4 minute read

Joggen rond speeltuintjes

In de Zachte Berm wandelt of fietst Jan Castermans met een inwoner van de Heilig-Hartwijk naar een plek die voor hem of haar een speciale betekenis heeft. Een zachte beweging met tijd om te praten en ruimte om te kijken naar wat er onderweg te zien is.

Zowel Loredana Trabucco als Marie Haeck wonen in de Lazarijstraat. Alle twee hebben ze een gezin met jonge kinderen en alle twee werken ze voltijds op Hogeschool PXL. Marie heeft samen met haar vriend Stefan drie kinderen: Lotte (9), Bas (7) en Otis (3). Loredana en partner Ken hebben een dochtertje, Lenù (3). We vertrekken te voet, de dames met de fiets in de hand (”dan zijn we straks sneller thuis”), via de Eeuwfeeststraat naar onze bestemming: Hogeschool PXL.

Loredana: ”Ik besef nu pas wat een luxe het is om een school te hebben op letterlijk vijf huizen van het onze. We wonen hier nu 6,5 jaar. Voordien huurden we een appartement in Kessel-Lo in Vlaams-Brabant. Omdat we een huis wilden kopen, keken we terug richting Limburg omwille van ons netwerk en onze roots. Ikzelf ben van Helchteren en mijn vriend is van Oudsbergen.”

Was de Heilig-Hartwijk een bewuste keuze?

Marie: ”Ik kom uit Knokke en Stefan uit Leopoldsburg. Vermits we vroeger beiden in Brussel werkten, zochten we een woonplaats met een degelijke verbinding met de hoofdstad. Limburg of WestVlaanderen hadden onze voorkeur omwille van onze families. Ik wilde ook graag een stedelijke omgeving, een dorp was geen optie. Daarom dachten we aan Brugge en Hasselt. Dat het deze wijk in Hasselt werd, was eigenlijk louter toeval. We hadden op een gegeven moment een afspraak voor een bezoek aan een appartement in Kermt, maar onderweg belde men die afspraak af. Gelukkig hadden we nog back-up, een pand op de Oude Kuringerbaan. Dat bleek in een klein gebouw met drie eigenaars en dicht bij het station. We waren meteen overtuigd.”

Loredana: ”Ook wij hadden gefocust op de ligging. We zochten in een straal van tien minuten wandelen van het station en kwamen zo in deze wijk terecht. Onze huidige woning verbouwden we een viertal jaar geleden. We bleven er wonen tot het laatste moment, tot de verwarming en het warm water weg vielen.”

We wandelen via Quartier Bleu richting kleine ring.

Hoe bevalt het stadsleven?

Marie: ”Goed, we wonen nu ongeveer vier jaar in de Lazarijstraat. Met drie kinderen voelt ons huis soms aan de krappe kant, maar ik zie compact wonen vooral als een voordeel. Er is minder onderhoud nodig en de tuin is net groot genoeg om ervan te genieten. Voor mensen met kleine kinderen en voltijdse jobs zijn dat sterke pluspunten. Ik ben negen jaar geleden gestopt met het pendelen naar Brussel. Dat scheelt wel in tijd.”

Loredana: ”Mijn verhaal is min of meer hetzelfde. Waar ik voordien nog naar Brussel, Gent, Aalst of Sint-Niklaas moest voor mijn job, werk ik sinds een jaar of vijf voor PXL. We genieten van het huis, we hebben een mooie, rustige, groene achtertuin zonder inkijk, maar met zicht op bomen van de achterbuur. Ons huis en tuin zijn prima qua grootte. Het hoeft allemaal niet zo groot als we vroeger op de boerenbuiten gewoon waren. Het is zoals ze zeggen: ’Bezit bezit u’, hé. Ik krijg geen energie van huishoudelijk werk. (lacht) En als we het landelijke gevoel willen opzoeken, vinden we dat rond de Abdij van Herkenrode of in Domein Kiewit.”

Marie: ”En geef toe, onze wijk is een dorp op zichzelf. Dat maakt het een fijne buurt om in te wonen. Je hebt de voordelen van de stad, maar ook die van een dorp. Als er bij de buurtwinkel een pakje voor onze buurvrouw is toegekomen, stuurt de eigenaar mij een berichtje omdat zij en ik bevriend zijn op Facebook en hij nog niet met haar. Dat is toch zalig?”

Loredana: ”Voor mij geldt dat ook. In de buurtwinkel kreeg ik meteen dat dorpsgevoel. Daar is iedereen gelijk, of je nu al lang of nog maar pas in de wijk woont. Je voelt je meteen thuis. Ik ervaar het als een open buurt, onze buren kwamen ons op Nieuwjaar een plantje brengen. Ik zou niet durven beweren dat de sfeer in een dorp vriendelijker of gemoedelijker is, hier in de wijk heb je zeker zo’n fijn burencontact.”

Marie: ”Ik ben bijna twaalf jaar geleden van West-Vlaanderen naar Limburg verhuisd en heb nog geen minuut spijt gehad van die keuze. Het klopt écht wat ze zeggen over de warme en open mentaliteit van de Limburgers en onze straat bevestigt dat cliché heel duidelijk.”

Langs de oude gevangenis slaan we het Koekerellenpad in, van 8.00 tot 9.00 u. een gezonde mix van leerlingen, studenten en sporadisch een verdwaalde buur met hond.

Jullie zitten momenteel in de fase van kleine kinderen, lukt het nog om wat te genieten van vrije tijd?

Marie: ”Weinig. Af en toe slaag ik erin voor dag en dauw een rondje te gaan lopen, maar dan moet ik al serieus puzzelen. Ik wandel wel eens met vriendinnen een toertje rond de kleine ring om wat bij te babbelen. En als dat niet lukt in één ronde, wandelen we nog een toer. We noemen dat ons therapie-uur (lacht). Maar voor de rest is het momenteel de periode van ploeteren en overleven. Mocht ik later meer tijd hebben, dan zou ik graag terug gaan paardrijden. Daarmee ben je vlug een halve dag kwijt en die heb ik nu niet.”

Loredana: ”Vroeger durfde ik wel eens anderhalf uur langs het Albertkanaal te gaan lopen, maar intussen zijn we specialisten in het joggen rond speeltuintjes. De ene zit met Lenù in de speeltuin, terwijl de andere jogt en dan wisselen we. Een concert lukt nog een keer of drie per jaar, maar dat vereist maximale planning. En als we tegenwoordig met vrienden afspreken, is dat samen met de kinderen. Dan zijn we al blij als we één deftige zin kunnen afmaken zonder onderbreking (lacht). We hopen later wel weer lange, verre reizen te maken. Nu is het vooral dromen van citytrips en backpacken in Thailand terwijl de realiteit maar tot aan de Ardennen reikt.”

This article is from: