Regelmatig brachten ze het tuinafval met de kruiwagen naar het kerkhof. De werkmannen Achilles en René hadden er niet beter op gevonden dan de handvaten van de kruiwagen in te smeren met vet om hen te plagen. Maar gewoonlijk waren de ‘mannen van het kerkhof’ zeer behulpzaam. De zusters stonden ook in voor allerlei taken in de school en in de kerk. Zo moesten zij erop toezien dat bij het vallen van de avond alle kaarsen in de kerk gedoofd waren. Rondlopende deugnieten maakten de zusters soms wijs dat ze de brandende kaarsen hadden gedoofd door er op te plassen. De Chiro had haar verzamelplaats in de abdij en dat zorgde voor veel leven. Maar geen nood, de zusters waren hen goed gezind en zo gebeurde het eens dat ze langs het openstaande raam van het klooster zorgden voor bier, zij noemden het ‘smartengeld’.
5.1. Kinderopvang in de Abdijschool De vele nieuwe gezinnen die rond Vlierbeek komen wonen eind jaren zeventig, hebben ook nieuwe verwachtingen. Vele ouders gaan allebei werken en er is nood aan voor- en naschoolse opvang. Nu lijkt naschoolse opvang vanzelfsprekend en wordt het zelfs door de overheid gestimuleerd, maar toen was hiervan nog geen sprake. De kinderen die opvang nodig hadden, konden eerst terecht in het klooster. Wanneer Moniek Avermaete-Nys voorzitster wordt van het oudercomité in 1982, neemt zij samen met enkele jonge dynamische vrouwen het initiatief om de kinderopvang op te richten. Hiervoor moeten ze wel opboksen tegen de mening van een aantal mannen die lokaal verankerd zijn in de talrijke verenigingen. Zij zien het oudercomité eerder als hulp en ondersteuning voor het organiseren van de Vlierbeek kermis en voor het inzamelen van geld en niet zo zeer als een plaats om gedachten uit te wisselen over schoolkwesties. Het probleem van de nieuwkomers, van gezinnen met buitenhuis werkenden vrouwen, wordt niet erkend. In die tijd zijn maar weinig vrouwen beroepsactief of ze werken deeltijds en zijn vrij na vier uur. Van de zusters komt er daarentegen wel medewerking, terwijl de deken en de onderpastoors van verre toekijken. Zo overhandigen de zusters de fiches van de ouders zodat er geweten is wie er met twee gaat werken. In september 1983 start de kinderopvang met vrijwilligers die aan de kinderen voor een kleine vergoeding creatieve activiteiten aanbieden. Er wordt voor materiaal gezorgd en lokalen gevonden. Ondertussen worden ook jonge mannen met dezelfde bekommernis lid van het oudercomité. Eigenlijk gaat het natuurlijk over veel meer dan kinderopvang. De vrouwen hebben ook oog voor thema’s zoals veiligheid rondom de schoolpoort, het doorbreken van gewoontes en het delen van het beheer van de school. Er vond een overgang plaats van een lokaal schooltje naar een school met vele inwijkelingen. Het was een overgang naar een nieuwe generatie met een andere tijdsgeest.
33