2 minute read

Gouden tijden met meester Luc

Het schooltje in de Zandstraat (deel 3)

Voor het vervolg van het schooltje in de Zandstraat ga ik op de koffie bij Suzy Van Herck. Suzy verhuisde in 1990 naar de Zandstraat, in het witte huis links van het toegangsstraatje naar de school. Ze had toen al 2 kinderen, er zouden er nog twee volgen. Noortje, de oudste dochter, maakte haar kleuterschool af in Bokrijk, te veel verhuizen werd toen al afgeraden voor jonge kinderen. Arjen (vanaf het eerste middelbaar Adriaan), Steven en Matthijs liepen wel school bij kleuterleider Luc Claus. Meester Luc had in de beginjaren slechts een 10-tal kindjes onder zijn hoede. Hun aantal werd nauwgezet in de gaten gehouden door de directie van het centrum. Daarom werd de zieke Arjen toch eens naar school gebracht totdat de voormiddagtelling achter de rug was.

De ouders deden dit met veel overtuiging voor het voortbestaan van hun schooltje.

De ligging in het groen maakte het schooltje uniek, maar ook de visie op leren die toen heel vooruitstrevend was. Ervaringsgericht onderwijs werd continu in praktijk gebracht. De kinderen gingen op ontdekking naar het bos, zij maakten uitstapjes met de trein, ouders en grootouders namen actief deel aan de schoolwerking.

Meester Luc hield ook van sfeer scheppen en verkleden. Indianen en piraten waren zijn favoriete thema’s. De schommel werd dan omgebouwd tot een heus piratenschip. Hij organiseerde ook eigen schoolfeesten. Zo werd de weide rond rond de school. Nadien werd het vuilnis opgehaald door een echte vuilniswagen van de stad Hasselt die speciaal een ommetje maakte voor dit project.

Omdat alle kleuters van verschillende leeftijden slechts 2 ruimtes en 1 kleuterleider ter beschikking hadden, moest Luc inventief zijn om ieder kind op zijn eigen niveau te benaderen. Hij creëerde verschillende hoeken en gaf de grootsten een zelfstandige opdracht zodat hij zijn aandacht aan de kleintjes kon wijden. Samen spelen en leren met diverse leeftijden was toen heel vernieuwend. Ook de ouders van de kinderen vormden al snel een hechte groep. In de weekends werd er heel wat geklust om het oude, koude schoolgebouw min of meer bewoonbaar te houden. Er werden kaas- en wijnavonden of gebakdagen gehouden om geld in het laatje te brengen. Deze centen dikten het budget aan om centrale verwarming te leggen, te isoleren en nieuwe toiletten te installeren. Ook de buitenkant werd eigenhandig door ouders opgefleurd met bonte tekeningen. Alle afdankertjes waren welkom in het

‘rommelkot’. De diversiteit van speelgoed en knutselmateriaal was daardoor enorm. ‘Creativiteit en fantasie waren geen loze woorden maar werden hier werkelijkheid’, vertelt Suzy met veel warmte.

Ze herinnert zich ook dat ze, als buurvrouw, een beetje vangnet en toevluchtsoord was. ‘Als er nood was aan een hamer, plakband of een schaar, stuurde Luc één van de kinderen door de tuin om dit te komen halen. De wereld was toen veel minder vijandig dan vandaag.’

Ondertussen groeide de faam van het schooltje. Heel wat ouders werden aangetrokken door de groene omgeving en de onderwijsfilosofie. Het leerlingenaantal liep op en er was plaats voor de duobaan van achtereenvolgens juf Agnes, Mie en Annemie.

En dan ineens kwam er aan dit idyllisch plekje een eind. De grond met het schooltje werd verkocht en er moest in allerijl een ander onderkomen gezocht worden. Tijdens de Paasvakantie van 1999 sloegen heel wat ouders de handen in elkaar.

In recordtempo werd de kapel bij het ontmoetingscentrum Malpertuus geverfd en brandveilig gemaakt zodat het klaar was voor een dubbelrol: tijdens de week kleuterklas, tijdens het weekend kapel. Hoe het verder loopt met het schooltje in de Vossenbergstraat lees je in de volgende editie van de Godskesgazet.

This article is from: