Label 1.12 - NL

Page 1

Label•

# 1 12

driemaandelijks magazine editie 1.12 – 2012 – p 109062 € 4.95 – antwerpen x


co n t e n t – c r ed i t s

Covershoot Credits Photography: Elizaveta Porodina Art direction: Hectica Styling: Kim Peers Make-up: Elke Willemen for M.A.C. Model: Ingo Binder — Glasses: Ray Ban Coat: Bellerose Shirt: Marcel de Bruxelles

007 Label. Loves… 010 Levi’s XX 014 Dossier Denim – Het beest in Wrangler 018 Dossier Denim – De nieuwkomer 020 Dossier Denim – Same bullshit, different day 024 De reanimatie van onze winkelstraten 028 What’s next 034 The Blog Works

“Where did this shoot take place? Who is Elizaveta Porodina?” — Thou canst find answers and more on www.labelmagazine.be — Photoshoot – 054 The crafted twills of brotherhood

041 Label. Loves… sneakers 042 Sneakers – Paris, ça bouge 048 Sneakers – Domineer het straatbeeld, niet de catwalk 054 Photoshoot – The crafted twills of brotherhood 062 Trade – To logo or not to logo 065 Trade – Modebeurzen vernieuwen drastisch 072 Column – How to become… Le Shop 074 Contact list

Advertentieverkoop: Luc Van Ginneken, Caroline Gydé is een uitgave van Squadra Media n.v. www.labelmagazine.be

— Hoofdredactie: Stephanie Duval

Productie: Greet Dufraing Redactiesecretariaat: Charlotte Van Strydonck Vertaling: IGTV

— Eindredactie: Bjorn Cocquyt

Concept + redactieadres: Squadra Media n.v. IJzerenweglei 17, 2640 Mortsel, T: 03 448 47 30, F: 03 448 47 31

Art direction + vormgeving: Hectica - www.hectica.com

— Medewerkers: Annabeth Bels, Fleur Bourgeois, Patricia Goijens, Catherine Haywire, Christin Ho, An Kokken, Kim Siroyt, Katrin Swartenbroux, Britt Valkenborghs, Chris Vermuyten Fotografie: Elizaveta Porodina

4

Verantwoordelijke uitgever: Luc Van Ginneken, IJzerenweglei 17, 2640 Mortsel

— Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers Het overnemen van de gedeeltelijke inhoud van dit exemplaar is slechts toegestaan mits uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.


e v e n t — repo rt

The Blog Works Bloggen en mode tekst : stephanie duval

foto ' s : nathalie de schepper

Op 1 december vorig jaar vond de eerste editie van The Blog Works plaats, een initiatief van Marie Lemaitre, social media specialist bij persbureau oona, en Stephanie Duval, hoofdredacteur van Label. Die laatste was ook officiële partner van het evenement en stelt het initiatief daarom graag voor aan haar lezers. Het hoe, wat en waarom Vijf jaar geleden was ik een van de eerste modebloggers die de stap naar professionalisering zette. Toegegeven, ik was tegelijkertijd al aan de slag als freelance journalist voor Label, dus dat gaf me een goed zicht op de modewereld. Het deed me inzien dat ik om mijn blog, die intussen niet meer bestaat, van kwalitatieve content te voorzien niet langer beroep moest doen op professionals, net zoals ik dat moest doen als journalist voor dit magazine. Dus ik stapte op merken en persbureaus af en stelde mezelf voor. Sindsdien is er veel veranderd. Toen was het nog hoogst uitzonderlijk om als blogger toenadering te zoeken tot modeprofessionals, en kon je de Belgische modeblogs op een hand tellen. Nu hebben sommige persbureaus specialisten in huis om zich over het online gebeuren te bekommeren, en zijn er

34

tientallen Belgische modeblogs die tot over de landsgrenzen heen dagelijks honderden dan wel duizenden lezers trekken. Vijf jaar mag dan wel een eeuwigheid lijken in online jaren, maar in het medialandschap is het een peulschil. Op bijzonder korte tijd werden mediaprofessionals om de oren geslagen met nieuwe concepten, kanalen en nieuwsdragers. Wie had ooit verwacht dat blogs een vast en populair onderdeel zouden vormen van de media die berichten over mode? Let’s face it: door de immer toenemende druk op de bestaande media – nog eens aangezwengeld door de financiële crisis – was er amper tijd om stil te staan bij deze revolutie. Men moest simpelweg mee zijn. Plots bleek het absoluut noodzakelijk om online media vanuit de modewereld serieus te gaan nemen.

Stephanie Duval, Marie Lemaitre en moderator Karen Vangodtsenhoven

------------

En misschien zijn we daar wat te kort door de bocht gegaan. Misschien zijn we iets te enthousiast op al deze nieuwe fenomenen gesprongen en ze gaan verheerlijken. Het zou in ieder geval verklaren waarom er begin vorig jaar een kleine hetze ontstond in het modewereldje. Enkele journalisten van bekende consumentenmagazines publiceerden toen kritische artikels over modeblogs en de hype errond. De modebloggers in België voelden zich persoonlijk aangevallen en reageerden fel. Al snel werd het onderwerp een hot topic. Hier en daar werden goede argumenten verwoord en later weerlegd. Maar het bleef moeilijk om iemand te vinden die echt overzicht had

op de situatie, en zowel het verhaal van de bloggers, als dat van de modemedia en modeprofessionals kende. Kortom: er was misschien wel nood aan een forum om het fenomeen modeblog eens onder de loep te nemen. Om het met een kritisch oog te bekijken en om er eerlijk over te converseren. Want zoals bij alle hypes, moet de storm ooit gaan liggen, en het is in ieders voordeel dat wat er overblijft geen rampgebied is, maar een overzichtelijk geheel van kwalitatieve mediakanalen, professionele relaties tussen de betrokkenen en een algemeen goed gevoel over de richting waarin de modemedia zich bewegen. Marie Lemaitre en ik leerden elkaar kennen op het juiste moment. We liepen al een tijdje met hetzelfde idee rond toen we ergens in april besloten om onze krachten te bundelen. Zij als social media specialist bij persbureau oona, ik als redacteur van Label. En beiden als zelfverklaarde blog geeks. Vanuit onze ervaringen merkten we dat er nog zo ontzettend veel te zeggen valt en te leren is over ons favoriete onderwerp, dat we besloten niet langer te wachten tot er een format in het leven werd geroepen om dat te doen. En zo werd The Blog Works geboren. Niet met de intentie om vanuit een alwetende positie, die geen van ons beiden beweert te hebben, met de vinger te wijzen, maar wel met de bedoeling om mensen vanuit verschillende


tr e n d s — reta i l

De reanimatie van onze winkelstraten Een inspirerende casestudy tekst : katrin swartenbroux

Twiggy – Gent

------------

In een shoppinglandschap waar iedere winkel met een standaardformule lijkt te werken, zijn verfrissende retailconcepten meer dan welkom. De consument is vandaag immers op zoek naar beleving op de winkelvloer. Gelukkig snapt de ondernemer die drang en openen steeds meer unieke shops de deuren.

24


Het succes van dergelijke shops heeft onder meer maken met de opflakkering van het anti-globalisme: multinationals hebben de culturele verscheidenheid vervlakt en de consumptie is erg uniform geworden. Winkelen kan soms erg voorspelbaar zijn, en daartegen verzet Label zich. Wij zetten voor u enkele interessante retailconcepten op een rijtje. Concepten die onze winkelstraten net dat ietsje meer pit en persoonlijkheid geven. Cross-sell goods and ideas Sneakers naast cd’s, jeansbroeken naast citybikes en tijdschriften. Het concept van cross-selling is niet nieuw, en department stores als Harrod’s en Bloomingdales hebben er destijds hun fortuin mee vergaard. Het concept is even simpel als geniaal: speel in op iedere behoefte van je consument door alles wat hij of zij nodig kan hebben in eenzelfde winkel te verkopen. Die strategie bestaat nog steeds, maar wijkt gelukkig af van het typische grootwarenhuis waar producten zeer klinisch in hun eigen afdeling verkocht worden. Vandaag worden alle producten door elkaar aangeboden. Retaildesigners geven dan ook de voorkeur aan de term ‘hybrid selling’ omdat alle producten mooi samensmelten tot een winkelconcept. Gentenaar Christophe Urbain heeft hier zeker de charme van ingezien. Hij bezat al kledingwinkel Rewind, die zich vooral toespitste op uitgepuurde Scandinavische mode, maar besloot in oktober ook een aparte mannenwinkel te openen. Het concept werd met veel zorg en liefde uitgedacht. Naast kledingcollecties van onder meer Won Hundred, Lee, Pendleton en Loft zullen mannen er terecht kunnen voor originele lifestylemagazines als Monocle, kunsttentoonstellingen en vintage meubels terwijl ze

ondertussen rustig genieten van een drankje. Die shopervaring was enorm belangrijk voor Christophe. Bij het uitdenken van het concept voor Rewind Men is hij uitgegaan van de vraag ‘hoe shopt de man graag?’ Hij noemt zijn winkel een concept store met een huiskamergevoel. Alle elementen in deze shop, zowel de koopwaren als het decor, vormen een harmonieus geheel. Pop It Up Pop-up stores, we moeten de trend vast niet meer uitleggen, maar het is misschien wel belangrijk om te weten waarom deze tijdelijke shops steeds vaker opduiken. Trendwatching.com signaleerde de pop-uptrend voor het eerst eind 2004, maar het heeft nog een hele tijd geduurd voor het fenomeen naar België overvloog. Een pop-up shop past binnen de vakjes van de entertainment economy, de experience economy en de surprise economy. Ook de consumenten lusten er wel pap van. Niet alleen zijn pop-up stores ontzettend trendy, door het feit dat ze er maar heel even zijn, worden ze onmiddellijk exclusief. Een opvallend pop-upconcept dit najaar was het Gentse BEN, geesteskind van interieurarchitect en -vormgever Frederic Hooft, fotografe An Gyselinck en modebewuste ondernemer Christophe Urbain. De drie Gentenaren besloten de Arteveldestad te laten profiteren van hun kennis en goede smaak en vulden deze pop-up shop met hun favoriete producten en

merken. Zo stelde An er haar zelfgemaakte lampen en foto’s tentoon en had ze daarnaast ook oog voor quirky gadgets zoals de retro-telefoons van Native Union. Frederic koos dan weer voor meubels en interieuraccessoires van onder meer Maarten Van Severen, Arflex en Normann Copenhagen. Dankzij Christophe werd BEN eveneens de flagship store bij uitstek voor het Franse modelabel Sessùn, waarvan de volledige wintercollectie bij BEN te koop is. De bezielers achter BEN onderschatten de kracht van hun format niet. Pop-up stores zijn immers ontzettend ‘nu’ en creëren op zichzelf al een hype omdat het beperkt is in tijd en dus exclusief wordt. Je moet erbij geweest zijn, anders heb je het gemist. De keuze om van BEN een pop-up store te maken was snel genomen, al rijst in Gent ondertussen de vraag of de shop niet wat langer kan openblijven. Dit verhaal krijgt ongetwijfeld nog een staartje. Bij Timberland wisten ze uiteraard ook hoe de vork aan de steel zat. Halverwege november openden ze hun eigen pop-up store in Antwerpen. Ze sloegen de handen in elkaar met vegetarisch restaurant Lombardia en het reizende beautyboudoir Magnolia. Samen spelen ze volop in op de interactie met de consument. Iedereen wil vandaag de dag betrokken worden bij het productieproces en zelf dingen creëren, en dat hebben de oprichters van dit concept goed begrepen. Bij Timberland kon je je eigen bootschoen volledig zelf ontwerpen terwijl Audrey van Magnolia je hielp met het uitzoeken van de juiste ingrediënten voor je persoonlijke parfum. Lombardia schotelde dan weer zijn meest gegeerde kruidenthees voor, waarna bezoekers hun eigen survivalpakket aan kruidenthee konden samenstellen. Een knap staaltje van experience economy dus.

BEN – Gent

------------

25


tr e n d s — repo rt

What's next? Een vooruitblik naar 2012 tekst : patricia goijens

foto ' s : persdoc en patricia goijens

Trends, een never ending story. Ze komen en gaan als de dag en nacht. We weten vaak niet wat juist wat en hoe, maar we kunnen toch een geïnformeerde gok wagen. Label sprak met een aantal insiders om een duik te nemen in de toekomst en een idee te vormen van wat komt op gebied van design, mode en retail.

De laatste jaren is trends voorspellen er niet eenvoudiger op geworden. Dat ondervindt ook Nathalie Lachat, aankoopster voor de boetiek Garderobe National en ontwerpster van haar eigen merk Magdalena. “We krijgen zo een brede waaier aan invloeden dat het een beetje verloren lopen is.” Dat heeft onder meer te maken met de crisis. “Trends zijn eigenlijk gevoelige economische barometers voor onze maatschappij. Anno 2008 zag je opeens alle ontwerpers panikeren en dingen doen die helemaal niet in de lijn lagen van wat ze normaal deden”, vertelt Nathalie. Mode op de rand van een zenuwinzinking In 2012 zijn we op het punt gekomen dat de industrie zo dol draait dat niemand nog kan volgen. Er zijn de halfjaarlijkse modeweken die de tred van de industrie bepalen, maar tegenwoordig komen daar allerhande pre- en tussencollecties bij. Die wisselen elkaar zo snel af dat het soms moeilijk is bij te houden wat in is en wat out. Bovendien heb je ketens die de mode van designers sneller kopiëren dan de ontwerpers ze in hun eigen winkels krijgen. “Jaren geleden was mode een volwaardige subcultuur. Toen ik jonger was draaide het allemaal om mode van de hoogste plank. Maar grote kopieermonsters als Zara, Forever21 en H&M

hebben het straatbeeld veranderd en een brug gemaakt naar de consument. Mode heeft zich een weg gebaand naar de straat maar is daardoor een vluchtig wegwerpproduct geworden. Mensen worden dit nu beu”, verklaart Nathalie. Ook in de high fashion probeert men dit helse tempo te drukken. Na het ontslag van John Galliano bij Dior gingen geruchten dat Azzedine Alaïa de plaats als creatief directeur mogelijk zou invullen. Alaïa, een designer die erop staat om zijn collecties pas te tonen wanneer ze klaar zijn, zou een grote verandering kunnen betekenen voor een modehuis als Dior. Ook Tom Ford vond een manier om te ontsnappen aan het hamsterrad. Na een break koos Ford ervoor om zijn ontwerpen enkel in besloten kring te tonen, ver weg van het oog van de camera's maar wel op de bevallige lijven van celebrities. Ook Caroline De Boungne, die het modeagentuur Per Ogni runt, voelt bij haar klanten de impact van de crisis. “Retailers volgen bij het aankopen nog steeds hun buikgevoel, maar je merkt wel dat ze prijsbewuster zijn. Zoals altijd is de doorverkoop van het seizoen ervoor belangrijk, maar bij twijfelgevallen gaan klanten sneller skippen. Er is wel een verschil tussen goedkopere en duurdere merken. Klanten die in het luxesegment zitten voelen de crisis minder. Dat merk je aan hun manier van aankopen.”

Gemeende betrokkenheid Maar in het algemeen gaat de wereld dus op de rem staan. Dat merkt ook Tom Palmaerts, trendwatcher bij Trendwolves. De tendens is al een paar jaar aan de gang als reactie op een consumptiemaatschappij die alles in de vijfde versnelling doet gaan. Slow food en slow fashion klinken dan ook niet nieuw in de oren, maar het is belangrijk om te weten dat de ontwikkeling zich verderzet. “Daarmee bedoel ik dat goedheid in het DNA van een merk moet ingebakken zijn. Retailers kunnen niet langer eenmalig de organische of biologische kaart trekken als marketingstunt, ze moeten het ook écht menen”, aldus Tom Palmaerts.

Act of kindness – NYC

------------

28


Handgemaakte producten en local sourcing op Broadway Market – London

------------

Dat merkt ook Bert Pieters van het designplatform De Invasie, een organisatie die jonge ontwerpers een plaats biedt om hun designs te tonen en te verkopen. “De betrokkenheid van merken wordt enkel belangrijker. We hebben uit eigen ervaring al geleerd dat een organisatie als de onze kan samenwerken met grotere bedrijven, maar daarbij is het essentieel dat die bedrijven mee durven denken over mogelijke acties. Ook voor de ontwikkeling van hun identiteit.” De tijd dat een bedrijf enkel door sponsoring en het opplakken van een logo zijn naam aan iets kon verbinden is voorbij.

Pastel bij Marc Philippe Coudeyre SS12

------------

Transparantie troef “In dat opzicht wordt er ook veel waarde gehecht aan traceerbare goederen. De transparantie van een bedrijf wordt belangrijker. De consument wil weten wat hij koopt”, zegt Tom Palmaerts. Klanten zijn in dit opzicht bereid om meer geld uit te geven, als het verhaal klopt. Vooral op gebied van eten is dit een zeer merkbare trend. Biologische voeding is intussen zo ingeburgerd dat je het in iedere supermarkt terugvindt, maar we gaan in de toekomst nog een stapje verder. Consumenten kiezen vooral voor lokale producten om de ecologische voetafdruk te minimaliseren. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de verschillende farmer's markets in steden als Londen, New York en San Francisco, waar iedereen tijdens het weekend naartoe trekt

om lokaal geteelde groenten en artisanaal brood te kopen. Deze wijze van consumeren voelt echt en bijna nostalgisch aan, en past perfect in het weet-watje-eet-verhaal. Ook op gebied van mode zien we die tendens: “Mensen gaan in tijden van crisis teruggrijpen naar oude waarden en kwaliteit”, aldus Nathalie Lachat. Daaraan gerelateerd ontstaat er onder jongeren volgens Trendwolves Selective Luxury. “Jonge mensen gaan bepaalde dingen uitkiezen waar ze veel geld aan willen geven en daarvoor besparen op andere zaken.” Twee weken lang boterhammen met ketchup eten om in een sterrenrestaurant te gaan eten bijvoorbeeld. Of een paar Louboutins kopen, maar de rest van hun garderobe bij elkaar sprokkelen bij H&M. “We zien dat jongeren hiervoor zelfs willen gaan werken. Wanneer ze meer geld aan iets uitgeven, verwachten ze ook een goede service.” Iedereen winkelier Technologie speelt een bijzonder grote rol in de hectische samenleving waartegen we ons zo hevig verzetten. Dat hoeft ook niet per se negatief te zijn. Zo worden we volgens Tom Palmaerts allemaal online microretailers. Dat betekent eigenlijk dat we allemaal zelf weer producten gaan verhandelen, zoals in de goede oude tijd, maar dan met behulp van het internet.

Coming Soon – Arnhem

------------

29


sneakers

Paris, ça bouge De lichtstad als sneakerhub tekst : fleur bourgeois

Parijs is meer dan de stad van de liefde. Net als vele andere grootsteden is Parijs een stad met een levendige sneakercultuur en een ongebreidelde bron van inspiratie voor designers, merken en sneakerheads. Een toer van de stad, op maat van de sneakerfanaat.

Er is niemand beter geplaatst om een inkijk te geven in de Parijse sneakerscene dan Olivia Peyronnet, hoofdredactrice van het Franse sneaker- en urban lifestylemagazine Shoes-Up. Zij benadrukt meteen dat er een groot onderscheid is tussen Parijs en de rest van het land als het op sneakers aankomt. Parijs heeft net als andere grote steden een meer uitgesproken karakter. Toch merkt ze dat in het straatbeeld de flashy kleuren en opvallende schoenen stilaan plaats ruimen voor de meer klassiekere merken en footwear. “In tijden van crisis lijkt iedereen terug te grijpen naar de kwaliteit en zekerheid uit het verleden. Denk maar aan de bootschoenen, boots en Clarks die terug van weggeweest zijn. Momenteel worden de trendsettende Parijse shops overspoeld met merken als Merrell, Sebago en Paraboot, het stevigere werk dus. Iedereen lijkt haast te zijn weggelopen uit het Museum voor de Geschiedenis van de Jacht, gelegen op slechts enkele meters van de redactie van Shoes-Up”, aldus Olivia Peyronnet. Volgens haar zijn mensen het beu om veel geld uit te geven en kiezen ze liever voor iets klassiek met een langere houdbaarheidsdatum waarvoor ze toch hun zakken niet moeten leegschrapen. Er duikt in Parijse winkels een trend op die niet meer lijkt te stuiten. Shops die zich voordien richtten op de hippe design sneakers gaan op een andere manier inkopen. De

shopeigenaars die opgroeiden in de jaren ‘80 en ‘90 zijn volwassen geworden en hebben vaak zelf kinderen. Ze zijn de flashy sneakers ontgroeid en beïnvloeden als vaandeldragers op die manier de jongeren die naar hen opkijken en bij hen schoenen komen kopen. Aan de andere kant springen ook de sportmerken mee op de kar van de heritage en traditionele Amerikaanse stijl. Brands als Lacoste, Vans en DC Shoes brengen nu op hun beurt boots op de markt die volledig afwijken van hun oorspronkelijke sportstijl en merken als Le Coq Sportif beginnen aan een heuse imagoswitch. Die laatste opende zelfs opnieuw zijn oude fabriek in Frankrijk na een omzwerving in China. Graaien in het verleden is iets waar de meeste merken vandaag lijken voor te kiezen.

Feiyue

------------

van het merk liggen eigenlijk in Azië. Olivier Bouquet, marketing manager: “Alles gebeurt nu in Parijs, van creatie tot marketing. Maar Feiyue betekent zoveel als flying forward. We willen ons dus niet beperken door een bepaalde plaats of richting uit te gaan. Reizen maakt een belangrijk onderdeel uit van ons als bedrijf. Feiyue volgt als merk gewoon zijn hart. Dankzij ons jong team en onze korte bestaansgeschiedenis is innovatie iets vanzelfsprekend voor ons. We streven ook altijd naar een

goede prijs-kwaliteitverhouding en zijn er al voor kinderen vanaf achttien maanden.” Om de band met Parijs nog wat in de verf te zetten, werd in augustus een collectie in samenwerking met de conceptstore voor kinderen Bonton gelanceerd en nu is het oerfranse merk agnès b. aan de beurt om samen met Feiyue een exclusieve casual sneaker voor mannen voor te stellen.

The brands Feiyue: verruimt de horizonten Feiyue beantwoordt aan de criteria van Olivia Peyronnet: kwaliteit voor een betaalbare prijs. Na het weergaloze succes in Frankrijk kijkt het label vandaag over de landsgrenzen. Al blijft het hoofdkantoor sowieso verankerd in Parijs, de schoenen zijn nu toch al verkrijgbaar in twintig landen en de oorspronkelijke roots Spring Court store

------------

42


tr a d e – o n e

To logo or not to logo Branding in de mode tekst : katrin swartenbroux

illustratie : manon wethly

Visuele communicatie is voor bedrijven steeds essentieel geweest voor de opbouw en het behoud van hun identiteit en reputatie. Logo’s, lettertypes, kleurgebruik en masthoofden waren de wapens waarmee CEO’s elkaar in de jaren ’80 en ’90 bevochten. Maar de advertising arena heeft ondertussen een grondige facelift gekregen. In een tijdperk waar retailers steeds meer de kaart van experience economy trekken en zintuiglijke prikkels als geur en geluid een prominente rol opeisen binnen de merkassociatie, lijkt het alsof het logo zijn beste tijd heeft gehad. Label onderzocht: is een logo tegenwoordig een no-go? Wikipedia leert ons dat een logo “een grafische uiting is die met een bedrijfs- of productnaam geassocieerd wordt”. Dat associatieve is ontzettend belangrijk. Logo’s zijn er om bedrijven een identiteit te geven, een associatie op te wekken, maar niet om weer te geven wat het bedrijf doet. Wat een logo betekent is belangrijker dan hoe het eruit ziet. Jacob Cass, oprichter van Just Creative Design, legt het abstracte begrip uit door logo’s met mensen te vergelijken. Wij geven er de voorkeur aan om bij onze naam genoemd te worden en niet door het leven te gaan als ‘het kleine meisje met de sproetjes dat vaak loopt te zingen’. Op dezelfde manier moet een logo niet letterlijk beschrijven wat het bedrijf doet maar eerder het bedrijf een herkenbare en gedenkwaardige identiteit geven. Na genoeg herhaling prenten we ons de naam van een persoon in het geheugen, waardoor mensen bij het woord ‘Nina’ automatisch zullen denken aan ‘klein meisje met sproetjes dat vaak zingt’. Hetzelfde met logo’s. Een logo kan totaal

