4 minute read

Dialoog

Next Article
Dossier

Dossier

Terwijl we allemaal in ons kot blijven, durven we al eens een ziekenhuisserie te bingewatchen. Maar voor urgentieartsen Ignace Demeyer van het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis (OLV) en Lieven Vergote van het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis (A.S.Z.) is het helaas geen fictie. Al wekenlang strijden ze samen met een leger zorgverleners in de vuurlinie tegen de onzichtbare vijand: COVID-19.

Wij riskeren letterlijk ons leven

CHIPKA kon Lieven en Ignace strikken voor een interview na de veiligheidscel, waar ze de burgemeester en de andere disciplines telkens een update geven over de stand van zaken in de Aalsterse ziekenhuizen.

Hoe snel hebben jullie het OLV en het A.S.Z. in ‘coronamodus’ gekregen? Lieven: “Ieder ziekenhuis heeŠ een noodplan. Dat hebben het A.S.Z. en het OLV gelijktijdig in voege laten gaan. ‘Dankzij’ de dreiging van de Mexicaanse griep enkele jaren geleden hebben onze beide ziekenhuizen een draaiboek liggen. Dat konden we van onder het stof halen en actualiseren.” Ignace: “Zo’n noodplan heeŠ een gigantische organisatorische én economische impact op ons ziekenhuis. Alle geplande consultaties en niet-dringende operaties werden manu militari verboden. Sommige artsen ervaarden dit als broodroof. Die operaties zijn nu eenmaal de grootste bron van inkomsten om het ziekenhuis draaiende te houden. Dokters en verplegers die nu tijdelijk werkloos zijn, worden ingezet op speciale COVID-19-afdelingen.”

Lieven: “Naar gelang de nood bouwen we extra afdelingen bij voor COVID-19- patiënten. Door het afgelasten van consultaties en operaties is het ziekenhuis quasi leeg. De leegte op de meestal overvolle parking van het A.S.Z. is een frappant beeld in deze tijd. Infrastructureel is er geen probleem. De grootste uitdaging is die speciale afdelingen bemannen.”

Een tijdelijke carrièreswitch voor het zorgpersoneel? Lieven: “Voor velen toch. Ze komen uit hun vertrouwde omgeving terecht in bijzonder moeilijke werkomstandigheden. Wij zijn het als urgentieartsen wel gewend om in ongewone omstandigheden te werken, we krijgen daar ook speciale opleidingen voor. We hebben onze collega’s dan ook zo goed mogelijk proberen te introduceren in de spoedgeneeskunde.” Ignace: “Gelukkig is de bereidwilligheid bij onze collega’s heel groot. En dan heb ik het niet alleen over dokters en verplegers. Ik heb het grootste respect voor ons onderhoudspersoneel. Die hebben een blind vertrouwen in ons en ontsmetten zonder vrees alle kamers.”

”Het ergste dat ons kan overkomen is dat onze zorgverleners ziek worden. Mensen moeten beseffen dat we letterlijk ons leven riskeren om deze crisis te bedwingen.” | Ignace

De ziekenhuizen van spoedarsten Ignace Demeyer (OLV) en Lieven Vergote (A.S.Z.) hebben momenteel een compleet andere werking.

Is er voldoende bescherming voor het personeel? Ignace: “De speciale COVID-19-afdeling richten we in op strategische plaatsen, zodat er zo weinig mogelijk ‘verkeer’ nodig is. We nemen zoveel mogelijk voorzorgsmaatregelen, maar het is uiteraard geen geheim dat de voorraad aan beschermend materiaal zoals mondmaskers, handschoenen en schorten krap is. Daarom is daar een strikte regeling voor.”

Lieven: “Doordat ons zorgpersoneel een hele shiŠ met hetzelfde materiaal aan moet werken, kunnen ze niet drinken of naar het toilet gaan. Daar maak ik me wel zorgen over. Ik vrees dat er velen nierstenen zullen ontwikkelen.”

Ignace: “Het ergste dat ons kan overkomen is dat onze zorgverleners ziek worden. Mensen moeten bese™en dat we letterlijk ons leven riskeren om deze crisis te bedwingen. En dat geldt ook voor de mensen die de straten vegen, in

”Wij hadden het denkwerk al gedaan vóór het federale noodplan werd afgekondigd.” | Lieven

de supermarkten werken… Iedereen die meewerkt om de maatschappij draaiende te houden.”

Hoe ziet een werkdag er voor jullie uit in coronatijden? Ignace: “Eerlijk gezegd is er voor ons niet zo heel veel verschil met een gewone werkdag. We krijgen wel veel meer telefoons. Ik voel dat we constant bezig zijn met het werk. Niemand kan blijven werken aan het

Ignace: "Ik heb het grootste respect voor ons onderhoudspersoneel. Die hebben een blind vertrouwen in ons en ontsmetten zonder vrees alle kamers."

Lieven: "We hebben onze collega-artsen zo goed mogelijk proberen te introduceren in de spoedgeneeskunde."

huidige moordende tempo. Wij hebben zelfs pneumologen (longartsen, red.) die in het ziekenhuis blijven slapen. Dit is de grootste ramp die we in België hebben meegemaakt en we zijn nog niet aan het einde. We moeten vooruitziend zijn en al 10 tot 12 weken verder denken. Daar zijn we nu al mee bezig.”

Lieven: “En daar speelt de veiligheidscel een grote rol. Het was een uitstekend idee om die zo snel bijeen te roepen. Daardoor hebben we in Aalst een grote voorsprong genomen. Wij hadden het denkwerk al gedaan vóór het federale noodplan werd afgekondigd.”

Wanneer zien jullie licht aan het einde van de tunnel? Lieven: “Dat zal er pas zijn als er een vaccin is. En dat zal zeker nog een jaar duren.”

Ignace: “Dit is een zeer venijnig virus. En het zal zeker niet het laatste zijn. Daar moeten we mee leren leven.”

Kunnen we ons er tegen wapenen? Lieven: “De beste raad die we kunnen geven is om de maatregelen zo goed mogelijk op te volgen. Vermijd contact indien mogelijk en zorg voor een goede basishygiëne.”

Ignace: “Er zijn ook positieve kanten aan de crisis. Opvallend is de hartverwarmende solidariteit. De leveringen van bakkers, chocolatiers en pizzabezorgers en de warme reacties van de burgers doen enorm deugd. En dankzij het luwe verkeer kan ik eindelijk nog eens vlotjes Aalst binnenrijden (lacht).”

Dit interview werd afgenomen op 30 maart 2020.

This article is from: