAG LICHTEN WE DE BETEKENIS VAN EEN BRUSSELSE STRAATNAAM TOE.

nieuw fenomeen in 1919: het algemeen stemrecht.

de ontluikende socialistische beweging uit het parlement en de gemeenteraden te België kende bij de onaf­ houden. De Belgische Werk­ hankelijkheid liedenpartij in 1830 een ijverde echter AVENUE DU cijnskiesrecht. steeds meer SUFFRAGE UNIVERSEL met Enkel wie na­ kracht voor ALGEMEEN STEMRECHT een algemeen tionale belas­ LAAN tingen betaalde enkelvoudig mocht stemmen. stemrecht. In de In 1893 werd dit systeem nasleep van Wereldoorlog I en vervangen door een algemeen uit schrik voor het revolutio­ meervoudig stemrecht, waar­ naire klimaat dat in Rusland bij vermogenden meer stem­ en Duitsland was ontstaan, men kregen. De bedoeling van werd deze eis in 1918 inge­ liberalen en katholieken was willigd.

Echt ‘algemeen’ was het stemrecht waarnaar de Al­ gemeen Stemrechtlaan was genoemd, overigens nog niet. Pas in 1948 mochten ook vrouwen hun stem uitbren­ gen. Voor niet-Belgen was het wachten tot 2006 om mee te mogen stemmen over het beleid van hun gemeenten. Voor het Brussels Gewest mogen zij niet mee stemmen, hoewel er steeds meer stem­ men opgaan om ook voor de gewestverkiezingen een echt algemeen stemrecht in te voeren.

is een trimestriële uitgave van sp.a Brussel une édition trimestriëlle de sp.a Bruxelles Verantwoordelijke uitgever - Editeur responsable sp.a Brussel - Suzy Bleys, Grasmarkt 105/37 1000 Brussel Werkten mee aan dit nummer - Collaborateurs Ans Persoons, Bart De Troy, Bert Anciaux, Christophe De Grom, Dirk Moors, Fahim De Leener, Jan Schaerlaekens, Jurgen Rogiers, Kate Degeyter, Katelijne Goris, Lander Piccart, Matson Driesen, Mieke Van Dessel, Stéphane Matten, Valérie Mertens, e.a. Contact Wil u reageren op een artikel uit deze publicatie? Wil u deze uitgave niet meer ontvangen? Of wil u lid worden van sp.a? Voulez-vous réagir à cet article? Vous ne voulez plus recevoir cette édition? Ou voulez-vous devenir membre du sp.a? sp.a Brussel Grasmarkt 105/37 1000 Brussel 100procentbrussels@s-p-a.be 02 549 66 55

www.s-p-a.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.