Sommige percelen van het Nieuw Kwartier moeten er in het begin van de 20ste eeuw als een zandgroeve hebben uitgezien.
‘Het Nieuw Kwartier was vooral een open terrein, een open veld met gras en wildgroei en onkruid, met veel kuilen en weggetjes, sporen die hier en daar door het lopen werden gemaakt. Je kon binnendoor naar de Bayostraat, de Verhaghenstraat , de Lebrunstraat... Het Nieuw Kwartier was onbestaand, onbekend in Leuven, een eiland. Het was een heuvelachtig terrein met veel bulten en kuilen waar je kon fietsen of verstoppertje spelen. Het zand werd uitgegraven als er gebouwd werd. Het leger kwam oefenen op het terrein, meer aan de kant van de Lebrunstraat’. (Simonne Aerts) ‘In het begin van de 20ste eeuw was er op de plaats van het Nieuw Kwartier landbouwgrond. Kleine landbouwers bewerkten die gronden tot tegen de vest, waar nog geen huizen stonden aan deze kant. Later begon men daar de grond uit te graven en werd het de ‘kalkput’ of de ‘zandput’ genoemd. Dat zand werd gebruikt voor bouwwerven elders’. (Marie-Thérèse Vanderveren)
Bij de ontsluiting van het Nieuw Kwartier heeft het hellend reliëf aanleiding gegeven tot verschillende wijzigingen van de plannen. Het niveau van de zandgronden moest opgevuld en genivelleerd worden naar de Naamsepoort toe, als de straten werden aangelegd. Toch zijn er in de tuinen van een aantal huizen enorme niveauverschillen te zien. Dat verklaart de bel-étage-woning met de garage en kelder op het gelijkvloers. De stad heeft in verschillende fasen rioolputten en riolering aangebracht vooraleer alles op te hogen om te verkavelen als ‘Nieuw Kwartier’.
De eerste bebouwing Vanaf het midden van de 19de eeuw ontstonden er vele ‘gangetjes’ in de omgeving van de invalswegen van de stad. Aansluitend op de Naamsestraat en de Parkstraat werden een twintigtal grotere of kleinere gangetjes volgestouwd met kleine huisjes bestaande uit hooguit twee kamers zonder voorzieningen, zonder ‘huiske’ of WC, tenzij op de gemeenschappelijke koer. Arbeiders die met de opkomst van de industrialisatie naar de steden trokken woonden er met hun gezin uit het zicht, afgesloten door een poort of in een klein doodlopend straatje zoals de Rapengang.
14
Het Nieuw Kwartier