62


tr a d e – t wo

Modebeurzen vernieuwen drastisch tekst : chris vermuyten

illustratie : manon wethly

Er beweegt wat in het modecircus. De verschillende modebeurzen sluiten nieuwe allianties, nemen concurrerende beurzen over en verschuiven hun data. Het is zowaar revolutie in beurzenland.

Prêt-à-Porter Paris, de moeder van alle modebeurzen, wordt overgenomen. Het is van 1998 geleden dat de beurzenwereld nog een dergelijke schok te verwerken kreeg. Toen werd de prestigieuze mannenmodebeurs Sehm in Parijs verkocht aan een investeerder. Sehm verdween kort erna uit het beurslandschap ondanks pogingen van het team van Who’s Next (WSN Développement) om de beurs nieuw leven in te blazen na het investeringsdebacle. Hetzelfde team, ondertussen uitgegroeid tot één van de meeste behendige, professionele en succesvolle beursorganisatoren, koopt nu Prêt-à-Porter Paris op. Het gooit daarmee meteen de knuppel in het hoenderhok en kondigt nieuwe data aan. Tegelijkertijd zijn er belangrijke verschuivingen tussen Düsseldorf en Berlijn. Voor u afreist, zetten we alles hieronder op een rijtje. Parijs: nieuwe locatie, nieuwe data Wanneer u binnenkort vertrekt naar de Parijse modebeurzen, bereidt u zich best goed voor. De hele opstelling aan de Porte de Versailles heeft immers een stevige wijziging achter de rug. Nu het team van Who’s Next de beurs Prêt-à-Porter Paris heeft overgenomen, worden de hallen aan de Porte de Versailles anders ingedeeld. Hal 1 biedt nu onderdak aan de lingeriebeurs Salon de la

Lingerie. Who’s Next verhuist naar vier hallen, namelijk 2, 3, 4 en 7. Dat wil concreet zeggen dat de linkerkant van de centrale as niet zal worden gebruikt. Alleen de rechterkant en de centrale hal 7 zijn voorbehouden voor het modesalon Who’s Next. Er komt voor de bezoekers een centrale entree van waaruit ze met hun ticket de vier verschillende hallen kunnen bezoeken. Met de overname wou Bertrand Foäche, vennoot van WSN Développement, een eind maken aan de voortdurende rivaliteit tussen de beide beurzen. Op deze manier worden alle modesegmenten (mannen, vrouwen, young fashion en accessoires) beter geïntegreerd. En dat komt het complete modebeeld alleen maar ten goede. Verder mikt het team zo op een hogere internationale deelname. In totaal mag de bezoeker zo’n 2.500 exposanten verwachten. Die worden ondergebracht bij Fame (creatieve merken) in hal 4, Mr Brown (het vroegere Face, mannenmode) in hal 3, Mess Around (schoenen) hal 2.1. The Cube (nieuwe afdeling tassen, hal 2.2) en Première Classe (hal 2.2, 3 en 4). Private ten slotte (commerciële creatieve merken) krijgt de immense hal 7 toebedeeld. Hier kunt u ook genieten van de modeshow. Maar er staat meer te gebeuren. De zomereditie die traditioneel in september plaatsvond, verschuift naar eind juni, begin

juli. Zo’n verschuiving werd al langer voorgesteld, maar moest het telkens afleggen tegen de sceptici. Het stijgende belang van Berlijnse modebeurzen en de stevige reputatie van de Pitti Uomo in Firenze, allemaal eind juni en begin juli, hebben nu de doorslag gegeven. Vanaf 2012 heeft Parijs dus geen modebeurs meer in september.

65


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.