4 minute read

De zachte berm

Roel De Ridder groeide op in Hasselt en doctoreerde in de architectuur met een proefschrift over de toekomst van de Vlaamse parochiekerken. Samen kijken we hoe spannend onze wijk is en hoeveel aandacht er nog is voor het diverse publiek. Vanaf zijn woning in de Rozenstraat wandelen we tot het fietspad aan de Mouterijstraat. Wat een interessante plek hier, er komt veel samen: de achterkant van de woonhuizen, het voormalige treinspoor, nu fietspad. En dan heb je nog de woning Douchar van architect Leon Stynen aan de Astridparking, de Koloniale Waren, waar het huis van Huib Hoste zou zijn. Je voelt dat de omgeving potentie ademt, maar tegelijkertijd vrees je dat ze ten prooi zal vallen aan projectontwikkelaars. De kwaliteit zit in het gemengde karakter. Ik vind dat een café Anoniem en een moskee, die weliswaar raar gehuisvest is, bij een stad horen. Dat is voor een stuk wat men stedelijkheid noemt. Ik woonde in mijn jeugd in de Havenstraat, die toen nog een heel ander karakter had. Je voelt dat nog een beetje in de

Kerken herwerken

in de Zachte Berm wandelt of fietst Jan Castermans met een inwoner van de Heilig-Hartwijk naar een plek die voor hem of haar een speciale betekenis heeft. Een zachte beweging met tijd om te praten en ruimte om te kijken naar wat er onderweg te zien is.

huidige Kempische steenweg, die nog heel fijnmazig, volks is. Die fijnmazige stedelijkheid staat onder druk in Hasselt. Het verdwijnt terwijl je erop staat te kijken. Stedenbouw is voor een groot stuk ook durven loslaten en ruimte voor improvisatie en organische groei toelaten. Ik denk dat een stuk van de sleutel ook in grondpolitiek zit. Grond is nu echt een beleggingsgoed. Dat maakt het voor steeds meer mensen moeilijk om een woonst te verwerven. We komen aan het Stationsplein, een grote vlakte waar de bus heer en meester is. Een verwarrende plek, één grote brok verharding die ontworpen lijkt om bussen snel te laten rijden. Heel moeilijk voor jong en oud om hier veilig over te steken met verkeer dat van alle kanten lijkt te komen. Ik mis ook een connectie tussen het gerechtsgebouw en de publieke ruimte. Mocht men tegen de muur achteraan het plein bijvoorbeeld kunstwerken plaatsen, dan zou je al een heel ander gevoel krijgen. We gaan via de stationstunnel naar Runkst en wandelen door het Vredespark, een plek die vijf jaar geleden nog stationsparking was.

Ik vraag me af of het wegdoen van de parking hier meetbaar is. Zou dat bijgedragen hebben tot drukker verkeer in de Heilig-Hartwijk doordat pendelaars aan de andere kant zijn gaan zoeken? Misschien is dat moeilijk, in die periode is onze wijk sowieso sterk veranderd? Ik heb in het Lyceum gezeten in de late jaren 1980 en herinner me hoe rustig de wijk toen was. De Plantenstraat grensde gewoon aan het platteland, daar stopte de wereld (lacht). In onze wijk is er eigenlijk geen echt park. We hebben enkel het levenspad en een paar groene vlekjes zoals het speelpleintje aan de Palmstraat of het Romboutsparkje. We stoppen aan de Sint-Hubertuskerk in Runkst. Waarom is de herbestemming van een kerk zo moeilijk? Zit de hoogte er voor iets tussen? Ja, dat speelt zeker mee. Efficiënt is de vorm van een kerkgebouw niet. Begrijpelijk dat een stad zich afvraagt of ze een gebouw dat slechts weinig wordt gebruikt, moet blijven ondersteunen. Wat is dan nog de waarde van zo’n gebouw? De waarde zit voor een stuk in een soort van ’Folk’, en dat bedoel ik niet oneerbiedig. Er hangen werken van Paule Nolens over Sint-Hubertus en daar hechten sommige bewoners erg aan. Het heeft geen typische erfgoedwaarde, maar zeker zijn waarde als herinnering. Een aanduiding voor ’dit is Runkst’, die mede door de hoogte van de toren sterk gemarkeerd wordt. We komen in de Bampslaan. Dit voelt een stuk stedelijker dan de kern van de Heilig-Hartwijk. Heel divers, gemengd. Het voelt verpauperd, maar tegelijk heb je in een stad ook dit soort informelere economie nodig. Kijk ook naar de Geraetsstraat, een donkere straat met heel mooie huizen, maar ook met heel wat panden die klaar staan om afgebroken te worden.

Terug in de Rozenstraat genieten we van het mooie Rozenhuisje met opvallende geglazuurde tegels en vervolgen we onze weg richting Heilig-Hartkerk. Vroeger waren de toren en de kerk nog verbonden met een muur die omwille van veiligheidsredenen later werd gesloopt. Ook hier weeral een recente kerk, en hoog. De techniek om kerken hoger te bouwen, werd in de gotiek uitgewerkt en en dat is niet meer veranderd. Wetende dat de eerste kerken in Syrië eigenlijk ”huiskerken” waren die langzaam uitbreidden naar een soort van congregatie. Veel huiselijker, toch? Hier, vanaf de trappen van de kerk, kijken we uit op het Heilig-Hartplein. Een mooie groene zone, niet echt gek veel kleiner dan het Vredespark, maar helaas doorkruist door de drukke Plantenstraat.

Een herbestemming vergt echter meer dan een simpele knip. Met een eerder beperkt verenigingsleven in de wijk en het ontmoetingscentrum Crutzenhof in de buurt is de kerk herbestemmen geen gemakkelijke opdracht. Roel heeft een open kijk op wonen en hij houdt van het onvoorspelbare. Zijn rijke blik op de stad en zijn aangename, sociaalmaatschappelijke visie leveren een fijne wandeling op, via de zachte berm.

This article is from: