3 minute read
Piëdestal Maarten en Domien De Beul
from CHIPKA december 2021
by Stad Aalst
Op 4 december nemen Maarten en Domien De Beul deel aan het EK ropeskipping in Mechelen. Na dat EK hangen de broers hun springtouw aan de haak, want met hun lee ijd van respectievelijk 26 en 24 jaar zijn ze veteranen in de ropeskippingwereld. Onze Piëdestal komt dus net op tijd voor een afscheid door de grote poort. En dan moet dat EK nog komen.
Zeg niet zomaar touwspringen tegen ropeskipping. “Ropeskipping begint waar het traditionele touwspringen eindigt”, zo formuleert ‘RSC Jumping Onions’ het, de club van Maarten en Domien. Dat mag je zelfs bijna letterlijk nemen: Domien is hoofdcoach, Maarten bestuurslid en hun vader is er voorzitter. Maar na dit seizoen komt daar een einde aan. Na ongeveer 15 jaar topsport nemen de broers afscheid van de sport én de club, maar eerst blikken we vooruit naar dat laatste kunstje.
En waarom geen afscheid met een medaille?
Maarten: “Ons land neemt deel met 5 teams, waaronder dat van ons. In totaal zijn er 20 teams, verdeeld onder 8 landen. België behoort tot de wereldtop, dus het is niet denkbeeldig dat ons land in de medailles valt. Maar wij mikken in de eerste plaats op de publieksprijs, daar gaan we echt voor (lacht). Het wordt een afscheid op een hoogtepunt, zeker voor mij. Domien werd al eens Europees kampioen in 2017 met een andere club en nam ook al deel aan het WK in Shanghai, China.”
Domien: “Dit EK vindt in Mechelen plaats, het is wel leuk om voor eigen publiek af te zwaaien. In België kun je ropeskippen in drie competities: masters, teams of demo. In die laatste categorie nemen wij deel: Maarten en ik vormen een team met 4 meisjes. Demo is in feite een show waarin je alle elementen uit het ropeskippen toont. De nadruk ligt er niet zozeer op moeilijkheid, maar meer op het creatieve. En daarin zijn we als Aalstenaars sterk (lacht). We zijn de vreemde eend in de bijt met onze show, we zijn iets minder braaf dan de rest.”
Maarten: “Ons thema is “You may kiss the bride”, ‘je mag de bruid kussen’. We brengen dus een show rond een trouwfeest met de gekende hits die daarbij horen: ‘Les Lacs du Connemara’, de ‘Macarena’, de ‘Indianendans’, noem maar op. We mikken volop op interactie met het publiek. Zoiets is nooit eerder gebeurd bij het ropeskippen. Dat we ons met deze show plaatsten voor het EK was al een grote verrassing.”
Er bestaan wellicht hardnekkige clichés rond touwspringen. Vergeef ons de platitude ‘dat het voor meisjes zou zijn’.
Maarten: “Dat cliché lee inderdaad nog steeds, maar toch is daar een shi aan het gebeuren. Vroeger leunde ropeskipping meer aan bij het traditionele keurtouwspringen, vergelijk het met wat ballet is voor dans. Maar nu schui het veel meer op richting ‘urban’, de hiphopwereld. Voor ropeskipping heb je veel snelheid en kracht nodig, zaken die jongens toch een streepje voor geven.” Domien: “Ik geef toe dat ook ik eerst niet gewonnen was voor de sport. Onze nicht startte ermee begin de jaren 2000. We zijn toen een lesje gaan testen, maar het sprak me totaal niet aan.” Maarten: “Mij ook niet, maar omdat ik op dat moment geen enkele echte hobby had, besloot ik het een nieuwe kans te geven. Er was een nieuwe coach bij de club en plots was het wel leuk. Een jaar later sloot Domien ook aan. Na drie jaar namen we deel aan wedstrijden. Nu is het aan de volgende generatie.”
Domien: “We hebben allebei een mooie carrière gehad. We trainden al die jaren 3 keer per week in De Schreef of in ‘De Ommegang’ in Lede, en gaven daarnaast zelf training aan jeugdskippers. Dat was intensief. Tijd voor iets nieuws.” Maarten: “Tijd om op zaterdagochtend eens te blijven liggen.” (lacht)